INSPELEN OP VERANDERENDE TIJDEN JAARVERSLAG 2011
Dit jaarverslag is door de directeur-bestuurder mevrouw ir. G.N. Sweringa vastgesteld op 23 april 2012 en goedgekeurd door de Raad van Commissarissen op 23 april 2012.
COLOFON Oost Flevoland Woondiensten Postbus 89, 8250 AB Dronten De Noord 47-49 Dronten T: 0321-38 55 00 F: 0321-31 77 33 www.ofw.nl Openingstijden Maandag tot en met vrijdag 08.00 – 17.00 uur
Redactie Oost Flevoland Woondiensten
Fotografie Leo van Bemmel fotografie Oost Flevoland Woondiensten
Vormgeving Oost Flevoland Woondiensten Op alle teksten, illustraties en foto’s berust copyright.
INHOUDSOPGAVE 1 BESTUURSVERSLAG ........................................................................................................................ 4 2 SAMEN VOOR KANSRIJK ................................................................................................................. 8 3 MAATSCHAPPELIJKE INBEDDING ................................................................................................ 20 4 MAATSCHAPPELIJKE RESULTATEN ............................................................................................ 27 4.1 Kansrijke woonomgeving ............................................................................................................. 27 4.2 Duurzaamheid .............................................................................................................................. 34 4.3 Alle doelgroepen onder dak ......................................................................................................... 43 4.4 Kwaliteit en keuze ........................................................................................................................ 50 4.5 Strategisch beleidsplan voorraad en nieuwbouw ........................................................................ 51 4.6 Efficiënt en effectief...................................................................................................................... 53 5 GOVERNANCE - BESTUURLIJKE ORGANISATIE ......................................................................... 58 6 JAARVERSLAG RAAD VAN COMMISSARISSEN 2011 ................................................................. 61 7 PERSONEEL & ORGANISATIE ........................................................................................................ 71 8 PROJECTEN ...................................................................................................................................... 84 9 FINANCIEEL JAARVERSLAG 2011 ................................................................................................. 90
BIJLAGEN Bijlage A – Interviews ....................................................................................................................... 131 Bijlage B - Basistekstblokken website Governance ......................................................................... 134 Bijlage C – Stakeholdersverslag ...................................................................................................... 142
1 BESTUURSVERSLAG INSPELEN OP VERANDERENDE TIJDEN OFW is trots op het feit dat zij er in 2011 in geslaagd is om de ontwikkeling van de operationele kasstromen positief te beïnvloeden. Door het optimaliseren van de efficiency zijn aanzienlijke besparingen op de organisatiekosten en het onderhoud gerealiseerd. Door het gewijzigde huurbeleid bij nieuwe verhuringen worden vanaf 2012 extra inkomsten gegenereerd. Bij dit nieuwe huurbeleid is rekening gehouden met de betaalbaarheid en bereikbaarheid voor huurders met een laag inkomen. De extra inkomsten en de besparingen op de uitgaven zijn nodig om ook in de toekomst voldoende investeringsmogelijkheden te kunnen genereren. De investeringsmogelijkheden zijn afhankelijk van de operationele kasstromen en de mogelijkheden om bestaande woningen te verkopen. Door de onzekerheid op de koopmarkt hebben stimulerende maatregelen maar een zeer beperkt effect. Door de genomen maatregelen speelt OFW in op de veranderende tijden met forse overheidsbezuinigingen en een veranderende woningmarkt. Een belangrijk resultaat is dat in 2011 een besparing op het gasverbruik van 31 procent (ten opzichte van 2000) tot stand is gekomen. Dit levert een duidelijke besparing voor onze huurders op. Duurzaamheid is een thema dat in al haar facetten aan de orde komt in het beleid en de bedrijfsvoering van OFW. Niet alleen in energiebesparing, hergebruik van materialen maar ook in een duurzaam organisatie- en personeelsbeleid en de financiële continuïteit. In 2011 heeft OFW, evenals in 2010, voor haar jaarverslag de themaprijs voor duurzaamheid van het Glazen Huis ontvangen. In het juryrapport van deze prijs komt onder andere naar voren dat duurzaamheid een integraal onderdeel is in het beleid en de bedrijfsvoering van OFW. Het is voor OFW een uitdaging om ook in deze veranderende tijden aan haar visie, het bieden van een kansrijke woonomgeving voor mensen die zwak staan op de (Dronter) woningmarkt, invulling te geven. Zij wil daarbij haar kernkwaliteiten, het bouwen, beheren, ontwikkelen, verhuren en de maatschappelijke verankering inzetten. De beschikbare middelen, ook bij maatschappelijke partners, om te investeren in de Dronter samenleving staan onder druk. Dit maakt creatieve oplossingen en gedegen keuzes noodzakelijk. De koopmarkt voor woningen is sterk teruggelopen en de vraag naar huurwoningen laat een sterke toename zien. De invoering van de inkomensgrens voor sociale huurwoningen heeft ingrijpende gevolgen voor middengroepen met een inkomen vanaf circa 34.000 euro. OFW heeft hierop ingespeeld door mogelijkheden te bieden aan de groep met een inkomen tussen 34.000 euro en 38.000 euro. Risicomanagement is een aspect dat voor de continuïteit van essentieel belang is. Het beheersen van risico’s bij projecten en treasury bijvoorbeeld. OFW is zich hier terdege van bewust en stuurt op risico’s. Door een aantal incidenten in de corporatiesector wordt naar verwachting de regelgeving en het toezicht geïntensiveerd.
DUURZAAMHEIDSPLAN OFW wordt vaak genoemd als een van de koplopers op het gebied van duurzaamheid binnen de corporatiebranche. Een titel waar we erg trots op zijn, maar die ook verplichtingen met zich meebrengt. Zo wordt OFW veelvuldig gevraagd haar kennis en ervaringen op dit gebied te delen. Dit doen we graag. Er wordt jaarlijks een groot aantal inleidingen, workshops, excursies en presentaties gegeven en georganiseerd. Het idee ontstond om ons duurzaamheidsbeleid, maar ook vooral onze kennis en ervaringen eens op te schrijven. Enerzijds om voor onszelf helder te verwoorden waar we voor staan en wat onze drive is, maar anderzijds om collega-corporaties en andere stakeholders inspiratie te bieden en te enthousiasmeren om vooral ook hun steentje bij te dragen op het gebied van duurzaamheid en energiebesparing. Het duurzaamheidsverslag is recent door OFW op een duurzame wijze als een digitaal verslag online op de website www.transparantofw.nl gepresenteerd.
4
REALISERING DOELSTELLING ENERGIEBESPARING (30 PROCENT) In haar beleidsplan ‘Samen voor Kansrijk’ heeft OFW als doelstelling een energiebesparing van 30 procent in 2011 ten opzichte van het jaar 2000 geformuleerd. In de periode 2000 tot en met 2011 hebben de modernisering van de woningvoorraad, het vervangen van CV-ketels en het aanbrengen van dak- en vloerisolatie geleid tot een geschatte verlaging van het gasverbruik van circa twee miljoen 3 3 m per jaar. Dit is met de huidige gasprijs van 0,60 euro per m een jaarlijkse besparing van 1,2 miljoen euro op de energielasten van onze huurders. Uitgedrukt in percentages heeft OFW tot en met 2011 een besparing in gasverbruik gerealiseerd van 31 procent ten opzichte van het jaar 2000. De doelstelling van het beleidsplan (30 procent besparing ten opzichte van het jaar 2000) is hiermee gehaald. Voor de woonlasten van onze bewoners betekent dit een aanzienlijke besparing, zeker met de sterk stijgende energieprijzen.
MODERNISERING VAN HUURWONINGEN In haar strategisch beleidsplan voorraad en nieuwbouw heeft OFW vastgelegd dat zij circa een derde (circa 1.700 woningen) van haar woningbezit, in de oudste delen van Dronten, Swifterbant en Biddinghuizen gaat moderniseren. Deze moderniseringen omvatten grootschalige ingrepen aan de buitenzijde en het vergroten van de badkamer, waardoor de woningen na moderniseren weer een geschatte levensduur van 40 jaar hebben. Veel aandacht wordt besteed aan energiebesparing. Na modernisering hebben de woningen minimaal een energielabel B. Tot en met 2011 zijn circa 1.400 woningen gemoderniseerd. In 2011 zijn de moderniseringsprojecten De Oeverloper (83 woningen) en Dronten-Centrum fase I (85 woningen) uitgevoerd. De laatste afronding van De Oeverloper heeft begin 2012 plaatsgevonden. De modernisering van Dronten-Centrum omvat drie fasen, waarvan de eerste fase is afgerond. De tweede fase (51 woningen) is in augustus 2011 gestart en zal naar verwachting in het derde kwartaal van 2012 worden afgerond. De derde fase (87 woningen) is in januari gestart. In december 2011 is gestart met het maken van een proefwoning voor de modernisering van de Lucernehof te Biddinghuizen. In maart 2012 is gestart met de uitvoering van de andere woningen. Met de gemeente is begin 2012 een overleg gestart over het opstellen van een wijkontwikkelingsplan voor de chaletwoningen in Dronten. Over de voortgang van het wijkontwikkelingsplan worden bewoners in het tweede kwartaal van 2012 door OFW en gemeente geïnformeerd. Naar verwachting zijn de moderniseringsingrepen van de oudere centra van Dronten, Biddinghuizen en Swifterbant over enkele jaren (circa 4 jaar) afgerond. Het opvolgende deel van het woningbezit uit de eind zeventiger en begin tachtiger jaren omvat circa 700 woningen. OFW is gestart met het ontwikkelen van een aanpak voor duurzaam onderhoud c.q. modernisering van deze woningen. Naar verwachting worden maatregelen genomen nadat de modernisering van de oudste woningen is afgerond. Bij deze aanpak wordt uiteraard ook aandacht besteed aan energiebesparing en andere duurzaamheidsmaatregelen. Deze woningen vereisen een andere aanpak dan bijvoorbeeld de zestiger en begin zeventiger jaren woningen. Veelal is in deze woningen al een beperkte vorm van isolatie van de gevels en ramen toegepast.
BIJDRAGEN AAN EEN GOED VOORZIENINGENNIVEAU OFW draagt in toenemende mate bij aan het realiseren van een goed voorzieningenniveau in de gemeente Dronten. OFW kan dit niet alleen en werkt daarom ook samen met verschillende partijen. Het voorzieningenniveau voor het dorp Biddinghuizen wordt versterkt door de bouw van het educatief centrum. In het educatief centrum wordt huisvesting gerealiseerd voor drie basisscholen, een bibliotheek, een kinderopvang en een peuterspeelzaal. Met de gebruikers en de gemeente heeft intensief overleg plaatsgevonden over het programma van eisen en dergelijke van dit centrum. Met de gemeente Dronten, Kinderopvang Dronten en Flevo Meer Bibliotheken zijn samenwerkingsovereenkomsten afgesloten. De start van de bouw van het educatief centrum is gepland voor april 2012. OFW wordt eigenaar en verhuurder van dit maatschappelijk vastgoed. Voor de realisering van een basisschool in de nieuwbouwwijk Dronten-West en de uitbreiding van een sportzaal heeft OFW met de gemeente Dronten een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. OFW wordt eigenaar van de basisschool. De gemeente blijft eigenaar van de sportzaal.
5
Ook het voorzieningenniveau in Swifterbant heeft de aandacht. OFW heeft in 2011 stedenbouwkundig uitgezocht welke locaties geschikt zijn voor een woonzorgzone en hoeveel woningen op die locaties gerealiseerd kunnen worden. Een aantal opties is voorgelegd aan de verantwoordelijke wethouder. De gemeente heeft een adviesbureau opdracht gegeven om de haalbaarheid van een woonservicegebied in het centrum van Swifterbant op de locatie bij de kerk in kaart te brengen. Twee alternatieven zijn hierbij aan de orde: volledige sloop met herbouw van het kerkgebouw of gedeeltelijk sloop met behoud van een deel van het gebouw. Eind januari 2012 is door de gemeente aan de klankbordgroep (waar OFW deel van uitmaakt) het rapport van het adviesbureau gepresenteerd. OFW is niet betrokken geweest bij het opstellen van dit rapport. In deze rapportage is de conclusie opgenomen dat volledige sloop van de kerk en herbouw hiervan in combinatie met de nieuwbouw van 92 seniorenappartementen (geschikt voor zorg), in de verhouding 50 procent sociale huur en 50 procent koop, financieel haalbaar is. De gemeente gaat ervan uit dat geïnteresseerde partijen in combinatie met de kerk en zorgaanbieders hiermee aan de slag gaan. OFW beoordeelt het rapport en de ontwikkeling op haalbaarheid. Toekomst OFW blijft ook in de toekomst graag in gesprek met stakeholders en bewoners om in samenwerking de goede dingen tot stand te brengen. OFW blijft, met een realistische blik, vasthouden aan haar primaire doelstelling, haar visie en doelen onder andere op het gebied van duurzaamheid en energiebesparing, maar ook op het gebied van bouwen voor de doelgroep en werken aan een kansrijke woonomgeving. Het uitgangspunt is de maatschappelijke verantwoordelijkheid van OFW. OFW staat achter haar bewoners. Dit betekent dat er wordt uitgegaan van woonlasten en betaalbaarheid.
NIEUWE BELEIDSPERIODE In 2011 is de beleidsperiode van het beleidsplan ‘Samen voor kansrijk’ van OFW afgelopen. OFW is gestart met de actualisering van dit plan. Naar verwachting zijn de hoofdlijnen van het beleidsplan nog actueel. Het nieuwe beleidsperiode is richtinggevend voor het te voeren beleid voor een periode van vier tot vijf jaar. In de eerste maanden is een aanzet gegeven om te komen tot een ontwikkelvisie voor het beleidsplan. De functie van de ontwikkelvisie is om kernachtig aan te geven wat voor OFW belangrijk is en via welke lijnen OFW daar in de praktijk invulling aan gaat geven. In deze ontwikkelvisie is de volgende indeling gemaakt: 1. 2. 3. 4.
Dit is waar we voor staan (organisatiefilosofie), Dit is wat we doen (product-marktdomein), Dit is wat we moeten kunnen (kritische succesfactoren voor de organisatie), Dit is onze cultuur (centrale organisatiewaarden).
Deze ontwikkelvisie wordt met interne en externe stakeholders besproken. In de vervolgfase van de ontwikkeling van het beleidsplan worden de ambities van de verschillende beleidsthema’s geformuleerd en komt het meetbaar maken van het maatschappelijk rendement (prestatie-indicatoren) aan de orde. OFW vindt het belangrijk dat ze samen met haar stakeholders haar maatschappelijke prestaties bepaalt om zo te garanderen dat de activiteiten die ze doet, aansluiten bij de maatschappelijke wensen. Daartoe zijn en worden verschillende stakeholdersbijeenkomsten georganiseerd rond verschillende thema’s uit het beleidsplan. In 2010 is het thema duurzaamheid aan de orde geweest en in 2011 leefbaarheid en sluitend vangnet.
CONVENANT De gemeente Dronten en OFW hebben in 2002 het convenant ‘Volkshuisvesting Dronten 2002-2010’ getekend. Hierin is vorm gegeven aan de strategische samenwerking tussen beide partijen voor de lokale volkshuisvesting. Als nadere uitwerking zijn prestatieafspraken voor verschillende jaren gemaakt. Het convenant en de hieruit voortvloeiende prestatieafspraken worden geactualiseerd. Maar de gemeente Dronten wilde eerst haar Woonvisie en het collegeprogramma vaststellen. De inmiddels vastgestelde Woonvisie van de gemeente Dronten zal input zijn voor het nieuwe convenant. In 2011 is het overleg voor een geactualiseerd convenant gestart. Er is een eerste concept opgesteld wat in 2012 verder wordt besproken.
6
ORGANISATIEONTWIKKELING In 2011 is het besluit genomen om de klantcontacten (schriftelijk, elektronisch en mondeling) via een Klant Contact Centrum (KCC) te laten lopen. De eerste stappen van deze organisatieontwikkeling zijn in 2011 in gang gezet en in 2012 wordt het verder ontwikkeld. Het team Receptie, Serviceteam en het team Verhuur (Front-office) gaan op in het nieuw te vormen KCC. Het voordeel voor onze klanten is dat op één centrale plaats in de organisatie vragen binnenkomen en daarmee de klant sneller een beter antwoord krijgt. Middels een (geautomatiseerde) kennisbank wordt gewaarborgd dat de klant adequaat antwoord op zijn vragen krijgt. De informatie uit de kennisbank is ook op de website beschikbaar voor klanten. Voor medewerkers uit de verschillende teams betekent dit een uitdagend leerproces. De flexibiliteit wordt vergroot en door de concentratie van de klantprocessen wordt de continuïteit van de organisatie verbeterd. Gezien de positieve reacties van de betrokken medewerkers zien we de verdere ontwikkeling van het KCC met vertrouwen tegemoet. Naar verwachting is het KCC in het tweede halfjaar van 2012 operationeel. Medio 2012 is naar verwachting de afronding van de tweede fase van de website gerealiseerd. Klanten kunnen dan in hun eigen huurdersportaal op de website informatie opvragen over onder andere opties, huurbetaling en reparatieverzoeken via een beslisboom melden en inplannen. Binnen de afdeling Serviceonderhoud zijn in 2011 verschillende zaken in gang gezet om de efficiency verder te vergroten. Met behulp van geautomatiseerde systemen wordt het in 2012 mogelijk gemaakt om kleinere materialen rechtstreeks door de servicemedewerkers te laten bestellen en de afhandeling van werkbonnen en facturen van derden te digitaliseren. Daarnaast worden de mogelijkheden onderzocht om voorraden onderhoudsmaterialen bij derden onder te brengen (outsourcen).
FINANCIËLE ONTWIKKELING CORPORATIES De overheid heeft de financiële positie van corporaties de afgelopen jaren fors aangetast. De Vogelaarheffing, invoering van de integrale vennootschapsbelasting, inflatievolgend huurbeleid en de afschaffing van de vrijstelling van de integratieheffing voor sociale huurwoningen zijn hier voorbeelden van. Bovendien wordt naar verwachting vanaf 2014 een heffing huurtoeslag voor sociale en commerciële verhuurders van 760 miljoen euro per jaar ingevoerd. Dit betekent voor OFW een jaarlijkse lastenverzwaring van circa 1,2 miljoen euro per jaar. In toenemende mate hebben corporaties moeite om te voldoen aan de criteria voor de operationele kasstromen van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. De aangekondigde heffing huurtoeslag vergroot de cashflowproblemen. Een groot aantal corporaties stelt investeringen uit, beperkt de onderhoudsuitgaven, past extra huurharmonisatie toe en snijdt in de kosten van de organisatie. OFW heeft ook een aantal maatregelen genomen om de operationele kasstromen positief te beïnvloeden en te anticiperen op de heffing huurtoeslag. In 2011 heeft OFW de efficiency van haar organisatie vergroot. Door het toepassen van automatisering en het verbeteren van efficiency van de processen heeft OFW een reductie van 10 procent op haar personeelsbezetting weten te realiseren. Bovendien heeft OFW een aanzienlijke besparing op het dagelijks onderhoud (verhuis- en reparatieonderhoud) tot stand gebracht. Ook in 2012 krijgt beperking van de uitgaven en het verbeteren van de efficiency uitdrukkelijk aandacht. Begin 2012 heeft OFW aan de Huurders Belangen Vereniging haar gewijzigde huurbeleid bij nieuwe verhuringen voorgelegd. De Huurders Belangen Vereniging heeft hiermee ingestemd. Het gewijzigde huurbeleid van OFW doet recht aan de bereikbaarheid en betaalbaarheid voor huurders met een laag inkomen, die recht hebben op huurtoeslag. Uitgangspunt bij nieuwe verhuringen zijn de relevante aftoppingsgrenzen van de Wet op de Huurtoeslag. Afhankelijk van de typologie, kenmerken, kleine dorpskern of markt wordt daarop een korting toegepast. In de loop van het eerste halfjaar wordt dit gewijzigde huurbeleid bij nieuwe verhuringen ingevoerd. Door de maatregelen die OFW genomen heeft/zal nemen, kan OFW ook op langere termijn haar volkshuisvestelijke opgave op een adequate wijze blijven invullen. Het investeren in nieuwbouw en modernisering zijn essentieel hiervoor.
7
2 SAMEN VOOR KANSRIJK In dit jaarverslag legt OFW, aan de hand van de doelen en prestaties uit het Beleidsplan, verantwoording af aan haar stakeholders en toezichthouders. Het bestaande Beleidsplan is in 2011 afgelopen. Daarom kijken we in dit jaarverslag, mede aan de hand van de uitkomsten van de visitatie, wat de resultaten van onze doelen en prestaties (tot nu toe) is. Het jaarverslag, het Beleidsplan en het Strategisch beleidsplan voorraad en nieuwbouw alsmede de begroting zijn op onze corporate website beschikbaar en/of opvraagbaar. De missie, visie en doelstellingen die zijn verwoord in het beleidsplan ‘Samen voor Kansrijk’ zijn:
MISSIE: Het bieden van een kansrijke woon- en leefomgeving voor mensen die zwak staan op de woningmarkt in de gemeente Dronten.
VISIE OFW staat als maatschappelijk partner in wonen voor: Een leefbare, kansrijke en veilige woonomgeving waarin mensen prettig samenleven en waar het rijk- of arm-zijn niet doorslaggevend is voor de kansen die je krijgt in het dagelijks leven. Het actief invulling geven aan het begrip duurzaamheid. Het bieden van een gedifferentieerd aanbod van huur- (en koop-) woningen en wonen met zorg, daarbij rekening houdend met (toekomstige) marktontwikkelingen. Mensen keuzes bieden die afgeleid zijn van hun woonwensen. Het faciliteren zodat mensen een kans wordt geboden te emanciperen en zelfredzaam te worden, waarbij voorop staat dat zij zelf verantwoording nemen voor de keuzes die zij maken in het leven. Het bieden van een vangnetfunctie wanneer het reguliere aanbod niet volstaat. Het initiëren van het maatschappelijk debat en het faciliteren van maatschappelijke partners op het gebied van wonen, zorg, onderwijs, veiligheid, milieu/ duurzaamheid en sociale activering.
DOELSTELLINGEN 1. Kansrijke woonomgeving: Het creëren van een leefbare, kansrijke en veilige woonomgeving; 2. Duurzaamheid: Alert zijn op de meerjareneffecten van ons handelen op de samenleving waarbij de effecten op het milieu zeker goed worden meegewogen; 3. Alle doelgroepen onder dak: Omvang en samenstelling van de woningvoorraad afstemmen op de huidige en toekomstige vraag van verschillende klantgroepen; 4. Kwaliteit en keuze: Het optimaliseren en uitbreiden van de dienstverlening aan huurders en woningzoekenden; 5. Efficiënt en effectief: De bedrijfsvoering is gericht op (financiële) continuïteit op lange termijn en transparantie; 6. Personeels- en organisatiebeleid: Het voeren van een duurzaam personeelsbeleid.
8
Evaluatie Beleidsplan Samen voor kansrijk Het beleidsplan ‘Samen voor kansrijk’ uit 2007 is in 2011 afgelopen. Om die reden is er in dit jaarverslag een meerjarige evaluatie opgenomen op de doelen uit het beleidsplan. De ambities of prestaties van OFW zijn verwoord in een aantal doelstellingen in het Beleidsplan. Per doelstelling geven we een terugkoppeling op de behaalde resultaten vanaf 2007 tot en met 2011.
KANSRIJKE WOONOMGEVING Het doel voor kansrijke woonomgeving is: Het creëren van een leefbare, kansrijke en veilige woonomgeving. De volgende resultaten hebben we vanaf 2007 tot en met 2011 behaald. Prestatie Beleidsterrein maatschappelijk vastgoed verder ontwikkelen en door middel van verslaglegging verantwoorden.
Resultaat Er is een notitie geformuleerd over maatschappelijk vastgoed, met daarin vermeld een kader met vereisten. Ook is aangegeven dat voor iedere investering in maatschappelijk vastgoed een afzonderlijke risicoafweging plaats heeft. e MFG Biddinghuizen: de 1 fase van het MFG, het educatief centrum is in ontwikkeling. De start van de realisatie vindt in april 2012 plaats. Woonservicegebied WoonArk/Regenboog is gerealiseerd. Dit betreft een van de tien woonservicegebieden van het SEVexperiment. Dit programma omvat de evaluatie, doorontwikkeling en verankering van het concept woonservicegebieden. Een van de projecten in dit programma en experiment zijn proeftuinen in Woonservicegebieden. In de proeftuinen woonservicegebieden wordt nagegaan hoe de woonservicegebieden in de praktijk functioneren, in hoeverre de doelen bereikt worden en op welke punten verbeteringen mogelijk zijn. Er zijn tien proeftuinen in het land die samen een kenniscommunity vormen. Een ervan is de proeftuin De Regenboog. Begin 2012 zijn de resultaten van de proeftuinen gepresenteerd. Er is geprobeerd om samen met zorg- en onderwijsaanbieders ketenintegratie wonen-werken-leren te realiseren bij het Hogerhuis. Dit is niet gelukt. Kwintes huurt nu het Lagerhuis en biedt hier dagactiviteiten in het activeringscentrum.
Behalen van gemiddeld een 7 op de leefbaarheidsmonitor Lemon.
In 2006, 2009 en 2011 is samen met de gemeente Dronten een Lemonmeting uitgevoerd, waarbij in 2009 een nieuwe wijkindeling is gemaakt. Er zijn objectieve/feitelijke cijfers toegevoegd aan de waardering van de bewoners. Het gemiddelde cijfer voor de totale gemeente is alle drie de jaren een 7,5
Het zichtbaar maken van de trend in de scores op de leefbaarheidsmonitor Lemon.
Zie tabel ‘Totaaloordeel’.
Verder uitwerken en implementeren projecten sociale innovatie.
OFW heeft geparticipeerd in de innovatieprojecten Duurzame gebiedsexploitatie en Emancipatiewijk en is lid geweest van de Kopgroep. Het project leren werken in de wijk (schuttingproject) is als innovatieproject uitgevoerd (als onderdeel van landelijke Week van het leren). Hierbij is gezamenlijk besloten dat voor het vervolgtraject de gemeente Dronten de regierol op zich neemt in verband met het uiteindelijke doel van re-integratie.
Vanaf 2006 een dalende trend in het aantal ontruimingen.
Het terugbrengen van het aantal ontruimingen is bewerkstelligd door het inschrijfbeleid aan te scherpen en het Sociaal incassobeleid verder vorm te geven door de samenwerking met MDF te verbeteren
9
en huurders actief te benaderen door middel van huisbezoeken. 2006: 20 2007: 10 2008: 9 2009: 8 2010: 10 2011: 10 Het zichtbaar maken van de trend in de huurachterstanden.
2006 2007 2008 2009 2010 2011
0,93% 0,70% 0,72% 0,70% 0,64% 0,67%
Gemiddeld minimaal 25% sociale huurwoningen in nieuwbouwwijken.
In de periode 2007-2011 zijn in totaal 1508 woningen gebouwd (bron gemeente Dronten). Hiervan zijn 393 sociale huurwoningen gebouwd en 36 sociale koopwoningen. Dit is 28%.
Totaaloordeel 2006
2009
Swifterbant
2011
2006
7,4
2009
2011
7,1
6,9
Dronten
1 Kampwijk
7,9
7,7,
15 De Gilden
2 Centrum Swifterbant
7,3
7,4
16 De Munten
8,2
8,0
8,0
3 Buitenhof - Binnenhof
7,2
7,2
17 Dronten Noord
7,6
7,4
7,1
4 Spelwijk
7,3
7,1
18 Centrum Dronten
7,1
7,2
7,2
5 Oude Bloemenbuurt
7,2
6,7
18.2 Oud Dronten
6,5
6,7
6 Nieuwe Bloemenbuurt
7,6
7,7
19 De Regenboog
7,8
7,7
7 Hertenkamplaan
7,9
7,7
20 De Fazant
7,7
7,6
Totaal Swifterbant
7,5
7,4
21 Boerenhemel
8,7
8,3
22 De Schalm, De Ketting en De
8,3
8,0
6,7
7,3
7,9
8,2
7,8
Kaapstander Biddinghuizen 8 Centrum Biddinghuizen
23 De Boeg 6.8
6,7
7,1
7,3
24 De Manege & de Landmaten
9 Oud-Biddinghuizen Buiten
6,7
6,9
25 Dronten Zuid
7,7
7,6
10 De Kaai
7,6
7,8
Totaal Dronten
7,6
7,6
11 De Baan
7,6
7,4
12 Bremerpark
7,8
8,0
13 Koolzaadhof
6,7
6,7
Totaal Gemeente
7,5
7,5
14 Lucernehof
6,3
6,3
Landelijk gemiddelde 2008/2010
7,4
7,4
Totaal Biddinghuizen
7,3
7,2
7,4
groen
significant hoger dan gemeente totaal
significante vooruitgang t.o.v. 2009
rood
significant hoger dan gemeente totaal
significante achteruitgang t.o.v. 2009
10
EVALUATIE DUURZAAMHEID Het doel voor duurzaamheid is: Alert zijn op de meerjareneffecten van ons handelen op de samenleving waarbij de effecten op het milieu zeker goed worden meegewogen. De volgende resultaten hebben we vanaf 2007 tot en met 2011 behaald.
Prestatie Convenant aangaan met FSC-Nederland voor gebruik van hout en houtproducten uit verantwoord beheerde bossen. In 2012 geen E, F G labels meer. (Deze doelstelling is aangepast naar 2014 in verband met de gewijzigde financiële uitgangspositie van OFW als gevolg van externe ontwikkelingen).
Resultaat Tijdens het stakeholdersdebat over duurzaamheid in 2010 is het convenant met FSC-Nederland getekend. Daarmee is de afspraak vastgelegd dat OFW bij nieuwbouw, onderhoud en moderniseringsprojecten alleen FSC hout en –producten gebruikt.
30% besparing in gemiddelde gasverbruik per woning in 2012 ten opzichte van 2000 waarmee we ook aan de doelstelling uit het ‘Antwoord aan de samenleving’ voldoen.
Uitgedrukt in percentages heeft OFW tot en met 2011 een besparing in gasverbruik behaald van 31% ten opzichte van het jaar 2000.
Het zichtbaar maken van de trend in het gemiddelde gasverbruik per woning.
In de periode 2000-2011 hebben de modernisering van de woningvoorraad, het vervangen van CV-ketels en het aanbrengen van dak- en vloerisolatie geleid tot een geschatte verlaging van het 3 gasverbruik van bijna twee miljoen m per jaar. Het gemiddelde gasverbruik per woning ziet er als volgt uit: 2000: 1781 2001: 1630 2002: 1620 2003: 1564 2004: 1540 2005: 1511 2006: 1487 2007: 1449 2008: 1433 2009: 1376 2010: 1310 2011: 1225
Minimaal de helft van de nieuwbouwprojecten dient een EPC-waarde van 0,7 of lager te hebben.
Inmiddels is deze doelstelling achterhaald door aanpassing van wettelijke eisen. OFW heeft vervolgens als uitgangspunt gehanteerd: 35% onder de geldende EPC-norm. Vanwege het tijdsbestek tussen het ontwerp en de realisatie, een termijn van 1,5 tot 4 jaar (woonservicegebied De WoonArk), loopt de realisatie van deze doelstelling niet synchroon met het begrotingsjaar. De nieuwbouwprojecten die vanaf 2008 ontworpen zijn en in 2009 en 2010 zijn gerealiseerd, voldoen voor meer dan 50% aan de (maximale) EPC van 0,7. Deze doelstelling is gerealiseerd (zie onderstaand).
Zichtbaar maken van een trend in de EPC-waarde van nieuwbouwprojecten.
Zie tabel ‘EPC-waardes nieuwbouwprojecten’.
Op 1 januari 2008 had OFW 989 woningen met een energielabel E, F of G. Op 1 januari 2012 zijn er nog 223 woningen met een E, F of G label. Deze woningen zijn voor het grootste gedeelte woningen die in de (nabije) toekomst worden gemoderniseerd. Een ander deel van deze woningen heeft het label planvorming of sloop. De ontwikkeling van deze plannen is afhankelijk van meerder factoren zoals de samenwerking met de gemeente en eventueel te volgen procedures. Als laatste is er een groep woningen waarvan de huurder niet mee heeft willen doen aan modernisering of er is sprake van een eigen oude CV-ketel, of mensen willen geen CV-ketel laten plaatsen. Deze laatste groep woningen wordt aangepakt bij verhuizing.
11
Vormgeven, evalueren en breder toepassen project ‘leren voor duurzame Ontwikkeling.
Het project Leren voor duurzame ontwikkeling is uitgevoerd met als doel nieuwe vormen van bewonersparticipatie te ontwikkelen: 2008: ondersteuning van jongeren bij het creëren van een ontmoetingsplek door middel van het beschikbaar stellen van materialen uit sloopwoningen. In ruil daarvoor houden jongeren de omgeving van de woningen schoon en maaien het gras Buurtontmoetingsplek in Koolzaadhof. 5 x € 1.000 voor een goed idee (bloembakken Fruithof). Opzetten participerend kunstproject samen met de gemeente (hier is uiteindelijk geen invulling aan gegeven). Sociale kaart gemaakt Lucernehof/ Koolzaadhof en kwetsbare huishoudens gesignaleerd en bezocht. Het project is in 2009 geëvalueerd tijdens een interne sessie. Geconcludeerd werd dat het lastig is te formuleren welke factoren de leefbaarheid in een wijk succesvol beïnvloeden en wat de rol van OFW hier dan precies in is. OFW heeft voor zichzelf een aantal waarden geformuleerd die zij belangrijk vindt met betrekking tot de leefbaarheid in een wijk en de aanpak hierop. Het gaat dan om: Ontmoetingen organiseren, aandacht vanuit OFW geven Wonen is lokaal (geen wijk is gelijk) Inspelen op initiatieven van mensen Emanciperen versus pamperen Rotte plekken oplossen Slagkracht/ implementatiekracht Enthousiasme vasthouden en niet bureaucratisch handelen Trots/ betrokkenheid organiseren Ervaringsgericht leren Delen OFW en de verschillende instanties wel dezelfde doelen? OFW zou een netwerk op moeten bouwen van natuurlijke leiders uit wijken/straten. Kent men OFW en gemeente, kent OFW hen? Welke instantie levert de slagkracht? Subsidieafhankelijkheid, slachtofferrol. Taakgericht in plaats van doelgericht Kunnen de doeners uiteindelijk aan de slag met de doelen? Duurzame besluitvorming voor de lange termijn (slecht voorbeeld is het wegbezuinigen van de rozen in de Lucernehof) Veiligheid en regelcapaciteit om te experimenten Er is in 2009 een projectcoördinator leefbaarheid aangenomen die hiermee verder aan de slag zou gaan. Deze is in 2010 weer losgelaten en niet vervangen. Project Dronten-Centrum verlicht; hoofddoel bevorderen veiligheidsgevoel is behaald, subdoelen gericht op bewonersparticipatie in mindere mate gehaald.
Het bieden van maatschappelijke stages en ervaringsplaatsen voor studenten
Onderstaand het aantal stagiairs (alle opleidingsniveaus bijvoorbeeld afstudeeronderzoeken, meeloopstages) dat bij OFW stage heeft gelopen: 2007: 24
12
(leerlingenbouwplaats, groenonderhoud, stageplaatsen etc.).
2008: 28 2009: 13 2010: 15 2011: 24 Daarnaast is OFW ‘Flevolands Leerbedrijf 2010’ geworden. De jury viel het op wanneer OFW zich als organisatie ontwikkelt de medewerkers meegenomen worden in die ontwikkeling, maar ook bijvoorbeeld stakeholders en stagiairs. OFW heeft convenant ‘Bouwvolume voor opleidingen’ op 6 oktober 2010 getekend. Hierin is afgesproken leerwerkplaatsen en stages voor Beroeps Opleidende Leerweg (BOL) 4-leerlingen te bieden. Hier is aan voldaan.
Cumulatieve besparing gasverbruik woningen OFW 35% 30% = Besparing t.o.v. het jaar 2000
25% 20% 15% 10% 5% 0% 2001
2002
2003
2004
2005
EPC-waardes nieuwbouwprojecten Jaar in Complex exploitatie 2009 Eengezinswoningen in De Gilden fase 1, deel 3 2009 Appartementen aan de Voor en Cultuursingel in Biddinghuizen Centrum 2009 Levensloopwoningen en eengezinswoningen aan de Voor en Cultuuursingel in Biddinghuizen Centrum 2009 Levensloopwoningen en eengezinswoningen aan de Cultuursingel en Fruithof in Biddinghuizen Centrum
2006
2007
2008
2009
EPC
aantal
0,72- 0,79
42
0,66
13
0,57- 0,64
26
0,57-0,64
36
2010
2011 Opmerking
13
2009
Appartementen in De WoonArk
0,78
84
2010
Eengezinswoningen aan de Blaasbalg in de Gilden Appartementen Cultuursingel in Biddinghuizen Centrum Groepswonen Vitree De Grutto
0,62
63
0,66
10
0,72
8
2010
2010
Aanvraag 2005, wettelijke eis EPC 1,0
EVALUATIE DOELGROEPEN ONDER DAK Het doel voor alle doelgroepen onder dak is: Omvang en samenstelling van de woningvoorraad afstemmen op de huidige en toekomstige vraag van verschillende klantgroepen. De volgende resultaten hebben we vanaf 2007 tot en met 2011 behaald. Prestatie Realiseren afspraken convenant met gemeente; bij nieuwbouw 20 – 30% sociale huurwoningen en meer daar waar de markt er om vraagt.
Resultaat In de periode 2007-2011 zijn in totaal 1508 woningen gebouwd (bron gemeente Dronten). Hiervan zijn 393 sociale huurwoningen gebouwd en 36 sociale koopwoningen. Dit is 28%.
Realisatie planning nieuwbouwprojecten.
2007:
2008:
2009:
2010:
2011:
20 appartementen voor jongeren, Dronten 31 eengezinswoningen, Dronten 14 sociale koopwoningen, Dronten 12 levensloopwonignen, Dronten 6 eengezinswoningen, Dronten 30 eengezinswoningen, Dronten 34 eengezinswoningen, Dronten 16 appartementen voor jongeren, Dronten 54 seniorenappartementen, Biddinghuizen 42 eengezinswoningen, Dronten 13 appartementen voor starters, Biddinghuizen 36 eengezinswoningen, Biddinghuizen 26 levensloopwoningen, Biddinghuizen 84 seniorenappartementen (woonzorgzone), Dronten 63 eengezinswoningen, Dronten 10 appartementen starters/kl. Huishoudens, Biddinghuizen 22 sociale koopwoningen, Dronten -
Totaal: 429 woningen Taakstelling COA huisvesten.
Taakstelling 12 65 25 30
Minimaal 95% van het woningbezit van OFW valt binnen de kernvoorraad. De kernvoorraad wordt gedefinieerd als alle
Ultimo 2007: 96,5% Ultimo 2008: 96,5% Ultimo 2009: 95,3% Ultimo 2010: 95,8% Ultimo 2011: 95,7%
jaar 2008 2009 2010 2011
gerealiseerd 12 56 17 29
14
goedkope en betaalbare woningen die onder de relevante aftoppingsgrenzen van de huurtoeslag vallen.
EVALUATIE KWALITEIT EN KEUZE Het doel voor kwaliteit en keuze is: Het optimaliseren en uitbreiden van de dienstverlening aan huurders en woningzoekenden. De volgende resultaten hebben we vanaf 2007 tot en met 2011 behaald. Prestatie Bij de KWH-meting te behoren bij de 25% beste corporaties en/of gemiddeld een 8 te scoren.
Resultaat 2007: OFW behoort tot 49% beste corporaties met een KWH label en scoort gemiddeld een 7,6. 2008: OFW behoort tot 30% beste corporaties met een KWH label en scoort gemiddeld een 7,9 2009: OFW behoort tot 33% beste corporaties met een KWH label en scoort gemiddeld een 7,6 2010: OFW behoort tot 38% beste corporaties met een KWH label en scoort gemiddeld een 7,8 2011: OFW behoort tot 37% beste corporaties met een KWH label en scoort gemiddeld een 7,8
Het zichtbaar maken van de trend in de scores van de KWHmeting.
KWH scores zijn vermeld in het jaarverslag bij Kwaliteit en Keuze.
Behalen van gemiddeld een 7 op de enquêtes aan bewoners bij modernisering en renovatie.
Ieder moderniseringsproject dat OFW heeft gerealiseerd wordt geëvalueerd. Een onderdeel hiervan is de bewonersenquête. Bewoners worden bevraagd over hun tevredenheid over het proces, de informatievoorziening, de bewonersavond, de uitvoering en de begeleiding bij de uitvoering. Gemiddeld is er een 7,0 behaald op de enquêtes bij modernisering. Hiermee is voldaan aan de doelstelling van het beleidsplan.
Het zichtbaar maken van de trend in de scores op de enquêtes bij modernisering en renovatie.
Zie onderstaand.
Uitvoeren van een visitatie in 2009.
OFW heeft in 2009 een visitatie uit laten voeren. Opvallend is het positieve en evenwichtige beeld dat OFW laat zien in de beoordeling op de verschillende onderdelen: Presteren naar eigen ambities en doelstellingen: 7 Presteren naar opgaven: 8. Presteren volgens stakeholders: 8 Presteren naar vermogen en efficiëntie: 8 Presteren met betrekking tot governance: 8
15
Scores enquêtes modernisering Moderniseringsproject Fase 1. Dronten Centrum Schelpenbuurt te Swifterbant Klaversingel en Uitloper te Biddinghuizen Fase 3. Biddinghuizen Centrum Fase 2. Biddinghuizen Centrum Fase 1. Biddinghuizen Centrum De Oost, Lijzijde en Werfstraat te Dronten Walvisstraat e.o. te Dronten Buitenhof te Swifterbant Kopakker e.o. te Biddinghuizen De Oeverloper te Dronten Gemiddelde
Jaartal
Eindcijfer
2011 2010 2010 2009 2008 2007 2007 2007 2006 2005 2004
7,0 7,2 7,3 7,0 7,1 6,6 6,3 7,1 6,6 7,5 6,9 7,0
EVALUATIE EFFICIËNT EN EFFECTIEF Het doel voor efficiënt en effectief is: De bedrijfsvoering is gericht op (financiële) continuïteit op lange termijn en transparantie. De volgende resultaten hebben we vanaf 2007 t/m 2011 behaald. Prestatie Het eigen vermogen op balansdatum is minimaal gelijk aan 50% van de huuropbrengsten van het betreffende jaar.
Resultaat 50% van de huuropbrengsten over 2011 bedraagt € 13,7 miljoen. Het eigen vermogen bedraagt per 31 december 2011 € 19,8 miljoen. Ultimo 2011 wordt derhalve aan dit uitgangspunt voldaan.
In het treasurybeleid wordt een norm gehanteerd voor het maximale renterisico in enig jaar. Het renterisico (vanwege aflossingen, renteconversies en niet afgedekte rolloverleningen) is lager dan 15%. Dit percentage wordt berekend op basis van de bestaande leningenportefeuille.
Uit het treasuryjaarplan 2012 blijkt dat aan deze norm wordt voldaan.
Alle belaste activiteiten voor de vennootschapsbelasting worden in de gelieerde BV’s ondergebracht. OFW volgt de fiscale ontwikkelingen voor woningcorporaties.
In 2006 zijn de belaste activiteiten op basis van de toenmalige wetgeving ondergebracht in aparte BV’s. Inmiddels is de integrale vennootschapsbelasting ingevoerd voor woningcorporaties.
De huurderving (leegstand) bedraagt maximaal 1,0% van de huuropbrengsten. Huurderving wegens verkoop meegerekend, huurderving vanwege herstructurering wordt buiten beschouwing gelaten.
De huurderving (inclusief commerciële ruimten en exclusief verkoop, herstructurering/projecten) in 2011 bedraagt 1,07%. De huurderving voor alleen de woningen bedraagt 0,73% van de huuropbrengsten. De huurderving inclusief bedrijfsruimten ligt beperkt boven de norm, terwijl het percentage zonder de bedrijfsruimten onder de norm ligt.
16
De gemiddelde acceptatiegraad van 2006 was 45%. Het streven is om een gemiddelde acceptatiegraad te halen van 50%. Dit cijfer wordt voor een groot deel beïnvloed door de verhouding van de vraag ten opzichte van het aanbod woningen. Een goede informatievoorziening en begeleiding van woningzoekenden bij inschrijving is echter ook vereist.
2007: 47,0% 2008: 51,0% 2009: 49,8% 2010: 50,2% 2011: 47,5%
Het inzichtelijk maken van de trend in de acceptatiegraad.
Zie voorgaande.
Afnemende trend in gemiddelde kosten serviceonderhoud per woning handhaven zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit, rekening houdend met inflatiecorrectie.
De gemiddelde kosten per verhuureenheid over de jaren 2007 t/m 2011 bedragen:
2007 2008 2009 2010 2011
Kosten per VHE in € 175 174 166 171 167
Index inflatie 2007=100 100,0 102,5 103,7 105,1 107,5
Geïndexeerde kosten 2007 175 179 181 184 188
Ondanks de inflatie van de afgelopen vijf jaar is het gemiddelde bedrag voor serviceonderhoud ten opzichte van 2007 gedaald. De daling van de kosten wordt onder andere veroorzaakt door de uitgevoerde moderniseringsprojecten en het beter plannen van de werkzaamheden van serviceonderhoud. Afnemende trend in gemiddelde kosten verhuisonderhoud per woning handhaven zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit rekening houdend met inflatiecorrectie.
Afnemende trend handhaven in de gemiddelde verhuiskosten per woning, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit en rekening houdend met een inflatiecorrectie. De gemiddelde kosten per verhuureenheid over de jaren 2007 t/m 2011 zijn:
2007 2008 2009 2010 2011
Kosten per VHE in € 174 189 197 174 127
Index inflatie 2007=100 100,0 102,5 103,7 105,1 107,5
Geïndexeerde kosten 2007 174 178 180 183 187
De gemiddelde kosten per verhuureenheid voor verhuisonderhoud zijn in 2011 sterk gedaald. Ondanks de inflatie van de afgelopen vijf jaar is het gemiddelde bedrag ten opzichte van 2007 fors gedaald. De daling van de kosten van verhuisonderhoud zijn onder andere veroorzaakt door de uitgevoerde moderniseringsprojecten, de daling van het aantal verhuizingen en verbeteringen in het proces (vooruitplannen en in een keer goed).
17
Structureren van stuur- en managementinformatie.
OFW heeft onder andere de informatievoorziening van dagelijks onderhoud geoptimaliseerd. Het structureren van stuur- en managementinformatie is een continu proces waar OFW aandacht aan blijft geven.
Het halen van het INKverbetercertificaat op het verbeterplan PDCA-cyclus.
OFW is als voorbeeld voor woningcorporatie genoemd in de publicatie ‘INK in de praktijk’. Tijdens het symposium in 2009 heeft OFW, als een van de twee directeur-bestuurders die hier al ver in waren, de nieuwe systematiek van INK feestelijk uitgereikt gekregen.
EVALUATIE PERSONEELS- EN ORGANISATIEBELEID Het doel voor personeels- en organisatiebeleid is: Het voeren van een duurzaam personeelsbeleid. De volgende resultaten hebben we vanaf 2007 tot en met 2011 behaald. Prestatie OFW wil haar medewerkers, in een lerende organisatie en door middel van employability en interne mobiliteit, ontplooiingskansen geven en het maximale uit haar mensen halen.
OFW wil praktijkervaring aanbieden in diverse vormen van stages. In aanvulling op het resultaat bij de prestatie onder ‘Duurzaamheid’
Verdere ontwikkeling van de zelfsturende teams.
Resultaat Gedurende deze beleidsperiode hebben diverse medewerkers een andere of bredere functie gekregen, die aansloot bij hun loopbaanwensen en ontwikkelingsmogelijkheden binnen OFW. Ieder jaar is een bedrijfsbreed opleidingsplan opgesteld en uitgevoerd. Diverse medewerkers hebben een individuele opleiding of training gevolgd. In 2007 is gestart met jaarlijkse stakeholdersbijeenkomsten: medewerkers nemen hier aan deel en leren daardoor de stakeholders en hun wensen beter kennen en vertalen. Tijdens interne bijeenkomsten voor medewerkers is kennis gedeeld en geborgd over alle aspecten van het duurzaamheidsbeleid en de implementatie daarvan. Brochure ‘Collega’s van morgen’ uitgebracht, met daarin informatie voor (toekomstig) stagiairs. Periodieke bijeenkomsten van stagebegeleiders uit diverse teams om ervaringen uit te wisselen en van elkaar over het begeleiden van stagiairs te leren. Gastlessen en voorlichting over diverse onderwerpen aan leerlingen en studenten gegeven. Sinds 2007 zitting in de adviesraad van de Stichting Bouwtalent. BouwTalent heeft als doel om de instroom van geschikt kaderpersoneel en modern personeelsbeleid in de bouw te bevorderen en om meer studenten te interesseren voor een bouwtechnische opleiding. De primaire processen en de belangrijkste ondersteunende processen binnen OFW zijn de afgelopen jaren in kaart gebracht en beschreven. Door het rondmaken van de PDCA-cyclus worden de verschillende processen voortdurend geoptimaliseerd en efficiënter ingericht. Ook is er aandacht voor de aansluitingen van de verschillende processen aan elkaar (primaire, ondersteunende en besturende processen). Met alle medewerkers die bij het betreffende proces betrokken zijn, zijn de verschillende stappen doorlopen en zijn verbeteringen aangebracht. Een deel van de ondersteunende en primaire processen schuift ineen. De steeds verdergaande automatisering leidt tot vereenvoudiging van de processen. Ook met ketenpartners (bijvoorbeeld de MDF) zijn processen onder de loep genomen. In 2008 is het ontwikkelteam Ander Vastgoed van start gegaan en in 2009 is de verdere ontwikkeling van het team en bijbehorende processen in gang gezet. Het is een goed
18
voorbeeld van hoe binnen OFW ‘ervaringsgericht leren’ wordt toegepast (klein beginnen en vervolgens opbouwen en verbreden). Het team richt zich op de ontwikkeling van diverse activiteiten en diensten als: VVE-beheer, onderhoud aan gebouwen (niet zijnde in eigendom van OFW) en verhuur van bedrijfsruimten. Het is een gezamenlijk ontwikkeltraject van het team en het MT. Alle medewerkers zijn in 2008 bij een bijeenkomst ‘OFW huis’ aanwezig geweest. Tijdens deze bijeenkomst is gezamenlijk inhoud gegeven aan de cultuur en structuur binnen de organisatie. Het werken vanuit dezelfde normen en waarden binnen een bepaalde structuur, vormt de fundering om invulling aan de missie en visie te geven. Binnen OFW zijn deze normen, waarden en de vereiste aspecten rond houding / gedrag / vaardigheden vervolgens vertaald in een “echt” OFW-huis. In 2007 is de behoefte uitgesproken om de strategie voor de verdere ontwikkeling van de interne organisatie vast te leggen. In 2008/2009 hebben we daartoe het organisatieontwikkelingsplan opgesteld. In dit plan gaat het met name om de ontwikkeling van medewerkers/teams, de cultuur, de structuur en de ontwikkeling van hulpsystemen. Aan dit plan wordt uitvoering gegeven. Invoering van introductiebijeenkomsten voor nieuwe medewerkers onder andere over het werken in zelfsturende teams, de werkprocessen, projectmatig werken, de organisatiestructuur en – cultuur. Het beleidsplatform en technisch platform zijn verder vormgegeven. Voor medewerkers/teams biedt dit gelegenheid om integraal en breder dan vanuit het eigen werk en team mee te denken over de ontwikkeling van de diverse beleidsterreinen. In 2011 is gestart met een verdere ontwikkeling van de organisatie en teams (onder andere rond Serviceonderhoud en het KCC). Alle teams zijn op teamtraining geweest. Deze trainingen hadden met name een samenwerkingsdoelstelling.
19
3 MAATSCHAPPELIJKE INBEDDING We stemmen, conform de Governancecode voor woningcorporaties, onze strategie en ons beleid graag af op de wensen van belanghouders en de maatschappij. We hebben immers een maatschappelijke doelstelling en maken gebruik van gemeenschapsgeld. Het kader van ons handelen wordt gevormd door het beleidsplan ‘Samen voor kansrijk’ (2007-2011) en het Strategisch beleidsplan voorraad en nieuwbouw ‘Duurzaam bouwen aan goed wonen’ (2007). In 2012 gaan we ons beleidsplan actualiseren. In dit hoofdstuk leggen we verantwoording af over hoe en met welke belanghouders de afstemming van beleid en strategie heeft plaatsgevonden in 2011. Daarnaast besteden we aandacht aan de uitkomsten van het stakeholdersoverleg in 2011. Deze vormen input voor de actualisering van het beleidsplan in 2012. We willen het nieuwe beleidsplan graag in overleg met onze stakeholders tot stand brengen. In 2010 organiseerden we daarom een stakeholdersbijeenkomst over het beleidsthema ‘duurzaamheid’. In 2011 hebben we een stakeholdersoverleg georganiseerd over het thema ‘leefbaarheid’ en is met een groep stakeholders gesproken over het daarop aansluitende thema ‘sluitend vangnet’. In hoofdstuk 4 presenteren we de maatschappelijke resultaten waarbij ook de samenwerking met de verschillende stakeholders per prestatie wordt benoemd.
STAKEHOLDERS We werken met veel verschillende partners in de ketens wonen-zorg-welzijn en wonen-werken-leren samen. Het uitgangspunt hierbij is steeds het creëren van een kansrijke woonomgeving. We participeren actief in initiatieven van andere partners door middel van het inzetten van onze kernkwaliteiten (bouwen, beheren, verhuren, ontwikkelen en maatschappelijke verankering) of door het nemen van de regie. Uitgangspunt is dat partners elkaar aanvullen vanuit ieders deskundigheid en ieder proportioneel een bijdrage levert. We sturen op een duurzame relatie met onze stakeholders, gebaseerd op integriteit en fatsoenlijk zakendoen. We staan altijd open voor dialoog of het toelichten van ons beleid. Dit blijkt onder meer uit de vele inleidingen, excursies, publicaties, festiviteiten en bewonersavonden. De groep stakeholders is niet een statische groep en ieder jaar wordt opnieuw vastgelegd wie onze stakeholders zijn. De groep stakeholders in enge zin, dat wil zeggen zonder de individuele klanten/huurders en zonder leveranciers, is: Stakeholders / belanghebbenden OFW 2011 (in enge zin) Klanten/huurders Consumentenorganisaties
Maatschappelijk middenveld
Huurders Belangen Vereniging St. Senioren Belangen Behartiging en Advisering Dorpsbelangen Biddinghuizen en Swifterbant VACpunt Wonen Stichting Coloriet Stichting Vitree Triade Interakt Contour Kwintes Philadelphia MDF GGD Icare GGZ Meerkanten MEE Politie Flevoland De Meerpaal
20
Overheid
Brancheorganisatie Interne stakeholders
Bouwopleidingen Rolbij Stichting Bouw Talent Natuur en Milieu Flevoland Shekina Onderwijsinstellingen Werkgroep Dronten Fair Trade Gemeente Gemeente Dronten College van B&W gemeente Dronten Gemeenteraadsfracties gemeente Dronten Provincie Flevoland Aedes Ondernemingsraad Medewerkers en management Raad van Commissarissen Geschillenadviescommissie
Daarnaast willen we ook de Europese Unie, de Nederlandse overheid en de sectorinstituten CFV en WSW noemen als secundaire belanghebbenden. Zij hebben geen direct belang bij OFW, maar zijn wel degelijk van invloed op de mogelijkheden en beleidskeuzes van OFW.
STAKEHOLDERSOVERLEG Op 3 november 2011 organiseerden we alweer de vijfde editie van het jaarlijkse stakeholdersoverleg. Het heeft ons de kans gegeven om van onze stakeholders te horen of we als maatschappelijk ondernemer de goede dingen doen en of we die goed doen. Ditmaal was het doel van de bijeenkomst om een gezamenlijk beeld over leefbaarheid te ontwikkelen én om te bespreken wat eenieder daaraan wil en kan bijdragen. De uitkomsten gebruiken we om samen nieuwe initiatieven te ontplooien, maar ook als input voor het te vernieuwen beleidsplan. Onderwerpen die tijdens deze middag aan de orde kwamen waren ‘sociale infrastructuur’, ‘materiele voorzieningen’, ‘uitstraling fysieke ruimte’, ‘gezondheidsbevordering’, ‘langer thuis in de wijk’ en ‘integratie’. De deelnemers aan de stakeholdersbijeenkomst hebben het als een prettige bijeenkomst ervaren en gaven aan, dat het goed is dat we dit (blijven) organiseren. Er is in een goede sfeer samengewerkt en er is gezocht naar kansen. De reacties die wij terugkregen waren positief: 94 procent van de aanwezigen gaf aan dat de bijeenkomst goed tot zeer goed voldeed aan de behoefte. 91 procent van de aanwezigen gaf aan positief of zeer positief te zijn over de manier waarop ze die dag zijn betrokken bij het beleid van OFW en de uitvoering ervan. 94 procent gaf aan volgende keer weer te willen deelnemen Er is een verslag gemaakt van deze bijeenkomst. Hierin staan ook de concrete ideeën met bijbehorende stakeholders die zich aan de betreffende ideeën hebben verbonden. Het verslag hebben we aan alle genodigden en aanwezigen toegestuurd. Het inhoudelijk verslag van dit stakeholdersoverleg is als bijlage bij dit jaarverslag gevoegd. In 2012 actualiseren we ons beleidsplan waarin we deze ideeën, verwachtingen, voorkeuren en aanbevelingen vanuit onze omgeving meenemen.
21
Stakeholders aanwezig op stakeholdersbijeenkomst 2011 Klanten/huurders Consumentenorganisaties
Maatschappelijk middenveld
Overheid Brancheorganisatie Leveranciers
Interne stakeholders
Huurders Belangen Vereniging St. Seniorenbelang Behartiging en Advisering ANBO PSC Dronten Dorpsbelangen Biddinghuizen Stichting Coloriet GGZ Meerkanten De Meerpaal MDF buurtbemiddeling Interakt Contour Vitree Kwintes Denksportcentrum Evangeliegemeente ‘Shekinah’ Gemeente Dronten Gemeenteraadsfracties Aedes Vormeel Verbeter Compagnie BDG architecten en ingenieurs Effective World WoonScan Ondernemingsraad Medewerkers en management Raad van Commissarissen Geschillenadviescommissie
SAMENWERKING EN OVERLEG MET DE HUURDERS BELANGEN VERENIGING (HBV) De HBV, als vertegenwoordiger van de huurders van OFW, is een belangrijke partner in het overleg over onze activiteiten en ons beleid. We hebben structureel overleg met de HBV, zowel met het dagelijks bestuur als met de bewonerscommissies bij bijzondere activiteiten in een bepaalde wijk. Bij projecten (bijvoorbeeld de modernisering van woningen) streven we ernaar om bewoners zo vroeg mogelijk in het traject te betrekken. In de praktijk worden bewoners reeds in de fase van de probleemanalyse betrokken. Op deze manier wordt snel draagvlak verkregen onder bewoners. Twee leden van de Raad van Commissarissen van OFW zijn op voordracht van de HBV (zonder last en ruggespraak) benoemd. Twee leden van de HBV hebben zitting in de Raad van Advies van het Leefbaarheidsfonds OFW. De HBV heeft een vaste pagina in ons bewonersblad de Vizier. De HBV bepaalt zelf welke onderwerpen zij daar aan de orde wil stellen. We ontvangen ieder jaar het jaarverslag van de HBV. Hieronder noemen we een aantal onderwerpen die in 2011 in het overleg tussen OFW en het dagelijks bestuur van de HBV aan de orde zijn gekomen (in willekeurige volgorde): Presentatie van de conclusies uit de Lemonmeting 2010, Advies huurbeleid en huurverhoging 2011, Informatie-uitwisseling begroting HBV, Benoeming 2 nieuwe leden van de HBV voor Raad van Advies Leefbaarheidsfonds OFW, Informatie over wijkontwikkelingsplan Chaletwoningen verstrekt, Mevrouw Sweringa heeft een presentatie gehouden over de financiële positie van OFW, In juli 2011 is een nieuw bestuur van de HBV geïnstalleerd, Uitleg gegeven over aanleg van de regengoot in de galerijen van de appartementencomplex De Tas,
22
Informatie verstrekt over hoe OFW werkt bij overlastsituaties en wat de Buurtbemiddeling hierin kan betekenen, Er is, in overleg met de HBV, een brief uitgegaan naar de bewoners van de Greente-Zuid om meer duidelijkheid te verschaffen over de toekomst van deze wijk, Eind 2011 heeft een aantal leden van het nieuwe bestuur van de HBV zijn functie neergelegd, Overleg over huurbeleid in 2012 gestart, Begroting van OFW 2012, Jaarverslag van OFW 2010, Begroting van de HBV, Informatie over schoonmaakkosten van complexen verstrekt.
SAMENWERKING EN OVERLEG MET DE GEMEENTE DRONTEN We werken graag samen met de gemeente Dronten, we zijn immers elkaars natuurlijke partners op het vlak van het wonen en de woonomgeving. Die samenwerking betreft de uitvoering van tal van projecten, maar heeft ook betrekking op de onderlinge afstemming van het beleid. Onderwerpen van gesprek waarbij de gemeente en OFW elkaar wederzijds inspireren zijn onder meer duurzaam bouwen, duurzame stedenbouw, Fair Trade-Gemeente, maatschappelijk verantwoord ondernemen, duurzaam aanbesteden, De Frisse School en Dronten CO2-neutraal. Ook het versterken van het voorzieningenniveau in onder andere kleine dorpen, leefbaarheid, wonen en zorg en bewonersparticipatie behoren hiertoe. Convenant / prestatieafspraken In 2002 hebben de gemeente Dronten en OFW hun samenwerking (met erkenning van het feit dat de partijen een eigen rol en verantwoordelijkheid hebben) vastgelegd in een convenant met bijbehorende prestatieafspraken. De voortgang daarop is regelmatig aan de orde in het bestuurlijk overleg tussen OFW en de gemeente. De laatste prestatieafspraken zijn gemaakt voor de periode 2008/2009. In 2011 zijn we samen het overleg gestart om tot een herziening van het convenant en nieuwe prestatieafspraken te komen. Hiertoe hebben we gezamenlijk een adviseur (via Companen) ingehuurd om dit proces te begeleiden. Bestuurlijk overleg In 2011 heeft vier keer Bestuurlijk Overleg plaatsgevonden. Dit is een structureel overleg tussen de wethouder met Wonen in zijn portefeuille en de directeur-bestuurder van OFW over onder meer de maatschappelijke en volkshuisvestelijke prestaties van OFW en over de samenwerkingen tussen beide partijen op diverse terreinen. Onder andere is in 2011 besproken: de diverse bouwkundige projecten (sociale woningbouw (nieuwbouw/modernisering), maatschappelijk vastgoed, woonservicezones, koopprojecten), wijkontwikkeling Lucernehof, traject rond convenant / prestatieafspraken, huisvesting MOE-landers CAH, jaarverslag en begroting van OFW, activiteitenplan OFW, stakeholdersbijeenkomst OFW, stand van zaken Collegeprogramma/bezuinigingen, gevolgen EU-richtlijn voor woningtoewijzing, ontwikkelopgave/capaciteit OFW, behoefte huurwoningen, taakstelling asielzoekers/statushouders, bijdrage OFW aan buurtbemiddeling en wijkposten. Educatief Centrum Met de gemeente Dronten is in 2010 een samenwerkingsovereenkomst gesloten voor de realisatie van een educatief centrum in Biddinghuizen (als eerste fase van een Multi Functioneel Gebied). In 2011 is het ontwerp voor het complex gemaakt en heeft de Europese aanbesteding voor de aannemer plaatsgevonden.
23
Nieuwbouw school en uitbreiding sportzaal In 2011 hebben we met de gemeente Dronten een samenwerkingsovereenkomst gesloten voor de realisatie van een school en de uitbreiding van een sportzaal in Dronten-West.
SAMENWERKINGS- EN OVERLEGVORMEN De volgende samenwerkings- en overlegvormen zijn van toepassing in 2011: Samenwerking / overleg in 2011 Huurders Belangen Vereniging (HBV)
Belanghouder/Partner
Wijze van samenwerking/overleg
HBV
De HBV, als vertegenwoordiger van de huurders van OFW, is een belangrijke partner in het overleg over onze activiteiten en ons beleid. We hebben structureel overleg met de HBV, zowel met het dagelijks bestuur als met de bewonerscommissies bij bijzondere activiteiten in een bepaalde wijk.
Meldpunt Vangnet en Advies
GGD, MDF (schuldhulpverlening en maatschappelijk werk), gemeente, politie, Icare, GGZ Meerkanten, Kwintes, MEE, Tactus verslavingszorg, Leger des Heils
De belangrijkste taak: om personen/gezinnen met veel problemen waarbij de zorg ontbreekt, stagneert of niet regulier te organiseren valt toe te leiden naar reguliere hulpverlening. Daarnaast zorgt het Meldpunt ervoor dat de inspanningen van de betrokken hulpverleners op elkaar worden afgestemd.
Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland (MDF)
MDF
We werken intensief samen met het MDF in het sociaal incassoproces. Dit leidt tot goede resultaten. De werkprocessen van het MDF en onze werkprocessen zijn goed op elkaar afgestemd.
Wijkteams
Gemeente, Vereniging Dorpsbelangen, Meerpaal, MDF (maatschappelijk werk), politie
Structurele samenwerking om de leefbaarheid in wijken en buurten van de gemeente Dronten te verbeteren / op peil te houden en daarbij initiatieven vanuit de wijken te faciliteren. Periodiek vinden buurtschouwen plaats. OFW pakt de punten op haar werkterrein op.
VACpunt Wonen
Adviescommissie Wonen
We ondertekenden in 2010 een convenant met de stichting VACpunt Wonen in aanwezigheid van de HBV. In dit convenant is afgesproken dat de adviescommissie Wonen als onderdeel van het VACpunt in een vroeg stadium advies uitbrengt over de nieuwbouwplannen van OFW. De commissie behartigt hiermee de belangen van de woonconsument vanuit de visie van de gebruiker en stelt zich tot doel het bevorderen van de gebruikskwaliteit van woningen en woonomgeving. In het hoofdstuk over Projecten is aangegeven indien het VACpunt Wonen een advies heeft uitgebracht. Jaarlijks wordt de samenwerking geëvalueerd.
Korting lidmaatschap ledenvereniging Icare
Icare
Tegen een gereduceerd tarief kunnen huurders van OFW lid worden van Icare en zo gebruikmaken van het volledige pakket van diensten. Leden ontvangen van Icare drie keer per jaar het ZorgPlusmagazine. Een actueel magazine met veel informatie en tips over gezondheid, wonen en welzijn.
Overleg SBA
Stichting Seniorenbelang, Behartiging en Advisering (SBA), gemeente Dronten, Coloriet, GGD, Icare thuiszorg, Meerpaal welzijn
Vier keer per jaar vindt overleg plaats waar OFW bij aanwezig is.
Bestuurlijk overleg
Gemeente Dronten
Dit is een structureel overleg tussen de wethouder met Wonen in zijn portefeuille en de directeur-bestuurder van OFW over de maatschappelijke en volkshuisvestelijke prestaties van OFW en over de samenwerkingen tussen beide partijen op diverse terreinen. Zie uitgebreide toelichting.
Er vindt structureel overleg (in ieder geval iedere maand) plaats waarin verschillende organisaties rondom deze casuïstiek samenwerken.
24
Dronten Fair Trade gemeente
Gemeente Dronten, ondernemers uit de gemeente Dronten, maatschappelijke organisaties, COS
De gemeente Dronten is in 2011 Fair Trade gemeente geworden. De titel Fair Trade Gemeente geeft aan dat een gemeente bijzonder veel aandacht besteedt aan fair trade. In een Fair Trade Gemeente worden veel fair trade producten verkocht en gebruikt en staat verantwoord ondernemen (MVO) hoog in het vaandel. Om deze eervolle titel te behalen, is in 2009 een werkgroep opgericht. OFW is lid van de werkgroep. De samenwerking in de werkgroep wordt in 2012 voortgezet om de titel te behouden.
SEV experiment; woonservicegebied De Regenboog als landelijke proeftuin
Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV), Stichting Coloriet, gemeente Dronten, OFW.
Coloriet, de gemeente Dronten en OFW hebben samen deelgenomen aan de SEV proeftuin De Regenboog. Met steun van tien provincies begon de SEV eind 2009 het driejarig programma ‘Wijken en dorpen voor toekomstige generaties’. Dit programma omvat de evaluatie, doorontwikkeling en verankering van het concept woonservicegebieden. Een van de projecten in dit programma en experiment zijn proeftuinen in Woonservicegebieden. In de proeftuinen woonservicegebieden wordt nagegaan hoe de woonservicegebieden in de praktijk functioneren, in hoeverre de doelen bereikt worden en op welke punten verbeteringen mogelijk zijn. Er zijn tien proeftuinen in het land die samen een kenniscommunity vormen. Een ervan is de proeftuin De Regenboog. Begin 2012 zijn de resultaten van de proeftuinen gepresenteerd.
Convenant ‘bouwvolume voor opleidingen’
Alle Flevolandse gemeenten, de Provincie, bouwondernemingen en alle Flevolandse corporaties
Om voor nu en in de toekomst voldoende goed opgeleid personeel in de bouwsector voor handen te hebben, hebben alle bij de bouwsector betrokken partijen in Flevoland (waaronder OFW) in oktober 2010 het convenant 'Bouwvolume voor opleidingen' ondertekend. OFW creëert jaarlijks de in het convenant afgesproken aantallen leerwerkplaatsen (20 voor de gezamenlijke Flevolandse corporaties) en stages voor Beroeps Opleidende Leerweg (BOL) 4-leerlingen (10 voor de gezamenlijke Flevolandse corporaties).
Samenwerking met warmteleverancier Feenstra
Leverancier Feenstra
OFW heeft sinds 2009 een samenwerking met Feenstra Verwarming BV. Feenstra en OFW hebben de intentie naar elkaar uitgesproken om in een strategisch partnership, op zoek te gaan naar vernieuwde vormen van samenwerking om het klimaat in de woningen van OFW te beheersen. In 2011 is gesproken om in 2012 tot een TCO-overeenkomst (total cost of ownership) en verdere ketenintegratie te komen. Dit leidt onder andere tot het door Feenstra meedenken over onderhoud aan CV-/MV- en WTW-installaties, het inzichtelijk maken van welke ketels de meeste storingen hebben met een vervangingsadvies, het verder uitdiepen van investeringen versus onderhoud en het zoeken naar kostenreductie door samenwerking en efficiency. Met Feenstra is ook de afspraak gemaakt dat het onderhoud aan CV- en MV-installaties wordt gecombineerd. Hierdoor worden kosten bespaard. Met Feenstra zijn nu ook afspraken gemaakt voor vervangen van filters van MV-installaties.
Naast bovengenoemde samenwerkings- en overlegvormen is er een aantal projectteams waarin OFW participeert/participeerde. Deze samenwerkingen hebben tot doel een concreet project te realiseren of anderszins iets te ontwikkelen. Hierover is meer te lezen in het hoofdstuk over Projecten.
SPONSORING OFW is terughoudend met sponsoring. De reden hiervoor is dat OFW werkt met maatschappelijk bestemd vermogen en daardoor op andere manieren dan sponsoring betekenisvol is voor de samenleving in de gemeente Dronten. De missie van OFW is het bieden van een kansrijke woon- en leefomgeving voor mensen die zwak staan op de woningmarkt in de gemeente Dronten. Daarbij werkt
25
OFW graag samen met partners aan zaken als leefbaarheid, veiligheid, saamhorigheid en het bieden van een sociaal vangnet. Sponsoring is daarvoor niet het geëigende middel. OFW sponsort in zeer uitzonderlijke gevallen. Bij de toekenning van een sponsor-aanvraag geldt dat het moet gaan om een: actie of activiteit die heel breed door de gehele gemeenschap van de gemeente Dronten wordt gedragen en waar een breed deel van de lokale gemeenschap aan bijdraagt. Daarbij geldt dat OFW nooit hoofdsponsor is. actie of activiteit die door branchevereniging Aedes is ingezet en waar alle woningcorporaties een bijdrage aan leveren. actie of activiteit is gericht op (een deel van) de doelgroepen van OFW zoals huurders en bewoners in buurten waar OFW haar bezit heeft. In 2011 heeft OFW geen sponsoruitgaven gedaan. Leefbaarheid stimuleren Huurders van OFW kunnen ook gebruikmaken van het Leefbaarheidsfonds van OFW. Met het Leefbaarheidsfonds steunt OFW initiatieven van bewoners die de leefbaarheid verbeteren en de betrokkenheid van de bewoners bij hun woonomgeving vergroten. Aanvragen worden beoordeeld door Raad van Advies van het Leefbaarheidsfonds. De RvA bestaat uit leden van de Huurders Belangen Vereniging en medewerkers van OFW. Advertenties Een andere vorm van sponsoring is het plaatsen van advertenties. Hiervan beoordelen we per aanvraag of de uitgave, waarin de advertentie geplaatst wordt, passend is en/of de kosten acceptabel zijn. Of het passend is, is bijvoorbeeld het geval als de uitgave gericht is op doelgroepen van OFW. De advertenties die we in dit kader in 2011 hebben geplaatst zijn: Bibliotheek KMC Politie Flevoland Woonzorgcentrum De Regenborg
Mededelingenbord Biggenboekje + Koninginnedagboekje Politiewijzer Mededelingenbord
Stichting Pro Dronten
Meerpaaldagen
Anbo
Nieuwsbrief
Spil basisscholen
Promotiekrant
26
4 MAATSCHAPPELIJKE RESULTATEN OFW heeft haar missie en visie vertaald in zes doelstellingen. De eerste vier doelstellingen zijn gericht op de maatschappelijke resultaten die OFW wil behalen: 1. Kansrijke woonomgeving: Het creëren van een leefbare, kansrijke en veilige woonomgeving; 2. Duurzaamheid: Alert zijn op de meerjareneffecten van ons handelen op de samenleving waarbij de effecten op het milieu zeker goed worden meegewogen; 3. Alle doelgroepen onder dak: Omvang en samenstelling van de woningvoorraad afstemmen op de huidige en toekomstige vraag van verschillende klantgroepen; 4. Kwaliteit en keuze: Het optimaliseren en uitbreiden van de dienstverlening aan huurders en woningzoekenden.
4.1 Kansrijke woonomgeving OFW streeft naar een leefbare kansrijke en veilige woonomgeving. Met een brede visie op wonen wil ze wijken creëren waar het rijk- of arm-zijn niet doorslaggevend is voor de kansen die je krijgt in het leven. De crisis en bezuinigingen worden ook door OFW gemerkt. Onze doelen veranderen niet, maar de mogelijkheden van OFW en haar samenwerkingspartners om deze doelen te realiseren worden beperkter. Daarvoor is extra inzet en creativiteit nodig. OFW is van mening dat een kansrijke woonomgeving, ondanks alle bezuinigingen, een gedeelde verantwoordelijkheid blijft van alle spelers uit het maatschappelijk middenveld en de bewoners van de wijk. Ook in 2011 heeft OFW daarom gezocht naar mogelijke samenwerkingsverbanden en zich ingezet voor een kansrijke woonomgeving. OFW zet zich actief in voor een kansrijke woonomgeving. Wij doen dit in samenwerking met de gemeente Dronten, de politie en welzijnswerk Meerpaal in het wijk- en buurtbeheer. Schoon, heel en veilig speelt een belangrijke rol in de uitvoering. OFW is een actieve partner in het faciliteren van bewonersinitiatieven om zo de betrokkenheid in een wijk te vergroten en daarmee de leefbaarheid te verhogen. OFW participeert onder andere in wijkteams een neemt deel aan buurtschouwen, activeert bewoners actief in hun tuinonderhoud en verwerkt aanvragen voor het leefbaarheidsfonds. De strategie om te komen tot een kansrijke woonomgeving is volgens OFW: - Samen met partners versterken van het voorzieningenniveau, zoals het Educatief Centrum in Biddinghuizen, de basisschool in Dronten West en een woonzorgzone in Swifterbant. - Versterken van het woon- en leefklimaat, zoals wijk en buurtbeheer en het moderniseren van wijk de Lucernehof. - Bevorderen participatie bewoners en sociale cohesie van een wijk, zoals het faciliteren van ideeën met behulp van het leefbaarheidsfonds. - Emanciperen en zelfredzaamheid bewoners vergroten, zoals invulling geven aan de maatschappelijke functie van het Lagerhuis. Dus naast wijk- en buurtbeheer dat zich voor een groot gedeelte richt op de fysieke wijkaanpak, speelt volgens OFW het voorzieningenniveau (vooral in de kleinere kernen Biddinghuizen en Swifterbant), bewonersparticipatie en het bevorderen van de emancipatie en zelfredzaamheid van bewoners een grote rol bij een kansrijke woonomgeving.
STAKEHOLDERSDAG Prestatie 2011: Organiseren debat met relevante stakeholders over leefbaarheid en de rol van de verschillende organisaties in het maatschappelijk middenveld. OFW organiseerde een stakeholdersdebat over leefbaarheid op 3 november. Het doel van deze dag was het creëren van een gedeelde visie op leefbaarheid. Een tweede doel was het komen tot gezamenlijke doelen en ideeën en het vaststellen van ieders bijdrage hierin en eventuele nieuwe samenwerkingsvormen te formuleren. De daadwerkelijke samenwerking op de verschillende onderwerpen kan in vervolgafspraken of tijdens regulier bestaand overleg worden afgestemd en vormgegeven. Tijdens de dag kwamen de volgende thema’s aan bod: langer in de wijk, sociale infrastructuur, materiële voorzieningen, uitstraling fysieke ruimte, gezondheidsbevordering en integratie. Wat opviel tijdens deze dag is dat de dialoog vooral ging over hoe de bestaande
27
leefbaarheid beter kan worden gemaakt. Dit stemt overeen met de beelden die opkomen uit de leefbaarheidsmonitor van de gemeente Dronten en OFW. Met een positieve toon lag de nadruk vooral op activerende en stimulerende oplossingen. De stakeholders hadden vooral een visie op een ‘cirkel naar boven’ gebaseerd op drie elementen: • • •
Ontmoeten: met elkaar in contact komen en in contact blijven. Gezond leven: en dat betekent zo lang mogelijk vitaal blijven en zo lang mogelijk in je eigen huis blijven wonen in een veilige, schone wijk. Bijdragen (meedoen): een actieve bijdrage leveren aan een betere buurt of wijk.
De gesprekken hielden zich bezig met het nu en hier en de eerst komende paar jaren. Er wordt veel genoemd dat de gemeente Dronten de komende jaren en decennia vergrijst en dat het dan een hele opgave is om iedereen zo gezond mogelijk te houden, sociaal niet te laten isoleren en naar vermogen te laten bijdragen. OFW gebruikt het debat om te beoordelen wat onze rol is en welke verwachtingen stakeholders van ons hebben op het gebied van leefbaarheid. Tevens hoopt OFW de deelnemers te stimuleren en inspireren tot samenwerking. Samenwerking met: klanten/ huurders, consumentenorganisaties, maatschappelijk middenveld, gemeente Dronten en enkele leveranciers (beoogd) effect in de toekomst: De samenwerking op het gebied van leefbaarheid wordt nog verder verbeterd. De leefbaarheid in de wijken uit de gemeente Dronten wordt behouden of vergroot.
EDUCATIEF CENTRUM BIDDINGHUIZEN Doel beleidsplan: beleidsterrein maatschappelijk vastgoed verder ontwikkelen en door middel van verslaglegging verantwoorden. Prestatie 2011: Doorgaan met de ontwikkeling van een educatief centrum in Biddinghuizen. OFW wordt eigenaar, verhuurder en technisch beheerder van het educatief centrum. De grond heeft OFW in erfpacht van de gemeente. De gemeente huurt een belangrijk deel van het centrum van OFW. Met de toekomstige gebruikers: FlevoMeer Bibliotheek, Stichting Kinderopvang Dronten en Stichting Peuterspeelzaalwerk Dronten heeft OFW een huurovereenkomst afgesloten. De gemeente heeft een gebruikersovereenkomst met de basisscholen De Tamarisk, De Wingerd en De Akkerwinde afgesloten. Door middel van een Europese aanbesteding is een architectenkeuze gemaakt. DMV Architecten heeft in november het technische ontwerp en bestek afgerond. De Europese aanbesteding voor de selectie van de aannemer is in gang gezet. De eerste selectie is geweest. De geplande start van de uitvoering is in april 2012. De voorlopige planning gaat ervan uit dat het educatief centrum medio 2012 wordt opgeleverd. OFW bouwt het educatief centrum in Biddinghuizen, omdat het het voorzieningenniveau van het dorp versterkt. Wonen houdt volgens OFW niet op bij de voordeur. De leefbaarheid en aantrekkelijkheid van het dorp wordt hierdoor versterkt. Door de unieke samenwerking tussen de basisscholen, de “Uiteindelijk wordt dit educatief centrum meer kinderopvang, de peuterspeelzaal en de dan alleen een optelsom van vijf organisaties bibliotheek is meer mogelijk dan wanneer partijen afzonderlijk gehuisvest worden. (Gonny Moerkens). Zo krijgen we nu een De huidige gebouwen van de basisscholen zijn speellokaal, een echt handvaardigheidslokaal technisch en onderwijskundig verouderd. In het en zelfs een muziekruimte (Gert van der Rhee) educatief centrum wordt ingespeeld op de laatste ontwikkelingen binnen het onderwijs. Door de En dat hadden we ieder op zich nooit voor bibliotheek, peuterspeelzaalwerk, kinderopvang en elkaar gekregen (Harry Okkinga)” de basisscholen in één gebouw te huisvesten kunnen samenwerkingsvoordelen worden bereikt. De ligging van het educatief centrum in de buurt van het winkelcentrum biedt optimale mogelijkheden om het totale voorzieningenniveau te versterken Samenwerking met: De gemeente Dronten, Dorpsbelangen, de drie basisscholen, stichting de Meerpaal, stichting Kinderopvang Dronten, de kerken (stichting de Voorhof) en Flevo Meer Bibliotheken.
28
(beoogd) effect in de toekomst: Het voorzieningenniveau wordt verbeterd waardoor Biddinghuizen aantrekkelijk blijft voor (nieuwe) bewoners.
VOORZIENINGENCLUSTER SWIFTERBANT Doel beleidsplan: beleidsterrein maatschappelijk vastgoed verder ontwikkelen en door middel van verslaglegging verantwoorden. Prestatie 2011: In overleg met andere partijen zoeken naar een locatie voor een voorzieningencluster in Swifterbant. Het huisvesten van senioren is onderdeel van de primaire taak van OFW. Na de realisatie van de WoonArk in Dronten en De Tas in Biddinghuizen heeft OFW de ambitie om ook in Swifterbant een woonzorgzone te realiseren op rollatorafstand van de voorzieningen. De bedoeling is om de woonzorgzone in combinatie met andere voorzieningen te realiseren. In Swifterbant is een kerngroep actief die zich bezighoudt met een oriëntatie op het voorzieningenniveau van het dorp in de toekomst. In de kerngroep participeren de gemeente, vertegenwoordigers uit het dorp, stichting Coloriet en OFW. Gesproken wordt over een MFG en ouderenhuisvesting (met zorgdiensten). In de kerngroep is met name gesproken over mogelijke locaties en welke voorzieningen moeten worden ondergebracht. OFW heeft stedenbouwkundig uitgezocht welke locaties geschikt zijn voor een woonzorgzone en hoeveel woningen op die locaties gerealiseerd kunnen worden. Een aantal opties is voorgelegd aan de wethouder. Begin 2011 heeft de kerngroep in samenwerking met ICS het rapport ‘Bruisend Swifterbant’ uitgebracht over de haalbaarheid van een woonzorgzone/MFC in Swifterbant. In opdracht van de gemeente heeft ICS daarop volgend een ‘haalbaarheidsonderzoek MFC Swifterbant’ uitgevoerd. Dit rapport is in januari 2012 gepresenteerd aan de klankbordgroep. Door de gemeente wordt OFW niet als enige ontwikkelaar gezien. OFW zal het rapport en de ontwikkeling op haalbaarheid beoordelen. Daarom is OFW ook niet betrokken bij het opstellen van dit rapport. Samenwerking met: De gemeente Dronten, dorpsvertegenwoordigers, stichting Coloriet (beoogd) effect in de toekomst: Realiseren van een woonzorgzone voor senioren waarbij het voorzieningenniveau in stand wordt gehouden, zodat Swifterbant aantrekkelijk blijft voor (nieuwe) bewoners.
BASISSCHOOL DRONTEN WEST Doel beleidsplan: beleidsterrein maatschappelijk vastgoed verder ontwikkelen en door middel van verslaglegging verantwoorden. Prestatie 2011: Starten met de ontwikkeling van een basisschool in Dronten West. De gemeente Dronten heeft OFW verzocht een nieuwe basisschool in Dronten West te realiseren. OFW is gevraagd op te treden als ontwikkelaar, eigenaar en beheerder. De grond heeft OFW in erfpacht van de gemeente. De gemeente huurt de Wethouder Erik Langeweg school. Tegelijkertijd wordt sportzaal De Beurs uitgebreid “OFW heeft al meer ervaring met bouwen van met 325 vierkante meter. Voor de nieuwbouw van scholen. Bouwen, beheren, verhuren, de school en de uitbreiding van de bestaande ontwikkelen en maatschappelijke verankering sportzaal is naast en achter de bestaande sportzaal behoort tot de kernkwaliteit van OFW. Wij zijn een gebied gereserveerd. De gymzaal blijft na de dan ook erg blij met de samenwerking.” uitbreiding eigendom van de gemeente. Architectenbureau BCT uit Enschede heeft het technisch ontwerp en het bestek van het schoolgebouw en de uitbreiding van de gymzaal afgerond. De nationale aanbesteding voor de aannemer heeft in november 2011 plaatsgevonden. Op basis van deze aanbesteding zijn de aannemer Friso Bouw BV en de installateur Kleinpoelhuis Installatietechniek BV geselecteerd. Begin 2012 is er gestart met de bouw. Volgens de planning wordt basisschool en de gymzaal in het najaar van 2012 opgeleverd. Daarnaast heeft de gemeente OFW verzocht in dit gebied 42 startersappartementen en een ruimte voor een kinderdagverblijf realiseren. Voor de appartementen en het kinderdagverblijf is een
29
bestemmingsplan wijziging noodzakelijk. Met de bouw van de appartementen en een ruimte voor een kinderdagverblijf wordt naar verwachting in 2013 gestart. Samenwerking met: De gemeente Dronten, Architectenbureau BCT, Friso Bouw BV uit Sneek en Kleinpoelhuis Installatietechniek BV. (beoogd) effect in de toekomst: Het voorzieningenniveau wordt vergroot waardoor Dronten aantrekkelijk blijft voor (nieuwe) bewoners.
LEMONMETING Doel beleidsplan: Behalen van gemiddeld een 7 op de leefbaarheidsmonitor Lemon Het zichtbaar maken van de trend in de scores op de leefbaarheidsmonitor Lemon. Prestatie 2011: Uitvoeren van een nieuwe Lemonmeting. Iedere twee jaar laten OFW en de gemeente Dronten een Leefbaarheidsonderzoek (Lemon) uitvoeren. Hiermee wordt inzicht verkregen in de effecten van ingrepen en kan de leefbaarheid van wijken meerjarig worden gevolgd. De gemeente Dronten scoorde een 7,5. Dit is een tiende hoger dan het landelijk gemiddelde. De uitkomsten bevestigen veelal het beeld wat OFW en de gemeente al hebben. En de gekozen prioriteiten qua wijkaanpak onderschrijven het onderzoeksresultaat. Zo blijkt dat wijken waar in het verleden een wijkontwikkelingsplan voor zijn opgesteld een meerjarige stijging qua beoordeling laten zien. Oud-Biddinghuizen Buiten (Uitloper/Klaversingel) valt in positieve zin op. De bewoners van de buurt oud-Biddinghuizen Buiten oordelen ten opzichte van 2009 in 2011 erg positief over hun eigen woning (van een 6,3 naar een 7,8) en de woningen in hun buurt (van een 6,1 naar een 7,5). Deze wijk is 20 2009 gemoderniseerd. En de wijk De Boeg en Biddinghuizen Centrum tonen een blijvende stijging. OFW heeft een wijkontwikkelingsplan samen met de gemeente opgesteld en heeft de huurwoningen in de buurt gemoderniseerd, waardoor deze zowel technisch als wat betreft uitstraling zijn verbeterd. Dit geldt eveneens voor de wijk Swifterbant-Centrum. Het oordeel over de eigen woning stijgt van een 7,0 naar een 7,4 en de waardering voor de woningen in de buurt stijgt van een 6,6 naar een 7,0. Ook het cijfer voor speelvoorzieningen is gestegen van een 6,1 naar een 6,4. De gemeente Dronten heeft een speelvoorzieningenplan gelanceerd. Uit de cijfers blijkt dat de wijk Lucernehof in Biddinghuizen laag scoort. Het voorgenomen beleid om ons samen met de gemeente Dronten hierop te focussen sluit hier goed bij aan. In samenwerking met de gemeente Dronten heeft OFW een wijkontwikkelingsplan voor de Lucernehof (Biddinghuizen) opgesteld. In het wijkontwikkelingsplan is uitgegaan van duurzame modernisering van de woningen en het op niveau brengen en verbeteren van het openbaar gebied. In 2011 is er gestart met de modernisering van de wijk. De uitkomsten zijn beschikbaar op www.lemoninternet.nl. Samenwerking met: Gemeente Dronten, RIGO (beoogd) effect in de toekomst: Inzicht in het effect van wijkontwikkeling en modernisering. Daarnaast het kunnen volgen van de leefbaarheid in wijken zodat eventuele problemen tijdig worden gesignaleerd.
LAGERHUIS Doel beleidsplan: Verder uitwerken en implementeren projecten sociale innovatie Prestatie 2011: Zoeken naar een andere maatschappelijke functie van het Lagerhuis bij het Hogerhuis. In 2011 heeft OFW een geschikte huurder gevonden voor het voormalige Lagerhuis. Zorginstelling Kwintes heeft het pand ingericht als activeringscentrum. Veel mensen hebben als gevolg van een psychische of psychiatrische kwetsbaarheid moeite met het vinden van een goede dag invulling. Het activeringscentrum kan hierin een belangrijke rol vervullen om weer inhoud te geven aan hun leven. Ook huurders van het Hogerhuis kunnen hier gebruik van maken. Hiermee wordt ook de signaalfunctie en de sociale controle in en rond het Hogerhuis versterkt. Samenwerking met: Kwintes (beoogd) effect in de toekomst: Emanciperen en zelfredzaamheid van bewoners vergroten.
30
LUCERNEHOF Doel beleidsplan: behalen van gemiddeld een 7 op de leefbaarheidsmonitor Lemon. Prestatie 2011: Starten met de uitvoering van het wijkontwikkelingsplan voor de Lucernehof. De gemeente, klankbordgroep en bewonerscommissie en OFW hebben intensief nagedacht over het groot onderhoud van de woningen en herinrichting van het openbaar gebied van de wijk Lucernehof. Hierbij is veel aandacht besteed aan leefbaarheid van de wijk en duurzaamheid van de woningen. OFW en de gemeente hebben samen met de klankbordgroep, bestaande uit huurders en kopers wonend in de Lucernehof, een integraal wijkontwikkelingsplan opgesteld. Het doel is het verbeteren, nu en in de toekomst, van de positie van de Lucernehof door een duurzame kwaliteitsimpuls. Dit betekent dat de wijk voor de komende 40 jaar een leefbare woonwijk moet worden met een aangenaam woon- en omgevingsklimaat. Tijdens een informatieavond in februari 2011 zijn de bewoners van de Lucernehof op de hoogte gebracht van de ontwikkelingen. Na de prijsvraagaanbesteding is aan aannemer Mateboer de opdracht voor de modernisering aan de Lucernehof verstrekt. Het moderniseringsplan en het ontwerp is in nauwe samenwerking tussen bewonerscommissie, Huurders Belangen Vereniging, OFW, aannemer en architect tot stand gekomen. Vervolgens is het voorgelegd aan welstand en gepresenteerd aan de bewoners. De plannen zijn positief ontvangen. Begin november zijn de bewonersavonden gehouden voor de bewoners van de Lucernehof. Hierna hebbende keuze-bijeenkomsten plaatsgevonden op het kantoor van OFW en is begonnen met de warme opnames bij de huurders thuis. OFW heeft snel akkoord gekregen voor deze modernisering. In november 2011 hadden we al 70 procent van de akkoordverklaringen voor het groot onderhoud van de huurders ontvangen. Inmiddels is dit 100 procent. Ook de kopers zijn meegenomen in alle plannen. Zij hebben ook een voorstel gehad voor het aan laten passen van hun woning. Het staat hun geheel vrij om wel of niet of gedeeltelijk mee te doen. OFW biedt de kopers de mogelijkheid aan om gebruik te maken op kwantumkorting die OFW bij de aannemer bedingt. Dit betekent dat dit een financieel voordeel kan betekenen wanneer een koper meedoet aan het groot onderhoud. In december 2011 is begonnen met de twee proefwoningen, zodat de bewoners kunnen zien hoe de woningen eruit komen te zien. Ook wordt er getest hoe de werkzaamheden aan de andere woningen zo goed mogelijk kunnen worden uitgevoerd. Naar verwachting wordt in maart 2012 gestart met de uitvoering van de modernisering van de andere woningen. OFW en de gemeente zijn bezig met het opstellen van een overeenkomst waarin zaken worden geregeld, waar OFW en de gemeente raakvlakken hebben bij de modernisering en de ingrepen in het openbaar gebied en de verwerving van de grond van de te slopen school de Tamarisk. Samenwerking met: Gemeente Dronten en de klankbordgroep die bestaat uit huurders, huiseigenaren, de Huurders Belangen Vereniging (HBV) en Dorpsbelangen, Mateboer. (beoogd) effect in de toekomst: Het verbeteren van de positie van de Lucernehof door een duurzame kwaliteitsimpuls, zodat de wijk voor de komende 40 jaar een leefbare woonwijk is met een aangenaam woon- en omgevingsklimaat.
ONTRUIMINGEN Doel beleidsplan: Vanaf 2006 een dalende trend in het aantal ontruimingen Prestatie 2011: maximaal 15 ontruimingen vanwege betalingsachterstand. Door een aangescherpt inschrijfbeleid (zie inschrijfbeleid), een intensievere samenwerking intern en extern met onder andere het MDF en het vaker afleggen van huisbezoeken probeert OFW het aantal ontruimingen te beperken. Begin 2009 is een aanvang gemaakt om de werkprocessen van MDF Schuldhulpverlening en OFW beter op elkaar af te stemmen. In 2011 heeft er een evaluatiebijeenkomst met het MDF plaatsgevonden om de samenwerking nog verder te verbeteren. Het MDF gaf in deze bijeenkomst aan dat de samenwerking tussen het MDF en OFW voor hen echt een voorbeeldfunctie heeft omdat deze zo goed loopt. Tijdens de evaluatiebijeenkomst concludeerde MDF dat de huidige economie en de bijbehorende bezuinigingen effect hebben op het toenemen van schulden bij mensen. Er is momenteel veel vaker sprake van multi-problem situaties, waarbij schulden slechts een onderdeel is van de problematiek. De schuldensituatie is verder extremer dan voorheen. Ook worden er steeds meer eigen bijdrages van mensen (ook met inkomen op bijstandsniveau) gevraagd en komen kopers met minder inkomsten snel in de problemen omdat er een tophypotheek is afgesloten.
31
Zeker in tijden van crisis en bezuinigingen is het een uitdaging om mensen binnen boord te houden. En ondanks deze lastige situatie heeft OFW maar tien woningen ontruimd. Daarmee is het aantal gelijk gebleven aan voorgaand jaar. Hiervan zijn vier huishoudens met de noorderzon vertrokken. Dit betreft drie statushouders die vanuit het COA waren gehuisvest. Samenwerking met: MDF budgetbeheer, politie (beoogd) effect in de toekomst: minder aanzeggingen (2011: 34), minder ontruimingen (2011: 10) en mensen een helpende hand bieden om te voorkomen dat ze dakloos worden.
Ontruimingen per jaar 80 72
71
Aangezegd
70
64 59
60
53
Ontruimd wegens betalingsachterstand
50 40
34 29
30 20 12
10
15
7 2
Sleutels ingeleverd
22
20
21
6 3
10 6
9 4
2
10 8
8 0
12
1
10
Sociale overlast 10
0 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
INSCHRIJFBELEID OFW ziet het als haar primaire taak om de zwakke en kwetsbare groepen te huisvesten. Dit staat soms op gespannen voet met het streven naar een leefbare, kansrijke en veilige woonomgeving. Om beide te kunnen waarborgen wordt bij de inschrijving getoetst of iemand (zelfstandig) invulling kan geven aan goed huurderschap. Hierbij wordt aan de hand van een aantal criteria getoetst op betalingsgedrag en woongedrag. Wanneer de informatie aanleiding geeft tot nader onderzoek, vindt er een intakegesprek plaats. Het intakegesprek wordt ook ingezet om woonvoorlichting te geven (bijvoorbeeld voor woningzoekenden uit de MOE landen (Midden en Oost Europa). Het is opvallend dat het percentage woningzoekenden dat op intakegesprek wordt uitgenodigd stijgt. Als blijkt dat aan een of meerdere inschrijfcriteria niet wordt voldaan, kan de woningzoekende in principe niet worden ingeschreven bij OFW. Hier ontstaat een spanning met het bieden van het sluitend vangnet. Daarom maakt OFW een uitzondering voor woningzoekenden die in de gemeente Dronten woonachtig zijn. Voor deze woningzoekenden wil OFW een vangnet bieden, wanneer zij niet voor andere woonruimte in aanmerking kunnen komen. In 2008 is 10,3 procent van alle woningzoekenden op intakegesprek uitgenodigd, in 2009 was dit 11 procent, in 2010 14 procent. In 2011 is 25 procent van alle woningzoekenden voor een intakegesprek uitgenodigd.
32
Vanuit Dronten Van buiten Dronten Aantal intakegesprekken Ingeschreven Ingeschreven onder voorwaarden Niet ingeschreven Aantal ontruimingen tot 1 jaar na aanvang huurcontract
138 92 231 (25%) 96 37 97 1
Een derde van de groep woningzoekenden die we niet hebben ingeschreven, is niet op de intakeafspraak komen opdagen of heeft niet de gevraagde gegevens ingeleverd. Andere redenen van afwijzing zijn bijvoorbeeld geweest: het hebben van een betalingsachterstand bij OFW die nog niet is voldaan, het hebben van een 24-uurs zorgindicatie of het veroorzaken van problemen/ hebben van betalingsachterstanden bij voorgaande verhuurders/corporaties. OFW gaat er bij dit laatste vanuit dat iedere gemeente verantwoordelijk is voor het bieden van een vangnet voor haar eigen inwoners. Voor alle woningzoekenden uit de gemeente Dronten zet OFW zich maximaal in om ze regulier te huisvesten of een vangnet te bieden.
VEILIGHEID OFW hanteert KVW (Keurmerk veilig wonen) als uitgangspunt bij nieuwbouw en modernisering. Dit is onderdeel van het Bouwbesluit en opgenomen in het basisbestek. Voor de overige woningen binnen het bezit van OFW is al eerder veilig hang- en sluitwerk aangebracht. Het aantal inbraken met sporen van braak per jaar bij OFW-woningen is in 2011 lager dan in 2010. Opvallend is wel dat, na drie jaar zonder inbraken met sporen van braak, er in Swifterbant in 2011 zes inbraken met sporen van braak zijn geweest. Ook het aantal incidenten met betrekking tot vernieling en vandalisme waarbij schade is geweest aan woningen van OFW is in Swifterbant hoger dan voorheen.
Veiligheidsincidenten 45 40 35 30 Swifterbant Biddinghuizen Dronten
25 20 15 10 5 0 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2006 2007 2008 2009 2010 2011 inbraak met sporen van braak
vernieling/ vandalisme
33
LEEFBAARHEIDSFONDS Het Leefbaarheidsfonds is op 25 maart 2010 Activiteitencommissie De Werf opgericht (ter ere van ons 40-jarig bestaan in “Met de instemming van de andere bewoners 2009). Bewoners kunnen aanvragen doen voor initiatieven die de leefbaarheid in hun wijk kan en de hulp van OFW is de volière er gekomen. vergroten. In 2011 werd vanuit het De vogeltjes zijn door iemand geschonken. Leefbaarheidsfonds van OFW een bijdrage gedaan Omdat ik vroeger zelf ook vogels gehouden aan leefbaarheidsinitiatieven in de wijken in de heb, pakken wij de verzorging op.” gemeente Dronten. OFW bood bewoners uit de Schelpenbuurt, de Fruithof, seniorencomplex De Werf en Het Tussendek de kans om hun ideeën te verzilveren en daarmee hun buurt te verbeteren. De bewoners van de Schelpenbuurt kregen een budget voor het maken van een social sofa om deze te kunnen plaatsen in het speeltuintje aan de Fuikhoren. De Fruithof kreeg een bijdrage voor het plaatsen van twee picknicktafels en bijbehorende bankjes op het grasveld bij de Fruithof. De Werf kreeg geld voor een volière en het Tussendek kreeg een tweede duwrolstoel.
4.2 Duurzaamheid Duurzaamheid is en blijft een belangrijk speerpunt ondanks alle bezuinigingen. We blijven ons inzetten op onze doelstellingen. Het verlagen van de woonlasten is immers, juist in tijden dat het minder gaat, voor onze doelgroep enorm van belang, want het zijn investeringen die ieder jaar weer een besparing opleveren voor onze bewoners. Daarnaast is OFW van mening dat het denken in termen als investering en lange termijn resultaat meer oplevert dan alleen te kijken naar korte termijn uitgaven. Een integrale aanpak is essentieel. Om die reden houdt OFW in haar besluitvorming rekening met sociaal-culturele, ecologische en economische aspecten. De doelstelling die OFW heeft op het gebied van duurzaamheid is: ‘Alert zijn op de meerjareneffecten van ons handelen op de samenleving waarbij de effecten op het milieu zeker goed worden meegewogen.’ De ambities of prestaties van OFW op het gebied van duurzaamheid zijn verwoord in doelstellingen in het Beleidsplan. Daarnaast conformeert OFW zich ook aan het ‘convenant Energiebesparing Corporatiesector (2008). Dit is een convenant tussen Aedes, de Woonbond en de ministeries van VROM en WWI. Hierin staat een aantal doelstellingen voor energiebesparing. De ambities in dit convenant zijn: Twintig procent energiebesparing in de bestaande voorraad te realiseren door alle corporaties in de periode 2008-2018. Een verlaging van het energieverbruik in de nieuwbouwproductie van vijfentwintig procent per 2011. Dit komt neer op een uitgangspunt van een EPC-norm voor nieuwbouw van 0,6 per 2011 Een verlaging van het energieverbruik in de nieuwbouwproductie van vijftig procent per 2015. Dit komt neer op een uitgangspunt van een EPC-norm voor nieuwbouw van 0,4 per 2015. Bij het treffen van energiebesparende maatregelen door corporaties wordt aansluiting gezocht bij natuurlijke momenten, zoals verhuizing, planmatig onderhoud en ingrijpende woningverbetering/ herstructurering. Door bewustwordings- en voorlichtingscampagnes het gebruikersgedrag beïnvloeden. Het streven bij ingrijpende woningverbetering is energielabel B of minimaal twee klassen in het energielabel.
ENERGIELABELS Doel beleidsplan: In 2012 geen E, F, G labels meer. Deze doelstelling is aangepast naar 2014 in verband met de gewijzigde financiële uitgangspositie van OFW als gevolg van externe ontwikkelingen. In onderstaande grafiek is het woningbezit van OFW zichtbaar per 1 januari 2012 in vergelijking met het woningbezit per 1 januari 2008.
34
Label A B C D E F G Totaal
01-01-2008 274 598 958 1308 735 224 30 4127
01-01-2012 887 869 1178 1126 161 51 11 4283
Hieruit blijkt dat we van 1009 E, F, G labels naar 223 E, F, G labels zijn gegaan.
Energielabels OFW 01-01-2008 F 5%
G 1%
A 7%
B 14%
E 18% D 32%
A B C D E F G
C 23%
Energielabels OFW 01-01-2012 E 4%
F G 1% 0%
A 21%
A B C D E F G
D 26% C 28%
B 20%
Het totaal aantal woningen per 1 januari 2012 wijkt enigszins af van het totaal aantal verhuureenheden vermeld in de kengetallen in het financieel jaarverslag. Dit wordt veroorzaakt doordat er een aantal woningen kamergewijs worden verhuurd en er is sprake van een kleine achterstand met betrekking tot het bijwerken van gegevens. Op 1 januari 2012 zijn er nog 223 woningen met een E, F of G label. Hierin zitten nog 26 woningen met E label, die in de moderniseringsprojecten de Oeverloper en Dronten-Centrum eerste fase zijn verbeterd naar energielabel B of A. Deze projecten zijn in het begin van 2012 afgerond. De overige E,
35
F G labels zijn voor het grootste gedeelte woningen die in de (nabije) toekomst worden gemoderniseerd. Een ander deel van deze woningen heeft het label planvorming of sloop. De ontwikkeling van deze plannen is echter afhankelijk van meerder factoren zoals de samenwerking met de gemeente, eventueel te volgen procedures et cetera. Als laatste is er een groep woningen waarvan de huurder niet mee heeft willen doen aan modernisering of er is sprake van een eigen oude CV-ketel, of mensen willen geen CV-ketel laten plaatsen. Deze laatste groep woningen wordt aangepakt bij verhuizing.
MODERNISERING Doel beleidsplan: OFW verwacht in 2011 een energiebesparing te gaan behalen van 30 procent ten opzichte van 2000. Prestatie 2011: In 2011 gaat OFW 168 gemoderniseerde woningen opleveren. Deze woningen krijgen minimaal een B-label. In 2011 zijn er 83 woningen aan de Oeverloper en 85 woningen in Dronten-Centrum gemoderniseerd. Deze woningen hebben na volledige modernisering van de buiten- en binnenzijde een energielabel A gekregen. De laatste afronding van de Oeverloper heeft begin 2012 plaatsgevonden. 69 eengezinswoningen hebben een A- label en 14 seniorenwoningen hebben een B-label. In het kader van planmatig onderhoud zijn de Hans Engelvaart, wethouder gemeente Dronten volgende energiebesparende maatregelen “De wijk heeft een stuk meer kleur gekregen en genomen: Een grote schilderwerk beurt is uitgevoerd de mensen zijn ook dichter tot elkaar gekomen. aan 616 woningen, hierbij zijn En het mooie is, dat ook de thermostaat een kleurwijzigingen aan voornamelijk graadje lager kan. Dronten heeft een enorme draaiende delen meegenomen. Tevens is metamorfose doorgemaakt, het is als een tijdens deze werkzaamheden op diverse vlinder die ontpopt en De Oeverloper is daar projecten enkel glas vervangen voor HRbeglazing en zijn diverse nieuwe één van.” voordeuren geplaats. Van 8 woningen zijn de houten kozijnen, met on-geïsoleerde beglazingen, vervangen door kunststof kozijnen, ramen en deuren voorzien van HR++ glas en geïsoleerde panelen. In 66 woningen is vloerisolatie aangebracht. In 55 woningen is dakisolatie aangebracht aan de binnenzijde van het dakbeschot op de zolders. Van 20 kopgevels zijn de gevelbekledingen vervangen waarbij tevens de gevelisolatie is verbeterd. Samenwerking met: Diverse aannemers, bewoners en de Huurders Belangen Vereniging (beoogd) effect in de toekomst: Lagere woonlasten en minder CO2-uitstoot, meer wooncomfort voor de huurders, verbetering uitstraling van de wijk. Besparing In de periode 2000-2011 hebben de modernisering van de woningvoorraad, het vervangen van CVketels en het aanbrengen van dak- en vloerisolatie geleid tot een geschatte verlaging van het 3 gasverbruik van bijna twee miljoen m per jaar. Dit is met de huidige gasprijs van 0,60 euro een jaarlijkse besparing van 1,2 miljoen euro op de energielasten van onze huurders. Het gemiddelde 3 gasverbruik per OFW-woning komt hiermee op 1.225 m per jaar. Het gemiddelde energielabel van een OFW-woning is per 1 januari 2012 een C-label.
36
Gem. gasverbruik per woning
OFW energieverbruik gas m3 2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006 Jaar
2007
2008
2009
2010
Uitgedrukt in percentages heeft OFW tot en met 2011 een besparing in gasverbruik behaald van eenendertig procent ten opzichte van het jaar 2000. Hiermee is de doelstelling van het beleidsplan (dertig procent besparing ten opzichte van 2000) reeds gehaald. In het convenant van Aedes, de Woonbond en het ministerie van 2008 is een doelstelling vastgelegd van een besparing van twintig procent in 2018 ten opzichte van 2008. Op basis van de projectie wordt in 2018 negenentwintig procent bespaard op het gasverbruik ten opzichte van 2008, bij gelijkblijvend beleid. Kanttekening daarbij is, dat in de periode 2000 tot 2008 ook al twintig procent is bespaard. Het ‘laaghangende fruit’ zal in de periode tot 2018 dan ook langzamerhand op zijn. We hebben van 20082011 vijftien procent bespaard.
Cumulatieve besparing gasverbruik woningen OFW 45% 40% 35%
= Besparing t.o.v. het jaar
30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 2001 2002 2003 2004 20052006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 20132014 2015 2016
Het milieuaspect van energiebesparing weegt natuurlijk zwaar mee. De besparing in gasverbruik komt neer op een reductie van de CO2-uitstoot van 3834 ton.
37
2011
CO2-uitstoot reductie OFW 4500 ton CO2 per jaar
4000 = Reductie t.o.v. het jaar
3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
NIEUWBOUW Doel beleidsplan: minimaal de helft van de nieuwbouwprojecten dient een EPC-waarde van 0,7 of lager te hebben. Door de verlaging van de EPC-eis per 1 januari 2011 naar 0,6 heeft OFW het beleid vanaf 2011 als volgt aangepast: ieder nieuwbouwproject in de huur dient een EPC-waarde van tien procent onder de wettelijke norm te hebben. Indien mogelijk wordt er gestreefd naar vijfendertig procent onder norm, waarmee groenfinanciering kan worden behaald. Bij nieuwbouw is er altijd sprake van enige vertraging tussen aanvraag bouwvergunning (waarbij de toetsing aan de EPC-norm wordt gedaan) en de oplevering. Prestatie 2011: Alle nieuwbouwwoningen die OFW bouwt in 2011 hebben een EPC-waarde lager dan 0,7. In 2011 is OFW gestart met de bouw van 24 appartementen aan de Fazantendreef (De Wiekslag) in Dronten, 8 appartementen in Biddinghuizen-Centrum en 20 eengezinswoningen in de Bloemenzoom in Swifterbant. De appartementen hebben een EPC-waarde lager dan 0,7 (respectievelijk 0,38 en 0,66). In de appartementen in Biddinghuizen-Centrum is een zogenaamd DemandFlow systeem aangebracht. Dit is een vraaggestuurd ventilatiesysteem dat zorgt voor een optimale luchtkwaliteit zonder dat de bewoner er zelf iets voor hoeft te doen. De ventilatie vindt plaats op basis van CO 2metingen in de woonkamer, keuken, badkamer en slaapkamer(s). Er wordt alleen in die ruimten geventileerd waar het nodig is. De Wiekslag krijgt een innovatief en duurzaam semi-collectief systeem waarbij de woningen verwarmt worden door een collectieve open bron voor warmte en koude opslag in de bodem. De 20 eengezinswoningen in de Bloemenzoom in Swifterbant hebben ook een EPC-waarde lager dan 0,7, namelijk 0,52. Deze EPC wordt onder andere gehaald middels het plaatsen van zonneboilers in alle woningen en zonnepanelen op de hoekwoningen. Samenwerking met: diverse aannemers, architecten, adviesbureaus en E&W installateurs. (beoogd) effect in de toekomst: lagere woonlasten en minder CO2-uitstoot.
38
APPARTEMENTEN FAZANTENDREEF Doel beleidsplan: minimaal de helft van de nieuwbouwprojecten dient een EPC-waarde van 0,7 of lager te hebben. Door de verlaging van de EPC-eis per 1 januari 2011 naar 0,6 heeft OFW het beleid vanaf 2011 als volgt aangepast: ieder nieuwbouwproject in de huur dient een EPC-waarde van tien procent onder de wettelijke norm te hebben. Indien mogelijk wordt er gestreefd naar vijfendertig procent onder norm, waarmee groenfinanciering kan worden behaald. Bij nieuwbouw is er altijd sprake van enige vertraging tussen aanvraag bouwvergunning (waarbij de toetsing aan de EPC-norm wordt gedaan) en de oplevering. Prestatie 2011: OFW gaat starten met de bouw van de appartementen aan de Fazantendreef met een energieconcept dat resulteert in een EPC-waarde van 0,38 OFW bouwt een gebouw met vierentwintig appartementen en een gemeenschappelijke ruimte aan de Fazantendreef. In het appartementencomplex zijn forse duurzaamheidsmaatregelen getroffen om reductie op het gebied van CO2-uitstoot (van 2054 kg/jr naar 491 kg/jr) per appartement en energiebesparing te bewerkstelligen. OFW heeft door ruim onder de geldende norm van een EPCwaarde (energieprestatie coëfficiënt) van 0,8 te blijven, groenfinanciering gekregen. De EPC-waarde is 0,38. Om deze zeer lage EPC-waarde te krijgen voor de woningen (gestapelde bouw) zijn de volgende maatregelen getroffen: Toepassing van een hoogwaardige isolatie van de gevels, daken en vloeren (RC 5-6), Toepassing van vloerverwarming, Toepassing van zonwerend glas, Toepassing van PV-cellen voor opwekking van elektriciteit ten behoeve van de warmtepomp, lift, algemene verlichting en in piekuren ook voor het elektriciteitsgebruik van de bewoners, Plaatsing tien Heatpipes (zonneboilers) op het dak, Toepassing van warmtepompen voor verwarming en warmtapwater per twee of drie woningen voor warm tapwater, Geen gasaansluiting. Daarnaast heeft OFW gekozen voor een duurzaam semi-collectief systeem. In de bodem komt een collectieve open bron voor warmte en koude opslag. Eén warmtepomp en één boilervat worden gedeeld door twee of drie appartementen. De woningen zijn onafhankelijk van elkaar te verwarmen, want elke woning krijgt zijn eigen WTW-ventilatie unit. Hiermee exploiteert OFW de levering van warmte, koeling, warm-tapwater, elektriciteit en ventilatie voor de bewoners van het complex. Het systeem is naast energiezuinig ook bedrijfszeker en klantvriendelijk. De installaties zitten in de technische ruimtes die vanaf de galerijen te bereiken zijn en niet meer in de woning. Voor onderhoud hoeft de bewoner niet meer thuis te blijven. Samenwerking met: Architectenbureau Brink & Fleer, aannemer Groothuis Bouwgroep, adviseur Installect, Van Dorp installatietechniek, RESEP (Renewable and Sustainable Energy Project) (beoogd) effect in de toekomst: minder afhankelijk van de prijs van fossiele brandstoffen, meer comfort, goed binnenklimaat en minder CO2-uitstoot.
GRAAFSCHAP BIDDINGHUIZEN Prestatie 2011: Onderzoeken of een houtpallet kachel mogelijk is in de nieuw te bouwen appartementen in de Graafschap in Biddinghuizen. In de nieuwe uitbreidingswijk de Graafschap in Biddinghuizen kan OFW vijfentwintig startersappartementen realiseren. OFW heeft de mogelijkheden voor een houtpalletkachel in het appartementencomplex in de Graafschap onderzocht. De exploitatie is niet rendabel voor het relatief kleine complex. Voor het appartementencomplex is door architect Looman uit Zeewolde een voorlopig ontwerp gemaakt. Dit duurzame ontwerp gaat uit van het Passief Huis-concept. De voorbereiding van dit project is opgestart. OFW heeft als uitgangspunt dat zij gaat bouwen indien ook andere partijen starten met de uitvoering. Samenwerking met: architect Looman (beoogd) effect in de toekomst: minder CO2-uitstoot.
39
ENERGIELABEL Prestatie 2011: OFW zal de opname van het energielabel in de woningwaardering conform de gewijzigde wet- en regelgeving voorbereiden en uitvoeren. De waardering van energielabels in het Woningwaarderingsstelsel (WWS) is per 1 juli 2011 ingegaan. OFW heeft dit gelijk doorgevoerd. Dat het energielabel onderdeel is van het woningwaarderingsstelsel kan Huurder mevrouw Zwanikken betekenen dat energiezuinige woningen meer punten “Onze woning is onlangs gemoderniseerd krijgen dan onzuinige woningen. Dit kan leiden tot een waardoor we profiteren van een hoger verandering van de maximale huurprijs. Dit heeft echter in energielabel, maar het is ook een kwestie de meeste gevallen geen gevolgen voor de feitelijke van zuinig aan doen.” huurprijs, omdat deze meestal aanzienlijk onder de maximale huurprijs ligt. De nieuwe waardering stimuleert het treffen van energiebesparende maatregelen. OFW, die het besparen van energie om de woonlasten te beperken als uitgangspunt heeft, is hier blij mee. Huurders van OFW zijn persoonlijk vόόr 1 mei geïnformeerd, gelijktijdig met aankondiging van de huurverhoging over het energielabel als onderdeel van de woningwaardering. Samenwerking met: (beoogd) effect in de toekomst: een energetisch verbeterde bestaande woningvoorraad.
KLIMAATCAMPAGNE 10:10 Prestatie 2011: OFW doet mee aan de klimaatcampagne 10:10. 10:10 is een grote klimaatcampagne met als doel CO2-uitstoot in één jaar met tien procent te verminderen, beginnend in 2010. Meedoen aan 10:10 betekent een verbintenis aangaan om tien procent te verminderen in de vier sleutelgebieden van je footprint: elektriciteit, brandstof verbruik voor verwarming, wegtransport en vliegverkeer. 10:10 viert alle successen, dus ook als het maar drie procent is. OFW heeft in 2011 meegedaan aan dit initiatief. Kantoor Het gemoderniseerde kantoor van OFW is veel duurzamer. Voor het kantoorgebouw van OFW is uitgegaan van de laatste bekende verbruiken vóór de verbouwing van het kantoor, en deze zijn 2 2 vertaalt naar verbruiken per m . Er is zestig procent energiebesparing per m vloeroppervlak gehaald. 2 Ook de tien procent elektriciteitsbesparing per m vloeroppervlak is gehaald. De opbrengst van de PVpanelen op het dak hebben een gunstig effect. De opbrengst is ongeveer 6.800 kWh per jaar. In april 2011 is het Metsens meetsysteem in gebruik genomen. De maand-, dag- en uur-verbruiken van de gas- en elektriciteitsmeters zijn vanaf dan beschikbaar via internet. De inrichting van deze metingen gaf de nodige aanloopproblemen. Op basis van deze meetgegevens wordt nader onderzocht hoe de verwarming-, ventilatie- en koelinstallaties nog beter in- en afgeregeld kunnen worden (met name buiten kantooruren). Besparing brandstof Op basis van de kilometerstanden van Transscope is gebleken dat de standen in 2009 onvoldoende betrouwbaar zijn. In augustus/september 2010 zijn de registratieboxen in alle auto’s vervangen, waardoor er nu geen betrouwbare vergelijking mogelijk is. In de toekomst blijft een actieplan moeilijk, omdat het aantal gereden kilometers sterk afhangt van verhuuractiviteiten, reparatieverzoeken en projecten in uitvoering en dus wat lastiger is te beïnvloeden. Huurders De actie die OFW voor haar huurders heeft opgestart, is dat bewoners die tien procent per jaar besparen op gas en/of elektra een LED-lamp cadeau wordt gegeven. Bewoners moeten hiervoor verbruikgegevens aanleveren. Hierdoor krijgt OFW tevens inzicht in het daadwerkelijk energiegebruik. Ondanks regelmatige publiciteit deden maar zeven bewoners mee. De winnaar bespaarde maar liefst 30 procent. Samenwerking met: bewoners, EffectiveWorld B.V. (beoogd) effect in de toekomst: CO2-uitstoot verminderen.
40
FSC Doel beleidsplan: convenant aangaan met FSC-Nederland voor gebruik van hout en houtproducten uit verantwoord beheerde bossen. Prestatie 2011: Conform de partnerovereenkomst met FSC, actief de doelstellingen realiseren. FSC bevordert milieuvriendelijk, sociaal verantwoord en economisch rendabel beheer van de bossen wereldwijd. OFW heeft een partnerovereenkomst met FSC gesloten. Als FSC-partner zet OFW zich met het FSC-netwerk actief in om de doelstellingen van FSC (Nederland) te realiseren. Voor 2011 heeft OFW de volgende doelen gerealiseerd: OFW werkt conform haar bouwbestekken. Wij hebben in onze bestekken opgenomen dat er FSC-hout moet worden toegepast waar dit van toepassing kan zijn, zowel voor nieuwbouwals moderniseringsprojecten. Daardoor wordt nu in al onze projecten FSC-hout gebruikt. Voor onderhoudswerkzaamheden die door de eigen (OFW) serviceonderhoud-medewerkers worden uitgevoerd, wordt alleen nog FSC-gecertificeerd hout en FSC-gecertificeerde houtproducten toegepast. Er is een voorlichtingsbijeenkomst over FSC geweest voor alle medewerkers van OFW. Tijdens deze bijeenkomst is eerst een inleiding gegeven over de bossen en wat ontbossing betekent voor Nederland en de wereld. Daarna is er ingegaan op het partnerschap van OFW en FSC. OFW heeft afgesproken om alleen maar FSC-hout en houtproducten te kopen en te verwerken. Het is voor ons belangrijk dat de keten van aankoop en verwerking honderd procent te volgen moet zijn, de zogenaamde Chain of Custody. De timmerfabriek moet bijvoorbeeld het FSC-hout wat hij wil verwerken duidelijk apart houden van gewoon hout. In het algemeen is FSC-hout goed verkrijgbaar. Door de grote verscheidenheid aan houtsoorten bestaat het gevaar dat wij als opdrachtgever een bepaalde houtsoort voorschrijven, die op dat moment net niet leverbaar is. Vaak zijn er andere gelijkwaardiger houtsoorten dan wel verkrijgbaar. Helaas is nog maar een klein percentage van het hout wat wereldwijd wordt gekapt en verhandeld FSC-hout, dus daar is nog een lange weg te gaan. OFW wil als opdrachtgever het goede voorbeeld geven door zich duidelijk te profileren en alleen maar FSC- hout voor te schrijven. Er is een communicatieplan opgesteld voor de bijeenkomst met leveranciers/relaties en de communicatie richting lokale media. In 2012 wordt gestart met de uitvoering. OFW is in 2011 genomineerd voor de FSC-opdrachtgever award. De prijs wordt uitgereikt aan opdrachtgevers van projecten of activiteiten die impact hebben op de naamsbekendheid of het marktaandeel van FSC. OFW wil actief invulling geven aan het begrip duurzaamheid en vindt het gebruik van FSC-gecertificeerde producten dan ook erg belangrijk. OFW past gecertificeerde producten consequent toe bij haar nieuwbouw- en moderniseringsprojecten. Ook de papierstroom is volledig FSC-gecertificeerd. De communicatie gaat ook letterlijk verder: als lid van de werkgroep Fair Trade gemeente Dronten wordt ook dat kanaal gebruikt om de FSC-boodschap breder te trekken dan alleen de eigen bewoners en organisatie. Naast OFW waren ook de Milieudienst West-Holland en de Gemeente Middelburg genomineerd. Beide kandidaten tekenden net als OFW het FSC-convenant en tonen hiermee hun bereidheid tot het bijdragen aan het gebruik van verantwoord vervaardigde hout- en papierproducten. De Gemeente Middelburg won de prijs en mocht de award in ontvangst nemen. Samenwerking met: FSC-Nederland. (beoogd) effect in de toekomst: behoud van bossen.
DUURZAME INKOOP Prestatie 2011: In 2011 gaat OFW een duurzaamheidschecklist voor de inkoopfunctie ontwikkelen. OFW is begonnen met het opstellen van een duurzaamheidschecklist voor de inkoopfunctie en het toetsen van leveranciers op basis van deze duurzaamheidschecklist. In de praktijk wordt bij het inkopen van artikelen al een duurzame afweging gemaakt. Samenwerking met: (beoogd) effect in de toekomst: CO2-uitstoot verminderen.
41
INTERNE DUURZAAMHEID Naast een duurzame woningvoorraad vindt OFW interne duurzaamheid belangrijk. Interne duurzaamheid gaat over alle aspecten die te maken hebben met onze hulpmiddelen en ons kantoor. OFW heeft al veel gedaan aan interne duurzaamheid. In 2011 is interne duurzaamheid nog verder doorgezet. De volgende doelen zijn behaald of verder uitgewerkt: -
-
-
Wij hebben een pilot gedaan met het versturen van digitale nieuwsbrieven bij een moderniseringsproject. De uitkomsten hiervan waren positief. In 2012 worden er voor alle projecten zoveel mogelijk nieuwsbrieven digitaal verstuurd. OFW heeft ‘mijn OFW’ verder ontwikkeld, zodat huurders in 2012 ook hun wooninformatie online kunnen vinden. OFW heeft eind december 2011 op haar kantoor een drietal windturbines geplaatst voor het opwekken van elektriciteit. Hiermee start OFW een pilot met windenergie. Door middel van een kWh-meter wordt op uur-basis gemeten wat de opbrengst aan energie is van de windturbines. Als de opbrengst rendabel is, overweegt OFW om de windturbines ook te plaatsen op andere gebouwen. Op deze manier kan er nog meer gebruikgemaakt worden van duurzame energie in plaats van fossiele bronnen. De verwachte jaaropbrengst die door de fabrikant is opgegeven, is 1000 kWh. Doordat de windturbines er nog maar kort staan, is een nauwkeurige schatting nog niet mogelijk. De eerste twee maanden laten nog maar een opbrengst van 300 kWh zien. Na een jaar kunnen we definitief uitsluitsel geven over de voordelen van windturbines. In het dorp zijn de windturbines wel opgevallen. OFW heeft vele reacties ontvangen. Naast de drie windturbines heeft OFW ook achtendertig zonnepanelen op het dak van haar kantoor. Ook hiervoor wordt met een kWh-meter de energieopbrengst gemeten. De gemeten jaaropbrengst van september 2010 tot september 2011 is 6950 kWh conform de verwachte opbrengst.
WINNAAR THEMAPRIJS GLAZEN HUIS: DUURZAAMHEID Landelijke erkenning voor de integrale toepassing van Jury Glazen Huis duurzaamheid kregen we met de toekenning in 2011 van de Themaprijs ‘verantwoorden over duurzaamheid’ “OFW heeft op alle onderdelen van haar van het Glazen Huis voor ons jaarverslag van 2010. In functioneren als woningcorporatie 2010 won OFW ook deze prijs voor het jaarverslag van aandacht voor duurzaamheid en laat zien 2009. dat daar meer voor nodig is dan enkel het Volgens juryvoorzitter Jan Terlouw stak OFW met kop thema belangrijk maken en en schouders uit boven alle 125 inzendingen. Het is voor het tweede jaar op rij dat OFW de prijs in de wacht vooruitkijken.” sleept. Volgens de jury is duurzaamheid bij OFW integraal doorgevoerd, waardoor het veel meer is dan een prestatieveld. OFW heeft in het juryrapport op alle onderdelen van haar functioneren als woningcorporatie aandacht voor duurzaamheid en laat zien dat daar meer voor nodig is dan enkel het thema belangrijk maken en vooruitkijken. Ook op het gebied van voorbeeldfuncties liet de jury weten dat OFW een voorbeeld is voor de rest van de woningcorporaties als het gaat om duurzaamheid. De enige aanbeveling was het gebruik van een digitaal verslag. Voor het jaarverslag 2011 is dit gerealiseerd.
ZONNEBOILERS OFW plaatste in 2011 zestig zonneboilers. Begin november 2010 kregen 500 huurders van OFW een brief met het aanbod om een zonneboiler te laten plaatsen. Deze woningen werden geselecteerd vanwege hun gunstige ligging op het zuiden, waardoor zonne-energie goed benut kan worden. Daarna volgde er een voorlichtingsavond. Uiteindelijk maakten 60 huishoudens gebruik van het aanbod. Voor de installatie betalen huurders een huurverhoging van zes euro per maand. De 3 verwachte besparing is ongeveer 150m gas per jaar. Met de huidige gasprijs is dit zo’n 100 euro per jaar. Deze besparing loopt naar verwachting steeds verder op door de steeds duurder wordende energie. OFW had voor dit project subsidie ontvangen waardoor het plaatsen van zonneboilers rendabel werd. De overheid heeft later helaas besloten deze subsidie terug te trekken, terwijl het project al volop in uitvoering was. OFW heeft hier een bezwaarschrift over ingediend. Om de bewoners in ieder geval niet teleur te stellen, hebben we het project toch voortgezet.
42
4.3 Alle doelgroepen onder dak De primaire taak van een woningcorporatie is het huisvesten van de doelgroep. Deze doelgroep is qua samenstelling zeer divers. OFW heeft zichzelf als doel gesteld om de omvang en de samenstelling van de woningvoorraad af te stemmen op de huidige en toekomstige vraag van verschillende klantgroepen. Hier kan een spanningsveld ontstaan; enerzijds het huisvesten van (onder andere) zwakke en kwetsbare groepen en anderzijds het creëren van een kansrijke woonomgeving. OFW speelt qua nieuwbouw in op de marktvraag. Dit betekent in de gemeente Dronten bouwen voor senioren, jongeren en een- en tweepersoonshuishoudens.
CONVENANT GEMEENTE DRONTEN - OFW Prestatie 2011: Starten met overleg over de actualisatie van het convenant en de prestatieafspraken tussen gemeente en OFW. De gemeente Dronten en OFW hebben in 2002 een convenant getekend (het convenant 'Volkshuisvesting Dronten 2002-2010'). Hierin is vorm gegeven aan de strategische samenwerking tussen beide partijen ten behoeve van de lokale volkshuisvesting. Als nadere uitwerking van dit convenant zijn prestatieafspraken gemaakt en aangevuld met korte termijn afspraken voor 20082009. De termijn van het convenant en prestatieafspraken is inmiddels afgelopen. Veel punten uit het convenant zijn nog actueel en daar wordt ook naar gewerkt. Het convenant en de hieruit voortvloeiende prestatieafspraken worden geactualiseerd. De gemeente Dronten wilde echter eerst de Woonvisie en het collegeprogramma vaststellen. De (inmiddels vastgestelde) nieuwe Woonvisie van de gemeente Dronten zal input zijn voor het nieuwe convenant. De gemeente en OFW zijn in 2011 het overleg gestart om tot een geactualiseerd convenant met bijbehorende prestatieafspraken te komen. Er is een eerste concept opgesteld wat in 2012 verder wordt besproken. Adviseur Companen is door beide partijen betrokken om dit traject te begeleiden. Samenwerking met: gemeente Dronten, Companen. (beoogd) effect in de toekomst: een duurzame samenwerking.
WONINGMARKT Vanaf 1 januari 2011 is de ministeriële regeling ingegaan dat corporaties minimaal 90 procent van de woningen met een huurprijs tot 652,52 euro (prijspeil 1 januari 2011) moeten verhuren aan huurders met een inkomen (van het huishouden) van maximaal 33.614 euro. Er is een marge van tien procent van de toewijzingen bij nieuwe verhuringen voor huurders met een inkomen boven deze grens. OFW heeft hiervoor nieuw beleid opgesteld. Het effect van dit beleid is dat woningzoekenden met een inkomen van 38.000 euro of hoger zich niet meer kunnen inschrijven als woningzoekende voor een sociale huurwoning (tot 652,52 euro). Het effect van deze ministeriële regeling op de woningmarkt van Dronten is nog onduidelijk. OFW verwacht niet dat het aantal woningzoekenden voor een sociale huurwoning daalt, mede door de economische ontwikkelingen. Tot nu toe laat de vraag naar sociale huurwoningen in de gemeente Dronten een stijgende lijn zien.
43
Woningzoekenden per type woning 2000 1800 1600 1400 1200
Studenten/kamers
1000
Kleine huishoudens/appar. Seniorenwoning
800
Eengezinswoning 600 400 200 0 2000
2002
2004
2006
2008
2010
2012
Het totaal aantal woningzoekende is met 5 procent toegenomen, terwijl het nieuwe aantal inschrijvingen in 2011 (923 woningzoekenden) lager is dan de afgelopen drie jaar (2008: 997, 2009: 1048, 2010:1059). Het totaal aantal woningzoekenden neemt onder andere toe vanwege de lagere uitstroom doordat er minder nieuwbouw is opgeleverd en dat er minder verhuizingen plaatsvinden.
SOCIALE HUURWONINGEN Doel beleidsplan: realiseren afspraken convenant met gemeente: bij nieuwbouw 20-30 procent sociale huurwoningen en meer daar waar de markt er om vraagt. OFW houdt de ambitie om in iedere nieuwe wijk 25-30 procent sociale huur- en/of koopwoningen te bouwen. Dit is in eerste instantie om gedifferentieerde nieuwe wijken te creëren. Daarnaast geeft het de mogelijkheid om oudere huurwoningen te verkopen waardoor ook de oudere huurwijken een gedifferentieerde opbouw krijgen. Als laatste geeft het de mogelijkheid om voor starters op de woningmarkt een aanbod te creëren; de sociale koopwoning. In 2011 heeft OFW geen nieuwbouwwoningen opgeleverd. Wel is er in 2011 gestart met de nieuwbouw van acht startersappartementen aan de Cultuursingel in Biddinghuizen. Voor huurders onder de 23 jaar en met een inkomen lager dan 21.625 euro, past OFW voor de tweekamerappartementen een korting toe op de huurprijs, zodat de huurder recht heeft op huurtoeslag. Op deze manier zijn de appartementen ook bereikbaar voor jongeren onder de 23 jaar. Daarnaast is OFW in 2011 gestart met de nieuwbouw van 20 eengezinswoningen in de huur in de Bloemenzoom in Swifterbant en een appartementencomplex met 24 appartementen en een recreatieruimte voor woongroep De Wiekslag aan de Fazantendreef in Dronten. Alle woningen worden in 2012 opgeleverd.
WONINGBEZIT OFW heeft op 31 december 2011 4886 verhuureenheden in haar bezit. Het woningbezit (exclusief verzorgingseenheden en de 280 studenteneenheden) van OFW is als volgt opgebouwd:
44
Woningtypen
1%
0%
eengezinswoningen 17% 3% 1%
grote eengezinswoningen
1%
appartement kamer (Hogerhuis L/R)
11% 65%
levensloopwoning MIVA
1%
seniorenwoning studentenkamer twee-kamerwoning
Hierbij is er verschil tussen de kamers en de studentenkamers. De kamers zijn de onzelfstandige appartementen in het Hogerhuis , de studentenkamers zijn de kamers in de opgedeelde eengezinswoningen. Naast het reguliere woningbezit heeft OFW nog een aantal andere objecten. Object Verzorgingshuiseenheden CAH-studenteneenheden Garages Wooneenheden verhuurd aan een stichting voor begeleid (zelfst.) wonen Gezondheidscentra Verloskundigenpraktijk Bedrijfsruimte Ontmoetingscentrum Maatschappelijke ruimtes bij de WoonArk totaal
Aantal 76 280 171 102 3 1 8 3 5 649
Van de bedrijfsruimten wordt één ruimte verhuurd aan ROC Flevoland en één ruimte wordt verhuurd ten behoeve van crisisopvang. De volgende stichtingen vinden met betrekking tot wonen en zorg onderdak bij OFW: -
Coloriet Vitree Triade Kwintes ’s Heerenloo Philadelphia Interakt Contour Stichting studentenvoorzieningen CAH
45
TOEWIJZINGSBELEID Prestatie 2011: OFW zal bij woningtoewijzing de inkomens van toekomstige huurders gaan vaststellen en beleid formuleren voor de huurders met een inkomen van meer dan 33.614 euro. Met ingang van 2011 gelden Europese regels voor de toewijzing van woningen door woningcorporaties. Corporaties moeten minimaal 90 procent van de vrijkomende sociale huurwoningen toewijzen aan huishoudens met een bruto (verzamel)inkomen lager dan 33.614 euro per jaar. Een sociale huurwoning is een huurwoning met een huurprijs lager dan 652,52 euro. Woningcorporaties moeten de regelgeving invoeren omdat het niet navolgen van deze wet ervoor zorgt dat zij sancties opgelegd krijgen. Dit betekent dat er geen staatssteun meer wordt gegeven en daardoor toekomstige financiering voor bijvoorbeeld nieuwbouwwoningen moeilijker wordt. OFW heeft een beleidsstuk voor de toewijzing van de verschillende inkomensgroepen opgesteld. Dit beleidsstuk is voor advies voorgelegd aan de Huurders Belangen Vereniging van OFW. Op 3 juli 2011 heeft de Huurders Belangen Vereniging uitgesproken hiermee akkoord te gaan. In het kort wordt als volgt met de toewijzingsnorm van 33.614 euro omgegaan: Huurders met een inkomen tot 33.614 euro kunnen zondermeer een woning toegewezen krijgen. Huurders met een inkomen boven 33.614 euro en tot 38.000 euro kunnen ook in aanmerking komen voor een huurwoning met een huur onder 652,52 euro. Hiervoor wordt de tien procent marge, zoals opgenomen in de regeling, gebruikt. OFW registreert de inkomens bij toewijzing en volgt de ontwikkeling maandelijks. Indien de tien procent marge dreigt te worden overschreden stuurt OFW bij en worden er geen woningen meer aan deze groep toegewezen in die maand. Huurders met een inkomen boven 38.000 euro komen in principe niet in aanmerking voor een huurwoning met een huur tot 652,52 euro. Alleen in bijzondere situaties wordt een hardheidsclausule toegepast. Samenwerking met: Huurders Belangen Vereniging. (beoogd) effect in de toekomst: voldoen aan wetgeving en woningen beschikbaar houden voor de doelgroep. * alle bovengenoemde bedragen zijn op prijspeil 1 juli 2011
WOONZORGCENTRUM SWIFTERBANT Doel beleidsplan: beleidsterrein maatschappelijk vastgoed verder ontwikkelen en door middel van verslaglegging verantwoorden. Prestatie 2011: In overleg met andere partijen zoeken naar een locatie voor een voorzieningencluster in Swifterbant. Het huisvesten van senioren is onderdeel van de primaire taak van OFW. Na de realisatie van de WoonArk in Dronten en De Tas in Biddinghuizen heeft OFW de ambitie om ook in Swifterbant een woonzorgzone te realiseren op rollatorafstand van de voorzieningen. De bedoeling is om de woonzorgzone in combinatie met andere voorzieningen te realiseren. In Swifterbant is een kerngroep actief die zich bezighoudt met een oriëntatie op het voorzieningenniveau van het dorp in de toekomst. In de kerngroep participeren de gemeente, vertegenwoordigers uit het dorp, stichting Coloriet en OFW. Gesproken wordt over een MFG en ouderenhuisvesting (met zorgdiensten). In de kerngroep is met name gesproken over mogelijke locaties en welke voorzieningen moeten worden ondergebracht. OFW heeft stedenbouwkundig uitgezocht welke locaties geschikt zijn voor een woonzorgzone en hoeveel woningen op die locaties gerealiseerd kunnen worden. Een aantal opties is voorgelegd aan de wethouder. Begin 2011 heeft de kerngroep in samenwerking met ICS het rapport ‘Bruisend Swifterbant’ uitgebracht over de haalbaarheid van een woonzorgzone/ MFC in Swifterbant. In opdracht van de gemeente heeft ICS daarop volgend een ‘haalbaarheidsonderzoek MFC Swifterbant’ uitgevoerd. Dit rapport is in januari 2012 gepresenteerd aan de klankbordgroep, waar OFW in deelneemt. OFW zal het rapport en de ontwikkeling op haalbaarheid beoordelen. Door de gemeente wordt OFW niet als enige ontwikkelaar gezien. Samenwerking met: De gemeente Dronten, dorpsvertegenwoordigers, stichting Coloriet.
46
(beoogd) effect in de toekomst: Het voorzieningenniveau wordt in stand gehouden waardoor Swifterbant aantrekkelijk blijft voor (nieuwe) bewoners.
SLUITEND VANGNET Prestatie 2011: Een debat organiseren met relevante stakeholders over het sluitend vangnet. OFW heeft als kerntaak het huisvesten van mensen die zwak staan op de woningmarkt. Daarbij heeft OFW ook een taak als het gaat om huisvesting van mensen met financiële, verstandelijke of sociaalpsychologisch/psychiatrische problemen. Bij inschrijving wordt een woningzoekende aan de hand van een aantal criteria op goed huurderschap getoetst. Woningzoekenden uit de gemeente Dronten die niet aan alle criteria voor inschrijving kunnen voldoen, kunnen onder bepaalde voorwaarden toch worden ingeschreven. Het gaat dan vaak om die groep mensen met financiële, verstandelijke of sociaal-psychologisch/psychiatrische problemen. In een dergelijk geval beziet OFW of zelfstandig huren, eventueel onder begeleiding mogelijk is. Waar nodig betrekt OFW hulpverlenende instanties uit de regio. In een begeleidingsovereenkomst bij het huurcontract worden dan afspraken gemaakt tussen de huurder, de betrokken hulpverlenende instanties (schuldhulpverlening, woonbegeleiding, maatschappelijk werk, et cetera) en OFW, over de begeleiding. Er is een goed contact met diverse instellingen. Zo is er een gesprek geweest met TACTUS, GGZ, Kwintes en MDF. Door veranderende wetgeving, verschuivingen in de zorg en bezuinigingen van het Rijk en de gemeente wordt de groep mensen die zelfstandig woont, maar hier moeite mee heeft, groter. OFW gaat daarom graag het gesprek aan met de zorg, de hulpverlenende instanties, de gemeente en de GGD om het sluitend vangnet verder vorm te geven. OFW heeft in 2011 de voorbereidende werkzaamheden getroffen door intern het proces door middel van Brown Papersessies in kaart te brengen. In 2012 wil OFW samen met de GGD en de gemeente Dronten een bijeenkomst organiseren met als doel het verder vormgeven van het sluitend vangnet. Samenwerking met: gemeente Dronten, GGD, verschillende hulpverlening- en zorginstellingen, MDF. (beoogd) effect in de toekomst: gezamenlijk bieden van een sluitend vangnet voor mensen die niet kunnen worden gehuisvest in het reguliere proces, met behoud van een kansrijke woonomgeving.
COA Doel beleidsplan: taakstelling COA huisvesten. Prestatie 2011: Realiseren taakstelling van het COA. Aan de taakstelling van 2011 is niet voldaan. Er is één statushouder te weinig gehuisvest. In totaal zijn over de periode januari tot en met december 2011 negentwintig asielzoekers gehuisvest. Voor twee woningen waren geen kandidaten beschikbaar. De trend is dat de aanvraag vooral alleenstaanden betreft. Daardoor zijn er meer woningen nodig om hetzelfde aantal te kunnen vestigen. Het aantal woningen voor alleenstaanden is beperkt. Samenwerking met: gemeente Dronten, COA, Stichting Vluchtelingenwerk. (beoogd) effect in de toekomst: voldoende uitstroom uit asielzoekerscentra voor mensen die een status hebben gekregen zodat ze zelfstandig een leven kunnen opbouwen in Nederland. Daarnaast het voldoen aan de gemeentelijke taakstelling.
KERNVOORRAAD Doelstelling beleidsplan: minimaal 95 procent van het woningbezit van OFW valt binnen de kernvoorraad. De kernvoorraad wordt gedefinieerd als de voorraad woningen die onder de relevante (voormalig aftoppings-)grenzen van de huurtoeslag vallen. De doelstelling is ook in 2011 behaald.
47
< minimale huurprijs Minimale huurprijs – jongeren Jongeren – 1&2 persoonshuishouden 1&2 persoonshuishouden meerpersoonshuishouden Meerpersoonshuishouden – maximale huurtoeslaggrens > Maximale huurtoeslaggrens (664,66)
2007 3% 11%
2008 3% 10%
2009 3% 10%
2010 2% 10%
2011 2% 9%
2012 2% 9%
71%
70%
71%
68%
68%
68%
12%
13%
13%
14%
15%
15%
3%
3%
3%
6%
6%
6%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
Door nieuwbouw en modernisering gaat de gemiddelde huur van een woning van OFW omhoog. 95,7 procent van de woningen valt onder de relevante huurtoeslaggrenzen (hebben een huur waarbij bij toewijzing nog huurtoeslag kan worden aangevraagd door de betreffende doelgroep). Hierbij is gekeken naar de netto huur (exclusief servicekosten). Bij de seniorenappartementen bij de WoonArk is uitgegaan van de maximale huurtoeslaggrens als relevante huurtoeslaggrens. Bewoners hebben dan toch recht op huurtoeslag in verband met de leeftijd 65+. Drie woningen hebben een huur hoger dan de maximale huurgrens van de huurtoeslag (664,66 euro).
NIEUWE VERHURINGEN In 2011 heeft OFW 366 huishoudens geholpen aan een woning. De grootste groep huishoudens bestond uit één persoon (62,6 procent).
Huurprijs tot aftoppingsgrens Huurtoeslag Huurprijs boven relevante aftoppingsgrens Huurtoeslag
Eenpersoonshuishouden Tweepersoonshuishouden 3 of meerpersoonshuishouden
Inkomen onder de huurtoeslaggrens 231
Overige huishoudens
38
20
< 65 199 56 61
30 20 0
77
> 65
De overheid heeft op basis van Europese regelgeving beslist dat woningcorporaties per 1 januari 2011, minimaal 90 procent van hun sociale huurwoningen (met een huurprijs van maximaal 664,66 euro) moet verhuren aan mensen met een jaarinkomen van minder dan 33.614 euro (bruto per huishouden). Er mag maximaal tien procent van de sociale huurwoningen worden verhuurd aan mensen met een jaarinkomen dat hoger ligt dan de inkomensgrens van 33.614 euro. In 2011 heeft OFW 7,8 procent van haar woningen verhuurd aan mensen met een inkomen hoger dan 33.614 euro.
VERKOOP De verkoop van bestaande huurwoningen draagt bij aan het creëren van gemengde wijken, maar voorziet ook in de vraag naar sociale koopwoningen. Daarnaast heeft OFW de verkoop nodig om onrendabele investeringen te financieren en is de verkoop van bestaand bezit nodig om het bezit te kunnen vernieuwen met nieuwe woningtypen die aansluiten op de vraag van de nieuwe doelgroepen. In 2011 zijn minder woningen verkocht dan begroot. In de begroting 2011 is uitgegaan van de verkoop van 35 bestaande woningen. In totaal zijn er in 2011 zestien woningen verkocht. Op 31 december 2011 staan 21 woningen te koop.
48
Gerealiseerde verkopen
Bestaand verkoopplan Verkopen op termijn totaal
2007 26
2008 34
2009 29
2010 35
Te verkopen 2011 16
411 110
26
34
29
35
16
521
De koopwoningmarkt is door de kredietcrisis en de daaropvolgende economische recessie verslechterd. Dit wordt ook in de sociale koop gevoeld. Woningen staan lang te koop. Hierdoor is de huurderving fors toegenomen. Om deze reden is er ook afgelopen jaar voor gekozen een aantal woningen uit de verkoop te halen en opnieuw te verhuren. OFW heeft in 2011 negen woningen uit de verkoop gehaald en tijdelijk teruggebracht in de sociale huur. OFW heeft 110 woningen gelabeld voor verkoop op termijn. Deze woningen worden na oplevering van nieuwbouw in de omgeving of met de modernisering aan de huidige huurders te koop aangeboden. Reden hiervoor is bijvoorbeeld dat verkoop voor modernisering de uitvoer van groot onderhoud moeilijker maakt. OFW vindt het ook belangrijk dat de toekomstige koopwoningen er goed bij staan in verband met de uitstraling van de wijk. Indien de woning wordt verkocht voor modernisering is er een kans dat de nieuwe bewoner geen financieringsmogelijkheden heeft voor het opknappen van de woning.
KORTING JONGE HUURDERS Jongeren onder de 23 jaar kunnen alleen huurtoeslag aanvragen voor woningen met een huurprijs tot maximaal 361,66 euro. OFW vindt dat jongeren niet onevenredig lang op een woning moeten wachten in vergelijking met andere woningzoekenden. OFW wil wel goed opletten waar zij haar middelen in investeert. Het ligt voor de hand dat de onrendabele investering aanmerkelijk hoger is als de huur laag is. Daarom heeft OFW naar een manier gezocht om de jongeren te helpen aan woonruimte, maar de grote onrendabele investering te beperken. Hierin is zij geslaagd. Jongeren die per jaar minder verdienen dan 21.625 euro (bruto), jonger zijn dan 23 jaar en in een nieuw te bouwen appartement van OFW gaan wonen, krijgen een korting op de huurprijs. Zodra de jongere 23 jaar wordt, wordt de korting opgeheven. Vanaf deze leeftijd kan de huurder namelijk huurtoeslag krijgen over een hoger huurbedrag namelijk maximaal 517,61 euro. OFW hoopt ook haar aanbod van woningen voor jongeren uit te kunnen breiden door in de toekomst nieuw te bouwen.
VERHUUR BRIES OFW heeft de appartementen van appartementencomplex Bries, naast verkoop tevens beschikbaar gesteld voor verhuur.
APPARTEMENTEN PHILADELPHIA OFW heeft ten behoeve van stichting Philadelphia Zorg drie woningen grondig verbouwd tot zes appartementen voor zelfstandig wonen, waarbij 24-uurs zorg nog wel mogelijk is. Deze worden gebruikt voor de huisvesting van cliënten die behoefte hebben aan een eigen woonruimte.
49
4.4 Kwaliteit en keuze OFW streeft naar een grote klanttevredenheid. De doelstelling die we daarvoor hebben geformuleerd, is gericht op de kwaliteit van de dienstverlening. Een goede dienstverlening bestaat uit het bieden van keuzemogelijkheden, een goede communicatie, een adequate informatievoorziening en een optimaal klantproces. De doelstelling die OFW heeft geformuleerd, is het optimaliseren en uitbreiden van de dienstverlening aan huurders en woningzoekenden.
KWH Doel beleidsplan: bij de KWH-meting te behoren tot bij de 25 procent beste corporaties en/of gemiddeld een acht te scoren. Prestatie 2011: behouden van het KWH-huurlabel. Activiteiten 2011: in 2011 zijn we er wederom weer in geslaagd het KWH-huurlabel te behouden. De volgende resultaten zijn behaald: Labelonderdeel
Eindresultaat Huurdersenquête
Eindcijfer 2011
Eindcijfer 2009
Eindcijfer 2007
8,0
Eindresultaat mysteryshopping/ Beoordelen informatiemateriaal 7,6
Corporatie bellen Woning onderhouden Klachten afhandelen Woning verlaten
7,7
7,8
7,6
7,4
7,3
7,4
7,8
8,0
6,4
7,9
7,0
6,8
6,7
8,2
8,0
8,1
8,2
8,3
Gekeken naar de doelstelling scoort OFW gemiddeld een 7,8. In de prestatieindex van het KWH staat e OFW op een 74 plaats van in totaal 198 corporaties. Hiermee behoren we tot de 37 procent beste corporaties van het totaal aantal corporaties die een KWH-huurlabel bezitten. Vergeleken bij het totaal aantal corporaties in Nederland (zo’n 455), uitgaande dat de KWH-labelhouders hun dienstverlening het beste op orde hebben, dan behoren we tot de 37 procent beste corporaties. Vanaf 2012 vindt er een wijziging plaats in de meting van het KWH. Woningcorporaties worden dan jaarlijks op alle labelonderdelen gemeten. Samenwerking met: KWH, bewoners. (beoogd) effect in de toekomst: tevreden bewoners.
HUURDERSPORTAAL Prestatie 2011: Op de website wordt een huurdersportaal voorbereid dat eind 2011/begin 2012 in gebruik genomen kan worden. Activiteiten 2011: In 2011 zijn we gestart met het voorbereiden van de inrichting van een huurdersportaal op de website. Dit portaal verschaft huurders toegang tot voor hen relevante informatie, zoals de tenaamstelling van het huurcontract (medehuurders ja/nee), de huurprijsopbouw, betalingsgegevens en openstaande saldi en planmatig onderhoud. Daarnaast is er gestart met het ontwikkelen van een beslisboom waarmee huurders via de website direct een afspraak kunnen plannen voor een reparatieverzoek. Naar verwachting wordt dit interactieve deel van de website medio 2012 in gebruik genomen. Samenwerking met: ZIG Websoftware, SG-automatisering. (beoogd) effect in de toekomst: een goede dienstverlening voor onze klanten bieden.
50
EVALUATIE MODERNISERING Prestatie 2011: De uitkomsten van de enquêtes van de afgelopen moderniseringsprojecten analyseren met als doel het optimaliseren van het proces van bewonersbegeleiding tijdens moderniseringsprojecten. Activiteiten 2011: Ieder moderniseringsproject dat OFW heeft gerealiseerd, wordt geëvalueerd. Onderdeel hiervan is de bewonersenquête. Bewoners worden bevraagd over hun tevredenheid over het proces, de informatievoorziening, de bewonersavond, de uitvoering en de begeleiding bij de uitvoering. Gemiddeld is er een 7,0 behaald op de enquêtes bij modernisering. Hiermee is voldaan aan de doelstelling van het beleidsplan. Aandachtspunten bij modernisering liggen bij de afhandeling van schade en opleverpunten. Huurders geven aan lang te moeten wachten op een oplossing. De keuzemogelijkheden die de bewoners wordt geboden bij modernisering waarderen huurders het meest. Er mogen kleurkeuzes gemaakt worden voor keuken, badkamer en toilet. Daarnaast kunnen huurders vaak kiezen uit kleur en type voordeur. Samenwerking met: Huurders Belangen Vereniging, diverse (onder) aannemers. (beoogd) effect in de toekomst: een geoptimaliseerd proces voor bewonersbegeleiding tijdens moderniseringsprojecten.
KLACHTENMANAGEMENT Prestatie 2011: Een eigen aanpak op klachtenmanagement definiëren, opzetten en uitvoeren. Activiteiten 2011: Naar aanleiding van signalen uit de KWH-meting hebben we meer aandacht besteed aan de afhandeling van klachten. Voor de klanten van OFW is de informatiebrochure klachten en geschillen ontwikkeld. In deze brochure staat omschreven waar de klant terecht kan bij ontevredenheid over de dienstverlening van OFW. Bij de KWH-meting heeft dit een hoger eindcijfer tot resultaat gehad. In 2012 wordt gestart aan de realisatie van een klantvolgsysteem. In dit systeem worden de klantencontacten geregistreerd waardoor er nog beter gestuurd kan worden op de afhandeling van klantvragen. Hiermee streven we ernaar klachten over onze dienstverlening zoveel mogelijk te voorkomen. Samenwerking met: (beoogd) effect in de toekomst: goede dienstverlening bij de afhandeling van klachten.
GESCHILLENREGELING De Geschillenadviescommissie is een commissie waar huurders en woningzoekenden terecht kunnen als ze er met OFW niet uitkomen. De Geschillenadviescommissie adviseert het bestuur. Als de directeur-bestuurder het advies niet overneemt, wordt dit ter kennisname aan de Raad van Commissarissen van OFW voorgelegd. In 2011 is één geschil aan de Geschillenadviescommissie voorgelegd. Dit geschil had betrekking op door huurders ervaren geluidsoverlast van een beneden hun woning gelegen algemene ruimte van een zorginstelling en de rol die OFW in het voorkomen dan wel beperken van de ervaren geluidsoverlast had. De Geschillenadviescommissie heeft het geschil op alle onderdelen ongegrond verklaard. De directeur-bestuurder heeft dit advies van de Geschillenadviescommissie gevolgd. Dit is in de kwartaalrapportage verantwoord richting RvC.
4.5 Strategisch beleidsplan voorraad en nieuwbouw De strategie voor de bestaande woningvoorraad van OFW en de ambities met betrekking tot nieuwbouw staan verwoord in het ‘Strategisch beleidsplan voorraad en nieuwbouw’ van 2007. De realisatie van de afgelopen beleidsperiode en de planning tot en met 2015 staan in het volgende overzicht weergegeven.
51
Realisatie 2007 2008
2009
2010
Planning 2012 2013
2011
2014
Totaal Moderniseren
164
0
156
113
168
(centrumwijken)
151
139
70
0
0
25
0
0
0
52
134
42
32
8
20
0
0
24
1
26
26
601
Planvorming 0 Sloop (& nieuwbouw)
23
6
4
0
13
Nieuwbouw huur
31
136
103
73
0
Nieuwbouw koop (ook zorg en sociale koop) Studenten+jong.
24
30
0
22
0
46 343 76 20
16
14
0
0 50
Zorg+voorzieningen
4
93
112
0 209
In de meerjarenplanning afgeleid van het ‘Strategisch beleidsplan voorraad en nieuwbouw’ hebben we vanaf 2010 het tempo aangepast aan de veranderde financiële omstandigheden. Dit resulteert erin dat de moderniseringsslag in 2014 wordt afgerond in plaats van in 2012. Daarnaast heeft een aantal woningen (Chaletwoningen en een deel van de woningen in de Greente-Zuid) het label planvorming. Bij de aanpak van deze wijken/woningen is afstemming nodig met de gemeente Dronten.
Planning Modernisering
nieuwbouw huur
zorg & voorzieningen
Dronten Centrum Zuid 3e fase Greente Zuid
De Gilden
Regenboog/ Woonark
De Graafschap
MFG Biddinghuizen
Lucernehof
De Bloemenzoom
School Dronten West
Spelwijk
Fazantendreef
MFG/ woonzorgcentrum Swifterbant Woonzorgcentrum Dronten West
Dronten West Biddinghuizen Centrum
52
4.6 Efficiënt en effectief RESULTATENANALYSE Het geconsolideerde resultaat over 2011 (na belastingen) bedraagt 1.636.000 euro positief (2010: 1.658.000 euro). De analyse van dit resultaat ten opzichte van de begroting laat het volgende beeld zien. x € 1.000 Bedrijfsopbrengsten Huren Vergoedingen Overheidsbijdragen Verkoop onroerende zaken Waardemutatie verkoop onder voorwaarden Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Afschrijving materiële vaste activa Waardeverandering materiële vaste activa Lonen en salarissen Sociale lasten Lasten onderhoud Overige bedrijfslasten Som der bedrijfslasten
Realisatie 2011
Begroting 2011
27.311 671 0 1.426
27.955 509 13 3.783
-109
0
463 485
500 241 30.247
33.001
4.914
4.476
1.860 2.837 797 3.882 4.715
3.370 3.381 863 5.043 4.696 19.005
21.829
11.242
11.172
Financiële baten en lasten Rentebaten Rentelasten
553 9.924
286 10.162
Groepsresultaat voor belastingen Belastingen Groepsresultaat na belastingen
1.871 235 1.636
1.296 -559 1.855
Bedrijfsresultaat
Het resultaat voor belastingen over 2011 is circa 0,6 miljoen euro gunstiger dan begroot. De bedrijfsopbrengsten zijn per saldo 2,7 miljoen euro lager dan begroot. Lagere huuropbrengsten (circa 0,6 miljoen euro lager). Dit wordt met name veroorzaakt doordat: o een aantal nieuwbouwprojecten (onder andere de Gilden tweede fase, woongroep De Wiekslag) later zijn/worden opgeleverd dan voorzien; o de gerealiseerde huurverhoging in 2011 lager was dan begroot. Lager resultaat uit verkoop onroerende zaken (circa 2,6 miljoen euro lager). In 2011 zijn zestien woningen verkocht met een verkoopresultaat van 1,3 miljoen euro. Een bedrag van 0,1 miljoen euro inzake de mutatie terugkoopverplichting VOV-woningen (Koopgarantwoningen) is daaraan toegevoegd. In de begroting 2011 was rekening gehouden met de verkoop van 35 bestaande woningen, met een begroot resultaat van 3,8 miljoen euro.
53
De bedrijfslasten zijn per saldo 2,8 miljoen euro lager dan begroot. Deze verschillen tussen begroting en de realisatie zijn als volgt: Circa 0,4 miljoen euro hogere afschrijvingslasten. In de begroting 2011 was uitgegaan van een annuïtaire afschrijvingswijze voor activa ten dienste van de exploitatie (kantoor, inventaris, ICT en vervoermiddelen). Bij het opstellen van de jaarrekening is uitgegaan van een lineaire afschrijvingswijze. Hierdoor wordt in belangrijke mate het verschil verklaard. Circa 1,5 miljoen euro lagere waardeverandering materiële vaste activa). In de begroting 2011 was onder andere rekening gehouden met de onrendabele investeringen van de nieuwbouw van 30 woningen in de Gilden fase twee (1,7 miljoen euro) en de modernisering van DrontenCentrum fase een (1,2 miljoen euro). De onrendabele investering van de modernisering van Dronten-Centrum fase een is reeds in de jaarrekening 2010 ten laste van het resultaat gebracht. De onrendabele investering van de nieuwbouw van 30 woningen in de Gilden fase twee is nog niet ten laste van het resultaat in 2011 gebracht. Vanwege herziening van het plan voor de tweede fase in de Gilden wordt naar verwachting de onrendabele investering in 2012 ten laste van het resultaat gebracht. In de jaarrekening 2011 is tevens een bedrag van 1,4 miljoen euro voor de lagere bedrijfswaarde van bestaande complexen als waardeverandering opgenomen. Circa 0,6 euro lagere lasten voor lonen/salarissen en sociale lasten. In 2011 was de personele bezetting lager dan was begroot. Circa 1,2 miljoen euro lagere onderhoudslasten. De kosten voor dagelijks onderhoud (reparatie-, verhuis- en preventief onderhoud) zijn 0,3 miljoen euro lager dan begroot. De kosten voor planmatig onderhoud zijn 0,9 miljoen euro lager dan begroot. Dit wordt onder andere veroorzaakt door aanbesteding- en inkoopvoordelen. De post belastingen wordt nader toegelicht in de fiscale positie.
VERMOGENSPOSITIE De solvabiliteit (verhouding eigen vermogen ten opzichte van totaalvermogen) per 31 december 2011 is gestegen naar 7,1 procent (ultimo 2010 6,7 procent). Dit is het solvabiliteitspercentage op basis van de waardering in de jaarrekening (verkrijgings- of vervaardigingsprijs dan wel lagere bedrijfswaarde). De (geconsolideerde) balanspositie per 31 december 2011 op basis van bedrijfswaarde is als volgt: Balans per 31 december 2011 (x € 1.000) Activa Materiële vaste activa Onroerende zaken in expl. Onroerende zaken in ontw. Onroerende en roerende zaken tdv exploitatie Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Totaal materiële vaste activa Financiële vaste activa Vlottende activa Balanstotaal
31-12-11
31-12-10
346.021 14.953
310.025 758
3.375
3.569
3.085
3.194
367.434
317.546
674
716
5.236
6.430
373.344
324.692
Passiva Groepsvermogen
31-12-11 128.092
31-12-11 91.212
228.400
218.000
6.474
6.773
234.874
224.773
10.378
8.707
373.344
324.692
Langlopende schulden Leningen Overige langlopende schulden Totaal langlopende schulden
Kortlopende schulden Balanstotaal
Het eigen vermogen op basis van actuele waarde (bedrijfswaarde) is in 2011 toegenomen met 36,8 miljoen euro. De waardemutatie van de materiële vaste activa in exploitatie bedraagt 36,0 miljoen euro. Deze mutatie is in de toelichting op de jaarrekening in detail nader toegelicht. Belangrijke (positieve) wijzigingen in de bedrijfswaarde zijn onder andere de lagere niveaus van de onderhoudslasten en de overige exploitatie-uitgaven en de aanpassing van de huurparameter. Deze
54
huurparameter is aangepast vanwege de verwachte extra inkomsten bij nieuwe verhuringen (huurharmonisatie). Het solvabiliteitspercentage op basis van actuele waarde (bedrijfswaarde) bedraagt per 31 december 2011 34,3 procent (per 31 december 2010: 28,1 procent). In november 2011 heeft het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) haar solvabiliteitsoordeel 2011 kenbaar gemaakt. Dit oordeel is gebaseerd op het verslagjaar 2010. Het oordeel luidt voldoende solvabiliteit. Het volkshuisvestelijk vermogen volgens CFV-criteria bedraagt per 31 december 2010 56,7 miljoen euro (in balanstotaal 19,7 procent). Per verhuureenheid bedraagt het volkshuisvestelijk vermogen 12.022 euro. De ondergrens voor het volkshuisvestelijk vermogen bedraagt volgens het CFV op 31 december 2010 27,9 miljoen euro (solvabiliteitspercentage 9,7 procent; per verhuureenheid 5.917 euro). In april 2011 heeft het CFV het continuïteitsoordeel gerapporteerd. De vermogenspositie tot en met 2015 kwam uit op een A1-oordeel. Dit betekent dat de voorgenomen activiteiten passen bij de vermogenspositie van de corporatie. Op 30 november 2011 het Waarborgfonds Sociale Woningbouw de uitslag van de integrale beoordeling kredietwaardigheid afgegeven. De uitslag hiervan is dat OFW conform artikel 8 van het reglement van deelneming van het ‘Waarborgfonds’ voldoet aan de eisen van kredietwaardigheid. Het bij deze beoordeling afgegeven faciliteringsvolume is gebaseerd op de investerings- en herfinancieringsprognose voor de jaren 2011 tot en met 2013. Voor het jaar 2013 is een claim op het faciliteringsvolume gelegd. Het vrijgegeven faciliteringsvolume bedraagt per 13 december 2011 19,3 miljoen euro.
ONTWIKKELING FINANCIËLE POSITIE De ontwikkeling van de financiële positie is uitgewerkt in de begroting 2013 en de meerjarenprognose 2013 t/m 2017. In deze begroting en meerjarenprognose zijn de effecten van het strategisch beleidsplan ‘Duurzaam bouwen aan goed wonen’ financieel vertaald. De uitgangspunten in deze meerjarenprognose zijn: Inflatievolgend huurbeleid Harmonisatie huren 0,50 procent per jaar Huurderving: 1 procent van de huuropbrengsten Inflatie: 2012 t/m 2017: 2,25 procent per jaar. Rente nieuwe financieringen 2012: 4,0 procent en vanaf 2013: 4,5 procent. Rente kortlopend krediet en roll-overfinancieringen 2012: 2,5 procent en vanaf 2013: 3,0 procent. De onrendabele investeringen zijn afgestemd op de verschillende, ingrijpende maatregelen binnen het woningbezit en de nieuwbouw van huurwoningen. Vanaf 2014 wordt rekening gehouden met een heffing huurtoeslag van 1,2 miljoen euro per jaar. Op basis van deze meerjarenprognose is een scenario uitgewerkt met minder verkopen van bestaand bezit (in 2012 vijftien woningen, in 2013 en 2014 twintig woningen per jaar en vanaf 2015 vijfentwintig woningen per jaar) en een bijstelling van de planmatig onderhoudsuitgaven vanaf 2016 en de nieuwbouwopgave van huurwoningen. De overige uitgangspunten zijn gelijk aan de meerjarenprognose. De kasstromen (volgens WSW-methode) op basis van dit scenario zijn als volgt geprognosticeerd.
Operationele kasstromen Af: genormeerde aflossing (2% van de leningen) Operationele kasstromen na 2% correctie Af: Investeringskasstromen Af: Financieringskasstroom (inclusief genormeerde aflossing)
Prognose 2012 7.333
Prognose 2013 8.495
Prognose 2014 6.152
Prognose 2015 6.488
Prognose 2016 6.726
Prognose 2017 6.293
-4.673
-5.415
-5.750
-5.976
-6.048
-6.066
2.660 44.438
3.080 25.219
402 17.486
512 10.085
678 7.636
227 8.956
380
4.151
6.029
5.123
11.294
16.140
55
Saldo financieringsbehoefte ICR (interest coverage rate)
42.158
26.290
23.113
14.696
18.252
24.869
1,7
1,7
1,5
1,5
1,5
1,5
De financieringsbehoefte wordt ingevuld met in de toekomst te storten leningen. De investeringskasstromen omvatten de kasstromen uit investeringen en desinvesteringen (verkoop). De regels van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) bepalen dat de operationele kasstromen (na correctie van de genormeerde aflossing van twee procent van leningenportefeuille) positief moeten zijn. Op basis van deze prognose wordt over de periode van zes jaar voldaan aan deze norm. De ICR (interest coverage rate) geeft de verhouding tussen de rentelasten en de operationele kasstromen (exclusief rente) aan. Het WSW heeft als uitgangspunt dat de ICR minimaal 1,3 moet bedragen. Op basis van deze prognose wordt hier aan voldaan.
FINANCIERING EN LIQUIDITEIT De kredietruimte op korte termijn van OFW bedraagt bij de ING-bank 6,5 miljoen euro. OFW Holding BV heeft een kredietfaciliteit van 0,5 miljoen euro bij de ABN-AMRO-bank. De interne financiering bedraagt ultimo 2011: (x € 1.000) Materiële vaste activa in exploitatie Materiële vaste activa in ontwikkeling Materiële vaste activa ten dienste van exploitatie Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden subtotaal Af: langlopende schulden (excl. belastinglatentie) Interne financiering
2011 250.506 14.953 3.375 3.085 271.919 242.299 29.620
2010 254.683 758 3.569 3.194 262.204 234.361 27.843
De verhouding bedrijfswaarde versus rentabiliteitswaarde leningen is als volgt: 2011 346.021 228.400 1,51
Bedrijfswaarde Rentabiliteitswaarde leningen Bedrijfswaarde/rentabiliteitswaarde leningen
2010 310.025 218.000 1,42
De operationele kasstromen (enkelvoudig volgens WSW-methode) bedragen: (x € 1.000) Bedrijfsopbrengsten Af: verkoop onroerende zaken Operationele inkomsten Bedrijfslasten Af: afschrijving mat. vaste activa Af: overige waardeverandering mva Operationele uitgaven Rentebaten Af: rente tijdens de bouw Rentelasten Saldo operationele kasstromen Af: fictieve aflossing (2% van de leningen) Saldo operationele kasstromen (WSW-methode)
2011
2010
29.634 1.316
31.571 4.165 28.318
18.377 4.603 1.860
27.406 20.416 4.012 3.202
11.914 609 316
13.202 324 56
293 9.832 6.865 4.505
268 9.368 5.104 4.101
2.360
1.003
56
De leningenportefeuille bedraagt per 31 december 2011 235,8 miljoen euro (ultimo 2010: 227,6 miljoen euro). De gemiddelde rentevoet bedraagt 4,28 procent (2010: 4,33 procent).
FISCALE POSITIE (x € 1.000) Resultaat voor belastingen volgens jaarrekening
2011 1.871
Fiscale correcties resultaat Sloop woningen/garages Verkoop onroerende zaken Waardeveranderingen materiële vaste activa Afschrijving materiële vaste activa Rente (vrijval herfinancieringspremie) Verschil marktwaarde/nominale waarde leningen Modernisering, als onderhoud aan te merken Onderhoudsvoorziening
-1.250 -1.558 1.969 4.235 -208 -143 -9.229 -827
Fiscaal resultaat (voor belastingen)
-5.140
(x € 1.000) Vermogensvergelijking Fiscaal vermogen 31-12-2010 Fiscaal vermogen 31-12-2011 Afname
2011 263.388 258.248 -5.140
Berekening vennootschapsbelasting 2011 Fiscaal resultaat 2011 Niet aftrekbaar: Vogelaarheffing/heffing saneringssteun Energie-investeringsaftrek (41,5% van investering) Niet-aftrekbare algemene kosten Belastbaar bedrag 2011 (verrekenbaar verlies)
-5.140 260 -1.961 9 -6.832
De volgende compensabele verliezen zijn vanaf 2008 opgebouwd: (x € 1.000) 2008 2009 2010 2011 Totaal compensabele verliezen tot en met 2011
621 7.123 8.261 6.832 22.837
Voor het jaar 2008 is een definitieve aanslag voor de vennootschapsbelasting opgelegd. Voor 2009 is een voorlopige aanslag opgelegd. De aangifte vennootschapsbelasting wordt voor 1 mei 2012 ingediend. De compensabele verliezen over 2008, 2009, 2010, 2011 kunnen met toekomstige (fiscale) winsten worden verrekend. De maximale compensatietermijn voor de verliezen bedraagt negen jaar. Vanaf 1 januari 2008 bestaat er een fiscale eenheid van Stichting Oost Flevoland Woondiensten, OFW Holding BV, OFW Vastgoed Beheer BV en OFW Projectontwikkeling BV voor de vennootschapsbelasting.
BELONING BESTUUR EN RAAD VAN COMMISSARISSEN De beloning van het bestuur en de raad van commissarissen is in de jaarrekening in de toelichting op de balans opgenomen.
57
5 GOVERNANCE - BESTUURLIJKE ORGANISATIE VASTLEGGING BORGING KWALITEIT GOVERNANCE Op onze website geven we inzicht in de governancestructuur van OFW en de daarbij behorende documenten. Begin 2012 is deze structuur verder uitgewerkt en op de website meer inzichtelijk gemaakt.
AEDESCODE EN GOVERNANCECODE Per 1 juli 2011 is de geactualiseerde Governancecode van kracht. In het jaarverslag van de Raad van Commissarissen is aangegeven hoe de geactualiseerde code is en wordt geïmplementeerd binnen OFW en wordt gemotiveerd op welke onderdelen we afwijken van de Governancecode.
JURIDISCHE STRUCTUUR De stichting OFW kent een zogenaamde twee-lagen-structuur. Het betreft een directeur-bestuurder die (de dagelijkse) leiding geeft aan de werkorganisatie en zelfstandige bevoegdheden bezit en een RvC die toezicht houdt. De werkorganisatie bestaat per 1 september 2011 uit de hoofdafdelingen Wonen, Serviceonderhoud, Projecten en Bedrijfsvoering. In 2011 heeft de directeur-bestuurder de manager Bedrijfsvoering gevolmachtigd om bij afwezigheid van de directeur-bestuurder overeenkomsten aan te gaan om woningen te verkopen dan wel aan te kopen tot een bedrag van 200.000 euro.
VERBINDINGEN / DEELNEMINGEN Op onze corporate website geven we inzicht in de verbindingen en deelnemingen van OFW. De RvC van de stichting OFW houdt getrapt toezicht op deze rechtspersonen en de VOF De Boeg. Toezicht vindt op dezelfde wijze plaats als op de stichting. Het aangaan van verbindingen en deelnemingen is onderworpen aan de goedkeuring van de RvC. Via de kwartaalrapportages en de RvC-vergaderingen is de RvC in 2011 over deze verbindingen geïnformeerd, dan wel heeft besluitvorming hierover plaatsgevonden. Middels het jaarverslag en de geconsolideerde jaarrekening is hierover verantwoording afgelegd door de directeur-bestuurder aan de RvC. In 2011 was er sprake van een aantal ontwikkelingen: In 2011 heeft de directeur-bestuurder het Toetsingskader voor Verbindingen vastgesteld en heeft de RvC dit goedgekeurd. Dit kader is een goed hulpmiddel voor de beoordeling van het aangaan, beheersen en ontbinden van verbindingen. OFW Projectontwikkeling BV heeft een 50 procent -deelname in ‘De Boeg VOF’ (voor het andere deel wordt deelgenomen door aannemer Mateboer Bouw BV). Eind 2010 is vanuit deze VOF gestart met de bouw van appartementencomplex Bries in de wijk De Boeg in Dronten. Het betreft de bouw van 24 koopappartementen in de reguliere markt. De verwachte oplevering van het complex is in het tweede kwartaal 2012. In 2011 heeft de RvC het bestuursbesluit goedgekeurd dat indien de appartementen een half jaar na oplevering niet zijn verkocht, OFW de appartementen koopt tegen kostprijs. Gezien de huidige koopmarkt is de verwachting dat niet alle appartementen voor de oplevering van het complex zijn verkocht. De appartementen worden, gezien de huidige koopmarkt, nu zowel te koop als te huur (vrije sector) aangeboden. Vanuit OFW Projectontwikkeling BV worden vanaf 2011 de nieuwbouwkoopwoningen aan de ‘Bloemenzoom’ in Swifterbant en op termijn twee appartementsgebouwen aan de Lijzijde in Dronten ontwikkeld.
58
GESCHILLENADVIESCOMMISSIE In 2011 is één geschil aan de Geschillenadviescommissie voorgelegd waarover de commissie een advies heeft uitgebracht aan het bestuur. Dit advies is overgenomen door het bestuur. In de kwartaalrapportages is de RvC steeds op de hoogte gehouden over het aantal en de aard van de geschillen.
RISICOMANAGEMENT Het brede werkterrein waarop corporaties opereren, zorgt ervoor dat zij (soms complexe) projecten oppakken. Met goed risicomanagement kunnen zij hierbij weloverwogen keuzes maken. Op het moment dat dit niet gebeurt, kan dit grote gevolgen hebben voor de (financiële) continuïteit van de corporatie en reputatieschade opleveren. Wij vinden het daarom belangrijk risico’s (zowel op projectals op corporatieniveau) tijdig te onderkennen en (voor zover zij binnen de invloedsfeer van OFW liggen) te managen. In het jaarverslag van de RvC is weergegeven hoe dit in 2011 heeft plaatsgevonden. Begin 2011 heeft een organisatieaanpassing plaatsgevonden waarbij we nadrukkelijk aandacht hebben gehad voor het beperken van mogelijke risico’s binnen de werkorganisatie. Zo hebben we de bevoegdhedenmatrix geactualiseerd en besproken en hebben we bij de (her)inrichting van de organisatie aandacht besteed aan voldoende functiescheiding.
BELEIDSCYCLUS EN PRESTATIEAFSPRAKEN Voor de periode 2007-2011 hebben we een beleidsplan opgesteld (titel: ‘Samen voor kansrijk’). Ook is er een strategisch beleidsplan voor de woningvoorraad en nieuwbouw (titel: ‘Duurzaam bouwen aan goed wonen’). Elders in dit jaarverslag hebben we een evaluatie van dit beleidsplan opgenomen. In 2012 actualiseren we het huidige beleidsplan ‘Samen voor kansrijk’. Begin 2012 zijn we gestart met het opstellen van een ontwikkelvisie die leidt tot een geactualiseerd beleidsplan. We besteden uiteraard ook aandacht aan het verder verbeteren van de totale beleidscyclus. Tijdens de stakeholdersbijeenkomst in 2010 is al verdiept op het beleidsthema ‘Duurzaamheid’. In 2011 is een aantal bijeenkomsten met stakeholders georganiseerd rondom verschillende relevante beleidsthema’s (onder andere over leefbaarheid en sluitend vangnet). (Meerjaren)begroting In 2011 hebben we voor de periode 2013-2016 een meerjarenbegroting en voor het jaar 2012 een begroting opgesteld (de RvC heeft de begroting goedgekeurd). Prestatieafspraken RvC-directeur-bestuurder Voor 2011 zijn, evenals in voorgaande jaren, door de RvC prestatieafspraken (gebaseerd op de Balanced Scorecard) gemaakt met de directeur-bestuurder. Hierin zijn te realiseren prestaties opgenomen die aansluiten bij de hoofddoelstellingen en (strategische) prestaties in het beleidsplan ‘Samen voor kansrijk’. In de prestatieafspraken voor 2010 is, op aanbeveling in 2009 van de visitatiecommissie, deze aansluiting voor het eerst gemaakt. In de prestatieafspraken voor 2012 (eind 2011 vastgesteld) is dit verder vervolmaakt: de prestaties die genoemd worden aan het einde van de hoofdstukken in de begroting voor 2012 zijn opgenomen in de prestatieafspraken. Een volgende verbeterslag in het opstellen van prestatieafspraken is te verwachten bij de actualisatie van het beleidsplan in 2012. De prestatieafspraken en de in het beleidsplan te formuleren strategische doelen kunnen dan nog weer meer op elkaar afgestemd worden. Daar waar nu de prestatieafspraken veelal eenjarig van karakter zijn (wat zijn beperkingen meebrengt), zullen deze dan meerjarig van karakter kunnen worden. Het uitgangspunt blijft dat de afspraken voldoende SMART-geformuleerd zijn. Managementinformatie en kwartaalrapportages Ook in 2011 hebben we onder meer middels kwartaalrapportages de RvC geïnformeerd over de financiële risicobeheersing, maatschappelijke en volkshuisvestelijke functie en de strategieontwikkeling van OFW. Naast financiële risico’s bestaan er ook ander type risico’s bijvoorbeeld rond de arbeidsmarkt, leegstand, verkoop, imago en dergelijke. Ook hier wordt in de
59
kwartaalrapportages aandacht aan besteed. Maandelijks is in MT-verband en in de werkorganisatie management- en stuurinformatie besproken op deze terreinen.
BESLUITVORMING In het jaarverslag van het bestuur en het jaarverslag van de RvC zijn de besluiten die in 2011 genomen weergegeven.
VERANTWOORDING: BESTUURSVERSLAG EN JAARVERSLAG RVC Verantwoording over 2011 door de directeur-bestuurder over het gevoerde beleid en de RvC over het intern toezicht vindt plaats middels het jaarverslag.
60
6 JAARVERSLAG RAAD VAN COMMISSARISSEN 2011 De Raad van Commissarissen (RvC) had in 2011 (en houdt de komende periode) bijzondere aandacht voor de diverse ontwikkelingen in Nederland en Europa die hun weerslag hebben op onder meer de investeringsmogelijkheden en de beleidsuitgangspunten van OFW. Denk hierbij aan: de gewijzigde regels voor de activiteiten waarvoor al dan niet staatssteun is toegestaan; de vernieuwde Woningwet en de Warmtewet die er aan komen; de impact van de crisis op de woningmarkt; de verplichte bijdrage van woningcorporaties aan de huurtoeslag vanaf 2014; de voor woningcorporaties geldende vennootschapsbelastingplicht. De werkorganisatie van OFW is volop in beweging en ontwikkeling. Onder andere als gevolg van personele wisselingen en de gevolgen van externe regelgeving voor de financiële positie van OFW. Daarnaast biedt het een mogelijkheid om een verbeterslag te maken met betrekking tot efficiency, het optimaliseren van processen, inzicht krijgen in resultaten en het vergroten van de waardering van onze klanten. In het jaarverslag over 2011 van de RvC wordt stilgestaan bij de verantwoording over het intern toezicht door de RvC op OFW en de wijze waarop de RvC invulling heeft gegeven aan haar werkgeversrol gedurende het jaar.
VERGADERINGEN EN OVERIGE BIJEENKOMSTEN De RvC heeft in 2011 zeven keer in het bijzijn van de directeur-bestuurder vergaderd. Twee van deze zeven vergaderingen betroffen extra vergaderingen. Tijdens één vergadering werden de mogelijke deelname aan het SEV-experiment “De plaats van aanspreekbaarheid in het toetsingskader” en de geactualiseerde Governancecode (en de gevolgen daarvan voor OFW) behandeld. In de andere extra vergadering is de RvC geïnformeerd over de organisatiewijziging. De voorzitter van de RvC in 2011, de heer Siliakus, heeft voorafgaand aan iedere RvC-vergadering een voorbereidingsgesprek met de directeur-bestuurder gehad. In de RvC-vergadering vond over deze gesprekken vervolgens steeds een terugkoppeling plaats. Ook heeft de RvC samen met de directeur-bestuurder in 2011 tijdens een rondrit diverse complexen en projecten van OFW bezichtigd. Daarnaast kwam de RvC eenmaal buiten de aanwezigheid van de directeur-bestuurder bij elkaar. Deze bijeenkomst betrof het eigen functioneren (de jaarlijkse zelfevaluatie van de RvC) en de voorbereiding van de evaluatie/beoordeling van de directeur-bestuurder. Voorafgaand aan twee RvC-vergaderingen heeft (zoals ieder jaar) ook in 2011 een informatieve bijeenkomst plaatsgevonden. Eén met betrekking tot het jaarverslag over 2010 en één over de begroting voor 2012. Hier zijn naast de RvC en de directeur-bestuurder, het managementteam en de ondernemingsraad (OR) bij aanwezig. Tijdens deze bijeenkomsten zijn actuele thema’s voor woningcorporaties nader uitgediept. De accountant is tevens aanwezig geweest bij de vergadering rondom het jaarverslag.
61
Het afgelopen jaar zijn in de RvC onder meer de volgende onderwerpen aan de orde geweest: Jaarverslag en jaarrekening van de stichting OFW 2010 Jaarverslag van de RvC 2010 Jaarrekeningen van de BV’s van OFW 2010 Rapport van bevindingen volkshuisvestingsverslag Accountantsverslag en controleverklaring Begroting 2012 en meerjarenprognose stichting OFW Treasuryjaarplan 2011, liquiditeitsbegroting en treasurymaatregelen Prestatieafspraken tussen de RvC en de directeur-bestuurder voor 2011 Prestatieafspraken tussen de RvC en de directeur-bestuurder voor 2012 Beoordeling financiële positie door WSW en CFV Benchmarkgegevens van het CFV Corporatie in Perspectief Financiële consequenties en risico’s van minder verkoop bestaande huurwoningen Aan- en verkoop van woningen Toetsing Inkoop- en aanbestedingsstatuut Kwartaalrapportages Actualiseren van het beleidsplan in 2012 Geactualiseerde Governancecode Positiebepaling met betrekking tot de statuten van OFW Toetsingskader voor verbindingen Rondrit langs complexen en projecten van OFW Project De Bloemenzoom in Swifterbant Project 50 huurappartementen aan de Lijzijde, onderdeel van de WoonArk Project 40 koopappartementen aan de Lijzijde, onderdeel van de WoonArk Diverse andere nieuwbouw- en moderniserings- en leefbaarheidsprojecten Europese en landelijke ontwikkelingen van invloed op woningcorporaties Jaarlijks overleg met belanghebbenden van OFW / stakeholdersdebat thema Leefbaarheid LEMON-rapport Samenwerking tussen gemeente Dronten en OFW Jaarverslag van de Huurders Belangen Vereniging Duurzaamheidsplan van OFW Zelfevaluatie van de RvC Deskundigheidsbevordering RvC (waaronder de training “Financieel beleid voor toezichthouders”) Einde RvC-lidmaatschap in 2012 van de heer P.H. Schouten / werving nieuw RvC-lid Mogelijke deelname SEV-experiment “De plaats van aanspreekbaarheid in het toetsingskader” Toetsing Sectorbrede beloningscode bestuurders woningcorporaties De werkorganisatie / organisatieontwikkeling in 2011
62
BESLUITVORMING De RvC heeft in 2011 de volgende besluiten genomen:
Goedkeuringsbesluiten RvC 2011 e
Grondaankoop + realisatie 118 woningen in De Gilden 2 fase te Dronten Realisatie 16 koopwoningen in plan de Bloemenzoom te Swifterbant Start uitvoering één blok van acht woningen in plan de Bloemenzoom te Swifterbant. Realisatie 20 huurwoningen in plan de Bloemenzoom te Swifterbant. Realisatie 50 huurappartementen aan de Lijzijde, onderdeel van de WoonArk Realisatie 40 koopappartementen aan de Lijzijde, onderdeel van de WoonArk. Omzetting koopappartementen Bries in wijk De Boeg in huurappartementen Aankoop woning Stuurboord 3, Dronten-Centrum Aankoop woning met garage aan Roerstraat 32 en 34a te Dronten-Centrum Toetsingskader voor Verbindingen Treasury jaarplan 2012 Treasurymaatregelen 2012 Treasurymaatregelen 2012, 2013, 2014. Aantrekken twee payersswaps voor ieder € 7,5 miljoen met ingangsdatum 2012 en 2014 Prestatieafspraken RvC / directeur-bestuurder 2012 Jaarrekening en jaarverslag 2010 Begroting 2012
Overige besluiten RvC 2011 Vaststellen jaarverslag RvC over 2010 Decharge aan de directeur-bestuurder door RvC voor het over het verslagjaar 2010 gevoerde beleid Opdracht aan accountant voor aanvullende werkzaamheden met betrekking tot het inkoop- en aanbestedingsstatuut Wijziging reglement RvC en kwaliteitsprofiel RvC-lid
BELEIDSCYCLUS EN PRESTATIEAFSPRAKEN In 2011 zijn door de RvC prestatieafspraken (gebaseerd op de Balanced Scorecard) gemaakt met de directeur-bestuurder. In deze prestatieafspraken zijn de te realiseren prestaties opgenomen die aansluiten bij de hoofddoelstellingen en (strategische) prestaties in het beleidsplan ‘Samen voor kansrijk’ (looptijd: 2007 tot 2012). Onder meer aan de hand daarvan heeft de RvC toezicht gehouden op OFW. De directeur-bestuurder heeft gedurende het jaar in de RvC-vergaderingen steeds verantwoording afgelegd (onder meer middels de kwartaalrapportages) over de mate waarin de prestatieafspraken gerealiseerd zijn. Ook in de prestatieafspraken voor 2012 (eind 2011 opgesteld) zijn de te realiseren prestaties opgenomen die aansluiten bij de hoofddoelstellingen en (strategische) prestaties in het beleidsplan ‘Samen voor kansrijk’. In de prestatieafspraken voor 2010 is, op aanbeveling in 2009 van de visitatiecommissie, deze aansluiting voor het eerst gemaakt. In de prestatiemeting van 2012 is dit verder vervolmaakt: de prestaties die genoemd worden aan het einde van de hoofdstukken in de begroting voor 2012 zijn opgenomen in de prestatieafspraken. De monitoring vindt plaats in de kwartaalrapportages. Een volgende verbeterslag in het opstellen van prestatieafspraken is te verwachten bij de actualisatie van het beleidsplan in 2012. De prestatieafspraken en de in het beleidsplan te formuleren strategische doelen kunnen dan nog meer op elkaar afgestemd worden. Daar waar nu de prestatieafspraken veelal
63
eenjarig van karakter zijn (wat zijn beperkingen meebrengt), zullen deze dan meerjarig van karakter kunnen worden. Het uitgangspunt blijft dat de afspraken voldoende SMART-geformuleerd zijn.
VERBINDINGEN De RvC heeft ook in 2011 (getrapt) toezicht gehouden op alle verbindingen en deelnemingen die de stichting OFW heeft. Via de kwartaalrapportages en de RvC-vergaderingen is de RvC in 2011 over deze verbindingen geïnformeerd, dan wel heeft besluitvorming hierover plaatsgevonden. Middels het jaarverslag en de geconsolideerde jaarrekening is hierover verantwoording afgelegd door de directeur-bestuurder aan de RvC. OFW Projectontwikkeling BV heeft een 50 procent-deelname in ‘De Boeg VOF’ (voor het andere deel wordt deelgenomen door aannemer Mateboer Bouw BV). Eind 2010 is vanuit deze VOF gestart met de bouw van appartementencomplex Bries in de wijk De Boeg in Dronten. Het betreft de bouw van 24 koopappartementen in de reguliere markt. De verwachte oplevering van het complex is in het tweede kwartaal 2012. In 2011 heeft de RvC het bestuursbesluit goedgekeurd dat indien de appartementen een half jaar na oplevering niet zijn verkocht, OFW de appartementen koopt tegen kostprijs. Gezien de huidige koopmarkt is de verwachting dat niet alle appartementen voor de oplevering van het complex zijn verkocht. De appartementen worden, gezien de huidige koopmarkt, nu zowel te koop als te huur (vrije sector) aangeboden. De stichting Leefbaarheidsfonds OFW heeft ook in 2011 weer een aantal leefbaarheidsinitiatieven ondersteund. In 2011 heeft de RvC het Toetsingskader voor Verbindingen goedgekeurd. Voor OFW en de RvC is dit een goed hulpmiddel voor de beoordeling van het aangaan, beheersen en ontbinden van verbindingen.
GEACTUALISEERDE GOVERNANCECODE Per 1 juli 2011 is de geactualiseerde Governancecode van kracht. In de vernieuwde code is ten opzichte van de vorige een aantal wijzigingen aangebracht. Er is in de code nu extra aandacht voor risicobeheersing, voor verbindingen (dochterondernemingen en dergelijke), diversiteit binnen en onafhankelijkheid van de RvC en er is een maximum zittingstermijn van twee keer vier jaar voor commissarissen vastgesteld. Op 20 oktober 2011 heeft een RvC-vergadering plaatsgevonden waarin de geactualiseerde Governancecode en de gevolgen voor OFW zijn besproken. In 2011 is al een deel van de wijzigingen geïmplementeerd: Er is een Toetsingskader voor Verbindingen opgesteld en goedgekeurd door de RvC. Het kwaliteitsprofiel en de benoemingsprocedure RvC-leden zijn aangepast (onder andere is toegevoegd dat diversiteit in de RvC een uitgangspunt is bij werving en selectie van nieuwe RvC-leden). De normen / principes uit de Governancecode waar OFW nog niet aan voldoet of van afwijkt zijn: 1. OFW hanteert bepaalde criteria voor het doen van investeringen. Dit wordt in 2012 geformaliseerd in een ‘Toetsingskader voor Investeringen’ zoals dat genoemd wordt in de code. 2. OFW dient haar statuten nog aan te passen aan de maximale zittingstermijn van RvC-leden (2 periodes van 4 jaar). Dit is al wel in het Reglement van de RvC aangepast. Ook worden de in de statuten vermelde onverenigbaarheden voor bestuur en RvC uitgebreid dan wel aangepast. OFW wacht met het aanpassen van de statuten tot de herziene Woningwet van kracht is. Hieruit vloeien naar verwachting ook andere wijzigingen voor de statuten uit voort. 3. Voor OFW is een apart reglement werkwijze bestuur niet nodig. Het uitgangspunt is dat de bestuurder volledig bevoegd is. 4. De directeur-bestuurder heeft een vast dienstverband. De RvC respecteert deze rechtspositie. 5. De bezoldiging van de directeur-bestuurder wordt door de RvC vastgesteld met inachtneming van de sectorbrede beloningscode bestuurders woningcorporaties uit 2011. Aan de hand van deze code is een inschaling bepaald. De RvC respecteert de rechtspositie van de huidige bestuurder.
64
MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDING EN BELEIDSBEÏNVLOEDING DOOR BELANGHEBBENDEN OFW heeft in 2011 een stakeholdersbijeenkomst georganiseerd over het thema ‘leefbaarheid’. Met een aantal stakeholders heeft OFW in 2011 ook over het met het leefbaarheids-thema samenhangende ‘sluitend vangnet’ gesproken. De stakeholdersbijeenkomsten in 2007, 2008 en 2009 gingen over het beleid van OFW in het algemeen. Uit de evaluatie bleek dat stakeholders behoefte hadden aan verdieping. Voor de bijeenkomsten in 2010 en 2011 is nadrukkelijk gekozen om er een aantal thema’s uit te lichten. In 2010 was dit ‘duurzaamheid’ en in 2011 ‘leefbaarheid’. Met een aantal stakeholders heeft OFW in 2011 ook over het met het leefbaarheids-thema samenhangende ‘sluitend vangnet’ gesproken. De verdieping op thema’s wordt gebruikt bij de actualisatie van het beleidsplan in 2012. Bij de stakeholdersbijeenkomst zijn naast het bestuur, het MT, de OR en medewerkers van OFW ook RvC-leden aanwezig geweest en zij hebben actief deelgenomen aan de tafelsessies met de stakeholders. Van de bijeenkomst is een verslag gemaakt. Naast het organiseren van stakeholdersbijeenkomsten laat OFW zich vierjaarlijks visiteren. In 2013 vindt dit voor de derde keer plaats.
EXTERNE WAARDERING De RvC heeft in 2011 kennisgenomen van de externe waardering voor OFW. OFW is er in 2011 wederom in geslaagd om het kwaliteitslabel KWH te halen. Dit jaar werd OFW gemeten op de onderdelen: corporatie bellen, woning onderhouden, klachten afhandelen en woning verlaten. Op 13 oktober werd de FSC-opdrachtgever award uitgereikt. OFW was genomineerd voor deze prijs, die wordt uitgereikt aan opdrachtgevers van projecten of activiteiten die impact hebben op de naamsbekendheid of het marktaandeel van FSC. Naast OFW waren ook de Milieudienst West-Holland en de gemeente Middelburg genomineerd. De gemeente Middelburg won de prijs. Op 17 november heeft OFW de themaprijs ‘Verantwoorden over duurzaamheid’ van Het Glazen Huis uitgereikt gekregen. Volgens juryvoorzitter Jan Terlouw stak OFW met kop en schouders uit boven alle 125 inzendingen. Het is voor het tweede jaar op rij dat OFW de prijs ontvangt. Ook was OFW (samen met 24 andere corporaties) geselecteerd voor de algemene prijs van het Glazen huis (voor het meest transparante jaarverslag). Het Glazen Huis is van oorsprong een initiatief van PWC en de SEV. De VTW, Aedes en de Woonbond hadden ook zitting in de jury.
ONDERNEMINGSRAAD De Ondernemingsraad (OR) is bij het informatieve gedeelte van de RvC-vergaderingen met betrekking tot het jaarverslag en de begroting aanwezig geweest. Ook doet de OR haar jaarverslag over 2011 aan de RvC toekomen.
GESCHILLENADVIESCOMMISSIE In 2011 is één geschil aan de Geschillenadviescommissie voorgelegd waarover de commissie een advies heeft uitgebracht aan het bestuur. Dit advies is overgenomen door het bestuur. In de kwartaalrapportages is de RvC steeds op de hoogte gehouden over het aantal en de aard van de geschillen.
ACCOUNTANT KPMG Accountants NV is na een accountantsselectie in 2010 benoemd tot nieuwe accountant vanaf verslagjaar 2011. De benoeming geldt voor vier jaar. De verrichte werkzaamheden worden voor het eerst geëvalueerd in 2012. In 2011 heeft OFW na advisering van de fiscalisten van Ernst & Young de aangifte van de vennootschapsbelasting voor het jaar 2009 ingediend. In 2012 geeft Ernst & Young advies over de aangifte van de vennootschapsbelasting voor 2010. Door duidelijk een scheiding in controle en advieswerkzaamheden aan te brengen, wordt uitvoering gegeven aan het uitgangspunt dat de RvC de onafhankelijkheid van de accountant belangrijk vindt.
65
DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING EN INFORMATIEVOORZIENING In 2011 heeft de RvC de volgende activiteiten ondernomen om haar deskundigheid verder te bevorderen: Een zelfevaluatie van de RvC. Twee RvC-leden hebben zich verder verdiept in de financiële kant (inclusief de accountancy) van OFW door aanwezig te zijn bij een bespreking van de jaarrekening met de directeurbestuurder, de manager Bedrijfsvoering en de accountant. De RvC heeft de training ‘Financieel beleid en financieel toezicht’ gevolgd. Drie RvC-leden hebben de VTW-workshop ‘Toezicht in de toekomst’ gevolgd. Eén RvC-lid heeft na de benoeming als onderdeel van het introductieprogramma de cursus ‘Commissaris van een woningbouwcorporatie’ gevolgd. In 2011 is een afvaardiging van de RvC aanwezig geweest bij VTW-bijeenkomsten. De leden van de RvC hebben (naast reguliere (vergader)stukken) in 2011 kennisgenomen van de belangrijkste (digitale) publicaties van Aedes, de VTW, de Woonbond, de door OFW samengestelde knipselkrant, de e-nieuwsbrief van OFW en het bewonersblad van OFW ‘Vizier’.
TWEEGESPREKKEN EN ZELFEVALUATIE RVC De individuele leden van de RvC zijn ook in 2011 beoordeeld op hun functioneren. Het betrof zowel een toekomstgericht als een terugblikkend tweegesprek waarbij de voorzitter en het lid elkaar wederzijds beoordelen. Daarnaast had de RvC op 7 september 2011 een RvC-breed evaluatiegesprek met betrekking tot het eigen functioneren van de RvC. Er is daarbij stilgestaan bij de verdere professionalisering en wijze van deskundigheidsbevordering binnen de RvC. Zowel de tweegesprekken als de zelfevaluatie hebben plaatsgevonden met als uitgangspunt aanbevelingen van de VTW en de Governancecode voor woningcorporaties.
RISICOMANAGEMENT In september 2011 is op verzoek van de RvC in beeld gebracht wat de financiële consequenties en risico’s zijn van een lager aantal verkopen van bestaande woningen. OFW heeft in 2011 minder woningen verkocht dan begroot. Voor OFW is dit lastig te beïnvloeden aangezien de woningmarkt op slot zit. De consequenties van minder verkopen moet overigens wel in samenhang gezien worden met de ontwikkeling van overige kasstromen en investeringen in nieuwbouw en modernisering. Voor de begroting van 2012 wordt uitgegaan van een lager aantal verkopen. Tijdens het informatieve gedeelte van de RvC-vergadering van 20 april is accountant Ernst & Young ingegaan op de Europese regelgeving over staatssteun en de gevolgen daarvan op woningcorporaties. Tijdens het informatieve gedeelte van de RvC-vergadering van 21 november is nader ingezoomd op de impact op de begroting voor 2012 en meerjarenprognose van onder andere de jaarlijkse bijdrage van OFW in de huurtoeslag (1,2 miljoen euro). Het MT en de OR waren hier ook bij aanwezig. Toegelicht werd welke maatregelen genomen kunnen worden om de kasstromen van OFW positief te houden. De RvC heeft in de RvC-vergadering van november 2011 verzocht om scenarioanalyse van de kasstromen voor de komende tien jaar, waarbij wordt uitgegaan van tegenvallende verkopen van bestaand bezit. Dit is in de februari-vergadering van 2012 gepresenteerd. In het verlengde van de jaarrekeningcontrole heeft de RvC in november 2011 aan KPMG de opdracht gegeven om te beoordelen of de opzet van het Inkoop- en aanbestedingstatuut de belangrijkste risico’s die gepaard gaan met inkopen en aanbestedingen afdekt en of het statuut intern wordt opgevolgd. Daarnaast is aan CBB de opdracht gegeven om het statuut te toetsen op correctheid en actualiteit. In de RvC-vergadering van april 2012 worden de resultaten besproken. Op 23 februari 2011 heeft de RvC het Treasury jaarplan 2011 (waarvan de basis in het Treasurystatuut van OFW ligt) en treasurymaatregelen goedgekeurd. In november 2012 het Treasury jaarplan voor 2012. Aan het begin van 2012 bleek dat woningcorporatie Vestia een groot aantal swaps (rentederivaten) heeft afgesloten met marktwaardeverrekening (zogenaamde CSA-clausule). Doordat de rente gedaald is, hebben deze swaps een negatieve waarde. Op grond van deze
66
CSA-clausule is Vestia verplicht om het verschil tussen de swap-rente en de marktrente te storten bij de bank (de partij waar de swaps zijn afgesloten). Deze storting vormt een zekerheid voor de bank. De liquiditeit voor deze storting aan de bank heeft Vestia, gezien de omvang, niet beschikbaar. Hier ontstaat dan een probleem. OFW heeft ook payersswaps ter afdekking van rolloverleningen. OFW heeft echter geen swaps met CSA’s of andere vormen van marktwaardeverrekening. OFW trekt alleen swaps aan zonder marktwaardeverrekening. OFW heeft haar fiscale processen en procedures zodanig goed op orde, dat de Belastingdienst in november 2011 een convenant ‘Horizontaal Toezicht’ heeft gesloten met OFW. Het convenant gaat uit van samenwerken op basis van vertrouwen. OFW is de tweede corporatie in Flevoland die een dergelijk convenant heeft. De RvC complimenteert OFW hiermee.
CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Op 23 februari 2011 heeft het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) tijdens een RvC-vergadering een presentatie gegeven over het CFV in het algemeen, de oordeelsbrief van het CFV en de benchmark ‘Corporatie in Perspectief’ van OFW. Het CFV gaf tijdens dit overleg aan dat OFW solvabel is. OFW kan haar verplichtingen nakomen. OFW heeft een A1-oordeel gekregen (dit betekent dat de voorgenomen activiteiten passen bij de vermogenspositie van de corporatie).
WAARBORGFONDS SOCIALE WONINGBOUW Op 30 november 2011 heeft het WSW de uitslag van de jaarlijkse beoordeling van de kredietwaardigheid verstrekt. Het WSW heeft een verklaring afgegeven dat OFW voldoet aan de eisen van kredietwaardigheid. Het faciliteringsvolume voor de jaren 2011 en 2012 is vrijgegeven. Het faciliteringsvolume voor 2013 is nog niet vrijgegeven. De RvC is door de directeur-bestuurder over het oordeel van het WSW geïnformeerd. De volgende jaarlijkse beoordeling vindt naar verwachting plaats in de eerste helft van 2012.
INTEGRITEIT De statuten, Governancecode en het reglement van de RvC bevat bepalingen betreffende het vermijden van (de schijn van) belangenverstrengeling tussen de woningcorporatie en RvCleden/directeur-bestuurder. Er hebben in 2011 geen transacties plaatsgevonden en de RvC-leden en directeur-bestuurder hadden geen nevenfuncties waarbij er sprake was van (een schijn van) belangenverstrengeling tussen OFW en de directeur-bestuurder of de RvC.
WERKGEVERSROL RVC De remuneratiecommissie (bestaande uit de voorzitter en vicevoorzitter van de RvC) heeft, zoals ieder jaar, in 2011 een beoordelings-/evaluatiegesprek met de directeur-bestuurder gehad. Het bezoldigingsbeleid voor de directeur-bestuurder wordt door de RvC vastgesteld met inachtneming van de sectorbrede beloningscode bestuurders woningcorporaties. Deze beloningscode is in 2011 van kracht geworden. In 2011 heeft de RvC BDO Consultants verzocht om de bezoldiging van de bestuurder te toetsen aan deze code. Aan de hand van deze toets is de inschaling bepaald. De RvC respecteert de rechtspositie van de huidige bestuurder. In de jaarrekening wordt de hoogte en structuur van de bestuurdersbeloning weergegeven.
SAMENSTELLING RVC EN ONAFHANKELIJKHEID LEDEN De RvC van OFW bestond op 31 december 2011 uit vijf personen, allen onafhankelijk in de zin van de Governancecode voor woningcorporaties. In 2011 is het kwaliteitsprofiel en de procedure voor (her)benoeming van RvC-leden aangepast naar aanleiding van de geactualiseerde Governancecode. Per 1 juli 2012 ontstaat er een vacature in de RvC, wegens het aftreden van de heer ir. P.H. Schouten (niet meer herbenoembaar wegens het einde van zijn zittingstermijn). In 2011 is de openbare werving van een nieuw RvC-lid gestart. Er wordt gebruikgemaakt van de diensten van een werving- en selectiebureau.
67
COMMISSARISSENHONORERING Het totaalbedrag van de commissarissenhonorering (inclusief onkostenvergoeding) is in 2011: 29.360,04 euro. De onkostenvergoeding voor de commissarissen bedraagt 2.835 euro. In de jaarrekening is de commissarissenhonorering gespecificeerd weergegeven.
WERKORGANISATIE Namens de RvC bedank ik iedere collega van OFW voor haar/zijn werkzaamheden in 2011. Dit was een jaar waarin er veel om ons heen gebeurde. Van een verdergaande economische crisis tot het afscheid nemen van collega's. Dankzij de bijdragen van alle medewerkers heeft OFW in 2011 mooie resultaten behaald.
GOEDKEURING JAARVERSLAG EN DECHARGE In opdracht van de RvC is de jaarrekening gecontroleerd door KPMG. De RvC heeft zich over de uitkomst van het onderzoek door KPMG laten informeren en is tot de conclusie gekomen dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de activiteiten en de financiële positie van OFW. Als voorzitter van de RvC van OFW besluit ik daarom met het volgende. De RvC keurt de door de directeur-bestuurder vastgestelde jaarrekening, het volkshuisvestingsverslag en het jaarverslag over 2011 goed. De RvC besluit de directeur-bestuurder decharge te verlenen voor het over het verslagjaar 2011 gevoerde beleid. Dronten, april 2012 M. Siliakus MBA, Voorzitter Raad van Commissarissen, Oost Flevoland Woondiensten
68
PERSONALIA RVC + DIRECTEUR BESTUURDER
69
70
7 PERSONEEL & ORGANISATIE PERSONEELS- EN ORGANISATIEBELEID In dit hoofdstuk wordt verantwoording afgelegd over het door ons gevoerde personeels- en organisatiebeleid. We zijn van mening dat de bedrijfsfilosofie die we extern uitdragen, ook intern moet gelden. Als doelstelling hebben we daarom in ons beleidsplan opgenomen: ‘Het voeren van een duurzaam personeels- en organisatiebeleid.’ Kernwoorden hierin zijn: sturen op processen, een lerende organisatie, klein beginnen en dan verder opbouwen en verbreden, bieden van ontwikkelingsmogelijkheden, employability, het bieden van stageplaatsen om praktijkervaring op te doen, borgen van kennis en vaardigheden en zelfsturende teams met brede inzetbaarheid van medewerkers. Het beleid met betrekking tot personeel en organisatie hebben we vastgelegd in het beleidsplan ‘Samen voor Kansrijk’ (2007) en in het personeelsbeleidsplan ‘Wonen is emotie, werken ook’ (2004). In 2007 is de behoefte uitgesproken om de strategie voor de verdere ontwikkeling van de interne organisatie vast te leggen. In 2008/2009 hebben we daartoe het organisatieontwikkelingsplan opgesteld. In dit plan gaat het met name om de ontwikkeling van medewerkers, de cultuur, de structuur en de ontwikkeling van hulpsystemen. In het plan hebben we omschreven wat onze ambitie is op deze gebieden en waar we mee aan de slag zijn gegaan.
ORGANISATIEONTWIKKELING Mede door externe ontwikkelingen is een deel van de ontwikkeling van de organisatie in een stroomversnelling geraakt. Dit heeft in 2011 niet alleen geresulteerd in een andere organisatiestructuur, maar heeft ook een aantal nieuwe ontwikkelingen/projecten met zich meegebracht. Deze nieuwe projecten passen binnen de visie op de ontwikkeling van de organisatie beschreven in het organisatieontwikkelingsplan. Het is deels ook een vervolgstap.
UITGANGSPUNTEN ORGANISATIEONTWIKKELING Het uitgangspunt bij de verdere ontwikkeling van de organisatie is dat de succesfactoren waarop de huidige organisatiefilosofie berust worden vastgehouden en uitgebouwd. Deze succesfactoren zijn in het organisatieontwikkelingsplan benoemd in de structuurzijde van het OFW-huis. In het kort zijn dit: OFW stuurt op proces of project. De organisatie is ingericht vanuit de klantvraag. We werken efficiënt en effectief, in één keer goed is het uitganspunt. We verbeteren continu, we zijn een lerende organisatie die medewerkers kansen biedt voor groei en ontwikkeling, we willen de PDCA-cirkel rondmaken. We werken met zelfsturende teams die steeds voor een belangrijk bedrijfsproces verantwoordelijk zijn, samenwerken en resultaatgerichtheid zijn voor ons belangrijke succesfactoren. Via zogenaamde brown papers actualiseren en verbeteren we het proces periodiek. Naast de procesorganisatie hebben we een projectorganisatie. Medewerkers kunnen in meer dan een proces of project participeren. We hebben aandacht voor checks and balances, integriteit, interne controle (onder andere functiescheiding) en verantwoording. We streven naar breed ontwikkelde medewerkers in niet te kleine eenheden teneinde de continuïteit te bevorderen, er is sprake van roldiversiteit. We werken met ondernemende mensen die verantwoordelijkheid nemen, we sturen daarbij op vertrouwen. In het uitbouwen van deze succesfactoren is er sprake van een soort volgorde. Je kunt bijvoorbeeld niet verder werken aan het digitaliseren van bepaalde processtappen als het proces nog niet goed in kaart is gebracht.
71
We gaan zorgvuldig om met ons personeel. We willen voorkomen dat er door externe ontwikkelingen (zoals de bijdrage aan de huurtoeslag, een stagnerende koopmarkt, verdergaande automatisering van eenvoudige werkzaamheden, et cetera) gedwongen ontslagen vallen. Daarom gebruiken we natuurlijke momenten, bijvoorbeeld als iemand met pensioen gaat of dat er mensen vertrekken, om te kijken naar een eventuele verbetering of ontwikkeling van de interne organisatie. Daarom is het noodzakelijk om tijdig bewust te zijn van en derhalve in te spelen op externe ontwikkelingen. Alleen dan is bijsturen en door-ontwikkelen mogelijk en is OFW in staat continuïteit in veranderende omstandigheden te realiseren. OFW realiseert zich dat dit eisen aan medewerkers stelt. We vinden het belangrijk dat medewerkers bijblijven op hun vakgebied. Daarom wordt er bij nieuwe ontwikkelingen, bijvoorbeeld de verdergaande digitalisering, gekeken wat de mogelijkheden zijn voor onze organisatie. Mensen worden hiertoe opgeleid en processen eventueel aangepast. De bezuinigingen van de Rijksoverheid dwingen OFW kritisch te kijken naar haar eigen bedrijfsvoering. Ondanks de financiële bijdrage aan de huurtoeslag, wat een negatief effect heeft op onze kasstromen en onze investeringsruimte, wil OFW namelijk zoveel mogelijk haar externe doelen realiseren en haar dienstverlening blijven leveren. Bovenstaande uitgangspunten hebben in 2011 geresulteerd in een splitsing van de afdeling Wonen in twee afdelingen, te weten Serviceonderhoud en Wonen. Serviceonderhoud omvat de servicemedewerkers en de (verhuis)opzichters, Wonen de overige medewerkers. In 2011 zijn verder het team Receptie en team Algemene ondersteuning onderdeel geworden van de afdeling Wonen. Intern zijn medewerkers doorgestroomd naar deze functies. De vrijvallende taken worden opgepakt door medewerkers in de organisatie.
organisatiestructuur OFW per 1 december 2011 De primaire processen en de belangrijkste ondersteunende processen binnen OFW zijn de afgelopen jaren in kaart gebracht en beschreven. Door het rondmaken van de PDCA-cyclus worden de verschillende processen voortdurend geoptimaliseerd en efficiënter ingericht. Ook is er aandacht voor de aansluitingen van de verschillende processen aan elkaar (primaire, ondersteunende en besturende processen). Een vervolgstap is om te kijken of door verdere automatisering/digitalisering stappen in het proces kunnen worden vereenvoudigd of kunnen worden
72
weggelaten. Hierin zien we bijvoorbeeld dat een deel van de ondersteunende processen en de primaire processen ineen schuiven. Een andere ontwikkeling is dat de processen in de keten met externen deels kunnen worden vereenvoudigd door digitalisering van stappen. Een laatste ontwikkeling is dat door verdergaande automatisering van informatiestromen ook de bestuurlijke processen worden vereenvoudigd. Het wordt makkelijker stuurinformatie uit systemen te halen. Het uitgangspunt van de organisatieontwikkeling is dat het wel integer en controleerbaar gebeurt. Het motto wat bovenstaande ontwikkeling binnen de organisatie heeft meegekregen, is dan ook: ‘In één keer goed, zonder (of met zo weinig mogelijk) schakels, maar wel integer en controleerbaar.’ Binnen deze ontwikkeling hebben we een aantal projecten onderscheiden: opzetten KCC (klantcontactcentrum) digitaliseren poststromen optimaliseren planning afdeling Serviceonderhoud digitaliseren werkbonnen servicemedewerkers digitaliseren bestellen materialen onderzoeken naar mogelijkheden voor digitaliseren facturatie De vermindering van de stroom aan facturen is vanaf 2009 duidelijk waar te nemen. In 2009 hebben we 7899 facturen verwerkt. In 2011 waren dat er 5446. Deze projecten bevonden zich in 2011 nog in verschillende fasen van ontwikkeling (van onderzoeksfase tot meer concreter uitgewerkte projectplannen). De verdere ontwikkeling van de organisatie is een geleidelijk groeiproces. Dit kan wijzigingen in functies met zich meebrengen, bijvoorbeeld als gevolg van de invoering van het KCC.
PRESTATIES BELEIDSPLAN PERSONEEL- EN ORGANISATIEBELEID In het beleidsplan zijn aan de doelstelling op het terrein van personeel en organisatie prestaties gekoppeld. Per prestatie wordt hierna weergegeven welke activiteiten in 2011 hebben plaatsgevonden.
EMPLOYABILITY Doel beleidsplan: OFW wil haar medewerkers, in een lerende organisatie en door middel van employability en interne mobiliteit, ontplooiingskansen geven en het maximale uit haar mensen halen. Er wordt binnen OFW rekening gehouden met de loopbaanwensen die onder andere in het (jaarlijkse) functioneringsgesprek zijn geuit. Medewerkers die dit willen, krijgen ook een afzonderlijk loopbaangesprek. Over het algemeen leidt dit binnen afzienbare termijn tot nieuwe perspectieven en ontwikkelingsmogelijkheden. Met de OR is afgesproken dat voordat tot interne werving wordt overgegaan specifiek wordt gekeken of ingespeeld kan worden op loopbaanwensen, maar ook op bijvoorbeeld handicaps. Dit kan er toe leiden dat functies/taken worden ontwikkeld die hierop aansturen. Ook is in 2011 rekening gehouden met loopbaanwensen van medewerkers waardoor (mede als gevolg van een organisatieontwikkeling en -aanpassing) in vijf gevallen functies zijn gewijzigd/verbreed/verdiept of hebben medewerkers een specifieke opdracht gekregen.
ZELFSTURENDE TEAMS Doel beleidsplan: Het verder ontwikkelen van zelfsturende teams. Zie hiervoor de tekst onder ‘organisatieontwikkeling’. Het beschrijven en actualiseren van de diverse bedrijfsprocessen, een project dat tevens benoemd is in het organisatieontwikkelingsplan van OFW, draagt ook bij aan de verdere
73
ontwikkeling van de zelfsturende teams. In de figuur ‘Organisatiebrede opleidings- en ontwikkelingsactiviteiten’ is aangegeven welke processen het in 2011 betreft.
STAGES Doel beleidsplan: OFW wil praktijkervaring aanbieden in diverse vormen van stages In 2011 hebben we in totaal 24 stagiairs ontvangen (een aantal stages loopt in 2012 nog door). Opleiding VMBO MBO HBO WO
Aantal 6 16 1 1
Percentage 25% 67% 4% 4%
Er hebben bij onze bouwprojecten dertien leerlingen op leerwerkplaatsen ervaring opgedaan. Sinds 2007 nemen we deel aan de adviesraad van de Stichting Bouwtalent. Bij OFW hebben in 2011 via de stichting Bouwtalent zes leerlingen stagegelopen. De Stichting BouwTalent heeft als doel om de instroom van geschikt kaderpersoneel en modern personeelsbeleid in de bouw te bevorderen en om meer studenten te interesseren voor een bouwtechnische opleiding. De stichting richt zich op de gehele bouwbranche en (aankomende) studenten die een middelbare en/of hogere beroepsopleiding bouwkunde (gaan) volgen. Truus Sweringa heeft voor de regio Noord zitting gehad in de vakjury voor de BouwTalent Award. De BouwTalent Award is een prijsvraag voor studenten die een bouwopleiding op een mbo of hbo volgen. De deelnemers aan deze wedstrijd zijn uitgedaagd om een verrassende transformatie te bedenken voor een leegstaand kantorencomplex. Eén medewerker volgt een leer-werk-traject (HBO technische bedrijfskunde) en heeft daarvoor een tijdelijke arbeidsovereenkomst met OFW.
OPLEIDINGSPLAN Prestatie 2011: Borging van kennis en cultuur door het opstellen en uitvoeren van een opleidingsplan en het organiseren van introductiebijeenkomsten voor nieuwe medewerkers. (Dit doel uit de begroting is ook als project opgenomen in het organisatieontwikkelingsplan.) Er is in 2011 een opleidingsplan opgesteld en er is uitvoering aan gegeven. Binnen dit opleidingsplan is onder meer aandacht voor het verkrijgen en actualiseren van vakkennis en voor opleiding die noodzakelijk is vanuit het oogpunt van de ontwikkeling van de organisatie. Daarnaast is er ook aandacht voor ontwikkeling van persoonlijke en sociale vaardigheden en opleidingswensen van individuele medewerkers. Zie de figuur ‘Organisatiebrede opleidingsen ontwikkelingsactiviteiten 2011’. Vanuit het loopbaanontwikkelingsbudget (conform CAO 2011) zijn in 2011 ook diverse nietfunctiegerelateerde studies of trainingen gevolgd. Volgens de CAO heeft iedere medewerker recht op een individueel loopbaanontwikkelingsbudget van maximaal 4.500 euro (de hoogte is afhankelijk van het aantal dienstjaren en het aantal uren dat de medewerker per week werkt). Het kan voorkomen dat dit budget niet toereikend is. We hebben in 2009 besloten dat dan, onder voorwaarden, een aanvulling middels een studiefaciliteit kan worden aangeboden.
BOUWCONVENANT Prestatie 2011: OFW biedt in 2011, conform het bouwconvenant, 3 leerwerkplaatsen voor niveau 2 en 3 en 1 à 2 stageplekken. De bouwsector bevindt zich nog steeds in zwaar weer waardoor er op veel plaatsen in Nederland en dus ook in Flevoland tijdelijk minder wordt gebouwd. Het opleiden van toekomstige werknemers komt in het gedrang. Om voor nu en in de toekomst voldoende goed opgeleid personeel in de bouwsector voor handen te hebben, hebben in 2010 alle bij de bouwsector betrokken partijen in Flevoland (waaronder OFW) het convenant 'Bouwvolume voor opleidingen' ondertekend. OFW heeft een actieve rol in het tot stand komen van dit convenant gehad. We dragen er jaarlijks aan bij om de in het convenant afgesproken aantallen leerwerkplaatsen (twintig voor de gezamenlijke Flevolandse corporaties) en stages
74
voor Beroeps Opleidende Leerweg (BOL) 4-leerlingen (tien voor de gezamenlijke Flevolandse corporaties) te creëren. We hebben in 2011 bij onze projecten in samenwerking met de betreffende aannemers dertien leerwerkplaatsen gecreëerd. Leuk om te vermelden is dat in het moderniseringsproject Dronten-Centrum vijf leerlingen meehielpen. Ze hebben samen één woning zelfstandig opgeknapt onder leiding van Bouwbedrijf Salverda. Daarnaast hebben ze ook een bijdrage geleverd aan een stukje kunst in de wijk, wat echt vakmanschap is. Op de kopgevels van de woningen zijn Kiekendieven, Botters en Lelies gemetseld.
ORGANISATIEBREDE OPLEIDINGS- EN ONTWIKKELINGSACTIVITEITEN 2011 Opleidings/ontwikkelingsactiviteiten
Doel
Voor wie?
Teamtrainingen
Beschrijven en/of actualiseren van procesbeschrijvingen Dit is een doorlopende activiteit.
Het ontwikkelen en inzetten van talenten om optimale teams te creëren om zo door samenwerking tot optimale prestaties te komen. Sommige teams gaan op herhaling c.q. een stap verder. Beheersen / verbeteren / ‘lean’ organiseren / goed op elkaar laten aansluiten van de primaire, ondersteunende en besturende processen. We stemmen daarnaast onze processen met die van ketenpartners af.
Afdelingen / teams Bedrijfsvoering, Projecten en Algemene Ondersteuning. Alle medewerkers, stagiairs en externe partijen die bij het betreffende proces betrokken zijn.
Afgerond Festiviteiten Inkomende post Uitgaande post Serviceonderhoud Sluitend vangnet
Het is er op gericht om verspilling en stappen in een proces die geen toegevoegde waarde hebben, te elimineren. Door integraal naar processen te kijken, deze te beschrijven en periodiek te actualiseren wordt kennis hieromtrent binnen OFW goed geborgd.
Vaak zijn het medewerkers uit verschillende teams.
Eindfase Inkoop Voorraadbeheer Huurincasso Servicekosten Tuinen Servicetelefoon-KCC Planmatig onderhoud
Op een aantal plekken zijn ondersteunende processen opgegaan in de primaire processen.
Opgestart Personeelsadministratie Contractbeheer Geëvalueerd met het MDF: Sociaal incassoproces Begrotingsbijeenkomst door / voor medewerkers
In het kader van de begroting 2012 hebben alle teams, evenals voorgaande jaren, aan elkaar een presentatie gegeven. Aan de medewerkers is gevraagd om tijdens deze presentatie aandacht te geven aan bijvoorbeeld nieuwe activiteiten, nieuwe projecten, actiepunten voor 2012, verbeteringen binnen werkprocessen, teamdoelstellingen en teamprestaties.
Alle teams en stagiairs.
75
Het vergroot de betrokkenheid tussen teams en de betrokkenheid bij de gezamenlijke bijdrage aan de opgave van OFW. Introductiebijeenkomsten voor nieuwe medewerkers
Overdragen van algemene informatie m.b.t. de woningcorporatiebranche en specifieke informatie over de organisatiecultuur en structuur van OFW, de automatiseringssystemen, kwaliteitssystemen (waaronder INK en KWH), projectmatig werken, het werken in zelfsturende teams en de bedrijfsprocessen.
In 2011 heeft er geen introductiebijeenkoms t plaatsgevonden vanwege het kleine aantal nieuwe medewerkers. Rondleidingen langs de complexen/projecten en overdracht van algemene informatie hebben op individuele basis plaatsgevonden. Ook voor alle stagiairs is een rondleiding georganiseerd.
ICT - Trainingen Office 2010 - Beheer telefooncentrale - Microsoft project - SG Tobias / Treasury - Diskis
Het in 2010 bij OFW geïntroduceerde nieuwe Office pakket voor de dagelijkse werkzaamheden kunnen gebruiken. In het kader van het KCC wordt gekeken wie (extra) training nodig heeft.
Alle Office trainingen hebben in 2011 plaats gevonden. De overige trainingen worden meegenomen in de training t.b.v. het KCC.
Beleidsplatforms met de thema’s: 1. Maatregelen overheid t.b.v. huurtoeslag 2. Klantcontactcentrum (KCC) 3. Financiële gevolgen Europa en overheidsbeleid voor OFW 4. Wijzigingen in voorraadbeheer 5. Leefbaarheid 6. Resultaten WK2020
Kennis delen. Integraal en breder dan vanuit het eigen werk meedenken over de ontwikkeling van de diverse beleidsterreinen binnen OFW en de implementatie daarvan.
Voor alle medewerkers en stagiairs.
Technische platforms 1. Legionella 2. FSC
Kennisoverdracht. Het integraal (door de diverse teams) evalueren van en afstemmen over o.a. bouwwijzen en gebruikte/te gebruiken materialen. Dit komt ten goede aan een betere kwaliteit van dienstverlening en eindproduct (de woning). Daarmee wordt goed en efficiënt toekomstig beheer van een woning mogelijk en is er aandacht voor aspecten vanuit de gebruikerskant (de bewoner).
Voor alle medewerkers en stagiairs.
Bijeenkomst stagebegeleiders 1 x per drie maanden
Uitwisselen van ervaringen en het verbeteren / verkrijgen van vaardigheden t.b.v. van het begeleiden van stagiairs, ook vanwege het feit
Voor medewerkers die stagiairs begeleiden.
76
Er zijn tevens gesprekken geweest met de stagemakelaar bij de Meerpaal i.v.m. maatschappelijke stages.
dat OFW maatschappelijke stages gaat bieden voor scholieren in de gemeente Dronten.
PERSOONEELSBELEIDSPLAN Prestatie 2011: Het actualiseren van het personeelsbeleidsplan In 2012 gaan we ons beleidsplan (ondernemingsplan) actualiseren. Daarin is uiteraard ook aandacht voor het beleid rond personeel en organisatie. Mede als gevolg van nieuwe wet- en regelgeving zijn we in 2011 alvast gestart met het opstellen en actualiseren van een aantal personele regelingen.
ARCHIVERINGSPROJECT Prestatie 2011: Maken plan van opzet voor het archiveringsproject We zijn ongeveer tien jaar geleden overgestapt op een digitaal post- en archiveringsysteem, te weten DisKis. Alle correspondentie van en aan huurders, woningzoekenden, leveranciers en overige relaties wordt in DisKis gearchiveerd. Alle medewerkers maken in meer of mindere mate gebruik van DisKis. Het doel van het archief is dat (digitale) documenten op efficiënte en doelmatige wijze beheerd worden en door aansluiting op de bedrijfsprocessen op een eenvoudige wijze geraadpleegd kan worden. Al geruime tijd is er de behoefte om binnen DisKis een verbeterslag te maken. Op dit moment wordt het projectvoorstel nader uitgewerkt. De indeling van het digitale archief wordt geoptimaliseerd en de onderwerp/categorieën worden aangepast naar de hedendaagse werkwijze en processen.
STRUCTUREREN VAN STUUR- EN MANAGEMENTINFORMATIE Prestatie 2011: Maken plan van aanpak voor het structureren van stuur- en managementinformatie Vanuit diverse geledingen van de organisatie is er een groeiende behoefte aan meer en andere (stuur- en management-) informatie. In 2011 is voor team Serviceonderhoud vastgesteld welke informatie reeds beschikbaar was en welke aanvullende informatiebehoefte er lag. Naar aanleiding van deze inventarisatie hebben we de bestaande werkwijze aangescherpt, uitgebreid met aanvullende informatie en vergaand gestandaardiseerd met betrekking tot het verkrijgen van de informatie en de wijze van rapporteren. Ook is er een start gemaakt om op vergelijkbare wijze de informatie voor de processen rond team Huuradministratie en team Wonen te verbeteren.
PERSONEELSVERLOOP EN -OPBOUW Voor het personeelsverloop geldt dat het een indicatie geeft van de tevredenheid van de medewerkers. Externe factoren spelen hierbij ook een rol. OFW heeft een personeelsbeleid dat onder andere gericht is op de employability van de individuele medewerkers. De kennis en ervaring van de medewerkers zal daardoor ook door andere werkgevers gewaardeerd worden. Een zekere mate van personeelsverloop wordt door OFW positief geaccepteerd. Jonge medewerkers hebben bovendien de ambitie om ervaring bij meer werkgevers op te doen en niet hun hele leven bij één werkgever te willen blijven werken.
77
Aantal medewerkers op 31 december: Jaar
Aantal
In FTE
2011 2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004
59 65 64 57 59 58 57 59
51,9 57,4 55,8 50,3 51,4 51,1 50,4 52,6
De volgende personeelsmutaties hebben zich in 2011 voorgedaan: Instroom-uitstroom
31-12-2010 Instroom Uitstroom Verandering arbeidsduur 31-12-2011
Mannen aantal 34 2 6
30
fte 32,89 2 5,64 -0,31
Vrouwen aantal 31 1 3
28,94
29
fte 24,47 1 2,75 0,28 23,00
Totaal aantal 65 3 9
59
fte 57,36 3 8,39 -0,03 51,94
Toelichting op figuur instroom-uitstroom In 2011 zijn drie medewerkers in dienst getreden. Vijf medewerkers met een vast dienstverband zijn uit dienst getreden. Hiervan zijn drie medewerkers met (vroeg-)pensioen gegaan en bij één medewerker is het dienstverband beëindigd vanwege arbeidsongeschiktheid. Het tijdelijk dienstverband van vier medewerkers is geëindigd.
Ook in 2011 is met alle medewerkers die uit dienst zijn gegaan ter afronding van de loopbaan bij OFW een ‘exit-gesprek’ gevoerd. Er is gesproken over hoe men de tijd bij OFW al dan niet gewaardeerd heeft. Ook is gevraagd naar verbeterpunten voor OFW. In deze gesprekken is vaak naar voren gekomen dat medewerkers de door OFW geboden ontwikkelingsmogelijkheden en kansen om nieuwe werkzaamheden op te pakken erg op prijs hebben gesteld. Ook de leuke collega’s, activiteiten buiten werktijd, mogelijkheden op het gebied van interne mobiliteit en het kunnen volgen van opleidingen en cursussen worden als zeer positief ervaren. Hoofdredenen voor vertrek bij OFW zijn meestal dat een medewerker eens iets anders wil of dat hij/zij gaat verhuizen in verband met de baan en/of woonplaats van de partner, een eigen bedrijf opstart of dat de medewerker met pensioen gaat. Figuren Opbouw personele bezetting 2011 Gemiddeld aantal dienstjaren per 31-12-2011 Gemiddelde leeftijd Aantal personen jonger dan 35 jaar Leeftijdsopbouw 2011 Gemiddelde salariskosten per FTE Opbouw personele bezetting aantal Man 30 Vrouw 29 Totaal 59
fte 28,94 23,00 51,94
parttimers 3 18 21
in % 10,0% 62,1% 35,6%
fulltimers 27,0 11,0 38,0
in % 90,0% 37,9% 64,4%
78
Gemiddelde dienstjaren per 31-12-2011 t/m 5 jr 6 t/m 10 jr aantal medewerkers
24
11 t/m 15 jr
13
16 t/m 20 jr 9
4
21 t/m 25 jr 3
> 25 jr 6
Totaal 59
Gemiddeld aantal dienstjaren
10,05
Gemiddelde leeftijd Man Vrouw Totaal
44,3 40,6 42,4
Aantal personen jonger dan 35 jaar
16 (=27,1%)
Leeftijdsopbouw <21
21-25
26-30
31-35
36-40
41-45
46-50
Man
1
2
3
2
2
3
Vrouw
0
2
6
4
2
Totaal
1
4
9
6
4
51-55
56-60
6
3
5
5
8
11
>60 8
0
30
1
2
2
29
4
10
2
59
Gemiddelde salariskosten 2011 in € 2011 2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004
Totaal
66.503 65.488 69.427 72.087 62.107 55.650 54.786 52.057
ARBEIDSVOORWAARDEN; CAO 2011 EN PRINCIPEAKKOORD CAO 2012 Conform de CAO 2011 was er per 1 januari 2011 sprake van een loonsverhoging van 1,5 procent. De CAO-partijen sloten op 9 maart 2012 een principeakkoord over een nieuwe CAO Woondiensten 2012 (duur: 1 jaar). De belangrijkste punten: Loonstijgingen: 1,25 procent per 1 januari 2012 en 0,65 procent per 1 juli 2012. De instapsalarissen worden niet verhoogd. Een pensioenwerkgroep gaat een nieuwe pensioenregeling voorbereiden, die in 2014 in moet gaan. De werkgroep gaat onder andere kijken naar de kosten van de huidige regeling voor zowel werkgevers als werknemers. De huidige hoogte van de pensioenpremie (nu 31 procent) is daarbij geen vast gegeven. 189,8 uur verlofuren-budget per jaar voor alle fulltime medewerkers. Voor medewerkers die in 2012 vijftig jaar of ouder zijn of worden, is er een overgangsregeling. Het buitengewoon verlof vervalt voor vakexamens, huwelijk en jubileum. De extra opzegtermijn van de werkgever voor werknemers van 45 jaar of ouder vervalt. Bovenwettelijk verlof wordt na 26 weken arbeidsongeschiktheid alleen opgebouwd over de uren dat de medewerker arbeidsgeschikt is. De afspraak over de instroom van Wajongers in de branche wordt verlengd en uitgebreid met WSW’ers (de wet Sociale Werkvoorziening is er voor mensen die door lichamelijke, psychische en/of verstandelijke handicaps geen 'gewone' baan kunnen vinden).
79
CAO-partijen leggen het principeakkoord nu voor aan hun achterban. Zodra de achterbannen van de vakbonden en het bestuur van Aedes hiermee instemmen, is de CAO definitief. Ook de salarisschalen en de pensioenpremieverdeling voor 2012 zijn daarmee vastgesteld. Naar verwachting is dit eind april bekend.
ARBEIDSVOORWAARDEN; LEVENSLOOPREGELING / SPAARLOONREGELING Van de mogelijkheid om deel te nemen aan de levensloopregeling heeft in 2010 1 medewerker gebruik gemaakt. In 2011 maakten 48 medewerkers gebruik van de spaarloonregeling. Deze regeling is van overheidswege per 2012 beëindigd.
WAJONG EN SOCIALE WERKVOORZIENING In de CAO van 2011 is opgenomen dat de woningcorporatiebranche de instroom van Wajongers bevordert. Elke woningcorporatie met 100 werknemers of meer zal, binnen de looptijd van deze CAO, in samenwerking met UWV minimaal één arbeidsplaats voor een Wajonger realiseren dan wel houden. Deze voorwaarde geldt niet voor corporaties met minder dan 100 werknemers (zoals OFW). Wij hebben echter wel een onderzoek laten doen naar de geschiktheid van onze organisatie voor Wajongers. De uitkomst van het onderzoek is dat Wajongers met een fysieke beperking prima zouden kunnen functioneren bij OFW. We hebben echter geen vacatures op dit moment. Indien zich wel een vacature voordoet dan houden we de mogelijkheid open. Voor andere Wajongers (met een verstandelijke beperking) is deze mogelijkheid er wat minder. Mede vanwege het feit dat wij werken met zelfsturende teams. Dit vraagt grote zelfstandigheid van onze medewerkers. Daarnaast wordt door steeds verdergaande automatisering van onze bedrijfsprocessen, het eenvoudige werk steeds minder. De afspraak over de instroom van Wajongers in de branche wordt in de CAO van 2012 verlengd en 1 uitgebreid met WSW’ers . Bij OFW werkt al jaren een medewerker via een WSW-bedrijf.
ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN In het kader van goede werkomstandigheden is bedrijfsgezondheidszorg een belangrijk onderdeel. Hieronder wordt verstaan de totale zorg voor het welzijn van de werkende mens. Het is een essentieel onderdeel van het te voeren sociaal beleid. OFW onderkent het belang van goede arbeidsomstandigheden inclusief bedrijfsgezondheidszorg om het welzijn van de personeelsleden zoveel mogelijk te bevorderen. Risico-inventarisatie en –evaluatie (RI & E) In 2008 is de bestaande inventarisatie (uit 2003) geactualiseerd. Afronding van de implementatie van verbeterpunten heeft plaatsgevonden in 2009. In de modernisering van ons kantoor (2010) zijn nog diverse aanbevelingen in het kader van arbeidsomstandigheden meegenomen. In 2011 is, nadat het gemoderniseerde kantoor volledig in gebruik is genomen, de RI & E geactualiseerd. De aanbevelingen en periodieke acties worden in 2012 in een digitale RI & E opgenomen, zodat we altijd een actuele RI & E hebben. Arbeidsongevallen In 2011 hebben zich twee arbeidsongevallen voorgedaan. Tijdens het afbreken van een steiger is er een onderdeel naar beneden gevallen en op de neus van de medewerker terecht gekomen. Bij het weggooien van een stoeltje van een traplift heeft een vinger van een medewerker bekneld gezeten in het stoeltje. Beide ongevallen hebben tot (zeer) kort verzuim geleid. Er is geen sprake van blijvend letsel. De ongevallen waren gelukkig niet zo ernstig dat zij gemeld moesten worden bij de inspectie SZW. Met de betreffende medewerker is het besproken en geëvalueerd. Preventief Medisch Onderzoek Om de gezondheidsrisico’s bij het werk zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, bieden we onze medewerkers iedere vier jaar aan om deel te nemen aan het Periodiek Arbeidsgeneeskundig 1
De Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) is er voor mensen die door lichamelijke, psychische en / of verstandelijke handicaps geen 'gewone' baan kunnen vinden.
80
Onderzoek (PAGO). Het Preventief Medisch Onderzoek (PMO) is de verbeterde versie van het PAGO. In 2012 wordt aan alle medewerkers van OFW een PMO aangeboden. Deze is functiegerelateerd. Het PMO heeft (meer dan het PAGO had) een preventieve insteek. Het draait niet enkel om onderzoek naar de gezondheid van de (groepen en individuele) medewerkers van OFW in relatie tot hun werk. In het PMO is ook aandacht voor de lichamelijke en geestelijke conditie en leefgewoonten van medewerkers. Deze zaken zijn immers erg belangrijk voor het goed kunnen functioneren in het werk. Een belangrijk onderdeel van een PMO is de opvolging van de aanbevelingen ter bevordering van de gezondheid (als daar op basis van het onderzoek een reden voor bestaat). Medewerkerstevredenheidsonderzoek Iedere vier jaar onderzoeken we de tevredenheid en betrokkenheid van onze medewerkers. In 2012 wordt dit onderzoek gedaan. We willen graag weten hoe de medewerkers aankijken tegen hun werk, hun collega’s, het werken in teamverband, het management, de cultuur, ontwikkelingsmogelijkheden, arbeidsvoorwaarden en de organisatie en haar doelstellingen. EHBO en Bedrijfshulpverlening Samenstelling BHV op 1 april 2012 Alex van Doorn EHBO, AED Petra van Wolfswinkel EHBO, BHV, AED Alie Hilde Elslo BHV, AED Petra Sandee EHBO, AED Gerwin Hilberink BHV, AED Janny Kapteijn EHBO,BHV, AED Johan Hoorn BHV, AED Timo Smits BHV, AED
Hoofd, MT-lid Hoofd en coördinator
In 2011 bestond de bedrijfshulpverlening bij OFW uit vier EHBO-ers en zeven BHV-ers. Allen hebben een aantekening ‘AED’. Iedereen is in 2011 op herhalingscursus geweest. Hoofd en coördinator Petra van Wolfswinkel heeft het certificaat Ploegleider BHV behaald, in 2012/2013 volgt een cursus tot ‘Coördinator BHV’. Er heeft in september 2011 een ontruimingsoefening plaatsgevonden, waarbij de brandweer betrokken werd. Het kantoor voldoet aan de brandveiligheidseisen gesteld in het bouwbesluit. Het bedrijfsnoodplan inclusief het ontruimingsplan zijn in 2011 geactualiseerd. Ziekteverzuim We houden een ziekteverzuimnorm aan van maximaal 3,5 procent (kort ziekteverzuim tot twee maanden, exclusief zwangerschapsverlof). Hier is in 2011 aan voldaan (namelijk 2,4 procent). Het korte ziekteverzuim is een indicator voor de personeelstevredenheid. Veelvuldig kort ziekteverzuim kan duiden op ontevredenheid bij de medewerkers. Het lange verzuim (langer dan twee maanden) bedroeg in 2011 5,1 procent. De maximale frequentie van ziekmelding is 1,5 keer per medewerker per jaar. Dit is de (landelijke) richtlijn die de arbodienst hanteert. Hier zit OFW onder (de frequentie is bij OFW 1,45). Het verloop van het ziekteverzuim (in percentages) over de periode 2002 tot en met 2011 laat het volgende beeld zien. Leidinggevenden hebben in 2011 een training gehad van onze arbodienst waarin onder andere verzuimbegeleiding een thema was.
Percentage ziekteverzuim Kort verzuim Lang verzuim
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2,3 2,6
2 4,4
1,2 3
1,4 2,1
1,8 3,7
2,6 0,6
2,3 2,4
1,7 5,5
1,9 4,5
2,4 5,1
81
Frequentie ziekmelding per medewerker/per jaar 2011 2010 2009 2008 2007 2006
1,45 1,34 1,47 1,27 1,45 1,32
Werknemers die een heel jaar niet hebben verzuimd in % 2005 2006 2007 2008 2009 2010 28,0% 26,3% 29,9% 38,6% 30,0% 38,46%
2011 28,81%
ONDERNEMINGSRAAD Samenstelling op 1 april 2012 Henk Kos (voorzitter Timo Smits (secretaris) Johan Hoorn (penningmeester) Claudia Kolk (algemeen lid) Sjoerd Veenstra (algemeen lid) Sinds 2011 bestaat de OR uit 5 leden (dit waren er 4). De Ondernemingsraad (OR) speelt een belangrijke rol binnen onze organisatie. Het is een belangrijke interne stakeholder. De OR fungeert als klankbord en toetssteen voor OFW. Er is sprake van een open en constructieve verhouding tussen OR en directie. In 2011 heeft er vier keer een regulier overleg tussen directie en OR plaatsgevonden. De directeur-bestuurder en de voorzitter van de OR traden wisselend op als voorzitter tijdens deze vergaderingen. Daarnaast is er twee keer overleg gevoerd over de organisatieontwikkeling en – aanpassing. Ook is (een afvaardiging van) de OR, zoals gebruikelijk, aanwezig geweest bij de informatieve RvCbijeenkomst over het jaarverslag (april 2011) en de begroting (november 2011). De OR heeft ook deelgenomen aan de stakeholdersbijeenkomst op 3 november 2011. Besproken onderwerpen tussen OR en directeur-bestuurder: Organisatieontwikkeling en wijzigingen in het managementteam Werving van een manager Projecten Jaarverslag 2010 Aandachtspunten vanuit OR voor begroting 2012 Begroting 2012 en meerjarenplanning Opleidingsplan (is in januari 2012 besproken) Aanwezigheid OR bij informatieve RvC-bijeenkomst over het jaarverslag en de begroting De vacature in de RvC door het aftreden van de heer Schouten. Stand van zaken diverse vacatures binnen OFW Verplicht vrije dagen voor 2012 (is in januari 2012 besproken) Toekenning gratificaties Functiewaarderingsstelsel Werkdruk Vertrouwenspersoon personeel Nevenwerkzaamheden Wijze verslaglegging Jaarverslag OR Begrotingsbijeenkomst medewerkers Terugblik stakeholdersbijeenkomst 2011 thema Leefbaarheid
82
Vragen inzake begroting / meerjarenplanning Loopbaanontwikkelingsbudget en mogelijkheid bij OFW voor aanvullende studiefaciliteit (is in januari 2012 besproken) Jaarverslag OR De OR brengt over 2011 een jaarverslag uit. Dit verslag wordt aan alle medewerkers en de RvC verstrekt.
83
8 PROJECTEN NIEUWBOUW Alle nieuw gebouwde sociale huurwoningen hebben een huur onder de relevante aftoppingsgrens van de huurtoeslag en minimaal een energielabel A. Nieuwbouwwoningen worden vroegtijdig toegewezen zodat toekomstige bewoners betrokken kunnen worden bij het bouwproces en hen de nodige keuzes kunnen worden geboden. Tijdens het bouwproces wordt een kijkdag georganiseerd op de bouwplaats. Op deze manier kunnen toekomstige bewoners kennismaken met hun toekomstige buren. In het regulier overleg met de Huurders Belangen Vereniging wordt de voortgang van alle projecten besproken. VACpunt Wonen Nieuwbouwplannen worden in de ontwerpfase voorgelegd aan het VACpunt Wonen. VACpunt Wonen toetst de gebruikerskwaliteit van de woningen en de woonomgeving. De aanbevelingen en verbeterpunten van het VACpunt worden zoveel mogelijk meegenomen in het ontwerp. De projecten die in 2011 zijn beoordeelt zijn: nieuwbouwwoningen Bloemenzoom 20 huur- en 34 koopwoningen e e nieuwbouwwoningen 2 fase (3 deel) centrum 36 huurwoningen De eerder beoordeelde projecten worden deze verbeterpunten al meegenomen in de nieuw te ontwikkelen projecten. De VAC is hierdoor erg positief is over de ontwikkeling van de kwaliteit van de te realiseren appartementen en/of woningen.
MODERNISERING Bij de huidige moderniseringsprojecten wordt uitgegaan van minimaal een B-label. Voor een aantal projecten bleek zelfs een A-label haalbaar. Bij moderniseringsprojecten is aan de zittende bewoners geen huurverhoging in rekening gebracht voor woningverbetering tenzij er sprake was van verbeteringen die in de woningwaardering tot uitdrukking komen, zoals de aanleg van een CV of een e 2 toilet. Bij alle moderniseringsprojecten worden de Huurders Belangen Vereniging en de bewonerscommissie van die wijk vanaf de probleemanalyse betrokken bij de planvoorbereiding en uitvoering. Over alle plannen heeft OFW veelvuldig informatie gegeven aan belangstellenden, zowel via de woonbeurs, op informatiebijeenkomsten, via het bewonersblad Vizier, de website als via persberichten. OFW markeert belangrijke momenten zoals de eerste paal, het hoogste punt of de oplevering op feestelijke wijze. Voor de financiering van de moderniseringsprojecten heeft OFW gebruikgemaakt van de tijdelijke Energie Investerings Aftrek (EIA), een fiscale regeling gekoppeld aan het aantal energielabelstappen om de bouw te stimuleren. Het levert een voordeel op van circa elf procent van de investering. Er kon gebruikgemaakt worden van de EIA-regeling tot 1 december 2010. Om deze reden is voor een aantal moderniseringsprojecten vervroegd opdracht verstrekt.
GROENFINANCIERING OFW heeft voor diverse nieuwbouw en moderniseringsprojecten groenfinanciering aangevraagd. Het effect hiervan is dat OFW groene leningen kon aantrekken. Dit levert een rentevoordeel van één procent over een periode van tien jaar op. De overheid heeft dit beleid ontwikkelt om de bouw te stimuleren. OFW maakt hier graag gebruik van, omdat ze dan goedkoper kan bouwen. In de loop van 2010 heeft OFW een aantal maatregelen genomen, zodat optimaal gebruikgemaakt kon worden van het BTW-voordeel. Dit houdt in dat er zes procent in plaats van negentien procent BTW wordt gerekend over het arbeidsloon voor onderhoud aan bestaande woningen. Deze regeling liep door tot 1 juli 2011 en is later verlengd tot 1 oktober 2011.
84
KETENKWALITEIT OFW kiest er bewust voor te investeren in ketenkwaliteit. Dit betreft ook de kennisontwikkeling over het bouwen en moderniseren van woningen met een lager energieverbruik. In onze opdrachtgeversrol zoeken we samenwerking met andere partijen die met ons bijvoorbeeld nieuwe producten en ideeën rond duurzaamheid verder willen ontwikkelen en realiseren. Het pilotproject duurzaam onderhoud in het centrum van Biddinghuizen, waarmee OFW de NET-trofee heeft gewonnen, is hier een voorbeeld van. OFW hecht veel waarde aan kwaliteit. Het uitgangspunt is in één keer goed. Bij de moderniseringsprojecten die in opdracht van OFW worden uitgevoerd, wordt gewerkt met een kwaliteitssysteem. Met dit systeem is niet alleen sprake van een controlemoment aan het eind van het proces, maar wordt tijdens het bouwproces een aantal controlemomenten uitgevoerd. Het doel hierbij is het verlagen van de faalkosten en het verhogen van de kwaliteit.
OVERZICHT PROJECTEN OPGELEVERD IN 2011 e
Modernisering 1 fase centrum te Dronten e 1 fase 85 woningen Op maandag 10 januari 2011 startte OFW met de eerste fase van de modernisering van de 85 huurwoningen in Dronten-Centrum. Deze modernisering betrof de huurwoningen aan De Steven, Stuurboord, Fokkestraat, De Boeg en de evenzijde van de Gaffelstraat. Door de aanpassingen zijn de woningen zowel technisch als qua uiterlijk weer modern. Er is ook veel aandacht besteed aan het terugbrengen van het energieverbruik van de woningen. De globale werkzaamheden die uitgevoerd werden zijn na-isolatie van het dak, de vloer en de gevel, vervanging dakpannen, metselwerk en kozijnen. Indien de bewoners dit wensten kon ook de binnenzijde van de woning gemoderniseerd worden. Planning: Het project is in december 2011 opgeleverd. De feestelijke oplevering was op 2 februari 2012. Architect: 19 Het Atelier Architecten te Zwolle Aannemer: Bouwbedrijf Salverda bv te ’t Harde Leerlingbouwplaats: 5 leerlingen Energielabel: A Financiering: voor dit project is vóór 1 december 2010 opdracht verstrekt aan de aannemer zodat gebruikgemaakt kon worden van de EIA-regeling. Daarnaast is groenfinanciering toegekend. Een deel van de woningen is opgeleverd vóór 1 oktober 2011 zodat gebruikgemaakt kon worden van het BTWvoordeel van de belastingdienst. Enkele leerlingen hebben samen een woning opgeknapt in de Fokkestraat onder begeleiding van Salverda. Stichting Philadelphia Stichting Philadelphia Zorg huurt vier aangepaste woningen aan de Rozemarijn te Dronten. In deze woningen zijn acht cliënten gehuisvest. Deze mensen hebben een licht verstandelijk handicap maar zijn wel zelfredzaam. Iedere cliënt heeft zijn eigen woonkamer, keuken, slaapkamer en badkamer. Verder hebben ze de beschikking over een gemeenschappelijke woonkamer en keuken. Binnen deze groep had een aantal cliënten behoefte aan een zelfstandige woning. De woningen aan de Rozemarijn 26, 30 en 32 zijn verbouwd als appartementen voor deze cliënten. Begeleiding vanuit Philadelphia is aanwezig vanuit de Rozemarijn 34 tot en met 40. Planning: september 2011 opgeleverd Architect: Looman architecten te Zeewolde
OVERZICHT PROJECTEN IN VOORBEREIDING EN UITVOERING Nieuwbouw huur e
e
e
De Gilden 2 fase 1 en 2 deel te Dronten Ontwikkeling van 98 eengezinswoningen in vier complexen verspreid over de tweede fase van de wijk. In 2011 bleek, ondanks veelvuldig overleg met de gemeente, op basis van bezwaren dat de bouw van de appartementen niet in overeenstemming is met het bestemmingsplan. De gemeente heeft OFW gevraagd het plan aan te passen in verband met het bestemmingsplan. Hierdoor worden er geen appartementen voor jongeren gebouwd.
85
De bouwaanvraag is ingediend in het derde kwartaal van 2011. De bouwvergunning is verstrekt eind januari 2012. Onderzocht wordt of dit project, gezien de huidige marktsituatie, gefaseerd gerealiseerd moet worden. Doelgroep: gezinnen Planning: start bouw derde kwartaal 2012 Architect: Architectenbureau Kristinsson te Deventer Aannemer: Bramer B.V. EPC: < 0,50 Financiering: voor dit project is groenfinanciering toegekend. Vervangende nieuwbouw Biddinghuizen Centrum deelfase 2, 2e deel Vervangende nieuwbouw 8 startersappartementen aan de Cultuursingel. Dit nieuwbouwproject maakt deel uit van het plan Biddinghuizen-Centrum. Hans Engelvaart, wethouder gemeente Dronten Door een beroepsprocedure tegen de verleende “Complimenten voor OFW omdat bouwvergunning heeft dit project vertraging opgelopen. Biddinghuizen zo mooi is geworden. Dit Begin 2012 is bekend geworden dat het complex alsnog complex draagt hier zeker aan bij”. kan worden gebouwd. Doelgroep: starters Planning: start bouw mei 2011, oplevering is gepland medio april 2012 Architect: De Velde Architecten te Kampen Aannemer: Mateboer Bouw bv te Kampen EPC: 0,66 Bloemenzoom te Swifterbant Twintig eengezins-rijenhuurwoningen: deze zijn in aanbouw en worden medio 2012 opgeleverd. De bouw van de eerste rij van acht rijenkoopwoningen is gestart. De oplevering vindt in eind 2012 plaats. Het tweede rijtje van acht woningen wordt gebouwd als er voldoende verkocht is. Doelgroep: gezinnen Architect: Looman Architecten te Zeewolde Aannemer: Bouwbedrijf Wensink en Prins te Kampen EPC: 0, 52 Leerlingbouwplaats: 2 leerlingen Fazantendreef Woongroep 50+ 24 appartementen en een recreatieruimte: dit complex wordt ontwikkeld met Woongroep De Wiekslag. Voor dit complex is een energieconcept ontwikkeld waardoor de EPC verlaagd is naar 0,38. Doelgroep: 50+ Planning: start bouw juli 2011, oplevering is gepland 4e kwartaal 2012 Architect: Architectenbureau Brink & Fleer te Dronten Aannemer: Groothuis Bouwgroep te Genemuiden Aannemer E+W; v Dorp installaties BV Aantal leerlingen: 3 EPC: 0,38 Financiering: voor dit project is groenfinanciering toegekend voor de woningen en de duurzame installatie. De Graafschap te Biddinghuizen 25 appartementen Doelgroep: starters en/of jongeren onder de 23 jaar De Graafschap is een uitbreidingslocatie in Biddinghuizen. Op basis van een convenant met de gemeente is het uitgangspunt dat OFW in elke fase huurwoningen realiseert. De gemeente Dronten heeft afgezien van een collectieve WKO in de eerste fase van De Graafschap. De gemeente blijft veel waarde hechten aan een duurzame wijk. Het is aan de ontwikkelaars om hier invulling aan te geven. OFW krijgt een bijdrage van de gemeente als er een lagere EPC wordt gerealiseerd. Het project bevindt zich momenteel in de fase Voorlopig Ontwerp (VO). Architect: Jan Looman Architecten te Zeewolde.
86
Appartementen Dronten West te Dronten Nabij de nieuw te realiseren school De Dukdalf wordt een appartementengebouw van circa 42 appartementen gerealiseerd in combinatie met een het kinderdagverblijf. Deze appartementen zijn bereikbaar voor starters en/ of jongeren. Het bestemmingsplan dient voor de realisatie van dit plan aangepast te worden. De bestemmingsplanwijziging is in voorbereiding. De verwachting is dat met de bouw gestart kan worden in 2013. Modernisering e
e
Modernisering 2 en 3 fase centrum te Dronten e e 2 fase 50 woningen, 3 fase 91 woningen In aansluiting op de modernisering van de eerste fase is in september 2011 gestart met de modernisering van fase twee. Aansluitend daarop worden de woningen in fase drie gemoderniseerd. De totale modernisering van de 223 woningen wordt in het eerste kwartaal van 2013 afgerond. Ook deze woningen ondergaan een complete metamorfose. De globale werkzaamheden die uitgevoerd worden zijn na-isolatie van het dak, de vloer en de gevel, vervanging dakpannen, metselwerk en kozijnen. Indien de bewoners dit wensen kan ook de binnenzijde van de woning gemoderniseerd worden. Om de werkgelegenheid in de bouw te stimuleren en om gebruik te kunnen maken van de EIA-regeling heeft OFW voor dit project vervroegd opdracht verstrekt. e e e Planning: 2 fase oplevering mei 2012 2011, 3 fase oplevering bouw 1 kwartaal 2013. Architect: 19 Het Atelier Architecten te Zwolle Aannemer: Bouwbedrijf Salverda bv te ’t Harde Leerlingbouwplaats: 5 leerlingen Energielabel: A Financiering: voor dit project is vóór 1 december 2010 opdracht verstrekt aan de aannemer zodat gebruik gemaakt kon worden van de EIA-regeling. Daarnaast is groenfinanciering toegekend. Een deel van de woningen is opgeleverd vóór 1 oktober 2011 zodat gebruik gemaakt kan worden van het BTW-voordeel van de belastingdienst. Modernisering De Oeverloper te Dronten 83 woningen aan de Oeverloper, waarvan 69 eengezinswoningen en 14 seniorenwoningen. De werkzaamheden zijn in april 2011 van start gegaan. De woningen hebben een complete metamorfose ondergaan. De globale werkzaamheden die uitgevoerd zijn na-isolatie van het dak, de vloer en de gevel, vervanging dakpannen, metselwerk en kozijnen. Bij de meeste woningen zijn ook de badkamer, toilet en keuken gemoderniseerd, dit op verzoek van de bewoners. Planning: de laatste woningen zijn in februari 2012 opgeleverd, de feestelijke oplevering vond plaats op 23 februari 2012. Architect: VHGP architecten te Deventer Aannemer: Mateboer Bouw bv te Kampen Leerlingbouwplaats: 3 leerlingen Energielabel: eengezinswoningen A-label, seniorenwoningen B label Financiering: voor dit project is vóór 1 december 2010 opdracht verstrekt aan de aannemer zodat gebruikgemaakt kon worden van de EIA-regeling. Daarnaast is groenfinanciering toegekend. Een deel van de woningen is opgeleverd vóór 1 oktober 2011 zodat gebruikgemaakt kan worden van het BTWvoordeel van de belastingdienst. Lucernehof te Biddinghuizen 97 woningen aan de Lucernehof Voor de wijk Lucernehof is samen met de gemeente en de klankbordgroep een integraal wijkontwikkelingsplan gemaakt. Zowel de verhuurtechnische als bouwtechnische analyse vanuit OFW is gereed en gepresenteerd aan de bewoners. Het doel is het verbeteren, nu en in de toekomst, van de positie van de wijk de Lucernehof door een duurzame kwaliteitsimpuls. Dit betekent dat de wijk voor de komende 40 jaar een leefbare woonwijk moet worden met een aangenaam woon- en omgevingsklimaat. De woningen ondergaan een complete metamorfose. De globale werkzaamheden die uitgevoerd worden zijn na-isolatie van het dak, de vloer en de gevel, vervanging dakpannen, metselwerk en kozijnen. Indien de bewoners dit wensen kan ook de binnenzijde van de woning gemoderniseerd worden. Op dit moment is de uitvoering van de proefwoningen in volle uitvoering. Planning: Start werkzaamheden maart 2012. Architect: 19 Het Atelier Architecten te Zwolle
87
Aannemer: Bouwbedrijf Mateboer Bouw bv te Kampen Leerlingbouwplaats: 3 leerlingen Energielabel: A Chaletwoningen te Dronten 153 chaletwoningen (huur- en koopwoningen) aan onder andere de Schouwstraat, Karveelstraat, Boeierstraat, Hoogaarsstraat, Klipperstraat, Koggestraat. Dit zijn de eerste woningen van Dronten. Ze liggen tussen het centrum en het woonservicegebied de Regenboog-WoonArk. Met de gemeente is afgesproken voor deze wijk een ontwikkelingsplan te maken, hiervoor hebben de eerste afspraken plaatsgevonden. Voor de eerste afstemming met bewoners/wijk zal een wijkpanel worden opgericht. Sloop en nieuwbouw Vervangende nieuwbouw Biddinghuizen Centrum deelfase 3 aan de Voor De nieuwbouw van de 36 appartementen tegenover het Plein aan De Voor is de afronding van het Hans Engelvaart, wethouder gemeente Dronten wijkontwikkelingsplan Biddinghuizen-Centrum. Hiervoor “Dit is een belangrijk moment voor loopt op dit moment de procedure voor een nieuw Biddinghuizen. We hebben lang gewacht op de bestemmingsplan. Na vaststelling van het laatste fase en nu kunnen we deze bijna bestemmingsplan wordt het verzoek tot de afsluiten. Complimenten aan OFW.” bouwvergunning ingediend. Voor deze appartementen is een duurzaam energie concept ontwikkeld, waardoor de EPC nog lager is geworden. Doelgroep: senioren Planning: laatste kwartaal 2011 zijn 13 woningen aan de Voor gesloopt Startbouw: 4e kwartaal 2012 Architect: De Velde Architecten te Kampen EPC: < 0.50 Financiering: voor dit project is groenfinanciering aangevraagd. Zorg en maatschappelijk vastgoed e
Nieuwbouw 3 fase woonservicegebied bij de WoonArk- Regenboog 2 appartementsgebouwen aan de Lijzijde (50 huurappartementen) Deze huurwoningen worden in warmte en, koude voorzien vanuit de WKO-installatie van het hoofdgebouw (WoonArk). Het warm tapwater wordt door de toepassing van een zonneboiler voorverwarmt. De bouwvergunning is in september 2011 afgegeven. De twee appartementsgebouwen voor de huur worden gefaseerd gebouwd. Doelgroep: 65 plussers (met zorgvraag) Planning: start bouw: 1e kwartaal 2013, oplevering eerste gebouw medio 2015 Architect: 19 Het Atelier architecten te Zwolle EPC: 0,52 Nieuwbouw Educatief Centrum (1e fase MFG) Biddinghuizen De gemeente heeft OFW gevraagd de nieuw te bouwen scholen te ontwikkelen, eigenaar te zijn en het technisch beheer uit te voeren. Eind 2010 is de samenwerkingsovereenkomst met de gemeente Dronten getekend. De eerste fase van het MFG omvat een educatief centrum met daarin drie basisscholen, de kinderopvang, peuterspeelzaal en de bibliotheek. In 2011 zijn bouwkundige en installatie technische aannemers geselecteerd door middel van een Europese aanbesteding. Planning: de uitvoering start april 2012 en de oplevering medio april 2013 Architect: DMV architecten te Kerkrade Aannemer bouwkundig: van Norel bouwgroep Aannemer elektrische installatie: Homij technische installatie Aannemer werktuigbouwkundige installatie: Unica EPC: < 0,5
88
Nieuwbouw School en uitbreiding sportzaal Dronten West De gemeente heeft OFW gevraagd de nieuw te bouwen school te ontwikkelen, eigenaar te zijn en het technisch beheer uit te voeren. De sportzaal wordt ontwikkeld en gerealiseerd door OFW, maar blijft in eigendom van de gemeente Dronten. Omstreeks mei 2011 is de samenwerkingsovereenkomst met de gemeente Dronten getekend. In 2010 is door middel van een Nationale aanbesteding een architectenkeuze gemaakt. In 2011 is het ontwerp voor het complex gemaakt. Eind 2011 heeft de aanbesteding plaatsgevonden voor de aannemer die het complex gaat bouwen. In de tweede fase worden het kinderdagverblijf en de appartementen gerealiseerd (zie ook appartementen Dronten West). Het bestemmingsplan dient voor de realisatie van de tweede fase aangepast te worden. Aannemer bouwkundig: Aannemingsmaatschappij Friso Aannemer installatietechnische: Installatietechniek Kleinpoelhuis Architect: Architectenbureau BCT Nieuwbouw koop Koop- en huur appartementen Bries De Boeg 24 appartementen op de hoek Boeg – Fazantendreef Andries Greiner, gedeputeerde Provincie Flevoland Met de bouw van de 24 appartementen op de hoek “Dit nieuwbouwproject is de kroon op de Boeg – Fazantendreef wordt de laatste hand gelegd aan wijkvernieuwing van deze wijk “De Boeg.” de revitalisering van de wijk De Boeg. Deze appartementen worden ontwikkeld door VOF De Boeg. OFW heeft een aandeel van 50 procent in deze vennootschap onder firma. Mateboer Bouw neemt eveneens voor 50 procent deel in deze VOF. Voor de bouw van deze appartementen is een subsidie verstrekt vanuit het stimuleringsfonds. Doordat de uitvoering voor 1 januari 2011 is gestart, is voldaan aan de voorwaarde voor de toekenning van de overheidssubsidie ter bestrijding van de recessie in de bouw. Doelgroep: senioren en 1 en 2 persoonshuishoudens, zowel huur als koopsector Planning: de bouw is in december 2010 gestart, oplevering eind tweede kwartaal 2012 Architect: Joost Dolhain design Aannemer: Mateboer Bouw bv te Kampen Leerlingbouwplaats: 2 leerlingen EPC: 0,79 Nieuwbouwwoningen Bloemenzoom, Swifterbant 16 koopwoningen: rijwoningen 18 koopwoningen: 2 onder 1 kap woningen Deze woningen worden gerealiseerd in combinatie met twintig huurwoningen. De realisatie van de achttien twee-onder-één kapwoningen en de levensloopwoningen gebeurt voor rekening en risico van de aannemer. De zestien rijenwoningen worden voor risico van OFW gerealiseerd. De bouwvergunningen zijn verstrekt. In januari 2012 is besloten om te starten met het eerste blokje van acht woningen van de koopwoningen van OFW. Doelgroep: gezinnen Planning: start bouw rijenwoningen februari 2012, oplevering einde 2012. Andere 8 woningen nog niet bekend. Bij 70 procent. Architect: Looman Architecten te Zeewolde Aannemer: Bouwbedrijf Wensink en Prins te Kampen Leerlingbouwplaats: 2 leerlingen EPC: 0, 70 e
Nieuwbouw 3 fase woonservicegebied WoonArk - Regenboog Twee gebouwen voor koopappartementen aan de Lijzijde (40 appartementen) De woningen worden in warmte en koude voorzien vanuit de WKO-installatie van het hoofdgebouw (WoonArk). Door middel van zonneboilers wordt het warm tapwater voorverwarmd. De bouwvergunning is begin september 2011 afgegeven. De appartementsgebouwen worden gefaseerd gebouwd als er circa 70 procent verkocht is (eis per gebouw) Doelgroep: 65 plussers (met zorgvraag). Planning: afhankelijk van de verkoop Architect: 19 Het Atelier te Zwolle
89
TOEKOMSTIGE PROJECTEN De Giekstraat, Dronten Doelgroep: senioren OFW heeft met Plegt-Vos een intentieovereenkomst getekend. Plegt-Vos is eigenaar van een voormalige garage die grenst aan het appartementsgebouw van OFW aan de Giekstraat. Deze garage wordt momenteel verhuurd aan de gemeente voor onderwijshuisvesting. De verdere ontwikkeling kan pas plaatsvinden nadat andere huisvesting is gevonden voor de onderwijsinstelling. Woonservicegebied Dronten West OFW is in gesprek met de gemeente over de invulling van deze locatie. Doelgroep: senioren e
Het Palet (De Gilden 3 fase) / De Wisent De ontwikkeling van de wijk De Gilden gaat gestaag verder. De gemeente heeft opdracht gegeven om een energievisie te ontwikkelen voor dit gebied. Ook denkt de gemeente na over een zeer grote vrijheid voor de ontwikkelaar en/of bewoners. Inmiddels is er gestart met de verkaveling. Hanzekwartier De gemeente Dronten heeft een structuurvisie gemaakt voor het Hanzekwartier in Dronten. OFW volgt de ontwikkelingen met betrekking tot het Hanzekwartier. Reden hiervoor is dat het kantoor van OFW is gevestigd in dit gebied. Daarnaast bezit OFW commercieel vastgoed in dit gebied. Woonzorgzone / MFG te Swifterbant Doelgroep: senioren In opdracht van de gemeente, in samenwerking met Coloriet en belanghebbenden uit het dorp, is door ICS een verkenning uitgevoerd om te kijken welk scenario het meest geschikt is voor de realisatie van een multifunctioneel woonservicegebied voor Swifterbant. Eind januari 2012 heeft ICS het rapport gepresenteerd met daarin een aantal scenario's. De gedachte is om op de locatie van de huidige kerk de eerste fase van het MFC te realiseren. Als tweede fase wordt gedacht aan de locatie van De Kombuis. De gemeente heeft plannen om Het Kombuis aan te kopen van Ahold. Rivierduingebied Het Rivierduingebied in Swifterbant is de komende jaren een uitbreidingswijk. Op basis van het convenant met de gemeente is het uitgangspunt dat OFW in elke fase huurwoningen realiseert.
TOEKOMSTIGE MODERNISERINGEN e
3 fase Greente Zuid te Swifterbant Afhankelijk van de ontwikkelingen van de woonzorgzone wordt er gestart met de modernisering van de derde fase Greente-Zuid.
90
9 FINANCIEEL JAARVERSLAG 2011 KENGETALLEN (GECONSOLIDEERD) Boekjaar Aantal verhuureenheden: Woningen in exploitatie per 1 januari - Verkoop - Sloop - Aankoop - Oplevering nieuwbouw Woningen in exploitatie per 31 december - Verzorgingshuis
2011
2010
2009
4.362 16 13 2 3 4.338 76
4.321 35 0 2 74 4.362 76
4.127 29 4 3 224 4.321 110
280
280
280
356 20 172 192 4.886 48
356 17 173 190 4.908 0
390 17 175 192 4.903 81
%
%
%
1. Huurachterstand actieve huurders in een percentage van de huren en vergoedingen
1,40
1,40
1,59
2. Huurderving uitgedrukt in een percentage van de huren en vergoedingen - woningen - woningen en bedrijfsruimten
0,73 1,07
0,64 0,94
0,84 0,84
3. Algemene bedrijfsreserve einde boekjaar uitgedrukt in een percentage van de huren
72,42
68,10
65,01
€
€
€
4.048
3.697
3.362
%
%
%
Solvabiliteit
7,12
6,73
6,66
Rentabiliteit totale vermogen
4,16
4,10
3,80
- CAH-studenteneenheden Overige woongebouwen Bedrijfsruimten en maatschappelijk vastgoed Garages Overige verhuureenheden Totaal verhuureenheden Woningen in aanbouw (ultimo boekjaar) Algemeen
4. Algemene bedrijfsreserve einde boekjaar per verhuureenheid
91
1 Geconsolideerde balans per 31 december 2011 Ref.
31-12-2011 X € 1.000
ACTIVA
31-12-2010 X € 1.000
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa
5.1
Onroerende zaken in exploitatie
250.506
254.683
14.953
758
Onroerende en roerende zaken t.d.v. de exploitatie
3.375
3.569
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
3.085
3.194
271.919
262.204
674 272.593
716 262.920
Onroerende zaken in ontwikkeling
Totaal materiële vaste activa
Financiële vaste activa
5.2
Latente belastingvordering Totaal vaste activa VLOTTENDE ACTIVA Voorraden
5.3
784
784
Onderhanden werk
5.4
1.843
501
Vorderingen
5.5
Huurdebiteuren
5.5.1
472
470
Overige vorderingen
5.5.2
703
1.442
Overlopende activa
5.5.3
144
227
1.319
2.139
1.290
3.006
5.236
6.430
277.829
269.350
Totaal vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa TOTAAL
5.6
92
Ref.
PASSIVA GROEPSVERMOGEN
Schulden aan leveranciers Belastingen en premies sociale verzekeringen Overlopende passiva Totaal kortlopende schulden TOTAAL
X € 1.000
19.779
18.143
4.494 879 5.373
7.453 686 8.139
235.825 3.371
227.588 3.579
3.103 242.299
3.194 234.361
3.232 741 6.405 10.378
2.497 265 5.945 8.707
277.829
269.350
5.9
Leningen kredietinstellingen Overige langlopende schulden Terugkoopverplichting woningen Verkoop onder Voorwaarden Totaal langlopende schulden KORTLOPENDE SCHULDEN
X € 1.000
5.8
Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw Voorziening voor latente belastingen Totaal voorzieningen
LANGLOPENDE SCHULDEN
31-12-2010
5.7
Groepsvermogen
VOORZIENINGEN
31-12-2011
5.10 5.10.1 5.10.2 5.10.3
93
2 Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2011 Ref.
2011 X € 1.000
2010 X € 1.000
6.1 6.2 6.3
27.311 671 1.426
26.641 720 3.471
6.4
-109
694
6.5 6.6
463 485 30.247
245 471 32.242
6.7
4.914
4.321
6.8 6.9 6.10 6.11 6.12
1.860 2.837 797 3.882 4.715 19.005 11.242
3.202 2.930 829 5.012 4.758 21.052 11.190
6.13 6.14
553 9.924
304 9.467
6.15
1.871 235
2.027 369
1.636
1.658
BEDRIJFSOPBRENGSTEN Huren Vergoedingen Verkoop onroerende zaken Waardemutatie verkopen onder voorwaarden Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten BEDRIJFSLASTEN Afschrijvingen op materiële vaste activa Overige waardeveranderingen materiële vaste activa Lonen en salarissen Sociale lasten Lasten onderhoud Overige bedrijfslasten Som der bedrijfslasten BEDRIJFSRESULTAAT FINANCIËLE BATEN EN LASTEN Rentebaten Rentelasten GROEPSRESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING VOOR BELASTINGEN Belastingen GROEPSRESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING NA BELASTINGEN
94
3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2011 X € 1.000
2010 X € 1.000
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor: Afschrijvingen en waardeveranderingen Waardemutatie verkopen onder voorwaarden Mutatie latente belastingverplichtingen Mutatie terugkoopverplichting woningen Verkoop onder Voorwaarden Mutatie werkkapitaal Kasstroom uit bedrijfsoperaties Rentebaten/rentelasten Belastingen Kasstroom uit operationele activiteiten
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Desinvestering financiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Opname/storting roll-overleningen Ontvangsten uit langlopende schulden (nieuwe leningen) Aflossing langlopende schulden Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Toename/afname geldmiddelen Saldo geldmiddelen Liquide middelen
11.242 6.773 109
11.190 7.523 -/- 694
193
327
-/- 91
3.194
1.149 19.375
-/- 2.208 19.332
-/- 9.371 -/- 235
-/- 9.163 -/- 369
9.769
9.800
-/- 20.367
-/-26.279
811 42
1.044 165 -/- 19.514
-/- 25.070
-/- 6.000
1.000
30.200
27.000 -/- 8.168
-/- 16.171 8.029
19.832
-/-1.716
4.562
1.290
3.006
95
4 Toelichting op de balans en de winst- en verliesrekening WAARDERINGSGRONDSLAGEN Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten. Voor zover niet anders vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de toegelaten instelling toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard gaat met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. In de jaarrekening worden naast juridische verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verantwoord, die kunnen worden gekwantificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvorming- en communicatieproces rondom projectontwikkeling en herstructurering. Baten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. De opbrengsten en de kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Opbrengst wordt verantwoord indien alle belangrijke risico’s met betrekking tot de transactie zijn overgedragen aan de koper. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s. Alle financiële informatie in euro’s is afgerond op het dichtstbijzijnde duizendtal, tenzij anders vermeld. Regelgeving De jaarverslaggeving voor toegelaten instellingen volkshuisvesting dient te voldoen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het Besluit Beheer Sociale Huursector. In dit besluit wordt in principe BW 2 titel 9 voorgeschreven, behoudens enkele uitzonderingen van specifieke aard. Voor woningcorporaties is de Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting van toepassing. In deze richtlijn zijn onder meer specifieke modellen voor de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen en zijn voor de sector specifieke presentatie-, waarderings- en verslaggevingsvoorschriften geformuleerd. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van BW 2 titel 9 en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad van de Jaarverslaggeving. Toelichtingen op posten in de balans, winst- en verliesrekening en kasstroomoverzicht worden in de jaarrekening genummerd.
96
Grondslagen voor consolidatie In de consolidatie worden de financiële gegevens van stichting oost flevoland woondiensten en haar groepsmaatschappijen opgenomen. Dit betreft alle maatschappijen waarmee zij een organisatorische en economische eenheid vormt. Integraal in de consolidatie worden opgenomen deelnemingen waarin beslissende zeggenschap op het beleid kan worden uitgeoefend. In het algemeen betreft het deelnemingen waarin het belang meer dan 50 procent bedraagt. Het aandeel van derden in het groepsvermogen en in het groepsresultaat wordt afzonderlijk vermeld. Proportioneel in de consolidatie worden deelnemingen in entiteiten opgenomen voor zover eenzelfde invloed op het beleid kan worden uitgeoefend als door elk der overige participanten. Looptijd en rechtsvorm zijn hierbij niet van belang. Waarderingsgrondslagen van groepsmaatschappijen zijn daar waar nodig gewijzigd om aansluiting te krijgen bij de geldende waarderingsgrondslagen voor de groep. Daar waar van de gegevens in totaliteit geen belangrijke invloed uitgaat op de geconsolideerde winst- en verliesrekening is van correctie van de grondslagen afgezien. Groepsmaatschappijen blijven in de consolidatie opgenomen tot het moment dat zij worden verkocht. De consolidatie vindt plaats op het moment dat de beslissende zeggenschap wordt overgedragen. De in de consolidatie begrepen rechtspersonen en vennootschappen zijn: OFW Holding BV (100%) OFW Vastgoed Beheer BV (100%) OFW Projectontwikkeling BV (100%) De Boeg VOF (zeggenschap en winstrecht 50%; financieringsaandeel 66%) Alle genoemde vennootschappen zijn gevestigd in Dronten. Intercompany-transacties, intercompany-winsten en onderlinge vorderingen en schulden tussen groepsmaatschappijen worden geëlimineerd. Resultaten op intercompany-transacties tussen in de consolidatie opgenomen groepsmaat-schappijen worden volledig uit zowel de balanswaardering als het groepsresultaat geëlimineerd voorzover deze resultaten nog niet door een overdracht van het verkregen actief of passief aan derden buiten de groep zijn gerealiseerd.
BALANSWAARDERING Algemeen Voor zover niet anders vermeld, worden alle activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde. Verwerking verplichtingen In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen ook feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de corporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders, aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de definitief ontwerpfase en afgeleid het aanvragen van de bouwvergunning heeft plaatsgevonden.
MATERIËLE VASTE ACTIVA Onroerende zaken in exploitatie Deze activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de daarop toegepaste afschrijvingen, welke op basis van een discontovoet van 6,5 procent annuïtair zijn berekend, met uitzondering van de grond, bepaald op basis van de verwachte economische levensduur. Voor complexen met een lagere bedrijfswaarde heeft waardering tegen deze lagere waarde plaatsgevonden. De verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt bepaald als de som van alle direct toe te rekenen uitgaven, eventueel vermeerderd met na-investeringen. Ook worden hierbij de rente tijdens de bouw
97
en direct toerekenbare interne kosten alsmede transactiekosten geactiveerd. Voor zover verkregen subsidies kwalificeren als investeringssubsidie worden deze in mindering gebracht op de verkrijgingsof vervaardigingsprijs. Uitgaven na eerste verwerking (de zogeheten na-investeringen) die leiden tot een waarde verhoging van het actief worden aangemerkt als activeerbare kosten van vernieuwing. Uitgaven die betrekking hebben op toekomstige herstructureringen, waarvan de feitelijke verplichtingen dan wel de in rechte afdwingbare verplichtingen zijn aangegaan, worden in de waardering betrokken. Herstructurering onderscheidt zich van renovatie door het verbeteren of vergroten van de oorspronkelijke capaciteit. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waarde verhoging van het actief. De lasten van onderhoud worden direct in het resultaat verantwoord. Voor de berekening van de bedrijfswaarde per technisch complex zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Raming van alle opbrengsten en kosten voor de restant levensduur van het complex. Raming van het planmatig onderhoud voor de totale levensduur. Huurstijging vanaf 2012: 2,25 procent, harmonisatie 2012 0,26 procent en vanaf 2013 tot en met 2016 0,50 procent per jaar. Huurderving 1,0 procent van de huuropbrengst. Variabele lastenstijging, stijging onderhoudslasten 2012 t/m 2016: 2,25 procent, vanaf 2017: 2,00 procent. Genormeerde variabele lasten (OZB, verzekering en algemeen beheer) van 1.396 euro per verhuureenheid. Genormeerde reparatie- en verhuisonderhoudskosten (bedrijfseconomische interne norm) 320 euro per verhuureenheid. Kosten van planmatig onderhoud op basis van de meerjarenplanning onderhoud. Investeringen nieuwbouw en investeringen inzake herstructurering op basis van feitelijke verplichtingen in casu voorgenomen en goedgekeurd extern gecommuniceerd beleid (voorgaand jaar: idem). Een restwaarde op basis van geschatte grondwaarde aan het einde van de exploitatieperiode (voorgaand jaar: idem). Disconteringsvoet 5,25 procent (gebaseerd op de WSW-parameter, deze parameter wordt beschouwd als de disconteringsvoet die gebruikelijk is in de branche voor toegelaten instellingen). Discontering postnumerando. De heffingsbijdrage van het Centraal Fonds Volkshuisvesting en de te betalen vennootschapsbelasting maken geen onderdeel uit van de bedrijfswaarde. Met de begrote verkopen in de eerstkomende vijf jaren is bij de bepaling van de bedrijfswaarde geen rekening gehouden. Eveneens is bij de bepaling van de bedrijfswaarde geen rekening gehouden met de rentabiliteitswaardecorrectie van de bestaande leningenportefeuille en beleggingen. De rentabiliteitswaardecorrectie betreft het verschil tussen de contante waarde van de verwachte kasstromen uit hoofde van leningen en beleggingen en de waardering van deze posten op de balans. Ultimo 2011 bedraagt deze correctie 10,4 miljoen euro positief (ultimo 2010: 9,6 miljoen euro positief). De actualisering van de bedrijfswaardeberekening vindt jaarlijks plaats, waarbij de minimumwaarderingsregel op complexniveau wordt toegepast. Indien de bedrijfswaarde op complexniveau structureel lager is dan de boekwaarde, vindt afwaardering tot het niveau van de bedrijfswaarde plaats
98
Complexindeling De complexen zijn gebaseerd op de onderhoudstechnische indeling, omdat complexen op deze wijze als kleinste kasstroom genererende eenheid worden gemanaged . Daarmee sluit de complexindeling aan op het interne beleid en beheer van Stichting Oost Flevoland Woondiensten. De vergelijking tussen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en de bedrijfswaarde vindt plaats op basis van deze complexindeling. De volgende afschrijvingstermijnen zijn gehanteerd: Afschrijvingstermijnen Grond Bouw Modernisering Garages
Geen afschrijving 20 tot 50 jaar 35 tot 40 jaar 40/50 jaar
Voor complex 901 (bedrijfsruimte Tegeltoko/Lankman) is een erfpachtovereenkomst afgesloten. Deze overeenkomst loopt tot 2014 (jaarlijkse canon 8.627 euro). Onroerende zaken in ontwikkeling Dit betreffen complexen in aanbouw, die worden gewaardeerd tegen uitgaafprijzen en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering onder aftrek van eventuele bijzondere waardeverminderingen. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde korte termijnrente in het verslagjaar. Bij de bepaling van de bijzondere waardevermindering worden de boekwaarde en de reële waarde van de kasstroomgenererende eenheid waartoe de onroerende zaken gaan behoren betrokken. Indien op projectniveau de opgenomen voorziening voor bijzondere waardevermindering de geactiveerde kosten overschrijden, wordt het project per saldo opgenomen onder de post voorziening onrendabele investeringen aan de creditzijde van de balans. Met betrekking tot zogeheten gecombineerde projecten wordt het aandeel van de koopwoningen verantwoord onder de post onderhanden projecten, het aandeel huurwoningen wordt verantwoord onder de onroerende en roerende zaken in ontwikkeling. Voor wat betreft het onrendabele deel van het gecombineerde project wordt bij het aangaan van de verplichting het onrendabele deel verminderd met het verwachte verkoopresultaat in de winst- en verliesrekening verantwoord onder de post overige waardeveranderingen materiële vaste activa. Bij oplevering van het totale project wordt het verkoopresultaat zowel verantwoord onder de post verkoop onroerende zaken als onder de post overige waardeveranderingen materiële vaste activa. Daarmee wordt de economische realiteit van de transactie het best zichtbaar gemaakt. Afschrijving vindt eerst plaats nadat de betreffende complexen in exploitatie zijn genomen. Onroerende en roerende zaken ten diensten van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten diensten van de exploitatie worden gewaardeerd op basis van aanschafwaarde onder aftrek van afschrijvingen. Welke tot en met 2010 op basis van een discontovoet van 6,5 procent annuitair en vanaf 2011 over de resterende afschrijvingsduur lineair zijn berekend. De volgende afschrijvingstermijnen worden aangehouden: Afschrijvingstermijnen Bedrijfsgebouwen Meubilair Plantenbakken, hydrocultuur Apparatuur en machines Automatisering Auto’s Aanhangwagens
20 jaar 10 jaar 3 jaar 5 tot 10 jaar 3 tot 7 jaar 5 jaar 10 jaar
99
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Onroerende zaken die in het kader van een regeling Verkoop onder Voorwaarden (VOV) zijn overgedragen aan een derde en waarvoor de woningcorporatie een terugkoopplicht kent, worden aangemerkt als financieringsconstructie. De betreffende onroerende zaken worden gewaardeerd tegen actuele waarde zijnde de met de koper overeengekomen contractprijs (eerste waardering) en daarna de marktwaarde op basis van VOV. Indien de regeling voorziet in een terugkooprecht tegen een significant lagere terugkoopprijs dan de reële, dan is de verwerking overeenkomstig de waarde van het terugkooprecht. Voor de in de regeling overeengekomen overdrachtswaarde wordt onder de langlopende schulden een terugkoopverplichting opgenomen. Deze terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd en getoetst aan de bij de overdracht ontstane verplichting rekening houdend met de contractvoorwaarden. In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft de corporatie terugkoopverplichting en / of recht die / dat mede afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economische verkeer. De terugkoopverplichting / recht wordt jaarlijks gewaardeerd. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden, is de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord.
FINANCIELE VASTE ACTIVA Deelnemingen Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd op de nettovermogenswaarde volgens de vermogensmutatiemethode. Invloed van betekenis wordt in ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij een aandeelhoudersbelang van meer dan twintig procent. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens grondslagen die gelden voor deze jaarrekening.
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Ingenomen grondposities worden onder deze post verwerkt tegen aanschafprijs en bijkomende kosten. De voorraad onderhoudsmaterialen is gewaardeerd op verkrijgingsprijzen onder toepassing van de FIFO-methode of lagere opbrengstwaarde. Onderhanden werken De voorraad onderhanden werk (onverkochte onroerende zaken woningen in aanbouw en grond voor te realiseren koopwoningen) wordt gewaardeerd op vervaardigingsprijs of lagere opbrengstwaarde. De vervaardigingsprijs omvat alle kosten die samenhangen met de verkrijging of vervaardiging, alsmede de gemaakte kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden. Voor zover sprake is van woningen welke reeds zijn verkocht, wordt op deze waardering de aan klanten in rekening gebrachte termijnen en rekening houdend met eventueel te voorziene verliezen in mindering gebracht. Het resultaat op onderhanden werken wordt verantwoord naar rato van de voortgang van de werkzaamheden (‘percentage of completion’). Vorderingen Vorderingen worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Na de eerste waardering is de vervolgwaardering geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, waar nodig verminderend met bijzondere waardeverminderingsverliezen.
100
VOORZIENINGEN Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw De voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw wordt gevormd voor onrendabele investeringen van toekomstige nieuwbouwprojecten, waarover interne besluitvorming en externe communicatie heeft plaatsgevonden. Indien er reeds investeringen of aangegane verplichtingen van een nieuwbouwproject zijn geactiveerd, worden de onrendabele investeringen op de onroerende zaken in ontwikkeling in mindering gebracht. Latente belastingvorderingen en -verplichtingen Een voorziening voor latente belastingvorderingen en –verplichtingen wordt getroffen met behulp van de verplichtingenmethode voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen en hun belastinggrondslag, en ook wanneer er sprake is van voorwaartse verrekenbare verliescompensatie. De berekening van de latente belastingvorderingen en -verplichtingen geschiedt tegen de op het einde van het verslagjaar geldende belastingtarieven of tegen de in komende jaren geldende tarieven, voor zover reeds bij wet vastgesteld. Latente belastingvorderingen en –verplichtingen binnen dezelfde fiscale eenheid worden alleen gesaldeerd indien Stichting Oost Flevoland Woondiensten daartoe een afdwingbaar recht heeft en het voornemen heeft om op netto basis af te rekenen. Stichting Oost Flevoland Woondiensten vormt tezamen met OFW Holding BV, OFW Vastgoed Beheer BV en OFW Projectontwikkeling BV een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Latente belastingvorderingen, met inbegrip van die voortvloeiend uit voorwaartse verliescompensatie, worden gewaardeerd indien het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar is, waarmee verliezen kunnen worden gecompenseerd en verrekeningsmogelijkheden kunnen worden benut. Belastinglatenties worden gewaardeerd op basis van nominale waarde. Latente belastingvorderingen zijn opgenomen onder de financiële vast activa, latente belastingverplichtingen zijn opgenomen onder de voorzieningen. Langlopende schulden Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij de eerste verwerking meegenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag, rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de looptijd van de schulden in de winst- en verliesrekening als rentelast verwerkt.
GRONDSLAGEN VOOR RESULTAATBEPALING Algemeen Het resultaat wordt bepaald met inachtneming van de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen. Als baten zijn die opbrengsten aangemerkt die op balansdatum geïnd of invorderbaar waren. Als lasten die kosten die op balansdatum betaald of verschuldigd waren c.q. waarvoor de verplichting is aangegaan. Huren/vergoedingen Hieronder zijn opgenomen de opbrengsten voortvloeiend uit de met huurders gesloten huurovereenkomsten. Huuropbrengsten worden lineair in de winst- en verliesrekening opgenomen op basis van de duur van de huurovereenkomst. De huren worden jaarlijks binnen de wettelijke kaders verhoogd in overeenstemming met het huurbeleid van Stichting Oost Flevoland Woondiensten. Verkoop onroerende zaken De post verkoop onroerende zaken betreft voor het bestaand bezit het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde van het verkochte object. Verkoopopbrengsten van projecten waarin zowel huur- als koopwoningen worden gerealiseerd, worden overeenkomstig verantwoord.
101
De opbrengst uit woningen verkocht onder voorwaarden wordt niet verantwoord als verkoopopbrengst daar de belangrijkste economische rechten niet zijn overgedragen aan de koper. De gegarandeerde terugkoopverplichting wordt opgenomen onder de post Langlopende schulden, terugkoopverplichting VOV woningen en wordt jaarlijks met in achtneming van de contractvoorwaarden gewaardeerd, waarvan de effecten worden gepresenteerd onder “Waardemutatie vov”. Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf De toe te rekenen interne directe kosten en rente in het kader van voorfinanciering ten behoeve van onroerende zaken in ontwikkeling worden hieronder verantwoord. Lasten onderhoud Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Reeds aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum worden verwerkt onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen. Het klachten- en mutatieonderhoud wordt onderscheiden in kosten van derden en eigen dienst, alsmede de kosten van het materiaalverbruik. In de winst- en verliesrekening zijn de kosten van de eigen dienst opgenomen bij de kostensoort salarissen en sociale lasten. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. Activeren van rentelasten Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke hoeveelheid tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar te maken. De te activeren rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen en van de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het actief zijn toe te rekenen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging. Financiële instrumenten en risicobeheersing Binnen het treasurybeleid van Stichting Oost Flevoland Woondiensten dient het gebruik van afgeleide financiële instrumenten ter beperking van (inherente) renterisico’s. Op grond van het vigerende interne beleggings- en financieringsstatuut is het gebruik van rentederivaten toegestaan. Financiële instrumenten omvatten bij Stichting Oost Flevoland Woondiensten vorderingen, liquide middelen en langlopende- en kortlopende schulden. Met ingang van 1 januari 2008 worden financiële instrumenten bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, inclusief direct toerekenbare transactiekosten. Na de eerste opname worden de financiële instrumenten gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Indien er geen sprake is van agio of disagio en direct toerekenbare kosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde. Op vorderingen wordt een noodzakelijk geachte voorziening getroffen voor risico van oninbaarheid. Aangezien er geen sprake is van agio of disagio en transactiekosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde. Stichting Oost Flevoland Woondiensten maakt gebruik van interestderivaten om renterisico’s af te dekken en omdat de opbrengsten tevens een constant karakter kennen, waardoor resultaatschommelingen worden voorkomen. Daarbij wordt kostprijshedge accounting toegepast. De toepassing van kostprijshedge accounting leidt tot de volgende uitzondering op de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen voor afgeleide financiële instrumenten. Bij het toepassen van het kostprijshedge accounting model is de eerste waardering en de grondslag van verwerking in de balans en de winst- en verliesrekening van het derivaat afhankelijk van de afgedekte positie. Dit betekent dat wanneer de afgedekte positie tegen kostprijs in de balans wordt verwerkt, ook het derivaat tegen kostprijs in de balans wordt
102
gewaardeerd. Zolang de afgedekte positie in de kostprijshedge nog niet in de balans is verwerkt wordt het derivaat niet gewaardeerd. Om het kostprijshedge accounting model toe te passen wordt voldaan aan de vereisten die zijn uiteengezet in RJ 290. Stichting Oost Flevoland Woondiensten past kostprijshedge accounting toe voor de rentederivaten die ervoor zorgen dat bepaalde variabel rentende leningen worden omgezet in vast rentende leningen. Eveneens past Stichting Oost Flevoland Woondiensten kostprijshedge accounting toe voor de interest derivaten die het renterisico op toekomstige financieringstransacties afdekken, in zoverre deze transacties zeer waarschijnlijk zullen plaatsvinden. De resultaten uit het niet-effectieve deel van de hedgerelatie worden in de winst- en verliesrekening opgenomen. Indien een derivaat niet langer voldoet aan de voorwaarden voor “hedge accounting”, afloopt of wordt verkocht, wordt de afdekkingsrelatie beëindigd. De cumulatieve winst of het cumulatieve verlies wordt dan overgeboekt naar de winst- en verliesrekening. Liquiditeitsrisico Stichting Oost Flevoland Woondiensten heeft een concentratie van langlopende leningen bij twee financiers (BNG en NWB). Dit zijn beide overheidsbanken. Hierdoor wordt dit risico laag ingeschat. Stichting Oost Flevoland Woondiensten maakt voor de korte termijnfinanciering gebruik van meerdere banken. Kredietrisico Omdat huren in beginsel vóórafgaand aan de huurperiode worden voldoen en sprake is van een grote diversiteit, is het kredietrisico voor de core business van Oost Flevoland Woondiensten zeer beperkt. Voor het overige is geen sprake van concentratie van vorderingen bij één of enkele debiteuren. Renterisico Stichting Oost Flevoland Woondiensten loopt renterisico over de rentedragende vorderingen en schulden. Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken loopt de toegelaten instelling risico ten aanzien van de toekomstige kasstromen, met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt Stichting Oost Flevoland Woondiensten risico’s over de marktwaarde. Bij één procent rentestijging of –daling stijgt of daalt de marktwaarde van de leningen met circa 7 miljoen euro. Met betrekking tot bepaalde variabel rentende schulden heeft Stichting Oost Flevoland Woondiensten interest derivaten afgesloten, waarbij de variabele rente wordt omgezet naar een vaste rente. Marktwaarde De marktwaarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen en schulden, benadert de boekwaarde ervan. Gelet op de ruimte, welke in de loan to value aanwezig is, en het feit dat de leningen zonder loan to value vereisten door het WSW zijn geborgd, wordt de marktwaarderisico van de activa in exploitatie beheersbaar geacht. Kasstroomrisico Het aandeel van de leningenportefeuille met een variabele rente die niet afgedekt wordt door een rente-instrument bedraagt 7,5 miljoen euro (3% van de leningen). Bij een stijging van de marktrente van 1% heeft dit een jaarlijks effect van 75.000 euro. Valutarisico De toegelaten instelling is alleen werkzaam in Nederland en loopt geen valutarisico. Belastingen Deze worden berekend over het resultaat voor belastingen volgens de jaarrekening op basis van het geldende belastingtarief, rekening houdend met fiscale faciliteiten en beperkingen. Vanaf 1 januari
103
2008 heeft Stichting Oost Flevoland Woondiensten de uitgangspunten zoals vastgelegd in de Vaststellingsovereenkomst (VSO II) tussen de woningcorporaties en de Belastingdienst (integrale belastingplicht) gehanteerd. Bij het bepalen van de belastingpositie ultimo 2008 is hiermee rekening gehouden. De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst- en verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Deze last respectievelijk bate is in de geconsolideerde resultatenrekening opgenomen. Pensioenen Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake is van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele verplichtingen ten opzichte van het fonds en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen plaatsvindt en de omvang van de verplichtingen betrouwbaar kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van additionele verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst met het fonds, de pensioenovereenkomst met de werknemers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan de werknemers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen. Voor een op balansdatum bestaand overschot bij het pensioenfonds wordt een vordering opgenomen als de onderneming de beschikkingsmacht heeft over dit overschot, het waarschijnlijk is dat het overschot naar de onderneming zal toevloeien en de vordering betrouwbaar kan worden vastgesteld. Belangrijke inschattingen ten aanzien van waardering en resultaatbepaling De jaarrekening wordt overeenkomstig BW2 Titel 9 opgesteld. De directie dient daartoe bepaalde veronderstellingen en schattingen te maken die van invloed zijn op de waardering van activa en verplichtingen, op de resultaatbepaling en de rapportage van voorwaardelijke activa en verplichtingen. De volgende waarderingsgrondslagen zijn naar de mening van de directie het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie en vereisen een subjectieve of complexe beoordeling van het management: Materiële vaste activa, minimum waarderingsregel Timing en verwerking van onrendabele investeringen nieuwbouw en herstructurering Materiële vaste activa, minimum waarderingsregel Onroerende en roerende zaken in exploitatie worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en (naar verwachting duurzame) bijzondere waardeverminderingen. Een bijzonder waardeverminderingsverlies is het bedrag waarmee de boekwaarde de reële waarde duurzaam overschrijdt. De reële waarde wordt afhankelijk gesteld van de voorgenomen bestemming van complexen. De reële waarde van de onroerende zaken in exploitatie bestemd voor de verhuur is de bedrijfswaarde. De onroerende zaken kunnen voor langere of kortere termijn voor verhuur worden aangehouden. De uitgangspunten van de reële waarde zijn deels afhankelijk van de interne beleidsvoornemens van Stichting Oost Flevoland Woondiensten. Deze beleidsvoornemens komen onder meer tot uitdrukking in het strategisch voorraadbeheer waarbij eigen keuzes worden gemaakt ten aanzien van verhuur of verkoop, levensduur, kwaliteits- en huurniveaus. Voor zover mogelijk hanteert Stichting Oost Flevoland Woondiensten binnen de sector gangbare uitgangspunten. De onderhoudsparameter wijkt
104
af van de gangbare parameters. Stichting Oost Flevoland Woondiensten verwacht een stijging van de onderhoudslasten die gelijk is aan de inflatie. Timing en verwerking van onrendabele investeringen nieuwbouw en herstructurering In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de corporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de definitief ontwerpfase en afgeleid het aanvragen van de bouwvergunning onherroepelijk is. De aannames gedaan bij de financiële impact van bovengenoemde feitelijke verplichtingen kunnen afwijken bij daadwerkelijke realisatie van de projecten. Planvorming kan onder meer wijzigingen in de tijd ondergaan door bewegingen in het prijsniveau van leveranciers, wettelijke procedures en aanpassingen in de voorgenomen bouwproductie. Grondslagen kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode wordt het nettoresultaat aangepast voor posten van de winst- en verliesrekening die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in het verslagjaar, mutaties in de balansposten en posten van de winst- en verliesrekening waarvan de ontvangsten en uitgaven niet worden beschouwd als behorende tot de operationele activiteiten. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit de liquide middelen. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en betaalde interest (opgenomen onder operationele activiteiten). De investeringen in materiële vaste activa worden opgenomen onder aftrek van de onder overige schulden voorkomende verplichtingen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.
105
5 Toelichting op de geconsolideerde balans 31-12-2011 x € 1.000
ACTIVA
31-12-2010 x € 1.000
5.1 MATERIËLE VASTE ACTIVA Onroerende zaken in exploitatie Onroerende zaken in ontwikkeling Onroerende en roerende zaken t.d.v. de exploitatie Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
250.506
254.683
14.953
758
3.375
3.569
3.085 271.919
3.194 262.204
Onroerende zaken in exploitatie: x € 1.000
Woningen en Woongebouwen
Onroerende Zaken, niet zijnde woningen
Totaal
280.887 -/- 36.862
12.388 -/- 1.730
293.275 -/- 38.592
Boekwaarde
244.025
10.658
254.683
Mutaties in boekjaar Investeringen In exploitatie genomen Desinvesteringen Waardeveranderingen Afschrijvingen Afschrijving desinvesteringen Saldo
1.729 282 -/- 1.152 -/- 1.426 -/- 3.964 386 -/- 4.145
14 322 -/- 4 0 -/- 366 2 -/- 32
1.743 604 -/- 1.156 -/- 1.426 -/- 4.330 388 -/- 4.177
280.320 -/- 40.440
12.720 -/- 2.094
293.040 -/- 42.534
239.880
10.626
250.506
SALDO PER 1 JANUARI 2011 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen
SALDO PER 31 DECEMBER 2011 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde
In 2011 is een bedrag van 2.000 euro rente (2,5 procent) geactiveerd (2010 53.000 euro; 2,5%). Zekerheden De panden aan de Noord 43,45 en 61 t/m 65 zijn als hypothecaire zekerheid gesteld voor een door de ABN/AMRO verstrekte lening en rekening-courantkrediet.
106
Actuele waarde De bedrijfswaarde van de onroerende zaken in exploitatie (woningen, garages en bedrijfsruimten) bedraagt per 31 december 2011 346,0 miljoen euro (ultimo 2010: 310,0 miljoen euro). De bedrijfswaarde in het verslagjaar is ten opzichte van het voorgaande verslagjaar toegenomen met een bedrag van 36,0 miljoen euro. De mutatie laat zich als volgt verklaren (x € 1 miljoen): a. Autonome ontwikkeling - vrijval kasstromen - effect één jaar opschuiven
-/-16,1 14,6 -/-1,5
b. Gevolgen van aanpassing parameters - levensduur - huurstijging - inflatie
9,2 9,1 -/-4,0 14,3
c. Niveauwijzigingen - huren - onderhoudslasten - overige exploitatie-uitgaven - overige niveauwijzigingen
-/-0,9 15,2 9,1 -/-0,1 23,3
d. Gevolgen mutaties in het bezit - investeringen/aankoop bezit - verkocht bezit
0,8 -/-0,9 -/-0,1
Totaal mutaties
36,0
Per 31 december 2011 hebben 567 (2010: 583) woningen het label verkoop. De verwachte opbrengstwaarde van deze woningen bedraagt 79 miljoen euro (2010: 82 miljoen). De gemiddelde boekwaarde per woning bedraagt 31.000 euro (2010: 31.000 euro). Onroerende zaken in ontwikkeling
SALDO PER 1 JANUARI Mutaties in boekjaar - investeringen - onroerende zaken t.d.v. exploitatie - in exploitatie genomen - waardeverandering
SALDO PER 31 DECEMBER
31-12-2011 X € 1.000
31-12-2010 X € 1.000
758
15.994
18.192 0 -/- 604 -/- 3.393
14.953
20.928 -/- 2.392 -/- 32.415 -/- 1.357
758
In 2011 is een bedrag van 40.000 euro rente (2,5 procent) geactiveerd (2010 3.000 euro; 2,5%). De aangegane verplichtingen van projecten in ontwikkeling bedragen per 31 december 2011 in totaal 16,0 miljoen euro (ultimo 2010: 0,7 miljoen euro).
107
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
BedrijfsGebouwen x € 1.000
x € 1.000
VervoerMiddelen x € 1.000
Inventarissen
Totaal x € 1.000
SALDO PER 1 JANUARI 2011 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen
2.392 -/- 42
2.737 -/- 1.736
638 -/- 420
5.767 -/- 2.198
Boekwaarde
2.350
1.001
218
3.569
11 0
340 0
81 -/- 65
432 -/- 65
-/- 121
-/- 384
-/- 78
-/- 583
0
0
22
22
-/- 110
-/- 44
-/- 40
-/- 194
2.403 -/- 163
3.077 -/- 2.120
654 -/- 476
6.134 -/- 2.759
2.240
957
178
3.375
Mutaties in boekjaar Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Afschrijving desinvesteringen Saldo
SALDO PER 31 DECEMBER 2011 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde
108
31-12-2011 x € 1.000
31-12-2010 x € 1.000
3.085 3.085
3.194 3.194
674 674
716 716
674
716
34 750 784
34 750 784
1.843
501
472 703 144 1.319
470 1.442 227 2.139
391 362 753 281 472
384 366 750 280 470
5.1 ONROERENDE ZAKEN VERKOCHT ONDER VOORWAARDEN Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden De mutatie wordt gevormd door de in het boekjaar ten laste van Oost Flevoland Woondiensten gekomen waardevermindering.
5.2 FINANCIELE VASTE ACTIVA Latente belastingvordering
Latente belastingvordering Inzake de ontvangen premie herfinanciering van een deel van de uitstaande leningenportefeuille is een latente belastingvordering opgenomen van Deze latente vordering heeft een (middel)langlopend karakter.
5.3 VOORRADEN Onderhoudsmaterialen Voorraad grondposities
5.4 ONDERHANDEN WERK Bestede kosten
5.5 VORDERINGEN 5.5.1 Huurdebiteuren 5.5.2 Overige vorderingen 5.5.3 Overlopende activa
5.5.1 Huurdebiteuren De huurdebiteuren zijn als volgt te specificeren: Actieve contracten Niet actieve contracten Af: voorziening dubieuze debiteuren
109
31-12-2011 x € 1.000
31-12-2010 x € 1.000
204 147 0 352 703
220 147 469 606 1.442
144
227
Direct opvraagbaar - Kas - Rekening-courant banken
1 1.289
1 3.005
Totaal liquide middelen
1.290
3.006
5.5.2 Overige vorderingen Overige vorderingen op huurders Vennootschapsbelasting Omzetbelasting Overige vorderingen
5.5.3 Overlopende activa Overig
5.6 LIQUIDE MIDDELEN
110
31-12-2011
31-12-2010
x € 1.000
x € 1.000
Algemene bedrijfsreserve Algemene bedrijfsreserve Saldo per 1 januari Jaarresultaat
19.779
18.143
18.143 1.636
16.485 1.658
SALDO PER 31 DECEMBER
19.779
18.143
4.494 879 5.373
7.453 686 8.139
7.453
5.976
124 -/- 3.083
4.100 -/- 2.623
4.494
7.453
879
686
PASSIVA 5.7 OVERIGE RESERVES
5.8 VOORZIENINGEN Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw Voorziening latente belastingverplichting
Voorziening onrendabele investering nieuwbouw
SALDO PER 1 JANUARI - Toevoeging onrendabele investeringen - Overboeking naar materiële vaste activa
SALDO PER 31 DECEMBER Deze voorziening heeft een langlopend karakter.
Voorziening latente belastingverplichting Fiscaal wordt een voorziening voor onderhoud gevormd. Commercieel is deze voorziening niet aanwezig. Deze voorziening heeft een kort tot middellang lopend karakter.
5.9 LANGLOPENDE SCHULDEN 31-12-2011 Totaal
Leningen kredietinstellingen Overige langlopende schulden
31-12-2010 Totaal
Waarvan looptijd > 5 jaar
x € 1.000
Waarvan looptijd > 5 jaar x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
235.825
190.591
227.588
185.465
3.371
2.455
3.579
2.608
111
31-12-2011 x € 1.000
31-12-2010 x € 1.000
227.588
207.548
30.200 -/-6.000 -/-15.963 8.237
27.000 1.000 -/- 7.960 20.040
235.825
227.588
Leningen kredietinstellingen
SALDO PER 1 JANUARI Mutaties in het boekjaar - nieuwe leningen - opname/storting roll-overleningen - aflossingen Saldo
SALDO PER 31 DECEMBER Aflossingsverplichting komend jaar: € 3.386.308 (2010: € 2.959.000) Eindaflossing komend jaar: € 1.667.000 (2010: € 12.550.000) Gemiddelde rentevoet in 2011: 4,28% (2010: 4,33%)
Reële waarde De reële waarde van de leningen berekend tegen contante waarde van de kasstromen bedraagt per 31 december 2011 228,4 miljoen euro (ultimo 2010 218,0 miljoen euro), gerekend met 5,25 procent rente (ultimo 2010: 5,25 procent). Op basis van de vigerende leningscontracten ziet de vervalkalender er als volgt uit.
Vervalkalender leningenportefeuille t/m 2030 30000
25000
x € 1.000
20000
15000
10000
5000
0
112
Geldgevers BNG Nederlandse Waterschapsbank ING Groenbank ASN bank ABN/AMRO Groenbank De Pfa ACS Triodos Groenfonds Financieringswijze
Percentage 40% 48% 7% 1% 1% 2% 1% Restantschuld x € 1.000
Gemiddelde rente
38.960 148.190 46.500 2.175 235.825
5,26% 4,28% 3,57% 4,02% 4,28%
Annuïtair Fixe Roll-over Lineair Totaal
Gemiddelde resterende looptijd 10,6 9,6 5,9 4,5 9,0
Overige langlopende schulden Betreft de ontvangen premie inzake de herfinanciering van een deel van de totale leningenportefeuille. Deze premie valt vrij ten gunste van het resultaat naar rato van de resterende looptijd van de geherfinancierde leningen.
Terugkoopverplichting woningen Verkoop onder Voorwaarden
31-12-2011 x € 1.000 3.103
31-12-2010 x € 1.000 3.194
3.103
3.194
De Terugkoopverplichting woningen Verkoop onder Voorwaarden betreft de terugkoopverplichting van onroerende zaken die onder een regeling Verkoop onder Voorwaarden zijn overgedragen aan derden. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd en getoetst aan de bij de overdracht ontstane verplichting. Bij de jaarlijkse toetsing van de terugkoopverplichting wordt rekening gehouden met de waardeontwikkelingen van onroerende zaken en specifieke contractvoorwaarden met derde. Eind 2011 zijn in totaal 22 woningen (2010: 22) onder een V.o.V-regeling overgedragen aan derden. 31-12-2011 x € 1.000
31-12-2010 x € 1.000
3.232
2.497
741 6.405 3.232
265 5.945 2.497
80 661 741
90 175 265
5.10 KORTLOPENDE SCHULDEN 5.10.1 Schulden aan leveranciers 5.10.2 Belastingen en premies sociale verzekeringen 5.10.3 Overlopende passiva 5.10.1 Schulden aan leveranciers 5.10.2 Belastingen en premies sociale verzekeringen Loonheffing/sociale lasten Omzetbelasting
113
5.10.3 Overlopende passiva
Rente leningen Rente rekening-courant/derivaten Vooruit ontvangen huren Te betalen vakantiedagen/jubilea Nog te betalen aan projecten en planmatig Individuele huurtoeslag Te betalen accountantskosten Overige
4.543 205 573 162 506 218 18 180 6.405
4.348 201 640 175 276 215 20 70 5.945
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN VERPLICHTINGEN In 2000 is een perceel grond aangekocht in Dronten-Oost. De totale koopprijs bedraagt 1.510.862 euro. Bij de levering van de grond in 2000 is 50 procent (755.431 euro) betaald. Nadat de bestemming van de grond is gewijzigd, zal het resterende deel van de koopprijs worden voldaan. Ter meerdere zekerheid van deze betaling is het recht van hypotheek op de grond gevestigd. Vanaf 10 oktober 2000 is een pachtovereenkomst afgesloten voor een terrein in DrontenOost. De jaarlijkse pacht bedraagt 4.788 euro (looptijd tot 10 oktober 2012). De langlopende schulden van Stichting Oost Flevoland Woondiensten zijn deels gegarandeerd door de gemeente Dronten ( 2,3 miljoen euro) en deels geborgd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (231 miljoen euro). De hypothecaire geldlening van OFW Holding BV bedraagt ultimo 2011 2,2 miljoen euro. De obligo uit hoofde van de borgstelling van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw bedraagt per 31 december 2011 9,3 miljoen euro. Ter beperking van het renterisico van roll-overleningen zijn de volgende rente-instrumenten afgesloten.
Caps en Floors Ingangsdatum
Hoofdsom
Einddatum
15-7-2010
€ 6 mln.
15-7-2013
Strike Cap 2,5%
Strike Floor nvt
Payers Swaps Ingangsdatum
Einddatum
Hoofdsom
1-9-2005
1-9-2017
€ 4 mln.
Te betalen rente 4,06%
15-5-2006
2-5-2016
€ 5 mln.
4,085%
29-12-2006
2-1-2018
€ 5 mln.
4,26%
1-6-2010
1-6-2017
€ 5 mln.
3,43%
1-12-2009
1-12-2021
€ 5 mln.
4,5775%
1-12-2010
1-6-2020
€ 5 mln.
3,89%
1-3-2011
1-3-2023
€ 5 mln.
4,14%
1-9-2011
1-9-2021
€ 5 mln.
4,15%
Te ontvangen rente Euribor (3maands) Euribor (3maands) Euribor (3maands) Euribor (6maands) Euribor (3maands) Euribor (6maands) Euribor (6maands) Euribor (6maands)
114
Omdat de kostprijs van deze financiële instrumenten nihil is, zijn deze niet gewaardeerd. De reële waarde van deze instrumenten bedraagt op 31 december 2011 5.210.000 euro negatief (ultimo 2010 2.628.000 euro negatief). Tegenover de afsloten rente-instrumenten staan variabel rentende leningen, zodat sprake is van een effectieve hedge. Met de ING-bank is door Stichting Oost Flevoland Woondiensten een kredietfaciliteit van 6,5 miljoen euro overeengekomen. Deze faciliteit kan in rekening-courant en/of kasgeldleningen worden opgenomen. Met de ABN/AMRO is door OFW Holding BV een hypothecaire geldlening van 3 miljoen euro en een kredietfaciliteit van 0,5 miljoen euro overeengekomen. Als zekerheid voor deze voor de financiering door de ABN/AMRO is het recht van hypotheek op enkele panden vertrekt en zijn de huurvorderingen van deze gebouwen verpand. Vanaf 1 januari 2008 is een fiscale eenheid (vennootschapsbelasting) voor Stichting Oost Flevoland Woondiensten, OFW Holding BV, OFW Vastgoed Beheer BV en OFW Projectontwikkeling gevormd. Op grond van de standaardvoorwaarden is ieder lid van de fiscale eenheid hoofdelijk aansprakelijk voor schulden uit hoofde van vennootschapsbelasting. Stichting Oost Flevoland Woondiensten participeert in de Boeg VOF. Gelet op de rechtsvorm is ieder der vennoten hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden. Door De Boeg VOF wordt het appartementengebouw de Bries (24 appartementen) gerealiseerd. Stichting Oost Flevoland Woondiensten heeft zich contractueel verbonden om de niet verkochte appartementen (een halfjaar na oplevering) af te nemen.
115
6 Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening
BEDRIJFSOPBRENGSTEN
2011 x € 1.000
2010 x € 1.000
25.948 1.667 27.615
25.306 1.591 26.897
-/- 206 -/- 98
-/- 174 -/- 82
27.311
26.641
671
720
2.025
4.514
-/- 690 1.335 91 1.426
-/- 1.043 3.471 0 3.471
-/- 109
694
463
245
321 164 485
290 181 471
6.1 HUREN Te ontvangen nettohuur a. woningen en woongebouwen b. onroerende zaken niet zijnde woningen Huurderving a. woningen en woongebouwen wegens leegstand b. onroerende zaken niet zijnde woningen wegens leegstand
6.2 VERGOEDINGEN Overige leveringen en diensten
6.3 VERKOOP ONROERENDE ZAKEN Opbrengst verkopen bestaand bezit (16 woningen en 2 garages) Af: boekwaarde Verkoopresultaat bestaand bezit Mutatie terugkoopverplichting VOV-woningen
6.4 WAARDEMUTATIE VERKOPEN ONDER VOORWAARDEN 6.5 GEACTIVEERDE PRODUCTIE TEN BEHOEVE VAN HET EIGEN BEDRIJF Geactiveerde kosten materiële vaste activa
6.6 OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN Overige vergoedingen Vergoeding Warmte-Koude-Opslag
116
BEDRIJFSLASTEN
2011 x € 1.000
2010 x € 1.000
4.331 583 4.914
3.908 413 4.321
434
2.834
1.426 1.860
368 3.202
2.519 433 -/- 115 2.837
2.564 451 -/- 85 2.930
343 454 797
350 479 829
817 620 587 2.528 4.552 -/- 670 3.882
900 853 551 3.388 5.692 -/- 680 5.012
6.7 AFSCHRIJVINGEN Materiële vaste activa in exploitatie Materiële vaste activa ten dienste van exploitatie
6.8 OVERIGE WAARDEVERANDERINGEN VAN MATERIËLE VASTE ACTIVA Onrendabele investeringen van nieuwbouw en moderniseringsprojecten Afwaardering onroerende zaken in exploitatie/ ten dienste van exploitatie
6.9 LONEN EN SALARISSEN Lonen en salarissen Personeel van derden Af: Ontvangen ziekengeld
6.10 SOCIALE LASTEN Sociale lasten Pensioenpremies De pensioenlast is gelijk aan de verschuldigde premies. Oost Flevoland Woondiensten neemt deel aan de collectieve regeling bij het pensioenfonds SPW. Ultimo 2011 bedraagt de dekkingsgraad 101% (ultimo 2010: 104%). Herstel van de dekkingsgraad kan plaatsvinden onder andere door (toekomstige) premieverhogingen.
6.11 LASTEN ONDERHOUD Reparatieonderhoud Verhuisonderhoud Preventief onderhoud Planmatig onderhoud Totale kosten onderhoud Af: kosten eigen dienst
117
2011 x € 1.000
2010 x € 1.000
Overige kostensoorten - Overige personeelskosten - Huisvestingskosten - Kosten Raad van Commissarissen - Algemene kosten
354 306 37 1.137
386 262 67 1.447
Zakelijke bedrijfslasten - Belastingen - Verzekeringen - Contributie landelijke federatie - Heffing bijzondere projectsteun CFV - Energiekosten - Overigen
1.076 93 47 260 233 1.047
1.077 104 46 234 277 750
125 4.715
108 4.758
233
182
0
6
- Rekening-courant bank - Rente overig - Rente tijdens de bouw
2 2 316
10 50 56
Totaal rentebaten (b)
553
304
6.12 OVERIGE BEDRIJFSLASTEN
Dotaties overige voorzieningen - Afwaardering dubieuze debiteuren
FINANCIËLE BATEN EN LASTEN 6.13 RENTEBATEN Materiële vaste activa - Rente onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Financiële vaste activa - Rente op overige vorderingen Liquide middelen
118
2011 x € 1.000
2010 x € 1.000
Lening overheidsgarantie Kosten borgstelling Subtotaal rente leningen Rente kredietinstellingen/kosten rente-instrumenten
9.891 29 9.920 4
9.425 23 9.448 19
Totaal rentelasten (a)
9.924
9.467
2011 x € 1.000
2010 x € 1.000
Vrijval actieve latentie Vorming latentie
42 193
42 327
Totaal belastingen
235
369
6.14 RENTELASTEN
6.15 BELASTINGEN
BELASTINGEN Voor het verschil van de fiscale en commerciële behandeling van een ontvangen premie herfinanciering is een latente belastingvordering gevormd. Deze latente belastingvordering bedraagt ultimo 2011 674.000 euro (ultimo 2010: 716.000 euro). Fiscaal is per 31 december 2011 een voorziening voor onderhoud gevormd. Commercieel is deze voorziening niet aanwezig. De passieve latentie die hier uit voortvloeit bedraagt per 31 december 2011 879.000 euro (ultimo 2010: 686.000 euro). Als gevolg van een hogere fiscale waarde van de onroerende zaken, onderhanden werk bestaat ultimo 2011 een latente belastingvordering van circa 2,5 miljoen euro (ultimo 2010: 2,8 miljoen euro). Het verschil in fiscale en commerciële waardering van de schulden op lange termijn leidt eveneens tot een actieve belastinglatentie. Deze actieve latentie bedraagt ultimo 2011 0,2 miljoen euro (ultimo 2010: 0,2 miljoen euro). Omdat onzekerheid bestaat omtrent de realisatie van deze latente vorderingen zijn deze voorzichtigheidshalve niet gewaardeerd. De fiscale winst over 2011 is berekend op 6,8 miljoen euro negatief (tot en met 2011 cumulatief 22,8 miljoen euro).. Dit verlies kan fiscaal met toekomstige winsten worden verrekend (binnen 9 jaar na ontstaan). Voorzichtigheidshalve is de te compenseren vennootschapsbelasting voor een bedrag van 1,7 miljoen euro (cumulatief 5,7 miljoen euro) niet als vordering opgenomen, omdat onzeker is of binnen de wettelijke verjaringstermijn van 9 jaar voldoende fiscale winsten kunnen worden gerealiseerd om het totaal opgebouwd fiscaal verlies te compenseren.
7 Overige informatie WERKNEMERS Per 31 december 2011 waren 51,9 werknemers (ultimo 2010: 57,3) in dienst. Dit aantal is gebaseerd op het aantal fulltime equivalenten (fte).
119
BESTUURDER EN COMMISSARISSEN Bestuurder Naam Functie
Totaal vast inkomen Variabel inkomen Pensioenkosten Vergoedingen en werkgeverslasten Totaal
Mevr. G.N. Sweringa Directeur-bestuurder 2011 € 127.462 0 29.789 7.997 165.248
2010 € 125.582 0 30.081 8.822 164.485
De bestuurder is per 1 juli 2000, fulltime benoemd.
Commissarissen Naam
Functie
M. Siliakus
voorzitter
€ 7.440
Kostenvergoeding € 567
L.M. Bouwmeester – den Broerder P.H. Schouten
lid
€ 4.771
€ 567
€ 5.338
lid
€ 4.771
€ 567
€ 5.338
F.D. Kuik
lid
€ 4.771
€ 567
€ 5.338
H.L. van Boven
lid
€ 4.771
€ 567
€ 5.338
Honorering
Totaal € 8.007
ACCOUNTANTSHONORARIA De ten laste van het boekjaar gebrachte kosten voor de externe accountant en de accountantsorganisatie, genoemd in artikel 2, eerste lid, onder a en e van de Wet toezicht accountantsorganisaties, zijn als volgt:
Kosten externe accountant Controle jaarrekening Controle overig Fiscale advisering Totaal
2011 x € 1.000 41 0 3 44
2010 x € 1.000 65 0 20 85
120
121
8 Enkelvoudige balans per 31 december 2011 (na verwerking voorstel bestemming resultaat) Ref. ACTIVA
31-12-2011 x € 1.000
31-12-2010 x € 1.000
246.311 14.953 3.375 3.085 267.724
250.299 758 3.569 3.194 257.820
771 674 1.100 2.545 270.269
1.065 716 1.100 2.881 260.701
784
784
2.641 471 839 145 4.096 1.143 6.023
1.103 468 1.576 227 3.374 2.809 6.967
276.292
267.668
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Onroerende zaken in exploitatie Onroerende zaken in ontwikkeling Onroerende en roerende zaken t.d.v. de exploitatie Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Totaal materiële vaste activa Financiële vaste activa Deelnemingen Latente belastingvordering Overige vorderingen Totaal financiële vaste activa Totaal vaste activa
10.1
10.2
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Vorderingen Vorderingen op groepsmaatschappijen Huurdebiteuren Overige vorderingen Overlopende activa Totaal vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa
TOTAAL
122
Ref.
31-12-2011 x € 1.000
31-12-2010 x € 1.000
19.779 19.779
18.143 18.143
4.494 887 879 6.260
7.453 950 686 9.089
233.650 3.371
225.263 3.579
3.103 240.124
3.194 232.036
0 3.094 741 0 6.294 10.129
148 2.309 90 117 5.736 8.400
276.292
267.668
PASSIVA
EIGEN VERMOGEN
10.3
Overige reserves Totaal eigen vermogen
VOORZIENINGEN Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw Voorziening intercompany-transacties Voorziening voor latente belastingen Totaal voorzieningen
LANGLOPENDE SCHULDEN Leningen kredietinstellingen Overige langlopende schulden Terugkoopverplichting woningen Verkoop onder Voorwaarden Totaal langlopende schulden
10.4
KORTLOPENDE SCHULDEN Schulden aan groepsmaatschappijen Schulden aan leveranciers Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige schulden Overlopende passiva Totaal kortlopende schulden
TOTAAL
123
9 Enkelvoudige winst- en verliesrekening over 2011 Ref.
2011 x € 1.000
2010 x € 1.000
26.741 670 1.425 -109
26.046 719 3.471 694
463 418 29.608
245 396 31.571
4.603 1.860 2.837 797 3.839 4.441 18.377 11.231
4.012 3.202 2.930 830 4.982 4.460 20.416 11.155
609 9.832 50 2.058
324 9.368 50 2.161
189
369
-/- 233
-/- 134
1.636
1.658
BEDRIJFSOPBRENGSTEN Huren Vergoedingen Verkoop onroerende zaken Waardemutatie verkopen onder voorwaarden Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
BEDRIJFSLASTEN Afschrijvingen op materiële vaste activa Overige waardeveranderingen materiële vaste activa Lonen en salarissen Sociale lasten Lasten onderhoud Overige bedrijfslasten Som der bedrijfslasten
BEDRIJFSRESULTAAT FINANCIËLE BATEN EN LASTEN Rentebaten Rentelasten Opbrengsten financiële vaste activa RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING VOOR BELASTINGEN Belastingen Resultaat deelnemingen RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING NA BELASTINGEN
11
124
10 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2011 en de enkelvoudige winst- en verliesrekening over 2011 ALGEMEEN De grondslagen van waardering en van de resultatenbepaling voor de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening zijn gelijk. Deelnemingen in groepsmaatschappijen worden gewaardeerd op de nettovermogenswaarde zoals in de toelichting op de geconsolideerde balans is opgenomen.
MATERIELE VASTE ACTIVA Onroerende zaken in exploitatie
Onroerende zaken in ontwikkeling
Onroerende en roerende zaken t.d.v. exploitatie x € 1.000
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
287.479 -/- 37.180
758 0
5.767 -/- 2.198
3.194 0
297.198 -/- 39.378
250.299
758
3.569
3.194
257.820
1.624 604
18.192 -/- 604
432 0
0 0
20.248 0
Desinvesteringen
-/- 1.156
0
-/- 65
0
-/- 1.221
Waardeveranderingen Afschrijvingen Afschrijving desinvesteringen
-/- 1.426 -/- 4.021
-/- 3.393 0
0 -/- 583
-/- 109 0
-/- 4.928 -/- 4.604
387
0
22
0
409
Saldo
-/- 3.988
14.195
-/- 194
-/- 109
9.904
287.125 -/- 40.814
14.953 0
6.134 -/- 2.759
3.085 0
311.297 43.573
246.311
14.953
3.375
3.085
267.724
Totaal
SALDO PER 1 JANUARI 2011 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde Mutaties in boekjaar Investeringen In exploitatie genomen
SALDO PER 31 DECEMBER 2011 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 5.1 in de geconsolideerde jaarrekening.
125
FINANCIELE VASTE ACTIVA Deelnemingen x € 1.000
Leningen u/g x € 1.000
Totaal x € 1.000
1.065
1.100
2.165
Mutaties in boekjaar Aflossingen
0
0
0
Rente
0
0
0
Resultaat deelnemingen
294
0
294
Saldo
294
0
294
SALDO PER 1 JANUARI 2011 Boekwaarde
SALDO PER 31 DECEMBER 2011
771
1.100
1.871
DEELNEMINGEN Stichting Oost Flevoland Woondiensten heeft in het boekjaar een 100 procent deelneming in OFW Holding BV. Deze vennootschap heeft op haar beurt een 100 procent belang in OFW Projectontwikkeling BV en OFW Vastgoedbeheer BV. OFW Projectontwikkeling neemt vervolgens voor 66 procent deel (50 procent zeggenschap) in De Boeg VOF. Volledig geconsolideerd: * OFW Holding BV (100 procent) * OFW Vastgoed Beheer BV (100 procent) * OFW Projectontwikkeling BV (100 procent) Proportioneel geconsolideerd: * De Boeg VOF (66 procent)
LENINGEN U/G Deze lening is verstrekt aan OFW Holding BV, heeft een langlopend karakter en is per 5 juli 2006 met een looptijd van tien jaar. De rentevergoeding voor deze lening bedraagt 4,5 procent.
OVERIGE RESERVES 31-12-2011 x € 1.000
31-12-2010 x € 1.000
SALDO PER 1 JANUARI
18.143
16.485
Resultaatbestemming
1.636
1.658
19.779
18.143
SALDO PER 31 DECEMBER
126
LANGLOPENDE SCHULDEN 31-12-2011 Totaal
Leningen kredietinstellingen
31-12-2010
x € 1.000
Waarvan Looptijd >5 Jaar x € 1.000
Totaal x € 1.000
Waarvan Looptijd >5 Jaar x € 1.000
233.650
190.591
225.263
182.790
3.371
2.455
3.579
2.608
Overige langlopende schulden
Terugkoopverplichting woningen Verkoop onder Voorwaarden
31-12-2011 x € 1.000
31-12-2010 x € 1.000
3.103
3.194
3.103
3.194
2011 x € 1.000 42 193 -/- 46
2010 x € 1.000 42 327 0
189
369
11 Belastingen
Vrijval actieve latentie Vorming belastinglatentie Belasting 2011 Totaal
Dronten, 23 april 2012 Directeur-bestuurder G.N. Sweringa
127
Overige gegevens Statutaire winstverdeling Toerekening jaarresultaat: Overige reserves Totaal
2011 x € 1.000
2010 x € 1.000
1.636 1.636
1.658 1.658
128
12 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant AAN: STICHTING OOST FLEVOLAND WOONDIENSTEN Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de (in dit verslag opgenomen) jaarrekening 2011 van Stichting Oost Flevoland Woondiensten te Dronten gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2011 en de geconsolideerde en enkelvoudige winst-enverliesrekening over 2011 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de toegelaten instelling is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de bepalingen inzake de jaarrekening en het jaarverslag als opgenomen in artikel 26, eerste lid, van het Bbsh, richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens. Het bestuur van de toegelaten instelling is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het controleprotocol in rubriek A van bijlage III bij het Bbsh. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. 2 Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de toegelaten instelling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de toegelaten instelling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Oost Flevoland Woondiensten per 31 december 2011 en van het resultaat over 2011 in overeenstemming met artikel 26, eerste lid, van het Bbsh, richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 28, onderdeel b, van het Bbsh, voor wat betreft het in dit artikel genoemde jaarverslag, melden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de van toepassing zijnde bepalingen van titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is opgesteld, en of de in artikel 2: 392 lid 1 onder g, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 391, vierde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Verder vermelden wij dat is voldaan aan de verplichting tot vermelding in het jaarverslag van financiële ondersteuning aan buitenlandse instellingen zoals bedoeld in de MG 2005-04, MG 2008-03, MG
129
2010-03 en MG2011-02, alsmede aan de verplichting tot vermelding in het jaarverslag van grondaankopen zoals bedoeld in de MG 2001-26 en de verplichting tot vermelding in het jaarverslag van sponsoractiviteiten zoals bedoeld in MG 2006-04. Groningen, 23 april 2012 KPMG ACCOUNTANTS N.V. U. Kleinhuis RA
130
BIJLAGEN Bijlage A – Interviews Interview met: de heer Corjanus
FIKSE BESPARING OP ENERGIEKOSTEN NA MODERNISERING Gerard Corjanus woont al 46 jaar met zijn vrouw Ankie in de Fokkestraat in Dronten. Hun woning is in de zomer van 2010 grondig gemoderniseerd. De woningen in de hele straat kregen een nieuwe look en zien er weer als nieuw uit. Fris en nieuw Het groen van de deuren en de witte raamkozijnen steken fris af bij de nieuwe in donkere steen opgetrokken buitenmuren. Corjanus is content met de modernisering. ''Kijk, alle kozijnen zijn vernieuwd. Deze zogenaamde bloemkozijnen steken een stukje naar voren uit'', steekt hij direct van wal. Alles vernieuwd ''Het is een veel prettiger huis geworden'', vertelt hij trots. Van de woning is het dak vernieuwd, de buitenmuren zijn vervangen en de vloer is geïsoleerd. Het gehele huis is nu uitgerust met mechanische ventilatie. Binnen is de badkamer verplaatst en uitgebreid met een tweede toilet. Het kleine kamertje beneden is ook aangepakt en voorzien van een zwevende pot. Tot slot onderging de keuken een metamorfose. ''Daarvoor hadden we veel keuzemogelijkheden'', zegt hij wijzend op de frontjes, grepen en wandtegels. Energiebesparing € 30 per maand Hoe zit het met de energiebesparing na de modernisering? ''Eigenlijk kun je dat pas na een jaar zeggen. Maar als ik de eerste zes maanden bekijk, dan schat ik in dat we per jaar 500 kuub minder gas gebruiken. Ik denk dat we ongeveer 30 euro per maand gaan besparen.'' Overlast viel mee De modernisering nam al met al een klein half jaar in beslag. ''Slechts enkele dagen was het echt een lawaai. Voor de rest viel de overlast eigenlijk wel mee.'' Een dag of vijf had de familie Corjanus geen toilet in huis. ''Dat was minder lang dan verwacht en het alternatieve toiletgebouw was prima; schoon en rustiger dan op de camping.'' Informatie Tijdens de warme opname voorafgaand aan de modernisering kon Corjanus al zijn vragen kwijt. ''Maak vooraf een lijst op papier met alle vragen. Dan vergeet je tijdens zo'n opname niets'', tipt hij. In de informatiebrochure staat duidelijk en stap voor stap omschreven welke werkzaamheden en in welke volgorde plaats zullen vinden. Meer comfort Een modernisering van een huis vergt inspanning en veerkracht van bewoners, maar ze krijgen er een prachtig en veel comfortabeler huis voor terug. ''Inderdaad'', vindt Corjanus. ''In de straat hebben we als bewoners onderling ook meer contact dan voor de modernisering. Je maakt hetzelfde mee, je helpt elkaar. Een bijkomend voordeel.'' Interview met: Kwintes
LAGERHUIS BIEDT OPSTAP VOOR CLIËNTEN KWINTES Sinds december 2011 is het activeringscentrum van Kwintes gevestigd in het Lagerhuis in Dronten. Dit is onderdeel van appartementencomplex Het Hogerhuis. De frisgroene nieuwe inrichting wil Kwintes echter niet alleen voor haar eigen cliënten inzetten. ''We staan ook open voor samenwerking met de buurt, vrijwilligers en bezoekers van andere instellingen'', vertelt Ari Boersma, accountmanager van Kwintes.
131
Kracht weer vinden Kwintes biedt hulpverlening en opvang aan kwetsbare mensen in de samenleving, bijvoorbeeld vanwege psychische- of sociale problemen. ''Het activeringscentrum is daar een onderdeel van en biedt een opstap naar deelname aan andere activiteiten of vrijwilligerswerk, zodat mensen zelf weer deel kunnen nemen aan de maatschappij'', aldus Boersma. Door laagdrempelige activiteiten aan te bieden kunnen mensen hun eigen kracht weer vinden. Weer onder de mensen komen Het activeringscentrum geeft bezoekers en vrijwilligers een dagstructuur. ''Ontmoeting en het samen doen van activiteiten is belangrijk. Het zelf meewerken aan activiteiten of nieuwe bezoekers coachen is de volgende stap”. Uiteindelijk leiden die activiteiten in veel gevallen weer naar actieve deelname in de maatschappij. Voorbeelden van activiteiten van het centrum zijn samen koken, creatieve workshops of een basiscursus omgaan met de computer. Ook was er een gezamenlijke deelname aan bijvoorbeeld de avondvierdaagse. ''Een aantal deelnemers heeft belangstelling voor catering. Zij gaan binnenkort koken voor tienermoeders in Dronten.'' Oefenen Door de bezoekers zelf de gelegenheid te geven iets te organiseren, verantwoordelijkheden op te pakken en werkervaring op te doen, bouwt Kwintes aan het verbeteren van zelfvertrouwen. De accountmanager: ''Bezoekers krijgen hier alle ruimte om te oefenen. En fouten maken is geen probleem. Dan probeer je het de volgende keer gewoon nog een keer.'' Zo kunnen deze mensen op den duur op eigen kracht hun draai in de samenleving weer vinden. Samenwerking Het activeringscentrum in het Lagerhuis ligt op een centrale plek in wijk De Boeg. Vlakbij is de beschermde woonvorm van Kwintes gevestigd. ''De toegang is laagdrempelig. Met elkaar willen we hier iets betekenen voor anderen. Ook voor de buurt of andere instellingen'', aldus Boersma. Kwintes werkt in en rondom het Lagerhuis al samen met o.a. OFW, gemeente Dronten, welzijnsorganisatie De Meerpaal, Vitree, Triade, 's Heeren Loo en de wijkagent. Interview met: Ria Middelkoop Woongroep 50+ ''De Wiekslag''
''ZONDER OFW HADDEN WE HET NIET VOOR ELKAAR GEKREGEN'' ''Als je alleengaand bent, is het fijn als er even iemand naar je omkijkt, bijvoorbeeld als je ziek bent'', stelt Ria Middelkoop. Zo begon in 2001 het idee van een woongroep, die overigens ook voor (echt)paren is. Ondertussen is de bouw van het complex voor de eerste woongroep van Dronten vergevorderd. De vereniging Woongroep 50+ ''De Wiekslag'' verwezenlijkt haar wensen samen met OFW aan het Noordenveld, achter de Fazantendreef in Dronten. Lange adem Het project bleek een van lange adem. ''Om de woongroep voor elkaar te krijgen, hebben we soms stevig moeten onderhandelen. Maar uiteindelijk was het overleg toch altijd van twee kanten constructief'', vertelt Ria Middelkoop. Zij is één van de initiatiefnemers van het eerste uur en bestuurslid van de vereniging. In het voorjaar van 2011 ging de eerste paal de grond in. Prachtig complex In de tweede helft van 2012 wordt de oplevering van het appartementencomplex verwacht. ''Het gebouw wordt echt prachtig. De architect heeft heel goed geluisterd naar onze voorkeuren'', vindt ze. De mede-initiatiefneemster is blij met de samenwerking met OFW. ''Zonder OFW zouden we onze woongroep niet zo voor elkaar gekregen hebben.'' Nieuwste van het nieuwste Voor wat betreft de bouw en energieverbruik wordt het gebouw uitgerust met de meest moderne en innovatieve technieken. ''Het nieuwste van het nieuwste wordt toegepast. Dat levert de bewoners voordeel op'', weet Middelkoop. Doordat OFW daarvoor kiest wordt het hele gebouw nagenoeg zelfvoorzienend in energie.
132
Woongroep is bewuste keuze Wie in de woongroep wil, moet lid zijn van de vereniging. Dat is nu net het grote verschil met een gewoon seniorencomplex. ''Het komt er op neer dat je als bewoners elkaar kent, en ook een bijdrage aan het functioneren van de groep levert'', aldus Middelkoop. Wie woont in een woongroep kiest daar bewust voor. Open instelling Een woongroep functioneert volgens afspraken die de groep zelf bepaalt, en waarop leden aangesproken kunnen worden. Het draait vooral om een open instelling. ''Een activiteit of een uitje organiseren, het hondje van iemand die ziek is, uitlaten. Maar bijvoorbeeld ook samen koffie drinken'', somt Middelkoop op. Binnen de woongroep woont iedereen zelfstandig. ''Zo houdt iedereen uiteraard zijn of haar eigen privacy'', licht ze toe.
133
Bijlage B - Basistekstblokken website Governance In deze bijlage zijn ter informatie algemene stukken tekst over de governance(structuur) van OFW opgenomen. Hier wordt in het online jaarverslag naar verwezen.
GOVERNANCESTRUCTUUR Hier wordt de governancestructuur van OFW (de structuur die, kort gezegd, ten grondslag ligt aan goed bestuur, goed beheersen van risico’s, goed verantwoorden en goed toezicht houden) op hoofdlijnen omschreven.
RAAD VAN COMMISSARISSEN (RVC) De RvC richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van OFW en weegt daartoe de in aanmerking komende belangen van bij OFW betrokkenen af. De RvC heeft tot taak toezicht te houden op de bestuurder van OFW en op de algemene gang van zaken in de woningcorporatie en de met haar verbonden onderneming. De RvC houdt (getrapt) toezicht op de verbindingen die OFW heeft. Daarnaast staat de RvC de bestuurder met raad ter zijde. Dit betreft een adviserende functie ten aanzien van voorgenomen besluiten, strategiebepaling, financiële risicobeheersing en volkshuisvestelijke taken. Ook beslist de RvC over de benoeming, beoordeling, beloning, schorsing en het ontslag van de bestuurder. De RvC is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen functioneren.
COMMISSIES De RvC heeft een remuneratiecommissie. Deze commissie geeft inhoud aan de werkgeversrol van de RvC ten aanzien van de directeur-bestuurder. Gezien de omvang van OFW heeft zij (ter voorbereiding van RvC-besluiten) verder geen kerncommissies. De mogelijkheid om een commissie op te richten houdt de RvC open. Van deze mogelijkheid kan ad hoc gebruik gemaakt worden.
TOEZICHTKADER
Als toezichtkader voor het uitoefenen van haar taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden hanteert de RvC: Besluit Beheer Sociale Huurwoningen (BBSH) en overige relevante wet- en regelgeving Aedescode en Governancecode woningcorporaties Statuten van OFW Beleidsplan ‘Samen voor Kansrijk’ Strategisch beleidsplan voorraad en nieuwbouw ‘Duurzaam Bouwen aan Goed Wonen’ Begroting en meerjarenprognose Prestatieafspraken RvC / directeur-bestuurder Treasury statuut en –jaarplan Inkoop- en aanbestedingsstatuut Toetsingskader voor verbindingen Reglement van de RvC Kwaliteitsprofiel RvC-lid Controleprotocol Convenant en prestatieafspraken gemeente Dronten-OFW Samenwerkingsovereenkomst met Huurders Belangen Vereniging
BELEIDSCYCLUS Voor de periode 2007-2011 hebben we een beleidsplan opgesteld (titel: ‘Samen voor kansrijk’). Ook is er een strategisch beleidsplan voor de woningvoorraad en nieuwbouw (titel: ‘Duurzaam
134
bouwen aan goed wonen’). In 2012 wordt het huidige beleidsplan ‘Samen voor kansrijk’ geactualiseerd. Daarnaast werken we met een meerjarenprognoses waarmee vier jaar vooruitgeblikt wordt. De RvC neemt hier kennis van. Jaarlijks wordt een begroting opgesteld en in het jaarverslag wordt hierover verantwoording afgelegd. De begroting wordt aan de RvC voorgelegd ter besluitvorming. De directeur-bestuurder en de RvC werken al behoorlijk wat jaren met prestatieafspraken. In deze prestatieafspraken zijn onder meer de te realiseren prestaties opgenomen die aansluiten bij de hoofddoelstellingen en (strategische) prestaties in het beleidsplan en meer specifiek bij de begroting van het betreffende jaar. Onder meer aan de hand van deze prestatieafspraken houdt de RvC toezicht op OFW. De directeur-bestuurder legt gedurende het jaar in de RvCvergaderingen steeds verantwoording af (onder meer middels de kwartaalrapportages) over de mate waarin de prestatieafspraken gerealiseerd zijn. Ieder kwartaal ronden we af met een kwartaalrapportage waarin de stand van zaken (van o.a. projecten) wordt weergegeven en een blik wordt geworpen op de actualiteiten. Door middel van de kwartaalrapportages wordt de RvC geïnformeerd over de financiële risicobeheersing, maatschappelijke en volkshuisvestelijke functie en de strategieontwikkeling van OFW. Naast financiële risico’s bestaan er ook ander type risico’s bijvoorbeeld rond de arbeidsmarkt, leegstand, verkoop, imago e.d. Ook hier wordt (o.a.) in de kwartaalrapportages aandacht aan besteed. Maandelijks wordt in MT verband en in de werkorganisatie management- en stuurinformatie besproken op deze terreinen. Mede naar aanleiding van de in 2005 uitgevoerde visitatie, hebben we de afgelopen jaren veel aandacht besteed aan het verbeteren van onze beleidscyclus. Deze is sindsdien zichtbaar beter op orde gekomen. De visitatiecommissie heeft tijdens de uitvoering van de visitatie in 2009 geconstateerd dat de monitoring op onze ambities en doelstellingen nog verder verbeterd kan worden. Hiermee zijn we in 2010 gestart. De prestatieafspraken met de RvC (van oorsprong gebaseerd op de balanced score card) zijn nu meer geïntegreerd met de doelstellingen uit het beleidsplan. Er is nu geen sprake meer van een dubbele set doelstellingen en een dubbele monitoring. In de begroting zijn de te realiseren prestaties meer concreet gemaakt. In de prestatieafspraken voor 2012 (eind 2011 vastgesteld) is dit verder vervolmaakt: de prestaties die genoemd worden aan het einde van de hoofdstukken in de begroting voor 2012 zijn opgenomen in de prestatieafspraken.
BESLUITVORMING In de statuten ligt de basis voor de wijze waarop de directeur-bestuurder en de RvC dienen te handelen bij het nemen van besluiten en welke besluiten aan goedkeuring van de RvC zijn onderworpen. Besluiten worden vastgelegd in besluitvormingsdocumenten. In het bestuursverslag en het jaarverslag van de RvC worden de besluitenregisters van het betreffende jaar opgenomen. Bij het nemen van besluiten hebben de directeur-bestuurder en de RvC altijd een aantal uitgangspunten, waaronder: 1. Duurzame besluitvorming. Dit betekent dat de besluitvorming zo ingericht is dat er naast financiële / bedrijfseconomische aspecten van een besluit zoveel mogelijk gelijkwaardig rekening wordt gehouden met sociaal-culturele en ecologische aspecten en gevolgen van een besluit (de people-planet-profit-benadering). In ieder besluit dient aandacht besteed te worden aan alle drie de aspecten. 2. Bij ieder groot bouwproject legt de directeur-bestuurder een door de RvC te beoordelen go / nogo besluit voor. Dit is een beslissing die in een beginstadium van een project genomen wordt, waarin vroegtijdig door de directeur-bestuurder de mogelijke risico’s in beeld worden gebracht. 3. Kostendekkende exploitatie bij de bouw van maatschappelijk vastgoed, OFW investeert hier niet onrendabel in. 4. Voldoende winstpotentieel bij commerciële activiteiten. 5. Een acceptabele onrendabele investering bij de bouw van sociale huurwoningen. 6. Het voldoen aan de volkshuisvestelijke doelstellingen in de statuten van OFW en het BBSH 7. Een risicoanalyse (waaronder eventueel een juridische toets).
135
JURIDISCHE STRUCTUUR OFW is een stichting. De stichting OFW is enig aandeelhouder van OFW Holding BV. En OFW Holding BV is enig aandeelhouder van zowel OFW Vastgoed Beheer BV als OFW Projectontwikkeling. Dit is te zien in onze verbindingenstructuur. De statuten: Stichting OFW OFW Holding BV OFW Vastgoed Beheer BV OFW Projectontwikkeling BV De stichting OFW kent een zogenaamde twee-lagen-structuur. Het betreft een directeur-bestuurder die (de dagelijkse) leiding geeft aan de werkorganisatie en zelfstandige bevoegdheden bezit en een RvC die toezicht houdt op de realisatie van het gezamenlijk vastgestelde beleid en op de algemene gang van zaken binnen OFW. De manager Bedrijfsvoering is gevolmachtigd om bij afwezigheid van de directeur-bestuurder overeenkomsten aan te gaan om woningen te verkopen dan wel aan te kopen tot een bedrag van €200.000. Binnen OFW functioneert een Ondernemingsraad. Figuur organogram werkorganisatie stichting OFW
VERBINDINGEN / DEELNEMINGEN Woningcorporaties zijn zich in de loop der jaren steeds breder gaan inzetten. De diversiteit aan activiteiten heeft er toe geleid dat corporaties in hun bedrijfsvoering, al dan niet in samenwerking met anderen, gebruikmaken van ‘verbindingen’. Waarom worden verbindingen aangegaan? verbindingen kunnen worden aangegaan vanuit het perspectief van de vennootschapsbelasting gericht op een splitsing van maatschappelijke en commerciële activiteiten; verbindingen kunnen worden aangegaan met andere corporaties gericht op de aansturing van gemeenschappelijke commerciële en volkshuisvestingsactiviteiten; verbindingen kunnen worden aangegaan ten behoeve van samenwerking met derden, niet zijnde woningcorporaties; risicobeheersing, fiscale of financiële optimalisatie, transparantie, inzicht in resultaten en meerwaarde en positionering van de activiteit kunnen hierbij een rol spelen. Wij hebben de volgende verbindingen / deelnemingen: Vanaf 2006 de BV’s OFW Holding, OFW Vastgoed en OFW Projectontwikkeling. o Aan OFW Projectontwikkeling BV zijn in 2006 een beperkt aantal nieuwbouw koopprojecten overgedragen. Vanuit OFW Projectontwikkeling BV worden vanaf 2011 de nieuwbouwkoopwoningen aan de ‘Bloemenzoom’ in Swifterbant en op termijn twee appartementsgebouwen aan de Lijzijde in Dronten ontwikkeld. o OFW Holding BV is opgericht voor de financiering van de twee andere BV’s. Daarnaast kon doordat er fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting was tussen de holding en de twee dochter-BV’s gebruik worden gemaakt van horizontale verliescompensatie. De BV’s hebben geen personeel in dienst. Alle werkzaamheden worden vanuit stichting OFW uitgevoerd en doorbelast. Een 50%-deelname van OFW Projectontwikkeling in ‘De Boeg VOF’ (voor het andere deel wordt deelgenomen door aannemer Mateboer Bouw BV). Eind 2010 is vanuit deze VOF gestart met de bouw van appartementencomplex Bries in de wijk De Boeg in Dronten. Het betreft de bouw van 24 koopappartementen in de reguliere markt. De verwachte oplevering van het complex is in het tweede kwartaal 2012. Indien de appartementen een half jaar na oplevering niet zijn verkocht, dan koopt OFW de appartementen tegen kostprijs. De appartementen worden nu te koop en te huur aangeboden. Appartementencomplex Tij in Dronten is ook door de ‘De Boeg VOF’ gerealiseerd (2009). Van de 30 appartementen zijn er 26 verkocht. De vier overige appartementen worden nu vanuit de VOF verhuurd. OFW gaat de appartementen overnemen om te verhuren. Doelstelling is om de appartementen op termijn te verkopen.
136
“De Giekstraat te Dronten”. OFW heeft met ontwikkelaar Plegt Vos een intentieovereenkomst om gezamenlijk naar de ontwikkeling van dit gebied te kijken. Plegt Vos is eigenaar van de garage. Deze garage wordt momenteel door de gemeente tijdelijk als schoollocatie gehuurd. De bedoeling is dat het gebied opnieuw ontwikkeld wordt nadat de school bij het station is opgeleverd. OFW maakt vanaf de start in 2007 deel uit van de initiatiefgroep om tot een multifunctioneel gebied (MFG) in Biddinghuizen te komen. Het MFG omvat een educatief centrum met daarin drie basisscholen, de kinderopvang, peuterspeelzaal en de bibliotheek. Eind 2010 is tussen de gemeente Dronten en OFW een samenwerkingsovereenkomst m.b.t. de ontwikkeling en realisatie van het educatief centrum gesloten. Op 25 maart 2010 is de stichting Leefbaarheidsfonds OFW opgericht. De stichting heeft als doel om kleinschalige initiatieven van huurders (en haar organisaties) van OFW te ondersteunen ter bevordering van de leefbaarheid en duurzaamheid in de wijken en buurten in Dronten, Swifterbant en Biddinghuizen waar huurders van OFW wonen. De bestuurder(s) worden benoemd en geschorst door stichting Oost Flevoland Woondiensten. De stichting Leefbaarheidsfonds kent een Raad van Advies. Zij adviseert het bestuur. In de Raad van Advies hebben twee bestuursleden van de Huurders Belangen Vereniging en twee medewerkers van OFW (belast met wijk- en buurtbeheer) zitting. Figuur organisatiestructuur stichting OFW met haar verbindingen/deelnemingen Toetsingskader voor Verbindingen Het aangaan van verbindingen en deelnemingen is onderworpen aan de goedkeuring van de RvC. Op verbindingen / deelnemingen wordt op dezelfde wijze toezicht gehouden als op de stichting OFW. Het interne toezicht op verbindingen is op hoofdlijnen geregeld in de statuten van stichting OFW, het reglement van de RvC en de Governancecode voor woningcorporaties. In 2011 is daar het meer specifieke ‘Toetsingskader voor Verbindingen’ aan toegevoegd. Dit is voor OFW en de RvC een goed hulpmiddel voor de beoordeling van het aangaan, beheersen en ontbinden van verbindingen. Middels het jaarverslag en de geconsolideerde jaarrekening leggen we verantwoording af over de verbindingen.
AEDESCODE EN GOVERNANCECODE WONINGCORPORATIES Wij hechten veel waarde aan goed, efficiënt en verantwoord ondernemingsbestuur en intern toezicht. Daarom onderschrijven we de Aedescode en de principes uit de (in 2011 geactualiseerde) Governancecode voor woningcorporaties. De codes bevatten normen voor goed bestuur en goed toezicht, transparantie, externe verantwoording en financiële beheersing. De Governancecode is gekoppeld aan de Aedescode, waarmee de code onderdeel is van de lidmaatschapseisen van brancheorganisatie Aedes. We onderschrijven de governancecode volgens het principe ‘pas toe of leg uit’. Dat betekent dat corporaties vanuit deze principes gemotiveerd moeten uitleggen of zij afwijken van de code en waarom. De normen / principes uit de code waar we van afwijken zijn: 1. We hanteren bepaalde criteria voor het doen van investeringen. Dit wordt in 2012 geformaliseerd in een ‘Toetsingskader voor Investeringen’ zoals dat genoemd wordt in de code. 2. We dienen onze statuten nog aan te passen aan de maximale zittingstermijn van RvC-leden (2 periodes van 4 jaar). Dit is al wel in het Reglement van de RvC aangepast. Ook worden de in de statuten vermelde onverenigbaarheden voor bestuur en RvC uitgebreid dan wel aangepast. We wachten met het aanpassen van de statuten tot de herziene Woningwet van kracht is. Hieruit vloeien naar verwachting ook andere wijzigingen voor de statuten uit voort. 3. Voor OFW is een apart reglement werkwijze bestuur niet nodig. Het uitgangspunt is dat de bestuurder volledig bevoegd is. 4. De directeur-bestuurder heeft een vast dienstverband. De RvC respecteert deze rechtspositie. 5. De bezoldiging van de directeur-bestuurder wordt door de RvC vastgesteld met inachtneming van de sectorbrede beloningscode bestuurders woningcorporaties uit 2011. Aan de hand van deze code is een inschaling bepaald. De RvC respecteert de rechtspositie van de huidige bestuurder. We zien de Aedes- en Governancecode en het naleven daarvan onder meer als een hulpmiddel om:
137
Onze belanghebbenden te betrekken bij de beleidsvorming en realisatie van de maatschappelijke en volkshuisvestelijke doelstellingen van OFW, Op transparante wijze verantwoording af te leggen aan onze belanghebbenden, Onze kwaliteiten, dienstverlening en werkprocessen te verbeteren, Samenwerkingspartners, medewerkers, bestuurder en commissarissen aan te trekken, te binden en te boeien.
MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDING EN BELEIDSBEÏNVLOEDING DOOR BELANGHEBBENDEN We vinden het belangrijk dat we de goede dingen doen en dat we ze goed doen. Om die reden vragen we 'de maatschappij' waar we als corporatie actief in moet zijn. Daarnaast vinden we het belangrijk om transparant te zijn in onze verantwoording. Conform de Governancecode betrekken we onze belanghebbenden (stakeholders) bij beleidsvorming en voeren we met hen een dialoog over de uitvoering van het beleid. Dit wordt jaarlijks bijvoorbeeld gedaan in de vorm van een stakeholdersbijeenkomst. Stakeholdersbijeenkomst We organiseren al vanaf 2007 (naast reguliere overlegstructuren) jaarlijks een stakeholdersbijeenkomst. Vanuit OFW zijn hierbij de RvC, de directeur-bestuurder, het managementteam, de OR en onze medewerkers aanwezig. De debatten in 2007, 2008 en 2009 gingen over ons beleid in het algemeen. Uit de evaluatie bleek dat stakeholders behoefte hadden aan verdieping. Voor het debat in 2010 en 2011 is daarom nadrukkelijk gekozen om er een aantal thema’s uit te lichten. In 2010 was dit ‘duurzaamheid’ en in 2011 was dit ‘leefbaarheid’. Met een aantal stakeholders hebben we in 2011 ook over het met het leefbaarheidsthema samenhangende ‘sluitend vangnet’ gesproken. Deze verdieping op thema’s gebruiken we bij de actualisatie van ons beleidsplan in 2012. Visitatie We laten ons vierjaarlijks door een onafhankelijke organisatie visiteren. Visitatie is een instrument voor horizontale verantwoording van de corporatie naar haar stakeholders over haar maatschappelijke prestaties. Daarnaast biedt de uitkomst van een visitatie handvatten aan ons ter lering en verbetering. We hebben ons in 2005 en 2009 laten visiteren. In 2013 vindt opnieuw een visitatie plaats. Verslagen stakeholdersbijeenkomsten Visitatierapporten 2005 en 2009
GESCHILLENADVIESCOMMISSIE Als onafhankelijk orgaan om geschillen tussen OFW en de (ex)huurder of woningzoekende op een goede en zorgvuldige manier af te handelen functioneert de Geschillenadviescommissie. De Geschillenadviescommissie kan ook ingeschakeld worden bij geschillen en interpretatievraagstukken die voortkomen uit de samenwerkingsovereenkomst tussen OFW en een huurdersorganisatie. De Geschillenadviescommissie brengt advies uit aan de directeur-bestuurder. Indien de directeurbestuurder het advies niet overneemt, word de RvC hierover geïnformeerd. In het jaarverslag wordt ingegaan op het aantal en de aard van de geschillen die aan de Geschillenadviescommissie zijn voorgelegd. Reglement Geschillenadviescommissie Rooster van aftreden Geschillenadviescommissie Folder Klachten en Geschillen
ACCOUNTANT De externe accountant heeft een belangrijke rol in de corporate governance van OFW. De accountant van OFW en haar verbindingen wordt door de RvC van OFW benoemd. Ieder jaar worden de verrichte werkzaamheden geëvalueerd. Vanaf het verslagjaar 2011 is KPMG Accountants NV na een accountantsselectie in 2010 voor vier jaar benoemd. KPMG is voor OFW een nieuwe accountant. In het controleprotocol dat de RvC heeft opgesteld, worden aanwijzingen gegeven aan de accountant over de reikwijdte van de accountantscontrole en de daarvoor geldende normstellingen.
138
De accountant voert de controle uit van de geconsolideerde jaarrekening. Hij heeft tot taak om een verklaring af te geven bij de jaarrekening. Het RvC-lid met de expertise ‘bedrijfseconomie en financiën’ is aanwezig als door de accountant de jaarrekening met de directeur-bestuurder en de manager Bedrijfsvoering wordt besproken. De accountant is tevens aanwezig bij de RvC-vergadering waarin over de vaststelling van de jaarrekening wordt besloten. We hechten veel belang aan de onafhankelijkheid van de accountant (met inbegrip van de scheiding tussen controle- en advieswerkzaamheden). Ook de governancecode woningcorporaties schrijft voor dat de accountant de corporatie periodiek informeert over diens onafhankelijkheid. Fiscalisten van Ernst & Young adviseren ons over de aangifte van de vennootschapsbelasting. Zie verder: de governancecode woningcorporaties over de rol, benoeming, beloning en beoordeling van het functioneren van de accountant.
KWALITEITSPROFIEL In het ‘Kwaliteitsprofiel Raad van Commissarissen OFW’ zijn de kwaliteitseisen, algemene eisen en de specifieke deskundigheden voor de individuele leden van de RvC en de randvoorwaarden voor het functioneren van de RvC als geheel opgenomen.
RISICOMANAGEMENT Het brede werkterrein waarop corporaties opereren, zorgt ervoor dat zij (soms complexe) projecten oppakken. Met goed risicomanagement kunnen zij hierbij weloverwogen keuzes maken. Op het moment dat dit niet gebeurt, kan dit grote gevolgen hebben voor de (financiële) continuïteit van de corporatie en reputatieschade opleveren. We vinden het daarom belangrijk risico’s (zowel op projectals op corporatieniveau) tijdig te onderkennen en (voor zover zij binnen onze invloedsfeer liggen) te managen. Een van de maatregelen is dat sinds 2005 bij elk bouwproject een go / no-go besluit wordt genomen door de RvC. Dit is een beslissing die in een beginstadium van een project genomen wordt, waarin vroegtijdig door de directeur-bestuurder de risico’s van het project in beeld worden gebracht. Daarnaast bevat ieder besluit van bestuur en RvC een risicoparagraaf. Waar nodig of gewenst, wordt juridisch advies ingewonnen. Een groot deel van ons woningbezit is of wordt gemoderniseerd. De woningen krijgen zo weer een lange levensduur. Wij moeten hiervoor financiering aantrekken. Op onze balans is deze leningenportefeuille dominant aanwezig. Uit de winst- en verliesrekening blijkt dat de factor ‘rente’ een belangrijk stempel drukt op het uiteindelijke jaarresultaat. Het waarborgen van een blijvende toegang tot de kapitaalmarkt, het beheersen van de renterisico’s en het realiseren van zo laag mogelijke financieringskosten zijn dan ook de belangrijkste doelstellingen uit het treasurybeleid. We hebben dit beleid opgenomen in haar treasurystatuut. Ieder jaar stellen we een treasuryjaarplan en bijbehorende liquiditeitsplanning op die ter besluitvorming aan de RvC wordt voorgelegd. We winnen advies in bij een onafhankelijke en specialistische treasuryorganisatie (Thésor). We hanteren een Inkoop- en aanbestedingsstatuut. Hierin hebben we afspraken en procedures opgenomen om o.a. door concurrentie een goede verhouding van prijs-kwaliteit te waarborgen en inkoop- en aanbestedingstrajecten integer te laten verlopen. Het inkoop- en aanbestedingenstatuut is voor onze medewerkers (en functionarissen van buiten de organisatie die voor ons werkzaam zijn) een gedragscode om bij de inkoop en aanbesteding van leveringen, diensten en werken tot een verantwoorde keuze te komen. In het statuut wordt de administratieve organisatie met de daarin verankerde functiescheidingen vastgelegd. Het proces van aanbesteding wordt met dit statuut controleerbaar. We gebruiken een basisbestek, waarmee de kwaliteit die we eisen in onze projecten gewaarborgd is. We werken volgens een beleidscyclus waar een meerjarenprognose onderdeel van uit maakt. Met enige regelmaat stellen we toekomstscenario’s op om mogelijke risico’s in kaart te brengen en te kunnen anticiperen op ‘wat zou kunnen gebeuren’. De scenario’s worden binnen de werkorganisatie en de RvC besproken. De kans dat we voor verrassingen komen te staan, wordt hiermee aanzienlijk verkleind. Ieder kwartaal ronden we af met een kwartaalrapportage waarin de stand van zaken (van o.a. projecten) wordt weergegeven en een blik wordt geworpen op de actualiteiten. Door middel van de kwartaalrapportages is de RvC geïnformeerd over de financiële risicobeheersing,
139
maatschappelijke en volkshuisvestelijke functie en de strategieontwikkeling van OFW. Naast financiële risico’s bestaan er ook ander type risico’s bijvoorbeeld rond de arbeidsmarkt, leegstand, verkoop, imago e.d. Ook hier wordt (o.a.) in de kwartaalrapportages aandacht aan besteed. Maandelijks wordt binnen het MT managementinformatie besproken op deze terreinen. Binnen de werkorganisatie geldt ons adagium: ‘In één keer goed, zonder schakels, maar wel integer en controleerbaar’. Functiescheiding vinden we hierbij belangrijk. Ook hebben we een bevoegdhedenmatrix opgesteld. Huurbetalingen kunnen bij ons in principe niet contant worden betaald. Aan toekomstige medewerkers wordt als voorwaarde voor de totstandkoming van de arbeidsovereenkomst een Verklaring Omtrent het Gedrag gevraagd, waaruit blijkt dat er geen belemmering is voor het uitoefenen van zijn functie. Dit vragen we ook aan nieuwe leden van de RvC.
OORDELEN SECTORINSTITUTEN CFV EN WSW Het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) is de financieel toezichthouder voor de woningcorporatiesector. Jaarlijks beoordeelt het Ministerie op basis van de gegevens van het CFV de financiële positie van individuele corporaties en wordt gerapporteerd over de sector als geheel. De continuïteitsoordelen en signaleringen zijn vooral gebaseerd op de prospectieve en verantwoordingsinformatie die we hebben ingediend. In de beoordeling komen de volgende onderwerpen aan de orde: onze financiële positie, de mate waarin we de wetten en relevante regels hebben nageleefd en de interne organisatie en governance. Op de website van het CFV zijn de actuele documenten te raadplegen. Ons instellingsnummer is L1861. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) beoordeelt de financiële ontwikkeling van corporaties. Hierbij ligt het accent op de kasstroomontwikkeling van een corporatie voor de komende vijf jaar. Het WSW stelt als norm dat de operationele kasstromen, onder aftrek van 2% van de leningenportefeuille, voor de komende vijf jaar positief moet zijn. Is aan deze norm voldaan, dan wordt een faciliteringsvolume beschikbaar gesteld voor de financieringsbehoefte voor een periode van drie jaar.
INTEGRITEIT We hebben een integriteitscode en een klokkenluidersregeling. Ons uitgangspunt met betrekking tot integer handelen is dat het in de cultuur en dagelijkse bedrijfsvoering van de organisatie verweven is. Het is een integraal onderdeel van de werkzaamheden. Integer handelen is gekoppeld aan de waarden en normen die gelden binnen de organisatie. We zijn een platte organisatie die verantwoordelijkheden laag in de organisatie legt. We willen hier op kunnen bouwen en gaan uit van openheid van mensen. Het is belangrijk dat integriteitsregels helder op papier staan en dat er toetsingskaders zijn, maar we vinden het nóg belangrijker dat medewerkers, bestuur en RvC uit zichzelf het juiste, integere gedrag vertonen. Men moet zich bewust zijn van zijn handelen en integriteitsdilemma’s herkennen en makkelijk in alle openheid bespreekbaar kunnen maken/aanspreekbaar zijn. Leidinggevenden hebben hier een belangrijke rol in. Voorbeeldgedrag van deze groep, consistent en transparant zijn, vinden we essentieel. De statuten, governancecode en het reglement van de RvC bevatten bepalingen betreffende het vermijden van (de schijn van) belangenverstrengeling tussen de woningcorporatie en RvCleden/directeur-bestuurder. We gaan bij vastgoedtransacties altijd na of er bij grondaankopen geen speculatie plaatsvindt. In vrijwel alle gevallen koopt OFW overigens de grond van de gemeente. Ook de inzet van preventieve maatregelen bij werving en selectie (o.a. verplicht overleggen van een Verklaring Omtrent het Gedrag, de evaluatie van integer handelen in de tweegesprekken en zelfevaluatie van de RvC en het naleven van de integriteitscode (waarin onder meer zaken zijn vastgelegd ter voorkoming van fraude door persoonlijke bevoordeling) en klokkenluidersregeling zijn voorbeelden.
SAMENSTELLING RVC EN ONAFHANKELIJKHEID LEDEN De RvC streeft naar een gemengde en uitgebalanceerde samenstelling onder meer qua geslacht, leeftijd, beroepsgroepen, kennis en expertise, etnische afkomst en persoonlijkheidskenmerken. Ieder
140
lid van de RvC heeft voldoende tijd voor de vervulling van zijn functie zodat een goede taakverdeling gewaarborgd is. De samenstelling van de RvC van OFW is gebaseerd op een algemeen kwaliteitsprofiel. Bij het ontstaan van een vacature in de RvC wordt het algemene profiel meer specifiek gemaakt. Alle leden zijn onafhankelijk in de zin van de Governancecode voor woningcorporaties. De samenstelling is als volgt: De heer M. Siliakus MBA is voorzitter (hij is lid op voordracht van de Huurders Belangen Vereniging), de heer ir. P.H. Schouten is vicevoorzitter, de heer F.D. van Kuik, de heer mr. H.L. van Boven MBA MCDM en mevrouw L.M. Bouwmeester-den Broeder (lid op voordracht van de Huurders Belangen Vereniging).
COMMISSARISSENHONORERING In het kwaliteitsprofiel is de actuele hoogte van de commissarissenhonorering opgenomen. Deze honorering is met in achtneming van de Honoreringscode Commissarissen van de VTW vastgesteld. Van de in de code aangegeven bandbreedtes van de vergoedingen wordt het minimum gehanteerd van de relevante categorie. De vergoeding veronderstelt dat RvC-leden deskundig zijn en voldoende tijd hebben voor hun werk als RvC-lid. De vergoedingen zijn van kracht per 1 januari 2007 en worden jaarlijks per 1 januari geïndexeerd met de consumentenprijsindex van januari van het betreffende jaar. In de jaarrekening wordt de commissarissenhonorering gespecificeerd weergegeven. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de vergoeding voor de voorzitter en de overige leden van de RvC. Door OFW wordt tevens de premie voor de aansprakelijkheidsverzekering, een abonnement op Aedes-magazine en cursussen / trainingen in het kader van deskundigheidsbevordering van de RvCleden betaald.
141
Bijlage C – Stakeholdersverslag
142