Inspectierapport Gastouderopvang ZOWIEZO Kerkstraat AL WOGNUM Registratienummer

Inspectierapport

Gastouderopvang ZOWIEZO Kerkstraat 35 1687 AL WOGNUM Registratienummer 150397525

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:

GGD Hollands Noorden Medemblik 20 november 2014 Jaarlijks onderzoek Definitief 9 januari 2015

Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch beleid .......................................................................................................4 Personeel....................................................................................................................5 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................6 Ouderrecht..................................................................................................................9 Kwaliteit gastouderbureau............................................................................................ 11 Inspectie-items.............................................................................................................. 13 Gegevens voorziening..................................................................................................... 18 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 18 Bijlage: Zienswijze houder gastouderbureau ....................................................................... 19

Definitief inspectierapport gastouderbureau jaarlijks onderzoek 20-11-2014

Gastouderopvang ZOWIEZO te WOGNUM

2 van 20

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Algemeen: Gastouderbureau (GOB) ZoWieZo is een GOB dat gastouderopvang bemiddelt en begeleidt binnen Noord-Holland. Het GOB is onderdeel van de kinderopvangorganisatie ZoWieZo. Er zijn voor het GOB 5 bemiddelingsmedewerkers werkzaam. Inspectiehistorie: Tijdens de jaarlijks reguliere inspecties in 2010 en 2011 is geconstateerd dat de risicoinventarisaties veiligheid en gezondheid niet allemaal tijdig en juist werden ingevuld. Ook de evaluaties met vraagouders werden niet tijdig uitgevoerd en gedocumenteerd. Ten tijde van een nader onderzoek in november 2012, op aanwijzen van de gemeente Medemblik, is geconcludeerd dat de tekortkomingen die zijn geconstateerd in de reguliere inspectie van 2012 zijn opgelost. Op 8 oktober 2013 heeft het laatste inspectiebezoek plaatsgevonden. Er werd toen aan alle getoetste voorwaarden voldaan. Inspectie: Sinds1 januari 2014 is een wetswijziging van kracht. Met de herschikking van domeinen zijn verschillende inspectie-items samengevoegd. Dit resulteert in een nieuwe opmaak van het inspectierapport. Ongeacht een enkele tekstuele aanpassing, is de strekking van de voorwaarden onveranderd gebleven. Achterin het inspectierapport staan de verschillende inspectie-items en voorwaarden genoemd, met daarbij de verwijzing naar het betreffende wetsartikel. In 2014 zijn door de GGD Hollands Noorden gastouders bezocht om te beoordelen of zij een definitieve registratie in het landelijk register kinderopvang konden krijgen. Ook zijn er steekproefsgewijs gastouders van het GOB gecontroleerd in opdracht van verschillende gemeenten om te bepalen zij nog steeds voldoen aan de eisen van de Wet Kinderopvang en hun registratie kunnen behouden. Deze huisbezoeken hebben extra input aan praktijkvoorbeelden gegeven voor bespreking tijdens de inspectie van het GOB. De toezichthouder is goed ontvangen. De houder heeft op locatie de benodigde documenten inzichtelijk gemaakt en beleidsmatige vragen beantwoord. Conclusie: De houder voldoet aan de meeste voorwaarden die bij deze jaarlijkse inspectie zijn onderzocht. Verschillende voorwaarden binnen de domeinen ‘veiligheid en gezondheid’ en ‘kwaliteit gastouderbureau’ voldoen niet aan de getoetste voorwaarden. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.



3 van 20

Observaties en bevindingen Pedagogisch beleid Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein ‘pedagogisch beleid. Hier onder worden praktijkbevindingen beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is het beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Beoordeeld is, of de volgende competenties in het beleidsstuk in duidelijke en observeerbare termen staan omschreven:  emotionele veiligheid;  persoonlijke competentie;  sociale competentie;  overdracht van normen en waarden. Tevens is beoordeeld of het pedagogisch beleidsplan in duidelijke en observeerbare termen de volgende voorwaarden beschrijft:  leeftijdsopbouw en aantallen van de kinderen die door een gastouder worden opgevangen;  de eisen die aan het opvangadres worden gesteld. Pedagogisch beleidsplan Het pedagogisch beleidsplan waarborgt bovenstaande voorwaarden. Het geheel is duidelijk beschreven met een praktische vertaling naar de opvang door de gastouder. Het pedagogisch beleidsplan voldoet aan de gestelde eisen. Pedagogische praktijk Deskundigheidsbevordering vindt plaats middels thema-avonden en het aanbieden van studiemateriaal zoals bijvoorbeeld de thema-avond; omgaan met hoog sensitieve kinderen en creatieve gastouders. Voor in 2015 geeft de houder aan opvoedcursussen met praktijk gerichte casussen te gaan geven. Het pedagogisch beleidsplan moeten gastouders zich eigen maken door onder andere, minimaal 1 keer per jaar een cursus die de houder aanbiedt te volgen. Aan de getoetste voorwaarden is voldaan. Gebruikte bronnen: Interview houder gastouderbureau (Bemiddelingsmedewerker mevrouw L. Andrea en houder  mevrouw S. Veldink)  Pedagogisch beleidsplan (Op de website. Geen versie nummer/jaartal.)



4 van 20

Personeel Binnen dit domein zijn beroepskrachten steekproefsgewijs gecontroleerd op de personeelsformatie per gastouder en in het bezit zijn van een geldige verklaring omtrent het gedrag. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag Recent heeft de Overheid besloten dat alle mensen, werkzaam in de kinderopvang of peuterspeelzaalwerk, continu moeten worden gescreend op functieaspecten passende bij hun functie. Wanneer aan de functieaspecten wordt voldaan wordt een verklaring omtrent het gedrag afgegeven. De continue screening is ingegaan vanaf 1 maart 2013. De toezichthouder heeft de verklaring omtrent het gedrag van de bemiddelingsmedewerkers beoordeeld. Deze zijn aanwezig, ingezien en voldaan bevonden. Personeelsformatie per gastouder De houder van een gastouderbureau draagt er zorg voor dat per gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling. Hieronder wordt in ieder geval verstaan;  Werving van de gastouder  Het intakegesprek  Scholing en begeleiding van de gastouder  Het begeleiden van de GGD-toetsing  De koppeling van de gastouder en de vraagouder  Het koppelingsgesprek  Het evaluatiegesprek  Het beantwoorden van vragen van de gastouder  De bezoeken  Opleiding of training  Overleg op het gebied van begeleiding en bemiddeling  Administratie of het opstellen van overeenkomsten. Uit de gemaakte berekening blijkt dat de houder/bemiddelingsmedewerker genoeg uren heeft besteed aan begeleiding en bemiddeling per gastouder. Noodzakelijk in te zetten minimale uren: 183 (aantal aangesloten gastouders) x 16 uur (per gastouder te besteden aan begeleiding en bemiddeling) = 2928 uur (totaal minimaal te besteden door de 5 bemiddelingsmedewerker op jaarbasis). Er is voldoende formatie beschikbaar om zorg te dragen dat aan 183 gastouders minimaal 16 uur begeleiding en bemiddeling wordt besteed. Aan de getoetste voorwaarde is voldaan. Gebruikte bronnen: Interview houder gastouderbureau (Bemiddelingsmedewerker mevrouw L. Andrea en houder  mevrouw S. Veldink)  Verklaringen omtrent het gedrag  digitale contactmomenten.



5 van 20

Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein zijn de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Onder andere is gekeken naar de datum van inventarisatie en of de inhoud de actuele situatie betreft. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de gastouders met betrekking tot de risico-inventarisaties en de mogelijkheden die worden geboden om ervan kennis te kunnen nemen. Ook is binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis van de gastouders met betrekking tot de meldcode en de mogelijkheid om kennis te kunnen nemen van de meldcode. De documenten die de toezichthouder nodig heeft om de veiligheid en gezondheid op het GOB te beoordelen waren aanwezig op kantoor. GOB Zowiezo heeft de methode voor risico-inventarisatie aangepast. De risico-inventarisatie beschrijft alle in het toetsingskader vermelde thema's. De houder heeft dit jaar geen meldingen binnengekregen m.b.t. de ongevallenregistratie. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De bemiddelingsmedewerker heeft tijdens de inspectie aangegeven dat de gastouder wordt betrokken bij de risico-inventarisatie en dat de risico-inventarisatie samen met de bemiddelingsmedewerker in het huis van de gast- of vraagouder wordt uitgevoerd. Vraagouders tekenen diverse overeenkomsten, zoals: kind mag zelfstandig buiten spelen of kind loopt/fietst zelfstandig van school naar de gastouder. Deze overeenkomsten maken de werkwijze en afspraken die hierover gemaakt worden met het kind en de vraag- of gastouder niet inzichtelijk. In evaluatiegesprekken wordt niet aangegeven hoe de veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd. Met de houder is besproken wat het belang is te concretiseren waarvoor ouder(s) (en kinderen) tekenen. Het GOB is de partij die een eerste screening doet op de locatie waar de opvang gaat plaatsvinden. In de praktijk hebben incidenten met honden van gastouders die tot GOB Zowiezo behoren, plaatsgevonden. De inschatting van risico's m.b.t. huisdieren is ontoereikend gebleken, om de veiligheid op de opvanglocatie(s) te kunnen waarborgen. Protocollen of een omschrijving van een werkwijze m.b.t. de aanwezige huisdieren (honden) ontbreken in de praktijk. De bemiddelingsmedewerker geeft aan opnieuw de opvanglocatie(s) te hebben beoordeeld en dat door de gastouder(s) passende maatregelen zijn genomen om risico's te verkleinen. De GGD heeft de opvanglocatie(s) d.m.v. een zgn. incidenteel onderzoek opnieuw beoordeeld. De genomen maatregelen op de opvanglocatie bleken hierbij passend om risico’s omtrent de aanwezigheid van honden te verkleinen. Om tot een weldoordacht beleid te komen, moet de gastouder inzicht hebben in alle risico's die zich op zijn of haar opvanglocatie kunnen voordoen en maatregelen treffen die deze risico's afdoende beperken. Zonder dat inzicht zal een degelijk beleid niet veel meer zijn dan beleid, gebaseerd op incidenten. De bemiddelingsmedewerker geeft aan dat de risico-inventarisatie altijd worden besproken en dat protocollen ter inzage op de website staan. Uit de risico-inventarisatie komen geen actiepunten m.b.t. gedragsregels met daaraan gekoppelde termijnen naar voren. Afspraken hoe en binnen welk termijn gastouders huisregels, protocollen en werkinstructies eigen maken en hoe zij kennis actueel houden zijn niet beschreven.



6 van 20

Tijdens de steekproef (6) blijken vier EHBO-certificaten/pasjes van gastouders verlopen. De houder mailt twee weken na de inspectiedatum op 2 en 5 december 2014 een kopie van twee nieuwe pasjes van de gastouders (verloop datum: 1-4-2015 en 1-10-2015) naar de toezichthouder. Dit is niet volgens de overleg en overreding afspraak die tijdens de inspectie van het GOB nadrukkelijk met de houder is gemaakt. De houder kreeg de gelegenheid om de pasjes binnen enkele dagen te tonen. Van een derde gastouder (verloopdatum EHBO-certificaat:1-10-2014) stuurt de houder een bewijs van deelname theorie mee, het praktijkgedeelte dient de gastouder nog te volgen. Alleen geldige geregistreerde certificaten voldoen, een geplande herhalingscursus voldoet niet. Van de vierde gastouder is het EHBO-certificaat op 01-04-2014 al verlopen. Het GOB geeft aan deze voor gastouder 01-01-2015 uit te gaan schrijven. Gastouders dienen in het bezit te zijn van een geregistreerd EHBO-certificaat, zodat inzichtelijk is dat een gastouder tijdig en met succes een herhalingstoets heeft afgelegd. Opmerking toezichthouder: Het Oranje Kruis heeft aangeven aan dat de EHBO-certificaten als ze de eerste keer worden afgegeven twee jaar geldig zijn en er twee momenten in het jaar zijn waarop deze vervallen en dus ook verlengd kunnen worden. Dit betreft de periode rondom april en oktober. Als een pasje in oktober vervalt dan moet er voor die tijd een herhalingscursus gevolgd zijn en ontvangt iedere deelnemer in oktober een nieuw certificaat. Door het niet tijdig aanbieden van EHBO-herhalingscursussen kunnen gezondheidsrisico's niet als klein risico in de risico-inventarisatie worden geïnventariseerd. Het daadwerkelijk kunnen handelen, conform het plan van aanpak en overig beleid, om medische risico's te reduceren tijdens de opvanguren, kan niet door de gastouder en het GOB worden gewaarborgd. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.

De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder in het plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zijn respectievelijk worden genomen in verband met de beschreven veiligheidsrisico's. (art 1.51 en 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 5 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder in een plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zijn respectievelijk worden genomen in verband met de beschreven gezondheidsrisico's. (art 1.51 en art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 5 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders handelen volgens de opgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.56 lid 1 en art 1.56b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)



7 van 20

Meldcode kindermishandeling De bij de wet verplichte Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is op 1 juli 2013 in werking getreden. Tijdens de inspectie is over het welbevinden van kinderen, kindermishandeling en de meldcode kindermishandeling gesproken. De houder verwoord goed wat de signalen zijn in de praktijk en waartoe de meldcode dient. Alle gastouders hebben een samenvatting van het protocol gekregen met hierin het stappenplan en de signaleringslijst. Het GOB organiseert de cursus 12 keer per jaar (meldcode kindermishandeling) gastouders moeten deze 1 keer per jaar verplicht volgen. Een maatregel die op 1 juli 2013 is ingegaan betreft de melden overlegplicht voor de houder voor gewelds- of zedendelicten. De overlegplicht betekent dat een houder wettelijk verplicht is om contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs als hij aanwijzingen heeft dat een medewerker/gastouder een gewelds- of zedendelict heeft begaan en een kind hiervan het slachtoffer is geworden. Voor een medewerker/gastouder geldt dat deze kan overleggen met de vertrouwensinspecteur, indien melden bij een leidinggevende of de directie niet mogelijk is. De vertrouwensinspecteur kan de werknemer/gastouder helpen bij het doen van aangifte, indien de medewerker/gastouder aanwijzingen heeft dat een houder/collega/huisgenoot zich schuldig maakt aan seksueel of ander geweld tegen een kind. GOB Zowiezo gebruikt de meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. In het stappenplan is de mogelijkheid om de vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs te benaderen niet opgenomen. In de sociale kaart van de meldcode is het telefoonnummer van de vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs niet opgenomen. Bij navraag aan de bemiddelingsmedewerkers blijken zij niet op de hoogte van de toevoeging en de mogelijkheid om deze te benaderen bij een vermoeden van kindermishandeling. Gastouders moeten hiervan op de hoogte zijn. Dit is de verantwoordelijkheid van het GOB om dit bij gastouders onder de aandacht te brengen. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.

De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.

(art 1.51a lid 1 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 8 lid 1 en 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode bij het personeel. (art 1.51a lid 1 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Gebruikte bronnen: Interview houder gastouderbureau (Bemiddelingsmedewerker mevrouw L. Andrea en houder  mevrouw S. Veldink)  Risico-inventarisatie veiligheid (steekproef rie van gastouders)  Risico-inventarisatie gezondheid (steekproef rie van gastouders)  Actieplan veiligheid (steekproef actieplan gastouders)  Actieplan gezondheid (steekproef actieplan gastouders)  Ongevallenregistratie  Huisregels/groepsregels (Website Zowiezo)  Meldcode kindermishandeling (Versie juli 2013.)



8 van 20

Ouderrecht Binnen dit domein is beoordeeld hoe de houder de ouders betrekt en informeert inzake het beleid. Tevens is gekeken naar de klachtenprocedure van het gastouderbureau. Ouders dienen in de gelegenheid te worden gesteld medezeggenschap te kunnen uitoefenen. Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid middels: - de website www.zowiezo.nu - intakegesprekken; - persoonlijk en telefonisch contact. Het GOB biedt ouders bij inschrijving een zgn. keuze pakket aan. Ouders kunnen een keuze maken uit een Zowiezo Zorgeloos pakket of een zelfdoen pakket. Het voornaamste verschil hierin is of een vraagouder zelf met een gastouder koppelt, of niet. Zo wel, dan kan het GOB de vraagouder het goedkopere zelfdoen pakket aanbieden. Op de website van GOB Zowiezo staat onder verwijzing 'downloads' het meest recente inspectierapport van de GGD. De toezichthouder constateert dat de houder voldoet aan de wettelijke eisen op het gebied van informatie aan de ouders. Oudercommissie Het item met betrekking tot de oudercommissie is inhoudelijke niet nader beoordeeld omdat de oudercommissie net ingesteld is. Dit zal tijdens de volgende inspectie opnieuw worden beoordeeld. De houder heeft 3 leden geworven 19-01-2015 vindt de eerste bijeenkomst plaats. Klachten De organisatie is aangesloten bij de Klachtencommissie Kinderopvang. De sKK stelt voor het behandelen van klachten onafhankelijke commissies samen bestaande uit drie deskundige mensen met ondersteuning van een ambtelijk secretaris. De deskundigheden liggen op verschillende terreinen, zoals juridisch, organisatorisch, pedagogisch, didactisch en analytisch denken gecombineerd met ervaring met het behandelen van klachten. De klacht wordt afgehandeld volgens een vastgesteld reglement. Dit reglement voldoet aan de wettelijke voorschriften. Het item met betrekking tot de oudercommissie is inhoudelijke niet nader beoordeeld omdat de oudercommissie net ingesteld is. Dit zal tijdens de volgende inspectie opnieuw worden beoordeeld. Getoetst wordt of ouders geïnformeerd worden met betrekking tot het bestaan van een externe klachtenregeling. In de klachtenprocedure van GOB Zowiezo staat: ‘Wij hopen dan uw klacht naar tevredenheid te hebben opgelost. Wanneer dit echter niet zo is kunt een externe klachtenprocedure opstarten’. Bij het onder de aandacht brengen van de regeling moet duidelijk zijn dat een ouder zich te allen tijde rechtstreeks en zonder tussenkomst van de houder tot de externe klachtencommissie kan richten. De houder mag niet de indruk wekken dat een ouder eerst de interne procedure moet doorlopen, eer hij de klacht kan deponeren. Het klachten jaarverslag van 2013 is niet aan de GGD verzonden.



9 van 20

Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.

De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van vraagouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder zendt het klachtenverslag van vraagouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

Gebruikte bronnen: Interview houder gastouderbureau (Bemiddelingsmedewerker mevrouw L. Andrea en houder  mevrouw S. Veldink)  Reglement oudercommissie  Website (www.zowiezo.nu)  Klachtenregeling (Website 16-12-2014)



10 van 20

Kwaliteit gastouderbureau Er heeft tijdens de inspectie een steekproef plaatsgevonden in de administratie van het GOB. Hierbij zijn de vereiste documenten van diverse ouders en gastouders ingezien. Kwaliteitscriteria Zes gastouderdossiers zijn door de toezichthouder steekproefsgewijs gecontroleerd. In vijf dossiers ontbreken documenten m.b.t. begeleiding en bemiddeling. De toezichthouder heeft papieren en digitale dossiers ingezien en het e-mailverkeer tussen GOB en gast-vraagouders is door de bemiddelingsmedewerker inzichtelijk gemaakt. Hieruit kwam naar voren dat de evaluatiegesprekken die normaal op jaarbasis aangeboden worden aan de gastouders, niet bij deze gastouders hebben plaatsgevonden. Hiermee worden bezoeken bedoeld zoals in artikel 11a, eerste lid, onder f: een voorziening van gastouderopvang dient in ieder geval twee maal per jaar te bezoeken in het kader van de te voeren gesprekken. Tevens is bij twee van deze gastouders niet inzichtelijk of na het intakegesprek van de vraagouder met het GOB een koppelingsgesprek heeft plaatsgevonden met de gastouder. Uit het oogpunt van continuïteit van de kwaliteit wordt de opvang jaarlijks met de vraagouder geëvalueerd. De resultaten van dit gesprek moeten schriftelijk worden vastgelegd. (Besluit kwaliteit Artikel 9 vierde lid). Gebleken is dat bij de gastouders uit de steekproeven 14 vraagouders zijn bemiddeld waarmee het afgelopen jaar (jaren) geen jaarlijkse voortgangsgesprek(ken) hebben plaatsgevonden. In verband met een lopend handhavingstraject bij een gastouder deze casus besproken tijdens de inspectie op het GOB. Bij deze gastouder is dit jaar een overtreding op de beroepskracht-kindratio geconstateerd. Een nader onderzoek heeft dit jaar bij de gastouder plaatsgevonden waarbij is gebleken dat de overtreding is niet verholpen. De gastouder biedt teveel kinderen een opvangplaats aan met medeweten van het GOB. Het GOB heeft tijdens de inspectie besloten de gastouder te gaan uitschrijven. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.

De houder draagt er zorg voor dat per adres waar opvang plaatsvindt beoordeeld wordt hoeveel kinderen en van welke leeftijd verantwoord opgevangen kunnen worden. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 14 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11b lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor een koppelingsgesprek voor elke nieuwe koppeling tussen vraagen gastouder in de woning waar de opvang plaats vindt.

(art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat ieder opvangadres minstens twee maal per jaar wordt bezocht, waarbij het jaarlijkse voortgangsgesprek met de gastouder een onderdeel is van één van deze bezoeken. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub d en f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder evalueert jaarlijks mondeling de gastouderopvang met de vraagouders en legt deze schriftelijk vast.

(art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)



11 van 20

Administratie gastouderbureau Het GOB is een organisatie die gastouderopvang tot stand brengt en begeleidt en door tussenkomst van wie de betaling van ouders aan gastouders geschiedt. Om inzicht te krijgen in de betalingen heeft de toezichthouder tijdens de inspectie bij het GOB naar de administratie gekeken hoe de kassiersfunctie van Zowiezo werkt. De toezichthouder heeft een steekproef (7) genomen waaruit de betaling van en naar het GOB en gastouder/ vraagouder inzichtelijk is. Na ontvangst van de gastoudervergoeding door de vraagouder verzorgt GOB Zowiezo de betaling aan de gastouder. Bij een betalingsachterstand langer dan 3 maanden van de vraagouder naar de gastouder wordt via het GOB de opvang stopgezet. Vraagouders en gastouders hebben zicht op de factuur via een eigen code voor het webportal. Voor de gastouders die aangesloten zijn bij GOB Zowiezo heeft de houder, in het kader van de continu screening, nieuwe verklaringen omtrent gedrag aangevraagd. Uit de steekproef is gebleken dat de VOG van gastouder F. afgifte datum 22-10-2010 is verlopen. Personen met een VOG waarop een datum staat van 30 juni 2011 of eerder moeten uiterlijk 1 januari 2014 een nieuwe VOG hebben. Tijdens de inspectie vertelt de bemiddelingsmedewerker dat de risico-inventarisatie wordt uitgevoerd door de bemiddelingsmedewerker van GOB Zowiezo samen met de GO en dat ze deze beide tekenen. Uit een genomen steekproef blijkt dat niet alle risico-inventarisaties zijn ondertekend. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.

De administratie van het gastouderbureau bevat kopieën van de verklaringen omtrent gedrag van de gastouders en andere personen zoals huisgenoten van 18 jaar en ouder die op hetzelfde adres hun hoofdverblijf hebben, vrijwilligers en stagiar(e)s. (art 1.56 en 1.56b lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub b Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De administratie van het gastouderbureau bevat een door de gastouder en bemiddelingsmedewerker ondertekende versie van iedere risico-inventarisatie.

(art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 en 2 sub c Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Gebruikte bronnen: Interview houder gastouderbureau (Bemiddelingsmedewerker mevrouw L. Andrea en houder  mevrouw S. Veldink)  Website (www.zowiezo.nu)



12 van 20

Inspectie-items Pedagogisch beleid Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat gastouderbureau kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 12a lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de leeftijdsopbouw en aantallen van de kinderen die door een gastouder worden opgevangen. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 12a lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch plan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de eisen die gesteld worden aan de adressen waar opvang plaatsvindt. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 12a lid 1 sub c en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Pedagogische praktijk De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders het pedagogisch beleid uitvoeren. (art 1.56 lid 1 en 1.56b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Personeel Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.56 lid 3 en 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van personen werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden aan de houder van het gastouderbureau overgelegd. (art 1.56 lid 3 en 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van personen werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.56 lid 3 en 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.56b lid 3 en 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Personeelsformatie per gastouder De houder draagt er zorg voor dat er per aangesloten gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling. (art 1.56 lid 7 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; artikel 11b lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)



13 van 20

Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder op elk opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de veiligheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden. (art 1.51, 1.56 lid 1 en 2 en 1.56b lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de veiligheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt. (art 1.51, 1.56 lid 1 en 2 en 1.56b lid 6 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt, beschrijft op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.51 en 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2, 3 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder in het plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zijn respectievelijk worden genomen in verband met de beschreven veiligheidsrisico's. (art 1.51 en 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 5 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie veiligheid inzichtelijk is voor de vraagouders. (art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders handelen volgens de opgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.56 lid 1 en art 1.56b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder op elk opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de gezondheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden. (art 1.51, 1.56 lid 1 en 2 en 1,56b lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de gezondheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt. (art 1.51, 1.56 lid 1 en 2, 1.56b lid 6 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt, bijschrijft op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.51 en 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2, 3 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder in een plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zijn respectievelijk worden genomen in verband met de beschreven gezondheidsrisico's. (art 1.51 en art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 5 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie gezondheid inzichtelijk is voor de vraagouders. (art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)



14 van 20

De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders handelen volgens de opgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.56 lid 1 en art 1.56b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a lid 1 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 8 lid 1 en 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode bij het personeel. (art 1.51a lid 1 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode bij alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders. (art 1.51a lid 1 en 4 en art 1.56 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Ouderrecht Informatie De houder laat in de schriftelijke overeenkomst met de vraagouder duidelijk zien welk deel van het betaalde bedrag naar het gastouderbureau gaat (uitvoeringskosten) en welk deel van het betaalde bedrag naar de gastouder gaat. (art 1.56 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11b Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder informeert de vraagouders over het te voeren beleid. (art 1.54a lid 1 en 1.56 lid 6 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 6 en art 11 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 12a lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor een goede bereikbaarheid van het gastouderbureau voor de vraagouder en de gastouder en informeert de vraagouders en gastouders hierover.

(art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11b lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder informeert vraagouders, gastouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is, legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor vraagouders, gastouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54a lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. (art 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. (art 1.59 lid 2 sub a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. (art 1.59 lid 2 sub b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. (art 1.59 lid 2 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. (art 1.59 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder heeft een oudercommissie ingesteld.

(art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder en personen werkzaam bij het gastouderbureau zijn geen lid. (art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)



15 van 20

De leden worden gekozen uit en door de vraagouders. (art 1.58 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van vraagouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder brengt de klachtenregeling voor vraagouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

Een houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor vraagouders werkt met een reglement. (art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. (art 2 lid 5 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder leeft geheimhoudingsplicht na.

(art 2 lid 4 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van vraagouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder zendt het klachtenverslag van vraagouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

Kwaliteit gastouderbureau Kwaliteitscriteria De houder draagt er zorg voor dat per adres waar opvang plaatsvindt beoordeeld wordt hoeveel kinderen en van welke leeftijd verantwoord opgevangen kunnen worden.

(art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 14 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11b lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders tijdens de opvang de voorgeschreven voertaal spreken (art 1.56 lid 1, 1.56b lid 6 en 1.55 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de gastouder.

(art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de vraagouder. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor een koppelingsgesprek voor elke nieuwe koppeling tussen vraagen gastouder in de woning waar de opvang plaats vindt. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat ieder opvangadres minstens twee maal per jaar wordt bezocht, waarbij het jaarlijkse voortgangsgesprek met de gastouder een onderdeel is van één van deze bezoeken. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub d en f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder evalueert jaarlijks mondeling de gastouderopvang met de vraagouders en legt deze schriftelijk vast.

(art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)



16 van 20

Administratie gastouderbureau De administratie van het gastouderbureau bevat een schriftelijke overeenkomst per vraagouder. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub c Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De administratie van het gastouderbureau bevat kopieën van de verklaringen omtrent gedrag van de gastouders en andere personen zoals huisgenoten van 18 jaar en ouder die op hetzelfde adres hun hoofdverblijf hebben, vrijwilligers en stagiar(e)s.

(art 1.56 en 1.56b lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub b Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van de vraagouders aan het gastouderbureau inzichtelijk.

(art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub d Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van het gastouderbureau aan de gastouder inzichtelijk.

(art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub e Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De administratie van het gastouderbureau bevat een door de gastouder en bemiddelingsmedewerker ondertekende versie van iedere risico-inventarisatie.

(art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 en 2 sub c Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De administratie van het gastouderbureau bevat één overzicht van de omvang en de samenstelling van de oudercommissie. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 2 sub d Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De administratie van het gastouderbureau bevat één overzicht van alle bij dat gastouderbureau werkzame beroepskrachten.

(art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 2 sub a Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De administratie van het gastouderbureau bevat één overzicht van alle door het gastouderbureau bemiddelde kinderen. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 2 sub f Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De administratie van het gastouderbureau bevat één overzicht van alle bij dat gastouderbureau aangesloten gastouders.

(art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub a Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)



17 van 20

Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen

: Gastouderopvang ZOWIEZO : http://www.zowiezo.nu :

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer

: : : : :

Gastouderopvang ZOWIEZO Kerkstraat 35 1687 AL WOGNUM www.zowiezo.nu 37127943

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

GGD Hollands Noorden Postbus 324 1740 AH SCHAGEN 0224-720620 Mevrouw E. Horvath

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: Medemblik : Postbus 45 : 1687 ZG WOGNUM

Gegevens toezicht

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Hoor en wederhoor Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : : :

20-11-2014 19-12-2014 31-12-2014 31-12-2014 09-01-2015 09-01-2015

: 09-01-2015 : 10-01-2015



18 van 20

Bijlage: Zienswijze houder gastouderbureau De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

Zienswijze Concept Inspectierapport 20-11-2014 Inspecteur: Evelien Horvath Naar aanleiding van de aangekondigde inspectie van 20 november jl. willen wij hierbij graag de zienswijze toesturen. Pedagogisch Beleid / Pagina 4 We zien elk jaar onze Gastouders minimaal een keer per jaar voor de cursus Pedagogisch Beleidsplan. De cursus duurt ongeveer 2,5 uur en elk jaar wordt er een ander deel van ons Pedagogisch Beleidsplan uitgediept. Gastouders ontvangen een certificaat voor de gevolgde cursus. We vinden het juist belangrijk dat we de Gastouders zien, daarom kiezen we niet voor een online cursus. Veiligheid en Gezondheid / Pagina 6 Er zal een verdieping komen op verschillende punten binnen de Risico Inventarisatie. Er zal meer concreet en inzichtelijk gemaakt worden voor welke afspraken getekend zal worden. Tijdens de inspectie is een evaluatie gelezen door inspecteur E. Horvath. Hieruit bleek onvoldoende uit naar voren te komen hoe de veiligheid van kinderen gewaarborgd wordt. Echter is hier tijdens het betreffende evaluatiegesprek wel over gesproken, maar in het evaluatieverslag niet inzichtelijk gemaakt. In evaluatieverslagen die volgen zullen concrete afspraken meer inzichtelijk gemaakt worden. Er zal meer verdieping worden gegeven in de evaluatieverslagen. Er is in 2014 een melding gemaakt van twee bijtincidenten bij Gastouders werkzaam bij ons buro. In onze Risico Inventarisatie wordt het punt huisdieren altijd nauwkeurig besproken. Er wordt altijd besproken met de Gastouder dat de Gastouder een huisdier nooit alleen laat met de Gastkinderen. Op deze manier wordt het risico wel degelijk in kaart gebracht. Op ons formulier Verklaring Risico’s wordt vermeldt dat er een hond aanwezig is in de woning. Ouders tekenen dit formulier. Echter er is geen protocol aanwezig met bijpassend formulier. Dit protocol en formulier is gemaakt en zal zo spoedig mogelijk besproken en geïmplementeerd worden. Een formulier wordt bewaard in de Gastoudermap van de Gastouder, een kopie van dit formulier wordt aan het dossier van de Gastouder gehangen. In het conceptrapport staat dat de protocollen ter inzage op de website staan. Protocollen staan niet alleen maar ter inzage op de website, ook zijn de protocollen inzichtelijk gemaakt in de Gastoudermap. Onder de uit de steekproef genomen Gastouders waren van enkele Gastouder het EHBO pasje niet inzichtelijk. Door het foutief opslaan van een van die pasjes kon deze niet inzichtelijk gemaakt worden. Na de inspectie zijn drie van de vier pasjes alsnog toegestuurd. Een pasje ontbreekt nog door het extern volgen van de EHBO cursus. Meldcode Kindermishandeling / Pagina 8 De vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs staat niet in het stappenplan van de meldcode. Ook het telefoonnummer van de vertrouwensinspecteur is niet opgenomen op de sociale kaart. Het stappenplan en de sociale kaart zal worden aangepast en verspreid worden onder onze Gastouders. Bm’ers zijn niet op de hoogte van de mogelijkheid om deze vertrouwensinspecteur te benaderen bij een vermoeden van kindermishandeling. Ook Gastouders zijn hiervan niet op de hoogte. Het is de verantwoordelijkheid van het GOB om dit onder de aandacht te brengen. Tijdens de cursus Meldcode Kindermishandeling zal dit eveneens besproken worden.



19 van 20

Ouderrecht / Pagina 9 Het jaarverslag klachten 2013 is tijdens de inspectie aan inspecteur E. Horvath getoond, echter niet voor 1 juni 2014 verzonden. De klachten procedure is inmiddels aangepast. Duidelijk is nu dat ouders zich te allen tijde kunnen richten tot de externe klachtencommissie, zonder eerst de klacht intern te hoeven deponeren. Kwaliteit Gastouderburo Uit het concept rapport blijkt dat uit de steekproef blijkt dat evaluaties verlopen zijn/niet gedaan zijn. Hier zal in 2015 nauwkeurig op gelet worden. Uit de agenda’s van de bemiddelingsmedewerkers komt een maand van tevoren een melding naar voren dat een evaluatie, Risico Inventarisatie of voortgangsgesprek verloopt. Op deze manier kunnen we dit ondervangen. Administratie Gastouderburo In het conceptrapport staat dat de VOG van Gastouder F is verlopen. Niet duidelijk is om welke Gastouder dit gaat. Uit onze administratie blijkt dat alle VOG’s aanwezig zijn. Slot zienswijze: Wij zijn van mening dat we een professioneel Gastouderburo zijn. We proberen altijd op nieuwe dingen vooruit te lopen en zullen nu en in de toekomst verbeteringen blijven aanbrengen. Wij bedanken inspecteur E. Horvath voor haar kritische blik. Met vriendelijke groet, Laura Andrea

ZoWieZo kinderopvang Kerkstraat 35 1687 AL Wognum



20 van 20

Inspectierapport Gastouderopvang ZOWIEZO Kerkstraat AL WOGNUM Registratienummer

Recommend Documents