Team Toezicht Kinderopvang Burg. de Bordesstraat 80, 1404 GZ Bussum Postbus 251, 1400 AG Bussum T (035) 692 62 22 www.ggdgooi.nl
Inspectierapport IPG (PSZ) Rembrandtlaan 30A 1213BH HILVERSUM
15.0003143
Inspectierapport IPG (PSZ) Rembrandtlaan 30A 1213BH HILVERSUM
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Gooi & Vechtstreek Hilversum 22-04-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 18-05-2015
2 van 15 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 22-04-2015
IPG te HILVERSUM
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 4 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 9 Ouderrecht .................................................................................................................... 10 Inspectie-items .................................................................................................................. 11 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 14 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 14 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 15
3 van 15 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 22-04-2015
IPG te HILVERSUM
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van risico gestuurd toezicht (RGT). De inspectieactiviteit richt zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Het onaangekondigde jaarlijkse inspectiebezoek bij IPG vond plaats op woensdag 22 april.
Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Algemeen IPG is één van de 12 peuterspeelzalen van Bink in Hilversum en samen met buitenschoolse opvang Rembrandtplein gehuisvest in een complex van een basisschool. Inspectiegeschiedenis In 2012 vonden onderzoeken plaats in verband met de registratie in het landelijk register. De reguliere inspectie van november 2013 voldeed aan de getoetste items. November 2014 werd aan het item opvang in groepen niet volledig voldaan. Hierop volgde een waarschuwing van de gemeente Hilversum. Huidige inspectie De onaangekondigde inspectie van de praktijk vond plaats op 22 april 2015. Er is gesproken met de beroepskracht en de twee vrijwilligers. Relevante documenten zijn op de locatie beoordeeld. Enkele documenten zijn later toegestuurd en beoordeeld. Aan alle getoetste items zoals hieronder beschreven is voldaan. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
4 van 15 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 22-04-2015
IPG te HILVERSUM
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over de getoetste items binnen het domein ‘pedagogisch klimaat’. Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: Emotionele veiligheid Persoonlijke competentie Sociale competentie Overdracht van normen en waarden De competenties en de overdracht van waarden en normen zijn waargenomen en positief beoordeeld. Pedagogische praktijk Op basis van het gesprek met de beroepskrachten de observatie van de pedagogische praktijk is het item zorg dragen voor de uitvoering van het pedagogisch beleid positief beoordeeld. Bij de beoordeling van de emotionele veiligheid is met name gekeken naar de professionaliteit van de beroepskrachten en de aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten. Tijdens de observatie tussen 9.00 en 10.30 uur is opgemerkt dat de vaste (inval) beroepskracht en de twee vrijwilligers zich sensitief en responsief naar de kinderen gedragen. Ze geven iedere peuter persoonlijke aandacht en er is respectvol verbaal en non-verbaal contact. De twee vaste vrijwilligers hebben beide een achtergrond in het onderwijs in hun land van herkomst. Ze kennen de kinderen en in het contact met hen wordt die kennis gebruikt. Dit kennen en herkennen heeft een positieve invloed op het emotionele veiligheidsgevoel van peuters. Zo wordt de huis/hoekruimte bezocht, waar enkele peuters met poppen en dergelijke aan het spelen zijn; "Wat hebben jullie het gezellig en wat goed voor je baby." Als zij wegloopt zegt ze vervolgens; "Heb het leuk met elkaar." Ze sluiten op een passende manier aan op de interesse en emotie, die individuele kinderen aangeven. Een jongen, die nog maar enkele weken de groep bezoekt wordt gecomplimenteerd over hoe hij met de treinbaan speelt. Bij anderen wordt het maken van een puzzel gewaardeerd. Er heerst een ontspannen en open sfeer en het welbevinden van de kinderen is goed. De meeste kinderen zijn ontspannen en bezig met hun spel, genieten van de vertrouwde dingen die gebeuren. Ze tonen blijdschap, trots en plezier, kletsen met elkaar of lopen te neuriën. Bij de beoordeling van de persoonlijke competentie is er met name gekeken naar de aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten en de manier waarop de ruimte is ingericht en materialen en activiteiten worden aangeboden. Er is sprake van een vaste groep 2- en 3 jarigen, die minimaal 1 en maximaal 5 ochtenden de peutergroep bezoeken. Er is ondanks het feit dat de ouders van deze peuters veelal tijdelijk in Nederland werkzaam zijn al enige tijd sprake van een stabiele groep. De peuters hebben volop mogelijkheden om leerervaringen op de doen dankzij deze groep, het spelmateriaal, het activiteitenaanbod en de inrichting van de ruimte. Er is gelegenheid voor spel met gelijkgestemden (leeftijd, interesse) in kleine groepjes van 2 of meer kinderen. Het programma bestaat uit vrij spel en gestructureerde activiteiten die gevarieerd zijn en de diverse ontwikkelingsgebieden stimuleren. Zo wordt in de ochtendkring met een vertrouwd liedje aandacht geschonken aan alle aanwezige kinderen en volwassenen. Met behulp van de 'songbox' kunnen kinderen om beurten kiezen welk liedje er wordt gezongen. De peuters hebben er plezier en zin in en voelen zich uitgedaagd. Dit geldt ook voor het interactieve voorlezen. Bij het gezamenlijk plakken krijgen ze, naast de aandacht voor de lijm, de figuren en kleuren, veel complimenten over hoe goed ze met elkaar aan het werk zijn en de plakfiguren verdelen. Er is sprake van een rijke speel-leeromgeving.
5 van 15 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 22-04-2015
IPG te HILVERSUM
Bij de beoordeling van de overdracht van normen en waarden is met name het gedrag van de beroepskracht, de vrijwilligers en de kinderen geobserveerd. Het is duidelijk dat afspraken en omgangsvormen herkenbaar aanwezig zijn en op een eenduidige manier worden toegepast. De volwassenen hebben een voorbeeldfunctie in hun manier van spreken en handelen. Er is oprechte aandacht voor wat de ander doet of zegt en er wordt op een respectvolle manier met elkaar omgegaan. Zo bedankt de beroepskracht de vrijwilliger nadat ze in de kring,de voor haar nog niet helemaal bekende, liedjes met bijpassende rituelen hebben gezongen. In het contact met de ouders zijn ze vriendelijk, luisteren, tonen begrip en betrokkenheid. Tijdens de observatie zijn de drie competenties en de overdracht van waarden en normen waargenomen en positief beoordeeld. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskracht en twee vrijwilligers op 22 april 2015) Observaties (22 april 2015 van 9.00 tot 10.30 uur) Website Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan
6 van 15 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 22-04-2015
IPG te HILVERSUM
Personeel en groepen Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over de getoetste items binnen het domein ‘personeel en groepen’. Binnen dit domein heeft er een steekproef plaatsgevonden van passende diploma’s en geldige verklaringen omtrent het gedrag van de beroepskrachten. De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn getoetst door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Binnen dit domein zijn geen overtredingen geconstateerd. Verklaring omtrent het gedrag De medewerkers en vaste vrijwilligers beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten beschikken over een geldige beroepskwalificatie. Vrijwilligersbeleid De peuterspeelzaal werkt dagelijks met minimaal één vaste vrijwilliger. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in een peutergroep van maximaal 16 kinderen. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Ten tijde van de onaangekondigde inspectie is de volgende beroepskracht-kindratio geconstateerd; Naam groep
IPG woensdagochtend
Leeftij d kinder en 2-4
Aantal aanwezig e kinderen 14
Aantal beroepskrachten/vrijwillige rs nodig 1+ 1
Aantal beroepskrachten/vrijwillige rs aanwezig 1+1
De vaste beroepskracht werkt 5 ochtenden per week. Zij wordt op woensdagochtend tot de zomervakantie van 2015 door een andere beroepskracht van Bink (tevens beroepskracht buitenschoolse opvang Rembrandtplein) vervangen. Conclusie uit de waargenomen praktijk is dat er aan de minimale eisen betreffende de beroepskracht-kindratio wordt voldaan.
7 van 15 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 22-04-2015
IPG te HILVERSUM
Gebruik van de voorgeschreven voertaal Overeenkomstig de door de houder vastgestelde gedragscode wordt er op IPG Engels gesproken. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskracht en twee vrijwilligers op 22 april 2015) Observaties (22 april 2015 van 9.00 tot 10.30 uur) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Vrijwilligersbeleid Plaatsingslijsten Presentielijsten
8 van 15 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 22-04-2015
IPG te HILVERSUM
Veiligheid en gezondheid Dit hoofdstuk belicht een inspectiebevindingen over het domein ‘veiligheid en gezondheid’. Er is in de praktijk gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de risicoinventarisaties en de mogelijkheden die worden geboden om ervan kennis te kunnen nemen. Ook is binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling In de praktijk is gekeken naar de mogelijkheid om kennis te kunnen nemen van de meldcode. Binnen dit domein zijn geen overtredingen geconstateerd. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Op grond van het gesprek met de beroepskracht en de observatie op de groep, is geconcludeerd dat zij het veiligheidsbeleid over het algemeen op een juiste wijze in praktijk brengen. Aandachtspunt is het tijdig vervangen van plastic opbergbakken (risico snijden).
Meldcode kindermishandeling De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode door hier in de diverse interne overleggen bij Bink aandacht aan te besteden. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskracht en twee vrijwilligers op 22 april 2015) Observaties (22 april 2015 van 9.00 tot 10.30 uur) Actieplan veiligheid Ongevallenregistratie Huisregels/groepsregels
9 van 15 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 22-04-2015
IPG te HILVERSUM
Ouderrecht Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over de getoetste items binnen het domein ‘ouderrecht’. Binnen dit domein is beoordeeld hoe de houder de ouders betrekt en informeert inzake het beleid. Binnen dit domein zijn er geen overtredingen geconstateerd. Informatie De houder maakt voor het informeren van de ouders gebruik van een website, nieuwsbrieven, informatieboekje en mondelinge overdracht. De informatie is actueel. De houder plaatst de inspectierapporten op de eigen website. De toezichthouder constateert dat de houder voldoet aan de wettelijke eisen op het gebied van informatie aan de ouders. Gebruikte bronnen: Informatiemateriaal voor ouders Website
10 van 15 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 22-04-2015
IPG te HILVERSUM
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot registratie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013, dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 15 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 22-04-2015
IPG te HILVERSUM
Vrijwilligersbeleid De houder heeft een vrijwilligersbeleid, wat tot uitdrukking komt in een beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het vrijwilligersbeleid staan minimumeisen waar een in de peuterspeelzaal werkzame vrijwilliger aan dient te voldoen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen))
In het vrijwilligersbeleid staan afspraken die de houder met vrijwilligers maakt. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het vrijwilligersbeleid staan de taakomschrijvingen waarin wordt omschreven welke bijdrage aan het werk in de peuterspeelzaal van de vrijwilligers wordt verwacht en op welke wijze dit samenhangt met het pedagogisch beleid. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat alle vrijwilligers werkzaam bij de peuterspeelzaal tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd zijn. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht/vrijwilliger-kindratio slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 19 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 2.12 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 2.12 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
12 van 15 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 22-04-2015
IPG te HILVERSUM
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 2.9b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 2.11 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
13 van 15 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 22-04-2015
IPG te HILVERSUM
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
IPG http://www.kinderopvanghilversum.nl 16 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Bink Hilversum Postbus 1064 1200BB HILVERSUM www.binkkinderopvang.nl 55449808
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Gooi & Vechtstreek Postbus 251 1400AG BUSSUM 035-6926377 F. Deijs
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Hilversum : Postbus 9900 : 1201GM HILVERSUM
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
22-04-2015 11-05-2015 Niet van toepassing 18-05-2015 18-05-2015
: 18-05-2015 : 25-05-2015
14 van 15 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 22-04-2015
IPG te HILVERSUM
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
15 van 15 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 22-04-2015
IPG te HILVERSUM