Inspectierapport Kinderopvang Beestenboel (KDV) Turnhoutseweg 46 5541NZ REUSEL Registratienummer 774756007
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Brabant-Zuidoost Reusel-De Mierden 27-07-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 31-07-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 8 Inspectie-items .................................................................................................................. 10 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 12 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 13
2 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 27-07-2015 Kinderopvang Beestenboel te REUSEL
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Kinderopvang Beestenboel is een kindercentrum in het buitengebied van Reusel. Het biedt kleinschalige dagopvang (KDV) aan maximaal 38 kinderen van 0-4 jaar en buitenschoolse opvang (BSO)aan 40 kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar. Kindercentrum Beestenboel biedt agrarische kinderopvang aan volgens de formule van de Verenigde Agrarische kinderopvang (VAK). Er is zowel binnen als buiten veel ruimte voor de kinderen, wat overeen komt met de visie van agrarische kinderopvang. Er is een kinderboerderij met o.a. een koe, paardjes, alpaca's, geiten schapen e.d. een moestuin, een poel waar de eenden en kippen vrij kunnen rondlopen en de buitenruimte is met natuurlijke materialen ingericht. Op het terrein waar het kindercentrum heeft de familie o.a. een bed & breakfest en pannenkoekenhuis. Daarnaast hebben er roofvogels (uilen, valken etc. ) ook hun verblijfsplaats. Inspectiegeschiedenis 2011-2014 2011 Op 12-11-2011 is er een onderzoek voor exploitatie uitgevoerd. Een volledig kwaliteitsoordeel was inspectie is geconstateerd dat er aangenomen kon worden dat het centrum redelijkerwijs ging voldoen aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. 2012 Op 06-03-2012 is er een onderzoek na aanvang exploitatie uitgevoerd. Tijdens deze inspectie is getoetst of het kindercentrum voldeed aan de eisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Er is geconstateerd dat de getoetste elementen volledig voldeden aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. 2013 Op 14-05-2013 heeft er een onaangekondigde reguliere inspectie plaatsgevonden. Er werd volledig voldaan aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Er was een aandachtspunt bij het ouderrecht omdat niet duidelijk beschreven was dat ouders te allen tijde zonder tussenkomst van de houder bij de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang een klacht konden indienen. Incidenteel onderzoek Op 9-12-2013 heeft er op verzoek van de gemeente Reusel een incidenteel onderzoek plaatsgevonden omdat de houder met één peutergroep van maximaal 14 kinderen uit wilde breiden. Er is toen geconstateerd dat de getoetste elementen volledig voldeden aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. 2014 Tijdens een onaangekondigd regulierbezoek op 3 november 2014 werd er getoetst op de volgende domeinen: het pedagogisch klimaat, personeel en groepen, veiligheid en gezondheid, accommodatie en ouderrecht. Er is toen geconstateerd dat de getoetste elementen volledig voldeden aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
3 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 27-07-2015 Kinderopvang Beestenboel te REUSEL
Voortgang De huidige inspectie betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Er is getoetst op de volgende elementen: pedagogische praktijk, personeel en groepen, veiligheid en gezondheid met name de bekendheid van de meldcode kindermishandeling. Er is geconstateerd dat de getoetste elementen volledig voldoen aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. In 2015 heeft de organisatie weer een klanttevredenheidsonderzoek uit laten voeren onder de ouders. De ouders vonden: - de buitenruimte, - de oprechte aandacht voor hun kind van beroepskrachten en directie, - de rust, - het contact met de dieren, - dat een kind kind mag zijn, - de goede communicatie een pluspunt. Ouders hadden een opmerking over het feit dat: - de kinderen straks op school niet die ruimte om zich heen hadden, - dat de opvang duurder was dan andere opvang, - dat de kinderopvang buiten het dorp lag - dat de wasmachine beter nadat de dagopvang gesloten was kon draaien. Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen In het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) staat het KDV met 38 kindplaatsen geregistreerd. Het LRKP nummer is 774756007. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
4 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 27-07-2015 Kinderopvang Beestenboel te REUSEL
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Inleiding Binnen dit domein zijn de volgende pedagogische basisdoelen geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Pedagogische praktijk Tijdens het interview met de beroepskrachten blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleids- en werkplan. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groep. Tijdens de observatie op maandagmorgen 27 juli 2015 is gezien, dat er wordt voldaan aan de vier pedagogische basisdoelen: emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie, overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie op de groep krulstaarten bij de aanvang van de opvang en tijdens het spelen van de kinderen. Tijdens het interview met de beroepskrachten blijkt, dat de houder er voor zorgt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleids- en werkplan. 13 keer per jaar is er groepsoverleg. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar (januari 2015). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de cursieve beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Emotionele veiligheid Het bieden van emotionele veiligheid is van primair belang, niet alleen omdat het bijdraagt aan het welbevinden van de kinderen nu, maar ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg staat. Als een kind zich niet veilig voelt, gaat het niet op ontdekking uit en durft het geen nieuwe uitdagingen aan te gaan. Het kind ontwikkelt geen zelfvertrouwen en er kan geen sprake zijn van innerlijke groei door positieve ervaringen. ‘De beroepskrachten communiceren met de kinderen’ Elk kind wordt individueel begroet; de beroepskrachten doen dit op een enthousiaste en persoonlijke manier. De beroepskracht zei onder andere tegen een kind wat door de ouder gebracht werd: “Hoi knapperd, wat fijn dat je er vandaag bent”. ‘De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen’ De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen accepteren zoals ze zijn; ze geven complimentjes, maken grapjes, knuffelen, hebben oogcontact en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft. Een paar kinderen zijn aan het puzzelen. De beroepskracht zegt tegen een van de kinderen: “Dat is het moeilijkste stukje, hé kijk nou super gedaan hoor”. Als het kind het stukje op de goede plaats legt. ‘Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskrachten’ De beroepskrachten nemen actief informatie in ontvangst bij het brengen. Tijdens de observatie wordt er een wenkindje gebracht. De beroepskracht vraagt aan de ouder wat de slaap en eetgewoontes zijn.
5 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 27-07-2015 Kinderopvang Beestenboel te REUSEL
Persoonlijke competentie Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op hun omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd. Exploratie en spel zijn intrinsiek gemotiveerd; de kwaliteit van exploratie en spel is een voorspeller van hun latere creativiteit, onafhankelijkheid en veerkracht. ‘De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen’ De beroepskrachten sluiten aan bij het ontwikkelingstempo en –niveau van een kind. Ze bieden spelmateriaal en activiteiten aan die uitdagend en spannend zijn, zonder het kind te overvragen of te onderschatten. De beroepskrachten verwoorden het ontdekkingsproces. Zo mag een kind een moeilijke puzzel maken. De beroepskracht zegt: “Zullen we samen de luchten gaan maken ? Ik vindt het een moeilijke puzzel hoor”. De beroepskracht ondersteunt het kind, moet even een ander kind helpen en komt dan terug en dan zegt ze het volgende: “Kijk X, wat knap, heb je de puzzel helemaal alleen gemaakt”. ‘Er is wederzijdse interactie tussen de beroepskrachten en individuele kinderen’ De beroepskrachten geven de kinderen passende uitleg, aanwijzingen en correcties. Zij geven het kind daarbij autonomie om zelf te kiezen of mee te denken. “X kom je me helpen met opruimen” vraagt de beroepskracht. Ze zegt: “Het lijkt hier wel ontploft”. Het kind helpt spontaan mee. De beroepskracht zegt: “De rode auto met de gele ladder dat is de brandweerauto, de groen/blauwe auto is de racewagen”. “Waar moeten ze in”? “Goed zo in die mand”, knap gedaan hoor X”. Sociale competentie Het samenzijn met vertrouwde pedagogisch medewerkers en bekende leeftijdsgenoten bevordert de ontwikkeling van relaties en bevordert dus een gevoel van veiligheid. Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. In een vertrouwde groep leeftijdsgenoten kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. ‘De kinderen zijn deel van de groep’ De beroepskrachten moedigen gesprekjes tussen henzelf en de kinderen en tussen de kinderen onderling aan door zowel te luisteren als te praten. De beroepskracht en het kind dragen beide bij aan de inhoud en de voortgang van het gesprek. Er is een kindje met dokterspullen aan het spelen. ‘Hallo dokter X” zegt de beroepskracht. “Wil je even naar mijn hart luisteren”? Het kind wijst op de stethoscoop en zegt tegen de beroepskracht; “Hiermee”? Dan zegt het kind terwijl ze de stethoscoop op de rug van de beroepskracht houdt: “Adem in en adem uit”. De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer door het maken van grapjes en ze zijn behulpzaam. Er worden koosnaampjes gebruikt. En de beroepskracht zegt bijvoorbeeld als een jong kind puzzelstukjes op de grond gooit tegen de andere kinderen: “Dat vindt X nou fijn, stukjes van de puzzel op de grond gooien en dat wij ze dan oprapen”. Overdracht van normen en waarden Het gedrag v n de groepsleiding speelt een cruciale rol bij de morele ontwikkeling van kinderen. Door de reactie van groepsleiding en de uitleg die zij daarover geven, ervaren kinderen de grenzen van goed en slecht, van anders, van mogen en moeten. Kinderen begrijpen beter waarom bepaald gedrag verwacht wordt in bepaalde situaties. Deze kennis geeft kinderen zekerheid over hun eigen functioneren (zelfvertrouwen) en leidt tot betere zelfsturing en sociale interactie. ‘Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast’ De beroepskrachten leggen uit waarom afspraken, regels en omgangsvormen belangrijk zijn. Er is een kind wat door de ruimte rent. De beroepskracht loopt naar hem toe, gaat door de knieën en zegt: “ Oh X doe je wel voorzichtig, er spelen kinderen op de grond. Je kan er over vallen en dat is voor jouw en de andere kinderen niet fijn”.
6 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 27-07-2015 Kinderopvang Beestenboel te REUSEL
Gebruikte bronnen: Vragenlijst oudercommissie (verstuurd op 27-07-2015 ontvangen op 29 juli 2015) Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. B. van Limpt) Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties (Maandagmorgen 27-07-2015) Notulen oudercommissie (6 oktober 2014, 4 november 2015 en 10 maart 2015) Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan Notulen teamoverleg (1 juni 2015, 22 juni 2015 en 13 juli 2015) Observatie: Dag: maandag 27 juli 2015 Groep: Krulstaarten Aanwezig: 12 kinderen Aanwezige beroepskrachten: 2 om 8.30 uur wordt de groep opgesplitst in 2 groepen namelijk de groep krulstaarten en de groep knorreneusjes. Groep: Krulstaarten Aanwezig: 6 kinderen Aanwezige beroepskrachten: 1 Groep: Knorreneusjes Aanwezig: 6 kinderen Aanwezige beroepskrachten: 1
7 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 27-07-2015 Kinderopvang Beestenboel te REUSEL
Personeel en groepen Inleiding Binnen dit domein zijn de medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). De beroepskracht-kindratio en de stamgroep is gecontroleerd tijdens de observatie. Verklaring omtrent het gedrag De houder en alle personen werkzaam bij de onderneming beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag (in het kader van de continue screening). Van 2 nieuwe beroepskrachten zijn de VOG's ingezien. Deze VOG's voldeden aan de wet. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie conform de CAO kinderopvang. Van 2 nieuwe beroepskrachten zijn de diploma's ingezien. Deze diploma's voldeden aan de wet. Opvang in groepen Er zijn 3 stamgroepen. Ieder kind hoort bij een basisgroep. De omvang en samenstelling voldoen aan de wettelijke voorwaarden. In de schoolvakanties is de groep flaporen gesloten. De kinderen worden opgevangen in de 2 andere groepen.
Naam groep krulstaartjes knorreneusjes flaporen
leeftijd 0-4 jaar 0-4 jaar 2-4 jaar
Max. aantal kinderen 12 12 14
Gebruikte bronnen: Vragenlijst oudercommissie (verstuurd op 27-07-2015 ontvangen op 29 juli 2015) Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. B. van Limpt) Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties (Maandagmorgen 27-07-2015) Notulen oudercommissie (6 oktober 2014, 4 november 2015 en 10 maart 2015) Verklaringen omtrent het gedrag (ingezien van 2 beroepskrachten) Diploma's beroepskrachten (ingezien van 2 beroepskrachten) Plaatsingslijsten (week 29 t/m 35) Presentielijsten (week 29 t/m 35) Personeelsrooster (juli en augustus 2015) Notulen teamoverleg (1 juni 2015, 22 juni 2015 en 13 juli 2015)
8 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 27-07-2015 Kinderopvang Beestenboel te REUSEL
Observatie: Dag: maandag 27 juli 2015 Groep: Krulstaarten Aanwezig: 12 kinderen Aanwezige beroepskrachten: 2 om 8.30 uur wordt de groep opgesplitst in 2 groepen namelijk de groep krulstaarten en de groep knorreneusjes. Groep: Krulstaarten Aanwezig: 6 kinderen Aanwezige beroepskrachten: 1 Groep: Knorreneusjes Aanwezig: 6 kinderen Aanwezige beroepskrachten: 1
9 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 27-07-2015 Kinderopvang Beestenboel te REUSEL
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 27-07-2015 Kinderopvang Beestenboel te REUSEL
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 27-07-2015 Kinderopvang Beestenboel te REUSEL
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Kinderopvang Beestenboel http://www.beestenboelkinderopvang.nl 38 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Kinderopvang Beestenboel Turnhoutseweg 46 5541NZ REUSEL www.beestenboelkinderopvang.nl 52329151
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Brabant-Zuidoost Postbus 8684 5605KR EINDHOVEN 088 0031 377 Hannie Dekkers
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Reusel-De Mierden : Postbus 11 : 5540AA REUSEL
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
27-07-2015 30-07-2015 13-08-2015 31-07-2015 31-07-2015 31-07-2015
: 03-08-2015
12 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 27-07-2015 Kinderopvang Beestenboel te REUSEL
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Tijdens de telefonische hoor en wederhoor geeft de houder aan af te willen zien van het sturen van een zienswijze.
13 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 27-07-2015 Kinderopvang Beestenboel te REUSEL