Inschatting van het risico op uitzaaiingen van prostaatkanker
2
Uw uroloog heeft met u besproken dat de resultaten van de onderzoeken helaas bevestigen dat u prostaatkanker heeft. Ook is besproken of er nader onderzoek nodig is naar eventuele uitzaaiingen. Bij prostaatkanker is het niet altijd nodig om onderzoek naar uitzaaiingen (metastasen) te verrichten. Hoe de uroloog tot de beslissing komt om wel of geen onderzoek naar uitzaaiingen bij prostaatkanker te doen, wordt in deze folder uitgelegd. U kunt alles thuis nog eens rustig doorlezen. Het is niet de bedoeling dat deze folder de persoonlijke gesprekken met uw uroloog vervangt. Met problemen of vragen, ook naar aanleiding van deze folder, kunt u bij hem of bij een van de verpleegkundigen van de polikliniek urologie terecht. Prostaatkanker Bij prostaatkanker is er sprake van een ongeremde groei van de cellen van de klierbuisjes in de prostaat (medische term; adenocarcinoom). Verhoogde waarden van het prostaat specifiek antigen (PSA) in het bloed kunnen wijzen op de aanwezigheid van prostaatkanker. Soms kan de uroloog bij het inwendig onderzoek via de anus (rectaal toucher) de tumor voelen. Zekerheid over de diagnose ‘prostaatkanker’ kan echter alleen worden gegeven na het nemen van stukjes weefsel (puncties) uit de prostaat.
3
Als er stukjes weefsel van de prostaat worden afgenomen wordt dit begeleid door echografisch onderzoek via de endeldarm. Deze prostaatstukjes worden door de patholoog-anatoom onderzocht (zie folder ‘Echografie van de prostaat met puncties’). De patholooganatoom beoordeeld niet alleen de aan- of afwezigheid van prostaatkanker, maar kijkt ook naar de agressiviteit van de eventueel aanwezige tumor. De patholoog-anatoom beoordeeld deze agressiviteit door te kijken naar de twee meest voorkomende tumorveldjes in de afgenomen weefsels. De mate van agressie in het weefsel patroon van de tumor wordt uitgedrukt in een getal van 1 t/m 5, waarbij 1 en 2 nauwelijks kwaadaardig te noemen zijn, 3 een matig agressieve tumor is en 4 en 5 agressief en snelgroeiend zijn. Deze indeling wordt ook wel de Gleasonscore genoemd. De optelsom van de twee onderzochte tumorveldjes wordt aangegeven in de Gleasonscore (Bijvoorbeeld 3+3 geeft een Gleasonscore van 6). De hoogte van de Gleasonscore, de bloedwaarden van het prostaat specifiek antigen (PSA) en de aan- of afwezigheid van een voelbare tumor bepalen grotendeels de kans op uitzaaiingen (metastasen). Vaststellen van de uitgebreidheid van prostaatkanker Met de echografie van de prostaat is niet altijd de uitgebreidheid van de tumor even duidelijk. Met een speciaal MRI-onderzoek kan de tumoruitbreiding veel duidelijker zichtbaar worden gemaakt. Zo wordt met dit MRI-onderzoek bekeken of een prostaattumor is ingekapseld en hoe de tumor zich verhoudt tot bijvoorbeeld de erectie-zenuwen. De uroloog weet dan of er veilig een eventueel zenuwsparende operatie kan worden uitgevoerd. Klachten van prostaatkanker? In een vroeg ziektestadium geeft prostaatkanker doorgaans geen klachten. Klachten van bijvoorbeeld een verminderde urinestraal, frequent plassen met kleine hoeveelheden, frequent ’s nachts opstaan om te plassen zijn geen typische symptomen bij prostaatkanker. 4
Zelfs bloed bij de urine of het sperma zijn niet zonder meer uitingen van prostaatkanker. Pas wanneer prostaatkanker in een vergevorderd stadium is, kunnen er klachten ontstaan zoal frequente drang om te plassen, pijn in de onderbuik, moeheid, gewichtsverlies en pijnlijke botten. De verspreiding van prostaatkankercellen (uitzaaiingen) Prostaatkankercellen kunnen zich via de lymfe- en bloedvaten verspreiden. Er kunnen dan uitzaaiingen in de lymfeklieren in het bekken ontstaan. Via een operatie kunnen deze lymfeklieren worden weggenomen voor onderzoek (meer informatie hierover vin u in de folder ‘operatief verwijderen van lymfeklieren’). Wanneer de prostaatkankercellen zich via het bloed verspreiden, ontstaan vaak uitzaaiingen inde botten. Dit kan worden vastgesteld met een botscan ofwel skeletscintigrafie. Daarbij wordt een radioactieve stof in de ader van een arm ingespoten. Deze stof wordt opgenomen door het skelet en zichtbaar gemaakt op een foto. Uitzaaiingen worden op de foto zichtbaar als zwarte vlekken. Beeldvormend onderzoek naar uitzaaiingen in lymfeklieren is op dit moment nog onbetrouwbaar. Zowel CT-onderzoek, MRI-onderzoek en PET_scan geven onvoldoende zekerheid over de aan- of afwezigheid van lymfeklieruitzaaiingen bij prostaatkanker. Er zijn 4 redenen om bot- en lymfeklieronderzoek te doen naar eventuele uitzaaiingen. • Wanneer de tumor duidelijk te voelen is bij een anaal onderzoek of bij MRI-onderzoek is gebleken dat de tumor door het kapsel is gegroeid. • Wanneer het weefselonderzoek van de prostaatpuncties een agressieve tumor aan het licht heeft gebracht. • Wanneer het prostaat specifieke antigen gehalte in het bloed hoger is dan 20 nanogram/milliliter. • Wanneer er klachten zijn die het gevolg van uitzaaiingen zouden kunnen zijn.
5
Wat is het belang van prostaat specifiek antigen onderzoek (PSA-onderzoek) Het PSA is een stofje dat uitsluitend in de prostaat voorkomt. PSA is niet prostaatkanker specifiek. Wel is het zo dat het PSA meestal verhoogd is bij prostaatkanker, maar dat hoeft niet. Een hoge PSAwaarde kan zich ook voordoen bij een vergrote prostaat of bij een ontsteking van de prostaat. Toch is PSA-onderzoek belangrijk. PSA is momenteel de belangrijkste substantie in het bloed om de aanwezigheid van prostaatkanker en eventuele uitzaaiingen te vermoeden. In het algemeen kan gesteld worden dat er bij hogere PSA waarden er een groter risico is op uitzaaiingen. Er bestaan overigens ook bepaalde soorten agressieve prostaatkanker waarbij de PSA-waarde niet of nauwelijks verhoogd is. Desalniettemin is ook bij deze vormen van prostaatkanker de PSA-waade een maat voor de voortgang van de ziekte en voor het succes van een behandeling. Groeit de tumor, dan neemt het PSA-waarde in het bloed toe, slinkt de tumor, dan neemt de PSA-waarde in het bloed af. Hoe wordt het risico op uitzaaiingen bepaald? Een betrouwbare risico-inschatting over de kans op uitzaaiingen kan worden gemaakt door de volgende zaken: • Op basis van de grootte en uitgebreidheid van de tumor in de prostaat (tumorstadium) • De hoogte van de PSA-waarde in het bloed • De agressiviteit van het tumorweefsel (Gleason score) Deze risico-inschatting wordt gemaakt op basis van tabellen (nomogrammen)
6
De uroloog kan in deze tabellen aflezen wat het risico is op groei van de tumor buiten het prostaatkapsel en het risico op uitzaaiingen. Aan de hand van diti risicoprofiel neemt de uroloog de beslissing om wel of geen nader onderzoek naar uitzaaiingen in de lymfeklieren te doen. Heel algemeen kan worden gesteld dat, wanneer de PSA-waarde in het bloed lager is dan 20 nanogram per milliliter en Gleason-score niet hoger is dan 3, het risico op uitzaaiingen in de lymfeklieren erg klein is. In dat geval wordt afgezien van verder onderzoek naar uitzaaiingen. Vragen Uw uroloog bespreekt met u de verdere gang van zaken ten aanzien van de behandeling. Een behandeling in verband met prostaatkanker is een ingrijpende gebeurtenis voor u en uw naasten. Het is dan ook vanzelfsprekend dat u vragen heeft over de operatie/behandeling en de gevolgen ervan. Bespreek dit samen met uw partner/directe naasten en met uw behandelend specialist of uw verpleegkundige. Bericht van verhindering Bent u op het afgesproken tijdstip verhinderd, bel dan zo spoedig mogelijk de polikliniek urologie om u af te melden. Er kan dan nog een andere patiënt in uw plaats komen.
7
Adres en telefoonnummer Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Weg door Jonkerbos 100 6532 SZ Nijmegen Afdeling polikliniek urologie (B28) (op werkdagen van 08:30 tot 16:30) Telefoon: (024) 365 82 55 Verpleegafdeling urologie (B44) Telefoon: (024) 365 78 00
8
G538-M / 06-14
Website: www.urologie.cwz.nl