Inspectierapport (K)Individu Psz Meidoornlaan Meidoornlaan EA OUDORP NH

Inspectierapport

(K)Individu Psz Meidoornlaan Meidoornlaan 13 1829 EA OUDORP NH

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:

GGD Hollands Noorden ALKMAAR 15 december 2014 Onderzoek voor registratie Definitief 18 december 2014

Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.....4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................5 Personeel en groepen....................................................................................................6 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................7 Ruimte en inrichting......................................................................................................8 Ouderrecht..................................................................................................................9 Inspectie-items.............................................................................................................. 10 Gegevens voorziening..................................................................................................... 15 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 15 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal......................................................................... 16

Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek voor registratie 15-12-2014

(k)individu meidoornlaan te OUDORP NH

2 van 16

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd onderzoek voor registratie. Beschouwing Algemeen (K)individu betreft een kinderopvangonderneming in Alkmaar en bestaat uit een locatie met dagopvang en buitenschoolse opvang en een tweede locatie met buitenschoolse opvang. De inspectie Op 10 november 2014 heeft de houder een aanvraag tot exploitatie van een peuterspeelzaal (PSZ) ingediend bij de gemeente Alkmaar. De gemeente Alkmaar heeft de GGD Hollands Noorden verzocht een zgn. onderzoek voor registratie uit te voeren. Het onderzoek heeft op afspraak met de houder plaatsgevonden op 15 december jl. en heeft bestaan uit een visuele inspectie van de opvangruimte en voorzieningen, een gesprek met de houder en een documentenonderzoek. Met de houder is gesproken over de eisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en wat de (mogelijke) gevolgen zijn voor haar onderneming inzake de lopende handhaving omtrent de tekortkomingen die zijn geconstateerd tijdens eerdere inspecties dit jaar bij haar andere locaties. Conclusie De toezichthouder adviseert de gemeente Alkmaar de locatie op te nemen in het Landelijk Register Kinderopvang. Er is hoor-wederhoor toegepast m.b.t. de inhoud van het pedagogisch werkplan. Met de houder is afgesproken dat een herziene versie naar de toezichthouder wordt toegestuurd voorafgaand de gewenste exploitatiedatum van 14 januari 2015. Advies aan College van B&W Opnemen in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen.



3 van 16

Observaties en bevindingen Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen De rijksoverheid stelt aan kindercentra kwaliteitseisen op het gebied van ouderinspraak, personeel, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio, pedagogisch beleid en pedagogische praktijk, klachten en eventuele voorschoolse educatie. De houder is verantwoordelijk voor het leveren van kwalitatief goede kinderopvang. De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving op die kwaliteit. In opdracht van de gemeente Alkmaar voert de GGD Hollands Noorden inspecties uit, waarbij zij beoordeelt of kindercentra aan de gestelde eisen voldoen. Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet De houder is voornemens gedurende de opvang verzorging en opvoeding te bieden en een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van kinderen. Het verblijf in de PSZ is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs. Peuterspeelzaalwerk en naleving wet- en regelgeving Ten tijde van deze inspectie loopt tevens een handhavingtraject in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestigingen van de houder. De gemeente Alkmaar is het traject gestart aangaande geconstateerde overtredingen tijdens verschillende inspectiebezoeken dit jaar. In overleg met de houder is gebleken dat zij maatregelen treft om recidive van deze geconstateerde tekortkomingen in haar vestigingen te voorkomen. Of deze voldoende zijn, zal blijken tijdens een volgend inspectiebezoek aan de locatie. Op basis hiervan is geconstateerd dat de exploitatie redelijkerwijs niet zal plaatsvinden in overeenstemming met de volgende voorwaarde(n): Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder. (art 2.5 Wet kinderopvang; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)

Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder, mevrouw I. Kramer)  Interview anderen (gemeente Alkmaar afdeling Handhaving Kinderopvang)  Inspectierapporten houder van de vestigingen Kinderdagopvang (K)individu en buitenschoolse opvang (K)individu locatie Hamsterkoog en buitenschoolse opvang (K)individu locatie Meidoornlaan (www.landelijkregisterkinderopvang.nl)



4 van 16

Pedagogisch klimaat De houder beschikt over een overkoepelende pedagogische visie heeft dit vertaald naar locatiespecifieke werkplannen per opvangvorm. In deze werkplannen wordt de vertaalslag gemaakt van de overkoepelende visie naar de praktijk. Tijdens dit onderzoek voor registratie is het concept beoordeeld op inhoud en juistheid. De houder heeft aangegeven nog voor start van exploitatie met de (nieuwe) beroepskrachten het pedagogisch werkplan te evalueren, waarna implementatie zal geschieden. Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan met de houder tijdens de inspectie doorgenomen en daarbij inhoudelijk getoetst op inhoud. Het document voldoet aan de gestelde voorwaarden. Echter is de opzet van het document dusdanig, dat het de leesbaarheid niet ten goede komt. Hierover zijn afspraken gemaakt: - De houder zal in duidelijke en observeerbare termen het volgende concreet i.p.v. algemeen beschrijven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. - De houder zal zorgdragen dat de dubbellingen en overmatige beschrijving van zorgacties worden verwijderd uit het pedagogisch werkplan en zal zo nodig verwijzen naar beschikbaar aanvullend beleid. In het werkplan is één tekortkoming geconstateerd, waarover met de houder is gesproken. De houder heeft aangegeven aanvullend op de genoemde aanpassingen in het werkplan in duidelijke en observeerbare termen te beschrijven hoe de achterwachtregeling is opgezet. Op basis hiervan is geconstateerd dat de exploitatie redelijkerwijs niet zal plaatsvinden in overeenstemming met de volgende voorwaarde(n): Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe de achterwacht is geregeld indien slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Pedagogische praktijk De voorwaarden binnen dit item zullen worden getoetst tijdens de eerste reguliere inspectie. Het betreft praktijkgerelateerde voorwaarden. Voorschoolse educatie De houder zal geen voorschoolse educatie aanbieden. Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder, mevrouw I. Kramer)  Interview anderen (gemeente Alkmaar afdeling Handhaving Kinderopvang)  Observaties (binnen- en buitenruimte)  Pedagogisch werkplan (versie 1 2015)



5 van 16

Personeel en groepen De Overheid heeft besloten dat alle mensen, werkzaam in de kinderopvang of in het peuterspeelzaalwerk, continu moeten worden gescreend op functieaspecten passende bij hun functie. Wanneer aan de functieaspecten wordt voldaan, wordt een verklaring omtrent het gedrag afgegeven. De continue screening is ingegaan vanaf 1 maart 2013. Onderzocht is of de houder zorgt voor voldoende, goed opgeleid en bekwaam personeel en zich voornemens is aan de regels te houden welke gelden voor het maximaal aantal kinderen welke één beroepskracht mag opvangen.

Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft de verklaring omtrent het gedrag (VOG) van de nieuwe medewerker die komt te werken bij het kindercentrum beoordeeld. Zij is in bezit van een geldend VOG. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft het diploma van de nieuwe beroepskracht beoordeeld. Zij beschikt over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO kinderopvang is opgenomen. Vrijwilligersbeleid De houder zal geen gebruik maken van vrijwilligers. Opvang in groepen De houder is voornemens één groep te starten van maximaal 16 kinderen, onder begeleiding van 2 beroepskrachten. De voorwaarden binnen dit item die nog niet zijn beoordeeld zullen worden getoetst tijdens de eerste reguliere inspectie. Het betreft praktijkgerelateerde voorwaarden Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio De houder is geïnformeerd over de beroepskracht-kindratio. De houder is voornemens in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht te plaatsen en vanaf het 9e tot 16e kind een tweede beroepskracht in te zetten. De voorwaarden binnen dit item die nog niet zijn beoordeeld zullen worden getoetst tijdens de eerste reguliere inspectie. Het betreft praktijkgerelateerde voorwaarden. Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voertaal zal Nederlands zijn. Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder, mevrouw I. Kramer)  Interview anderen (gemeente Alkmaar afdeling Handhaving Kinderopvang)  Observaties (binnen- en buitenruimte)  Verklaringen omtrent het gedrag  Diploma's beroepskrachten



6 van 16

Veiligheid en gezondheid De houder heeft de verantwoordelijkheid om verantwoorde kinderopvang te bieden. Een onderdeel hiervan is het in kaart brengen van de mogelijke veiligheid- en gezondheidrisico's op locatie. Onderzocht is of de verplichte risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid is uitgevoerd. Bekeken is of duidelijk is welke risico's bestaan, wat de houder doet of heeft gedaan om de risico's te verminderen en wat het heeft opgeleverd. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Er wordt voor de uitvoering van de risico-inventarisatie gebruik gemaakt van het sjabloon van Consument en Veiligheid, dat is aangepast naar de wensen van de organisatie. De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid opgesteld en wil deze gaan implementeren vanaf de exploitatiedatum. De beroepskracht(en) zullen voorafgaand de exploitatie inhoudelijk worden geïnformeerd, aldus de houder. De voorwaarden binnen dit item die niet zijn beoordeeld zullen worden getoetst tijdens de eerste reguliere inspectie. Het betreft praktijkgerelateerde voorwaarden. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. De houder gebruikt het sjabloon van de Branchevereniging. De voorwaarden binnen dit item zullen worden getoetst tijdens de eerste reguliere inspectie. Het betreft een praktijkgerelateerde voorwaarden. Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder, mevrouw I. Kramer)  Interview anderen (gemeente Alkmaar afdeling Handhaving Kinderopvang)  Observaties (binnen- en buitenruimte)  Risico-inventarisatie veiligheid (01-01-2015)  Risico-inventarisatie gezondheid (01-01-2015)  Actieplan veiligheid (en gezondheid 2014)  Meldcode kindermishandeling (versie juli 2013)



7 van 16

Ruimte en inrichting In de praktijk heeft de houder wettelijke richtlijnen te volgen aangaande de hoeveelheid vierkante meter per kind voor de binnen- en de buitenruimte. Ook de inrichting van de ruimte dient te voorzien in minimaal de basisbehoeften voor de ontwikkeling van kinderen binnen de verschillende ontwikkelingsgebieden. Onderzocht in dit domein 'Accommodatie en inrichting' is of de houder gaat zorgen voor voldoende speeloppervlak en voor passend ingerichte ruimtes om te kunnen spelen en rusten, in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Binnenruimte De PSZ zal de ruimte delen met de buitenschoolse opvang, van dezelfde houder. De ruimte voldoet ruim aan de minimale eis van 3,5m² per kind en was tijdens de inspectie overzichtelijk ingericht, maar zal nog nader de aandacht krijgen, aldus de houder. De voorwaarden binnen dit item die niet zijn beoordeeld zullen worden getoetst tijdens de eerste reguliere inspectie. Het betreft praktijkgerelateerde voorwaarden. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte van de PSZ betreft het schoolplein, op het deel waar de kleuters spelen. Naast de vaste speelattributen zal de houder zorgen voor voldoende beschikbaar los spelmateriaal, dat aansluit bij de leeftijd van de op te vangen kinderen. De voorwaarde die binnen dit item niet is beoordeeld zal worden getoetst tijdens de eerste reguliere inspectie. Het betreft een praktijkgerelateerde voorwaarde. Gebruikte bronnen:  Observaties (binnen- en buitenruimte)



8 van 16

Ouderrecht Tijdens de inspectie is beoordeeld hoe de houder de ouders betrekt en informeert inzake het beleid. Er is onderzocht of ouders juist geïnformeerd zijn over de gang van zaken in de PSZ. Omdat de PSZ niet gesubsidieerd wordt door de gemeente, dient de PSZ te beschikken over een oudercommissie. Bekeken is of de ouders in de gelegenheid worden gesteld medezeggenschap uit te kunnen oefenen. In het geval van tegengestelde belangen tussen de houder en ouders dienen de ouders een beroep te kunnen doen op een onafhankelijke klachtencommissie. Getoetst is of deze is ingesteld. Informatie De houder heeft de aanvraag tot exploitatie van de PSZ ingediend na overleg en op verzoek van de basisschool waarbinnen de groepsruimte van de PSZ zich bevindt. Met de houder is gesproken over de bedrijfsvoering van de PSZ. Ouders krijgen geen mogelijkheid tot aanvragen kinderopvangtoeslag, aldus de houder. De PSZ zal in eerste instantie open zijn op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. De houder zal de woensdag ook starten bij 5 aanmeldingen voor die dag. Ouders nemen zelf luiers, eten/drinken etc. mee. De voorwaarden binnen dit item die nog niet beoordeeld zijn, zullen worden getoetst tijdens de eerste reguliere inspectie. Het betreft praktijkgerelateerde voorwaarden. Oudercommissie De houder is op de hoogte van de eisen omtrent het instellen van een oudercommissie. De houder heeft aangegeven ouders te zullen werven voor deelname tijdens de intake met ouders en na de exploitatie. Voor de dagopvang en buitenschoolse opvang beschikt de houder reeds over een oudercommissie. Een reglement is opgesteld en kan bij installeren van de oudercommissie worden ondertekend. De voorwaarden binnen dit item zullen worden getoetst tijdens de eerste reguliere inspectie. Het betreft praktijkgerelateerde voorwaarden. Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen en brengt deze op een passende wijze onder de aandacht bij de ouders. Ouders kunnen de beroepskrachten verzoeken het klachtenbeleid inzichtelijk te maken of de website van de houder bezoeken. De voorwaarden binnen dit item die nog niet zijn beoordeeld zullen worden getoetst tijdens de eerste reguliere inspectie. Het betreft praktijkgerelateerde voorwaarden. Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder, mevrouw I. Kramer)  Interview anderen (gemeente Alkmaar afdeling Handhaving Kinderopvang)  Informatiemateriaal voor ouders (website + verwijzing www.kindividu.nl/page003.aspx)  Website (www.kindividu.nl)  Klachtenregeling (Infomap Kindividu versie 11 2014)  Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector (koepel 2013)



9 van 16

Inspectie-items Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet Gedurende het verblijf in de peuterspeelzaal wordt verzorging en opvoeding geboden en wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)

Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs. (art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)

Peuterspeelzaalwerk en naleving wet- en regelgeving Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder. (art 2.5 Wet kinderopvang; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)

De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen. (art 2.5 Wet kinderopvang; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)



10 van 16

Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de (spel)activiteiten waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep dan wel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund door andere niet structureel ingezette personen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe de achterwacht is geregeld indien slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)



11 van 16

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 2.12 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 2.12 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)



12 van 16

Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Ruimte en inrichting Binnenruimte Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind. Buitenspeelruimte Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum.



13 van 16

Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. (art 2.16 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. (art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)



14 van 16

Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie

: : : :

(k)individu meidoornlaan http://www.kindividu.nl 16 Nee

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer

: : : : :

Kindividu Hamsterkoog 15 1822 CD ALKMAAR www.kindividu.nl 37155942

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

GGD Hollands Noorden Postbus 324 1740 AH SCHAGEN 0224-720620 Mevrouw R. Kuipers

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: ALKMAAR : Postbus 53 : 1800 BC ALKMAAR

Gegevens toezicht

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : :

15-12-2014 Niet van toepassing 18-12-2014 18-12-2014

: 18-12-2014 : 19-12-2014



15 van 16

Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Gezien het positieve advies tot opname in het Landelijk register kinderopvang, heeft de houder in overleg geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.



16 van 16

Inspectierapport (K)Individu Psz Meidoornlaan Meidoornlaan EA OUDORP NH

Recommend Documents