Inspectierapport De Kleinste Reus (KDV) Noorderstraat 6 1017 TV AMSTERDAM Registratienummer: 235846521
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Stadsdeel Centrum Datum inspectie: 19-02-2014 Type onderzoek: Onderzoek na aanvraag Status: concept Datum vaststellen inspectierapport:
De Kleinste Reus - Onderzoek na aanvraag 19-02-2014
1/15
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
De Kleinste Reus - Onderzoek na aanvraag 19-02-2014
2/15
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit is het inspectierapport van het onderzoek dat is uitgevoerd naar aanleiding van de aanvraag tot exploitatie van kinderdagverblijf de Kleinste Reus. Het onderzoek is uitgevoerd op 19 februari 2014. In dit onderzoek is beoordeeld in hoeverre de vestiging redelijkerwijs zal gaan voldoen aan de kwaliteitseisen. Kwaliteitseisen met betrekking tot de praktijk zijn hierbij niet beoordeeld.
Beschouwing Stichting De Kleinste Reus heeft vier bestuurders. Daarnaast is er een directeur aangesteld en een assistentleidinggevende. Gezamenlijk vormen zij de directie en zullen zij de dagelijkse leiding van het kinderdagverblijf op zich nemen. Iedere dag zal één van hen aanwezig zijn op de locatie. Bij het onderzoek op de locatie waren beide directieleden en de penningmeester van het bestuur van de stichting aanwezig. Dit is de eerste vestiging van de stichting. De stichting valt onder een beheersstichting waar ook de inpandige buitenschoolse opvang onder valt. In het bestuur van de beheersstichting zitten zowel afgevaardigden van de school als van de buitenschoolse opvang en het kinderdagverblijf. Het kinderdagverblijf bevindt zich in het souterrain en op de bel-etage van de school ‘de Kleine Reus’. Op het kinderdagverblijf zullen in totaal 31 kinderen opgevangen worden, verdeeld over een babygroep met kinderen van nul tot twee jaar en een peutergroep met kinderen van twee tot vier jaar. De beroepskrachten zullen geschoold worden in het werken met het programma ‘Startblokken’ waar ook in de onderbouw van de school mee gewerkt zal worden. Ten tijde van het inspectieonderzoek zijn zowel de beroepskrachten als de docenten van de school gestart met het opleidingstraject.
Advies aan college van B&W Uit onderzoek is gebleken dat de exploitatie redelijkerwijs kan plaatsvinden in overeenstemming met de kwaliteitseisen die bij of krachtens de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen zijn gesteld. Op basis van deze resultaten adviseert de toezichthouder om - indien tevens aan overige relevante regelgeving is voldaan positief te besluiten op de aanvraag tot exploitatie en vanaf de dagtekening van het besluit De Kleinste Reus op te nemen in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen met de in de aanvraag vermelde gegevens.
De Kleinste Reus - Onderzoek na aanvraag 19-02-2014
3/15
Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang valt binnen de gestelde definitie. Er is sprake van kinderopvang in de zin van de wet. Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving Deze aanvraag betreft de eerste vestiging van de houder. Gebruikte bronnen: - inspectieonderzoek
De Kleinste Reus - Onderzoek na aanvraag 19-02-2014
4/15
Pedagogisch klimaat De directie heeft bij het indienen van de aanvraag een pedagogisch beleidsplan toegevoegd. Deze versie voldoet niet aan alle voorwaarden. De toezichthouder heeft de directie tijdens dit onderzoek door middel van overleg en overreding de mogelijkheid geboden om een aangepast pedagogisch beleidsplan op te stellen. Op 25 februari 2014 heeft de directie een aangepast pedagogisch beleidsplan opgesteld. Pedagogisch beleidsplan In het pedagogisch beleidsplan is opgenomen dat dagelijks zal worden geopend met vier beroepskrachten en dat zal worden afgesloten met vier beroepskrachten. 's Ochtends zal er op de souterraingroep een beroepskracht van de voorschoolse opvang worden ingezet totdat de tweede beroepskracht start. Op de bel-etagegroep zal 's ochtends ook een beroepskracht van de voorschoolse opvang aanwezig zijn met de kinderen van de voorschoolse opvang tot 8.45 uur. Deze kinderen zal apart speelmateriaal worden aangeboden. Aan het eind van de dag zullen er op iedere groep beroepskrachten van de naschoolse opvang en de directie worden ingezet. De kinderen worden hierdoor altijd in de eigen stamgroep opgevangen en het komt niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is. Ook gebruik van kinderopvang gedurende extra dagdelen zal alleen aangeboden worden indien er plaats is op de eigen stamgroep. Gebruikte bronnen: - pedagogisch beleidsplan, versie november 2013; - pedagogisch beleidsplan, versie 25 februari 2014.
De Kleinste Reus - Onderzoek na aanvraag 19-02-2014
5/15
Personeel en groepen De directie heeft een overzicht opgestuurd waarop de verwachte inzet van de beroepskrachten wordt weergegeven (d.d. 11 februari 2014). Hierin werd vanaf 16.15 uur en langer dan anderhalf uur aaneengesloten afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. De toezichthouder heeft de directie tijdens het onderzoek door middel van overleg en overreding de mogelijkheid geboden om een aangepast overzicht op te stellen. Op 25 februari 2014 heeft de directie aangepaste documenten opgestuurd. Deze documenten zijn meegenomen in de beoordeling. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft beoordeeld dat zowel de houder als personen die werkzaam zullen zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie Tijdens het onderzoek op locatie is gebleken dat één van de beroepskrachten haar diploma nog moet ontvangen. De directie heeft een e-mail doorgestuurd van de mentor van deze beroepskracht. De mentor bevestigt hierin dat het diploma voor 1 maart 2014 overgelegd zal worden aan de directie. Nadat het diploma is overgelegd kan de beroepskracht worden ingezet. Beroepskracht-kind-ratio Dagelijks worden op de souterraingroep maximaal vijftien kinderen opgevangen door drie beroepskrachten en op de bel-etagegroep maximaal veertien kinderen door twee beroepskrachten. Er zijn voldoende vaste beroepskrachten voor het aantal kinderen dat maximaal wordt opgevangen, er zijn geen vacatures. Bij ziekte, vakantie en verlof wordt er gebruikgemaakt van invalkrachten die werkzaam zijn bij de buitenschoolse opvang in hetzelfde pand. Op de souterraingroep zal dagelijks een beroepskracht worden ingezet van 7.30-16.30 uur, één beroepskracht van 8.30-17.30 uur en één beroepskracht van 9.30-18.30 uur. Op de bel-etagegroep zal iedere maandag één beroepskracht ingezet worden van 7.30-16.15 uur, één beroepskracht van 8.45-18.30 uur en één beroepskracht van 13.30-18.30 uur. Op dinsdag tot en met vrijdag zal op deze groep één beroepskracht ingezet worden van 7.30-17.15 uur en één beroepskracht van 8.45-18.30 uur. De beroepskrachten zullen om de beurt veertig minuten pauzeren tussen 12.00-14.00 uur. Hiermee wordt voldaan aan de beroepskracht-kind-ratio. Het komt niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is, omdat dagelijks twee beroepskrachten van het kinderdagverblijf en twee beroepskrachten van de voorschoolse opvang openen en sluiten. Opvang in groepen Elk kind zal behoren bij één stamgroep. De opvang zal, buiten (spel)activiteiten om, plaatsvinden in deze stamgroepen. Er komen twee stamgroepen. De souterraingroep zal bestaan uit maximaal vijftien kinderen tussen de nul en twee jaar oud. De bel-etagegroep zal bestaan uit maximaal veertien kinderen tussen de twee en vier jaar oud. Kinderen zullen niet in een andere dan hun eigen stamgroep worden opgevangen. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang zal door alle beroepskrachten Nederlands gesproken worden. Gebruikte bronnen: - afschriften verklaringen omtrent het gedrag; - afschriften beroepskwalificaties; - overzicht inzet beroepskrachten d.d. 11 februari 2014 en 25 februari 2014.
De Kleinste Reus - Onderzoek na aanvraag 19-02-2014
6/15
Veiligheid en gezondheid De directie heeft bij het indienen van de aanvraag de risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid toegevoegd. De risico-inventarisaties dateren van december 2013 maar zijn niet actueel. Vrijwel alle acties waren toen nog 'uit te voeren' terwijl inmiddels een groot deel is uitgevoerd; bovendien zijn bij sommige risico's geen maatregelen beschreven, de buitenruimte is met betrekking tot de veiligheidsrisico's niet geïnventariseerd en de gezondheidsrisico's zijn slechts eenmaal per thema ingevuld terwijl dit per groep dient te gebeuren. De toezichthouder heeft de directie tijdens dit onderzoek door middel van overleg en overreding de mogelijkheid geboden om de risico-inventarisaties aan te passen. De directie heeft op 25 februari 2014 een aangepast veiligheids- en gezondheidsbeleid opgestuurd. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Op 25 februari 2014 is er een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid opgesteld. Voor het inschatten van de veiligheids- en gezondheidsrisico's op de locatie is er gebruikgemaakt van de digitale Risicomonitor. De Risicomonitor is ingevuld door één van de twee directieleden. In de risico-inventarisatie veiligheid zijn de veiligheidsrisico's met betrekking tot het gebruik van de was en droogruimte, Binnen bergruimte souterrain 2', Binnen bergruimte souterrain, Buitenruimte, Garderobe Bel-etage, Garderobe souterrain, Entree/gang, Garderobe beletage, Kantoor, Keuken souterrain, Leefruimte soutterain, Leefruimte met keuken(blok) Beletage, Kindertoiletten Beletage, Kindertoiletten souterrain, Toilet medewerkers, Slaapkamer 2 en de Slaapkamer souterrain geïnventariseerd. In de risico-inventarisatie gezondheid zijn de gezondheidsrisico's met betrekking tot de overdracht van ziektekiemen, het binnen- en buitenmilieu alsmede het (uitblijven van) medisch handelen geïnventariseerd. Er is een reële inschatting gemaakt van alle aanwezige risico's, er zijn passende maatregelen getroffen en afspraken vastgelegd om de risico's in de praktijk te reduceren. Indien de situatie in de toekomst wijzigt, zoals in mei 2014 de buitenruimte, zal de risico-inventarisatie opnieuw worden uitgevoerd. In de aangepaste risico-inventarisaties zijn alle maatregelen die reeds zijn uitgevoerd als zodanig aangemerkt. De gedragsmaatregelen zijn opgenomen in diverse documenten zoals het ‘Plan van aanpak veiligheid werkinstructie pedagogisch med’, het ‘Plan van aanpak hygiëne babygroep/ peutergroep’, het ‘Hitteprotocol’ en de ‘Schoonmaaklijst.’ In deze documenten staan de maatregelen opgenomen. De acties die nog uitgevoerd moeten worden zijn opgenomen in een actieplan en daarbij zijn realistische termijnen voor de uitvoering gesteld. Er zal gebruikgemaakt worden van ongevallenregistratieformulieren waarop onder andere geregistreerd kan worden wat de aard van het ongeval is en welke maatregelen genomen zullen worden om het risico in de toekomst te voorkomen. Op 28 januari 2014 is er een 'protocollendag' georganiseerd voor de toekomstige beroepskrachten. Op deze dag is het beleid besproken. Een week en een maand na aanvang van de exploitatie zullen de beroepskrachten en de directie evaluaties houden van het beleid. Daarna zal er iedere zes weken een werkoverleg georganiseerd worden. Meldcode kindermishandeling Er wordt bij het kindercentrum gebruikgemaakt van de meldcode die is opgesteld door de Brancheorganisatie Kinderopvang en is vastgesteld voor de eigen organisatie. De sociale kaart is ingevuld. Er is nog geen aandachtsfunctionaris aangesteld. Tijdens het eerste werkoverleg dat in maart gepland is zal een onderdeel van de meldcode besproken worden. De meldcode zal daarna gedurende verschillende keren werkoverleg aan bod komen. Vierogenprincipe In het gebouw zijn de ruimtes transparant ingericht. Zowel in de groepsruimtes als in de slaapkamers zijn ramen. Omdat de groepen niet aan elkaar grenzen zal er gebruikgemaakt worden van babyfoons, zodat de beroepskrachten elkaar kunnen horen. Dagelijks zullen de kinderen starten in hun eigen groep vanaf 7.30 uur. Om aan het vierogenprincipe te voldoen zal op iedere groep een beroepskracht van de buitenschoolse opvang ingezet worden totdat op iedere groep de tweede beroepskracht start om 8.30 of 8.45 uur. Op de souterraingroep gaan de drie beroepskrachten om de beurt met pauze waardoor er nooit een beroepskracht alleen op de groep staat gedurende deze momenten. Op de bel-etagegroep zal één van de directieleden aanwezig zijn of binnen komen lopen om tijdens de pauzes aan het vierogenprincipe te voldoen. Aan het eind van de dag staat op de souterraingroep een beroepskracht alleen vanaf 17.30 uur. Dagelijks zal één van de directieleden aanwezig zijn op deze groep. Op de bel-eteagegroep zal op maandag worden afgesloten door twee beroepskrachten en zullen op de andere dagen een medewerker van de buitenschoolse opvang of één van de directieleden worden ingezet vanaf 17.15 uur. Gebruikte bronnen: - risico-inventarisatie veiligheid, d.d. 4 december 2013 en d.d. 25 februari 2014; - risico-inventarisatie gezondheid, d.d. 4 december 2013 en d.d. 25 februari 2014; - plan van aanpak: 'plan van aanpak veiligheid werkinstructie pedagogisch med’, ‘plan van aanpak hygiëne babygroep/ peutergroep’, ‘hitteprotocol’ en 'schoonmaaklijst’ (ontvangen d.d. 25 februari 2014); - meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld van de kleinste reus, ontvangen d.d. 11 februari 2014; - pedagogisch beleidsplan, versie 25 februari 2014; De Kleinste Reus - Onderzoek na aanvraag 19-02-2014
7/15
- overzicht inzet beroepskrachten d.d. 25 februari 2014.
De Kleinste Reus - Onderzoek na aanvraag 19-02-2014
8/15
Accommodatie en inrichting De toezichthouder heeft een plattegrond ontvangen waarop is aangegeven hoe de buitenspeelruimte eruit zal komen te zien. Tijdens het onderzoek op locatie is gebleken dat de buitenspeelruimte nog geheel verbouwd dient te worden; deze zal naar verwachting in mei 2014 gereed zijn. Binnenspeelruimte Het kindercentrum zal beschikken over twee stamgroepsruimtes. De stamgroepsruimte in het souterrain heeft een bruto oppervlakte van 81,3 m² en is daarmee geschikt voor de opvang van vijftien kinderen. De stamgroepsruimte op de bel-etage heeft een bruto-oppervlakte van 56 m² en is daarmee geschikt voor de opvang van veertien kinderen. In het soutterain is een aparte keuken waar de beroepskrachten gebruik van kunnen maken. Op iedere groep is een verschoontafel aanwezig en er zijn op beide verdiepingen kinderw.c.'s beschikbaar. In de souterraingroep is daarnaast onder andere een grondbox, een bank, een podium en er zijn speelhoeken ingericht met blokken, puzzels, een keukentje en een bed met poppen. Op de bel-etagegroep zijn ook verschillende speelhoeken ingericht met onder andere een keukentje, verkleedkleren, Kapla, puzzels en een knutselhoek. In het souterrain zijn twee slaapkamers. Eén van de slaapkamers grenst aan de groepsruimte en heeft zes slaapplaatsen. De andere slaapkamer bevindt zich aan de overzijde van de gang en heeft tien slaapplaatsen. De kinderen die opgevangen worden op de bel-etage zullen op stretchers op de groep slapen. Er zal voor aanvang van de exploitatie een geluidwerende vouwwand geplaatst worden. Hiermee wordt gewaarborgd dat de kinderen die wakker zijn, niet belemmerd worden in hun spel en de kinderen die moeten slapen, dit in alle rust kunnen doen. Buitenspeelruimte Tijdens het inspectieonderzoek op locatie was de buitenruimte nog niet ingericht. Een deel van het schoolplein is omheind met stalen hekken en op dit gedeelte kunnen de kinderen van het kinderdagverblijf voorlopig spelen. Tijdens het onderzoek op locatie heeft de directie aangegeven dat er voor de aanvang van exploitatie los spelmateriaal aangeschaft zal worden. Op 25 februari 2014 heeft één van de leden van de directie een bestelbon opgestuurd waaruit blijkt welk (buiten)speelgoed is besteld. Daarnaast heeft zij per e-mail verklaard dat er een zandbak zal worden gecreëerd in een tractorband. De buitenruimte zal gedeeld worden met de school en met de buitenschoolse opvang en zal in z'n geheel verbouwd worden tot een natuurtuin. Deze verbouwing zal naar verwachting in mei 2014 gereed zijn. De toezichthouder heeft een tekening van de directie ontvangen waarop is aangegeven hoe de buitenruimte eruit zal komen te zien. Hierop is aangegeven dat de toegankelijke en aangrenzende buitenruimte een bruto-oppervlakte van 100 m² zal hebben. Daarmee zal deze groot genoeg zijn voor de opvang van 31 kinderen. Gebruikte bronnen: - plattegrond, De Brede Reus, 8 april 2013; - inspectieonderzoek.
De Kleinste Reus - Onderzoek na aanvraag 19-02-2014
9/15
Ouderrecht De directie heeft een informatiemap en een link naar de website waar informatie voor ouders op staat opgestuurd (d.d. 11 februari 2014). Hierin ontbreekt informatie met betrekking tot de beroepskracht-kind-ratio, de opleidingseisen van de beroepskrachten, het veiligheids- en gezondheidsbeleid en het beleid omtrent het vierogenprincipe. De toezichthouder heeft de directie tijdens dit onderzoek door middel van overleg en overreding de mogelijkheid geboden om de informatie aan ouders aan te passen. Op 25 februari 2014 heeft de directie aangepaste informatie opgestuurd. Informatie De directie informeert de ouders door middel van een informatiemap en een website: www.dekleinstereus.nl. Deze informatiebronnen zijn toegankelijk voor alle ouders. De directie heeft een overzicht van de aanpassingen doorgestuurd aan de toezichthouder op 25 februari 2014. De informatie die tijdens het onderzoek op locatie ontbreekt op de website zal voor aanvang van de exploitatie worden toegevoegd aan de website. Ouders worden altijd geïnformeerd door welke beroepskrachten de kinderen worden opgevangen, doordat de beroepskrachten de intakegesprekken voeren. Daarnaast zullen de personeelsroosters op een voor ouders toegankelijke plek worden opgehangen. Klachten De houder beschikt over een klachtenregeling. Deze regeling is te vinden in het pedagogisch beleid. De houder heeft zich aangemeld bij een onafhankelijke klachtencommissie, namelijk de sKK. De regeling geeft duidelijk weer dat een ouder zich te allen tijde tot de onafhankelijke klachtencommissie kan richten. Gebruikte bronnen: - informatiemap (ontvangen d.d. 11 februari 2014); - website: www.dekleinstereus.nl, d.d. 18 februari 2014; - aanpassingen website, ontvangen d.d. 26 februari 2014.
De Kleinste Reus - Onderzoek na aanvraag 19-02-2014
10/15
Inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen. Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruikmaken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en op dat moment niet ouder dan twee maanden. De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. De verklaring omtrent het gedrag van een personen werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De Kleinste Reus - Onderzoek na aanvraag 19-02-2014
11/15
De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. De Kleinste Reus - Onderzoek na aanvraag 19-02-2014
12/15
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie.
De Kleinste Reus - Onderzoek na aanvraag 19-02-2014
13/15
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
De Kleinste Reus 000057684049 http://www.dekleinstereus.nl 31 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Stichting de Kleinste Reus Noorderstraat 6 1017 TV AMSTERDAM 57684049 www.dekleinstereus.nl
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. drs. A. Schaap
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Stadsdeel Centrum : Postbus 202 : 1000 AE AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
De Kleinste Reus - Onderzoek na aanvraag 19-02-2014
: 19-02-2014 : 27-02-2014 : : : : :
14/15
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. P.M.
De Kleinste Reus - Onderzoek na aanvraag 19-02-2014
15/15