Inspectierapport KDV 't Beertjeshuis, locatie basisschool Sint Lambertus (KDV) St.Lambertusweg 112 5291AD Gemonde Registratienummer 155996204
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant Sint-Michielsgestel 30-11-2015 Onderzoek na registratie Definitief 06-01-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang ................................................................ 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 8 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 9 Accommodatie en inrichting ............................................................................................. 11 Ouderrecht .................................................................................................................... 12 Inspectie-items .................................................................................................................. 13 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 19 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 19 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 20
2 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 30-11-2015 KDV 't Beertjeshuis, locatie basisschool Sint Lambertus te Gemonde
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd onderzoek na registratie. Beschouwing Kinderdagverblijf 't Beertjeshuis, locatie basisschool Sint Lambertus is gevestigd in de basisschool in Gemonde. Momenteel wordt er opvang geboden aan één peuterarrangementgroep met maximaal 12 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Dit is de voormalige peuterspeelzaal Oetsie Koetsie. Met ingang van januari 2016 zal er opvang geboden worden aan twee groepen: een kinderdagverblijfgroep met maximaal 12 kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar; een peuterarrangementgroep met maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Op maandag 30 november 2015 is een volledige inspectie uitgevoerd op alle voorwaarden van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Overleg en overreding Er heeft overleg en overreding plaatsgevonden tussen de manager en de toezichthouder met betrekking tot het aanleveren van een verklaring omtrent het gedrag en het aanpassen van het pedagogisch beleidsplan op een aantal punten. Binnen de gestelde termijn zijn er echter geen documenten toegestuurd aan de toezichthouder. Hierdoor zijn bovenstaande punten niet opgelost. Conclusie Er zijn vijf overtredingen geconstateerd. Deze hebben betrekking op onderstaande onderdelen: verklaring omtrent het gedrag van een vrijwilliger (één overtreding); het pedagogisch beleidsplan (vier overtredingen). Aan de overige getoetste voorwaarden wordt voldaan. De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u lezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
3 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 30-11-2015 KDV 't Beertjeshuis, locatie basisschool Sint Lambertus te Gemonde
Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet Momenteel betreft het bedrijfsmatige dagopvang aan kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Met ingang van januari 2016 zal er ook opvang geboden worden aan kinderen in de leeftijd van 0 tot 2 jaar. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw A. van Esch)
4 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 30-11-2015 KDV 't Beertjeshuis, locatie basisschool Sint Lambertus te Gemonde
Pedagogisch klimaat Het kindercentrum voldoet niet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot het pedagogisch klimaat. Binnen dit onderdeel is beoordeeld of beroepskrachten handelen conform het opgestelde pedagogisch beleidsplan. Daarnaast wordt een oordeel gegeven wat betreft de uitvoering van de pedagogische praktijk op de groep. Het oordeel van de toezichthouder is tot stand gekomen door middel van observatie tijdens het inspectiebezoek. Bij het beoordelen van de observatie is uitgegaan van de vier pedagogische basisdoelen van M. Riksen-Walraven, die zijn benoemd in de Memorie van Toelichting bij de Wet kinderopvang (2005), dit zijn: 1. 2. 3. 4.
Het bieden van emotionele veiligheid. De mogelijkheid bieden tot ontwikkelen van persoonlijke competenties. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken.
Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk wordt het beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Binnen dit onderdeel zijn ook de voorwaarden met betrekking tot de voorschoolse educatie beoordeeld. Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft onder andere: de pedagogische doelstelling van het kinderdagverblijf; het wenbeleid; het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. Overleg en overreding Omdat diverse zaken onvoldoende in het pedagogisch beleidsplan zijn beschreven, heeft er overleg en overreding plaatsgevonden tussen de manager en de toezichthouder. De manager is een hersteltermijn geboden van vijf werkdagen. Binnen de gestelde termijn heeft de toezichthouder echter geen aangepast pedagogisch beleidsplan ontvangen. Hierdoor zijn onderstaande zaken onvoldoende beschreven in het pedagogisch beleidsplan: werkwijze/ dagschema; hoe beroepskrachten worden ondersteund bij hun werkzaamheden door andere volwassenen (inzet vrijwilliger); achterwachtregeling. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
5 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 30-11-2015 KDV 't Beertjeshuis, locatie basisschool Sint Lambertus te Gemonde
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het ‘Veldinstrument observatie kindercentrum’ (opgesteld door GGD GHOR Nederland, versie december 2014). Onderstaande beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Per basisdoel wordt het oordeel met voorbeelden toegelicht. Het bieden van emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met de kinderen. Ze hebben gesprekjes met de kinderen waarbij beiden bijdragen aan voortgang en inhoud van het gesprek. Ze sluiten op passende wijze aan op de situatie en/ of de vraag van een kind. Er is verbaal en non-verbaal contact. De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen. Ze reageren op een warme en ondersteunende manier op de kinderen en gaan op een ongedwongen manier om met ieder kind. De kinderen zoeken de genegenheid op bij de beroepskrachten. Het welbevinden van de kinderen is goed. De kinderen zijn ontspannen en bezig met hun spel. Ze genieten van de dingen die gebeuren en die zijzelf kunnen; ze tonen blijdschap, plezier en trots. De mogelijkheid bieden tot ontwikkelen van persoonlijke competenties De beroepskrachten bieden een herkenbare dagindeling met programma-onderdelen, waarbij ruimte gemaakt kan worden voor nieuwe of leuke situaties die kansen bieden voor gesprek en leermomenten. Voorbeeld: er wordt gebruik gemaakt van dagritmekaarten, waarin vaste onderdelen zoals de kring en fruit eten zijn opgenomen. Er is echter ook ruimte voor spontane acties, zoals bijvoorbeeld de Pietengym. De beroepskracht zingt een liedje en doet de bewegingen voor. De kinderen doen enthousiast mee. De beroepskrachten zorgen voor gewoontevorming in de groep door het consequent hanteren van rituelen binnen de groep. Kinderen kennen elkaars gedrag en imiteren elkaar. Voorbeeld: Het fruit eten wordt op een vaste wijze geïntroduceerd door de beroepskracht. De beroepskracht vraagt aan het hulpje van de dag hoe hij vandaag naar Fruitland wil gaan. Hij zegt met de trein. De kinderen zetten hun stoeltje in een trein en gaan gezamenlijk een liedje zingen met bijbehorende bewegingen. Het is duidelijk te zien aan de kinderen dat ze bekend zijn met deze werkwijze. De zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de kinderen wordt gestimuleerd. De beroepskrachten stimuleren de kinderen om dingen zelf te doen. Zo laat een beroepskracht een kind zelf zijn broek proberen dicht te maken na het toiletgebruik en legt ze uit hoe hij zijn handen moet wassen. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competentie De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie. De beroepskrachten zetten gerichte activiteiten en materialen in om kinderen te laten samenspelen. Ze helpen de kinderen actief om sociale vaardigheden met andere kinderen te 6 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 30-11-2015 KDV 't Beertjeshuis, locatie basisschool Sint Lambertus te Gemonde
ontwikkelen. Voorbeeld: Tijdens de kring leren de kinderen dat ze naar elkaar moeten luisteren en op elkaar moeten wachten. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken De beroepskrachten begeleiden de kinderen actief bij het kennen en omgaan met de afspraken in de groep. Ze leggen uit wat er van een kind wordt verwacht. Voorbeeld: Tijdens het fruit eten gaat de schaal met fruit eerst een keer rond. Vervolgens zet de beroepskracht de schaal op een tafeltje in het midden van de kring. Ze zegt dat de kinderen een nieuw stukje fruit mogen pakken als ze hun hand en mond leeg hebben. Voorschoolse educatie Omvang voorschoolse educatie De peuterarrangementgroep is drie ochtenden per week van 8.30 tot 12.00 uur geopend. Er wordt alle ochtenden aandacht besteed aan voorschoolse educatie, dus in totaal 10,5 uur. Hiermee wordt voldaan aan de minimale eis van 10 uur per week voorschoolse educatie. Certificaten voorschoolse educatie De beroepskrachten die op de peuterarrangementgroep staan, beschikken over een certificaat voor voorschoolse educatie. Methode voorschoolse educatie Er wordt gebruik gemaakt van de voorschoolse educatie-methode Uk en Puk. Tijdens de inspectie worden de dagritmekaarten van Puk gebruikt om met de kinderen te bespreken wat er vandaag op het programma staat. Ook is de handpop Puk nadrukkelijk aanwezig; hij is verkleed als Sinterklaas en doet mee aan de activiteiten die gedaan worden. Zo wordt hij bijvoorbeeld in de kring gezet en gaat hij vervolgens ook mee naar de bank als daar een boekje wordt voorgelezen. Opleidingsplan voorschoolse educatie Jaarlijks wordt de beroepskrachten, die de VVE-opleiding hebben gevolgd, een opleiding aangeboden om deze kennis te borgen. In 2015 is gekozen voor een video-interactie training VVE, gegeven door een orthopedagoge. Deze training is drie keer op alle locaties aangeboden. Eén beroepskracht heeft dit jaar de basistraining gevolgd. Gebruikte bronnen: Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw A. van Esch) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Pedagogisch beleidsplan (Locatie Gemonde (oktober 2015)) Opleidingsplan voorschoolse educatie
7 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 30-11-2015 KDV 't Beertjeshuis, locatie basisschool Sint Lambertus te Gemonde
Personeel en groepen Het kindercentrum voldoet niet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot personeel en groepen. Binnen dit onderdeel zijn de beroepskrachten gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn gecontroleerd door middel van roosters en presentielijsten. Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten zijn in het bezit van een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). Er heeft overleg en overreding plaatsgevonden voor het inzichtelijk maken van de VOG van de vrijwilliger. Binnen de gestelde termijn heeft de manager de VOG echter niet toegestuurd aan de toezichthouder. Hierdoor is niet inzichtelijk gemaakt of de vrijwilliger in het bezit is van een geldige VOG. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Momenteel wordt er opvang geboden aan één stamgroep met maximaal 12 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Met ingang van januari 2016 wordt er ook dagopvang aangeboden voor 0- tot 2-jarigen. De groepssamenstelling is dan als volgt: kinderdagverblijfgroep: maximaal 12 kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar; peuterarrangementgroep: maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Deze groep is op maandag, dinsdag en donderdag geopend van 8.30-12.00 uur. Beroepskracht-kindratio Tijdens de inspectie wordt de beroepskracht-kindratio nageleefd; er worden zeven kinderen van 2 tot 4 jaar door twee beroepskrachten en een vrijwilliger opgevangen. Gebruikte bronnen: Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw A. van Esch) Interview anderen (beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten
8 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 30-11-2015 KDV 't Beertjeshuis, locatie basisschool Sint Lambertus te Gemonde
Veiligheid en gezondheid Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot veiligheid en gezondheid. Binnen dit onderdeel zijn de risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Onder andere is gekeken naar de datum van inventarisatie en of de inhoud de actuele situatie betreft. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de risico-inventarisaties en de mogelijkheden die worden geboden om ervan kennis te kunnen nemen. Ook is binnen dit onderdeel gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de meldcode en de mogelijkheid om kennis te kunnen nemen van de meldcode. Het vierogenprincipe is in de praktijk gecontroleerd op uitvoering en beleid. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid zijn uitgevoerd op respectievelijk 12 november en 17 juli 2015. Bij het opstellen van de risico-inventarisaties is gebruik gemaakt van de digitale methode Risicomonitor. De risico-inventarisaties hebben betrekking op de situatie bij de huidige inspectie. De risico-inventarisatie veiligheid is uitgevoerd in alle voor kinderen toegankelijke ruimtes en op alle specifieke onderdelen. Naar aanleiding van de risico-inventarisaties zijn actieplannen gemaakt en huisregels opgesteld. Op grond van het gesprek met de beroepskrachten en de observatie op de groep, is geconcludeerd dat de beroepskrachten het veiligheids- en gezondheidsbeleid kennen en op een juiste wijze in praktijk brengen. Er wordt een ongevallenregistratie bijgehouden. Meldcode kindermishandeling Kinderopvang 't Beertjeshuis werkt met een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Er wordt gebruik gemaakt van het model dat is uitgegeven door de Brancheorganisatie Kinderopvang. De meldcode is vertaald naar de eigen organisatie en voorzien van een sociale kaart. Uit een gesprek met de beroepskracht blijkt dat zij op de hoogte is van de inhoud van de meldcode. Ze kan signalen herkennen en weet hoe te handelen bij een vermoeden. Vierogenprincipe De opvang is zodanig georganiseerd dat een beroepskracht bij alle werkzaamhedem gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. Het vierogenprincipe is beoordeeld voor de huidige situatie, waarin er opvang wordt geboden aan één peuterarrangementgroep. Er zijn altijd minimaal twee beroepskrachten of een beroepskracht en een vrijwilliger aanwezig. Vanuit de school kan de groepsruimte ingekeken worden. In 2016 zal voor de nieuwe situatie (opvang aan twee groepen) het vierogenprincipe opnieuw beoordeeld worden. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw A. van Esch) Interview anderen (beroepskrachten) 9 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 30-11-2015 KDV 't Beertjeshuis, locatie basisschool Sint Lambertus te Gemonde
Risico-inventarisatie veiligheid (12 november 2015) Risico-inventarisatie gezondheid (17 juli 2015) Meldcode kindermishandeling
10 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 30-11-2015 KDV 't Beertjeshuis, locatie basisschool Sint Lambertus te Gemonde
Accommodatie en inrichting Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot accommodatie en inrichting. Binnen dit onderdeel zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters beschikbaar per kind en de inrichting van de ruimtes. Binnenruimte Momenteel wordt er opvang geboden aan één peuterarrangementgroep. Deze groep heeft een eigen groepsruimte van 67 m2. Dit is voldoende groot voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Vanaf januari 2016 worden er twee groepen opgevangen. Een peuterarrangementgroep met maximaal 16 kinderen in een groepsruimte van 67 m2. Per kind is 4,2 m2 aan binnenspeelruimte beschikbaar. Deze ruimte is ingericht met diverse speelhoeken, een bank en een lage tafel met stoeltjes. Een kinderdagverblijfgroep met maximaal 12 kinderen in een groepsruimte van 55 m2. Per kind is 4,6 m2 aan binnenspeelruimte beschikbaar. Deze groepsruimte is nog niet ingericht. Aangrenzend aan de kinderdagverblijfgroep is een slaapkamer. In deze slaapkamer komen twee duobedden te staan. Buitenspeelruimte Het kinderdagverblijf heeft een eigen omheinde buitenspeelruimte van 77 m2. Voor de 12 kinderen die momenteel maximaal worden opgevangen is dit voldoende. Vanaf januari 2016 worden er maximaal 28 kinderen opgevangen. De buitenspeelruimte is voor dat aantal kinderen te klein; 2,75 m2 per kind (77 m2/ 28 kinderen). Volgens de Wet kinderopvang moet er minimaal 3 m2 aan buitenspeelruimte per kind zijn. De manager heeft aangegeven dat zij in overleg is met de school om de buitenruimte te vergroten, door het hek te verplaatsen. Het kinderdagverblijf krijgt er dan een gedeelte van het schoolplein bij. De buitenruimte wordt dan aanzienlijk groter. Ook zal de buitenruimte opnieuw ingericht worden; er komt bijvoorbeeld een andere zandbak. Gebruikte bronnen: Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw A. van Esch) Interview anderen (beroepskrachten) Plattegrond Meten groepsruimtes
11 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 30-11-2015 KDV 't Beertjeshuis, locatie basisschool Sint Lambertus te Gemonde
Ouderrecht Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot ouderrecht. Binnen dit onderdeel is beoordeeld hoe de houder de ouders en oudercommissie betrekt en informeert inzake het beleid. Tevens is gekeken naar de klachtenprocedure van het kindercentrum. Informatie Ouders worden geïnformeerd over het te voeren beleid middels: website; nieuwsbrief; tijdens het intakegesprek; tijdens de breng- en haalmomenten; Facebook; Klasbord via school op aangesloten. Het laatste inspectierapport is op de website van 't Beertjeshuis geplaatst. Oudercommissie Er is nog geen oudercommissie ingesteld voor dit kinderdagverblijf. De verplichting voor het instellen van een oudercommissie geldt binnen 6 maanden na aanvraag tot registeropname (15 juni 2015). De houder heeft tot 15 december 2015 de tijd om een oudercommissie in te stellen, derhalve zijn de voorwaarden met betrekking tot de oudercommissie niet meegenomen in het oordeel. Klachten Kinderopvang 't Beertjeshuis is voor de behandeling van externe klachten vanuit de ouders aangesloten bij de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang (SKK). De voorwaarden met betrekking tot het opstellen van een jaarverslag zijn niet beoordeeld, omdat het kinderdagverblijf in september 2015 is gestart. Het jaarverslag over de klachten van 2015 moet uiterlijk 1 juni 2016 gereed zijn. De voorwaarden met betrekking de klachtenregeling voor de oudercommissie zijn ook niet beoordeeld, omdat er nog geen oudercommissie is. Gebruikte bronnen: Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw A. van Esch) Interview anderen (beroepskrachten) Website (www.beertjeshuis.nl) Klachtenregeling
12 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 30-11-2015 KDV 't Beertjeshuis, locatie basisschool Sint Lambertus te Gemonde
Inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 1 sub d Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
13 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 30-11-2015 KDV 't Beertjeshuis, locatie basisschool Sint Lambertus te Gemonde
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub j Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het uitvoeren van het vierogenprincipe overeenkomstig het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
14 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 30-11-2015 KDV 't Beertjeshuis, locatie basisschool Sint Lambertus te Gemonde
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: Een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. OF Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt dat op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
15 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 30-11-2015 KDV 't Beertjeshuis, locatie basisschool Sint Lambertus te Gemonde
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 12 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
16 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 30-11-2015 KDV 't Beertjeshuis, locatie basisschool Sint Lambertus te Gemonde
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
17 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 30-11-2015 KDV 't Beertjeshuis, locatie basisschool Sint Lambertus te Gemonde
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. (art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
18 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 30-11-2015 KDV 't Beertjeshuis, locatie basisschool Sint Lambertus te Gemonde
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: KDV 't Beertjeshuis, locatie basisschool Sint Lambertus : http://www.beertjeshuis.nl : 28 : Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer Aansluiting geschillencommissie
: : : : : :
Stichting Kinderopvang Berlicum Schuurkerkpad 33 5258AE BERLICUM NB www.beertjeshuis.nl 41084279 Nee
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA Tilburg 088-3686845 T. van Waardenburg
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Sint-Michielsgestel : Postbus 10000 : 5270GA SINT-MICHIELSGESTEL
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
30-11-2015 04-01-2016 05-01-2016 06-01-2016 06-01-2016 06-01-2016
: 27-01-2016
19 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 30-11-2015 KDV 't Beertjeshuis, locatie basisschool Sint Lambertus te Gemonde
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze op het GGD-rapport Kindcentrum Gemonde, Sint Lambertusschool In het GGD-rapport is aangegeven dat de vrijwilligster destijds nog niet in het bezit was van een VOG. De aanvraag was wel al verstuurd, en inmiddels hebben wij van de betreffende vrijwilligster het VOG in bezit. Er worden 3 overtredingen geconstateerd betreffende het pedagogisch beleid. Wij hebben daar in een eerder stadium de volgende acties op ondernomen. Het pedagogisch beleid is inmiddels in bezit van de GGD. 1. Het onderscheid tussen peuterarrangement en kinderopvang in werkwijze, leeftijden en groepsgrootte is verduidelijkt in het pedagogisch beleid. 2. De inzet van vrijwilligers is vastgelegd in vrijwilligersbeleid (kwaliteitshandboek document 4.21) iedere vrijwilliger heeft een vrijwilligerscontract getekend. 3. De achterwachtregeling is beschreven in het pedagogisch beleid onder het kopje vierogenprincipe en zal steeds met het herzien van het pedagogisch beleid opnieuw worden beoordeelt. Mathelijne Smids Directeur-bestuurder St. Kinderopvang Berlicum
20 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 30-11-2015 KDV 't Beertjeshuis, locatie basisschool Sint Lambertus te Gemonde