Inspectierapport Buitenschoolse Opvang ZoWieZo Berkhouterweg 23 1624 NS HOORN NH Registratienummer 177981416
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hollands Noorden Hoorn 14 juli 2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 19 augustus 2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 8 Accommodatie en inrichting .............................................................................................. 9 Inspectie-items .................................................................................................................. 10 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 13 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 13 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 14
2 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Buitenschoolse Opvang ZoWieZo te HOORN NH
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Algemeen Buitenschoolse opvang (BSO) ZoWieZo is een onderdeel van ZoWieZo kinderopvang. De BSO is gevestigd in de kantine van voetbalvereniging Zwaluwen en werkt nauw samen met het inpandige kinderdagverblijf van ZoWieZo. De BSO bestaat uit één groep met maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. Inspectiegeschiedenis: Op 18 juni 2013 heeft een inspectiebezoek plaatsgevonden, waarbij aan de getoetste voorwaarden werd voldaan. Op 1 juli 2014 heeft het laatste inspectiebezoek plaatsgevonden. Er werd een tekortkoming geconstateerd op een voorwaarde onder het item beroepskracht-kindratio. Voor deze tekortkoming gold een verzachtende omstandigheid en is geen handhaving ingezet. De inspectie Deze jaarlijkse inspectie heeft onaangekondigd plaatsgevonden. De inspectie heeft bestaan uit een (pedagogische) praktijkobservatie, gesprek met de beroepskrachten, emailcontact met de locatieverantwoordelijke en een documentenonderzoek. Conclusie Er is een overtreding geconstateerd op de inhoud van het pedagogisch beleid, zie de toelichting in het rapport. Aan de overige getoetste voorwaarden werd tijdens de inspectie voldaan. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
3 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Buitenschoolse Opvang ZoWieZo te HOORN NH
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen de Wet kinderopvang gelden normen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de relatie van het beleidsplan met de praktijk. Tijdens dit onderzoek is het pedagogisch beleidsplan beoordeeld op inhoud en volledigheid. Onderzocht is of in het pedagogisch beleidsplan onder andere de vier wettelijk gestelde pedagogische basisdoelen (van professor Riksen-Walraven) zijn uitgewerkt. Daarnaast is geobserveerd of de beroepskrachten in de praktijk van de opvang handelen naar de pedagogische basisdoelen in het algemeen en het pedagogisch beleidsplan specifiek. Pedagogisch beleid BSO ZoWieZo locatie Hoorn beschikt over een organisatiebreed pedagogisch beleid en een locatiespecifiek pedagogisch werkplan. In het pedagogisch werkplan staat beschreven hoe de 4 competenties worden gewaarborgd en staat een beschrijving van o.a. dagindeling en indeling in groepen. Een beschrijving van de werkwijze indien ook 3-jarigen op de BSO worden opgevangen ontbreekt. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan en de relatie hiervan met de praktijk middels teamvergaderingen. Voor de beoordeling van de pedagogische praktijk is het openbare ‘veldinstrument observatie pedagogische praktijk kindercentra en peuterspeelzalen’ (december 2014) gebruikt. Daarin staan de specifieke indicatoren beschreven waarop wordt geobserveerd. Citaten uit dit veldinstrument zijn cursief weergegeven. Emotionele veiligheid De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen. De beroepskrachten reageren (meestal) op een warme en ondersteunende manier op kinderen. Zij gaan op een ongedwongen manier om met ieder kind. Het welbevinden van de kinderen is redelijk tot goed. De meeste kinderen zijn ontspannen en bezig met hun spel. De meeste kinderen genieten van de dingen die gebeuren en die zijzelf kunnen; ze tonen blijdschap, plezier en trots. Ze zijn met interesse bezig, alleen of met anderen/vriendjes. Praktijkvoorbeeld: Elk kind werd enthousiast begroet bij binnenkomst. De beroepskrachten lieten de kinderen zelf kiezen wat ze wilden doen. Een aantal kinderen speelde met technisch materiaal, een aantal speelde samen een spel. De beroepskrachten ondersteunden de kinderen waar nodig in hun spel. De kinderen vroegen of een beroepskracht meedeed met het spel, wat gebeurde. De kinderen hadden hun eigen brood mee, en de beroepskracht maakte de broodjes warm in het tosti-apparaat als zij dat wilden. Er heerste een ontspannen sfeer op de BSO. 4 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Buitenschoolse Opvang ZoWieZo te HOORN NH
Persoonlijke competentie Het programma bestaat uit vrij spel en gestructureerde individuele en groepsactiviteiten. De activiteiten zijn gevarieerd en bieden zowel rustmomenten als actieve uitdaging. Kinderen hebben er plezier en zin in. Ieder kind krijgt leer-/ervaringskansen naar eigen wens en behoefte. De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen Kinderen krijgen ruimte voor zelfsturing, maar de beroepskracht is voor kinderen beschikbaar als hulp en ‘controlepunt’ voor wat kan en mag. Kinderen gedragen zich redelijk zelfstandig en zelfverantwoordelijk bij het aangaan en uitvoeren van activiteiten. Praktijkvoorbeeld: In de gymzaal stonden diverse spelattributen uitgestald; touwen, het 'paard', matten, etc. Kinderen vermaakten zich zichtbaar goed in de gymzaal. De rol van de beroepskrachten was ondersteunend. Zij liepen rond en hielpen waar nodig. Sociale competentie Beroepskrachten betrekken de kinderen actief bij verzorgende en organisatorische taken zoals opruimen en dingen klaarzetten. De beroepskrachten geven de kinderen positieve feedback en waardering als zij zich actief betrokken en verantwoordelijk tonen. Praktijkvoorbeeld: Tijdens het tafelmoment mocht een ouder meisje ontbijtkoek in plakjes snijden en uitdelen. Zij kreeg hiervoor complimenten. De kinderen mochten vervolgens zelf boter op hun ontbijtkoek smeren. Aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskrachten) Observaties ((pedagogische) observatie 14 juli 2015) Pedagogisch beleidsplan (ZoWieZo) Pedagogisch werkplan (BSO werkplan versie 3-6-2015)
5 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Buitenschoolse Opvang ZoWieZo te HOORN NH
Personeel en groepen Binnen de Wet kinderopvang gelden normen voor de kwalificatie en inzet van beroepskrachten, stagiaires en beroepskrachten in opleiding. Tijdens de inspectie is onder andere gekeken naar verklaringen omtrent het gedrag, passende beroepskwalificaties, de opvang in groepen en de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en aantal kinderen (de beroepskracht-kindratio). Verklaring omtrent het gedrag Personen, werkzaam in de kinderopvang of in het peuterspeelzaalwerk, worden door de overheid continu gescreend op functieaspecten passende bij hun functie, de zogenaamde continue screening. De toezichthouder heeft de verklaringen omtrent het gedrag (VOG) van personen werkzaam bij het kindercentrum beoordeeld. Iedereen is in bezit van een geldige VOG. Aan de getoetste voorwaarden is voldaan. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft de diploma’s van de beroepskrachten beoordeeld. Iedereen beschikt over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO kinderopvang is opgenomen. Aan de getoetste voorwaarde is voldaan. Opvang in groepen In de basisgroep kunnen maximaal 20 kinderen gelijktijdig worden opgevangen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. In de praktijk worden ook regelmatig kinderen van 3 jaar op de BSO opgevangen. Dit bleek ook tijdens de inspectie op 14 juli 2015. De groep bestond toen uit 15 kinderen in de leeftijd van 3-12 jaar. Aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan. Beroepskracht-kindratio Tekortkoming die geconstateerd is tijdens de inspectie op 1 juli 2014: Er is een steekproef gedaan uit de feitelijke kindbezetting en het personeelsrooster van juni 2014. In deze periode is men op enkele dagen afgeweken van de voorwaarden van de beroepskracht-kindratio. Dit is veroorzaakt door het volgende: - De stagiaire niveau 4 heeft een diploma niveau 3, waarmee zij op de groep inzetbaar is als beroepskracht. - Per juni 2014 is zij aangenomen als beroepskracht en is haar stage voor niveau 4 afgerond. Zij kan vanaf dat moment volledig als beroepskracht worden ingezet. - De stagiaire heeft echter het afgelopen schooljaar 2 stagedagen voor haar opleiding niveau 4, waarbij zij boventallig ingezet dient te worden. Uit de presentielijsten en het personeelsrooster blijkt dat zij regelmatig is ingezet als 2e beroepskracht, naast de vaste beroepskracht op haar stagedagen. De stagiaire heeft aangegeven dat zij dit het gehele schooljaar met regelmaat als beroepskracht is ingezet. 6 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Buitenschoolse Opvang ZoWieZo te HOORN NH
De toezichthouder heeft dit besproken met de houder en locatiemanager. Zij hebben de voorwaarden voor de beroepskracht-kindratio betreffende de stagiaire anders geïnterpreteerd en naar het totaal aantal uren gekeken waarbij de stagiaire boventallig heeft gestaan. De houder geeft aan dat zij dit in het vervolg anders aan zal pakken en dat stagiaires op hun stagedagen boventallig worden ingezet. De toezichthouder vertrouwt hierop en met het oog op het feit dat het schooljaar nu ten einde is, is er sprake van een verzachtende omstandigheid maar blijft de constatering van de tekortkoming een feit. Tijdens de inspectie is de beroepskracht-kindratio beoordeeld. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl (www.1ratio.nl). Bij kinderen van 4-12 jaar geldt: 1 beroepskracht op 10 kinderen. Op de dag van de inspectie waren tot 10.00 uur 9 kinderen van 4-12 jaar aanwezig met 1 beroepskracht en 1 stagiaire. De stagiaire wordt altijd boventallig ingezet. Hiermee is de overtreding die tijdens de inspectie in 2014 is geconstateerd verholpen. Bij de dagopvang waren aan het begin van de ochtend 13 kinderen en 3 beroepskrachten aanwezig. Dat was conform de beroepskracht-kind-ratio. Om 10.00 uur kwamen er bij de BSO 2 kinderen bij. Hierdoor waren er 11 kinderen en was en tweede beroepskracht nodig. Er kwam een beroepskracht van de dagopvang met 3 kinderen van 3 jaar naar de BSO. Hierdoor waren er 14 kinderen van 3-12 jaar met 2 beroepskrachten en een stagiaire. Er kwam om half 12 nog een kind, waardoor er 15 kinderen opgevangen werden door 2 beroepskrachten en een stagiaire. Door het schuiven met kinderen en de beroepskracht van de ene naar de andere groep is de beroepskracht-kind-ratio passend gemaakt, maar werden de kinderen van de dagopvang niet in hun eigen stamgroep opgevangen. Tevens zijn door deze verschuiving andere overtredingen ontstaan, zie de beoordeling in het rapport van de dagopvang. Opmerking: Van 12.00- 12.30 uur vond een stagegesprek plaats met een stagebegeleider, een beroepskracht en een stagiaire. Hierdoor was de beroepskracht-kind-ratio, buiten pauzetijd van de beroepskrachten om, 1 beroepskracht op 15 kinderen. Dat is niet conform de voorwaarden. Aangezien het om een stage in vakantietijd ging en er volgens de beroepskracht geen andere mogelijkheid was voor het plannen van dit eenmalige gesprek, wordt dit als een incident beschouwd. Aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan. Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voertaal is Nederlands. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskrachten) Observaties ((pedagogische) observatie 14 juli 2015) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten (week 29 en 30 2015) Presentielijsten (week 29 2015) Personeelsrooster (week 29 en 30 2015)
7 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Buitenschoolse Opvang ZoWieZo te HOORN NH
Veiligheid en gezondheid Binnen de Wet kinderopvang gelden normen die betrekking hebben op de veiligheid en gezondheid in een kindercentrum. De houder van een kindercentrum dient beleid te voeren dat ertoe leidt dat de veiligheid en de gezondheid van de op te vangen kinderen in en rond het kindercentrum zoveel mogelijk is gewaarborgd. Tijdens de inspectie is beoordeeld of in een risico-inventarisatie schriftelijk staat vastgelegd welke risico's de opvang van kinderen met zich meebrengt. In de praktijk is beoordeeld of de uitvoering van bijbehorend beleid de risico’s ook daadwerkelijk ondervangt. Tevens is beoordeeld of de houder overeenkomstig de wettelijke meldplicht met betrekking tot kindermishandeling handelt. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Er wordt voor de uitvoering van de risico-inventarisatie gebruik gemaakt van het voormalig sjabloon van Consument en Veiligheid en het Landelijk Centrum voor Hygiëne en Veiligheid (LCHV), dat is aangepast naar de wensen van de organisatie. De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid zijn in maart 2015 uitgevoerd. Zowel de leefruimte als de sporthal en kantine zijn meegenomen. de documenten bevinden zich in een map op de locatie. De beroepskrachten geven aan betrokken te zijn bij de uitvoering van de inventarisatie. Er zijn diverse huisregels en protocollen opgesteld om de veiligheid en gezondheid van de kinderen te waarborgen. Ongevallen worden geregistreerd. Dagelijks zijn beroepskrachten met een certificaat BedrijfsHulpVerlening (BHV) aanwezig. Schoonmaakwerkzaamheden worden door beroepskrachten uitgevoerd. Deze worden geregistreerd op schoonmaaklijsten. Aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan. Meldcode kindermishandeling De bij Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is op 1 juli 2013 in werking getreden. In de Wet Kinderopvang is de vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs aangeduid als deskundige. Ouders, kinderen, medewerkers en houders in de kinderopvang kunnen allemaal advies vragen bij de vertrouwensinspecteurs om te bepalen of aangifte aan de orde is. Medewerkers hebben bij een redelijk vermoeden van geweld of seksueel misbruik jegens een kind door een collega een meldplicht aan de houder. Bij een redelijk vermoeden van een strafbaar feit is een houder verplicht om in overleg te treden met de vertrouwensinspecteur. Tijdens de inspectie is beoordeeld of de meldcode kindermishandeling aanwezig is en of deze inhoudelijk aan de gestelde eisen voldoet. In een gesprek met de beroepskrachten is geïnformeerd naar de kennis inzake de meldcode en het te bewandelen traject in het geval van een vermoeden van kindermishandeling. De beroepskrachten geven aan recent scholing te hebben gehad over de meldcode, te weten wie de aandachtsfunctionaris en vertrouwensinspecteur zijn en hoe en wanneer zij deze moeten bereiken. Aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties ((pedagogische) observatie 14 juli 2015) Risico-inventarisatie veiligheid (maart 2015) Risico-inventarisatie gezondheid (maart 2015) Ongevallenregistratie Huisregels/groepsregels Meldcode kindermishandeling 8 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Buitenschoolse Opvang ZoWieZo te HOORN NH
Accommodatie en inrichting Binnen de Wet kinderopvang gelden normen die betrekking hebben op de hoeveelheid vierkante meter per kind voor de binnen- en de buitenruimte. Ook de inrichting van de ruimte(n) is van belang om minimaal te kunnen voorzien in (het stimuleren van) de basisbehoeften van kinderen zodat in de diverse ontwikkelingsbehoeften kan worden voorzien. Tijdens de inspectie is beoordeeld of de houder heeft gezorgd voor voldoende speeloppervlak en voor (een) passend ingerichte ruimte(n) voor kinderen om te kunnen spelen en rusten, in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Binnenruimte BSO ZoWieZo Hoorn is gevestigd in de accommodatie van voetbalvereniging Zwaluwen '30. De BSO maakt gebruik van een groepsruimte en kan daarnaast gebruik maken van de kantine en een sporthal. De groepsruimte is ingericht met een zithoek, een speelhoek, een tafel en met kasten die zich op kindhoogte bevinden. Aan de getoetste voorwaarde wordt voldaan. Buitenspeelruimte De BSO kan gebruik maken van de sportvelden van de voetbalvereniging. Er is los spel- en speelmateriaal als ballen, hoepels en pionnen aanwezig. Aan de getoetste voorwaarde wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Observaties ((pedagogische) observatie 14 juli 2015)
9 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Buitenschoolse Opvang ZoWieZo te HOORN NH
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Buitenschoolse Opvang ZoWieZo te HOORN NH
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Buitenschoolse Opvang ZoWieZo te HOORN NH
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
12 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Buitenschoolse Opvang ZoWieZo te HOORN NH
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: Buitenschoolse Opvang ZoWieZo : http://www.zowiezo.nu : 28
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
BSO ZoWieZO B.V. Kerkstraat 35 1687 AL WOGNUM www.zowiezo.nu 37152327
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hollands Noorden Postbus 9276 1800 GG Alkmaar 088-0100549 Mevrouw P. Rustenburg
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Hoorn : Postbus 603 : 1620 AR HOORN NH
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
14-07-2015 31-07-2015 14-08-2015 19-08-2015 19-08-2015 19-08-2015
: 20-08-2015
13 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Buitenschoolse Opvang ZoWieZo te HOORN NH
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Momenteel zijn we druk bezig met het herschrijven van ons pedagogisch beleid. We zullen in duidelijke termen de werkwijze beschrijven hoe we de 3 jarigen bij een samenvoeging op de BSO laten spelen. De kinderen mogen vanuit het KDV speelgoed of spelletjes meenemen waarmee ze kunnen spelen en zich vertrouwd mee voelen. Daarnaast dagen we deze kinderen ook uit met speelgoed van de BSO zodat zij zichzelf blijven ontwikkelen, waarbij we altijd kijken naar de behoeften en de leeftijd van de kinderen.
14 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-07-2015 Buitenschoolse Opvang ZoWieZo te HOORN NH