Innovation Labs 2010 - 2011
“Het was inspirerend om met studenten uit andere disciplines samen te werken. het is niet altijd gemakkelijk geweest, maar wel zeer leerzaam.” student
Opdrachtgevers / Partners Colofon Innovators 010 Programma Excellentie in onderwijs tekst en redactie BOS, Bureau voor Onderwijs & Samenleving vormgeving Mirjam Wilbrink, studioBoven grafisch ontwerp drukwerk De Swart fotografie Roy Borghouts (foto’s binnenwerk), e.a. uitgave Dienst Concernstrategie, Hogeschool Rotterdam Titel
productie
Maart 2011
4
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever (dienst Concernstrategie, Hogeschool Rotterdam).
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Quisque mattis justo a sem bibendum condimentum. Mauris nibh nulla, imperdiet a cursus eget, feugiat id massa. Maecenas egestas iaculis odio, eget tincidunt orci porttitor non.
Inhoud
7 9 11 15 19 23 29 33 37 41 45 51 55 59 63 64
Voorwoord Inleiding Innovation Lab Smart Energy Innovation Lab Future Mobility Innovation Lab ‘Beweegtuin voor kwetsbare ouderen’ Innovation Lab Arbeidsmarktvraagstukken Innovation Lab Rotterdam & haar Olympische ambities Innovation Lab Design for Human Technology Innovation Lab Flood Control Innovation Lab Gezond Rotterdam voor jeugd Innovation Lab Economie van de Energie Innovation Lab Vitale Wijk Innovation Lab Transformers Rotterdam Innovation Lab Talent in uitvoering Minor Cultural Diversity 5
Nabeschouwing Innovators 010
Rotterdam
Voorwoord
Anne kun je hier nog een regeltje tekst maken? Moet hier niet even iets verklarends komen te staan?
6
1
Arbeidsmarktvraagstukken
2
Beweegtuin voor ouderen
3
Design for Human Technology
4
Cultural Diversity
5
Economie van de Energie
6
Flood Control
7
Future Mobility
8
Gezond Rotterdam
9
Smart Energy
10
Sports
11
Talent in Uitvoering
12
Transformers Rotterdam
13
Vitale Wijken
Trots op de innovatieve student 11
11
8
11 9
2 3
5
5
8
13 1 8
7 3 5 12 6
In 2010 zijn we gestart met de Innovation Labs. Hiermee leveren we een concrete bijdrage aan de innovatie van de beroepspraktijk in de regio Rotterdam. Met de Innovation Labs geven we een Rotterdamse invulling aan taken als onderzoek en ontwikkeling.
4
10 8 13
Voor u ligt een overzicht van de eerste Innovation Labs. Met deze programma’s leveren we een concrete bijdrage aan de innovatie van de beroepspraktijk in de regio Rotterdam en geven we een Rotterdamse invulling aan taken als onderzoek en ontwikkeling. Creativiteit en innovatie zijn van cruciaal belang voor de ontwikkeling van de stad en de regio. Complexe vraagstukken vragen om een vernieuwende aanpak en oplossing. Steeds vaker vereist dit een multidisciplinaire aanpak, waarbij creatieve, toepassingsgerichte innovatieve professionals - I-professionals - uit diverse disciplines weten samen te werken. Deze professionals leiden wij nu in Rotterdam op in de Innovation Labs. Wij brengen studenten van diverse opleidingen bijeen rondom complexe Rotterdamse vraagstukken. We laten ze samenwerken met belanghebbenden uit de regio. We leren ze vraagstukken vanuit meerdere optieken te onderzoeken en op innovatieve manieren aan te pakken. Door studenten van verschillende opleidingen samen te laten werken leren we ze een bijdrage te leveren vanuit de eigen beroepscompetenties en te leren van anderen.
Hierdoor werken zij al tijdens de studie multidisciplinair samen en hanteren ze een innovatieve probleemaanpak. De thema’s van de Innovation Labs zijn Rotterdams: de haven en infrastructuur, duurzaamheid en energie, de gezondheidszorg, de creatieve industrie, maar ook de grootstedelijke uitdagingen als wijkontwikkeling, integratie en jeugdontwikkeling. Er is een stevige ver-binding tussen de hogeschool en de bedrijven en instellingen in de regio. De kaart van Rotterdam laat zien dat de Innovation Labs hun plek in Rotterdam gevonden hebben: op meer dan 20 plaatsen in de stad hebben de studenten het afgelopen jaar gewerkt aan projecten. In het Innovation Lab ontplooit de student zich tot I-professional. Daar zijn we trots op! Jasper Tuytel Voorzitter van het College van Bestuur
7
Inleiding
Onze ambities “Studenten geven betekenis aan de ambities! ” opdrachtgever Innovation Lab Vitale Wijk
“Dit is een echte vorm van community-leren. Zowel de studenten, de opdrachtgever als ik als begeleider hebben enorm veel van dit traject geleerd.” begeleider Innovation Lab Rotterdam & haar Olympische ambities
8
“‘Onze studenten’ maken het verschil. Zij zijn creatief en geven niet op als een oplossing onhaalbaar lijkt. Zij hebben een visie op een toekomst die niet alleen duurzamer is, maar juist ook leuker. Met meer kansen voor iedereen. Zij leveren daar zelf een bijdrage aan. Ze kunnen schakelen tussen techniek en maatschappij en werken prima in een multidisciplinair team. Sommige studenten hebben de ambitie een innovatief eigen bedrijf op te zetten.” Innovation Lab Smart Energy
Als Hogeschool Rotterdam is het onze ambitie dat al onze studenten zichzelf leren overtreffen. Dat betekent dat wij uitdagend onderwijs willen bieden op elk niveau. Daarnaast vinden wij het onze taak om als Rotterdamse hogeschool bij te dragen aan de ontwikkeling van Rotterdam. Dit doen we natuurlijk door het opleiden van goede professionals, maar ook door in ons onderwijs en onderzoek te werken aan vraagstukken die belangrijk zijn voor Rotterdam. Onze studenten, docenten en onderzoekers werken hiervoor samen met bedrijven en instellingen uit de stad. De twee ambities uitdagend onderwijs voor iedereen én bijdragen aan Rotterdam komen samen in een nieuw oanderwijsconcept: Innovation Labs.
Innovation Labs Een Innovation Lab, of kort I-Lab, is een werkomgeving waarin studenten, docenten, onderzoekers en werkveld samen werken aan het oplossen van een complex vraagstuk. Steeds weer blijkt dat de problemen waar we nu voor staan in de stad zeer weerbarstig blijken. Ze zijn niet meer op te lossen met bekende aanpakken. Deze problemen vragen om een innovatieve aanpak waarbij vanuit verschillende invalshoeken naar een oplossing gezocht wordt. Dat is precies waar het binnen de I-Labs om gaat. Studenten uit verschillende
opleidingen werken samen op zoek naar een innovatieve aanpak van een Rotterdams vraagstuk, als: • Hoe benutten we de talenten van jongeren in ‘prachtwijken’? • Hoe maken we de Olympische ambitie van Rotterdam waar? • Hoe zorgen we voor meer hoogopgeleiden in haven? • Hoe verleiden we Rotterdammers tot energiezuinig wonen? • Hoe betrekken we de bewoners van Heijplaat weer bij de vernieuwingen in hun wijk?
Ontwikkeling van de I-Labs De ontwikkeling van de I-Labs is een gezamenlijke inspanning geweest van een team van projectleiders uit alle instituten van Hogeschool Rotterdam. De ontwikkeling van het idee en de onderwijskundige invulling is steeds gezamenlijk besproken en verder gebracht. Ook tijdens de uitvoering is regelmatig afstemming geweest tussen de docenten die de Innovation Labs begeleidden. Vragen waar we ons over bogen waren: Hoe zorg je dat het uitdagen van studenten niet leidt tot het frustreren van studenten? Hoe leer je innoveren? en Hoe begeleid je multidisciplinaire teams? We zijn met het ontwikkelen begonnen in 2009 en de eerste I-Labs zijn gestart in februari 2010. Welke projecten dat waren, welke resultaten dat heeft opgeleverd voor studenten en het betrokken werkveld, ziet u in dit boek. Half januari 2011 waren alle I-Lab-studenten en hun begeleiders bij elkaar voor een inspiratie-avond. Motto van die avond was Innovators010. En dat is wat mij betreft ook wat deze Innovation Labs hebben opgeleverd: een nieuwe generatie innovators in Rotterdam. Sandra Storm Programmamanager Excellentie in onderwijs
9
Facts & Figures Begeleiders Sigrid Bollwerk (Lector Smart Energy),
“Be smart: Ontwikkel nieuwe mogelijkheden om comfortabel te wonen, ook als energie onbetaalbaar wordt.”
10
Marjolein Koot (Projectleider I-Lab), Leo Remijn (onderzoeksdocent CMI), Priscilla van Riel-Jacobs (onderzoeksdocente bouwfysica), H. Righolt (onderzoeksdocent Electrotechniek) Studenten EAS: Rahid Tromp, Jason van den Burg. IBB: Koen van der Hulst. CMI: Maurice Sammels, Justin van Schaick, Marloes van Wijk. IFM: Raoul Erkelens, Merel van Krieken, Joyce Smith, Stefan Straver, Brian Presentacion, Ruud Nagel, Vidjant Kali, Fiona Molenaar, Nathalie Pelt, Berkay Sari, Savas Unsal, Michael Baas Overige betrokken TU Delft: Chris Davis (Phd-student), Jeroen Alsem (bachelor student), EUR: Chris Roorda.
Innovation Lab Smart Energy Voor het klimaat, maar ook vanwege steeds duurder en schaarser wordende energiebronnen, zullen we ons leven zo moeten inrichten dat we steeds minder energie gaan gebruiken. Maar als je kijkt naar de huidige trends, dan zie je het omgekeerde gebeuren: in Nederland neemt het energiegebruik elk jaar alleen maar toe. Dat is niet slim. Terwijl wij de aarde nu opwarmen, kunnen we straks de energierekening niet meer betalen. Energiezuiniger wonen én leuker leven Energiezuiniger leven kan nu al, maar mensen denken vaak dat ze dan moeten inleveren op comfort of gemak. Het is onze uitdaging in dit I-Lab te komen met innovaties die energiezuiniger wonen combineren met prettig wonen en een leuker leven. En ook om de kennis op dit gebied toegankelijk te maken voor mensen die hierover de beslissingen nemen, terwijl ze onvoldoende verstand van het vakgebied hebben om het effect van hun beslissingen te overzien. De Rotterdamse woningbouwcorporaties hebben de ambitie om in de komende jaren het energieverbruik van de woningen drastisch verlagen. In 2025 moeten de CO2emissies in de Rijnmond 50% lager liggen dan in 1990. Dit is de doelstelling van het Rotterdam Climate Initiative (RCI). De Rotterdamse woningbouwcorporatie Woonbron heeft een convenant gesloten met het RCI met daarin de ambitie om het energieverbruik van de woningen met 3 % per jaar te verlagen. Daarnaast is er op landelijk niveau een convenant gesloten waarin woningcorporaties (inclusief Woonbron) zich hebben gecommitteerd aan de afspraak om in de komende jaren energie te besparen. Dit is ook vanuit economisch oogpunt noodzakelijk omdat er in de nabije toekomst weer grote prijsstijgingen van
energie te verwachten zijn, waardoor de energierekening voor huurders van de sociale woningbouw onbetaalbaar dreigt te worden. Bij nieuwbouwwoningen zorgen de energie prestatienormen voor afnemend energieverbruik, maar bij renovatie van bestaande bouw wordt nog niet op een structurele manier naar de optimalisatie van de energievoorziening gekeken. Het is momenteel niet goed mogelijk om de verschillende alternatieven hiervoor met elkaar te vergelijken, doordat bestaande kennis verbrokkeld is en vaak (voor de eindgebruiker) moeilijk toepasbaar is. De Rotterdamse woningbouwcorporatie Woonbron wil een hulpmiddel dat op een gebruiksvriendelijke manier de complexiteit van het energiesysteem inzichtelijk kan maken en dat helpt bij het maken van keuzes voor de inrichting van duurzame energievoorziening in de bestaande bouw.
Partners Bij het programma zijn op dit moment alle relevante partijen uit het Rotterdamse betrokken: woningbouwcorporatie, Gemeente/ RCI en het energiebedrijf. Via regionale en nationale kennisinstellingen (o.a. Erasmus
11
Universiteit Rotterdam en Technische Universiteit Delft),wordt de toegang tot de beschikbare kennis en nieuwe ontwikkelingen op dit gebied geborgd. Het programma wordt grotendeels door de Hogeschool Rotterdam uitgevoerd in samenwerking met woningcorporatie Woonbron. Alle partijen in het consortium hebben, naast de adviserende taak, voornamelijk een kennisleverende rol.
Programma Het onderzoek dat de studenten binnen het I-Lab doen, is toepassingsgericht en brengt het energiesysteem in de gebouwde omgeving in kaart. De nadruk ligt hierbij in eerste instantie op warmte- en elektriciteitsstromen en hun onderlinge samenhang. De beschikbare kennis wordt samengebracht op een manier die het mogelijk maakt om het energiesysteem vanuit verschillende invalshoeken te bekijken. Onder andere om noodzakelijke voorwaarden of de financiële gevolgen van keuzes inzichtelijk te maken. Belangrijk bij de ontwikkeling is om als student vanuit de gebruiker te denken: veelal gebruikers die geen technische achtergrond hebben en toch een afgewogen beslissing moeten nemen over veranderingen aan hun huis en/ of aan de energievoorziening. Het is een interdisciplinair programma, en een van de leerdoelen van dit I-lab is om met andere disciplines samen een product te ontwikkelen waarin iederen vanuit haar/zijn eigen deskundigheid een belangrijke bijdrage levert.
effect: een lagere energierekening en een hoger comfortniveau in huis. Docenten en studenten van de hogeschool Rotterdam krijgen daarnaast, door samen te werken in het consortium van vooraanstaande kennisinstituten, een interessante impuls voor het onderwijs en onderzoek.
Product Het energiemodel is een software-programma dat huiseigenaren van VVE’s verleidt tot het maken van duurzame investeringen in hun woning, waarbij rekening wordt gehouden met technische, bouwkundige, sociaal-psychologische, maatschappelijke en financiële aspecten en waarbij de belangen van alle stakeholders onderkend worden bij de implementatie van de toegepaste verleidingstechniek en beschikbare maatregelen.
Leerervaringen Dit I-Lab is een leersetting waarin een student de kans krijgt om zich te ontplooien en daardoor nieuwe inzichten te verwerven en nieuwe disciplines te ontwikkelen. Het I-Lab geeft de mogelijkheid te werken met andere disciplines en biedt studenten de kans om met veel externe partijen in aanraking te komen. De betrokkenheid van een externe opdrachtgever maakt dat het zeer dicht bij het echte werkende leven komt. Het is een goede voorbereiding op de aanpak van een afstudeerproject.
“In het I-Lab Smart Energy ontwikkelen we kennis en praktische oplossingen waarmee het energiegebruik in onze directe leefomgeving drastisch wordt verlaagd en onze levenskwaliteit verbetert. Daarbij kijken we niet alleen naar technische alternatieven, maar vooral ook naar de interactie tussen mensen en hun omgeving in relatie tot de technische mogelijkheden.”
Verwacht resultaat
12
Het onderzoek mondt uit in een (pilot) energiemodel dat de besluitvormers bij renovatieprojecten op een gebruiksvriendelijke manier ondersteunt bij het kiezen van een kosteneffectieve energievoorziening. Zo worden niet alleen de energiebesparing- en klimaatdoelstellingen in de gebouwde omgeving dichterbij gebracht, maar profiteren ook de bewoners van een wijk of gebouw van het neven-
13
Le p pagina 1 oj e s o r over dit p
6 ect.
2
Innovation Lab Future Mobility
“Op meerdere momenten tijdens het project zijn er gebruikersonderzoeken uitgevoerd. Dit is bij de monitoring een verplicht aspect. De eerste groep, passagiers die op lijn 38 reisden, bleek geen idee te hebben dat ze in een hybride bus zaten. De passagiers vonden de bus hetzelfde aanvoelen als een conventionele bus.” Project Robust
Het I-Lab Future Mobility richt zich op vragen als: ‘hoe verplaatsen we ons in de stad van de toekomst?’ en ‘hoe leven we in 2025 en hoe zijn we dan mobiel?’. Centraal staat het onderwerp duurzame mobiliteit over land en water. Onze mobiliteit neemt toe, maar hoe zorgen we ervoor dat deze ook duurzaam is? Duurzame mobiliteit in de toekomst Het is de uitdaging van het I-Lab om toekomstige mobiliteitssystemen te ontwikkelen binnen de kaders van people, planet en profit. We werken met het I-Lab aan integrale oplossingen voor deze vraagstukken. We combineren kennis over voertuigen met infrastructuur en logistiek en verplaatsen ons in de stad van de toekomst.
1
Binnen het I-Lab zijn drie projecten opgepakt die parallel aan elkaar zijn uitgevoerd:
14
Instituut voor Engineering and Applied Sciences.
e-Mobility-Lab stelt een ontwerprichtlijn voor elektrische voertuigen op
1
Facts & Figures
Landen, gemeentes en bedrijven staan, door dreigende klimaatveranderingen, open voor verbeteringen om een schonere leefomgeving te creëren. Steeds meer bedrijven vragen om informatie over het elektrisch rijden. De materie is echter erg complex en er is niet één bepaalde richtlijn. Studenten voerden binnen dit project een veiligheidsanalyse uit, stelden een systeembeschrijving op, verzamelden informatie met betrekking tot regelgeving en voerden literatuuronderzoek uit. Zo kwamen zij tot een ontwerp van packaging voor een elektrisch voertuig. e-Mobility-Lab, het consortium van regionale ontwikkelaars en toepassers in elektrische mobiliteit (Spijkstaal, Formula
Begeleiders Roeland Hogt,
Ronald van Gils, Jan van de Velde, Frank Rieck. Studenten Henri van Bavel, Menno Taal, Reinard Lagendijk, Lennart van den Doel, Mick Veen, Eric Sloendregt, Robert Breman en Maarten Beerten.
15
2
3 16
Zero, Gemeentewerken, Eneco) staat onder leiding van de kenniskring van EAS. Samen met D-Incert en daarmee het ministerie van Verkeer en Waterstaat, doet e-Mobility-Lab onderzoek naar de effecten van een elektrische aandrijving op actieve veiligheid (het rijgedrag) de passieve veiligheid (in geval van een ongeval) en de systeemveiligheid (risico’s in gebruik). Met deze kennis wordt een ontwerprichtlijn opgesteld voor elektrisch aangedreven voertuigen. Robust zet een monitoringssysteem op Na een onderzoeksfase, waarbij de eisen van de opdrachtgevers verkend werden en literatuuronderzoek naar monitoring werd gedaan, werd een monitoringsformat opgezet. Met behulp van dit format testten de studenten twee innovatieve stadsbusconcepten op kostenbesparing, brandstof verbruik, betrouwbaarheid en de invloed van regeneratief remmen. Dit onderzoek komt voort uit het besluit van het ministerie van Verkeer en Waterstaat om zeven innovatieve, nieuwe stadsbusconcepten te subsidiëren om de schadelijke uitstoot van stadsbussen te verminderen. Twee van die projecten worden uitgevoerd in Rotterdam: EvoBussen en NEMS bussen (eBusz). De RET is de concessiehouder voor het openbaar vervoer in Rotterdam en ontvangt subsidie om de proeven uit te voeren. In ruil voor die subsidie wil het ministerie resultaten zien van de prestaties. Robust verzorgde deze resultaten en gaf antwoord op de hoofdvraag: Hoeveel beter presteert een vernieuwde bus ten opzichte van een conventionele bus op het gebied van kosten, energieverbruik en betrouwbaarheid? Robust zette hiertoe een monitoringssysteem op en maakte de benodigde dynamische data beheersbaar en controleerbaar. Formuleer de ‘Mobiliteitsvisie Rotterdam 2040’ Zonder aanvullend beleid met betrekking tot duurzaamheid wordt Rotterdam in 2040 onleefbaar. Dat is de gedachte van de gemeente Rotterdam die aanleiding is voor het formuleren van een mobiliteitsvisie. De Dienst
Stedenbouw en vervoer wil met deze visie een transitiepad richting duurzame mobiliteit bewerkstelligen. Op basis van literatuuronderzoek, de huidige situatie en op basis van de stadsvisie van de gemeente Rotterdam is door de studenten een mobiliteitsvisie opgesteld waarin diverse toekomstscenario’s werden uitgewerkt. Hierin staat ondermeer dat er veel winst te behalen is door het gedrag van consumenten te beïnvloeden. Bekeken is wat het betekent als we meer vanuit milieubelangen zouden redeneren in plaats van uit economische belangen, wat technologische innovaties voor gevolgen hebben en wat er gebeurt als de huidige economische conjunctuur en overheidsbeleid geëxtrapoleerd worden.
“De studenten werden veelvuldig gecomplimenteerd met hun professionele werkwijze waarbij ze als spin in het web tussen de RET, de producenten van de bussen en het coördinerende bureau voor de monitoring van de bussen de informatiestromen voor het monitoren van de bussen hebben georganiseerd en gerealiseerd. Hiervoor zijn zij beoordeeld met een 10 ” opdrachtgever monitoring hybride en elektrische bussen (robust team)
Leerervaringen In het I-Lab deden studenten nieuwe ervaringen op. Zo concludeerden de studenten die zich over de mobiliteitsvisie bogen: ‘Het ontwikkelen van scenario’s was een interessante ervaring voor alle projectleden. Voor ons, studenten met een technische achtergrond, is een kijkje in de toekomst op basis van ideeën, een lastige opgave. Wij willen namelijk graag iets tastbaars dat door te rekenen valt. In dit project hebben we dan ook geleerd om, op basis van verschillende achtergronden, aannames te hanteren. Het extrapoleren van gegevens, het beoordelen van de meest kansrijke toekomstige ontwerpen of het samenvoegen van verschillende beleidsvisies, brachten nieuwe inzichten.’
“De meeste chauffeurs zijn erg trots dat ze op deze bussen mogen rijden en zijn dan ook erg nieuwsgierig naar de nieuwe techniek van de voertuigen.” Project Robust
17
Innovation Lab ‘Beweegtuin voor kwetsbare ouderen’ Zorginstelling ‘de Zellingen’ vroeg de studenten in dit I-Lab een projectplan voor een beweegtuin voor kwetsbare ouderen te schrijven. Hoewel er al beweegtuinen bestaan, was het de uitdaging met een innovatief voorstel te komen. De Efteling als inspiratiebron Vanuit het idee ‘hoe minder je weet, des te beter kun je out of the box denken’,werd gestart. De Efteling was inspiratiebron: dit park spreekt een brede leeftijdsgroep aan. Ook de ideale beweegtuin zou geschikt moeten zijn voor jong en oud. Zo zouden ouderen, met hun kinderen en kleinkinderen er gebruik van kunnen maken. Vanuit dit idee deden studenten onderzoek naar: kwetsbare ouderen, het belang van bewegen, beweegtoestellen, beweegoefeningen, de natuur, dieren, elektronica, omgeving en de wensen van ouderen met betrekking tot bewegen.
Een binnen- en een buitentuin Facts & Figures Begeleiders Rens Martijn (Projectleider Innovation
18
labs IvG), Elly Bronsveld (Docent), Jacomine de Lange (Lector), Conny Klingemans (opdrachtgever), Arie Hettinga (Docent), Marleen Goumans (Lector), Evelyn Finnema (Lector). Studenten Esther van Alphen, Nicolette van Baalen, Elly van den Bleek, Berber Kerkhof, Paulien Hoogenraad, Kalia Swingle.
Daaruit kwam het plan om in de tuin verschillende onderdelen te plaatsen die ouderen de mogelijkheid bieden op verschillende manieren te bewegen en sociale contacten te leggen en te onderhouden. In het plan adviseren de studenten een buiten- en binnengedeelte op te nemen. In de buitentuin een Chinese tuin, beweegtoestellen, dieren, een volkstuin en speciale wandelpaden. In de binnentuin een fitnessruimte, ICT ruimte en een gezelschapsspelletjescafé. In het productplan zijn de onderdelen uitgewerkt en krijgt de opdrachtgever
de mogelijkheid een keuze te maken uit de onderdelen die aanspreken. Tijdens het project boden verschillende activiteiten de studenten de mogelijkheid zich verder te ontwikkelen als innovator en nieuwe ideeën voor hun project op te doen.
Finland In mei 2010 nam de groep deel aan Cohehre Conference in Oulu. Daar verzorgde zij een posterpresentatie over de nieuwe vorm van lesgeven binnen ‘het Innovation Lab’ en presenteerde zij het plan voor de beweegtuin voor kwetsbare ouderen. Het was voor de studenten een unieke kans om hieraan deel te nemen en kennis te delen met studenten en deskundigen uit verschillende landen.
Uitwisselingsweek met België Na de zomervakantie was er een uitwisselingsweek met Belgische studenten. Met studenten uit Gent brachten de studenten van het I-Lab een week door in de kubuswoningen in Rotterdam. Het begrip kansarmoede werd tijdens de week gezamenlijk uitgediept. Zowel Nederlandse als Belgische docenten verzorgden inleidingen. Tijdens de
19
“Dit I-Lab was een unieke ervaring voor ons allen!” studenten
week werden studenten zich bewust dat armoede niet alleen bestaat in de zogenaamde ‘derde wereld’. Met twee wijkagenten ging de groep de wijk Delfshaven in voor een fotosessie over kansarmoede. Aan het einde van de week gaven studenten in verschillende groepen een presentatie.
Europees congres Studenten waren aanwezig bij het vierde Europese congres voor verpleegkundigen uit verschillende velden van de gezondheidszorg. Professionals deelden er hun methoden en onderzoeksresultaten over ouderen en de toekomst. Tijdens het congres gaven de studenten een posterpresentatie over de beweegtuin voor kwetsbare ouderen en konden zij hun ervaringen met deskundigen delen.
Een bezoek aan China Vier studenten deden met negen verpleegkunde studenten van het Zadkine en het Erasmus MC mee aan het uitwisselingsproject met Shanghai Institute of Health Sciences. Zij gingen een maand naar Shanghai waar zij in het ziekenhuis meeliepen en deelnamen aan vakken op school. Samen met de Chinese studenten oefenden zij hun skills. Zij vonden het leerzaam om met de Chinese studenten verschillende manieren van werken uit te wisselen. In China verzorgden zij een presentatie over de ouderenzorg in Nederland en over het project de beweegtuin. In de laatste week gingen zij naar Beijing, waar zij een bezoek brachten aan een Chinese beweegtuin.
“Het I-lab heeft uitdaging in mijn studie gebracht!” studenten
Resultaten
20
Het resultaat van dit I-Lab is een projectplan voor de opdrachtgever. Daarnaast hebben de studenten dit I-Lab als een bijzondere, aanvullende uitdaging op hun opleiding ervaren. De mogelijkheden binnen het I-Lab om aan nationale en internationale congressen deel te nemen droegen bij aan hun persoonlijke ontwikkeling.
21
Innovation Lab Arbeidsmarktvraagstukken In opdracht van het Havenbedrijf Rotterdam heeft het I-Lab Arbeidsmarktvraagstukken het vraagstuk rond ‘Rotterdam als kennishaven’ opgepakt. Volgens diverse partijen in de haven is er een tekort aan hoger opgeleiden in de haven en ontbreekt het nieuwe medewerkers vaak aan specifieke vakkennis. Door de vergrijzing verdwijnt de bestaande ervaring en vakkennis. Ook zouden starters de niet reële verwachting koesteren direct hoge posities in te kunnen nemen in bedrijven. Het negatieve imago van de haven speelt volgens betrokkenen een grote rol bij het onvoldoende kunnen aantrekken van hoger opgeleiden. En tenslotte, omdat de haven relatief ‘ver weg’ ligt, is de bereikbaarheid een obstakel voor nieuwe medewerkers.
Onderzoek aan de hand van creatieve actiemethodologie Hoewel ‘de zorgen van morgen’ vaak de agenda’s van bedrijven bepalen, komt er steeds meer behoefte aan een lange termijn strategie: hoe trekt de haven meer hoger opgeleiden aan die beschikken over de vereiste kennis en vaardigheden? In het I-Lab is nagedacht over creatieve en innovatieve manieren om onderzoek te doen. Bijvoorbeeld door te kijken naar factoren die ertoe leiden dat pas afgestudeerden wél gaan werken in de haven, of door te onderzoeken waarom werknemers binnen twee jaar een bedrijf verlaten. Ook door de factoren te analyseren die bepalend zijn bij de keuze voor een werkgever en/of een stad zouden meer gegevens bekend kunnen worden. 22
Op basis van de creatieve actiemethodologie van Dr. Paul Delnooz zijn de studenten aan de slag gegaan.
Facts & Figures Begeleiders Rutger Dekkers, Peer de Swart,
Dave van Limborgh, Liesbeth Kersten, Martin Reekers. Externe begeleiding: Paul Delnooz. Studenten Ghazal Amiri Davani, Rochelle van Belle, Bianca de Bruijn, Margot Hoogendoorn, Hanneke Kool, Kate van Oosten, Gerdita Vriens, Rhona Winklaar, Nadine de Waardt, Louis Buurman.
23
De deelnemende docenten zijn getraind door Delnooz in deze methodologie.
Eindproduct Uiteindelijk heeft slechts een klein groepje studenten een eindrapport van hun onderzoek opgeleverd. Omdat bij dit onderzoek de oorspronkelijke doelstellingen van het I-Lab (namelijk een weerbarstig vraagstuk met een multidisciplinair karakter en het doen van individueel onderzoek) zijn verlaten kan dit onderzoek niet echt als een I-Lab product gezien worden, maar meer als een regulier minorproduct. De redenen dat van het eerdere plan is afgeweken hangen samen met andere verwachtingspatronen over dit I-Lab bij de studenten. Halverwege het traject is om diverse redenen besloten studenten de mogelijkheid te geven in groepjes verder te werken aan hun onderzoek. Voor zes studenten werd dat een onderzoek in de haven binnen het I-Lab. De overige studenten zijn gestopt met het I-Lab.
In het Innovation Lab zijn teveel hoorcolleges opgenomen. Daarmee ontnam het I-Lab de student te veel vrijheid. Als de studenten eerder de praktijk in konden gaan, was dit voor hen waarschijnlijk aantrekkelijker geweest. Het huiskamermodel van Paul Delnooz is in de huidige manier van werken niet uit de verf gekomen. Bij een volgende versie zullen de student en de docent meer samen gaan werken aan een vraagstuk en zal er minder sprake zijn van door de opleiding geprogrammeerde hoorcolleges.
“Welke factoren leiden er toe dat mensen zich meer focussen op de lange termijn strategie?”
Conclusies De ervaringen uit dit schooljaar dragen bij aan de ontwikkeling van I-Labs in de toekomst. Daarin zal meer aandacht zijn voor een reële voorlichting aan studenten, het anders vormgeven van het programma en het beter methodologisch voorbeiden van studenten.
Leerervaringen
24
Hoewel de deelnemers enthousiast begonnen, bleek al snel dat de studenten eigenlijk niet over basiskennis en –vaardigheden van onderzoek beschikten. Ook vonden zij het moeilijk zelf kritisch en onderbouwd keuzes te maken voor een eigen aanpak, zoals van hen werd verlangd. Studenten werden onzeker en legden de schuld daarvan bij de opleiding en niet bij zichzelf. Zij konden of wilden de verwachte Innovation Lab ambitie het leveren van een extra inspanning via het werken aan een ill defined vraagstuk - niet in voldoende mate waarmaken. Meer dan de dinsdagen die voor het Innovation Lab beschikbaar waren, staken zij er over het algemeen niet in. Een ander aspect was dat niet elke student geïnteresseerd was in een opdracht die het Haven- en industriecluster betrof.
“Welke factoren leiden ertoe dat hoogopgeleide, pas afgestudeerden ervoor kiezen om te gaan werken in de Rotterdamse haven?”
25
“Out of the box denken en innovatie staan centraal bij het I-lab!” 26
27
Facts & Figures Begeleiders Steffie Theuns, Steef van
den Boom en Martijn Mulder Studenten Edwin Blaak, Laurens Bogaard, Kieran Dekkers, Arjan Kick, Aksel Koopman, Bas Overbeek, Mark Vrolijk, Viktor de Keijzer. In het project is samengewerkt met ca. twintig stakeholders.
“Het Innovation Lab heeft mij, met name door momenten van frictie en de evaluatie sessies, geleerd dat wat voor de één logisch is, voor de ander niet concreet genoeg kan zijn. Ik heb veel geleerd over de verschillen die er zijn in mensen en denken.” student
28
Innovation Lab Rotterdam & haar Olympische ambities Het Rotterdamse college van burgemeester en wethouders stelt dat sport een belangrijke multidisciplinaire rol in de stad vervult en heeft op basis daarvan haar visie op sportbeleid aangescherpt. Dit beleid sluit aan op de landelijke ambitie om in 2028 de Olympische Spelen naar Nederland te halen. In het Nederlands Olympisch Plan 2028 is namelijk een belangrijke rol voor Rotterdam weggelegd. Als Nederland in 2016 haar doelstellingen op sportgebied heeft bereikt, kan zij een ‘bid’ uitbrengen op de spelen van 2028. Rotterdam 2016 De vraag die in het I-Lab Rotterdam & haar Olympische ambities, kortweg I-Lab Sports centraal staat, luidt: Hoe kan het stadionpark door middel van de zes tracks van het Rotterdams sportbeleid voldoen aan de Olympische ambities en daarmee een boegbeeld worden voor Rotterdam 2016, Europese sportstad met Olympische ambities? De gebiedsontwikkelingsplannen van het Stadionpark op Rotterdam Zuid - dat rondom de huidige Kuip ligt - is als het ware het Olympisch Plan 2028 én het aangescherpte Rotterdamse sportbeleid in het klein. Alles waar deze plannen voor staan, vindt in de toekomst plaats binnen de paar vierkante kilometers van dit gebied. Daarbij gaat het zowel om ontwikkeling van de fysieke omgeving, de ruimtelijk-economische ontwikkelingen, de sociale spin-off van dit gebied, de wisselwerking tussen sportfuncties en andere functies en vooral: de rol van sport voor al deze onderdelen. De studenten in dit I-Lab adviseerden opdrachtgevers en
stakeholders hoe gebiedsinrichting rondom het Stadionpark kan bijdragen aan de Olympische ambities van de stad.
Oriënterend onderzoek De groep studenten in dit I-Lab bestond uit acht studenten sportmarketing & management en één student international business management studies. De studenten werkten in het eerste half jaar in het kader van oriënterend onderzoek, aan gestructureerde vraagstellingen. De focus lag hierbij op het ontwikkelen van een multidisciplinaire kijk op vraagstukken en het samenwerken in multidisciplinaire teams. In het tweede half jaar werd er gefocust, waarbij studenten zelf het onderzoek moesten definiëren en structureren. Hierbij stonden het groepsproces en de eigen leeropbrengst in een multidisciplinaire omgeving centraal.
Een hardnekkige paradox Dit bleek een interessante uitdaging in het I-Lab-traject; na een enthousiaste start in september bleek dat het best lastig is om jezelf op een specifiek probleem toe te spit-
29
sen. Uiteindelijk zijn de studenten tot concepten gekomen, die op hun eigen manier bijdragen aan de sportproblematiek in Rotterdam. Want het voornaamste uitgangspunt, zeker in de tweede helft van het I-Lab, vormt de hardnekkige paradox: Rotterdam wil sportstad van Nederland zijn, maar kent een lage sportparticipatiegraad.
Rotterdamse SportTalentToets De studenten ontwikkelden de Rotterdamse SportTalentToets, waarmee leerlingen in het basisonderwijs een advies krijgen over de sport die bij hen pas. In het proces naar de invulling van de toets is een grote verscheidenheid aan expertinterviews afgenomen. Pedagogen, projectmanagers, onderzoekers en vakleerkrachten hebben met hun kennis bijgedragen aan het idee. Sportparticipatie is gekozen als middel om de sportparadox op te lossen. Uiteindelijk is het van belang de toets aan te laten sluiten op bestaande Rotterdamse sport projecten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de “Eurofittest”, de “Lekker Fit” meter en de ‘’Lekker Fit’’ scholen.
Leerervaringen De studenten uit dit I-Lab geven aan dat zij het afgelopen jaar hun horizon enorm verbreed hebben. Ze hebben het I-Lab als een stimulerend, motiverend en vooral innovatief traject beleefd. Ze geven daarnaast aan zich op een geweldige manier ontwikkeld te hebben.
1 30
Het leren
• Groepsleren De groep geeft feedback op het proces ten aanzien van kennisontwikkeling en ten aanzien van persoonlijke ontwikkeling van individuen binnen de groep. Deze feedback zal op kennisniveau plaatsvinden. Studenten uit verschillende disciplines coachen elkaar inhoudelijk. Tevens organiseren de studenten inhoudelijk workshopmomenten met externen om hun klasgenoten mee te laten denken over de inhoudelijke vraagstukken waar zij mee bezig zijn. Daarnaast vindt de feedback plaats op basis van persoonlijke ontwikkeling. Studenten worden geacht elkaar te coachen op leerdoelen die t.a.v. persoonlijke ontwikkeling zijn gesteld. De feedback die voortkomt uit het groepsleren kan een toevoeging geven aan het individuele leren.
2
3
• Community leren De opdrachtgever, de stakeholders en ook het docententeam hebben geen antwoordmodel voor het vraagstuk. Van de studenten wordt verwacht dat zij samen met opdrachtgever, stakeholders en begeleiders buiten de gebaande paden werken aan innovatie. De creatie van nieuwe kennis staat hierbij centraal. Deze uitdaging doet een groot beroep op het creatieve vermogen van de studenten. Tevens wordt niet alleen samenwerking met de groep maar ook met de opdrachtgever, stakeholders en begeleiders verwacht. Als communitiy wordt kennis gecreëerd. Hoe gaan de studenten om met de wensen en belangen van al deze partijen? Maar ook: hoe gaan ze om met de verwachtingen van de opdrachtgever en partijen?
Het leren vond binnen dit I-Lab op drie niveaus plaats: • Individueel leren Reflectie op de rol van het individu (rol en bijdrage) binnen het groepswerk. Dit leidt tot een POP en PAP voor zowel kennisontwikkeling als persoonlijke ontwikkeling.
Kijk ook op: http://youtube.com/ilabsports 31
g p pa d Lees o over
in it pa 32 roject.
2
Innovation Lab Design for Human Technology Meestal hebben organisaties de beste intenties om de leefomgeving te verbeteren, producten te verduurzamen of dienstverlening te optimaliseren. In veel gevallen wordt daarbij echter niet de mens (als bewoner of gebruiker) centraal gesteld, maar vooral de doelen van de andere belanghebbenden. Terwijl juist de manier waarop iemand de leefomgeving, het product of een dienst beleeft, bepalend is voor de betekenis die deze voor iemand heeft. Als door gebruikers geen betekenis wordt ervaren, schiet je als ontwerper tekort. Het is tijd voor mensgericht ontwerpen! Mensgericht ontwerpen leidt tot betekenisvolle ontwerpen Op het gebied van sociale vraagstukken in de stad, duurzaamheid en individuele ontplooiing en kennisontwikkeling, kun je met informatie- media en communicatietechnologie de mens een centrale plaats geven in ontwerpprocessen. Dat is Design for Human technology. Bij het vormgeven richt je je hierbij niet alleen op de omgeving, het product en de diensten zelf, maar ook op het vormgeven van de beleving ervan. Inzicht in hoe mensen leven, wat hun waarden zijn en hoe mensen producten, diensten en omgevingen waarnemen en beleven is daarom van groot belang.
“Het was een echte uitdaging om nieuwe methoden te bedenken om de beleving van bibliotheekgebruikers te onderzoeken” student
1 a proj32 ect.
Intelligente omgevingen maken
32
gin Lees op vpear dit o
In dit I-Lab staan de mens en zijn directe omgeving centraal in het ontwerpproces van interactieve media en technologie. Bestudeerd werd hoe je van bestaande aanwezige infrastructuur intelligente omgevingen kunt maken die bewoners in wijken, consumenten van producten en gebruikers van bibliotheken ondersteunen. En hoe je systemen en
Facts & Figures Begeleiders Bas Leurs, Justien Marseille,
Peter van Waart. Studenten Yoeran Luteijn, Bart Nederveen,
Lyony Ozephius, Roland Pastoor, Marloes van Wijk, Roy van Dijk, Puck Peijnenburg, Marisca Zoon, Kim van Olderen, Marco Hamersma, Jan Hoogeveen, Niels Mulder, Sammy de Keijne, Carlo Markaban, WDK/VTM: Gert-Jan van Vliet
33
1
producten die mensen toch al gebruiken kunt benutten om sociale interactie te bestuderen en te verbeteren. Nieuwe technologieën als augmented reality, gestural en tangible interfaces en pervasive technology zijn toegepast. Daarbij moeten mensen uiting kunnen geven aan hun beleving en middelen kunnen benutten voor co-creatie, is de gedachte. Het uiteindelijke doel is dat mensen meer kwaliteit en betekenis van de leefomgeving, de producten en de diensten ervaren.
brengen. Dit kan worden benut voor het proces van gebiedsontwikkeling tussen alle betrokkenen.
In 2010/2011 werkten we aan drie projecten:
Studenten ontwikkelden in opdracht van TEDxYouth Amsterdam een interactieve installatie om deelnemers van TEDxYOUTH met elkaar in verbinding te brengen. Deelnemers konden met blokken een TEDx-logo opbouwen. Elke deelnemer kreeg een blok met daarin een bewegingssensor. Door te schudden zag de deelnemer zijn foto op een interactief scherm op de plek waar het blok inpaste. De installatie zorgde voor verwondering en interpersoonlijke interactie.
Bibliotheek Rotterdam Bij de bibliotheek onderzochten studenten hoe de bibliotheek met zijn dienstverlening beter aan kan sluiten bij jongeren. Studenten droegen, met workshops, hun methoden van creatief ontwerpend onderzoek over aan medewerkers van de bibliotheek. Zo ontstond een human-centered mindset bij medewerkers. Hierdoor kunnen zij zich beter verplaatsen in de beleving van de (jeugdige) bezoekers. http://project.cmd.hro.nl/2009_2010/ilab_bibliotheek/
2 34
Heijplaat Op Heijplaat ontwikkelden de studenten een visie voor de revitalisering van dit gebied. Studenten maakten een interactieve kaart voor de belanghebbenden in het gebied, zoals bewoners, deelgemeente en Havenbedrijf. Verschillende belanghebbenden kunnen daarmee zowel data van instanties als user generated data (zoals van Flickr en Twitter) met elkaar in verband
http://inzichtin.tumblr.com/ http://heijplaat.cmi.hro.nl/kaart
SensorLab Bij dit project onderzochten studenten het gebruik van sensoren in de publieke ruimte.
3
http://www.tedxyouth.nl/2010
Leerervaringen De projecten van het I-Lab Design for Human Technology hebben duidelijk gemaakt dat ontwerpers van andere disciplines verschillen in hun probleembenadering. Het zelfstandig verkennen van een open probleemstelling en een verdieping in de menselijke beleving van producten, diensten en omgevingen bleken waardevolle toevoegingen voor de praktijk. Commitment van alle stakeholders is van belang om een complex project te doen slagen. Ruimte voor experiment en een gelijkwaardige relatie tussen stakeholders zijn belangrijke voorwaarden voor innovatie. Samen zonder vrees het ongewisse tegemoet.
“Meewerken aan T EDxYouth was een zware taak, maar voor ons team had het veel betekenis. Want voor het eerst zetten wij een concept neer dat echt werkte en ook nog veel aandacht kreeg van de mensen om ons heen.” student
“Er moet een ruimte zijn waar je gewoon binnen kunt wandelen en plannen kunt inzien en bespreken met de betreffende partij.” Bewoner Heijplaat
35
“SCRUM maakt praten tussen verschillende disciplines mogelijk.” opdrachtgever
Innovation Lab Flood Control Bij een overstroming kunnen enkele uren het verschil maken tussen een grote ramp en een ‘bijna ramp’. Het publiek – private samenwerkingsverband Flood Control 2015 integreert verschillende voorspellingssystemen, zodat informatie sneller op de juiste plek komt. Zij doet dit om de veiligheid te verhogen en de schade en het aantal slachtoffers te verminderen. Veiligheid door slimme aanpak In Nederland gebruiken we vooral sterke dijken ter bescherming tegen overstromingen. De uitdaging voor de toekomst ligt in het slimmer maken van het complete systeem: niet alleen de dijken, maar ook de beslisser en de omgeving versterken. Flood Control 2015 wil op deze wijze een substantiële bijdrage leveren aan de wereldwijde vermindering van overstromingen.
overgebracht. Het maakt gebruik van de laatste mogelijkheden op het gebied van ICT en sluit aan op de manier waarop de huidige generatie studenten graag met vakinhoudelijke zaken bezig is. Met de ontwikkeling van de game is een eerste koppeling gemaakt tussen het onderwijs op Hogeschool Rotterdam en het onderzoek van Flood Control 2015.
Een serieus spel Het I-Lab Flood Control heeft zich in opdracht van Flood Control 2015 een jaar bezig gehouden met het ontwikkelen van een serious game. Met serious gaming kunnen onder andere waterbeheerders flexibel en goedkoop worden opgeleid, is de gedachte. De inzet van deze software moet leiden tot een grotere veiligheid van Nederland door het verbeteren van de samenwerking tussen diverse partijen. De vraag van de opdrachtgever was een spel dat ingezet kan worden als leermethode in de opleidingen Civiele Techniek en Watermanagement van Hogeschool Rotterdam. Als het op Hogeschool Rotterdam aanslaat, kan het spel een vlucht nemen door de verschillende hogescholen in Nederland.
36
Attractief Serious gaming is een innovatieve vorm van leren, waarbij op een attractieve manier een serieuze boodschap wordt
Facts & Figures Begeleiders Tony Busker (CMI) Roeland Nagel
(opdrachtgever vanuit FC2015, werkzaam bij IBM) en Harry Dommershuijzen (CT), Marlies Bedeker (projectleider). Studenten CMI: Jaswant Adhien, Danny Kort, Peter de Ruijter, Erik Snoek, IBB/CT: Jos Baars, Sebastiaan Rath, Bo Scheepers
37
Werkwijze De projectgroep bestond uit zeven studenten, afkomstig uit twee verschillende disciplines. Elke student had een eigen werkwijze en bracht eigen vakkennis in. Om de kennis over te dragen naar een andere discipline moesten veel stappen worden genomen. Om dit te kunnen doen, moest er een systeem zijn wat het mogelijk maakte met elkaar te kunnen communiceren.
SCRUM Deze manier van communiceren is gevonden in SCRUM. SCRUM daagt de gebruiker uit om een opdracht op te knippen in kleine opdrachten en deze in korte periodes uit te voeren. Deze zogenaamde sprints bestonden uit periodes van 4 weken. Twee keer in de week werden hulpvragen besproken en de stand van zaken doorgenomen. Hierdoor wist iedereen wat er gebeurde en kon hulp geboden worden waar nodig. Na elke periode vond er overleg met de opdrachtgever plaats, waarna de prioriteiten tot uitbreiding en verbetering van het prototype werden besproken.
Het eindproduct: een speelbare demo Aan de hand van de volgende casus ontwierpen de studenten het spel: Er valt in de toekomst in kortere tijd meer regen, waardoor de rivieren meer water zullen afvoeren en de zeespiegel de komende jaren zal stijgen. Hoe werkt dit mechanisme voor het Rijnmondgebied en wat zijn de consequenties? Welke maatregelen kun je nemen om te voorkomen dat onze dijken de grotere waterstand niet meer kunnen keren?
38
De ontwikkeling van het prototype is in januari 2011 afgerond. Het is speelbaar voor iedereen en te bereiken op: www.tinyurl.com/fcdemo4
“Serious Gaming is het nieuwe leren.” opdrachtgever
39
Facts & Figures
Innovation Lab Gezond Rotterdam voor jeugd
Begeleiders Anne Kooiman (docent en onder-
zoeker) Annemieke van Lieshout (projectleider), Toon Voorham (lector), Arno Hoogendoorn (Beleidsmedewerker GGD en oud-regisseur manager van CJG Feijenoord XL). Studenten IVG: Eline Hemminga, Eline de Rooij, Marloes Roorda, Hendrika Taekema, Eline van der Stap, Christine Vreugdenhil. ISO: Chantal Heskens, Marieke de Jong, Anouschka Lip.
Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is er voor kinderen en jongeren van 0 t/m 23 jaar. Het blijkt voor het CJG Rijnmond lastig jongeren tussen de 12 t/m 23 jaar te bereiken, zeker omdat er vanaf 16 jaar meestal geen contact meer is tussen de jongere en het CJG. Vanwege de vaak complexe grote stedenproblematiek in Rotterdam, acht het CJG het van groot belang deze jongeren wel systematisch te bereiken voor voorlichting, signalering en ondersteuning bij problemen. Het CJG zocht naar een manier waarop ze methodisch en efficiënt preventief kan signaleren, zodat een jongere van 12 t/m 23 jaar naar zijn / haar behoefte continue bereikt wordt. Studenten van het I-Lab gingen met enthousiasme aan de slag. Perinatale sterfte verminderen
“Ik heb wel eerder opdrachten met studenten van andere opleidingen gedaan, maar daarbij hebben we nog nooit zo intensief samengewerkt als nu.” student 40
Een ander vraagstuk van het CJG was hoe je toekomstige ouders in de pre-conceptiefase kunt bereiken om de perinatale sterftekans (de sterftekans van een foetus ouder dan 24 weken) te verkleinen. Rotterdam kent een hoger percentage perinatale sterfgevallen dan het Nederlands gemiddelde. Uit onderzoek blijkt dat alleen verbeteringen in de prenatale zorg niet meer tot een afname van slechte geboorte uitkomsten leidt en dat de aandacht daarom ook moet uitgaan naar de preconceptiefase. De vraag is alleen hoe.
Onderzoek Om antwoorden te vinden op deze vraagstukken hebben de studenten diverse masterclasses gevolgd, bijvoorbeeld over jeugdcultuur, over samenwerking tussen verloskundigen en CJG, over de Rotterdamse Jeugd Monitor, over het aanvalsplan perinatale sterfte, maar ook over onderzoeks-
methodologie, data-analyse en out of the box denken. Ook volgden studenten workshops, werkten ze met ‘post-it’-dagen, bezochten ze congressen en hadden ze een uitwisseling / symposium met studenten uit Brussel. Tenslotte deden ze literatuuronderzoek om meer kennis te vergaren over de problematiek.
Interviews met moeders Met kwalitatief onderzoek zochten studenten naar manieren waarop het CJG toekomstige ouders beter kan bereiken. Ze namen half-open interviews af bij moeders die het consultatiebureau in Delfshaven bezochten. De respondenten in hun onderzoek bleken niet op de hoogte van het bestaan van een preconceptiespreekuur bij het CJG. De conclusie die de studenten naar aanleiding van de interviews trokken was dat een groot deel van de toekomstige moeders niet op zoek gaat naar informatie voorafgaand aan de zwangerschap. Dit wordt deels verklaard
41
doordat sommige zwangerschappen ongepland zijn, maar deels ook doordat vrouwen pas informatie willen ten tijde van de zwangerschap of alles aan de natuur over willen laten.
Onderzoek naar jongeren Om het onderzoek naar het bereiken van jongeren theoretisch te onderbouwen werd door de andere studentengroep eerst literatuuronderzoek gedaan. Met interviews en interactieve workshops deden zij vervolgens kwalitatief onderzoek. Hun onderzoek hebben ze getoetst aan enquêtes onder jongeren.
“Het werken aan een echte opdracht motiveerde mij.” student
Resultaten Het resultaat van de inspanningen van de studenten zijn enkele aanbevelingen voor het CJG, zoals: het opzetten van een speciale website voor jongeren, het vormen van een klankbordgroep met jongeren, het zichtbaar zijn op scholen en evenementen waar jongeren komen. Ook met betrekking tot de pre-conceptie voorlichting zijn de aanbevelingen om jongeren op school op te zoeken met voorlichtingslessen in de klas. Conclusies zijn dat toekomstige moeders vroegtijdig geïnformeerd dienen te worden, waarbij men in acht moet nemen dat deze vrouwen niet op zoek zijn naar informatie.
Leerervaringen
42
Studenten gaven aan dat zij het I-Lab als een unieke mogelijkheid tot samenwerken met studenten van andere opleidingen hebben ervaren. Dit was een welkome aanvulling op het reguliere onderwijsaanbod in de opleidingen. Zij beschreven dat dit hun kijk op zaken heeft verbreed. Verder vonden zij het een uitdaging te werken aan een vraagstuk dat direct een relatie heeft met de praktijk en waaraan zij iets konden bijdragen. De weg naar innovatie vonden ze soms moeilijk vanwege het onbekende, maar daarvan hebben zij veel geleerd.
43
Innovation Lab Economie van de Energie We gebruiken energie om te verwarmen en te koelen, om te verlichten, als drijfkracht voor industriële toepassingen en transport, om moderne communicatiemiddelen te gebruiken en zo veel meer. De huidige economie drijft voornamelijk op conventionele energiebronnen als olie, aardgas en steenkool. Onder invloed van een toenemende bevolkingsgroei en groei van de wereldeconomie zal de totale energiebehoefte in de 21e eeuw blijven stijgen. De conventionele energiebronnen zullen niet aan deze stijgende behoefte kunnen blijven voldoen.
“Samenwerken met studenten uit andere disciplines verbreedt je horizon” 44
student
Facts & Figures Begeleiders Olav Houben (coördinator en
begeleider), Ron du Chatinier (coördinator en begeleider), Marius Engelsman (docent communicatie en presentatie), Jan Oostdijk (begeleider), Mathijs Glerum (begeleider). Studenten Anne Besuijen, Manon Boekestijn, Steven van Ginkel, Irene van Wijngaarden, Raoul Erkelens, Joyce Smith, Merel van Krieken, Arco Hoefnagel.
Betrouwbaar, betaalbaar en duurzaam
Onderzoeksvraag
Een betrouwbare energievoorziening in de toekomst vereist de ontwikkeling van nieuwe en alternatieve energiebronnen. Ook vraagt een betrouwbare energievoorziening om afspraken tussen leveranciers en afnemers, waarbij (politieke) risico’s geminimaliseerd worden. Een voldoende stabiele leveringsgarantie alleen is niet genoeg, de energievoorziening moet ook betaalbaar blijven. Hierbij spelen zowel de kosten van de primaire bronnen zelf, als de kosten van de conversietechnologie een grote rol. De prijzen van bepaalde, schaarser wordende primaire bronnen zullen zo hoog worden, dat alternatieve bronnen competitief worden en het op termijn zullen overnemen.
In dit I-Lab onderzoeken studenten hoe door middel van innovatieve oplossingen vraag en aanbod van energie, in een voortdurende veranderende omgeving in evenwicht gehouden kunnen worden. Samen met opdrachtgevers uit de energiewereld, afkomstig uit zowel de profit als non-profit sector, werken ze aan de beantwoording van de centrale vraag:
Ook aspecten als gezondheid, veiligheid en milieuvriendelijkheid vragen meer aandacht. Over een duurzame energievoorziening kan de mensheid in de praktijk voor onbeperkte tijd beschikken. Het leefmilieu van de toekomst wordt door deze energievoorziening niet benadeeld.
Project E-mobility
“Hoe kan de energievoorziening in de toekomst betaalbaar, betrouwbaar en duurzaam worden gehouden?” Deze vraag is opgedeeld in verschillende projecten, zoals:
Onderzoek naar de ontwikkeling van een kostenbatenmodel voor de implementatie van elektrisch vrachtvervoer en de bijbehorende infrastructuur voor de Business to Business markt in Rotterdam.
1
45
2 3 4
Project BAS Energy Onderzoek naar een nieuw revolutionair businessmodel voor een start-up in de Energiesector.
Project Woonbron Onderzoek naar de ontwikkeling van een energiemodel voor een woningcorporatie met als doel de keuze van een optimale duurzame energievoorziening voor een woning te vergemakkelijken.
“Het onderzoek heeft veel nieuwe inzichten opgeleverd, maar ook veel nieuwe vragen. Wij gaan graag verder met een nieuwe groep studenten.” opdrachtgever
Project Duurzame Daken Onderzoek in samenwerking met de Rabobank naar innovatieve mogelijkheden om daken in te zetten bij duurzame energievoorziening.
Kennis en inzicht In de leerwerkgemeenschap worden kennis en ervaringen gedeeld. Studenten volgden workshops als ‘energy economics’, ‘energy finance’ en alternatieve energiebronnen. Ook bezochten ze conferenties en waren er inleidingen door experts die als gastspreker optraden.
Innovation week
46
Studenten namen ook deel aan de Innovation Week van de Universiteit van Kolding (Denemarken). Met meer dan honderd studenten uit vele landen en met verschillende achtergronden werkten ze een week aan een innovatieve opdracht. De Nederlandse studenten werden ingedeeld in internationale teams. De opdracht was het maken van een innovatieve lamp.
47
“Weet in ieder geval dat wij, vanuit de gemeente Rotterdam, het zeer op prijs stellen dat de kennis en expertise die in de stad borrelt een beetje onze kant op komt.” Bas den Hollander (directeur Sport & Recreatie) 48
49
Innovation Lab Vitale Wijk ”Ik heb gewerkt met groepen waar je normaal nooit mee samen werkt. ”
In een “Vitale Wijk” kan iedereen gebruik maken van een infrastructuur om verbindingen aan te gaan, ongeacht sociale en economische status, leeftijd en kennis. Ook mensen met beperkingen (bv. kwetsbare ouderen) kunnen door ict (beeld/spraakverbinding door bv. beeldtelefoon) meer participeren in de samenleving en hun zelfredzaamheid verbeteren of in stand houden. De gezondheidszorg in de buurt kan bij de toenemende vraag kwaliteit blijven bieden met behulp van ict (beeld/spraakverbinding). De buurtbewoners kunnen gemakkelijker hun verantwoordelijkheid nemen en diensten aanbieden aan anderen; iedereen kan gemakkelijker diensten geven en afnemen. Energieverbruik kan beter gemanaged worden door het delen van duurzame energie en het afstemmen van vraag en aanbod.
student
“Zorg voor later vraagt nu om actie!” Een Vitale Wijk is ingericht op levensloopbestendigheid. De bouw, infrastructuur en interfaces zijn duurzaam zodat er steeds aanpassingen gemaakt kunnen worden, afhankelijk van behoeften en technische mogelijkheden. Het verbinden van mensen in een wijk vraagt nu om actie zodat participatie, goede gezondheidszorg, buurtcontact en verdeling van energie mogelijk wordt. In het I-Lab Vitale Wijk denken studenten na over zorginnovatie door technologische ontwikkelingen.
In een Vitale Wijk is het prettig verblijven
50
Het I-lab De Vitale Wijk richt zich op wijken waar bouw- of renovatieplannen aanleiding geven om naar de structuur van de wijk te kijken. Communicatie tussen mensen is belangrijk om prettig te kunnen leven is de gedachte. In de toekomst verwacht men dat dit nog belangrijker zal worden. In een ‘Vitale Wijk’ is het prettig om te verblijven en kan iedereen gebruik maken van een infrastructuur om verbindingen aan te gaan, ongeacht sociale en economische status, leeftijd en kennis.
Facts & Figures Begeleiders Tony Busker (ICT) Roeland Nagel
(opdrachtgever vanuit FC2015, werkzaam bij IBM) en Harry Dommersnhuijzen (CT), Marlies Bedeker (projectleider) Studenten Esther van Alphen, Nicolette van Baalen, Elly van den Bleek, Berber Kerkhof, Paulien Hoogenraad, Kalia Swingle.
51
Diensten via het glasvezelnetwerk In IJsselmonde onderzochten studenten hoe zij de aanleg van een glasvezelnetwerk konden benutten voor het creëren van een zelfredzame wijk, aansluitend op relevante ontwikkelingen in de deelgemeente IJsselmonde. Studenten onderzochten welke concrete diensten via glasvezel op het gebied van wonen, welzijn, zorg en werken mogelijk zijn voor diverse partijen in en rond het multi-functionele gebouw in aanbouw, de Ooievaar. Ook onderzochten zij hoe deze diensten het beste aangepakt kunnen worden.
Kennisplein Coolhaven
zowel een Sciencecluster als een Stadscampus te ontwikkelen. Dit Kennisplein moet leiden tot geheel nieuwe voorzieningen, die als ‘unique selling points’ voor het gebied kunnen gelden en die doelgroepen in en direct buiten de wijk optimaal kunnen bedienen. In het concept Kennisplein komen diverse mensen samen om kennis te vergaren, te delen en te ontwikkelen. Zowel bedrijven, docenten, studenten als mensen uit de omgeving vinden elkaar om te discussiëren, te werken en te denken over nieuwe ideeën. Het is een plek waar activiteiten plaatsvinden en mensen met elkaar samenwerken.
In Coolhaven draaide de opdracht voor het I-Lab om de wens van de partners om in synergie naast woningbouw
“Hun concept Kennisplein is zowel interessant voor de ontwikkeling van de Stadscampus als ook voor professionals en bewoners om elkaar te ontmoeten.” opdrachtgever
52
53
Facts & Figures Begeleiders Hannah Frederiks, Lisa van Wijk,
Peter van Waart en Shy Shavits, Kees Machielse (lector). opdrachtgevers Woonbron, Gemeente Rotterdam, Deelgemeente Charlois, RDM Campus, Ds+V, DCMR, Stadshavens, Havenbedrijf en bewoners. Studenten Maartje Brand, Marco Hamersma, Jan Hoogenveen, Paul Kan, Bernd van der Kwast, Christijn van der Kwast, Niels Mulder, Raitza Narain, Bart Nederveen, Derrel Olivieira, Hanife Özkaraman, Jaywan Paltan, Puck Peijnenburg, Laura Suijkerbuijk, Ivo van Persie, Marjolein Gerssen, Martin van Harskamp, Roland Pastoor, Jeff Simons, Sammy de Keijne en Dave Schutte.
Innovation Lab Transformers Rotterdam In het Innovation Lab Transformers Rotterdam staan complexe multidisciplinaire vraagstukken met betrekking tot de ontwikkeling van een gebied centraal. De uitdaging ligt daarbij niet alleen bij de fysieke kant van gebiedsontwikkeling, maar nadrukkelijk ook bij de economische, sociale, culturele en zelfs politieke aspecten. I-Lab Heijplaat
1e halfjaar I-Lab Heijplaat
Dit jaar werkte het Innovation Lab Transformers Rotterdam aan de integrale gebiedsontwikkeling op Heijplaat, waardoor het de naam I-Lab Heijplaat droeg. Heijplaat is een Rotterdamse woonwijk, midden in het havengebied, die al jaren in ontwikkeling is. Aan de I-Lab studenten is gevraagd onderzoek te doen naar deze ontwikkeling en bij te dragen aan het einddoel om van Heijplaat weer een vitale leefomgeving te maken.
In het eerste halfjaar ontwikkelden de studenten diverse projecten die bijdroegen aan het doel van het I-Lab Heijplaat, zoals het beamerproject, de ontwikkeling van de boulevard Heyse Kade, de ontwikkeling van de interactieve kaart, het lichtplan en de lange termijnvisie Heijplaat.
Het doel
54
”Het I-Lab is interessant, vernieuwend en het staat goed op je CV” student
De gebiedsontwikkeling van Heijplaat is een weerbarstig vraagstuk. De vraag ‘maak van Heijplaat een vitale wijk’, die aan het begin van het I-Lab aan de studenten werd gesteld, bleek een te breed geformuleerde opdracht. De studenten ontdekten, na bestudering van verleden, heden en toekomst van Heijplaat, dat er heel veel stond en staat te gebeuren. Veel belanghebbende partijen zijn op hun eigen manier betrokken bij de gebiedsontwikkeling. Het uiteindelijke doel van het I-Lab werd de belanghebbenden op Heijplaat op zo’n manier samen te brengen dat er een open en transparante informatiestroom ontstaat, in de wijk en voor de wijk.
Het Beamerproject In het beamerproject is onderzoek gedaan naar het verbeteren van de zorg en welzijn, een sociaal vraagstuk, en het (her)gebruik van huizen en gebouwen. De focus hierbij lag op het leefbaar maken van Heijplaat op de korte termijn. De oplevering van het project was een business case in de vorm van een voorstel voor een aanpak om Heijplaat, tot aan de afronding van de nieuwbouw, op de kaart te zetten. De ontwikkeling van de boulevard aan de Heysekade In dit project is onderzocht welke ontwikkelingen de boulevard aan de Heysekade het beste door kan maken, zodat het een unieke locatie wordt waar de diverse stakeholders baat bij hebben en waardoor de vitaliteit
55
van het gebied toeneemt. Drijfveer hierbij was de potentie die de Heysekade bezit om een uniek stukje Heijplaat te worden. Tijdens het project is er onderzoek gedaan naar de reeds aanwezige rapporten omtrent toekomstvisies en plannen, de mening en activiteiten van betrokkenen en de mening van de huidige bewoners van Heijplaat. Het eindproduct was een onderzoeksrapport inclusief een concept en aanbevelingen. Het concept is gevisualiseerd door middel van een maquette. De interactieve kaart De interactieve kaart is ontwikkeld voor iedereen die wat meer wil weten over het unieke Heijplaat in Rotterdam. De kaart bevat informatie voor en door iedereen. Het is een digitale kaart waarop alle ontwikkelingen en allerlei informatie en blogs over Heijplaat inzichtelijk worden gemaakt. De bedoeling is dat deze interactieve kaart door een ieder, in het bijzonder de bewoners van het gebied, gebruikt kan worden. De kaart wordt op het internet geplaatst, waarop hij toegankelijk is voor iedereen. Het lichtplan Het lichtplan is gemaakt naar aanleiding van het onprettige gevoel dat de bewoners in de wijk ervaren als ze er ’s avonds doorheen lopen. Dit komt doordat de wijk donkere hoeken kent. Na een nachtbezoek aan Heijplaat werd al snel duidelijk dat de huidige straatverlichting op zich voldoende functioneert. Echter, de leegstaande –donkere- woningen in de wijk creëren een donkere en onveilige sfeer. Hiervoor is een lichtplan gemaakt om de donkere plekken op eenvoudige wijze te verlichten. Het lichtplan is daadwerkelijk uitgevoerd en draagt bij aan de veiligheid van Heijplaat.
56
De lange termijnvisie voor Heijplaat Woonbron vroeg de studenten een gedragen lange termijn visie te schetsen over het Nieuwe Dorp Heijplaat. De
studenten zijn hier geheel eigenzinnig mee bezig geweest en hebben een visie ontwikkeld. Ze zijn begonnen met het definiëren van kernwaarden voor de bewoners en stakeholders om te komen tot een brede visie.
Multidisciplinaire samenwerking leidt tot innovatieve oplossingen voor gebiedsontwikkeling! student
2e halfjaar I-Lab Heijplaat Nadat geconstateerd was dat zowel de studenten als de diverse belanghebbenden op Heijplaat moeite hadden om grip te krijgen op alle ontwikkelingen, werd het doel van het I-Lab bijgesteld in het bevorderen van een open en transparante informatiestroom. Hiervoor ontwikkelden de studenten het concept I-opener. De I-opener is een open, communicatieve, interactieve en informatieve ruimte, waar alle belanghebbenden hun krachten, kennis en kunde kunnen samenbrengen voor het ontwikkelen van gedragen oplossingen voor problemen op Heijplaat voor onbepaalde tijd. De I-opener is opgebouwd uit verschillende producten: het beamerproject, de interactieve kaart, een vraagen aanbodbord, een blog over de ontwikkelingen op Heijplaat, expositie Heijplaat, Smoelenboek Heijplaat, activiteiten kalender, bijeenkomstruimte en de Levensloop van Heijplaat. Het eindproduct van het I-lab Heijplaat is een business case voor de I-opener.
Leerpunten De studenten hebben geleerd dat gebiedsontwikkeling naast een fysieke kant, een economische, sociale, culturele en politieke kant heeft. Ze zijn zich ervan bewust dat verschillende belanghebbenden bijdragen aan de ontwikkeling van een gebied en dat het noodzakelijk is samen te werken en de kennis over Heijplaat te delen.
57
Innovation Lab Talent in uitvoering Rotterdam is, om in op te groeien, de meest complexe stad van Nederland. Er is veel jeugd, maar met een relatief laag opleidingsniveau. Hoe kunnen in deze stad de kansen voor jeugd vergroot worden? Studenten pedagogiek, maatschappelijk werk en dienstverlening, sociaal pedagogische hulpverlening en Pabo werkten in dit I-Lab samen aan vraagstukken met betrekking tot talentontwikkeling van jongeren tussen 0 en 23 jaar.
“Ik heb vooral gezien dat verschillende disciplines op verschillende manieren naar een bepaalde situatie kunnen kijken” student
58
Samenwerken in de wijken
Projectopdracht Kloosteralliantie
In drie wijken in Rotterdam gingen ze aan de slag: in de Oleanderbuurt op zuid, in het Oude Westen en in de Kloosterbuurt in het Oude Noorden. In deze wijken werken verschillende belanghebbenden (deelgemeente, woningcorporatie, jongerenwerk, onderwijs en bewoners) intensief samen. Vooral de samenwerking met de bewoners was een belangrijk criterium bij de keuze voor deze drie wijken.
In opdracht van de Werkgroep ‘Participatie en bevorderen pedagogisch klimaat’ van de uitvoeringsalliantie Kloostergebied, is onderzocht hoe de pedagogische lijn uit hun algemene visie, geïmplementeerd kan worden in de wijk. Hierbij is het de bedoeling dat professionals en ouders elkaar aanvullen en versterken om de talenten van de kinderen te stimuleren. Bij deze opdracht hielden studenten rekening met het pedagogisch leefklimaat, ouderbetrokkenheid, de toename van de ‘openbare ruimte’ en de potentie die in de wijk aanwezig is, want veel bewoners staan open voor deelname aan activiteiten en willen zich inzetten voor de wijk.
Projectopdracht Oleander Facts & Figures Begeleiders Freddy Veltman – van Vugt (lector Ver-
sterking Beroepsonderwijs), Mariette Lusse (Projectleider honoursprogramma), Simone Costongs, Erne Thuys, Bartel Standaar-Dorhout, Gerard Levolger, Irene Prins, Marjo Westenborg, Margriet Clement (coördinator I-Lab). Studenten SPH: Brigitte Plein, Sifra de Reus, Stefan de Graaf, Roxana Aalburg. Pabo: Francisca Rietveld. Pedagogiek: Ikram Mouyouh, Kiona Bennemeer, Marike Klein, Badria Brihiche. Pabo: Joyce Oegies, Evelien van Eijk, Linda Boelens, Lisanne van Heeren, Sema Körkoca. MWD: Eugenie Manhoef, Shari Emilina, Marcha Dupont,
Weinig volwassenen en kinderen uit de Oleanderbuurt komen hun buurt uit. Omdat het voor kinderen belangrijk is om hun actieradius te vergroten om ‘te zien wat er in de rest van de wereld te koop is’, onderzochten studenten hoe je kinderen vaker kunt laten deelnemen aan activiteiten buiten de eigen wijk en hoe je dit door ouders kunt laten stimuleren. Na een ontdekkingstocht in de wijk bleek dat veel ouders drempels zagen om alleen met hun kinderen de wijk uit te gaan. Deze constatering leidde tot het opzetten van het ‘maatjesproject’. Kort omschreven is het hierbij de bedoeling dat een ouder die al veel activiteiten buiten de wijk met de kinderen onderneemt een andere ouder met kinderen meeneemt.
Bewoners die verantwoordelijkheid voor het pedagogische klimaat (willen) dragen in deze wijk, bijvoorbeeld bij het beheer en toezicht in de buitenruimte, kunnen hierbij ondersteuning krijgen. Een trainingsaanbod leert hen over straatcultuur van jongeren, hoe samen met anderen afspraken te maken over gebruik van de buitenruimte, hoe anderen aan te spreken op ongewenst gedrag, enzovoorts. Ook de professionals in Noord volgen dit trainingsaanbod om bewoners blijvend te kunnen ondersteunen en nazorg te kunnen bieden. Studenten hebben een observatie-instrument ontwikkeld
59
waarmee professionals in de wijk elkaar feedback kunnen geven op hun pedagogisch handelen.
Projectopdracht Oude Westen Fietsend door het Oude Westen viel het studenten op dat er weinig aanbod van activiteiten was voor 12+ jongeren: “jongeren vervelen zich; er is niks voor ze te doen.”. Zij concludeerden dat “dat zorgt voor overlast, want jeugd die zich verveelt gaat ongein uithalen”. In opdracht van de deelgemeente Centrum onderzochten zij hoe het Oude Westen met een innovatieve, preventieve aanpak een goede leefplek voor de 12+ jeugd kan zijn. In deze aanpak staan de mogelijkheden en talenten van jongeren centraal en niet de problemen. Vraag hierbij was hoe ervoor te zorgen dat de jongeren hun talenten benutten en dat die talenten niet gaan ‘muiten’ en voor overlast zorgen?
studenten die heel mondig is en waarbij iedereen een duidelijke eigen mening heeft, bleek het in het begin niet vanzelfsprekend om naar elkaar te luisteren. Het leren samenwerken met verschillende disciplines dient eveneens een aandachtspunt te zijn. Studenten geven aan dat zij veel geleerd hebben van het samenwerken in multidisciplinaire teams. De fasering die in het project was aangebracht en de vaste begeleidingsmomenten bleken goed te werken.
De studenten hebben workshops ontwikkeld voor jongeren. Jongeren gaan in de workshops met behulp van diverse media activiteiten in de wijk promoten.
Procesbeschrijving In het I-Lab is gewerkt in vier fasen: de oriëntatiefase (een 2-daagse in mei), de startfase, de ontwerpfase en de uitvoeringsfase. Deze fasen maakten voor studenten duidelijk welke activiteiten in ieder geval in het I-Lab plaats moesten vinden. Per fase was een globale tijdsindeling gemaakt. Elke fase werd afgesloten met een presentatie van een deelproduct in de leerwerkgemeenschap. Bij de presentaties waren ook de opdrachtgevers aanwezig. Eindproducten van de fasen waren in de startfase: het vraagstuk, in de ontwerpfase: het plan van aanpak en in de uitvoeringsfase: het eindproduct.
60
Leerpunten Belangrijk leerpunt uit dit I-Lab is dat groepsvorming en groepsproces aandacht behoeven. In een groep van
“Ik zie een stelletje jonge honden met een frisse kijk. Heel gemotiveerde studenten, mensen die talent met zich meebrengen, niet zomaar een clubje dat alleen maar even komt snuffelen. Dit zijn studenten die snappen waar het om gaat. Wij zijn enthousiast”. Opdrachtgever Oude Westen
61
Facts & Figures Begeleiders Xxxxxxx xxx x x x xx x xxxxxxxx
xxxxxxxx xx xxxxxxxxxx xxxxxx x xxxxxxxxxxxxx xxx x x x xx x xxxxxxxx xxxxxxxx xx xxxxxxxxxx xxxxxx x xxxxxxxxxxxxx xxx x x x xx x xxxxxxxx xxxxxxxx xx xxxxxxxxxx xxxxxx x xxxxxxx Studenten Xxxxxxx xxx x x x xx x xxxxxxxx xxxxxxxx xx xxxxxxxxxx xxxxxx x xxxxxxxxxxxxx xxx x x x xx x xxxxxxxx xxxxxxxx xx xxxxxxxxxx xxxxxx x xxxxxxxxxxxxx xxx x x x xx x xxxxxxxx xxxxxxxx xx xxxxxxxxxx xxxxxx x xxxxxxx
‘Your culture (whoever you are) is as important as our culture (whoever we are). We want to know what you’re doing over there (wherever you are), and we’re pretty sure you want to know what we’re doing here (wherever we are)’ Tibo Kalman, Colors 1, 1991
62
Minor Cultural Diversity Omdat design effectief wil communiceren met zowel de lokale gemeenschap als de rest van de wereld investeert de Willem de Kooning Academie Hogeschool Rotterdam in kennis en onderzoek betreffende (mondiale) beeldculturen in een multiculturele context. Studenten, die worden opgeleid tot ontwerpers, moeten ‘global’ leren denken. Rotterdam als studieobject De themaminor Cultural Diversity gebruikt de stad (Rotterdam) als object van studie en als laboratorium. Daarbij ligt het accent op ‘ontmoeten’. Studenten gaan op zoek naar en verbinden zich met nieuwe initiatieven en uitingen. In de themaminor worden theorie en praktijk aan elkaar gekoppeld.
Istanbul In 2010 was Istanbul culturele hoofdstad van Europa. Vanwege deze gebeurtenis besteedden diverse Rotterdamse instellingen extra aandacht aan de stad. Ook de Willem de Kooning Academie Hogeschool Rotterdam participeerde met een masterclass Fashion, waarin ontwerpster Hatice Gökce uit Istanbul, studenten van de Willem de Kooning Academie en het Zadkine College begeleidde. Binnen de themaminor Cultural Diversity stond ook de relatie ‘Rotterdam-Istanbul’ centraal.
De opdracht: Rotterdam-Istanbul (of Istanbul-Rotterdam) Studenten onderzochten, in opdracht van Kosmopolis Rotterdam, de ‘Turkse Connectie’, met name op het gebied van mode, fotografie en vormgeving. Zij kregen het verzoek een krant te maken over de relatie tussen Rotterdam en Istanbul, twee dynamische metropolen, twee culturele
smeltkroezen. De krant moest ‘een fragmentarisch, impressionistisch, encyclopedisch product’ worden, waarin ‘verrassende ontmoetingen, onthullende observaties, gedegen onderzoek, en afgestofte statistiek’ gepresenteerd zouden worden. Als motto kregen de studenten de uitspraak van Tibo Kalman mee, die hij bij het verschijnen van Colors 1 in 1991 deed: ‘Your culture (whoever you are) is as important as our culture (whoever we are). We want to know what you’re doing over there (wherever you are), and we’re pretty sure you want to know what we’re doing here (wherever we are)’. Studenten werden binnen de themaminor gestimuleerd vanuit de eigen nieuwsgierigheid te werken, om diverse invalshoeken te hanteren en niet alleen online naar bronnen te zoeken, maar ook ontmoetingsplekken als theehuizen en voetbalverenigingen te bezoeken.
Van minor naar I-Lab De themaminor Cultural Diversity startte in februari 2010. De minor zal zich, onder hoede van de lector Cultural Diversity, transformeren tot een Innovation Lab waarin studenten kunnen excelleren, en dat vanaf september 2011 operationeel is.
63
Nabeschouwing Innovators 010 We zijn met hoge ambities met de Innovation Labs gestart:
• I-Labs zijn projecten die studenten uitdagen zichzelf te overtreffen; • in de labs leren studenten innoveren in teams die heel divers zijn samengesteld; • en de resultaten van de labs moeten relevant zijn voor de partners in het werkveld.
Als we terugkijken op de ervaringen en resultaten van deze eerste ronde, wat kunnen we dan zeggen over de haalbaarheid van onze ambities en mogelijke vervolgstappen?
De I-Labs zijn onderdeel van een groter programma waarin we excellentietrajecten ontwikkelen voor talentvolle en ambitieuze studenten. Dit programma ‘Excellentie in onderwijs’ is onderdeel van het landelijke Siriusprogramma, waarin OCW excellentie in het HO wil stimuleren. Het Siriusprogramma loopt tot eind 2013. Dit is de tijdspanne die we voor ogen hebben voor de volledige ontwikkeling en implementatie van de Innovation Labs.
64
bewijzen de studenten uit het I-Lab Sports bijvoorbeeld. Deze studenten kwamen allen uit de economische sector. De producten die zij uiteindelijk hebben ontwikkeld liggen op een ander domein: een sporttalent-test voor basisschool kinderen en een door sociale media ondersteunt platform dat de sportparticipatie in het gebied rond het Stadionpark op Rotterdam Zuid moet vergroten. In een aantal Innovation Labs hebben studenten wel degelijk in multidisciplinaire teams gewerkt. Dit geldt bijvoorbeeld voor Transformers Rotterdam en Smart Energy. Van deze teams hebben wij geleerd dat we het samenwerken in multidisciplinaire groepen meer moeten ondersteunen. Studenten, en ook docenten, moeten leren om in deze nieuwe teams samen te werken. Het samenstellen en functioneren van multidisciplinaire teams is een belangrijk aandachtspunt voor de volgende ronde.
Hoe hebben onze partners het project en de studenten ervaren? Uit interviews met de externe opdrachtgevers blijkt dat ze erg enthousiast zijn over het concept van de I-labs. Het aanpakken van weerbarstige vraagstukken waarbij je moet samenwerken met professionals uit andere achtergronden herkennen zij uit hun eigen praktijk.
Hoe uitdagend zijn Innovation Labs voor studenten?
Leren studenten innoveren in multidisciplinaire teams?
Ze erkennen ook de meerwaarde van een pas afgestudeerde collega die al in zijn of haar opleiding heeft leren innoveren en samenwerken in divers samengestelde teams.
In een enquete hebben we studenten gevraagd naar hun mening en ervaringen met het I-Lab. Driekwart van de ondervraagde studenten vindt dat het I-Lab hen heeft uitgedaagd zichzelf te overtreffen. 90% van de studenten vindt het vraagstuk waar ze het afgelopen jaar aan hebben gewerkt uitdagend. Hoewel de uitdaging groot was, waren de projecten qua complexiteit en uitvoering wel haalbaar volgens een ruime meerderheid (82% en 65%) van de studenten.
In deze eerste ronde bleek dat het lastig is divers samengestelde studententeams te vormen. Alle vraagstukken vroegen om input vanuit verschillende disciplines, maar studenten kozen in de praktijk vooral voor vraagstukken die dicht bij hun opleidingspraktijk liggen. Vanuit het werkveld was echter veelal een diverse groep van stakeholders betrokken. En dat je binnen een vrij monodisciplinaire groep toch kan leren over de grenzen van je eigen beroep te kijken,
Maar hoe tevreden zijn ze over wat ze het afgelopen jaar hebben gezien? Een goede indicatie is dat alle geïnterviewde partners hebben aangegeven graag verder te willen gaan met het project in een nieuwe ronde. Toch zijn er ook punten van aandacht. Niet altijd bleek het vraagstuk scherp genoeg gesteld voor studenten en meer aandacht voor onderzoek zou de kwaliteit van de resultaten verder kunnen verhogen.
Conclusie
Kortom we gaan enthousiast verder in een uitdagend traject!
“het concept spreekt me heel erg aan. Dat je (…) een weerbarstig vraagstuk, en die hebben we hier ook dagelijks, vanuit meerdere invalshoeken kan aanvliegen.”
Sandra Storm
nathalie backx, adviseur havenbedrijf
Dus hoe staan we nu ten opzichte van onze ambities? Het is ons al in de eerste ronde gelukt de Innovation Labs te vormen tot uitdagend onderwijs waarin studenten kunnen uitblinken terwijl ze werken aan vraagstukken die ze ook zelf interessant vinden. We willen meer investeren in het voorlichten en verleiden van studenten tot het deelnemen aan I-Labs die voor hen niet vanzelfsprekend passen bij de praktijk die ze vanuit de opleiding kennen. Verder werken we aan een didactiek en begeleidingsmodel waarin we studenten leren hoe je in een multidisciplinair team effectief kunt functioneren.
“Dat je straks iemand binnenhaalt die nog niet veel ervaring heeft maar toch én op de hoogte is van nieuwe dingen en de laatste kennis heeft, maar ook al heel zelfstandig kan werken én heel erg goed dingen kan leiden. Dat zie ik echt als een pluspunt” Marieke van Santen, lid regiegroep innovatie, bibliotheek Rotterdam
65
“Innovatie is over je eigen grenzen heen kijken” student
Innovation Labs 2010 - 2011