Inspectierapport Kindercreche Pionier (KDV) Kromstraat NH VALKENSWAARD Registratienummer

Inspectierapport Kindercreche Pionier (KDV) Kromstraat 12 5554NH VALKENSWAARD Registratienummer 235355495

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:

GGD Brabant-Zuidoost VALKENSWAARD 27-11-2014 Regulier onderzoek Definitief 19-12-2014

Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 8 Inspectie-items ................................................................................................................... 9 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 11 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 12

2 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 27-11-2014 Kindercreche Pionier te VALKENSWAARD

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing De Horizon biedt al 25 jaar kinderopvang in Valkenswaard en Dommelen. De Horizon is begonnen in 1984 met kinderen van 0-4 jaar. Sinds 1997 bieden zij ook buitenschoolse opvang (BSO) van 413 jaar. De Horizon biedt op 3 locaties dagopvang aan en op 5 locaties BSO. Daarnaast wordt er ook voorschoolse opvang (VSO) en tussenschoolse opvang (TSO) aangeboden. De VSO vindt plaats op de BSO locaties Schepelweijen en het Smelleken. Vanaf 1 januari 2009 is Stichting kinderopvang De Horizon gefuseerd met Stichting Kinderstad BV. Het hoofdkantoor van Kinderstad is gevestigd in Tilburg. Kinderstad is een professionele aanbieder van kinderopvang voor kinderen van 0-13 jaar. De organisatie exploiteert kindercentra in Tilburg, Eindhoven, Leende, Waalre en Valkenswaard. De houder exploiteert ook een gastouderbureau. Kinderopvang De Pionier is gehuisvest in basisschool de Pionier. De ingang van het kindercentrum bevindt zich aan de linkerzijde van het pand. Samen met de basisschool en peuterspeelzaal het Hummelhofje (Peuterdorp Valkenswaard) vormen zij een brede school. Op deze locatie wordt op maandag t/m donderdag dagopvang aangeboden. De dagopvang bestaat uit één stamgroep (0-4 jaar) van maximaal 16 kinderen. De opvang vindt plaats in een modern vormgegeven groepsruimte. Ondanks het feit dat de ruimte al 6 jaar in gebruik is, oogt de groep min of meer nieuw. De vriendelijk ogende groepsruimte ademt en zeer verzorgde en huiselijke sfeer. Inspectiegeschiedenis Tijdens een in 2012 uitgevoerde inspectie is geconstateerd dat er aan alle eisen is voldaan. Op 21 november 2013 is het kindercentrum bezocht voor een regulier onderzoek. Tijdens de inspectie is geconstateerd dat de risico-inventarisatie niet volledig voldeed. Het knelpunt is (in het kader van Overleg en Overreding) nog voor het vaststellen van het rapport komen te vervallen. Voortgang De huidige inspectie, uitgevoerd op donderdag 27 november 2014, betreft een onaangekondigd bezoek waarbij de pedagogische praktijk, het vierogenprincipe, een aantal items met betrekking tot de inzet van personeel, de opvang in groepen is beoordeeld. Tijdens de observatie op de groep is de sfeer bijzonder rustig en ontspannen. Op grond van de huidige inspectie is geconstateerd dat op alle getoetste punten wordt voldaan aan de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen. De dagopvang is met 16 kindplaatsen geregistreerd. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Verzachtende omstandigheid. Vanwege de in de zienswijze door de houder geschetste omstandigheden, adviseert de toezichthouder niet te handhaven tot er uitsluitsel is met betrekking tot de gelijkstellingsprocedure inzake de kwalificatie van de beroepskracht. 3 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 27-11-2014 Kindercreche Pionier te VALKENSWAARD

Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen het domein ‘Pedagogische praktijk’ zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: • emotionele veiligheid • persoonlijke competentie • sociale competentie • overdracht van normen en waarden. Daarnaast is het vierogenprincipe (inclusief de beschrijving in pedagogisch beleid) beoordeeld. Pedagogische praktijk Op donderdag 27 november 2014 heeft er een observatie plaatsgevonden op de groep plaatsgevonden. Er is aan het begin van de ochtend geobserveerd. Er zijn op 6 kinderen en 2 pedagogisch medewerkers aanwezig. Na de verschoonronde wordt er geknutseld. Daarna is er tijd voor vrij spel. Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (januari 2014). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de cursieve beschrijving uit het veldinstrument volgt een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Tijdens de observatie is gezien dat aan de vier basisdoelen van de pedagogische praktijk wordt voldaan. Emotionele veiligheid Het bieden van emotionele veiligheid is van primair belang, niet alleen omdat het bijdraagt aan het welbevinden van de kinderen nu, maar ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg staat. Als een kind zich niet veilig voelt, gaat het niet op ontdekking uit en durft het geen nieuwe uitdagingen aan te gaan. Het kind ontwikkelt geen zelfvertrouwen en er kan geen sprake zijn van innerlijke groei door positieve ervaringen. Er heerst een positieve en enthousiasmerende sfeer in de groep. Observatie Bij aankomst op het kinderdagverblijf valt op dat er een bijzonder rustige sfeer heerst op de groep. Dit is deels te wijten aan de lage bezetting. Daarnaast komt dit voort uit het feit dat de pedagogisch medewerkers de kinderen op een rustige manier aanspreken. De toon van de gevoerde gesprekken kan als vriendelijk en hartelijk getypeerd worden. De kinderen hebben zichtbaar lol als ze met de Wesco-kussens spelen. Er wordt met regelmaat gelachen. Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen Observatie Op de groep werken 3 vaste pedagogisch medewerkers (en er zijn 2 vaste oproepkrachten). Er is één groep dagopvang waardoor de kinderen steeds dezelfde kinderen zien. De pedagogisch medewerkers werken op vaste dagen. Beroepskrachten hebben een respectvolle houding naar de kinderen. Observatie


Kinderen worden voorbereid op wat er gaat gebeuren. Als men gaat knutselen wordt dat tijdig aangekondigd. Als een kind wil weten wat ze gaan doen zegt de pedagogisch medewerker het volgende: ‘Ga dat maar eens aan N. Vragen (die een knutselactiviteit voorbereid), die weet wat we gaan doen’. Het meisje stemt daarmee in en hoort dat ze mijters gaan stempelen. Tijdens de verschoonronde wordt er ‘geoefend’ met het potje. Als een kindje aangeeft daar nog niet op te willen zitten wordt dit gerespecteerd. Beroepskrachten reageren (meestal) op een warme en ondersteunende manier op kinderen. Observatie Wanneer een kindje zich ‘bezeert’, krijgt ze ven extra aandacht van de pedagogisch medewerker. Na een kus op het handje kan ze al snel weer verder spelen! Wanneer een kindje ietwat angstig reageert op het bezoek van de toezichthouder, wordt het meisje geruststellend toegesproken. De pedagogisch medewerker laat het kindje weten dat die meneer ‘niets doet’ en dat ze gewoon kan spelen. Als ze toch een beetje in een hoekje blijft staan om de kat uit de boom te kijken, komt de pedagogisch medewerker haar ophalen om bij de andere te komen spelen. Ze zegt: ‘Ik zag je kijken maar niet duren’. Hand in hand lopen ze naar de andere kant van de groepsruimte. Persoonlijke competentie Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op hun omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd. Exploratie en spel zijn intrinsiek gemotiveerd; de kwaliteit van exploratie en spel is een voorspeller van hun latere creativiteit, onafhankelijkheid en veerkracht. De kinderen worden uitgenodigd tot participatie. Observatie De zelfstandigheid van de kinderen wordt actief gestimuleerd. Als kinderen van de Wesco-kussen willen springen legt de pedagogisch medewerker een mat voor de kussens neer zodat de kinderen zacht terecht komen als ze zouden vallen. Hierna hebben ze vrij baan om te ravotten. De pedagogisch medewerker nodigt een kindje dat van afstand toe kijkt uit om mee te doen. Wanneer een kindje die niet alleen durft te springen, wordt het handje vastgehouden zodat ze toch met de anderen mee kan doen. Er wordt met regelmaat waardering voor de kinderen uitgesproken. Door het geven van complimentjes wordt het positief zelfbeeld versterkt. De kinderen worden aangemoedigd door op te merken dat ze het heel goed doen. De pedagogisch medewerker zegt: ‘Jullie zijn knappe kinderen hoor!’. Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. Observatie Door de inrichting van de groepsruimte is er een gevarieerd spelaanbod. Er is onder meer een keukentje, een auto-mat en een kindertafel. In de open kasten staan manden met speelgoed waarvan de inhoud op een foto is afgebeeld. Ook is er een extra ruimte die als het ‘babyhuisje’ wordt aangeduid. In deze ruimte, die is bedoeld voor kinderen die nog niet kunnen lopen, ligt een speelmat met babyspeelgoed. Er is aandacht voor leermomenten. Observatie Door met thema’s te werken kunnen begrippen worden geconcretiseerd met activiteiten zoals het zingen van liedjes, lezen van versjes en het maken van ‘werkstukjes’. Men draagt er zorg voor dat kinderen spelenderwijs bekend raken met begrippen zoals de seizoenen en de verschillende feestdagen. In het kader van het thema ‘herfst heeft men onder meer bladeren geplakt en spinnetjes en uiltjes geknutseld. Ook alledaagse momenten worden aangegrepen om te leren. Voordat er gesprongen wordt telt men bijvoorbeeld samen tot 3. Als er geknutseld wordt benoemd met de kleuren van de mijter. 5 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 27-11-2014 Kindercreche Pionier te VALKENSWAARD

Als er activiteiten georganiseerd worden, staat Dikkie Dik steeds centraal. De pedagogisch medewerker geeft aan dat verhaaltjes de Dikkie Dik het uitgangspunt vormen voor activiteiten. Dikkie Dik doet ook dienst als logeer-beer. De kinderen nemen hem om beurten mee naar huis. Sociale competentie Het samenzijn met vertrouwde pedagogisch medewerkers en bekende leeftijdsgenoten bevordert de ontwikkeling van relaties en bevordert dus een gevoel van veiligheid. Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. In een vertrouwde groep leeftijdsgenoten kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling. Observatie De beroepskrachten moedigen interactie tussen leeftijds- en/of groepsgenootjes actief aan. Dit doet men onder meer door in kleine (leeftijds-)groepjes te werken. Als een kind de logeer-beer mee naar huis heeft genomen, besteed men daar in de kring aandacht aan de belevenissen tijdens het logeerpartijtje. Thuis wordt een boekje ingevuld waarin de avonturen (vaak met foto’s) zijn beschreven. Dit wordt in de kring besproken. Als twee kinderen hetzelfde wandelwagentje willen hebben (en er dus geduwd en getrokken wordt), vraagt de pedagogisch medewerker de kinderen wie het wagentje als eerste had. Als een meisje aangeeft dat zij dat was, vraagt ze aan de ander of dit klopt. Wanneer hij dat beaamt, stelt de pedagogisch medewerker voor dat het meisje als eerste met het wagentje mag spelen. De jongen krijgt, tot hij zelf aan de beurt is, even een ander karretje. Daarmee is het ‘probleem’ opgelost. De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. Observatie De pedagogisch medewerkers zien erop toe dat de kinderen rekening met elkaar houden. Zo leert men de kinderen die aan het springen zijn, om op elkaar te wachten. Groepsspelletje worden gebruikt om het samenspel te bevorderen. Tijdens de inspectie zitten de kinderen in de bus (een rij stoeltjes). Er wordt wamen gezongen. Overdracht van normen en waarden Het gedrag van de groepsleiding speelt een cruciale rol bij de morele ontwikkeling van kinderen. Door de reactie van groepsleiding en de uitleg die zij daarover geven, ervaren kinderen de grenzen van goed en slecht, van anders, van mogen en moeten. Kinderen begrijpen beter waarom bepaald gedrag verwacht wordt in bepaalde situaties. Deze kennis geeft kinderen zekerheid over hun eigen functioneren (zelfvertrouwen) en leidt tot betere zelfsturing en sociale interactie. Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd. Observatie Wanneer de kinderen van een kussen springen laat de pedagogisch medewerker weten dat dit goed is, mits de kinderen een gymmat gebruiken waarop ze ‘zacht’ kunnen landen. Conclusie Op basis hiervan is geconstateerd, dat de pedagogische praktijk voldoet. Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke  Interview anderen (pedagogisch medewerkers)  Observaties (10.00 uur 11.15 uur)  Pedagogisch werkplan (Pedagogisch locatiebeleid Pionier 2014)


Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). In 2014 wordt getoetst of de VOG's zijn opgenomen in continue screening. De beroepskracht-kindratio is gecontroleerd door middel van personeelsroosters en presentielijsten. Verklaring omtrent het gedrag De (nieuwe) VOG van vier pedagogisch medewerkers zijn getoetst. Alle pedagogisch medewerker werkzaam op het kinderdagverblijf beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie Het diploma van een (op dit kinderdagverblijf) nieuwe beroepskracht is getoetst. Zij is gekwalificeerd conform de CAO kinderopvang. De diploma’s van de overige beroepskrachten zijn tijdens voorgaande inspecties getoetst. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen De opvang vindt plaats in één stamgroep waar maximaal 16 kinderen geplaatst kunnen worden. Momenteel zijn er op de drukste dag maximaal 13 kinderen aanwezig. Beroepskracht-kindratio Op grond van de personeelsroosters en kindbezettingslijsten is geconstateerd dat de beroepskracht-kind-ratio conform de voorschriften is. Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke  Interview anderen (pedagogisch medewerkers)  Observaties (10.00 uur 11.15 uur)  Verklaringen omtrent het gedrag  Diploma's beroepskrachten  Presentielijsten (november 2014)  Personeelsrooster (november 2014)


Veiligheid en gezondheid In het rapport dat is opgesteld naar aanleiding van de inspectie in december 2013 is opgenomen dat de slaapkamers alleen voor een korte periode gelucht worden voor de opvang. Navraag leerde dat er goede afspraken zijn gemaakt over het luchten van de slaapkamers. Waar mogelijk laat men het raam open. Alleen als het te koud is sluit men het raam op momenten dat er kinderen op bed liggen. Vierogenprincipe In 2011 heeft de commissie Gunning in haar rapport naar aanleiding van de zedenzaak in Amsterdam het vierogenprincipe geïntroduceerd. Het vierogenprincipe heeft tot doel om situaties te voorkomen waarin de gelegenheid bestaat tot het plegen van (seksueel) misbruik of mishandeling bij kinderen in de dagopvang. Tijdens de huidige inspectie wordt het vierogenprincipe voor het eerst beoordeeld bij (B)engeltje Boterbloem. Sinds 1 juli 2013 is het 4-ogenprincipe van kracht. Een houder kan zelf invulling geven aan de wijze waarop hij vorm geeft aan het 4-ogenprincipe. Het kan gaan om bouwkundige, technische of organisatorische aanpassingen. Het vierogenprincipe staat als volgt beschreven in het pedagogisch beleid: ‘Op ons dagverblijf werken we met een elektronische raam, babyfoons, spiegels, doorkijkjes door ramen en glas in de deuren, waardoor we kunnen kijken en luisteren naar de groep waar 1 collega werkt. Aan het begin van de dag en het einde van de dag hebben we ondersteuning van het centraal kantoor. Daar zitten medewerkers die op elk moment van de dag op onze locatie kunnen meekijken. Er is een tablet (veelal op locatie St. Jan, Ch. R. de Beerenbrouckstraat of anders in het bezit van de locatiedirecteur) zodat op elk moment van de dag kan worden meegekeken. Tijdens de pauzes is ook de school een back-up. Verder hebben de ouders vrij toegang tot de locatie en kunnen ook medewerkers van school te allen tijde het dagverblijf binnenlopen.’ Het vierogenprincipe wordt in de praktijk op een juiste manier uitgevoerd. Gebruikte bronnen:  Observaties (10.00 uur 11.15 uur)  Pedagogisch werkplan (Pedagogisch locatiebeleid Pionier 2014)


Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Vestigingsnummer KvK Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie

: : : : :

Kindercreche Pionier http://www.sbkinderopvang.nl 000041090457 16 Nee

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer

: : : : :

Kinderopvang Kempen BV Postbus 769 5000AT TILBURG www.kinder-stad.nl 41092401

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

GGD Brabant-Zuidoost Postbus 8684 5605KR EINDHOVEN 088 0031 377 A. Koch

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: VALKENSWAARD : Postbus 10100 : 5550GA VALKENSWAARD

Gegevens toezicht

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : :

27-11-2014 01-12-2014 18-12-2014 19-12-2014 22-12-2014

: 22-12-2014 : 31-12-2014


Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze GGD-inspectie locatie KC Pionier (ontvangend per mail d.d. 18 12 2014) Domein Personeel en Groepen – Passende beroepskwalificatie. Op onze locatie werkt vanaf 02-12-2008 tot op heden en naar volle tevredenheid een pedagogisch medewerker met het diploma Sociale Wetenschappen, een universitaire opleiding. Dit diploma is bij uitzondering geldig verklaard voor pedagogisch medewerker met een arbeidscontract van voor 01-01-2010, volgens het Besluit Universitair Opgeleiden Kinderopvang. Zie www.fcb.nl. Deze pedagogisch medewerker is wegens reorganisatie en krimp in augustus 2013 uit dienst gegaan en per direct weer in dienst gekomen in een andere contractvorm. Tot onze verbazing en schrik blijkt nu, uit navraag bij het FCB-Kinderopvang, deze uitzondering niet meer van toepassing te zijn. Vanwege de tussentijdse contractwijziging is haar diploma dus niet meer geldig. Al is er geen sprake van een dienstverband bij een andere werkgever of een periode waarin de medewerker niet bij ons heeft gewerkt. In het kader van goed werkgeverschap zullen wij ons nader beraden of er nog mogelijkheden open staan voor deze medewerker om als pedagogisch medewerker te kunnen blijven werken. Een gelijkstellingsverzoek wordt zodoende ingediend. Afhankelijk van de nog te ontvangen uitkomst zal de betreffende medewerker wel of niet worden uitgeroosterd. Gwen Vermaes Locatiedirecteur


Inspectierapport Kindercreche Pionier (KDV) Kromstraat NH VALKENSWAARD Registratienummer

Recommend Documents