Inspectierapport Het Avontuur Kinderopvang (BSO) Sint Gerardusplein 24A 5644NG EINDHOVEN Registratienummer 122660481
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling rapport:
GGD Brabant-Zuidoost Eindhoven 29-10-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 09-11-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 8 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 11 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 12
2 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 29-10-2015 Het Avontuur Kinderopvang te EINDHOVEN
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Het Avontuur Kinderopvang is een particuliere organisatie, die sinds 2010 dagopvang en buitenschoolse opvang biedt in Stratum. De hoofdlocatie is gehuisvest aan het Gerardusplein achter de kerk en naast basisschool De Talisman. Het Avontuur Kinderopvang biedt dagopvang aan kinderen van 0 tot 4 jaar en buitenschoolse opvang (bso) aan kinderen van 4 tot 12 jaar. In het pand aan het Gerardusplein wordt er opvang geboden aan 6 groepen dagopvang en 3 groepen buitenschoolse opvang (BSO). Daarnaast heeft de houder recent in de gemeente Waalre een locatie voor dagopvang geopend in een voormalig winkelpand aan de Raadhuisstraat 72. Het pand in Eindhoven beslaat twee verdiepingen. De dagopvang is gehuisvest op de begane grond, de BSO op de eerste etage. Naast drie groepsruimten heeft de bso de beschikking over: een atelier, een bouwkamer, een ballenbakkamer, een muziekruimte en een kinderkookcafé. Het kinderkookcafé ie gevestigd op de begane grond en wordt tevens gebruikt door de dagopvang. De bso heeft een eigen buitenruimte aan de zijkant van het pand. De tuin is ingericht als ‘avonturentuin’ conform het concept ‘natuurlijk buitenspelen’. Er is veel natuurlijk materiaal aanwezig: een zandbak, een houten hang-/zithek, duikelrek, een klimtoestel en een vuurstookplek. Inspectiegeschiedenis 2013-heden Op 04-04-2013 is de BSO bezocht voor een onaangekondigd onderzoek op kernelementen. Tijdens het onderzoek werd geconstateerd alle getoetste kernelementen voldeden aan de wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Op 13-03-2014 vond er wederom een onderzoek op de essentiële items uit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Op grond van de huidige inspectie is geconstateerd dat er, na het toepassen van overleg en overreding, wordt voldaan aan de getoetste items. Er is overleg en overreding toegepast op het item VOG, omdat 4 medewerkers niet in het bezit waren van een VOG in het kader van de continu screening. Op 14-04-2014 heeft de houder aantoonbaar gemaakt dat de overtreding was opgelost. Op 24-08-2105 heeft er een incidenteel onderzoek plaatsgevonden naar aanleiding van een aanvraag tot uitbreiding van 50 naar 60 kindplaatsen. Tijdens de inspectie zijn de domeinen accommodatie en inrichting en de risico-inventarisaties van de nieuwe ruimten getoetst. Op grond van het onderzoek is geconstateerd dat er 60 BSO-kinderen gelijktijdig in het pand opgevangen kunnen worden in 3 basisgroepen. Huidige inspectie Op 29-10-2015 is een onaangekondigd inspectiebezoek gebracht aan de BSO. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht. Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk en het domein personeel. Conclusie Tijdens de huidige inspectie is geconstateerd dat dat de getoetste inspectie, na het toepassen van overleg en overreding op één item, voldoen aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De toelichting is in het rapport opgenomen. Zie ook ‘Advies aan College en B&W’.
3 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 29-10-2015 Het Avontuur Kinderopvang te EINDHOVEN
Advies aan College van B&W Geen handhaving. De toezichthouder heeft overleg en overreding toegepast op één item omdat één beroepskracht tijdens de inspectie niet beschikt over een geldige VOG. Op 5 november 2015 is de ontbrekende VOG door de toezichthouder ontvangen en beoordeeld. Dit heeft erin geresulteerd dat de overtreding op het inspectie-item VOG (2.1.2) is opgelost.
4 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 29-10-2015 Het Avontuur Kinderopvang te EINDHOVEN
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende pedagogische basisdoelen geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie, overdracht van normen en waarden.
Pedagogische praktijk Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk (januari 2015). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de cursieve beschrijving uit het veldinstrument volgt een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Tijdens het inspectiebezoek heeft een observatie plaatsgevonden op donderdagmiddag tijdens de herfstvakantie in de twee geopende groepen 'Ontdekkers' en de 'Vrijbuiters'. De groep Astronauten is tijdens de herfstvakantie gesloten, de kinderen van de Astronauten worden opgevangen in de Ontdekkers of de Vrijbuiters. De indeling van de kinderen wordt per schoolvakantie bekeken en is afhankelijk van vriendjes/vriendinnetjes en leeftijd. De ouders van de kinderen uit de groep Astronauten zijn er van op de hoogte dat de kinderen tijdens schoolvakanties in de Ontdekkers of de Vrijbuiters worden opgevangen. Tijdens de observatie op de groepen zijn er vier pedagogisch medewerkers werkzaam. Het toezicht vindt plaats tijdens het pauzemoment van de beroepskrachten. Er is zichtbaar een goede samenwerking en overdracht als een beroepskracht terug komt van pauze. In beide groepen heerst een gemoedelijke vakantiesfeer. De beroepskrachten vertellen tijdens een interview met de toezichthouder volop over de activiteiten die in de herfstvakantie hebben plaatsgevonden. Conclusie Tijdens de observaties op de groepen is gezien, dat wordt voldaan aan de vier pedagogische basisdoelen: emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden. Uitvoering pedagogisch beleid Tijdens het interview met de beroepskrachten blijkt, dat de houder er zorg voor draagt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleids- en werkplan. De beroepskrachten bespreken hun handelen (aanpak, effect op de kinderen) op vaste momenten met het team. Het pedagogisch beleidsplan wordt als houvast en naslagwerk gebruikt en bijgesteld indien nodig. Zo geven de beroepskrachten aan dat na de herfstvakantie een nieuwe werkwijze omtrent het activiteitenaanbod wordt ingevoerd. Al enkele jaren kiezen kinderen van de BSO tussen 16.00 en 17.00 uur een activiteit, zoals: het kinderkookcafé, buitenspel, ceramiekworkshops, toneel, knutsel-schilderworkshops etc. Echter uit de evaluaties/analyses van de beroepskrachten werd het idee geboren dat kinderen zich kunnen inschrijven voor een 'cursus' van 6 weken, bijvoorbeeld cursussen gericht op: koken, natuurbeleving, ceramiek, buitenspel etc. Kinderen hoeven zodoende niet meer dagelijks een keuze te maken, maar schrijven zich in voor 6 weken. De nieuwe werkwijze zal wekelijks worden geëvalueerd en bijgesteld indien nodig. Emotionele veiligheid Het bieden van emotionele veiligheid is van primair belang, niet alleen omdat het bijdraagt aan het welbevinden van de kinderen nu, maar ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg staat. Als een kind zich niet veilig voelt, gaat het niet op ontdekking uit en durft het geen nieuwe uitdagingen aan te gaan. Het kind ontwikkelt geen zelfvertrouwen en er kan geen sprake zijn van innerlijke groei door positieve ervaringen. 5 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 29-10-2015 Het Avontuur Kinderopvang te EINDHOVEN
De beroepskrachten communiceren met de kinderen De beroepskrachten kennen alle kinderen bij naam en hebben volop gesprekjes met de kinderen. De kinderen voelen zich zichtbaar vertrouwd bij de beroepskrachten en komen naar hen toe als ze hulp nodig hebben of om even gezellig 'te kletsen'. De beroepskrachten passen hun lichaamshouding aan (bij de kleuters op ooghoogte praten, door de knieën gaan als zij bij spelsituaties meekijken) en praten met taal (zinsbouw, woordkeuze) die past bij de leeftijdsgroep. Persoonlijke competentie Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op de omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd. Exploratie en spel zijn intrinsiek gemotiveerd; de kwaliteit van exploratie en spel is een voorspeller van hun latere creativiteit, onafhankelijkheid en veerkracht. De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen De beroepskrachten organiseren en benutten het programma voor uitdaging, stimulans, avontuur en plezier. Kinderen krijgen de kans om zichzelf en elkaars kunnen te ontdekken. Tijdens de schoolvakanties wordt 's morgens met de kinderen de dagindeling en het activiteitenprogramma besproken. Kinderen mogen zelf ideeën toevoegen en er wordt gekeken naar de weersverwachting. Het programma bestaat uit een afwisseling van inspannende en ontspannende activiteiten. In de gang en in de groepsruimten hangen schilderwerken van de kinderen. De beroepskracht vertelt dat de kinderen in het park op een houten bord ieder een schildering mochten maken van 'iets fascinerends'. De schilderijen variëren van een herfstblad tot een landschap. Tijdens de observatie, die net na de lunch plaatsvindt, kijken de meeste kinderen een film en enkele kinderen zitten aan tafel te tekenen. De kinderen hebben zichtbaar behoefte aan een rustmoment en liggen op kussens op de grond. Als de film is afgelopen mogen de kinderen kiezen voor zelfstandig spel en verdelen zich over verschillende ruimten: ballenbak, bouwkamer, groepsruimte. De kinderen die dat willen mogen deelnemen aan een kookactiviteit in het kinderkookcafé. Sociale competentie De interacties met leeftijdgenoten, het deel zijn van een groep en het deelnemen aan groepsgebeurtenissen biedt kinderen een leeromgeving voor het opdoen van sociale kennis en vaardigheden. Het samenzijn met vertrouwde pedagogisch medewerkers en bekende leeftijdsgenoten bevordert de ontwikkeling van relaties en bevordert dus een gevoel van veiligheid. Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. In een vertrouwde groep leeftijdsgenoten kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie De beroepskrachten oefenen spelenderwijs in conflicten aangaan en oplossen door gesprekken en het aanleren van behulpzame rituelen en gebruiken van de groep. Afspraken over sociale omgang worden voorgeleefd en toegelicht. Zo is zichtbaar dat enkele kinderen in de bouwhoek de bouwwerken luidruchtig afbreken en twee kinderen een conflict hebben omdat ze beide dezelfde blokken willen hebben. De beroepskracht ziet het conflict en zegt op een vriendelijke toon tegen de kinderen: "Jongens, jongens, gaan jullie vanmiddag ook iets bouwen. Ik hoor alleen maar herrie." De kinderen blijven bedacht staan en hebben genoeg aan de feedback van de beroepskracht. Ze starten vervolgens met bouwen. Overdracht van waarden en normen Het gedrag van de groepsleiding speelt een cruciale rol bij de morele ontwikkeling van kinderen. Door de reactie van groepsleiding en de uitleg die zij daarover geven, ervaren kinderen de grenzen van goed en slecht, van anders, van mogen en moeten. Kinderen begrijpen beter waarom bepaald gedrag verwacht wordt in bepaalde situaties. Deze kennis geeft kinderen zekerheid over hun eigen functioneren (zelfvertrouwen) en leidt tot betere zelfsturing en sociale interactie. Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast De beroepskrachten leggen uit waarom afspraken, regels en omgangsvormen belangrijk zijn. Zo geven enkele kinderen aan dat ze in de ballenbak willen spelen. De beroepskracht vertelt: "Er spelen al 5 kinderen in de ballenbak. Die afspraak kennen jullie. Kijk..., het staat zelfs op de 6 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 29-10-2015 Het Avontuur Kinderopvang te EINDHOVEN
deur. Niet meer dan vijf kinderen." De kinderen kiezen vervolgens een ander spel en vragen: "Mag ik dan straks in de ballenbak?"
Gebruikte bronnen: Interview anderen (4 beroepskrachten) Observaties (29-10-2015, tijd: 12.50-13.10 uur. Ontdekkers 20 kinderen+ 2 pm'ers, Vrijbuiters 10 kinderen +1pm'er) Huisregels/groepsregels
7 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 29-10-2015 Het Avontuur Kinderopvang te EINDHOVEN
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de medewerkers steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). De beroepskracht-kindratio en de basisgroepen zijn gecontroleerd tijdens de observatie.
Verklaring omtrent het gedrag Één beroepskracht niet in het bezit van een VOG Uit een steekproef van 4 beroepskrachten is 1 beroepskracht niet in het bezit van een VOG met het screeningsprofiel 84 en 86. De steekproef bestaat uit de 4 beroepskrachten die tijdens de observatie werkzaam zijn op de BSO. Middels Overleg en overreding is de overtreding opgelost Op 5 november 2015 is de opnieuw aangevraagde VOG van de beroepskracht door de toezichthouder ontvangen en beoordeeld. Dit heeft erin geresulteerd dat de bovenstaande overtreding door de houder is opgelost. Passende beroepskwalificatie De vier beroepskrachten die tijdens de inspectie op de groep werkzaam zijn (steekproef) beschikken over een passende beroepskwalificatie conform de CAO Kinderopvang. Opvang in groepen De BSO bestaat uit 3 basisgroepen Basisgroep Ontdekkers Astronauten Vrijbuiters
Leeftijd kinderen ± 4 -5 jarigen ± 5-7 jarigen ± 6-12 jarigen
Maximaal aantal kinderen per groep 20 20 20
Beroepskracht-kindratio Op grond van de observatie is geconstateerd dat er voldoende beroepskrachten worden ingezet gezien het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Pauzeren Tijdens de lunchpauze van de beroepskrachten is minimaal het helft van het aantal vereiste beroepskrachten op de groep aanwezig.
Gebruikte bronnen: Interview anderen (4 beroepskrachten) Observaties (29-10-2015, tijd: 12.50-13.10 uur. Ontdekkers 20 kinderen+ 2 pm'ers, Vrijbuiters 10 kinderen +1pm'er) Arbeidscontracten (1 beroepskracht) Presentielijsten (29-10-2015)
Inspectie-items
8 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 29-10-2015 Het Avontuur Kinderopvang te EINDHOVEN
Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 29-10-2015 Het Avontuur Kinderopvang te EINDHOVEN
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 29-10-2015 Het Avontuur Kinderopvang te EINDHOVEN
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: Het Avontuur Kinderopvang : http://www.hetavontuurkinderopvang.nl : 60
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
J.E.M. Tielemans-Valks St Gerardusplein 24A 5644NG EINDHOVEN www.hetavontuurkinderopvang.nl 17262294
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Brabant-Zuidoost Postbus 8684 5605KR EINDHOVEN 088 0031 377 Verone van Kilsdonk
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Eindhoven : Postbus 90150 : 5600RB EINDHOVEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
29-10-2015 02-11-2015 09-11-2015 09-11-2015 10-11-2015 10-11-2015
: 01-12-2015
11 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 29-10-2015 Het Avontuur Kinderopvang te EINDHOVEN
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De zienswijze is digitaal ontvangen op 09-11-2015. Zienswijze n.a.v. het inspectierapport BSO: Het was houder niet bekend dat stagiaires niet onder de continu screening vallen en dat er dus bij indiensttreding een nieuwe Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) aangevraagd moet worden. De betreffende pedagogisch medewerkster is inmiddels in het bezit van de juiste VOG. met vriendelijke groet Het Avontuur Kinderopvang Annelies Tielemans directeur
12 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 29-10-2015 Het Avontuur Kinderopvang te EINDHOVEN