Inspectierapport Klein & Co (KDV) Amstelveenseweg 73 H 1075 VV Amsterdam Registratienummer: 346557434
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 29-06-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 06-08-2015
Klein & Co - Jaarlijks onderzoek 29-06-2015
1/10
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Klein & Co - Jaarlijks onderzoek 29-06-2015
2/10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 29 juni 2015 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek is naar aanleiding van het risicoprofiel slechts een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, namelijk de kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel, de beroepskracht-kind-ratio en aan enkele aspecten van de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld.
Beschouwing Organisatie Klein & Co locatie Amstelveenseweg 73 behoort tot een kinderopvangorganisatie met vijf vestigingen in stadsdeel Zuid en één in stadsdeel Centrum. Twee naast elkaar gelegen vestigingen op de Ceintuurbaan vallen onder één leidinggevende. Drie van de vestigingen op de Amstelveenseweg en de vestiging in het centrum worden door een leidinggevende aangestuurd. De directeur van het kindercentrum is nauw betrokken bij de vestigingen. Locatie Dit kindercentrum bestaat uit één groep; de Lelie, waarin maximaal veertien kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar oud door drie beroepskrachten worden opgevangen. Het betreft een aan de straat grenzende groepsruimte met een slaapkamer en een aangrenzende buitenruimte in de tuin. Er wordt onder meer ten behoeve van activiteiten en van buiten spelen in het Vondelpark nauw samengewerkt met de andere vestiging van Klein & Co op de Amstelveenseweg. De leidinggevende is vier dagen per week beschikbaar om indien noodzakelijk aanwezig te zijn op de locatie. Op de dag dat zij niet werkt, is de directeur beschikbaar. Er zijn op de vestiging drie HBO-geschoolde beroepskrachten werkzaam. Zij zijn dagelijks alle drie werkzaam, tenzij er weinig kinderen aanwezig zijn zoals tijdens vakanties dan kan worden volstaan met twee beroepskrachten.Tijdens het schooljaar is er twee a drie dagen een stagiaire aanwezig. De leidinggevende van de vestiging is aangesteld als aandachtsfunctionaris met betrekking tot kindermishandeling en heeft hiervoor een passende training gevolgd Klachtencoördinator en vertrouwenspersoon De houder heeft geen klachtencoördinator en vertrouwenspersoon aangesteld. De directeur geeft aan dat dit gezien de kleinschaligheid van de organisatie lastig te realiseren is. Daarnaast meldt ze dat het contact met de ouders en het personeel tot op heden goed verloopt en dat de directie zeer toegankelijk is voor ouders en personeel. Oudercommissie Op 14 juli 2015 had de toezichthouder een gesprek met de voorzitter van de oudercommissie van kinderdagverblijf Klein & Co aan de Amstelveenseweg 73, groep de Lelie. Er zijn drie ouders die deel uitmaken van de oudercommissie van deze vestiging. De houder heeft, na instemming van de oudercommissie, een nieuw reglement voor de oudercommissie vastgesteld. De voorzitter verklaart dat de houder het adviesrecht van de oudercommissie serieus neemt en in de praktijk voldoende toepast. Over beleidszaken zoals het warme eten, prijswijzigingen en openingstijden wordt tijdig advies gevraagd aan de oudercommissie. De oudercommissie is geïnformeerd over het pedagogisch beleid en over het veiligheids- en gezondheidsbeleid. Hiervan maken de hygiëne rondom verschonen en veiligheid bij uitstapjes deel uit. De oudercommissie is tevreden over de kwaliteit van de beroepskrachten; er zijn goede vaste beroepskrachten die voldoende emotionele veiligheid aan de kinderen bieden en eveneens voldoende activiteiten organiseren voor de kinderen. Zo hebben de beroepskrachten meegedaan met de 'modderdag' en wordt er regelmatig geknutseld. De houder heeft aan het begin van de zomer een borrel georganiseerd voor alle ouders van de vestigingen aan de Amstelveenseweg. Dit was een leuk feest; de sfeer was positief en ontspannen.
Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.
Klein & Co - Jaarlijks onderzoek 29-06-2015
3/10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Tijdens de teamvergadering met alle beroepskrachten die werkzaam zijn op de vestigingen van Klein & Co aan de Amstelveenseweg wordt er een pedagogisch onderwerp besproken. Hiervoor wordt elke keer een andere werkvorm gebruikt. De beroepskrachten worden op deze manier op een actieve en inspirerende manier geïnformeerd over de gewenste pedagogische werkwijze. De beroepskrachten bieden de kinderen voldoende emotionele veiligheid. Bij dit kinderdagverblijf stimuleren de beroepskrachten de persoonlijke en sociale competenties van de kinderen middels het aanwezige speelmateriaal, de groepsindeling en het activiteitenaanbod en doen dit in voldoende mate. Er vindt tevens overdracht van waarden en normen plaats. Dit blijkt uit de onderstaande observaties. De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen. De kinderen laten zich enthousiast maken en motiveren door de beroepskrachten. De kinderen reageren op de initiatieven van de beroepskrachten. De meeste kinderen zijn rustig en ontspannen in het contact met de beroepskrachten en de kinderen schakelen de beroepskrachten in als ze hulp of steun nodig hebben. De beroepskrachten zingen samen met de kinderen het 'we gaan opruimen'-liedje en de kinderen gaan enthousiast aan de slag met opruimen. Als het een kind niet lukt om de klep van een krat met speelgoed open te krijgen helpt de beroepskracht hierbij maar laat de daadwerkelijke handeling van het opruimen aan het kind over. Aan tafel wordt het dagprogramma besproken. De beroepskracht zegt: 'En als we klaar zijn met fruit eten dan gaan we met de.......?' 'Modder!' roepen enkele kinderen. De kinderen weten goed dat het vandaag een speciale dag met een speciale activiteit is. Iedereen die kan lopen gaat mee naar de naastgelegen vestiging om daar in de tuin met modder te spelen. Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, het spelmateriaal, het activiteitenaanbod en de inrichting. Wanneer de toezichthouder om 8.50 uur de groepsruimte binnenkomt zitten de twee beroepskrachten met de vijf aanwezige kinderen op de grond te spelen. Er is allerlei speelmateriaal waarmee de kinderen meer en minder geconcentreerd in de weer zijn. Voor het eten spelen enkele kinderen in de speelgoedkeuken. In de groepsruimte zijn knutsels van klompen en molens opgehangen die door de kinderen beplakt en beschilderd zijn. Wanneer de beroepskracht begint met fruit klaarmaken vraagt ze een kind of het de banaan voor haar open kan maken. De beroepskracht bespreekt met het kind dat je een appel niet kunt openmaken en dat ze die zal schillen. Dit beaamt het kind en het kijkt toe hoe de beroepskracht de appel schilt. Het programma bestaat uit vrij spel en gestructureerde activiteiten. De activiteiten zijn gevarieerd en stimuleren diverse ontwikkelingsgebieden. De kinderen hebben er zichtbaar plezier in. De beroepskrachten dragen er zorg voor dat ieder kind aan de beurt komt bij de gestructureerde activiteiten en ook bij bijvoorbeeld opruimen zien de beroepskrachten erop toe dat ieder kind kan helpen. De beroepskrachten gaan op een gepaste manier om met de afhankelijkheid van de baby's. Zij benoemen wat er gaat gebeuren ('nu ga je lekker slapen') en stemmen hun omgang af op de reactie van de baby. De kinderen maken deel uit van de groep. Iedereen krijgt de gelegenheid om deel te nemen aan de activiteiten en om aan tafel te zitten bij (het voorbereiden van) het eten. Voor de oudste drie kinderen is er een apart tafeltje ingericht. Het privilege om met elkaar een subgroepje te vormen vinden deze kinderen geweldig. De beroepskrachten moedigen gesprekjes aan tussen henzelf en de kinderen en tussen de kinderen onderling door zowel te luisteren als mee te praten. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met de leidinggevende - Gesprek met de houder - Pedagogisch beleidsplan, versie 24 juni 2015, ontvangen op 10 juli 2015
Klein & Co - Jaarlijks onderzoek 29-06-2015
4/10
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft beoordeeld dat de personen die op de dag van het inspectiebezoek werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft beoordeeld dat de personen die op de dag van het inspectiebezoek werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen De kinderen worden opgevangen in één stamgroep met maximaal veertien kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Er is geen sprake van opvang in een tweede stamgroep. Er zijn drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks ten minste één werkzaam is. Er is vanwege ziekte van een beroepskracht een invalkracht ingezet. Deze invalkracht is momentreel vier dagen per week werkzaam en kinderen en ouders kennen deze beroepskracht inmiddels goed. Op de dag van het inspectiebezoek gaan de kinderen die kunnen lopen naar de naastgelegen vestiging om deel te nemen aan een activiteit. Dit betreft een speciale gelegenheid. Beroepskracht-kind-ratio Op de dag van het inspectiebezoek zijn er elf kinderen aanwezig met twee beroepskrachten. De beroepskrachten worden tijdens het inspectiebezoek ondersteund door de houder. De beroepskrachten worden tijdens de modderactiviteit die op de dag van het inspectiebezoek plaatsvindt ondersteund door de leidinggevende en de stagiaire van de andere vestiging. Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet. Dagelijks worden op de groep maximaal veertien kinderen opgevangen door drie beroepskrachten. Ten tijde van het inspectieonderzoek worden er twee beroepskrachten ingezet omdat er dan elf kinderen worden opgevangen. In de weken 25, 26 en 27 zijn er voldoende vaste beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat maximaal wordt opgevangen. Bij ziekte, vakantie en verlof wordt er gebruikgemaakt van de vaste invalkrachten van Klein & Co. Het kindercentrum is geopend van 7.45 uur tot 18.15 uur. De beroepskracht met een vroege dienst werkt van 7.30 tot 17.00 uur. Indien er aan het einde van de dag meer kinderen zijn dan volgens de beroepskracht-kindratio is toegestaan, kan deze dienst ook tot 17.30 uur duren (indien er slechts twee beroepskrachten werken). Uit de registratie van breng- en haaltijden van week 25, 26 en 27 van 2015 blijkt dat er voor 8.30 uur en na 17.30 uur niet wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Dit is geregistreerd in een digitaal systeem (Flexkids). Omdat er aan het begin en aan het einde van de dag niet wordt afgeweken van de beroepskrachtkind-ratio is het toegestaan dat de beroepskracht tot 8.30 uur en na 17.30 alleen op de vestiging is. De tussendienst is van 8.30 uur tot 18.00 uur en de late dienst is van 8.30 tot 18.30 uur, waarbij het laatste kwartier wordt gebruikt om schoon te maken en af te sluiten. Indien er met drie beroepskrachten op de groep wordt gewerkt, pauzeren de beroepskrachten na elkaar, ieder een half uur, tussen 12.30 en 15.00 uur. Indien er met twee beroepskrachten op de groep wordt gewerkt pauzeren de beroepskrachten ieder een uur tussen 13.00 en 15.00 uur. De beroepskrachten worden geacht om in deze laatstgenoemde situatie in het pand te blijven tijdens de pauze zodat er een tweede volwassene in het pand is bij afwijking van de beroepskracht-kind-ratio. De leidinggevende en/of de directeur fungeren als achterwacht in het geval van een calamiteit. Zij kunnen beiden binnen een kwartier op het kinderdagverblijf zijn. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de achterwachtregeling. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: - Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met de leidinggevende - Gesprek met de houder - Afschriften verklaringen omtrent het gedrag, ontvangen op 10 juli 2015 - Afschriften beroepskwalificaties, ontvangen op 18 juli 2015 - Overzicht inzet beroepskrachten week 25, 26 en 27 van 2015, ontvangen op 20 juli 2015 - Notulen teamvergaderingen, 10 december 2014 en 26 februari en 1 jubi 2015, ontvangenop 10 juli 2015 - Aanwezigheidsregistratie van week 25, 26 en 27, ontvangen op 10 juli 2015 - Pedagogisch beleidsplan, versie 24 juni 2015, ontvangen op 10 juli 2015
Klein & Co - Jaarlijks onderzoek 29-06-2015
5/10
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder maakt voor de inventarisatie van de risico's gebruik van de digitale riscomonitor. De maatregelen die genomen worden om de risico's te reduceren staan beschreven in het document 'Plan van aanpak'. Dit plan vermeldt zowel de maatregelen die voor alle vestigingen van Klein & Co gelden als de maatregelen die voor deze vestiging gelden. In het plan van aanpak staan zowel de maatregelen op het gebied van veiligheid als van gezondheid. Alle documenten liggen in een map op de locatie. Wanneer er nieuwe medewerkers op de locatie komen werken, krijgen deze alle documenten opgestuurd die in de inwerkperiode worden doorgenomen met de vaste beroepskrachten. De werkzame beroepskrachten worden op de hoogte gehouden van de risico's doordat twee keer per jaar een studiedag wordt georganiseerd waarin thema's op het gebied van veiligheid en gezondheid aan de orde komen. Eén keer per maand vindt er daarnaast een vestingingsoverleg plaats waarbij ook veiligheid en gezondheid als vast onderdeel op de agenda staan. Eén keer per drie maanden vindt er een algemene vergadering plaats waarbij ook de vaste invalkrachten aanwezig moeten zijn. Alle beroepskrachten krijgen jaarlijks een EHBOcursus aangeboden. Tijdens het inspectiebezoek heeft de toezichthouder de uitvoering van het plan van aanpak beoordeeld op de thema's veilig slapen, de werkwijze bij het gebruik van een po en de hygiëne tijdens het verschonen. De beroepskrachten voeren het beleid met betrekking tot veilig slapen uit. Zo leggen zij kinderen altijd op de rug te slapen. De slaapkamertemperatuur wordt in de gaten gehouden door middel van een babyfoon en het raam wordt op een kier gezet om de slaapkamer te ventileren. De beroepskracht verklaart dat er geen gebruik wordt gemaakt van losse dekens en andere losse materialen in bed en de kinderen slapen allemaal in een slaapzak. Er wordt een wekker gezet die elke tien minuten een signaal afgeeft voor de beroepskrachten om in de slaapkamer te kijken. De beroepskracht plaats de po naast de commode op de grond op een daarvoor bestemde handdoek. Een kind dat aan het leren is op de po te gaan, gaat erop zitten en de beroepskracht juicht het kind toe over het resultaat. De po wordt direct geleegd in de wc en de beroepskracht maakt de po direct schoon met de allesreiniger uit de sprayfles en wat wc papier. De houder vraagt de beroepskracht waarom de po eigenlijk naast de commode wordt gezet en niet in de sanitaire ruimte. Omdat de beroepskracht hiervoor geen specifieke reden heeft wordt deze bij het volgende kind dat gebruik leert maken van de po in de sanitaire ruimte geplaatst. Het resultaat is dat het kind niet kiest voor de po maar voor de wc. Wederom wordt het resultaat door de beroepskracht toegejuicht. De houder spreekt met de beroepskrachten af dat de po voortaan in de sanitaire ruimte van de kinderen geplaatst zal worden. Tijdens het verschonen van de kinderen wordt de juiste handhygiëne in acht genomen. Tussen plasluiers door maakt de beroepskracht gebruik van desinfecterende handgel. Zij verklaart na het verschonen van een poepluier en aan het einde van de verschoonronde de handen te wassen met water en zeep. Het verschoonkussen wordt met allesreiniger in een sprayfles en wat wc- papier schoongemaakt. De beroepskracht die hiervoor billendoekjes gebruikt wordt gecorrigeerd door de houder. De luier wordt direct weggegooid in een daarvoor bestemde afvalemmer. Vierogenprincipe Aan het begin en einde van de dag is een beroepskracht alleen in het kinderdagverblijf werkzaam. Om aan het vierogenprincipe te voldoen wordt er gebruikgemaakt van camera's in de groepsruimte; uitsluitend het management heeft toegang tot de beelden. Tijdens de pauzes wordt er, indien er met twee beroepskrachten wordt gewerkt, aan het vierogenprincipe voldaan doordat de beroepskracht in de groepsruimte pauzeert en dus in het pand blijft. De groepsruimte is voorzien van ramen aan de straatzijde waardoor voorbijgangers de groepsruimte in kunnen kijken. In de slaapkamer wordt gebruikgemaakt van een babyfoon. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Gesprekken met de beroepskrachten - Geprek met de leidinggevende - Gesprek met de houder - Plan van aanpak Klein & Co Amstelveenseweg, versie 24 juni 2015, ontvangen op 10 juli 2015 - Pedagogisch beleidsplan Klein & Co versie 21 mei 2015, ontvangen op 10 juli 2015 - Protocol wiegendood, geen versienummer of datum, ontvangen op 10 juli 2015
Klein & Co - Jaarlijks onderzoek 29-06-2015
6/10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Klein & Co - Jaarlijks onderzoek 29-06-2015
7/10
A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Klein & Co - Jaarlijks onderzoek 29-06-2015
8/10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Klein & Co 000013921584
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Klein & Co B.V. Prins Hendriklaan 49 1075 BA AMSTERDAM 34324166 www.kleinenco.nl
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. A. Bouman
14 Nee
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
Klein & Co - Jaarlijks onderzoek 29-06-2015
: : : : :
29-06-2015 24-07-2015 06-08-2015 06-08-2015 07-08-2015
: 07-08-2015 :
9/10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De directeur heeft verklaard geen gebruik te maken van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen.
Klein & Co - Jaarlijks onderzoek 29-06-2015
10/10