Inspectierapport Kinderopvang ZoWieZo Berkhouterweg 23 1624 NS HOORN NH Registratienummer 692599010
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hollands Noorden Hoorn 14 juli 2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 19 augustus 2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Veiligheid en gezondheid ................................................................................................. 10 Accommodatie en inrichting ............................................................................................. 12 Inspectie-items .................................................................................................................. 13 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 17 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 17 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 18
2 van 18 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Kinderopvang ZoWieZo te HOORN NH
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Algemeen: Kinderdagverblijf (KDV) ZoWieZo Hoorn is een onderdeel van ZoWieZo Kinderopvang. ZoWieZo vangt kinderen op van maandag tot en met vrijdag van 7.00-18.00 uur. Het KDV is gevestigd in een ruimte van voetbalvereniging Zwaluwen. De ruimte is continu beschikbaar voor de dagopvang. De groepsruimte heeft veel natuurlijk daglichtinval en in de ruimte hangen diverse foto's van de kinderen. Het KDV bestaat uit één groep met maximaal 14 kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Inspectiegeschiedenis: Op 23 mei 2013 heeft een inspectiebezoek plaatsgevonden. Er was een tekortkoming op een voorwaarde uit het item Verklaring omtrent het gedrag. Deze overtreding is in een later stadium opgeheven. Op 1 juli 2014 heeft een inspectiebezoek plaatsgevonden. Er werden overtredingen geconstateerd op het gebied van Veiligheid en gezondheid en de Meldcode kindermishandeling. Op 2 december 2014 heeft een nader onderzoek plaatsgevonden op deze overtredingen. Er werd aan de getoetste voorwaarden voldaan. Inspectie: Tijdens het inspectiebezoek op 14 juli 2015 heeft de toezichthouder gesprekken gevoerd met de beroepskrachten. Verder heeft de toezichthouder alle benodigde documenten in kunnen zien, een (pedagogische) observatie uitgevoerd en emailcontact met de locatiemanager gehad. Conclusie: Er zijn overtredingen geconstateerd op voorwaarden binnen de items: pedagogisch beleid en praktijk, passende beroepskwalificatie opvang in groepen Zie de toelichting in het rapport.
Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
3 van 18 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Kinderopvang ZoWieZo te HOORN NH
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen de Wet kinderopvang gelden normen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de relatie van het beleidsplan met de praktijk. Tijdens dit onderzoek is het pedagogisch beleidsplan beoordeeld op inhoud en volledigheid. Onderzocht is of de nieuwe Wet- en regelgeving die geldt per 1 juli 2015 is uitgewerkt. Daarnaast is geobserveerd of de beroepskrachten in de praktijk van de opvang handelen naar de pedagogische basisdoelen in het algemeen en het pedagogisch beleidsplan specifiek. Pedagogisch beleid De houder beschikt over een beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende pedagogische visie staat beschreven. In het beleid staat beschreven hoe de vier competenties worden gewaarborgd. Citaat pedagogisch beleid KDV Zowiezo: Kinderopvang; 1 verticale groep voor maximaal 14 kinderen Er wordt gewerkt met een verticale groep met een maximale opvang van 14 kinderen per groep, waarbij er 2 plekken gereserveerd zijn voor de zogenaamde flexibele opvang. De verticale groep bestaat uit kinderen in de leeftijd van 10 weken tot 4 jaar, waarbij zij afhankelijk van de groepsgrootte door twee of drie gediplomeerde pedagogisch medewerkers opgevangen worden. Onder gediplomeerde pedagogisch medewerkers wordt in dit beleidsplan altijd bedoeld een medewerker met minimaal een afgeronde opleiding SPW3. In het beleid staat niet beschreven dat kinderen van 3 jaar bij de BSO opgevangen kunnen worden, terwijl tijdens de inspectie is geconcludeerd dit in de praktijk wel gebeurd. In de praktijk gebeurt dit zowel voor peuterplus activiteiten als voor overplaatsing van kinderen van het kdv naar de basisgroep van de BSO. De maximale omvang van de groep, de leeftijden van de kinderen in de groep en de inzet van de beroepskracht-kind-ratio wordt in de praktijk niet conform het pedagogisch beleid van ZoWieZo ingezet, zie de toelichtingen verder in het rapport bij het domein Personeel en Groepen. In het pedagogisch beleid is geen naar leeftijd gedifferentieerde beschrijving van activiteiten beschreven indien kinderen van het kinderdagverblijf op de BSO worden opgevangen. De beschrijving van de werkwijze ontbreekt. Sinds 1 juli 2015 zijn binnen de Wet kinderopvang twee voorwaarden toegevoegd aan het item Pedagogisch beleid. De voorwaarden stellen dat het pedagogisch beleid de wijze beschrijft waarop: - beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. - beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. Deze twee voorwaarden komen niet terug in het pedagogisch beleid van deze locatie.
4 van 18 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Kinderopvang ZoWieZo te HOORN NH
Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub j Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk Voor de beoordeling van de pedagogische praktijk is het openbare ‘veldinstrument observatie pedagogische praktijk kindercentra en peuterspeelzalen’ (december 2014) gebruikt. Daarin staan de specifieke indicatoren beschreven waarop wordt geobserveerd. Citaten uit dit veldinstrument zijn cursief weergegeven. Emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met kinderen. Tijdens contactmomenten zijn de beroepskrachten meer dan de helft van de tijd gericht op de baby. Handelingen sluiten aan op de interactie met de baby. Praktijkvoorbeeld: Tijdens de observatie was te zien dat beroepskrachten tijdens het verschonen en de fles geven van de jongste kinderen, hun aandacht volledig op deze kinderen richten. Zij praten met de kinderen tijdens het verschonen en tijdens het geven van de fles ging een beroepskracht even apart zitten met het kind. Ook tijdens het geven van het fruithapje, is de aandacht volledig gericht op het kind. Overdracht van normen en waarden Oefenen van gedeelde verantwoordelijkheid en respectvol samenzijn. De beroepskrachten geven steun bij het leren omgaan met elkaar (verschillen in leeftijd, karakter, cultuur, talent) en met elkaars emoties (empathie). Praktijkvoorbeeld: Op de groep waren kinderen van verschillende leeftijden en culturen aanwezig. De beroepskrachten kenden de verschillen van de kinderen en hielden hier rekening mee door bijvoorbeeld extra aandacht te besteden aan taal. De kinderen mochten om de beurt een liedje uitkiezen voor het eet- en drinkmoment. De kinderen werd geleerd op elkaar te wachten en respect te hebben voor de keuze van elkaar.
5 van 18 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Kinderopvang ZoWieZo te HOORN NH
Persoonlijke competentie Er is wederzijdse interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen De beroepskrachten geven de kinderen passende uitleg, aanwijzingen en correcties. Zij geven het kind daarbij autonomie om zelf te kiezen of mee te denken. Praktijkvoorbeeld: Tijdens de inspectie was te zien dat er diverse keuzemomenten voor kinderen waren. Zo mochten zij zelf kiezen welke stukken fruit zij in hun bakje wilden, mocht een kind dat tijdens het eten al erg moe was, alvast gaan slapen en mocht een ouder kind een jonger kind helpen met eten geven. Dit allemaal op aangeven van de kinderen zelf. Sociale competentie De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie. De beroepskrachten grijpen adequaat in bij negatieve interacties tussen kinderen. Zij helpen om de betreffende situatie stop te zetten of op te lossen. Kinderen krijgen de kans voor ‘hoor en wederhoor’. De beroepskrachten leggen doorgaans uit waarom er wordt ingegrepen en geven aan wat wel de bedoeling is. Praktijkvoorbeeld: Tijdens het tafelmoment mochten de kinderen om de beurt aangeven welk liedje zij wilden zingen. Twee kinderen zaten naast elkaar druk te praten en hadden geen aandacht voor de andere kinderen. Zij waren zelf al aan de beurt geweest om een liedje te kiezen. De beroepskracht had de kinderen tweemaal gevraagd om te luisteren en mee te doen, waarna de kinderen toch bleven praten. Zij kregen in overleg met de beroepskracht een nieuwe plek aan tafel, waarbij er duidelijk uitgelegd was waarom dat gebeurde. De vier competenties worden voldoende gewaarborgd in de pedagogische praktijk. Het pedagogisch beleid is door alle beroepskrachten gelezen en het is besproken in het teamoverleg. De praktijk kwam niet geheel overeen met hetgeen beschreven staat in het beleid. Zie ook item pedagogisch beleid. De groep bestond aan het begin van de dag uit 13 kinderen van0-4 jaar, maar vanaf 10.00 uur werden 3 kinderen van 3 jaar door een beroepskracht naar de BSO meegenomen. Twee andere kinderen van 3 jaar bleven wel op de dagopvang achter. Het ging hier niet om eenopendeuren beleid waarbij alleen een activiteit buiten de eigen stamgroep plaatsvond en ook niet om een3+ groep, omdat er2 kinderen van3 jaar op de eigen stamgroep achter bleven. In de praktijk werd er niet themagericht gewerkt. Op het moment van inspectie was er geen thema. Navraag bij de beroepskrachten leerde dat er al langere tijd niet met thema's gewerkt werd. Citaat pedagogisch beleid: op de groepen wordt themagericht gewerkt: de thema’s worden in onderling overleg gekozen en regelmatig afgewisseld. Thema’s sluiten aan bij de seizoenen, maar ook bij de diverse feesten en onderwerpen als circus, dieren, etc. door het jaar heen. De spelmaterialen en het speelgoed passen we aan bij het gekozen thema. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mevrouw M. Schouten, locatiemanager) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties ((pedagogische) observatie 14 juli 2015) Pedagogisch beleidsplan (versie april 2013) Pedagogisch werkplan (Hoorn versie juli 2015)
6 van 18 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Kinderopvang ZoWieZo te HOORN NH
Personeel en groepen Binnen de Wet kinderopvang gelden normen voor de kwalificatie en inzet van beroepskrachten, stagiaires en beroepskrachten in opleiding. Tijdens de inspectie is onder andere gekeken naar verklaringen omtrent het gedrag, passende beroepskwalificaties, de opvang in groepen en de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en aantal kinderen (de beroepskracht-kindratio). Verklaring omtrent het gedrag Personen, werkzaam in de kinderopvang of in het peuterspeelzaalwerk, worden door de overheid continu gescreend op functieaspecten passende bij hun functie, de zogenaamde continue screening. De toezichthouder heeft op basis van een steekproef de verklaringen omtrent het gedrag (VOG) van personen werkzaam bij het kindercentrum beoordeeld. Iedereen is in bezit van een geldige VOG. Aan de getoetste voorwaarden is voldaan. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft de diploma’s van de beroepskrachten beoordeeld. Niet iedereen beschikt over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO kinderopvang is opgenomen. Op het moment van inspectie werden ook kinderen van 3 jaar op de BSO opgevangen. De groep bestond uit meer dan 10 kinderen, waardoor er 2 beroepskrachten nodig waren; een beroepskracht ging met de kinderen mee van de dagopvang naar de BSO, de andere beroepskracht kwam van de BSO. De beroepskracht die op de BSO wordt ingezet heeft een passende beroepskwalificatie voor de BSO, maar deze beroepskwalificatie is niet passend bij de opvang van kinderen van 0-4 jaar. Na de inspectie heeft de houder aangegeven dat er direct actie is ondernomen op de overtreding. De BSO-groep zal in twee basisgroepen worden verdeeld indien er meer dan 10 kinderen op de BSO komen; een groep voor kinderen van 3-12 jaar die worden opgevangen door een beroepskracht met passende beroepskwalificatie voor dagopvang en BSO een basisgroep voor kinderen van 4-12 jaar die worden opgevangen door de beroepskracht met een passende beroepskwalificatie alleen voor de BSO. De houder geeft aan deze wijziging in indeling in groepen ook in het pedagogisch beleid te zullen aanpassen. Omdat deze actie na het inspectiebezoek is ingezet, blijft de geconstateerde overtreding van kracht. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
7 van 18 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Kinderopvang ZoWieZo te HOORN NH
Opvang in groepen Het kindercentrum bestaat uit één stamgroep voor kinderen van 0-4 jaar. In deze groep worden maximaal 14 kinderen opvangen. In het pand wordt tevens één basisgroep voor maximaal 20 kinderen van 4-12 jaar opgevangen. De kinderen van het kinderdagverblijf die 3 jaar zijn, kunnen ook als 3+ groep in de groepsruimte van de BSO worden opgevangen, hierdoor maken zij van een tweede stamgroepruimte gebruik. Indien de kinderen van de BSO aanwezig zijn, zoals tijdens vakanties, kunnen de kinderen van 3 jaar ook met de kinderen van de BSO worden opgevangen. Op dat moment ontstaat er een groep voor kinderen van 3-12 jaar. Tijdens de inspectie bleek er geen schriftelijke toestemming van ouders aanwezig te zijn om kinderen van 3 jaar op de groep van de BSO op te vangen. Op het kdv werden de 14 kinderen op 14 juli 2015 een het begin van de dag op hun eigen stamgroepn opgevangen. Op BSO locatie Hoorn werden op 14 juli 2015 aan het begin van de ochtend 9 kinderen van 4-12 jaar opgevangen door 1 beroepskracht en 1 stagiaire. Om 10.00 uur kwamen nog 2 kinderen, waarbij het kindaantal op de BSO op 11 kwam en een extra beroepskracht ingezet moest worden om te voldoen aan de beroepskracht-kindratio. Op dat moment kwam de invalkracht die op het KDV was ingezet met 3 kinderen van 3 jaar op de BSO waardoor op de BSO 14 kinderen van 3-12 jaar werden opgevangen door 2 beroepskrachten. Door het schuiven van kinderen en beroepskrachten werd de indeling in groepen gedurende de dag gewijzigd ten opzichte van de indeling in stamgroepen op papier om hiermee de beroepskracht-kindratio passend te maken. De kinderen en ouders wisten bij aanvang van de opvangdag niet in welke groep zij zouden verblijven en met welke beroepskracht. De locatiemanager gaf na de inspectie per email aan: Tijdens de oudergesprekken in maart hebben we met de ouders van de 3- jarigen afspraken gemaakt over het wennen en spelen op de BSO. Alle ouders zijn hiermee mondeling akkoord gegaan. Er staan bij sommige kinderen hierover aantekening op het observatieformulier. We hebben de afgelopen week gelijk de ouders de formulieren laten ondertekenen waardoor zij toestemming geven om hun 3- jarigen op de BSO te laten spelen. Deze formulieren zijn nog niet ingezien door de toezichthouder. Indien deze tijdens de conceptfase alsnog worden toegestuurd, zal aangegeven worden aan de gemeente dat na de inspectie aan deze voorwaarde is voldaan. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Kinderen worden alleen met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders in een overeengekomen periode in één andere stamgroep opgevangen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 13 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 18 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Kinderopvang ZoWieZo te HOORN NH
Beroepskracht-kindratio Tijdens de inspectie is de beroepskracht-kindratio beoordeeld. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl (www.1ratio.nl). Op 14 juli 2015 werden op Kinderopvang Zowiezo locatie Hoorn 13 kinderen van 0-4 jaar opgevangen. Aan het begin van de dag waren 2 beroepskrachten ingezet, terwijl 3 beroepskrachten ingezet moesten worden. Dit hadden de beroepskrachten zelf geconstateerd en zij hadden een invalkracht was gebeld. De invalkracht was om 9.20 uur aanwezig. Op BSO locatie Hoorn werden op 14 juli 2015 aan het begin van de ochtend 9 kinderen van 4-12 jaar opgevangen door 1 beroepskracht en 1 stagiaire. Om 10.00 uur kwamen nog 2 kinderen, waarbij het kindaantal op de BSO op 11 kwam en een extra beroepskracht ingezet moest worden om te voldoen aan de beroepskracht-kind-ratio. Op dat moment kwam de invalkracht die op het KDV was ingezet met 3 kinderen van 3 jaar op de BSO waardoor op de BSO 14 kinderen van 3-12 jaar werden opgevangen door 2 beroepskrachten. Door het schuiven van kinderen en beroepskrachten werd de beroepskracht-kind-ratio passend gemaakt, maar was de indeling in stamgroepen niet conform de indeling op papier. Zie item opvang in groepen.
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voertaal is Nederlands. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mevrouw M. Schouten, locatiemanager) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties ((pedagogische) observatie 14 juli 2015) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Presentielijsten Personeelsrooster
9 van 18 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Kinderopvang ZoWieZo te HOORN NH
Veiligheid en gezondheid Binnen de Wet kinderopvang gelden normen die betrekking hebben op de veiligheid en gezondheid in een kindercentrum. De houder van een kindercentrum dient beleid te voeren dat ertoe leidt dat de veiligheid en de gezondheid van de op te vangen kinderen in en rond het kindercentrum zoveel mogelijk is gewaarborgd. Tijdens de inspectie is beoordeeld of in een risico-inventarisatie schriftelijk staat vastgelegd welke risico's de opvang van kinderen met zich meebrengt. In de praktijk is beoordeeld of de uitvoering van bijbehorend beleid de risico’s ook daadwerkelijk ondervangt. Tevens is beoordeeld of de houder overeenkomstig de wettelijke meldplicht met betrekking tot kindermishandeling handelt, de kennis hiervan bevordert en hoe de uitvoering van het vierogenprincipe zich uit in de praktijk. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Er wordt voor de uitvoering van de risico-inventarisatie gebruik gemaakt van het voormalig sjabloon van Consument en Veiligheid en het Landelijk Centrum voor Hygiëne en Veiligheid (LCHV) , dat is aangepast naar de wensen van de organisatie. De risico-inventarisatie voor de groepsruimtes van de dagopvang in juli 2014 voor het laatst uitgevoerd en zal volgens de beroepskrachten in de komende maanden voor het jaar 2015 opnieuw uitgevoerd worden. De beroepskrachten geven aan betrokken te worden bij het uitvoeren van de risico-inventarisatie. Schoonmaakwerkzaamheden moeten door de beroepskrachten worden uitgevoerd. Zij doen dit tijdens de opvang. Tussentijdse klussen worden door een klusjesman uitgevoerd. Ongevallen worden geregistreerd op ongevallenregistratieformulieren. Er zijn diverse huisregels en werkafspraken opgesteld. Beroepskrachten zijn in het bezit van een geldig certificaat BedrijfsHulpVerlening (BHV). De beroepskrachten geven aan regelmatig te oefenen met ontruimen. Aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan. Meldcode kindermishandeling De bij Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is op 1 juli 2013 in werking getreden. In de Wet Kinderopvang is de vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs aangeduid als deskundige. Ouders, kinderen, medewerkers en houders in de kinderopvang kunnen allemaal advies vragen bij de vertrouwensinspecteurs om te bepalen of aangifte aan de orde is. Medewerkers hebben bij een redelijk vermoeden van geweld of seksueel misbruik jegens een kind door een collega een meldplicht aan de houder. Bij een redelijk vermoeden van een strafbaar feit is een houder verplicht om in overleg te treden met de vertrouwensinspecteur. Tijdens de inspectie is beoordeeld of de meldcode kindermishandeling aanwezig is en of deze inhoudelijk aan de gestelde eisen voldoet. In een gesprek met de beroepskrachten is geïnformeerd naar de kennis inzake de meldcode en het te bewandelen traject in het geval van een vermoeden van kindermishandeling. De beroepskrachten geven aan dat zij de sociale kaart weten te vinden, ze weten wie de vertrouwensinspecteur is en zij hebben recent nog een cursus over de meldcode gehad. Aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan.
10 van 18 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Kinderopvang ZoWieZo te HOORN NH
Vierogenprincipe De houder dient een beleid te hebben opgesteld zodat alle beroepskrachten en beroepskrachten in opleiding bij hun werkzaamheden gezien of gehoord kunnen worden door een andere volwassene. In de praktijk zijn o.a. de volgende voorzieningen getroffen en/of afspraken gemaakt: gebruik van een babyfoon in de slaapkamers de verschoonruimte bevindt zich in de groepsruimte op de groep zijn altijd twee beroepskrachten aanwezig. Mocht dat toch niet het geval zijn, is dan is de afspraak dat beroepskrachten van de andere groep onregelmatig op de groep komen. Op basis van bovengenoemde heeft de houder bij de implementatie van het vierogenprincipe de ruimten en momenten die een hoog risico vormen, voldoende in beeld gebracht en wordt voldaan aan de voorwaarden van het vierogenprincipe. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mevrouw M. Schouten, locatiemanager) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties ((pedagogische) observatie 14 juli 2015) Risico-inventarisatie veiligheid (versie juli 2014) Risico-inventarisatie gezondheid (versie juli 2014) Ongevallenregistratie (2014 en 2015) Huisregels/groepsregels Meldcode kindermishandeling Pedagogisch beleidsplan (versie april 2013) Pedagogisch werkplan (Hoorn versie juli 2015)
11 van 18 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Kinderopvang ZoWieZo te HOORN NH
Accommodatie en inrichting Binnen de Wet kinderopvang gelden normen die betrekking hebben op de hoeveelheid vierkante meter per kind voor de binnen- en de buitenruimte. Ook de inrichting van de ruimten is van belang om minimaal te kunnen voorzien in (het stimuleren van) de basisbehoeften van kinderen zodat in de diverse ontwikkelingsbehoeften kan worden voorzien. Tijdens de inspectie is beoordeeld of de houder heeft gezorgd voor voldoende speeloppervlak en voor een passend ingerichte ruimte voor kinderen om te kunnen spelen en rusten, in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Binnenruimte Kinderopvang ZoWieZo locatie Hoorn maakt gebruik van een groepsruimte die vast beschikbaar is voor de dagopvang. De groepsruimte is ruim en licht en is ingericht met een speelhoek, een babyhoek, een zithoek en een grote eet-/ knutseltafel. Er zijn diverse kasten met spel- en speelmateriaal, deze bevinden zich op kindhoogte. Vanuit de groepsruimte zijn het toilet en de slaapkamer bereikbaar. Aan de getoetste voorwaarde wordt voldaan. Buitenspeelruimte De dagopvang maakt gebruik van een deel van het terrein van voetbalclub de Zwaluwen. Door middel van mobiele hekken wordt de buitenspeelruimte van de dagopvang gescheiden van de rest van het terrein. De buitenspeelruimte is betegeld en er wordt gebruik gemaakt van los spel- en speelmateriaal als fietsjes, stepjes en een verplaatsbare zandtafel. Aan de getoetste voorwaarde wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Observaties ((pedagogische) observatie 14 juli 2015)
12 van 18 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Kinderopvang ZoWieZo te HOORN NH
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub j Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het uitvoeren van het vierogenprincipe overeenkomstig het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
13 van 18 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Kinderopvang ZoWieZo te HOORN NH
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Bij de inzet van beroepskrachten in opleiding wordt rekening gehouden met de opleidingsfase waarin zij zich op dat moment bevinden, overeenkomstig de voorwaarden in de cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Kinderen worden alleen met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders in een overeengekomen periode in één andere stamgroep opgevangen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 13 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 4, 5 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
14 van 18 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Kinderopvang ZoWieZo te HOORN NH
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
15 van 18 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Kinderopvang ZoWieZo te HOORN NH
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
16 van 18 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Kinderopvang ZoWieZo te HOORN NH
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Kinderopvang ZoWieZo http://www.zowiezo.nu 14 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
BSO ZoWieZO B.V. Kerkstraat 35 1687 AL WOGNUM www.zowiezo.nu 37152327
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hollands Noorden Postbus 9276 1800 GG Alkmaar 088-0100549 Mevrouw P. Rustenburg
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Hoorn : Postbus 603 : 1620 AR HOORN NH
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
14-07-2015 31-07-2015 14-08-2015 19-08-2015 19-08-2015 19-08-2015
: 20-08-2015
17 van 18 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Kinderopvang ZoWieZo te HOORN NH
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. We zullen de ontbrekende items in ons pedagogisch beleid toevoegen zodat de theorie klopt met de uitvoering in de praktijk. In het plan van de BSO staat wel opgenomen dat we een samenvoegingen doen in combinatie met het kdv. In het beleid is beschreven dat we in de vakantie en soms tijdens reguliere schoolweken op de bso een groep van 3-12 jarigen maken als blijkt dat die uitdaging van het kind van het KDV er moet zijn. We vinden het belangrijk om naar de behoeften van het kind te kijken en hierop te anticiperen door een nieuwe speelomgeving aan te bieden. Mits alle voorwaarden hieraan voldoen. De kinderen mogen eigen speelgoed van het KDV meenemen en de pedagogisch medewerker probeert de kinderen uit te dagen om ook het BSO speelgoed te spelen. We creëren hiermee een nieuwe speelomgeving en andere groepsprocessen die hun sterken bij hun eigen ontwikkeling. Tijdens vakanties of vrije dagen creëren we afhankelijk van het aantal kinderen 2 stamgroepen. 312 jaar en 4-12 jaar. Als blijkt dat we meer dan 10 kinderen hebben dan maken we twee groepen hiermee rekening houdend met de passende beroepskwalificatie van onze medewerkers op de BSO. We werken zeker wel met thema’s. We maken jaarlijks een overzicht en bespreken dit tijdens de vergadering. Misschien wegens de vakantie dat het even anders liep maar in de volgende vergadering gaat dit item zeker weer op de agenda. Ook zullen we het beleid uitvoerig met elkaar bespreken zodat er geen onduidelijkheden ontstaan. De toestemmingsformulieren zijn naar de toezichthouder gestuurd.
18 van 18 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Kinderopvang ZoWieZo te HOORN NH