Inspectierapport
Het Peenbuikertje (PSZ) Cantateplein 27 2553 VD 'S-GRAVENHAGE
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Haaglanden 's-Gravenhage 26-01-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 18-02-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................5 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................5 Personeel en groepen....................................................................................................7 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................8 Ruimte en inrichting......................................................................................................9 Ouderrecht................................................................................................................ 10 Inspectie-items.............................................................................................................. 11 Gegevens voorziening..................................................................................................... 16 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 16 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal......................................................................... 17
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 26-01-2015
Het Peenbuikertje te 'S-GRAVENHAGE
2 van 17
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. De kwaliteit van de opvang van kinderen in hun eerste levensjaren is van grote invloed op de ontwikkeling van kinderen. Daarom stelt de rijksoverheid kwaliteitseisen aan kindercentra, gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen. Die kwaliteitseisen gelden voor: de pedagogische praktijk en het pedagogisch beleid; voorschoolse educatie; personeel, groepsgrootte en inzet van voldoende personeel; de opvang in vaste groepen veiligheid en gezondheid; accommodatie en inrichting; de behandeling van klachten en ouderrecht. Risicogestuurd toezicht: Om meer maatwerk bij het toezicht in de kinderopvang mogelijk te maken werken de GGD'en in Nederland bij de inspectie volgens een model voor risicogestuurd toezicht. Het rapport dat voor u ligt is op basis hiervan tot stand gekomen. Bij risicogestuurd toezicht ligt de nadruk vooral op die zaken die het meest direct bijdragen aan de kwaliteit van de kinderopvang. Dit betekent dat er intensiever geïnspecteerd zal worden waar nodig en minder intensief waar gebleken is dat dit kan. Het onderzoek wordt uitgebreid indien er tijdens de vorige inspectie sprake was van overtredingen of, indien hier aanleiding toe is, bijvoorbeeld bij een klacht. Per geïnspecteerd onderdeel staat een omschrijving van de observaties en bevindingen tijdens het inspectiebezoek. Indien een onderdeel uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterzalen niet voldeed, dan wordt dit onderdeel specifiek bij het betreffende inspectiedomein genoemd. Op de laatste pagina’s van het rapport staat een overzicht van de inspectieonderdelen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen die door toezichthouder zijn meegenomen in dit inspectiebezoek. Voor een uitgebreidere uitleg over het inspectieproces en de verantwoordelijkheden voor het toezicht en de handhaving op de kwaliteit, verwijzen wij naar www.rijksoverheid.nl.
Beschouwing Algemeen: Locatie Het Peenbuikertje is onderdeel van Stichting Protestants Christelijke Peuterspeelzalen welke weer nauw gelieerd is aan Stichting Christelijk Onderwijs Haaglanden. Deze locatie vangt maximaal 16 kinderen op in de leeftijd van 2,5 – 4 jaar. Het Peenbuikertje is een niet gesubsidieerde peuterspeelzaal en biedt opvang één tot vijf ochtenden per week. Er wordt op vrijwillige basis met het voorschoolprogramma 'Puk&Ko' gewerkt. De locatie is een (tijdelijk) verblijf aan het Cantateplein 27 totdat de nieuwbouw aan de Luxemburgstraat 7 klaar is. Dit wordt medio 2016 verwacht. De peuterspeelzaal deelt de ruimte met de BSO van een andere houder. Naast de kwaliteitseisen die zijn vastgelegd in de Wet kinderopvang en peuterspeelzalen (Wko), heeft de gemeente Den Haag aanvullende kwaliteitseisen vastgelegd in haar Verordening peuterspeelzalen 2013. Deze is gedeeltelijk gebaseerd op de modelverordening van de VNG. Deze verordening is in werking getreden op 1 juli 2013.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 26-01-2015
Het Peenbuikertje te 'S-GRAVENHAGE
3 van 17
Deze aanvullende kwaliteitseisen betreffen: -de schriftelijke overeenkomst tussen houder en ouder, -beschikbaarheid van de buitenspeelruimte, -eisen met betrekking tot de binnenspeelruimte, -beschikking over een EHBO diploma, -en het vierogenprincipe. Bovenstaande kwaliteitseisen zijn door toezichthouder tijdens dit inspectiebezoek eveneens beoordeeld. Bezoek: Het bezoek vindt plaats op een maandagmorgen. Het Puk-thema is op dit moment "Vormen en Kleuren". De verschillende vormen zijn opgehangen in de ruimte en tijdens een tafelmoment wordt middels een boekje met een blokje geoefend met vormen en kleuren. De kinderen zijn hierdoor geboeid en doen intensief mee door het blokje in een vorm te doen en kleuren te noemen wanneer de beroepskracht hier naar vraagt. Pop Puk zit goed zichtbaar op een stoel in de ruimte. Aandachtspunt: - duidelijkheid voor de gebruikers welke website de formele- en welke de informele website is van de locatie
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 26-01-2015
Het Peenbuikertje te 'S-GRAVENHAGE
4 van 17
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat
Pedagogisch beleid De houder heeft een organisatiebreed pedagogisch beleidsplan, versie september 2013. Conform de Verordening peuterspeelzalen gemeente Den Haag 2013 (artikel 7) dient de houder van een peuterspeelzaal het peuterspeelzaalwerk op zodanige wijze te organiseren dat de beroepskracht, de beroepskracht-in-opleiding of de vrijwilliger de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene (= Vierogenprincipe). Dit beleid moet beschreven staan in het pedagogisch beleids/werkplan. Op deze peuterspeelzaal wordt voldaan aan deze eis. Pedagogische praktijk Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het ‘Veldinstrument observatie kindercentrum’ (opgesteld door GGD Ghor Nederland, versie december 2014). Onderstaande beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Het oordeel van de toezichthouder is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Ook zijn er gesprekken gevoerd met de beroepskrachten. Bij het beoordelen van de observatie is uitgegaan van de 4 pedagogische basisdoelen van Marianne Riksen-Walraven, die zijn benoemd in de Memorie van Toelichting bij de Wet kinderopvang (2005). Deze basisdoelen zijn: - Het waarborgen van emotionele veiligheid. - Het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van persoonlijke competentie. - Het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van sociale competentie. - Socialisatie; het overdragen van waarden en normen. Ter illustratie van het oordeel worden door toezichthouder minimaal twee van deze basisdoelen toegelicht met een voorbeeld. Basisdoel Het waarborgen van emotionele veiligheid. De beroepskrachten communiceren met de kinderen De beroepskrachten hebben korte gesprekjes met kinderen waarbij beiden bijdragen aan de voortgang en inhoud van het gesprek (dialoog). Zij sluiten meestal op passende wijze aan op de situatie en/of de vraag van een kind. Er is verbaal en non-verbaal contact. De beroepskracht en vrijwilliger hebben korte gesprekjes met de kinderen vooral over waar ze mee bezig zijn. Bijvoorbeeld: de vrijwilliger maakt fruit klaar en praat met de kinderen over welk fruit het is, wie dat lekker vindt en wie niet. Wanneer een kind aangeeft dat het naar het toilet wil, wordt gevraagd of het echt zo is omdat het kort tevoren ook is geweest en vervolgens wordt er naar het toilet gegaan. Als een kind aangeeft het fruit op te hebben, reageert de vrijwilliger met "geef het bakje maar aan mij". Hierop reageert een ander kind weer met: "ik heb het nog niet op". Waarna dit door de vrijwilliger wordt herhaald en bevestigd. De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen accepteren zoals ze zijn; ze geven complimentjes, maken grapjes, knuffelen, hebben oogcontact en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft. Wanneer iedereen naar de toilet is geweest en daarna handen heeft gewassen geeft de beroepskracht aan: Daar zijn we weer, knappe kinderen".
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 26-01-2015
Het Peenbuikertje te 'S-GRAVENHAGE
5 van 17
Af en toe krijgt een kind een aai over de bol. Ook wordt af en toe een grapje gemaakt: dames en heren, koeken en peren.... Basisdoel Het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van persoonlijke competentie. Er is wederzijdse interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen De beroepskrachten geven duidelijke informatie over start, verloop en einde van een activiteit; de situatie is voor kinderen inzichtelijk. Wanneer het vrijspelmoment voorbij is, worden de kinderen bij de leidster geroepen. Ze zitten op de bank waarbij naar de ruimte wordt gekeken. Zij zegt en vraagt: we gaan zo in de kring wat fruit eten en drinken, is het hier netjes opgeruimd? Wanneer de kinderen “Ja” zeggen, legt ze uit dat dit nog niet het geval is en vervolgens roept ze hun hulp in om op te ruimen. Dit gebeurt. Conclusie: Op basis van de observaties op de groepen tijdens het inspectiebezoek concludeert toezichthouder dat de houder zorg draagt voor het waarborgen van de 4 basisdoelen. De pedagogische praktijk wordt dan ook als voldoende beoordeeld. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskracht) Observaties Pedagogisch beleidsplan
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 26-01-2015
Het Peenbuikertje te 'S-GRAVENHAGE
6 van 17
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft de VOG’s beoordeeld van alle beroepskrachten en vrijwilligers die werkzaam zijn op dit kindercentrum. Hiernaast ook van de medewerkers die in dienst zijn van de onderneming van de houder en regelmatig of af en toe een bezoek brengen aan deze locatie. Alle beoordeelde VOG’s voldoen aan de gestelde voorwaarden. Passende beroepskwalificatie De beroepskwalificaties van alle beroepskrachten werkzaam bij dit kindercentrum zijn beoordeeld en voldoen aan de gestelde voorwaarden. Vrijwilligersbeleid De houder heeft een vrijwilligersbeleid geformuleerd, versie februari 2012. Dit voldoet aan de gestelde eisen. Opvang in groepen De peuterspeelzaal heeft 1 groep kinderen per ochtend. 's Middags wordt geen opvang geboden. De registratie is voor maximaal 16 kinderen. De groep bestaat op dit moment per dagdeel uit maximaal 15 kinderen. Vandaag werden 10 kinderen verwacht en zijn er 6 kinderen aanwezig. De overigen zijn ziek gemeld. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Op basis van interview van de beroepskracht, de aanwezigheidslijsten en het personeelsrooster heeft toezichthouder geconstateerd dat er wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. De groep van 6 kinderen in de leeftijd van 2,5-4 jaar wordt vandaag begeleid door een beroepskracht en een vrijwilliger. Deze zijn altijd de gehele openingstijd aanwezig. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Tijdens de opvang wordt Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskracht) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Vrijwilligersbeleid
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 26-01-2015
Het Peenbuikertje te 'S-GRAVENHAGE
7 van 17
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De meest recente risico-inventarisaties (zowel gezondheid als veiligheid) zijn uitgevoerd in juli 2014 en herzien op 16 januari 2015. Deze heeft betrekking op de huidige situatie. Er is een ongevallenregistratieformulier welke het afgelopen jaar twee keer is gebruikt. Veel wordt aan de hand van protocollen en werkinstructies gewerkt. Deze komen tijdens een teamoverleg om de beurt aan de orde. Een ontruimingsoefening staat gepland voor 12 februari 2015. Conform de Verordening peuterspeelzalen gemeente Den Haag 2013 dient te allen tijde een van de aanwezige medewerkers te beschikken over een geldig (kinder)EHBO-diploma. Op deze locatie wordt voldaan aan deze eis. Zowel de beroepskracht als de vrijwilliger zijn in het bezit van een geldig EHBO-diploma.
Meldcode kindermishandeling De houder gebruikt een op de locatie toegespitste meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld, op basis van het landelijk model versie JSO juli 2013, in opdracht van de Brancheorganisatie Kinderopvang. De beroepskrachten zijn op de hoogte gebracht van deze meldcode en volgen aankomende tijd een nascholing op dit gebied van 4 bijeenkomsten. Hiermee wordt voldaan aan de gestelde eisen. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskracht) Observaties Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Ongevallenregistratie Veiligheidsverslag Gezondheidsverslag Huisregels/groepsregels Meldcode kindermishandeling
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 26-01-2015
Het Peenbuikertje te 'S-GRAVENHAGE
8 van 17
Ruimte en inrichting
Binnenruimte De oppervlakte van de tijdelijke groepsruimte bedraagt: 78 m². Dit is voldoende groot voor 16 kinderen. De ruimte is licht door veel ramen en is ingericht met verschillende hoeken, banken en tafels met stoelen op verschillende hoogtes.
Buitenspeelruimte Conform de Verordening peuterspeelzalen gemeente Den Haag 2013 (Artikel 5, eerste lid) zijn de voorschriften met betrekking tot de buitenruimte als volgt: Een peuterspeelzaal beschikt ten minste een kwart van elk dagdeel over aangrenzende buitenspeelruimte. Per in de peuterspeelzaal aanwezig kind bedraagt de oppervlakte van de buitenspeelruimte bruto ten minste 3m². De buitenruimte is voor kinderen veilig, toegankelijk, op de leeftijd van de kinderen afgestemd en passend ingericht. Op deze peuterspeelzaal is de situatie als volgt: de peuterspeelzaal maakt gebruik van het speelplein van de school. Zij kan hier per ochtend 3/4 uur gebruik van maken, 10-45-11.30 uur. Deze is optisch voldoende groot. De onvolkomenheden welke zijn genoemd in het rapport van september 2014, zijn in de eerste twee weken van januari opgelost. Er zijn geen vaste speeltoestellen maar in de schuur staat mobiel spelmateriaal. Er wordt voldaan aan de gestelde eisen. Gebruikte bronnen: Observaties
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 26-01-2015
Het Peenbuikertje te 'S-GRAVENHAGE
9 van 17
Ouderrecht
Informatie Het inspectierapport van september 2014 staat op de website. Oudercommissie Er is een organisatiebreed oudercommissie reglement aanwezig. Ouders worden in de gelegenheid gesteld om aan een oudercommissie deel te nemen. Het is de houder evenals vorige jaren niet gelukt een oudercommissie in te stellen voor deze locatie. Wel kan de houder aantonen dat er voldoende inspanningen worden geleverd om ouders enthousiast te maken om zitting te nemen in de oudercommissie. Dit gebeurt bijvoorbeeld tijdens de intake en door middel van nieuwsbrieven. Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders en een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie. Houder is hiervoor aangesloten bij sKK. De houder heeft de jaarverslagen voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD verzonden. Hiermee is voldaan aan de gestelde eisen. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskracht) Website Klachtenregeling Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector Klachtenregeling oudercommissie Jaarverslag klachtenregeling oudercommissie
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 26-01-2015
Het Peenbuikertje te 'S-GRAVENHAGE
10 van 17
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013, dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Vrijwilligersbeleid De houder heeft een vrijwilligersbeleid, wat tot uitdrukking komt in een beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het vrijwilligersbeleid staan minimumeisen waar een in de peuterspeelzaal werkzame vrijwilliger aan dient te voldoen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen))
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 26-01-2015
Het Peenbuikertje te 'S-GRAVENHAGE
11 van 17
In het vrijwilligersbeleid staan afspraken die de houder met vrijwilligers maakt. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het vrijwilligersbeleid staan de taakomschrijvingen waarin wordt omschreven welke bijdrage aan het werk in de peuterspeelzaal van de vrijwilligers wordt verwacht en op welke wijze dit samenhangt met het pedagogisch beleid. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat alle vrijwilligers werkzaam bij de peuterspeelzaal tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd zijn. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen tot welke peuterspeelzaalgroep het kind behoort en welke beroepskrachten op welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn en welke vrijwilligers op deze dag aanwezig zijn. (art 2.6 lid 2 en 2.11 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 2.12 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 2.12 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 26-01-2015
Het Peenbuikertje te 'S-GRAVENHAGE
12 van 17
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 2.9b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Ruimte en inrichting Binnenruimte Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind. De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 26-01-2015
Het Peenbuikertje te 'S-GRAVENHAGE
13 van 17
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. Buitenspeelruimte Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan de peuterspeelzaal. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
Ouderrecht Informatie De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 2.11 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Oudercommissie De houder biedt aan de ouders de gelegenheid deel te nemen aan een oudercommissie. (art 2.15 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. (art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. (art 2 lid 5 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder leeft de geheimhoudingsplicht na. (art 2 lid 4 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 2.17, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.18 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2.18 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 26-01-2015
Het Peenbuikertje te 'S-GRAVENHAGE
14 van 17
De houder zorgt voor naleving van de klachtenregeling oudercommissie. (art 2.18 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.
(art 2.18 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2.18 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 26-01-2015
Het Peenbuikertje te 'S-GRAVENHAGE
15 van 17
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: Het Peenbuikertje : 16 : Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Stichting Protestants Christelijke Peuterspeelzalen Postbus 18546 2502 EM 'S-GRAVENHAGE 41151328
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Haaglanden Postbus 16130 2500 BC 'S-GRAVENHAGE 070-3537224 K.J. Kwaak
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: 's-Gravenhage : Postbus 12652 : 2500 DP 'S-GRAVENHAGE
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
26-01-2015 12-02-2015 17-02-2015 18-02-2015 19-02-2015
: 19-02-2015 : week 11
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 26-01-2015
Het Peenbuikertje te 'S-GRAVENHAGE
16 van 17
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Met genoegen hebben wij kennis genomen van de rapportage van het inspectiebezoek aan onze peuterspeelzaal ’t Peenbuikertje op 26 januari 2015. Op alle door u beoordeelde items voldoet de peuterspeelzaal aan de gestelde voorwaarden. Wij bedanken u voor het prettige bezoek en wij zullen het definitieve rapport t.z.t. ter inzage leggen voor de ouders in de peuterspeelzaal en op de website van de peuterspeelzaal plaatsen. Hoogachtend, Mevrouw C. de Reus Manager Peuterspeelzalen en Voorscholen
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 26-01-2015
Het Peenbuikertje te 'S-GRAVENHAGE
17 van 17