Inspectierapport
Buitenschoolse opvang Knikkebol Drechterwaard 9 1824 EX ALKMAAR Registratienummer 332809602
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hollands Noorden ALKMAAR 18 juni 2014 Regulier onderzoek Definitief 15 juli 2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................2 Observaties en bevindingen ...............................................................................................3 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................3 Personeel en groepen....................................................................................................4 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................5 Inspectie-items................................................................................................................6 Gegevens voorziening.......................................................................................................9 Gegevens toezicht............................................................................................................9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................9
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Algemeen Buitenschoolse (BSO) Knikkebol behoort tot de overkoepelende organisatie Rollebol en is gevestigd in de Huiswaard naast de Openbare Basisschool (OBS) Jules Verne. Er zijn drie groepsruimten voor elk 20 kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar. BSO Knikkebol is voornamelijk bedoeld voor schoolkinderen van pcbs De Prinsenhof, rkbs Regenboog Tochtwaard en obs Jules Verne. De dependance van BSO Knikkebol is aan de Tochtwaard in pcbs De Prinsenhof. Daar is ruimte voor nog één extra groep. Met de scholen wordt een gezamenlijk programma met naschoolse activiteiten georganiseerd. De accommodatie staat vrij met een groot buitenspeelterrein. Inspectiehistorie De laatste reguliere inspecties die hebben plaatsgevonden waren in december 2012 en oktober 2013. Tijdens de inspectie in 2012 zijn geen tekortkomingen geconstateerd. Tijdens de inspectie van oktober 2013 zijn tekortkomingen geconstateerd binnen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan. Dit betrof nieuwe eisen uit de Wet kinderopvang en daarvoor gold een overgangstermijn, waardoor handhaving niet nodig was. De inspectie Omdat in de voorgaande jaren geen overtredingen zijn geconstateerd waarop handhaving noodzakelijk was, heeft de gemeente Alkmaar geoordeeld dat een inspectie op een beperkt aantal items op deze locatie mogelijk is. In dit onderzoek is de nadruk gelegd op het pedagogisch klimaat, het aantal beroepskrachten op de groepen en hun diploma’s en verklaringen omtrent het gedrag, de beroepskracht-kindratio en de aspecten rondom de veiligheid en hygiëne. Sinds 1 januari 2014 is een wetswijziging van kracht. Met de herschikking van domeinen zijn verschillende inspectie-items samengevoegd. Dit resulteert in een nieuwe opmaak van het inspectierapport. Ongeacht een enkele tekstuele aanpassing, is de strekking van de voorwaarden onveranderd gebleven. Achter in het inspectierapport staan de verschillende inspectie- items en voorwaarden genoemd, met daarbij de verwijzing naar het betreffende wetsartikel. Conclusie Uit het huidige onderzoek is gebleken dat de houder aan alle voorwaarden voldoet. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 2 van 9 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 18-06-2014 Knikkebol te ALKMAAR
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Rollebol beschikt over een overkoepelend pedagogisch beleid en daarnaast over locatiespecifieke werkplannen. In deze locatiespecifieke werkplannen wordt de vertaalslag gemaakt van het overkoepelend pedagogisch beleid naar de praktijk. Dit locatiespecifieke werkplan wordt jaarlijks door de locatieverantwoordelijke herzien en inhoudelijk met de beroepskrachten besproken tijdens teamoverleg. Er vindt elke 3 maanden teamoverleg plaats. Beroepskrachten ontvangen nieuwe, actuele of herziene werkinstructies, protocollen of ander beleid voorafgaand of tijdens de werkoverleggen. Tijdens het overleg worden vragen en opmerkingen aangaande behandeld en de nodige aanpassingen doorgevoerd. Het pedagogisch werkplan en handelen staat jaarlijks in zijn geheel of tussentijds in delen op de agenda van het overleg Pedagogische praktijk Voor het toetsen van de pedagogische kwaliteit is een observatie-instrument gebruikt. Uit het inspectiebezoek is gebleken dat de pedagogische praktijk tijdens de observatie voldoet aan alle gestelde voorwaarden. Enkele voorbeelden (letterlijke citaten hieruit zijn cursief gedrukt): Observatie instrument: 'Beroepskrachten helpen het kind om zelf tot een oplossing te komen. Beroepskrachten geven uitleg, stellen vragen en geven advies zodat de eigen mogelijkheden en het zelfvertrouwen van een kind vergroot worden in deze en vergelijkbare situaties'. Praktijk: Een kind wordt gecorrigeerd omdat hij een ander kind had 'geslagen'. Omdat de beroepskrachten het kind kennen, werd hij eerst even apart gezet om tot rust te komen en te reflecteren. Kort daarop ging de beroepskracht het gesprek aan. De beroepskracht liet het kind praten en zelf de consequenties van zijn gedrag uitspreken. De beroepskracht gaf vervolgens uitleg en bood suggesties voor alternatieve handelingen in het vervolg. Het kind bedacht hier een passende variant op waarop hij duidelijk trost was. De beroepskracht complimenteerde zijn gedachtegang en liet de kinderen verder gaan in hun spel. Observatie instrument: 'De beroepskrachten geven de kinderen rust en ruimte om zelf te kiezen of mee te denken over wat zij willen doen'. Praktijk: De kinderen zitten samen aan tafel. Via het Rollebol Kindercentra aanbod voor diplomazwemmen, gaan niet veel later enkele kinderen zwemmen, waardoor nog druk gesproken wordt over het WK voetbal en de wedstrijd die zal volgen. Kinderen willen zich graag met passende schmink voorbereiden, de nagels lakken en elkaars outfit bewonderen. De beroepskrachten laten het gesprek en de planning voor de middag ontspannen toe en stellen verduidelijkende vragen over de specifieke invulling. De kinderen willen graag buitenspelen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatie coördinator) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan
3 van 9 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 18-06-2014 Knikkebol te ALKMAAR
Personeel en groepen De Overheid heeft besloten dat alle mensen, werkzaam in de kinderopvang of in het peuterspeelzaalwerk, continu moeten worden gescreend op functieaspecten passende bij hun functie. Wanneer aan de functieaspecten wordt voldaan, wordt een verklaring omtrent het gedrag afgegeven. De continue screening is ingegaan vanaf 1 maart 2013. Locatie Knikkebol heeft 3 basisgroepen. Bij de BSO werken 7 vaste beroepskrachten. De centrale planning van Rollebol is verantwoordelijk voor de planning en plaatsing. De beroepskracht-kindratio wordt berekend met behulp van de rekentool van het Ministerie. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef de verklaringen omtrent het gedrag (VOG) van personen werkzaam bij het kindercentrum beoordeeld. Iedereen in die steekproef was in bezit van een geldend VOG waarmee aan de voorwaarden is voldaan. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef de diploma’s van de beroepskrachten beoordeeld. Iedereen in die steekproef beschikte over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie, zoals in de CAO kinderopvang is opgenomen. Beroepskracht-kindratio Met de beroepskrachten is gesproken over de planning, bezetting en het samenvoegen met de dependance. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep(en) is correct. Opvang in groepen De BSO telt 3 basisgroepen. Elke groep is ingericht voor maximaal 20 kinderen per dag, onder begeleiding van 2 beroepskrachten per groep. Op rustige dagen wordt structureel samengevoegd. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatie coördinator) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster
4 van 9 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 18-06-2014 Knikkebol te ALKMAAR
Veiligheid en gezondheid De documenten die de toezichthouder nodig heeft om de veiligheid en gezondheid op het kindercentrum te beoordelen zijn na de inspectie digitaal toegestuurd. Er wordt voor de uitvoering van de risico-inventarisatie gebruik gemaakt van het sjabloon van Consument en Veiligheid, dat is aangepast naar de wensen van de organisatie. Wanneer een nieuwe inventarisatie is opgesteld, krijgen de beroepskrachten de nieuwe inventarisatie ter inzage aangeboden. Dit kunnen zij, net als aanvullend beleid, zoals het ongevallenregistratie formulier, terugvinden op het zgn. RKS (Rollebol KwaliteitsSysteem). Tijdens overleg worden herziene, nieuwe of actuele beleidsstukken doorgenomen. De beroepskrachten hebben het afgelopen jaar scholing gevolgd binnen de domeinen EHBO, bedrijfshulpverlening en hebben deelgenomen aan de Rollebol werkgroep Meldcode. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft in september 2013 de jaarlijkse risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd. In deze inventarisatie is aangegeven welke afspraken (werkafspraken / huisregels / protocollen e.d.) die eerder zijn vastgesteld en welke maatregelen met betrekking tot de inrichting en accommodatie van toepassing zijn. In de praktijk is gevraagd naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de risicoinventarisaties en de mogelijkheden die worden geboden om ervan kennis te kunnen nemen. De beroepskrachten zijn geïnformeerd tijdens werkoverleggen. Tijdens het gesprek is aangegeven dat bij de aanname van een nieuwe beroepskracht, met iedereen opnieuw het beleid wordt doorgenomen. Meldcode kindermishandeling De vanuit de Wet verplichte Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is op 1 juli 2013 in werking getreden. Tijdens de inspectie is over het welbevinden van kinderen, de werkgroep met betrekking tot de observatiemethode, kindermishandeling en de meldcode kindermishandeling gesproken. De locatiemanagers van Rollebol zijn opgeleid tot aandachtsfunctionaris kindermishandeling. De beroepskrachten zijn door de locatiemanager geïnformeerd. Noodzakelijke informatie aangaande de meldcode, zoals het telefoonnummer van de vertrouwensinspecteur, is voor de beroepskracht toegankelijk. Tijdens het gesprek met de beroepskrachten bleek dat zij inhoudelijk goed zijn geïnformeerd. De houder gebruikt de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld van de brancheorganisatie kinderopvang. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatie coördinator) Interview anderen (beroepskrachten) Risico-inventarisatie veiligheid (september 2013) Risico-inventarisatie gezondheid (september 2013) Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Veiligheidsverslag Gezondheidsverslag Huisregels/groepsregels Meldcode kindermishandeling (versie juli 2013)
5 van 9 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 18-06-2014 Knikkebol te ALKMAAR
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
6 van 9 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 18-06-2014 Knikkebol te ALKMAAR
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 7 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
7 van 9 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 18-06-2014 Knikkebol te ALKMAAR
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
8 van 9 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 18-06-2014 Knikkebol te ALKMAAR
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: Knikkebol : http://www.rollebol.nl : 60
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Rollebol Kindercentra Kennemerstraatweg 13 1814 GA ALKMAAR www.rollebol.nl 37095741
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hollands Noorden Postbus 324 1740 AH SCHAGEN 0224-720620 Mevrouw R. Kuipers
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: ALKMAAR : Postbus 53 : 1800 BC ALKMAAR
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Hoor en wederhoor Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
18-06-2014 07-07-2014 08-07-2014 08-07-2014 15-07-2014 15-07-2014
: 15-07-2014 : 16-07-2014
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
We hebben kennis genomen van de inhoud van het rapport en kunnen ons vinden in de bevindingen. We maken geen gebruik van de zienswijze.
9 van 9 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 18-06-2014 Knikkebol te ALKMAAR