Inspectierapport Peuterpan (PSZ) Sint Catharinastraat 30 5251AR VLIJMEN
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant Heusden 18-05-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 29-05-2015
2 van 12 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 18-05-2015
Peuterpan te VLIJMEN
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 4 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 8 Inspectie-items ................................................................................................................... 9 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 11 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 11 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 12
3 van 12 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 18-05-2015
Peuterpan te VLIJMEN
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Peuterspeelzaal Peuterpan is gevestigd in Vlijmen. De peuterspeelzaal heeft de beschikking over 2 groepsruimten. Tevens is er een gezamenlijke keuken en bergruimte. De verschoonruimte is gesitueerd tussen de beide groepsruimten in en wordt ook door beide peuterspeelzaalgroepen gebruikt. De buitenruimte is aangrenzend en opgesplitst in 2 aparte speelruimtes. Inspectiegeschiedenis: Tijdens de inspectie van april 2012 stelt de toezichthouder vast dat een aantal vrijwilligsters niet in het bezit zijn van een verklaring omtrent het gedrag die voldoet aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De verklaringen omtrent het gedrag worden tijdens de conceptfase van het rapport alsnog aangeleverd. Alle andere getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. . Tijdens de inspectie van augustus 2013 past de toezichthouder overleg en overreding toe op de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid. Beide inventarisaties worden binnen de afgesproken termijn aangeleverd. Alle getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Tijdens de inspectie van 16 oktober 2014 stelt de toezichthouder vast dat niet alle verklaringen omtrent het gedrag van de vrijwilligsters voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Alle andere getoetste voorwaarden voldoen wel aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Tijdens het nader onderzoek uitgevoerd op 8 december 2014 stelt de toezichthouder vast dat de geconstateerde overtredingen tijdens de inspectie van oktober 2014 zijn opgelost. Tijdens de huidige inspectie stelt de toezichthouder vast dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
4 van 12 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 18-05-2015
Peuterpan te VLIJMEN
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep. Na de beschrijving uit het veldinstrument (cursief gedrukt opgenomen in het rapport) volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richten zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen: 1. 2. 3. 4.
Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken
Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleidsplan De beroepskrachten bespreken hun ervaringen met de leidinggevende; de leidinggevende vertaalt het naar verbeteringen in het beleidsplan. Emotionele veiligheid Elk kind wordt begroet bij binnenkomst;beroepskrachten doen dit op een enthousiaste en persoonlijke manier. De beroepskrachten verwelkomen zowel de ouders als het kind op persoonlijke wijze. Ouders mogen hun kinderen in de groepsruimte brengen en ophalen. Ouders krijgen de gelegenheid om groepsgenootjes aan te spreken en te zien waar het kind die dag mee bezig is geweest. De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen accepteren zoals ze zijn; ze geven complimentjes, maken grapjes, knuffelen, hebben oogcontact en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft. De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen. Zij laten actief merken dat zij het kind begrijpen en reageren daar adequaat op. Voorbeeld Op het moment van inspectie bezoekt een meisje voor de eerste keer de peuterspeelzaal. De beroepskracht besteedt veel aandacht aan de moeder en het kind. Op het moment dat de moeder afscheid neemt begint het meisje te huilen. De beroepskracht neemt het meisje op de arm en loopt met het meisje naar het raam om samen moeder uit te zwaaien. Het meisje huilt en trappelt met de benen om los te komen. De beroepskracht blijft op een zachte rustige toon tegen het meisje praten, ze stelt het meisje gerust:"kijk mama gaat even naar huis, maar komt je straks weer halen, gaan we hier fijn spelen,zwaai maar, dag mama". Als moeder uit het zicht is loopt de beroepskracht met het meisje op de arm naar de poppenhoek. De beroepskracht gaat met het meisje op schoot in de poppenhoek zitten en praat met de kinderen die aan het spelen zijn in de poppenhoek. Het nieuwe meisje wordt in het gesprek betrokken. Een kind speelt met een telefoon. Het nieuwe meisje krijgt ook een telefoon, ze mag de knuffel die ze in haar hand heeft laten bellen met een ander kind. De beroepskracht speelt mee. Even later zit het meisje met de knuffel op tafel naast zich te tekenen. De beroepskracht loopt voorbij en vraagt wat het meisje aan het tekenen is, het meisje geeft antwoord. De beroepskracht pakt de i-pad en maakt een foto. Deze foto wordt verzonden naar de moeder. Conclusie Op peuterspeelzaal Peuterpan wordt de emotionele veiligheid voldoende gewaarborgd.
5 van 12 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 18-05-2015
Peuterpan te VLIJMEN
Persoonlijke competentie De beroepskrachten geven passende steun bij het ontdekken en verrijken van spelmogelijkheden. Zij verwoorden wat er gebeurt en bieden nieuwe kansen voor vervolgspel. Zij maken soms deel uit van de spelsituatie, waarbij de regie bij de kinderen blijft. Voorbeeld Een aantal kinderen spelen in de poppenhoek. De beroepskracht gaat bij de kinderen zitten. De kinderen geven de beroepskracht een bordje met eten. De beroepskracht "proeft" alles en zegt :"dit is erg lekker, dat hebben jullie goed gemaakt" Vervolgens vraagt de beroepskracht of er nog meer eten gekookt wordt. De kinderen bedenken wat ze nog meer gaan maken en vragen of de beroepskracht dat ook wil proeven. De beroepskracht zegt:"dat wil ik wel, dan ga ik nu even bij X kijken en kom ik zo weer terug om nog meer te proeven". De kinderen spelen verder. De beroepskrachten geven de kinderen passende uitleg, aanwijzingen en correcties. Zij geven het kind daarbij autonomie om zelf te kiezen of mee te denken. De beroepskrachten herkennen de signalen van individuele kinderen, kunnen deze correct interpreteren en sluiten hier tijdig en op een gepaste manier op aan. Het kind voelt zich gezien en begrepen. In het dagprogramma zijn altijd activiteiten opgenomen die gericht zijn op en/of aanzetten tot taalverrijking. (voorlezen, taalspelletjes,liedjes,rijm,verwoorden van ervaringen) Conclusie Op peuterspeelzaal Peuterpan wordt de persoonlijke competentie voldoende gewaarborgd. Sociale competentie De beroepskrachten moedigen interacties tussen groepsgenootjes aan. Zij helpen kinderen om contact met elkaar te maken. Zij bieden spel aan dat aanzet tot overleg, afstemmen, elkaar helpen, emoties delen. De beroepskrachten laten veel initiatief voor samenspel over aan de kinderen, maar grijpen in als kinderen niet mee mogen of kunnen doen. Zij helpen kinderen om er weer samen uit te komen. De beroepskrachten betrekken de kinderen actief bij verzorgende en uitvoerende taken zoals opruimen en dingen klaarzetten. De beroepskrachten geven de kinderen positieve feedback en waardering als zij zich actief betrokken en verantwoordelijk tonen. Voorbeeld Als het tijd is om op te ruimen wordt er een liedje gezongen, vervolgens helpen alle kinderen elkaar mee op te ruimen. De jongste kinderen krijgen kleine taakjes: "deze auto mag in de bak met auto's, weet jij waar de bak staat, kijk daar, stop de auto maar in de bak". "Dat heb jij goed gedaan". Even later mogen 2 kinderen samen met de beroepskracht een kleed gaan zoeken in de bergruimte. Een kind wijst in de bergruimte een kleed aan, de beroepskracht zegt:"dat is inderdaad een kleed, dit kleed is groen, ik zoek eigenlijk het oranje kleed, zien jullie het oranje kleed?" Als het kleed gevonden is krijgen de kinderen een compliment van de beroepskracht, ze hebben goed meegeholpen. De beroepskrachten moedigen gesprekjes tussen henzelf en de kinderen, en tussen kinderen onderling aan, door zowel luisteren al praten. Beroepskracht en kind dragen beiden bij aan de inhoud en voortgang van het gesprek. Als er iets gebeurt, is dit aanleiding voor een gesprek met individuele kinderen, in een klein groepje of met de hele groep Voorbeeld De ouders komen de kinderen in de groep brengen. Een moeder draagt een baby in de maxi-cosi, de maxi-cosi wordt op de grond gezet. Een aantal kinderen gaan bij de baby zitten en praten met elkaar over de baby, een beroepskracht komt erbij zitten. De beroepskracht stelt vragen aan de kinderen:"is de baby lief, wat doet de baby, wie heeft er ook een baby thuis, bij wie hoort de baby. Alle kinderen worden betrokken bij het gesprek. Conclusie Op peuterspeelzaal Peuterpan wordt de sociale competentie voldoende gewaarborgd.
6 van 12 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 18-05-2015
Peuterpan te VLIJMEN
Overdracht van waarden en normen De beroepskrachten bouwen het dagprogramma op met vaste rituelen en bekende afspraken. Kinderen weten wat er gaat gebeuren en wat van hen wordt verwacht. De beroepskrachten gaan op eenzelfde respectvolle manier om met alle kinderen,ouders en collega's. Persoonlijke voorkeuren zijn niet merkbaar op de werkvloer. Acceptatie en respect worden actief uitgedragen. De beroepskrachten geven kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen. Ze zijn vriendelijk, luisteren, leven mee, troosten en helpen, werken samen. Ze zijn consequent in wat ze uitdragen en hoe ze zelf handelen. Voorbeeld Een beroepskracht zit met een aantal kinderen aan tafel, de kinderen hebben allemaal een schaar in de hand. De andere beroepskracht staat bij de poppenhoek bij een aantal kinderen. Er wordt op het raam geklopt, de beroepskracht die aan tafel zit wil de deur open maken. De kinderen krijgen de opdracht om de schaar op tafel te leggen en even te wachten tot zij weer terug is. De beroepskracht vraagt aan de andere beroepskracht om even op te letten. De andere beroepskracht gaat bij de tafel staan en voert een gesprekje met de kinderen tot de andere beroepskracht terug is. Conclusie Op peuterspeelzaal Peuterpan wordt de overdracht van waarden en normen voldoende gewaarborgd. Voorschoolse educatie De houder kan aantonen dat er per week tenminste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling wordt besteed. Uit het opleidingsplan blijkt dat alle beroepskrachten extra worden geschoold. Alle beroepskrachten die worden ingezet beschikken over een VVE certificaat. Het programma Piramide wordt gebruikt voor de VVE. Dit is een erkende VVE methode. Conclusie Alle getoetste voorwaarden met betrekking tot het domein VVE voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) Observaties VVE-certificaten Opleidingsplan voorschoolse educatie (2014-2015)
7 van 12 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 18-05-2015
Peuterpan te VLIJMEN
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag Alle beroepskrachten die worden ingezet beschikken over een verklaring omtrent het gedrag die valt binnen de continue screening. Alle vrijwilligsters die boventallig worden ingezet zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan 2 jaar. Conclusie De getoetste voorwaarden met betrekking tot de verklaringen omtrent het gedrag voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten die worden ingezet zijn in het bezit van een passend diploma. Opvang in groepen Er is sprake van 2 peutergroepen. Beide peutergroepen zijn 6 dagdelen per week geopend, er worden per dagdeel per groep maximaal 16 kinderen opgevangen. Conclusie De getoetste voorwaarden met betrekking tot opvang in groepen voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Op het moment van inspectie en uit de presentielijsten en roosters blijkt dat: er voldoende beroepskrachten worden ingezet ten opzichte van het aantal aanwezige kinderen de vrijwilligsters boventallig worden ingezet. Conclusie De getoetste voorwaarde met betrekking tot de beroepskracht/vrijwilliger-kindratio voldoet aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Plaatsingslijsten Presentielijsten (dag van inspectie en de maand mei 2015) Personeelsrooster (dag van de inspectie en de maand mei 2015)
8 van 12 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 18-05-2015
Peuterpan te VLIJMEN
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
9 van 12 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 18-05-2015
Peuterpan te VLIJMEN
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013, dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 12 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 18-05-2015
Peuterpan te VLIJMEN
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Peuterpan http://www.peuterspeelzalenheusden.nl 16 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Stichting Peuterspeelzalen Heusden Sint Catharinastraat 30 5251AR VLIJMEN 41099465
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA TILBURG 073-6404515 L. van Ingen A van Lokven
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Heusden : Postbus 41 : 5250AA VLIJMEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
18-05-2015 20-05-2015 Niet van toepassing 29-05-2015 03-06-2015
: 03-06-2015 : 24-06-2015
11 van 12 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 18-05-2015
Peuterpan te VLIJMEN
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
12 van 12 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 18-05-2015
Peuterpan te VLIJMEN