Inspectierapport BSO Kindividu Regenboog Meidoornlaan EA OUDORP NH Registratienummer

Inspectierapport BSO Kindividu Regenboog Meidoornlaan 13 1829 EA OUDORP NH Registratienummer 230908366

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:

GGD Hollands Noorden Alkmaar 2 februari 2015 Nader onderzoek Definitief 5 februari 2015

Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 5 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10

2 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang nader onderzoek 02-02-2015 Kindividu Regenboog te OUDORP NH

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 5 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd nader onderzoek. Beschouwing Algemeen Buitenschoolse opvang (BSO) Kindividu Regenboog is met ingang van 19 augustus 2013 gevestigd in een ruimte binnen basisschool De Regenboog te Oudorp. Kindividu Regenboog is onderdeel van Kindividu kinderopvang welke ook een kindercentrum heeft op de Hamsterkoog in Alkmaar. Inspectiegeschiedenis Op 22 juli 2013 heeft een onderzoek voor registratie plaatsgevonden bij BSO Kindividu locatie Regenboog. Op 8 oktober 2013 heeft het onderzoek na registratie plaatsgevonden. Hierbij zijn geen tekortkomingen geconstateerd. Tijdens de eerste jaarlijks reguliere inspectie op 18 september 2014, zijn tekortkomingen geconstateerd binnen domein Veiligheid en Gezondheid. De gemeente Alkmaar heeft hier op gereageerd met een aanwijzing (d.d. 6 november 2014), waarbij zij de houder een hersteltermijn van 2 weken geeft om de tekortkomingen te verhelpen. De GGD Hollands Noorden heeft op 20 november 2014 het verzoek tot uitvoeren van een nader onderzoek ontvangen, dat vanaf 27 november mocht worden uitgevoerd. Terwijl de ingezette handhavingsprocedure door de gemeente Alkmaar liep, kwam een melding binnen aangaande de beroepskracht-kindratio op de BSO. Hiervoor is na overleg tussen de toezichthouder en de gemeente Alkmaar besloten een zgn. incidenteel onderzoek uit te voeren. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden op 6 november 2014. De melding bleek gegrond en diverse overtredingen zijn geconstateerd binnen het domein Pedagogisch Klimaat, het domein Personeel en Groepen en het domein Ouderrecht. De gemeente Alkmaar heeft de houder als reactie op deze overtredingen een aanwijzing gestuurd (d.d. 15 januari 2015) met een hersteltermijn van 2 weken voor de overtredingen binnen domein Pedagogisch Klimaat en het domein Personeel en Groepen, en 6 maanden voor het domein Ouderrecht. In overleg met de toezichthouder is besloten hier op te laten controleren middels een nader onderzoek in combinatie met de overtredingen uit de inspectie van 18 september. Dit nader onderzoek mocht plaatsvinden na 29 januari 2015. De overtreding binnen het domein Ouderrecht zal worden beoordeeld tijdens de jaarlijkse inspectie van 2015. De inspectie Op 2 februari 2015 heeft het nader onderzoek onaangekondigd plaatsgevonden. Tijdens het onderzoek is gesproken met de beroepskracht en de houder, heeft een observatie van de praktijk en een documentenonderzoek plaatsgevonden. Conclusie De getroffen maatregelen zijn voldoende om de geconstateerde overtredingen tijdens het jaarlijkse onderzoek op 18 september 2014 en het incidentele onderzoek op 6 november 2014 te verhelpen. Aan de getoetste voorwaarden is voldaan. Advies aan College van B&W Geen handhaving.


Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens een incidenteel onderzoek dat heeft plaatsgevonden op 6 november 2014, is het volgende geconstateerd: De toezichthouder heeft onaangekondigd op een donderdagmiddag bij uitkomst van de school de BSO bezocht. Bij het arriveren trof de toezichthouder de stagiaire aan. Terwijl zij even van de groep was, kwam een leraar van de basisschool waarin de BSO zich bevindt, een jong kind brengen dat niet bij haar klas hoorde. Navraag bij de stagiaire leerde dat zij dit kind onder haar hoede had sinds 13.15 uur die middag. Tijdens de aanwezigheid van de toezichthouder heeft alleen het noodzakelijke contact tussen de stagiaire en het kind plaatsgevonden, in de vorm van een correctie van ongewenst gedrag. Na telefonisch contact met de houder, heeft zij de toezichthouder vertelt dat de personeelsbezetting niet optimaal is. De houder participeert in de opvang maar chauffeurt daarbij ook schoolgaande kinderen van de school naar de BSO Hamsterkoog. Voor de ontvangst van kinderen uit school heeft zij de stagiaire reeds enkele weken ingezet, alsmede het begeleiden van het eet- en drinkmoment, tot zij zelf de nodige ondersteuning kan bieden. De houder stelt in haar pedagogisch beleid dat de praktijk wordt verzorgd door pedagogisch medewerkers en dat zij zorg dragen voor een verantwoorde en veilige omgeving. Ongeacht de mogelijke competenties van deze stagiaire, een stagiaire is geen beroepskracht. Een stagiaire is niet geschikt en nog niet bevoegd zelfstandig de verantwoordelijkheid over (een groep) kind(eren) te dragen en te voorzien in het waarborgen van de emotionele veiligheid. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarden niet is voldaan:  De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.  De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De bevindingen van dit nader onderzoek staan hier onder weergegeven: Pedagogische praktijk Door de inzet van een volledig gediplomeerde bezetting is de overtreding komen te vervallen. Tijdens de inspectie was de pedagogische kwaliteit goed. Er was een vaste beroepskracht ingezet met ondersteuning van een eerstejaars stagiaire. In november 2014 is het pedagogisch beleidsplan geagendeerd. Notulen volgen. Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder, mevrouw I. Kramer)  Interview anderen (beroepskracht)  Observaties (pedagogische praktijk)  Notulen teamoverleg (6 november 2014)


Personeel en groepen Tijdens een incidenteel onderzoek dat heeft plaatsgevonden op 6 november 2014, is het volgende geconstateerd: In het gesprek met de houder heeft de toezichthouder gevraagd inzichtelijk te maken wat op de locaties van de houder de personeelsbezetting is, aangezien deze, aldus de houder, niet optimaal is. Hieruit is gebleken dat het planningsprogramma dat de houder hiervoor gebruikt, het zgn. Niokids, niet de personeelsplanning weergeeft zoals deze in de praktijk plaatsvindt. De houder heeft verzuimd de uren die zij als pedagogisch medewerker op de groep werkt, in het planningssysteem te zetten. Tijdens de inspectie bleek dat zij alle dagen op alle groepen staat ingeroosterd, iets dat in de praktijk onmogelijk is. Dit blijkt niet alleen voor haar uren als beroepskracht het geval, maar tevens voor andere medewerkers. Dergelijke werkwijze is onbetrouwbaar en zorgt ervoor dat niet kan worden aangetoond dat de personeelsbezetting verantwoord is. Daarbij komt aanvullend de constatering dat een stagiaire wordt ingezet als beroepskracht. De houder heeft in het gesprek aangegeven dat zij op de donderdag en vrijdag streeft naar het chauffeuren van de kinderen die het vroegst uit school zijn, zodat zij tijdig op de BSO aanwezig is. Desalniettemin is de stagiaire de afgelopen weken tot 15.30 uur verantwoordelijk gehouden, waarbij ook is voorgekomen dat de houder pas om 16.00 uur arriveerde. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan:  De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.  Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is.  Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. De bevindingen van dit nader onderzoek staan hier onder weergegeven: Beroepskracht-kindratio De beroepskracht geeft tijdens de inspectie aan dat sinds eind vorig jaar reeds gewerkt wordt met alleen het digitale programma Niokids, waarin de kind presentie en (personeels)planning wordt bijgehouden. De houder is tijdens het nader onderzoek naar de locatie gekomen om de planning met terugwerkende kracht inzichtelijk te maken. Zij heeft in het gesprek met de toezichthouder aangegeven dat zij 4 part-time beroepskrachten heeft aangenomen om een volledige bezetting te kunnen garanderen. Met de houder is de planning doorgenomen. Bij een steekproef van de Niokids planning en presentie zijn geen overtredingen geconstateerd. De houder heeft daarin de door haar gewerkte uren tevens inzichtelijk kunnen maken. Zij staat niet langer op alle groepen hele dagen in de planning. Er zijn geen stagiaires meer ingezet ten behoeve van de beroepskracht-kindratio. De houder is bekend met de voorwaarden uit de CAO-kinderopvang met betrekking tot de inzet van stagiaires. De overtreding is verholpen, aan de voorwaarden is voldaan.


Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder, mevrouw I. Kramer)  Interview anderen (beroepskracht)  Observaties (pedagogische praktijk)  Plaatsingslijsten (januari 2015)  Presentielijsten (januari 2015)  Personeelsrooster (januari 2015)  Notulen teamoverleg (6 november 2014)  Niokids Planningssysteem


Veiligheid en gezondheid Tijdens de jaarlijkse inspectie die heeft plaatsgevonden op 18 september 2014, is het volgende geconstateerd: ...Tijdens de beoordeling van de risico-inventarisaties zijn verschillende zaken opgevallen. De toezichthouder wil de houder wijzen op haar (eind)verantwoordelijkheid een passend veiligheid gezondheidsbeleid te voeren: - De huisregels kloppen niet met de praktijk en inventarisatie. Er wordt gesproken over dat kinderen niet in het kantoor mogen komen, dat de was- en droogmachine in een ruimte staan waar kinderen niet mogen komen en er wordt veelal gesproken over het kinderdagverblijf. Op de BSO is geen kantoor, noch was- droogmachine aanwezig. - Er worden in het onderdeel gezondheid risico's uitgesloten waarvan de bron wel aanwezig is, bijvoorbeeld het zwembad. De houder is bekend met deze constatering, wegens het aantreffen van eenzelfde beoordeling tijdens de inspectie van het kinderdagverblijf. Een risico kan alleen worden uitgesloten wanneer de bron niet aanwezig is. - Het onderdeel medisch handelen ontbreekt in de risico-inventarisatie gezondheid. Op locatie zijn wel documenten als een overeenkomst medicijn verstrekking aanwezig. Op    

basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.

De bevindingen van dit nader onderzoek staan hier onder weergegeven: Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Conform de aanwijzing van de gemeente Alkmaar dient de overtreding binnen dit domein per 27 november 2014 te zijn opgelost. Tijdens de inspectie is gecontroleerd of de houder de nodige aanpassingen heeft doorgevoerd. De houder kon de risico-inventarisatie veiligheid, de risico-inventarisatie gezondheid en de huisregels tijdens de inspectie ondanks een verwoede poging niet volledig aan de toezichthouder verstrekken. Deze zijn nog dezelfde avond naar de toezichthouder verzonden. De huisregels zijn aangepast naar de accommodatie. Inhoudelijk loopt de beschrijving in de risicoinventarisatie veiligheid nu gelijk met de praktijk, bijvoorbeeld dat het kantoor en de keuken één ruimte betreffen. De risico-inventarisatie gezondheid die is toegestuurd bevat het onderdeel medisch handelen. Er staat nog één risico op uitgesloten, nl: 'Kind komt via het afdrogen van handen aan een vuile handdoek of gebruik vuile kraan in contact met ziektekiemen'. Dit risico kan niet, ongeacht de wegwerphanddoekjes en de afspraak de kraan dagelijks te reinigen, worden uitgesloten. Een risico kan alleen worden uitgesloten wanneer de bron niet aanwezig is. Alleen omdat dit het enige risico betreft dat niet juist is geïnventariseerd, wordt de voorwaarde goedgekeurd en is bij de houder kenbaar gemaakt dat dit alsnog moet worden aangepast. Met een minimale aanpassing op de agenda voldoet de houder aan de voorwaarden en zijn de getroffen maatregelen afdoende. De overtredingen zijn verholpen. Gebruikte bronnen:  Risico-inventarisatie veiligheid (d.d. 2-2015 (aanpassingen van 12 november 2014))  Risico-inventarisatie gezondheid (d.d. 2-2015 (aanpassingen van 12 november 2014))  Huisregels/groepsregels (Locatie BSO Meidoornlaan)  Notulen teamoverleg (6 november 2014) 7 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang nader onderzoek 02-02-2015 Kindividu Regenboog te OUDORP NH

Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen

: Kindividu Regenboog : 20

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer

: : : : :

Kindividu Hamsterkoog 15 1822 CD ALKMAAR www.kindividu.nl 37155942

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

GGD Hollands Noorden Postbus 324 1740 AH SCHAGEN 0224-720620 Mevrouw R. Kuipers

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: Alkmaar : Postbus 53 : 1800 BC ALKMAAR

Gegevens toezicht

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : :

02-02-2015 Niet van toepassing 05-02-2015 05-02-2015

: 05-02-2015 : 06-02-2015


Inspectierapport BSO Kindividu Regenboog Meidoornlaan EA OUDORP NH Registratienummer

Recommend Documents