innovatie onze kracht! Eindcongres van de Regieraad Bouw 12 november 2009 Evenementenlocatie De Fabrique
inhoudsopgave
4
pagina
Voorwoord
6
Inleiding
8
Plenaire opening
10
Informatiemarkt
16
Theaters • Infratheater • B & U theater • Divers theater • Regionaal theater
22 34 46 58
Workshops • Goed aanbesteden met Leidraad en DSS • Innovatief aanbesteden: waar staat u? • Bouwen in de zorgsector zonder faalkosten • Krimp, crisis en leiderschap: na denken komt doen? • Project Cirkelstad: duurzaam en sociaal samenwerken • Integer gedrag: wat levert het op? • Bouwen 2.1: een kijkje in de toekomst • Bouw en hoger onderwijs hebben elkaar hard nodig • Verduurzamen van de bestaande bebouwde omgeving • Energiezuinig bouwen = conceptueel bouwen
70 74 78 82 86 90 94 98 102 106
Ronde tafels
110
Meet & greet
114
Speeddaten
118
BIM Fabrique
122
Filmtheater
124
Plenaire afsluiting
126
Colofon
134
5
voorwoord Met ruim 600 deelnemers was het eindcongres op 12 november de succesvolste Regieraad-bijeenkomst ooit. Ik constateer dat met plezier. Want daaruit blijkt dat het met de vernieuwingsdrang in de sector wel goed zit. Op het congres in Utrecht gaven koplopers in de bouw hun visitekaartje af. Bij de tientallen presentaties, workshops, discussietafels, meet & greets, speeddates en infostands hing een sfeer van ambitie, goede wil en bereidheid om ervaringen en kennis in alle openheid met elkaar te delen. De ruimtes in De Fabrique toonden op allerlei manieren de oogst van zes jaar werken aan vernieuwing door de Regieraad Bouw, samen met opdrachtgevers en opdrachtnemers.
Wat die afgelopen 6 jaar ons heeft gebracht? Veel, durf ik te zeggen. De sector gonst van de innovaties op elk gebied:, integriteit, duurzaamheid, aanbesteden, bouwproces, opleidingen, samenwerking... Kortom, men durft - weer - zijn nek uit te steken. En wat meer is: het vertrouwen is weer terug. De pantsers worden afgeworpen en partijen zijn bereid om met open vizier met elkaar samen te werken. Aan die positieve ontwikkeling heeft de Regieraad belangrijk bijgedragen. Zoals u weet, leg ik de voorzittershamer neer. De Regieraad Bouw stopt en maakt plaats voor het Vernieuwingsplatform Bouw, onder aanvoering van Martin van Pernis, nu nog voorzitter van de Raad van Bestuur van Siemens Nederland. Ik ken de mensen die de kar de komende jaren gaan trekken, en heb dan ook het volste vertrouwen dat hun missie slaagt. Het komt wel goed met onze bouw... Hans Blankert voorzitter Regieraad Bouw
6
7
inleiding Op 12 november 2009 vond ‘Innovatie Onze Kracht!’ plaats, de laatste grote bijeenkomst van de Regieraad Bouw voor de gehele bouwsector. Het eindcongres was de ideale gelegenheid om gezamenlijk de balans op te maken. Centraal stonden de vragen: Wat is er bereikt? En wat nog niet? En hoe zorgen we ervoor dat alle mooie voornemens en initiatieven voor de innovatie van de bouwsector ook ná het ‘Regieraad Bouw-tijdperk’ worden doorgezet? Tijdens tientallen sessies, presentaties, workshops en discussierondes kregen de 600 deelnemers in De Fabrique in Utrecht antwoorden op deze en andere vragen. De plenaire opening van het congres werd verzorgd door Chazia Mourali. Zij ondervroeg Chris Buijink, secretaris-generaal van Economische Zaken, en Hans Blankert, voorzitter van de Regieraad Bouw, via korte filmpjes en stellingen over ‘de oogst’ van zes jaar Regieraad Bouw. Na de opening van het congres konden de bezoekers inspiratie op doen over hun favoriete thema’s, om ten slotte bij de plenaire afsluiting kennis te maken met het Vernieuwingsplatform Bouw, die vervolg zal geven aan de innovatie en vernieuwing van de sector. In dit verslag leest u wat er op 12 november allemaal gepresenteerd is op het gebied van de vernieuwing. Bent u op zoek naar meer informatie of verdere verdieping neemt u dan gerust contact op met de sprekers. Hun gegevens staan bij ieder verslag.
8
9
plenaire opening Moderator Chazia Mourali interviewde Hans Blankert, de voorzitter van de Regieraad Bouw, en Chris Buijink, secretarisgeneraal van het ministerie van Economische Zaken. Belangrijke thema’s: wat heeft de Regieraad betekend en welke uitdagingen liggen er nog. Ook overhandigde Hans Blankert de nieuwe Leidraad Aanbesteden Bouw aan Chris Buijink. Douwe Jan Joustra van SenterNovem presenteerde ten slotte een ‘instrumentenkaart’ voor duurzaam bouwen.
verslag
plenaire opening stelde dat de Regieraad veel partijen die bij de sector betrokken zijn, heeft weten te verenigen.
De nieuwe ‘bouwbijbel’ In Utrecht werd de langverwachte Leidraad Aanbesteden Bouwopdrachten gepresenteerd. Deze moet gaan gelden als een professionele standaard voor doelmatig en juridisch correct aanbesteden in de bouw. EZ-topman Buijink nam de leidraad dankbaar in ontvangst en benadrukte het belang van de nieuwe ‘bouwbijbel’. “Nog altijd wordt 90% van de opdrachten aanbesteed op de laagste prijs. Dat moet veranderen.” De leidraad werd enthousiast onthaald. Bijna alle aanwezigen waren van mening dat deze innovatie in de bouw stimuleert.
‘Vertrouwen is terug, maar we zijn er nog niet’ ‘Het vertrouwen is terug, maar we zijn er nog niet’. Die conclusie kon worden getrokken na de plenaire opening van het jaarlijkse innovatiecongres van de Regieraad Bouw. Dagvoorzitter Chazia Mourali memoreerde het historische karakter van de middag: het eindcongres van de Regieraad Bouw. De Regieraad houdt op te bestaan. Het Vernieuwingsplatform Bouw gaat in 2010 van start (zie verslag Plenaire afsluiting). Centraal stond dan ook de vraag wat de Regieraad de afgelopen zes jaar heeft bereikt. Volgens Chris Buijink is de Regieraad erin geslaagd om het onderlinge vertrouwen te herstellen. “Overheid en bedrijfsleven praten gelukkig weer met elkaar.” Blankert beaamde die waarneming en
10
11
plenaire opening
plenaire opening ‘Vrouwen vergaderen beter’ Verdeeldheid was er over de stelling dat meer diversiteit binnen het personeelsbestand met targets moet worden afgedwongen. De meeste aanwezigen waren tegen, Hans Blankert was voor. “Ik ben tegen meer regels, want die kun je ontduiken. Maar targets zijn afspraken en die kom je na.” Vrouwen voegen volgens Blankert iets extra’s toe aan bedrijven. “Vergaderingen met vrouwen verlopen beter”. Hij benadrukte dat aan het vergroten van diversiteit hard wordt gewerkt.
Benchmarkgegevens publiceren Het wederzijds vertrouwen in de bouw herstelt zich. En dat geldt ook voor het zelfvertrouwen. Praktisch niemand in de zaal had moeite met het publiceren van benchmarkgegevens over bedrijven. Blankert was daar blij mee. “Ik ben niet voor een zwarte lijst, maar door prestaties van bedrijven te beoordelen kan de klant een eigen afweging maken.” Gevraagd naar de nabije toekomst van de bouw, voorzag Chris Buijink voor de sector grote nieuwe uitdagingen met betrekking tot klimaat en vergrijzing. Hans Blankert deed een beroep op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de bouwsector. “Wij zijn verantwoordelijk voor 30% van de CO2-uitstoot in Nederland. Het is onze plicht dat omlaag te brengen.”
‘Cradle-to-cradle’ Afsluitend presenteerde Douwe Jan Joustra van SenterNovem een instrumentenkaart voor duurzaam bouwen. Hij vond het de taak
12
13
plenaire opening
plenaire opening
van de sector om ervoor te zorgen dat bouwstoffen grondstoffen blijven (het ‘cradle-to-cradle’-principe) en dat bouwbedrijven moeten bijdragen aan de omgeving. “Probeer niet alleen de schade te beperken, maar kijk ook wat je toe kunt voegen.” Meer informatie kunt u opvragen bij: SenterNovem, aanjaagteam C2C E-mail:
[email protected] Zie ook: www.senternovem.nl/cradletocradle De Cradle to cradle kaart kunt u downloaden op www.debouwvernieuwt.nl
14
15
informatiemarkt ‘Anders nog iets...?’ Op de informatiemarkt konden de congresgangers ideeën, inspiratie en kennis opdoen bij de vernieuwingspartners en andere bondgenoten van de Regieraad Bouw. Tal van organisaties stonden er met een eigen ‘kraam’. Baanbrekers in de Bouw maakte bezoekers attent op de opleidingsmogelijkheden voor aspirant-bouwprofessionals, die hun schouders willen zetten onder de vernieuwingen in sector. Verderop presenteerde Solids het gelijknamige concept, waarbij geïnteresseerde huurders via een internetveiling een bod uitbrengen op een zelf te bepalen aantal vierkante meters in een gebouw, die ze naar eigen believen kunnen gebruiken voor wonen, werken of anderszins. Hoe te komen tot energieleverend, innovatief en toekomstgericht bouwen dat zorgt voor koppeling tussen gebouw, wijk en energie? Bij de stand van onderzoeksprogramma Building Brains (onder leiding van TNO) kreeg men de antwoorden. Terwijl BouwLokalen (van Bouwend Nederland en SBR) bezoekers enthousiast maakte voor haar bijeenkomsten over vernieuwingen in de bouw, zoals klimaatneutraal bouwen, duurzaam aanbieden en innoveren en conceptueel bouwen. Over conceptueel bouwen kwamen geïnteresseerden alles te weten bij de stand van Netwerk Conceptueel Bouwen. Bij conceptueel bouwen wordt gewerkt met concepten die ‘herhaald’ kunnen worden. Daarbij worden geen eenmalige afspraken met wisselende partijen gemaakt, maar duurzame relaties aange-
16
informatiemarkt gaan. Het Netwerk brengt opdrachtgevers en conceptaanbieders met elkaar in contact. Andere organisaties die zich presenteerden op de informatiemarkt, waren CROW, Aannemersfederatie Nederland Bouw & Infra, PIANOo, Stichting Roges, CIB, Hoger Onderwijs Groep, Vereniging Eigen Huis, PeGO, NEVI en Nieuwbouw.
17
informatiemarkt • Baanbrekers in de Bouw Arie Hardenbol 015 278 46 18 • CROW-kennisplatform Hilde Bossink 031 869 98 26
informatiemarkt
[email protected]
• Building Brains Roland van der Klauw 015 276 31 33
[email protected]
[email protected]
• Hoger Onderwijs Groep Marie-Jose Martens 020 423 27 30
[email protected]
• Aannemersfederatie Bouw & Infra Nederland Rene de Kwaadsteniet 030 603 58 54
• PIANOo Olga van Oort
Laura vd Linde
070 378 95 62
[email protected]
• BouwLokalen Peter Ligthart
010 206 59 99
[email protected]
• Solids Hannelore Blaauw
020 588 51 36
[email protected]
[email protected]
070 349 07 77
[email protected]
• Stichting Roges
• Nieuwbouw
Bjorn Legius
013 533 39 99
[email protected]
• CIB Inge van Baalen
030 693 60 72
[email protected]
• Conceptueel Bouwen Stephan Dijkhuizen 074 850 79 02
[email protected]
• PeGO
Leo Brouwer
030 239 37 55
• Vereniging Eigen Huis Erik Nieuwenburg 033 450 77 20
18
[email protected]
[email protected]
19
theaters
20
21
theaters
infratheater
Nieuwe kansen met combinatieprojecten In combinatieprojecten gaan gebiedsontwikkeling en de realisatie van infrastructuur hand in hand. De vervlechting van de procedures en besluitvorming daarbij biedt kansen. Ook de gewijzigde rolverdeling tussen overheden en marktpartijen schept nieuwe mogelijkheden. Presentatie van Jelke Jan de With, lid Werkgroep GWW en oud-directeur Boskalis Nederland, en Arjan Bregman van het Instituut voor Bouwrecht en auteur van het recent verschenen boek ‘Afstemming van besluitvorming bij combinatieprojecten’.
verslag Nieuwe kansen met combinatieprojecten ‘Besluiten nemen en risico’s verdelen’ De leefbaarheidsproblematiek in Nederland vraagt om een integrale, gebiedsgewijze benadering, om structuurvisies. “Infrastructuur wordt vaak bekeken vanuit verkeers- en vervoersproblematiek, maar regionaal betekent het natuurlijk meer. Waar willen we naartoe met een landschap, een streek, onze kust, de rivieren, het land?” aldus Jelke Jan de With. Met de traditionele rolverdeling lukt dat niet meer, was zijn overtuiging. Rijk, provincie, gemeenten,
22
infratheater waterschappen, ingenieursbureaus: de betrokkenheid van al die partijen kost erg veel tijd. Het aangaan van allianties, werken aan procesinnovatie en slimme inrichting van projectorganisaties zijn de toekomst. “Durf besluiten te nemen en risico’s te verdelen, maak afspraken over het gewenste beeld en de financiën.”
‘Altijd afvragen of het kan’ Veel opdrachtgevers zien combinatieprojecten nog als een donker gat waar ze in gaan vallen. We zijn er dus nog lang niet. Toch klonken vanuit de zaal positieve geluiden over de ontwikkelingen rond combinatieprojecten en nieuwe samenwerkingsvormen als PPS-constructies. Er zijn al grote stappen gemaakt, vond men. Organisaties als Rijkswaterstaat nemen inmiddels andere rollen aan dan uitsluitend die van opdrachtgever. Elke deelbeslissing heeft ook een financieel deelbelang. In de traditionele rolverdeling werkt dat stagnerend. Juristen krijgen vaak de schuld van die stroperigheid. In de praktijk blijkt als de wettelijke termijnen worden aangehouden het sneller kan. Voortaan altijd werken met combinatieprojecten dus? Dat zal niet altijd lukken, maar het zou wel het uitgangspunt moeten zijn aldus Bregman en De With. E-mail:
[email protected] Telefoon: 06 51 090 320
23
theaters
infratheater
Ruim baan voor Eigen Initiatief Eigen Initiatief is een belangrijke voorwaarde voor innovatie in de bouw. De Regieraad Bouw ziet dit instrument dan ook graag meer en beter toegepast. Een presentatie van Ton Huijzer van PSIBouw, het netwerk voor vernieuwers in de bouw, dat samen met de Regieraad Bouw een ‘Handleiding voor Eigen Initiatieven in de bouw’ heeft opgesteld.
infratheater ‘Wat gaan ze met m’n idee doen?’ “Het eigen initiatief is dood. Wat moet er gebeuren?”, gooide Koene Talsma, directeur Infra en lid RvB van Dura Vermeer, de knuppel in het hoenderhok. “Je ontwikkelt wel gerichtheid op het publieke domein en het is goede pr. Maar het levert geen werk op”, vatte Ton Huijzer de reacties uit de zaal samen. Duidelijk werd dat er bij marktpartijen nog het nodige wantrouwen heerst, zeker rond het intellectueel eigendom van ideeën en initiatieven. ‘Wat gaan ze met m’n idee doen?’
Minder krampachtig met regels omgaan
verslag Ruim baan voor Eigen Initiatief Met een Eigen Initiatief komt een (markt)partij met een oplossing, zonder dat de opdrachtgever, meestal de overheid, daarom heeft gevraagd. Vele honderden van dit type initiatieven is de laatste jaren via speciale loketten van ProRail, VROM, VenW en de provincie Gelderland aangemeld. Een groot deel daarvan kwam niet alleen van bedrijven, maar ook van particulieren. Echter, in de praktijk kwam het overgrote deel niet verder, aldus inleider Ton Huijzer.
24
Age Vermeer, divisiedirecteur Infra bij Dura Vermeer, achtte kleinere innovaties nog wel kansrijk. Eigen Initiatieven van substantiële omvang gaf hij weinig kans. Bert Keijts, directeur-generaal Rijkswaterstaat, waarschuwde voor te hoge verwachtingen. Wellicht is de vraag te breed ingevuld en moeten organisaties als Rijkswaterstaat en ProRail specifieker gaan aangeven op welke deelgebieden zij Eigen Initiatieven op prijs stellen, opperde een toehoorder. Minder krampachtig met regels omgaan, was een andere suggestie om Eigen Initiatief een nieuwe impuls te geven. E-mail:
[email protected] Telefoon: 06 16 098 979 Op www.debouwvernieuwt.nl kunt u de brochure ‘Neem nou Eigen Initiatief’ downloaden.
25
theaters
Duurzaam inkopen: hoe gaat dat in de praktijk? Alle opdrachtgevers bij de rijksoverheid gaan vanaf 2010 honderd procent duurzaam inkopen. Ook Rijkswaterstaat stelt dan bij al haar opdrachten duurzaamheidscriteria. Hoe gaat dat straks in de praktijk? Presentatie door Bert Keijts, adviserend lid Regieraad Bouw en lid Werkgroep GWW en Directeur-Generaal Rijkswaterstaat.
verslag Duurzaam inkopen: hoe gaat dat in de praktijk? Bij duurzaam inkopen let Rijkswaterstaat primair op reductie van energiegebruik en het gebruik van duurzame energie. Bert Keijts illustreerde dat met een aardig voorbeeld. Per jaar rijden medewerkers van zijn organisatie 50 miljoen zakelijke kilometers. En binnenkort moeten er 200 dienstauto’s worden vervangen. Keijts: “We gaan dan het elektrisch rijden serieus bekijken en voor de brandstofauto’s de CO2-ladder toepassen.” Ook duurzaam materiaalgebruik en toepassing van duurzame productiemethoden
26
infratheater
infratheater
zijn belangrijke functionele en prestatiegerichte criteria. Uitgangspunt daarvoor zijn de door SenterNovem ontwikkelde minimumeisen voor duurzaamheid.
‘Risicomanagement killing voor innovatie’ Verder gaat Rijkswaterstaat nog meer letten op de ruimtelijke kwaliteit van de infra. ”Het wordt de kunst duurzaamheid en innovatie te verbinden”, stelde Keijts. “Wij willen dat samen met de markt doen. Verras ons.” Uit het publiek klonken enkele kritische geluiden. Zo werd gesteld dat overdimensionering vaak een sta-in-weg is voor duurzame vormgeving. “Geen stimulans om zuinig met je materialen om te gaan. In zijn algemeenheid is risicomanagement sowieso killing voor innovatie.”
‘Kleiner is slimmer’ Ginette Veensma van de Rijksgebouwendienst wees op het belang om juist kleine bedrijven in het duurzaamheidsverhaal te betrekken. “Want daar komen de meeste innovaties vandaan. Kleiner is slimmer.” Permanente monitoring van de concrete resultaten van duurzaam inkopen vonden de aanwezigen belangrijk. “Zo kunnen we de lat met elkaar steeds hoger leggen. Het wordt een spannende tijd…” www.senternovem.nl/duurzaaminkopen www.rijkswaterstaat.nl
27
theaters
infratheater
infratheater
Betere resultaten met ketenintegratie en partnering Ketenintegratie/partnering leidt tot betere resultaten, maar wordt nog te weinig toegepast. “Hoofdaannemers moeten hun onderaannemers en toeleveranciers op dezelfde manier behandelen als zij zelf door hun opdrachtgevers behandeld willen worden.” Presentatie door Koene Talsma, directeur Dura Vermeer Divisie Infra en lid Raad van Bestuur Dura Vermeer, en Kees Mutsaers, directeur Martens Beton.
verslag Betere resultaten met ketenintegratie en partnering Staan we aan de vooravond van een nieuwe golf van ketenintegratie? Met die vraag trapte Koene Talsma af. Feit is dat de zeven grootste Nederlandse bouwbedrijven de leidende principes hebben vastgesteld om professionele samenwerking en ketenverantwoordelijkheid te bevorderen. Doelen: een meer maatschappelijk verantwoorde bedrijfsvoering en een impuls voor duurzame samenwerking in de sector. Een succesvol eindresultaat als gezamenlijke verantwoordelijkheid.
28
29
infratheater
infratheater
‘Uitknijpen is korte termijndenken’ De bewustwording rond ethisch handelen neemt toe, mede door druk van buiten, stelde Talsma. “Eerlijk en transparant werken, is dat niet gewoon stoppen met leuren?”, wilde hij weten. Kees Mutsaers ging daarin mee. “Een leverancier altijd maar uitknijpen is korte termijndenken. De laagste prijs wordt doorgezet in de keten. Zo creëer je allesbehalve een innovatief klimaat. Je moet juist de intentie hebben om het sámen te doen.” Partnering zorgt mede voor winst door een snellere doorlooptijd en minder faalkosten, voorspelde hij. Mutsaers ziet een duidelijke trendbreuk ontstaan. Aannemers zijn gevoelig voor de betere resultaten die ketenintegratie kan opleveren, constateerde hij. “Ze zijn er op aanspreekbaar, worstelen er soms zelfs mee.”
Als het buiten koud is... Het jaar 2010 zal voor veel bedrijven in de bouwsector in het teken van overleven staan, voorspelde hij. “Maar wie heeft daarna de moed om met ons het verschil te maken?” Koene Talsma vulde aan: “Verdere ketenintegratie komt er keihard aan. Alleen al omdat dan pas duurzaamheidsdoelstellingen als energiereductie en CO2-reductie gerealiseerd kunnen worden.” E-mail:
[email protected] Telefoon: 023 56 92 367
30
31
theaters
Aanbestedingsombudsman: ‘volgende keer beter’ Rijkswaterstaat werkt aan het instellen van een aanbestedingsombudsman. In samenwerking met opdrachtgevers en opdrachtnemers probeert deze straks problemen bij aanbestedingen op te lossen. Hoe dat moet gaan? En wat we ermee opschieten? Presentatie door Charles Petit, Senior Adviseur Markt en Inkoop bij Rijkswaterstaat.
verslag Aanbestedingsombudsman: ‘volgende keer beter’ De aanstelling van een aanbestedingsombudsman zit in de ontwikkelingsfase, begon Charles Petit zijn verhaal. Doel is deze functionaris klachten te laten behandelen over behandeling en gedrag, informatie en communicatie van Rijkswaterstaat bij aanbestedingen. Het gaat dan vooral om niet-juridische klachten. “Het is niet de bedoeling dat de aanbestedingombudsman op lopende aanbestedingen ingrijpt. Ook komt hij in die fase natuurlijk niet in de plaats van het directe contact tussen de opdrachtgever en de inschrijver”,
32
infratheater
infratheater
aldus Petit op vragen uit het publiek of de nieuwe bemiddelaar aan het begin of aan het eind van het traject in beeld komt.
Lering uit trekken Koene Talsma, directielid van Dura Vermeer, verwees naar nieuwe samenwerkings- en contractvormen die het aanbesteden moeilijker kunnen maken. Voor een aanbestedingsombudsman zag hij duidelijk een functie. “Volgende keer wordt het beter, dat moet dus de bedoeling zijn”, concludeerde hij. “We moeten er met z’n allen lering uit trekken. Niet meteen naar de rechter stappen.” Charles Petit beaamde dat. “Met de aanbestedingsombudsman heb je een goed instrument om over de projecten heen tot betere processen te komen.”
Niet als klager te boek staan Welke exacte taakomschrijving de aanbestedingsombudsman ook krijgt; diens werk moet leiden tot gemotiveerde uitspraken. Charles Petit van Rijkswaterstaat: “Grootste winst is verbetering van de communicatie. En we hoeven niet op de nieuwe aanbestedingswet te wachten om hiermee te beginnen.” Een hinderpaal kan zijn dat bedrijven die veel voor Rijkswaterstaat werken niet graag als klager te boek te staan. “Dat is niet aantrekkelijk”, zei een toehoorder. www.rijkswaterstaat.nl
33
theaters
Fors besparen door juiste bouworganisatievorm Stichting Roges heeft onderzoek verricht op het gebied van proceskosten van samenwerkingsvormen in de bouw. De resultaten zijn bekend en samengevat in het rapport ‘Wegwijs in het aanbodparadijs’. In het B&U Theater lichtte Stan Vermeulen het onderzoek en de resultaten toe. Presentatie van Stan Vermeulen, directeur van Stichting Roges.
verslag Fors besparen door juiste bouworganisatievorm Stan Vermeulen vergeleek de huidige situatie in de bouw met een hordenloop. “Er worden veel lastige hindernissen genomen en dan nog wacht er een ‘valkuil’ aan het eind.” De werkwijze is weinig strategisch, te arbeidsintensief, foutgevoelig en een bron voor discussie achteraf. Het aanbod van bouworganisatievormen is groot: traditioneel, bouwteam, IFD, D&B, noem maar op. Hoe kan de klant uit al deze vormen de juiste keuze maken?
‘Perfect match’ Vermeulen vond dat er een match moet worden gemaakt tussen
34
B&U theater
B&U theater
vraag en aanbod. Wanneer de belangen en waarden aansluiten op het procesaanbod, kan de klant een gedegen keuze maken voor het bouwproces. Met het onderzoek naar proceskosten van samenwerkingsvormen zet Roges een nieuwe stap in het realiseren van een belangrijk doel: de ‘perfect match’ tussen vraag en aanbod in de bouw. Het rapport stelt een aantal vereisten aan het opdrachtgeverschap. Zo moeten opdrachtgevers de vaardigheid hebben om aanbiedingen tegen het licht te houden. Verder moeten ze de samenwerking kunnen aangaan op basis van ‘belofte maakt schuld’. Ook transparantie is van belang. “Alles wat je niet op tafel legt, kan ook niet waargemaakt worden.”
Forse besparingen mogelijk Het rapport van Roges vereenvoudigt de keuze van de opdrachtgever voor de juiste samenwerkingsvorm met de bouw. Uit het onderzoek en een praktijkstudie in Breda (vernieuwbouw van het Onze Lieve Vrouwelyceum) bleek dat forse besparingen op bouwproceskosten mogelijk zijn en dat frustraties als gevolg van een verkeerde keuze voorkomen kunnen worden. De juiste samenwerking zorgt voor een hogere kwaliteit en een kortere doorlooptijd van het bouwproces. E-mail:
[email protected] Telefoon: 013 53 33 999 Het rapport wegwijs in aanbodparadijs kunt u downloaden op www.debouwvernieuwt.nl
35
theaters
Green Office 2015: integraal bouwen aan duurzame kantoren Green Office 2015 is een concreet concept voor de ontwikkeling van duurzame kantoren in binnenstedelijke gebieden. In een goed gevulde tent in loods 8 presenteerde Siebolt Bennema de resultaten van dit innovatieve plan. Presentatie door Siebolt Bennema
verslag Green Office 2015: integraal bouwen aan duurzame kantoren De Green Office-partners willen een flexibel en energieleverend gebouw ontwikkelen met een hoog gebruikerscomfort. Een plek waar wonen, werken en recreëren op een natuurlijke wijze met elkaar zijn verweven. Plus een gebouw dat met innovatieve technieken op het gebied van verlichting, binnenklimaat, waterhuishouding en energiegebruik uitnodigt tot duurzaam gedrag. Ofwel: een leefbaar gebied dat het maatschappelijk belang dient en de samenwerking stimuleert. Siebolt Bennema: “Om dit te bereiken, werken de partners integraal samen.” Daarbij wordt gebruik gemaakt van meerdimensionale bouwinformatiemodellen (BIM).
36
B&U theater
B&U theater De groene opgave
Het Green Office-concept is geprojecteerd op Amersfoort. Deze stad wordt, zoals veel andere plaatsen, doorkruist door infrastructuur. Hierdoor ontstaat een onaantrekkelijke en onbenutte plek in de binnenstad. Maar het is wel een punt met potentie. “Zoek niet naar uitbreiding, maar naar verdichting.” Bennema noemde dit de groene opgave. “Door verschillende functies op één plek te combineren ontstaat een ontwerp dat zoveel potentie heeft dat maximale duurzaamheid mogelijk is.”
Cultuuromslag nodig Het concept hanteert drie uitgangspunten: de mens blijft centraal staan, de lat voor duurzaamheid ligt hoog en het maatschappelijk belang staat voorop (geld in het laatje dus). Dit resulteert bijvoorbeeld in flexibel gebruik van de ruimtes, een energieleverend gebouw, geen afval, minimaal onderhoud en innovatieve technieken. Ook verandert het proces. Zo wordt de belegger vanaf het begin betrokken en is samenwerking met ICT vereist. Dit vraagt nog wel om een cultuuromslag in de gehele bouwkolom. En daarmee sluit het perfect aan op de missie van de Regieraad. www.greenoffice2015.nl E-mail:
[email protected] Telefoon: 06 15 873 304
37
theaters
B&U theater
B&U theater
De duurzame winst van transparant aanbieden De renovatie van de Groningse wijk Lewenborg door wooncorporatie Lefier stond helemaal in het teken van duurzaamheid en transparantie. Dat gold ook voor de aanbesteding. Op het jaarcongres van de Regieraad Bouw vertelde Joost Renzenbrink over de open aanpak van deze renovatie. En wat die aanpak heeft opgeleverd. Presentatie door Joost Renzenbrink van wooncorporatie Lefier.
‘Van energielabel E naar B’ Bij het verduurzamen van de wijk spelen vijf thema’s een rol: woonkwaliteit, energie, water, gezondheid en materialen. Een voorbeeld van het verbeteren van de woonkwaliteit is ‘kleur in de wijk’. Omdat Lewenborg heel onoverzichtelijk was, kreeg elk hofje een herkenbare basiskleur. “Hiervoor lieten de kozijnen, die toch vervangen moesten worden, zich prima gebruiken.” De uitstraling van het woonblok en de entree verbeterde enorm. Ook op het gebied van energie werd een grote stap gezet. “Door goede isolatie van vloeren, gevels en daken, sprongen we van energielabel E naar B.”
Geen irritatie en minder tijdverlies
verslag De duurzame winst van transparant aanbieden Het project Lewenborg startte met een uitermate transparante aanbesteding. De beoordelingscriteria waren vooraf bij iedereen duidelijk. Zo werd er beoordeeld op plan van aanpak, bewonersvoorlichting, kwaliteitswaarborg en laagste prijs. De bekendmaking van de scores was publiekelijk. Iedereen kreeg van elkaar te horen over de beoordeling van de plannen van aanpak. Renzenbrink: “Deze open benadering leverde positieve reacties op van zowel winnaar als verliezers.”
38
Het duurzame woonklimaat voor bestaand Lewenborg levert enorme besparingen op. Per jaar scheelt het bijna 556.000 m3 aan gas, ruim 15 miljoen liter water en een reductie van ruim 1 miljoen kg CO2. “Maar wat leverde de transparantie aan voordeel op?” wilde iemand uit het publiek weten. Renzenbrink legde uit dat aannemers vooraf goed hebben moeten en kunnen nadenken over het proces en over de communicatie met bewoners. “Hierdoor werden fouten en irritatie voorkomen en was er minder tijdverlies.” E-mail:
[email protected] Telefoon: 06 21 245 134
39
theaters
B&U theater
B&U theater
Conflicten voorkomen met Bouwreflectie Stichting Bouwreflectie is ontstaan uit verwondering over het feit dat we pas in actie komen ná een conflict. Bij onenigheid hopen partijen elkaar later niet meer tegen te komen. Ineke Roest: “Maar dat valt niet mee in een kleine wereld als de bouw.” Presentatie van Ineke Roest van Stichting Bouwreflectie.
verslag Conflicten voorkomen met Bouwreflectie Meer aandacht voor zachte kant Bouwreflectie, een initiatief van Rijkswaterstaat en Bouwend Nederland, staat voor goede samenwerking om bouwprojecten soepel en succesvol te realiseren. De kernvraag is: hoe te komen tot een goed projectresultaat zonder uit de hand gelopen conflicten? Volgens Ineke Roest is meer aandacht voor de zachte kant van projectmanagement onvermijdelijk. De focus ligt daarom op houding, gedrag, samenwerking en communicatie. “We blijven zoveel mogelijk weg van de inhoud van een project.”
40
41
B&U theater
B&U theater
Verandering van binnenuit Binnen een project worden twee reflectoren aangesteld en opgeleid. Eén reflector is afkomstig uit de organisatie van de opdrachtnemer, de ander komt van de opdrachtnemer. Roest: “We kiezen bewust voor ‘eigen’ mensen, omdat de verandering van binnenuit moet gebeuren.” Reflectoren zijn geen controleurs, maar vertrouwenspersonen voor teamleden. Ze geven feedback op houding en gedrag, coachen en wonen teamvergaderingen bij. Bouwreflectie is dus collegiale toetsing door reflectoren. “De reflectoren nemen hun ervaring weer mee naar een volgend project. Zo helpen ze mee aan een cultuuromslag.” Bouwreflectie hoopt over vijf jaar dan ook niet meer te bestaan.
Vooral bij grotere projecten Bouwreflectie kan op elk bouwproject worden toegepast, maar vooral bij grotere projecten zal het bijdragen aan het succes. Stichting Bouwreflectie begeleidt zowel infra- als utiliteitsprojecten. Een paar voorbeelden: A2 Rondweg Den Bosch, Maaswerken, Erasmus MC en de Kromhout Kazerne. Of al die projecten dan zonder conflicten waren verlopen? Roest wilde uiteraard geen details noemen, maar zei dat er op diverse projecten was ingegrepen, omdat er iets vastliep. “En dat is op tijd gebeurd, want van escalaties was geen sprake.” E-mail:
[email protected] Telefoon: 06 83 257 605
42
43
theaters
B&U theater
B&U theater
Ketenintegratie: zó pak je ’t aan
Transparantie, vertouwen en lef
Com·wonen en Dura Vermeer Bouw Rotterdam werken sinds 2008 als partners aan ketenintegratie in de bouwsector. Ben Pluijmers en Joop van der Leeuw deden in het B&U Theater hun verhaal over de langlopende samenwerking, die niet gebonden is aan een bepaald project.
De partners hebben gezorgd voor een stevige begeleiding vanuit de TU Delft en de UvA die nauw bij het programma zijn betrokken. Het grote voordeel: er is een goede inhoudelijke begeleiding. “Bovendien nemen andere mensen een kijkje in onze keuken en dat houdt het proces transparant.” Naast transparantie zijn vertrouwen en lef de belangrijkste factoren voor het succes. “Doordat er écht wordt samengewerkt, ontstaat ruimte voor vakmanschap.”
Presentatie door Ben Pluijmers, directeur van Vastgoed Com·wonen, en Joop van der Leeuw, directeur van Dura Vermeer Bouw Rotterdam.
‘Motivatie alleen maar toegenomen’
verslag Ketenintegratie: zó pak je ’t aan Ben Pluijmers en Joop van der Leeuw nemen ketenintegratie zeer serieus. Pluijmers: “Het is geen probeersel, maar een echt programma dat onder de streep iets moet opleveren.” Beiden willen dan ook langdurig samenwerken met ketenpartners bij meerdere ontwikkel- en bouwprojecten. Hierdoor kunnen organisaties van elkaar leren en krijgt vakmanschap een kans. Het ultieme doel is dat bouwen beter, sneller en goedkoper moet. Binnen de organisaties zijn uiteraard meetbare doelstellingen geformuleerd.
44
Het project loopt nu twee jaar (nog drie te gaan) en beide partijen krijgen vaak de vraag waarom ze met dit programma meedoen. Van der Leeuw: “Dura Vermeer is ingestapt, omdat het traject echt transparant was. Ook gaat het eindelijk weer over het vak, waardoor de motivatie alleen maar is toegenomen.” Voor Com·wonen is het ook noodzaak om sneller en goedkoper te bouwen. Pluijmers: “Een van de manieren om dat te doen is structureel werken met vaste partners.” Bijkomend voordeel is dat ze door de opzet van het programma zicht krijgen op de sterke en zwakke punten. “Het wordt duidelijk hoe onze performance zich verhoudt ten opzichte van andere bouwbedrijven.” E-mail: E-mail:
[email protected] [email protected]
45
theaters
Solids: huurders hebben het voor ‘t zeggen Solids: volgens VROM hét voorbeeld van flexibel bouwen voor de toekomst. Solids zijn in meerdere opzichten uniek. Zo bepalen huurders zelf de grootte, prijs, bestemming en indeling van hun Solid. Bovendien is het gebouw bestemmingsvrij: alles mag en kan, zolang het maar niet leidt tot overlast of gevaarlijke situaties. En, last but not least: de verhuur verloopt via een veiling. Presentatie door Coosje Brijker en Jet Bicker Caarten van Solids.
verslag Solids: huurders hebben het voor ‘t zeggen Wonen, horeca, oefenruimte... De uitleg van Coosje Brijker, projectmanager van Solids, was kort en krachtig: woningbouwvereniging Stadgenoot zorgt voor een goede buitenkant van de Solids, huurders worden eigenaar van de binnenkant. Gedifferentieerd, multifunctioneel en veranderbaar zijn de belangrijkste trefwoorden. “Elke bestemming moet op iedere verdieping mogelijk zijn, of het nu gaat om wonen, horeca, of oefenruimte voor een band.” Huurders hoeven zich geen zorgen
46
divers theater
divers theater
te maken om overlast van de buren, vulde ontwikkelingsmanager Jet Bicker Caarten aan: “Stadgenoot levert de scheidingswanden, zodat we zeker weten dat die aan de kwaliteitseisen voldoen.”
Hoogste opbrengst leidt tot minste leegstand Voor Stadgenoot betekenen Solids hoge investeringen: grote verdiepingshoogten, vrije vloeren, hoge geluidsisolatie... “Maar op lange termijn kunnen we deze kosten terugverdienen”, stelde Brijker. “De markt bepaalt immers de prijs van een ruimte.” Het veilingsysteem wordt ontwikkeld door Universiteit Leuven. Uitgangspunt is dat de hoogste opbrengst voor Stadgenoot doorslaggevend is. “De hoogste opbrengst leidt namelijk tot de minste leegstand. Daarmee stellen we dus zo min mogelijk mensen teleur.”
‘Minimaal 100 jaar mee’ Van de Solids die in Amsterdam gebouwd worden, is die op IJburg het verst gevorderd. Volgens planning wordt deze eind 2010 opgeleverd. Eind van dit jaar start de bouw van een Solid in stadsdeel Oud-West. “De Solids zijn duurzaam: we hopen dat ze minimaal 100 jaar meegaan”, besloot Bicker Caarten. “Het gebouw moet zodanig gekoesterd worden, dat mensen bereid zijn het goed te onderhouden.” E-mail:
[email protected] Telefoon: 020 58 851 144
47
theaters
divers theater
divers theater
Innovatiegericht aanbesteden: mes snijdt aan twee kanten “Innovatiekracht is concurrentiekracht.” Met deze woorden opende Henk Wijnen de presentatie over innovatiegericht aanbesteden en inkopen. Voor het vinden van de meest duurzame of optimale oplossing is continue vernieuwing en het doelgericht zoeken naar innovatie belangrijk. Veel aandacht voor het voortraject en samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven zijn sleutels voor succes. Het betoog werd geïllustreerd met een praktijkvoorbeeld van Rijkswaterstaat.
• Quick Scan om innovatiegerichte inkooppakketten rijksoverheid te benoemen: geeft potentie aan! • Ontwikkelen meetsystematiek innovatiegericht aanbe steden bij rijksoverheid: rijksbrede indicator in begroting 2010 EZ • Samen met SBIR en lead markets actieve ontwikkeling projecten stimuleren, netwerken vormen • Innovatiegericht inkopen verankeren in beleid: vanuit ondernemerskant (vraaggestuurd innovatiebeleid) en vanuit opdrachtgeverskant
SBIR geeft innovatiekracht ‘enorme impuls’ Presentatie door Marieke van Putten en Henk Wijnen van PIANOo.
verslag Innovatiegericht aanbesteden: mes snijdt aan twee kanten Het interdepartementale overleg Innovatiegericht inkopen richt zich op:
48
• Fysiek en virtueel kennisnetwerk innovatiegericht inkopen opbouwen, nationaal en internationaal, met best practices + workshops
Het SBIR-programma (Small Business Innovation Research) is een belangrijk instrument voor innovatiegericht aanbesteden en inkopen. Via dit programma besteedt de overheid maatschappelijk relevant innovatief onderzoek uit aan het bedrijfsleven. Bedrijven kunnen inschrijven op tenders van het SBIR-programma en krijgen zo een kans om nieuwe producten, processen en diensten te ontwikkelen. Doel is om te komen tot de best werkende prototypes voor maatschappelijke knelpunten. Het eindresultaat is een prototype dat bedrijven zelf marktrijp moeten maken. “Het mes snijdt aan twee kanten”, zei Marieke van Putten van PIANOo. “Overheidsbestedingen worden effectiever en efficiënter, en bovendien krijgt de innovatiekracht van bedrijven een enorme impuls.”
49
theaters
divers theater
divers theater
Uitdaging: de markt op Een voorbeeld van het SBIR-programma is dat van waterstoftoepassingen in de GWW van Rijkswaterstaat. Wim van den Boogaard, programmamanager Wegen naar de Toekomst van Rijkswaterstaat, vertelde: “Wij wilden schone en stille vervanging van dieselgeneratoren langs de weg. Drie jaar geleden hebben we de vraag uitgezet, vorige week hebben we twee van de drie prototypes in werking gezien.” Die prototypes zijn van Brimos en van Bredenoord. André Keijser, manager development van Brimos: “Zonder SBIR was onze ontwikkeling niet mogelijk geweest. Als bedrijf zijn we nieuwe samenwerkingsverbanden aangegaan. Dat heeft contacten opgeleverd waar we de toekomst mee aandurven.” De uitdaging voor Rijkswaterstaat is nu om de vraag van de markt te stimuleren. Margriet Storm van Leeuwen van Bredenoord: “Als er een markt is, gaan we daar altijd op. Maar let wel: één prototype genereert nog geen markt.” E-mail:
[email protected] [email protected] Telefoon: 070 349 07 77
50
51
theaters
Bruggen bouwen: het geheim van succesvol samenwerken Hoe maak je projecten tot een succes? Hoe komt het dat het niet altijd soepel loopt en wat moet je in de dagelijkse praktijk doen om mensen op het goede spoor te houden? Kees van Leeuwen en Peter Kamminga loodsten het publiek in deze lezing door het proces: de één als praktijkman, de ander als ‘project-psycholoog’. Presentatie van Kees van Leeuwen en Peter Kamminga.
verslag Bruggen bouwen: het geheim van succesvol samenwerken Stel: je project is in volle gang. De opdrachtgever heeft twee aannemers gecontracteerd voor aansluitende projectonderdelen. Er dreigt echter een planningsconflict. Kees van Leeuwen: “De opdrachtgever vindt dit lastig, omdat hij niet genoeg knowhow heeft. Hij hoopt dat de aannemers er samen uitkomen. Maar de aannemers vinden juist dat de opdrachtgever de afstemming moet regelen.” Voor het publiek was deze situatie herkenbaar, maar de
52
divers theater
divers theater
reacties waren wisselend: ‘werk aan vertrouwen’, ‘de opdrachtgever is hier verantwoordelijk voor’, ‘stel het gezamenlijk belang centraal’.
‘Spreek uit waar je mee zit’ In bovenstaande situatie nemen mensen vaak een afwachtende houding aan. Peter Kamminga kroop in de huid van de projectpsycholoog: “We vervallen snel in stereotypen en denken vanuit de eigen beleving. Het helpt dan om vooraf scenario’s te bespreken en die met elkaar uit te wisselen”, Kees van Leeuwen vertelde vervolgens hoe je dat in de praktijk kunt aanpakken: “Zorg voor persoonlijk contact, spreek uit waar je mee zit en wat je hoopt. Je moet ook off the record met elkaar kunnen praten.”
Boekje ‘Bruggen Bouwen’ Kamminga eindigde de sessie met praktische producten die zijn onderzoek heeft opgeleverd. Dat is allereerst het boekje ‘Bruggen Bouwen’, met checklists voor een systematische samenwerking in bouwprojecten. Daarnaast is er een digitale ‘wiki’ in ontwikkeling, met praktische samenwerkingstools en do’s en don’ts. Als afsluiting overhandigde Kamminga het eerste exemplaar van ‘Bruggen Bouwen’ aan Regieraad-voorzitter Hans Blankert. E-mail:
[email protected] Telefoon: 013 466 22 81 Het boek ‘Bruggen bouwen’: het geheim van succesvol samenwerken kunt u downloaden op www.debouwvernieuwt.nl
53
theaters
IPC: een populaire subsidieregeling voor innovaties InnovatiePrestatieContracten (IPC) is een subsidieregeling van Economische Zaken voor meerjarige innovatietrajecten van het MKB. Sinds de start van de regeling in 2007 zijn er inmiddels 65 IPC’s, waaraan zo’n 1700 MKB-ondernemingen deelnemen. Een populaire regeling dus, en het budget van Economische Zaken wordt almaar verhoogd. Bouwend Nederland is één van de eerste gebruikers van de IPC-regeling. Presentatie door Guus Pieters, penvoerder van de IPC van Bouwend Nederland.
verslag IPC: een populaire subsidieregeling voor innovaties Waarom de IPC zo populair is? Guus Pieters: “De regeling is laagdrempelig, bedrijven krijgen de kans om samen te werken met andere ondernemingen en bovendien staat er een forse aanvullende financiering tegenover.” Het idee achter IPC is dat samen leren en werken zal leiden tot versnelling van innovatieve ontwikkelingen. Dat de subsidie ontwikkeling stimuleert, blijkt uit onderzoek onder de IPC’s: ruim 60% van de bedrijven gebruikt de bijdrage van Economische Zaken voor ontwikkeling van nieuwe ideeën. Andere
54
divers theater
divers theater
bestedingen zijn bijvoorbeeld opleiding, marktonderzoek en testen en metingen. “Al met al wordt er met de regeling dus veel kennis opgedaan”, concludeerde Pieters. “Niet voor niets wil het ministerie steeds meer mkb-ers bij het IPC-traject betrekken.”
Leren van elkaar Een IPC staat onder leiding van een penvoerder. Pieters vervult deze rol voor de IPC van Bouwend Nederland. Tot zijn taken behoren onder andere begeleiding bij het opstellen van het innovatieplan, het organiseren van bijeenkomsten en het stimuleren van samenwerking. Aan de IPC nemen 29 bouw- en infrabedrijven deel, die samen minimaal € 6 miljoen in innovaties investeren. Het gaat bijvoorbeeld om prefab gemetselde gevelsystemen, energieleverend asfalt en bouwen met 3D. Bijzonder is dat de bouw- en infrabedrijven samenwerken in zeven clusters. Deze clusters wisselen informatie met elkaar uit en leren zo van elkaar. Pieters: “Wat we in 2010 willen bereiken is dat er niet alleen samenwerking is binnen een IPC, maar ook tussen IPC’s. Daarvoor heb ik het plan om samen met Traverse, een organisatie voor kennismanagement, een online systeem in te richten. Hiermee kunnen de penvoerders van verschillende IPC’s kennis delen.” E-mail:
[email protected] Telefoon: 06 52 461 689
55
theaters
divers theater
divers theater
Sociale innovatie: investeren in mensen De omslag in de bouw gaat tot nu toe vooral over regels, richtlijnen, procedures en technische innovaties. Voor de factor ‘arbeid’ is weinig aandacht. Terwijl het juist de medewerkers zijn die met de veranderingen aan de slag moeten. Hoog tijd dus om te investeren in sociale innovatie. Presentatie door Jan de Koning, directeur van BOB Opleiding, Training & Advies.
man, was vroeger het credo. Inmiddels is de sector veel flexibeler.”
Imago van sector helpt niet mee Ook over het huidige personeelsbeleid deed De Koning een aantal uitspraken. Talenten, ervaringen en kennis worden onvoldoende benut en medewerkers worden weinig betrokken bij het wel en wee van de organisatie. “Ik wil wel benadrukken dat dit enkel constateringen zijn, géén verwijten.” Helaas helpt het imago van de sector niet mee: hard werken, weinig mogelijkheden voor doorgroei, veel gerotzooi en weinig aandacht voor de menselijke kant. “Sociale innovatie is dus noodzakelijk, maar hoe doe je dat nu?”
‘Bloemen groeien van beneden naar boven’
verslag Sociale innovatie: investeren in mensen Jan de Koning omschreef sociale innovatie als volgt: “Je investeert in mensen binnen de organisatie, om zo tot verandering in die organisatie en in het arbeidsproces te komen.” Zo verhoog je zowel de arbeidsproductiviteit als de arbeidsparticipatie. Ter illustratie gaf hij een overzicht van de veranderingen binnen de bouwsector. De bouw is bijvoorbeeld niet langer een gesloten maar een open bedrijfstak en innovatie komt steeds meer van binnenuit. “Ook de benadering is veranderd. Eens een timmerman, altijd een timmer-
56
Sociale innovatie is volgens De Koning niet mogelijk zonder professioneel HRM-beleid, dat beter aansluit op externe omstandigheden. Concreet betekent dat: afwisselender en flexibeler werk, ruimte voor creativiteit en vernieuwing en het werk meer afstemmen op de kwaliteit en capaciteit van medewerkers. Op deze manier creëer je een gezonde werkomgeving, waar medewerkers zich prettiger voelen. “Belangrijk is wel dat sociale innovatie van onderuit opgestart wordt”, zo eindigde hij. “Bloemen groeien volgens mij ook nog steeds van beneden naar boven.” E-mail:
[email protected] Op de bouwvernieuwt.nl kunt u de film bouwtalent downloaden.
57
theaters
Regieraad Bouw Regio Randstad
Professioneel aanbesteden en Omgevingsvergunning De Randstad staat voor een zeer ambitieuze bouwopgave. Daarom legt de Regieraad Bouw Regio Randstad (RBRR) zich vooral toe op thema’s als professioneel aanbesteden, vermindering van wet- en regelgeving, integrale gebiedsontwikkeling en echte verdichting. In Utrecht zoomde Henk Wijnen van PIANOo in op het professioneel aanbesteden. Vervolgens liet Cor van Vliet van Mulder Obdam zijn licht schijnen over de invoering van de Omgevingsvergunning. Presentaties van Henk Wijnen (PIANOo) en Cor van Vliet (Mulder Obdam).
verslag Professioneel aanbesteden en Omgevingsvergunning Innovatief aanbesteden: leren van praktijkvoorbeelden Innovatief aanbesteden komt schoorvoetend van de grond. Stimulering blijft nodig. Daarom zijn twee workshops in Zuid- en Noord-Holland gehouden met opdrachtgevers én opdrachtnemers samen. In kleine groepen zijn voorbeelden uit de praktijk van gemeenten, provincie en waterschappen intensief besproken. Zowel
58
regionaal theater de opdrachtgever als opdrachtnemer gaven aan waarom voor deze manier van aanbesteden is gekozen, wat goed ging en wat nog verbeterd kan worden. Dit leverde veel tips en leerpunten op. Enkele leerpunten: maak goede afwegingen (elk project is maatwerk), zorg voor intern draagvlak (‘wordt vaak vergeten’) en besteed aandacht aan vertrouwen en openheid.
Omgevingsvergunning: ‘eindelijk serieus samenwerken’ Een goedvol pleidooi van Cor van Vliet van Mulder Obdam voor meer elan en ‘eindelijk serieus samenwerken’ tussen overheid en bedrijfsleven. “Als dat gebeurt, kunnen er miljarden worden inverdiend.” In afwachting van de (uitgestelde) komst van de WABO is de projectgroep Omgevingsvergunning in Noord-Holland Noord al aan de slag gegaan met proefdraaien met de Omgevingsvergunning. De nieuwe één-loketvergunning voor o.a. bouwprojecten moet de zware regeldruk bij zowel bedrijven en gemeenten fors helpen verlichten. De werkgroep hield diverse bijeenkomsten en organiseerde een pilot in de gemeente Koggenland. Toch was Cor van Vliet sceptisch: “De zo gewenste voordelen van de digitale vergunningverlening laten nog wel even op zich wachten. 2010 wordt het jaar waarin wij beseffen dat alleen samenwerking, respect en vertrouwen ons successen brengen en onze klanten zoiets hebben van: ‘wat hebben ze dat goed geregeld met elkaar’. E-mail:
[email protected] Telefoon: 020 57 56 700
59
theaters
Regieraad Bouw Oost Nederland
Onderwijs en Kwaliteitsteam De bouw heeft grote behoefte aan hoger opgeleiden. Hoog tijd om de bouwsector ‘toekomstproof’ te maken door hoger onderwijs en bedrijfsleven beter op elkaar aan te laten sluiten, vindt de werkgroep Onderwijs van de Regieraad Bouw Oost Nederland. Doel: beter samenwerken en samen inspelen op de pieken en dalen in het bedrijfsleven. Ook presenteerde de RBON het eigen Kwaliteitsteam dat intervisie-ondersteuning biedt bij de samenwerking in de (beginfase van) complexe gebiedsontwikkelingsprojecten.
regionaal theater geen ‘sexy’ carrière. Een deelnemer: “We moeten kinderen al op de basis- en middelbare school interesseren voor de bouw. Vroeger gebeurde dat veel meer.” Een ander: “De manier van onderwijs geven is nog hetzelfde als dertig jaar geleden. Dat moet snel aantrekkelijker worden.” De RBON werkt aan een pilot voor een tweejarig traineeship voor afgestudeerde ‘high potentials’ bij verschillende partijen, zoals corporaties, bouwers, toeleveranciers, gemeenten en provincies. “Zo krijgen ze begrip voor de diverse culturen en zien ze hoe het werkt bij zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers.”
Kwaliteitsteam adviseert: ‘vooraf biertje drinken’ Presentaties door Maarten Westerduin (werkgroep Onderwijs) en Jan Henst (werkgroep Samenwerken).
verslag Onderwijs en Kwaliteitsteam ‘High potentials binden aan de bouw’ “Er zijn 7000 plekken beschikbaar om studenten binnen te krijgen. Maar slechts 150 zitten er in een stagetraject. Hoe kan dat?”, vroeg Maarten Westerduin van de werkgroep Onderwijs tijdens zijn sessie over een betere aansluiting van het hoger onderwijs op het bouwbedrijfsleven. Vooral het imago-probleem speelt de bouw parten. De bouw is
60
Veel projecten lopen stroef door wantrouwen en slechte samenwerking. Daarom riep de werkgroep Samenwerken in 2008 het ‘Kwaliteitsteam’ in het leven. Bij gebiedsontwikkelings-projecten kan het team in het voortraject worden ingeschakeld om een basis te leggen voor een soepele, vruchtbare samenwerking van start tot finish. Het team bestaat uit vijf ‘zwaargewichten’ onder leiding van de Gelderse gedeputeerde Theo Peters. Jan Henst van de werkgroep Samenwerken: “Zij komen één dag op bezoek en zijn dan weer weg. Alles is dan gezegd, en alle lessen zijn geleerd.” Eén zo’n les: “Voorkom een valse start en ga vóóraf gezellig een biertje drinken met elkaar.” E-mail:
[email protected] Telefoon: 055 36 86 868
61
theaters
Regieraad Bouw Regio Noord
BrigID scheelt straks veel tijd en gedoe BrigID. Zo heet de online database van inschrijvers op aanbestedingen, een ontwikkeling op initiatief van de Noordelijke Regieraad Bouw. Een primeur voor de bezoekers van de presentatie van de Noordelijke Regieraad Bouw, die de naam als eersten te horen kregen. Deze aanbestedingsdatabase moet straks de administratieve druk bij aanbestedingen voor zowel opdrachtnemers als opdrachtgevers drastisch helpen verminderen. Een grote stap voorwaarts in het aanbesteden van diensten, leveringen en werken.
regionaal theater In samenwerking met opdrachtnemers en decentrale overheden werkt de Noordelijke Regieraad Bouw aan een centrale online database met selectiedocumenten van bouwbedrijven en ingenieursbureaus. Merema: ‘alle ellende die je als ondernemer wel op een of ander moment moet indienen’. Nu moeten deze gegevens bij elke aanbesteding steeds opnieuw worden aangeleverd. En bij iedere opdrachtgever weer op andere wijze. Met de database is dat verleden tijd. Dit scheelt iedereen enorm veel tijd, papieren gedoe. Belangrijke voordelen: minder fouten, tijdwinst, drempelverlagend voor mkb-bedrijven, standaardisatie en duidelijkheid in het proces.
‘Makkelijker in te dienen, makkelijker te controleren’ Presentatie door Joost Merema, Regieraad Bouw Regio Noord.
verslag ‘BrigID scheelt straks veel tijd en ‘gedoe Met BrigID wordt het aanleveren van selectiedocumenten net zoiets als de bestelling in de keuken bij de chinees. “Het luikje gaat open: de inschrijvers leggen hun gegevens erin. Luikje dicht. Luikje open: opdrachtgevers halen die gegevens eruit en... luikje weer dicht”, aldus de uitleg Joost Merema van de Noordelijke Regieraad Bouw.
62
Bij de ontwikkeling van BrigID wordt goed gekeken naar gebruikersgemak, functionaliteit en juridische, financiële en organisatorische aspecten. Toch waren er ook vragen. Welke bedrijfsgegevens komen in de database? Wie bewaakt de juistheid en actualiteit van de aangeleverde gegevens? Voor welke aanbestedingstypen is het geschikt? En hoe zit het met referentieprojecten? Een deelnemer in het theater pleitte voor een certificeringsysteem, waarbij een beheerder de aangeleverde gegevens toetst. Al deze aspecten worden in de samenwerking met opdrachtgevers en opdrachtnemers besproken en zonodig opgelost. En dat er draagvlak is bij de partijen, blijkt uit betrokkenheid van alle grote overheidsopdrachtgevers in het Noorden: gemeentes, waterschappen, provincies. Maar ook Rijkswaterstaat en Groningen Seaports zijn actief deelnemer en zullen in januari 2010 BrigID voor het eerst gebruiken bij Europese aanbestedingen.
63
theaters
Regieraad Bouw Regio Noord
regionaal theater
BrigID maakt selecteren een stuk makkelijker bij alle soorten aanbestedingen, ook bij een meervoudig onderhandse aanbesteding. De ingediende gegevens moeten wel correct en actueel zijn. Merema: “De inschrijver moet zijn zaakjes netjes voor elkaar hebben. Maar dat moet hij nu ook. Alleen gaat het met BrigID een stuk makkelijker en zijn de gegevens ook makkelijker te controleren.” De online database wordt 1 maart 2010 in gebruik genomen. Vervolgens zal er een implementatietraject zijn tot 1 augustus 2010. Daarna zal de Noordelijke Regieraad Bouw BrigID overdragen aan een organisatie die het systeem verder kan beheren en ontwikkelen op landelijk niveau. Meer informatie over dit project is te vinden op: www.noordelijkeregieraadbouw.nl Contactgegevens: mr.ing. J.H. (Joost) Merema E-mail:
[email protected] Telefoon: 06 10 650 479
64
65
theaters Regieraad Bouw Brabant / Zeeland Gaming: bouwen is (g)een spelletje... In Brabant, Zeeland en Limburg zijn diverse ‘bouwgames’ gehouden die moeten leiden tot een groter vertrouwen tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers, met als doel: en betere samenwerking en meer snelheid bij gebiedsontwikkelingen. In het Regionaal Theater kregen de sessie-bezoekers een interactief voorproefje van zo’n rollenspel. Presentatie door Roland Broekhuizen en Elske Mameren (Motion Consult).
verslag Gaming: bouwen is (g)een spelletje ‘Alle aannemers zijn... zakkenvullers, vies van risico... Architecten zijn... wereldvreemd, niet te sturen... ‘ Dit soort stereotypen kunnen de samenwerking in een bouwproject danig in de weg zitten. De bouwgame (en sinds kort ook de gebiedsgame) krijgt stereotypen en wantrouwen vóóraf boven tafel, zodat ze tijdens het project een veel kleinere rol spelen. Bij een bouwgame zitten opdrachtgevers en opdrachtnemers met elkaar aan tafel voor een ‘net-echt’ rollenspel rond een concreet
66
regionaal theater bouwproject. Het rollenspel maakt de deelnemers bewust van eigen en andermans fouten. Ook leren ze hoe ze hun ‘negatieve’ gedrag kunnen omzetten in een positieve bijdrage. Roland Broekhuizen (Motion Consult), die het rollenspel al vaak heeft gespeeld, legde uit: “Gaming maakt deelnemers zich er vroegtijdig van bewust hoe vooroordelen en onderhuidse zorg kunnen doorwerken in het proces. Het is dan allemaal nog niet echt, je zit in een veilige omgeving, je kunt het er dus nog over hebben.”
...‘we gaan het regelen’... Broekhuizen: “Vooroordelen zijn hardnekkig. Ik ken het geval van een aannemer die in een overleg zei: ‘We gaan het regelen’. Waarna bij de overheidsvertegenwoordiger meteen de alarmbel ging rinkelen.” In de bouwgame worden de deelnemers zich niet alleen bewust van hun eigen gedrag, maar experimenteren ze ook met ‘ander gedrag’, dat meer gericht is op de positie en beleving van de andere partijen in het project. Broekhuizen: “In projecten blijven veel onderhuidse zaken onbesproken. Mensen ervaren dat niet zelf, omdat ze er middenin zitten. Maar buitenstaanders zoals wij, zien dat wel en krijgen het boven tafel.” E-mail:
[email protected] Telefoon: 013 535 05 10
67
theaters
Regieraad Bouw Regio Limburg
Elk land heeft zijn zuiden… Aan de hand van enkele prikkelende stellingen besprak Han Joosen van projectmanagementbureau Exaedes diverse interessante issues die zijn pad, én dat van de Regieraad Bouw Limburg, het afgelopen jaar hebben gekruist. Presentatie door Han Joosen (Exaedes).
verslag Elk land heeft zijn zuiden... “Ik heb geen juichverhaal”, waarschuwde Han Joosen van tevoren. Maar dat viel mee. Uit de losse pols vertelde de projectmanager over persoonlijke waarnemingen en ervaringen van de afgelopen tijd. Zoals de geruchtmakende Limburgse omkopingsaffaire eerder dit jaar, die ertoe heeft geleid dat enkele burgemeesters de integriteitdiscussie opnieuw op de agenda hebben gezet. In dat klimaat organiseerde de Regieraad Limburg in juni een bestuurdersconferentie over ‘anders samenwerken’, waarbij uiter-
68
regionaal theater aard ook werd stilgestaan bij de recente affaires. Joosen: “Gevoelsmatig ben ik het wel eens met gemeenten die foute bedrijven willen uitsluiten bij aanbestedingen. Maar ik vind ook dat de bouwsector zélf wel eens wat meer zelfreinigend vermogen mag tonen.”
‘Het werk is nog niet klaar’ Over het Limburgse aanbestedingsklimaat: ‘Dat is tamelijk conservatief. Weinig vernieuwende contractvormen. De laagste prijs bij inschrijving leidt niet automatisch tot de laagste projectkosten bij oplevering.” Dat het ook in Limburg anders kan, werd duidelijk tijdens een recente workshop over geslaagde voorbeelden van innovatief aanbesteden in de provincie. Conclusie van Joosen: “Het werk is nog niet klaar. De brede groep deelnemers is nog niet volledig bereikt. En nieuwe samenwerkings- en contractvormen moeten nog algemeen goed worden bij bestuurders én bedrijven. Ik hoop dat wij ertoe kunnen dragen dat een steeds grotere groep deelnemers op een andere manier naar het bouwproces gaat kijken.” E-mail:
[email protected] Telefoon: 013 5 350 510
69
workshops Goed aanbesteden met Leidraad en DSS (Decision Support System) Wat komt er allemaal kijken bij een goede aanbesteding? Op 12 november presenteerde de Regieraad Bouw de Leidraad Aanbesteden Bouwopdrachten. Deze Leidraad biedt de opdrachtgever hiervoor een professionele standaard. Prof. mr. Chris Jansen gaf tekst en uitleg. Aansluitend demonstreerde ing. Teun van Reeuwijk hoe het Decision Support System, dat op de Leidraad is gebaseerd, de opdrachtgever via vragen en antwoorden naar een optimaal aanbestedingsadvies leidt. Workshop met prof. mr. Chris Jansen ( hoogleraar privaatrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam, lid van de Commissie Aanbesteden en schrijver van de Leidraad) en ing. Teun van Reeuwijk van het kenniscentrum voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte CROW, lid van de Commissie Aanbesteden en projectleider van het op de Leidraad gebaseerde Decision Support System).
verslag Goed aanbesteden met Leidraad en DSS De bouwsector heeft behoefte aan een eenduidige manier van aanbesteden. De Leidraad Aanbesteden, bestaande uit een tekst-
70
workshops document en het Decision Support System, bieden deze standaard. De Leidraad loodst aanbesteders stap voor stap naar een vlekkeloze aanbesteding. De Leidraad laat bovendien zien dat de verschillende fasen in dat proces niet los van elkaar staan, maar inhoudelijk met elkaar samenhangen . Naast het uitgebreide tekstdocument is er ook een handzame verkorte versie verkrijgbaar is: het Overzicht Aanbevelingen. De Leidraad Aanbesteden is opgesteld door de Commissie Aanbesteden van de Regieraad Bouw.
De Leidraad geeft antwoord op vragen als:
• Hoe de juiste bouworganisatievorm kiezen? • Hoe de vraag specificeren? • Welke contractvorm gebruiken? • Welke aanbestedingsprocedure hanteren? • Hoe één-op-één communiceren? • Hoe uitsluitingsgronden, geschiktheidseisen en selectiecriteria formuleren, bekendmaken en toepassen? • Hoe het gunningscriterium formuleren, bekendmaken en toepassen? • Hoe beslissen na afloop van de inschrijvingstermijn? • Hoe de bouwopdracht aankondigen? • Welke termijnen moeten er in acht worden genomen? • Hoe moeten beslissingen worden gemotiveerd? Volgens Chris Jansen zijn aanbesteders zich lang niet altijd voldoende bewust van de vele keuzemogelijkheden binnen de juridische grenzen. “Dit staat niet alleen innovatie in de weg, maar leidt ook tot gemiste kansen voor een goed product en uiteindelijk
71
workshops een gezonde bedrijfsvoering.” De Leidraad geeft tijdig een goed inzicht in de te nemen stappen. In het Overzicht Aanbevelingen zijn overzichtelijk de juridische verplichtingen met een rood omcirkelde V aangegeven en de (niet verplichte) aanbevelingen met een groen omcirkelde A.
Gebruiksvriendelijk tool Het Decision Support System is de gebruikersvriendelijke digitale tool van de Leidraad Aanbesteden. Teun van Reeuwijk liet zien hoe dit door het CROW ontwikkelde model de aanbesteder in onderstaande zeven stappen door het gehele aanbestedingsproces heen leidt: 1. Bepalen van kansen en beperkingen van de organisatie. 2. Vaststellen van aard en omvang van het project. 3. Opstellen van projectdoelen en -uitgangspunten. 4. Geven van indicatie van verschillende bouworganisatievormen. 5. Vergelijken van opties en maken van definitieve keuzes. 6. Realiseren van praktische uitwerking in een contracteringsplan. 7. Maken van overstap naar aanbestedingsprocedure.
workshops Keuzes afstemmen op concreet project Bij elke stap krijgt de gebruiker een verwijzing naar de bijbehorende uitleg in de leidraad. De motivatie van de keuzen komt aan het eind van elke stap terug in de rapportage, zodat het model ook als onderbouwing in het beslissingstraject kan worden gebruikt. De laatste wettelijke richtlijnen worden steeds in het model verwerkt. Door eigen aanbestedingsbeleid en -richtlijnen in het DSS in te voeren, kan de aanbesteder de keuzes volledig afstemmen op de eigen organisatie. Nu de leidraad en het DSS een feit zijn, houdt de Commissie Aanbesteden niet op te bestaan. Ze zal ervaringen en behoeften van gebruikers monitoren en op basis daarvan wordt zowel de Leidraad als het DSS verder aangevuld en verbeterd. Janssen: “Ook gaan we bij een volgende versie meer best practices, de consequenties van de nieuwe aanbestedingswet en de aanbesteding van onder meer architecten- en ingenieursopdrachten in de leidraad opnemen.” E-mail: Telefoon:
[email protected] [email protected] Chris Jansen 06 52 331 497 Teun van Reeuwijk 06 20 655 795
Op de www.leidraadaanbesteden.nl kunt u de leidraad en het overzicht van aanbevelingen bestellen of downloaden.
72
73
workshops Innovatief aanbesteden: waar staat u? Een enquête van de Regieraad Bouw Brabant/Zeeland moet duidelijk maken hoe 68 gemeenten ‘scoren’ met hun aanbestedingsbeleid. Gekeken wordt onder meer naar hun inkoop, het benutten van de mogelijkheden van de markt en de bereidheid om het beleid te wijzigen en geïntegreerde contracten toe te passen. In zijn workshop zei Wilbert Wouters te hopen dat de enquête gaat werken als een breekijzer. “We nodigen volgend jaar alle nieuw aangetreden Brabantse wethouders bij de provincie uit en confronteren hen met de resultaten.” Workshop door ir. Wilbert Wouters, hoofd van het ingenieursbureau van de gemeente Tilburg
verslag Innovatief aanbesteden: waar staat u? Doel: concentreren op essentiële zaken Alle gemeenten moeten vroeg of laat hun aanbestedingsbeleid herzien. Met voorbeelden illustreerde Wilbert Wouters dat deze ontwikkeling bijna onvermijdelijk is. Het einddoel is een compact en efficiënt werkend gemeentelijk apparaat, dat beter in staat is om risico’s in te schatten en zich kan concentreren op essentiële zaken, zoals een goede relatie met opdrachtnemers, bedrijven en burgers.
74
workshops Alle workshopdeelnemers waren het eens dat de nieuwe aanbestedingsvormen gunstig uitpakken voor de kwaliteit van de aanbestede werken. In het verlengde daarvan zullen ook veel gemeenten hun interne organisatie moeten aanpassen. Vanwege het grote beslag op de capaciteit richt Tilburg de aandacht in eerste instantie op GWW-sector. Maar de conclusies kunnen moeiteloos worden doorgetrokken naar de bouwsector.
‘Meer vanuit inkoopperspectief kijken’ Wouters: “We zitten hier in Tilburg met allerlei plekken waarvan je zegt: kan dat niet worden samengepakt en in één keer op de markt worden gebracht? Het is daarom belangrijk dat we daar meer vanuit inkoopperspectief naar het hele pakket van opdrachten kijken. Wat kan er gebundeld worden en hoe kun je daar als gemeente slim mee omgaan? Het komt nog te vaak voor dat alles pas op het laatste moment over de schutting komt. Er is dan voor ons nauwelijks nog tijd om na te denken over de manier van aanbesteden. Het is belangrijk dat die beslissing al in een vroeg stadium aan de orde komt.” De opkomst van gescheiden rioleringsstelsels, de hogere eisen aan wegkwaliteit en ontwikkelingen in de openbare verlichting zetten meer druk op de verantwoordelijke afdelingen. Wouters: “Gemeenten moeten wel op een andere manier gaan werken, wellicht middels een inkooporganisatie met andere gemeenten.”
Radicale breuk met verleden De nieuwe koers betekent een radicale breuk met het verleden,
75
workshops toen Tilburg jaarlijks zo’n 150 werken onderhands op de markt bracht. De aannemers schreven in op de laagste prijs en waren daarna vooral gespitst op gebreken in de specificatie. Want dat leverde meerwerk op. Opdrachtnemers stonden in zo’n klimaat niet te popelen om mee te denken over verbeteringen. In een ‘afwegingskader’ - ook bedoeld om de geesten rijp te maken - geeft Tilburg aan dat 15% van de werken geïntegreerd zal worden aanbesteed (Design & Construct), vooral projecten die goed van te voren zijn te specificeren en waar een ontwerpuitdaging in zit. Een andere 15% van de projecten, waar de politiek tot in uitvoeringsfase greep op wil houden en waar constant aan moet worden getekend, blijft traditioneel aanbesteed. De overige projecten die meer repetitief van karakter zijn worden via meerjarige raamcontracten op de markt gebracht.
76
workshops ‘Kennis bij bestuur is essentieel’ Andere procedures bij inkoop, het hanteren van een afwegingskader, aan het werk gaan met innovatieve contracten: volgens Wouters zal het nieuwe beleid binnen de gemeentelijke organisaties soms weerstanden en irritaties oproepen. Er is altijd een risico dat er dingen fout gaan. Ook discussies over het schrappen van uitvoerende functies zijn bijna onvermijdelijk. De workshopdeelnemers waren het ook op dit punt roerend met elkaar eens: bestuurders moeten de opleiding en scholing van medewerkers faciliteren. “Kennis bij het bestuur is essentieel”, aldus Wouters. E-mail:
[email protected] Telefoon: 013 542 83 68
77
workshops Bouwen in de zorgsector zonder faalkosten Faalkosten zijn van alle tijden, maar in de bouw zijn ze behoorlijk hardnekkig. En dat geldt wellicht des te meer voor de faalkosten in de zorgsector. Het onderwerp staat daarom hoog op de agenda van opdrachtgevers en opdrachtnemers, zo bleek tijdens de workshop ‘Bouwen in de zorg zonder faalkosten’. Conclusie: een passend recept is niet voorhanden. Maar vast staat dat er voor alle partijen veel te winnen valt. De zoektocht naar een oplossing is daarom een lonende onderneming. Workshop met Dik Spekkink (adviseur) en Johan Vijverberg, voormalig hoofd van de afdelingen Bouwzaken en Care van het College bouw zorginstellingen en beschermheer SBR BouwBeter. De afsluiting werd verzorgd door Stan Vermeulen, bouwkostenexpert en directeur van de stichting Roges.
verslag Bouwen in de zorgsector zonder faalkosten ‘Er valt veel te verdienen’ Bouwen in de zorg zonder faalkosten. Kan dat? Waar zitten die kosten precies? En hoe pak je dat dan aan? Met deze vragen worstelen de bouwpartners in het zorgvastgoed al jaren. Bij zorgvastgoed bedraagt de strop jaarlijks tussen de € 500 en € 700 miljoen.
78
workshops Die schade is niet over alle locaties en alle instellingen gelijkelijk verdeeld. Soms blijft de stijging van de investeringskosten beperkt tot 3,5 procent, maar er zijn ook projecten die 19 à 20 procent duurder uitvallen. Er valt dus veel te verdienen, stelde Johan Vijverberg vast. “Je kunt spreken van een aardig belang om samen te werken.” Sommige workshopdeelnemers hadden echter moeite om die kosten te traceren. “De faalkosten moeten volgend jaar naar beneden. Dat is mijn opdracht. Alleen ik kan ze nog niet aanwijzen”, stelde het hoofd van een ingenieursbureau van een grote gemeente. De projectleider van een innovatiecentrum: “Bij problemen moet je in gesprek gaan met degene die het gebouw gebruikt.” Een aannemer adviseerde om samen met de opdrachtgever te kijken naar de bedoeling van het gebouw. “Wat is het proces van de opdrachtgever? En doe daar dan een jas omheen.”
‘Faalkosten zitten eigenlijk overal’ Spekkink maakte een onderscheid tussen smalle, middelgrote en brede faalkosten. Onder de smalle vallen zaken als de inefficiëntie binnen bedrijven, gebrekkig samenwerkende partners, technische mankementen, etc. De middelgrote faalkosten ontstaan door de verschillen in organisatievorm. Onder de brede faalkosten vallen alle kosten die pas naar boven komen in de exploitatiefase. “Ze zitten dus eigenlijk overal”, vatte Vijverberg samen. “In de voorbereiding, het proces, de uitvoering en het ontwerp”. Vooral bij de bestrijding van brede faalkosten is veel winst te maken. Tijdens de workshop passeerden verschillende voorbeelden de
79
workshops
workshops
revue van opdrachtgevers die niet zagen dat het gekozen ontwerp desastreus zou uitpakken voor de exploitatiekosten. Volgens Vijverberg moet de opdrachtnemer zich niet passief opstellen en standaard inzage vragen in de business case. Vooral adviseurs zouden zich op dit punt principieel moeten opstellen. Geen inzage in de business case, dan ook geen advies.
Geen water bij de wijn Van de kant van de bouwondernemers werd opgemerkt dat zij tijdens de uitvoering van PPS-projecten wel degelijk merken dat opdrachtgevers beseffen dat een ontwerp flexibel genoeg moet zijn om ook over 25 jaar nog te kunnen functioneren. Maar de grote sprong voorwaarts moet nog wel worden gemaakt. “Dat soort contracten is nog vrij nieuw. Ook wij weten soms niet precies wat de exploitatiekosten zijn, zeker niet op de langere duur. De financiering in het zorgvastgoed is veranderd. Er is geen vergelijkingsmateriaal. Ik kan dus niet zeggen: het kost zoveel per vierkante meter per jaar en dus ben je goedkoper uit.” Vijverberg zag dat niet als reden om dan maar water bij de wijn te doen. “De business case moet gewoon op tafel komen, zodat de opdrachtnemer mee kan denken over de manier waarop die kan worden verbeterd. Want als de routing en de logistiek verkeerd is, vergeet het dan maar. Dan gaat de hele business case naar de … nee, dat woord mag ik niet zeggen.” E-mail:
[email protected] Telefoon: 010 206 59 59
80
81
workshops Krimp, crisis en leiderschap: na denken komt doen? De bouw voert al ruim een jaar een maatschappelijke innovatieagenda. Maar zit er wel echt schot in de zaak? In hun boek ‘Wolk777, over crisis, krimp en duurzaamheid’ pleiten innovatiesocioloog Gertrud Blauwhof en macro-econoom Willem Verbaan voor een denkdoorbraak: een (bouw)economie die niet gebaseerd is op groei, maar op krimp. Organisatieadviseur Peter Vroom is juist fervent voorstander van een doe-doorbraak gebaseerd op leiderschap en durf in de bouwsector. In deze workshop presenteerden Blauwhof en Verbaan hun ideeën voor een denkdoorbraak en stelde Vroom vooral de vraag: ‘Mooi… maar wat gaan we nu dóen?’ Workshop met Gertrud Blauwhof, Willem Verbaan en Peter Vroom.
verslag Krimp, crisis en leiderschap: na denken komt doen? Bij een konijn denk je niet aan vliegen... “Wat zie je hier?”, vroeg Gertrud Blauwhof de workshopdeelnemers bij het tonen van een illustratie. Sommigen zagen een eend, anderen een konijn. “Is het niet opmerkelijk dat het menselijk brein
82
workshops niet in staat is om beide beelden op hetzelfde moment te zien? Dat zegt wel iets over ons waarnemingsvermogen!” Wie een eend ziet, denkt niet aan het loopvermogen van een konijn, en wie een konijn ziet, denkt niet aan vliegen. De manier waarop wij waarnemen, bepaalt de richting waarin we naar oplossingen zoeken, aldus Blauwhof.
Shell: handelaars in schelpen... Volgens Willem Verbaan zijn het meestal ‘outsiders’ die op zoek gaan naar een wereldbeeld waarin onverklaarbare verschijnselen wel passen en die met innovatieve oplossingen komen. Als voorbeeld haalde hij de successtory van Shell aan. Wat in 1830 begon als bedrijfje dat handelde in Aziatische schelpen en (lampen)olie, is anno 2009 uitgegroeid tot een van de grootste multinationals ter wereld. En dat dankzij het zoeken naar een alternatief voor de olie die afkomstig was van met uitsterven bedreigde walvissoorten.
Jongeren slaan nieuwe wegen in Wat dit alles met crisis te maken heeft? Verbaan: “Mensen met het ‘oude’ gedachtegoed in hun hoofd, houden krampachtig vast aan het vertrouwde en proberen de crisis te bestrijden met investeringen in snelwegen en overheidsprojecten. Maar leg je je oor te luisteren bij de jonge generatie, dan hoor je geluiden als: ‘wat heb je nou aan snelwegen als straks alles digitaal gaat en je in enkele seconden informatie overgezet hebt?’ en ‘durf mee te varen op de dynamiek, mensen zoeken zelf wel naar nieuwe oplossingen’. Jongeren denken in mogelijkheden en kansen en zien meer heil
83
workshops
workshops
in het inslaan van nieuwe wegen dan het blijven bewandelen van platgetreden paden.”
‘Hoe kan ík een doorbraak forceren?’ En wat kan de bouwsector met die wetenschap? Daarover discussieerden de aanwezigen met Peter Vroom. De persoonlijke dimensie stond daarbij centraal. ‘Wat wil ik?’ en ‘Hoe kan ík een doorbraak forceren?’ “Als je een hamer bent, zie je alleen maar spijkers”, zo beweerde Vroom. “Zet ‘ns twee stappen buiten je referentiekader, redeneer eens niet vanuit je eigen opvattingen en het plaatje ziet er heel anders uit. Wat zie je, wat zet je in, welke verbindingen die niet noodzakelijkerwijs aan de sector gebonden zijn, ga je aan? Op het moment dat je echt iets wilt, creëer je ruimte om je heen. Wat ga je doen om je cirkel van invloed te vergroten?” Met meer dan voldoende stof tot nadenken én het boek van Blauwhof en Verbaan onder de arm verlieten de deelnemers de zaal. E-mail:
[email protected] Telefoon: 06 54 910 061
84
85
workshops Project Cirkelstad: Duurzaam en sociaal samenwerken Slopen, dat is bijzonder maatschappelijk verantwoord. O ja? Wel als het gebeurt via de aanpak van de partijen in Cirkelstad Rotterdam. Hierin werken een woningcorporatie, een demontagebedrijf, een betonproducent en een reïntegratiebedrijf samen. Resultaat: hergebruik van sloopmateriaal in nieuw beton, met behulp van mensen die hierdoor weer de arbeidsmarkt op kunnen. In deze workshop gaven betrokkenen tekst en uitleg.
verslag Project Cirkelstad: Duurzaam en sociaal samenwerken ‘Zou het niet duurzamer kunnen?’ “Als Woonbron kregen we vorig jaar te maken met een sloopopgave van 4000 à 5000 woningen”, schetste manager Gebiedsontwikkeling Floor van der Kemp de aanleiding van het Cirkelstadconcept. “Een forse klus dus, waarbij ik de verantwoordelijkheid voelde om niet ‘zomaar’ te gaan slopen, maar ook andere opties te bekijken. Zou het niet duurzamer kunnen?” De directeur van Woonbron ondersteunde dit idee en wist ook
86
workshops welke partij wel heil zou zien in een werkwijze die meer opleverde dan enkel heel veel puin. Dat was Oranje, een bedrijf in amoveren en demontage. Directeur Frank Oranje vertelde dat het voor hem ‘een lang gekoesterde droom was om duurzaam te kunnen slopen’. Geen wonder dus dat de link tussen beiden bijzonder snel was gelegd.
Ook sociale vernieuwing Met twee andere partijen werd het kwartet compleet gemaakt. Holcim, een bedrijf voor beton(mortel) en cement, verwerkt het sloopmateriaal in nieuwe producten. En het reïntegratiebedrijf van reinigingsdienst Roteb van de gemeente Rotterdam sloot zich graag aan om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te kunnen krijgen. Deze sociaal-economische component is belangrijk in het verhaal, benadrukte Van der Kemp. “Woonbron werkt veel in wijken waar het veel bewoners niet al te goed voor de wind gaat. Vernieuwing is een mooi woord, maar daar hoort ook sociale vernieuwing bij.” Inmiddels is zelfs een Oranje Academy geboren: een interne opleiding voor mensen die reïntegreren. Marlin Huygens van Roteb: “Zo krijgen deze mensen erkenning voor zichzelf en van wat ze kunnen. Dit is essentieel voor een succesvol reïntegratietraject.”
Niet duurder of moeilijker De bekende vraag ‘Is deze methodiek duurder of moeilijker?’ werd ontkennend beantwoord door de workshopleiders. Je doet het omdat het echt rendement oplevert voor het bedrijf (geld), milieu
87
workshops (hergebruik) en mens (banen). De producten die met behulp van het sloopmateriaal worden gemaakt, lopen uiteen. Zo worden uit oude bestrating betontegels met 30% granulaat geproduceerd. Puin is een prima ingrediënt voor gipsplaten. Zelfs oud dakbitumen, waar vroeger de stort het enige antwoord op was, kan nu worden verwerkt tot nieuwe dakbedekking. Het leerproces is voor de Cirkelstad-partijen nog altijd in volle gang. “Eerst zetten we vooral in op direct hergebruik van materiaal. Nu richten we ons meer op het maken van grondstoffen.” De duurzame inslag wordt bovendien nog verder uitgebouwd door slimmer transport (over water) en slopen en verwerken zo dicht mogelijk bij elkaar te doen. Dat scheelt aanzienlijk in de CO2-uitstoot.
workshops Oranje. “De komende tijd komt er nog drie keer zoveel sloopmateriaal vrij als nu. Daar zul je wat mee moeten. Ik durf te beweren dat in 2020 deze manier van werken volstrekt normaal is geworden.” E-mail:
[email protected] Telefoon: 06 12 898 053
‘In 2020 is deze manier van werken volstrekt normaal’ “Wat doen jullie bij de start van een project?” vroeg een workshopdeelnemer. Bij elk project wordt eerst naar het aanwezige materiaal gekeken: wat is er aanwezig en wat valt daar van te maken? Ook de mogelijkheden van verwerking op locatie worden onderzocht. “In de toekomst zou een corporatie zelfs leverancier van grondstoffen kunnen worden”, zei Van der Kemp. Inmiddels kan iedere organisatie die past binnen het profiel van Cirkelstad, zich aanmelden als participant. De workshopleiders hoopten dat het idee zich verspreidt via de tam-tam van het goede voorbeeld. Als het immers blijkt te werken in de praktijk, zijn anderen sneller geneigd het over te nemen. Zo is in Amsterdam recent een Cirkelstad-consortium opgestart. De tijd is dan ook meer dan rijp voor een methodiek als Cirkelstad, vond
88
89
workshops Integer gedrag: wat levert ‘t op? Een workshop over dilemma’s in de bouwpraktijk. In een film over een gefingeerd bouwproject (met acteur Derek de Lint als aannemer) passeerde een scala aan integriteitsproblemen de revue. Na de film discussieerden opdrachtgevers en opdrachtnemers over integer en transparant gedrag en hoe dit bijdraagt aan een beter bedrijfsresultaat. Workshop met Margriet Drijver, bestuurder van de woningcorporatie Com Wonen en lid van de Regieraad Bouw.
workshops weet het, de klus heb je nog niet binnen”, voegde ze er fijntjes aan toe. Capaciteitsproblemen bij de bouwer leidden ertoe dat een stagiaire de calculatie kreeg toegewezen. De jongen maakte een fout, waardoor de offerte veel te laag uitkwam. Het bouwbedrijf kreeg hierdoor weliswaar de opdracht, maar moest te goedkoop gaan werken. Dit was slechts het begin van de rampspoed. Wat volgde was een aaneenschakeling van miscommunicatie en bouwfouten. Een kleine greep: er circuleerden diverse bouwtekeningen, het glas bleek niet leverbaar en onderaannemers zetten hun mensen elders aan het werk. En dus rezen de kosten de pan uit.
Klassieke botsing tussen budget en ambities
verslag Integer gedrag: wat levert ‘t op? Stadhuisplannen lopen in ‘t honderd In de film ‘Stadhuisplein 1’ presenteerde een (fictieve) ambitieuze wethouder trots ‘haar’ ontwerp aan de gemeenteraad: een prachtig gebouw met veel glas, met daarin niet alleen plaats voor het stadhuis, maar ook een cultureel centrum en bibliotheek. Kritische vragen over het gevaar van overschrijding van de bouwkosten, wuifde ze weg. Bij de rondleiding op het bouwterrein gaf ze de bouwer te verstaan dat de offerte ‘wel binnen vier weken’ bij Inkoop moet liggen. “En je
90
De film eindigde niet vrolijk: de bouwer liep maanden achter en moest forse boetes betalen, waardoor hij in geldnood kwam. De wethouder opende nog wel het nieuwe stadhuis, maar de gemeente had te maken met zo veel extra kosten dat er een Artikel 12-status moest worden aangevraagd. “Natuurlijk is de film een opeenstapeling van ellende”, zei Margriet Drijver, “maar dat gebeurt in het echt ook vaak.” De workshopdeelnemers herkenden de klassieke botsing tussen budget en politieke ambities. Eén opdrachtnemer signaleerde dat bestuurders er vaak moeite mee hebben hun ideeën los te laten en het werk over te laten aan mensen die er verstand van hebben.
‘Toegeven dat je iets niet kan’ Omgekeerd is er ook een probleem, vonden anderen. “Het moeilijkste dilemma vind ik om de politiek ervan te overtuigen dat som-
91
workshops mige zaken gewoon heel risicovol zijn”, aldus een opdrachtnemer. “Neem zo’n pui van gebogen glas, zoals de wethouder in de film wilde. Dat is onbekend terrein, met dus een groter kostenrisico.” Nog een stap verder gaat het ‘nee durven zeggen’. Wat is er mis mee om de opdracht terug te geven, als het onmogelijke wordt gevraagd? Margriet Drijver gaf aan dat in de wereld van de consumentenproducten van alles en nog wat wordt teruggeroepen. “Maar in de bouw doen we dat niet.” Het heeft te maken met imago en gezichtsverlies, oordeelden de meeste aanwezigen. Het komt neer op toegeven dat je iets niet kan, en daar houden veel mensen niet zo van, zeker in cultuur van de bouw niet.
workshops E-mail:
[email protected] Telefoon: 06 12 898 053 De film Stadhuisplein 1 kunt u bestellen of downloaden op www.debouwvernieuwt.nl
In 2020 een heel andere film? In deze omstandigheden lijkt het weinig lonend om in sommige gevallen ‘gewoon’ het gezonde verstand te laten prevaleren. Punt daarbij is ook dat de positie van klokkenluiders niet erg benijdenswaardig is. Zij zouden meer bescherming moeten krijgen. Toch dacht een opdrachtgever dat er wel degelijk een nieuwe tijd aan gaat breken voor de bouwsector. “De jonge mensen die nu binnenkomen in de branche, zijn beter opgeleid en weten veel meer. Ze worden steeds mondiger en zullen ook minder pikken dan de huidige generatie.” Wie weet is er op het congres in 2020 inderdaad een heel andere film te zien…
92
93
workshops Bouwen 2.1: een kijkje in de toekomst Hoe bouwen we in de toekomst? Wat bouwen we? Bestaat de bouwvakker nog, of is bouwen dan monteren geworden? Bieden we nog steeds een bouwproduct of zijn we vooral dienstverleners? Levert de bouw in de toekomst energie? Kunt u foutloos bouwen dankzij 3D-technieken? In deze workshop van BouwLokalen werden de deelnemers meegenomen naar de bouwpraktijk van de 21ste eeuw. Visionaire workshop met Peter Ligthart (SBR) en Wendeline Besier (VolkerWessels).
verslag Bouwen 2.1: een kijkje in de toekomst
workshops de vraag hoe bedrijven toekomstbeelden in concrete innovaties kunnen vertalen. “Doe niet wat de markt vraagt, maar vraag wat jij voor de markt kunt doen.”
Wat kan jouw bedrijf aan markt toevoegen? Inleider Peter Ligthart legde eerst het idee achter het initiatief BouwLokalen uit, dat inmiddels al zeven jaar loopt. BouwLokalen organiseert interactieve bijeenkomsten die inspireren tot innovatief ondernemerschap. Het verhaal van Wendeline Besier, tot voor kort werkzaam op de afdeling innovatiemanagement van VolkerWessels, was daarvan een voorbeeld. Besier ging op zoek naar mogelijkheden om het ondernemerschap en de creativiteit binnen VolkerWessels beter uit te nutten. Meer in het algemeen moest de reactieve houding van VolkerWessels worden omgezet in een actief innovatiebeleid. “In plaats van altijd te doen wat de marktontwikkelingen van je vragen, kun je ook bedenken wat jouw bedrijf aan de markt kan toevoegen”, aldus Besier.
Innovatie bestaat altijd uit drie stappen Toekomstbeelden vertalen naar innovaties Ideeën over innovatie blijven vaak in het luchtledige hangen, terwijl nadenken over toekomstscenario’s een bedrijf voorbereidt op goede én slechte tijden. Dat was de boodschap van Wendeline Besier (VolkerWessels) in een visionaire workshop over bouwen in de toekomst. De sessie was georganiseerd door BouwLokalen, een innovatieplatform van SBR en Bouwend Nederland. Centraal stond
94
VolkerWessels stelde zich vorig jaar de vraag hoe Nederland er in 2030 uit zou kunnen zien en wat dit voor gevolgen heeft voor de eigen bedrijfsvoering. Het concern stelde vier sterk verschillende toekomstscenario’s met de economie en de rol van de overheid als parameters op, zoals een scenario waarin de bouwwereld moet leunen op een sterke overheid, maar ook een scenario waarin de vrije markt de overheid bijna overbodig heeft gemaakt.
95
workshops
workshops
Binnen elk toekomstscenario bedachten medewerkers van VolkerWessels ideeën voor hoe het bedrijf in de geschetste situaties zou kunnen werken. Van de 320 ideeën die werden bedacht, werden er uiteindelijk acht uitgewerkt tot volwaardige business cases. De drie beste ideeën, waaronder een denkbeeldige wereld waarin alle auto’s op waterstof reden en VolkerWessels de bijbehorende infrastructuur mocht bouwen, en ‘self-supporting homes’ met een volledig eigen energie- en watervoorziening, zijn op dit moment in voorbereiding.
Van trends je toekomst maken Wendeline Besier vond dat VolkerWessels veel van het ‘2030’project heeft geleerd. “De toekomst voorspellen is weliswaar niet mogelijk, maar door het herkennen van trends kun je de mogelijkheden van je eigen bedrijf vaststellen en ideeën voor de toekomst op de plank leggen. Want door de grote verschillen tussen de vier door VolkerWessels geschetste toekomstbeelden is het bedrijf zowel voorbereid op mooie als slechte tijden.” Ten slotte nog een paar tips: houd rekening met het feit dat de wereld snel verandert, denk ‘out of the box’ en: “Gebruik zoveel mogelijk beschikbare trendrapporten en -onderzoeken en schakel ook mensen van buiten je eigen bedrijf in. Die voegen altijd iets extra’s toe.” Het denken in kansen ziet Besier als het belangrijkste. “Vraag je af hoe je van trends je toekomst maakt.” Mobiel:
[email protected] Telefoon: 06 51 033 342
96
97
workshops Bouw en hoger onderwijs hebben elkaar hard nodig Sluit het onderwijsprogramma van de hogescholen goed aan bij de dagelijkse praktijk van de bouwwereld? Waarom is er veel onvrede tussen het bouwonderwijs en de bouwsector? Dit soort vragen hadden centraal moeten staan in een workshop van Bas van der Veen. Helaas kwam het niet tot een gedachtewisseling met het bedrijfsleven, omdat- veelzeggend!- niemand uit de sector kwam opdagen. Daarop wisselden vertegenwoordigers uit het onderwijs hun ervaringen uit en bespraken hoe de kloof tussen de opleidingen en de bedrijven kon worden gedicht. Workshop met Bas van der Veen, Saxion Hogescholen
verslag Bouw en hoger onderwijs hebben elkaar hard nodig
workshops het bedrijfsleven wel zo gemopperd, omdat een deel van de de oude garde bezig is met het veiligstellen van de eigen posities.” De bouwsector staat volgens professor Mick Eekhout van de TU Delft met de rug naar het onderwijs toe. Zijn collega-professor André Dorée van de UT bespeurt bij de bouwbedrijven ‘anti-intellectualisme’. Bovendien: de sector heeft geen idee hoeveel extra opgeleide studenten in de toekomst nodig zijn en, belangrijker nog, hoe die werknemer van de toekomst dan precies opgeleid moet worden.
Gebrekkige samenwerking Vanwaar die kloof tussen hoger onderwijs en bedrijfsleven? Mick Eekhout noemde het feit dat afgestudeerden bijna nooit terugkomen op een hbo of universiteit om onderzoek te doen of les te geven. André Doreé meende dat de sector de afnemende belangstelling voor bouwopleidingen niet als haar probleem ziet. “Het aantal mbo-scholieren dat iets met bouw doet, daalt dramatisch en ook op het hbo en de universiteiten komen minder studenten. Maar de bedrijven denken dat wij dat probleem alleen maar uit eigenbelang aankaarten.”
‘Koudwatervrees’ voor slimme studenten? Waarom het bedrijfsleven het liet afweten bij de workshop? André Dorée van de Universiteit Twente (UT), Mick Eekhout van de TU Delft en Marjan Weekhout van de Saxion Hogescholen vermoedden, naast praktische redenen, ook koudwatervrees. Niet alleen voor het onderwijs, maar zeker ook voor de slimme studenten die bij de sector worden afgeleverd. Eekhout: “Misschien wordt er in
98
De pot verwijt de ketel Een andere factor was volgens Eekhout het grote aantal studenten dat bij de TU Delft intern afstudeert. Bij de Universiteit Twente studeert echter wel het merendeel af bij bedrijven in de regio, dus op dat terrein kunnen de onderwijsinstellingen van elkaar leren. Daarnaast weten bedrijven vaak niet bij wie ze moeten zijn als ze
99
workshops
workshops
een hogeschool of universiteit willen benaderen. Dat laatste kan makkelijk verholpen worden, vond Marjan Weekhout van Saxion Hogescholen. De onderwijsinstellingen moeten zelf meer informatie geven aan de sector en aan bedrijven duidelijk maken bij wie ze moeten zijn voor het leggen van contacten. De deuren en ramen kunnen ook bij de onderwijsinstellingen verder open, dus het heeft geen zin om elkaar verwijten te maken.
Reclamespotjes op jongerenzenders In het belang van het hoger onderwijs én de sector was volgens alle aanwezigen dat de bouwwereld actiever wordt gepromoot bij scholieren. Als mogelijke opties werden reclamespotjes op jongerenzenders en een speciale soap over de bouw genoemd. Ten slotte pleitte André Dorée voor meer samenwerking en uitwisseling. De goede bedoelingen moeten van twee kanten komen. “Zolang er geen bruggen zijn, kunnen we niet nader tot elkaar komen.” E-mail:
[email protected] Telefoon: 053 487 17 75
100
101
workshops Verduurzamen van de bestaande bebouwde omgeving Stelling van Michel Baars: duurzaam ontwikkelen moet drievoudige winst opleveren: voor het milieu, voor de onderneming én voor de gebruikers van het gebouw en gebied. Hierover discussieerde hij aan de hand van een aantal prikkelende stellingen met de deelnemers van de workshop. Michel Baars, directeur ingenieursbureau Search.
verslag Verduurzamen van de bestaande bebouwde omgeving Klimaatverandering is volgens Michel Baars niet de enige basis voor duurzaam ontwikkelen. Minstens zo belangrijk is het gebruik van schaarse fossiele brandstoffen én grondstoffen. “Zeker in de bouw valt hier nog veel te winnen. 50% van de grondstoffen zit in de bebouwde omgeving.” Het begrip duurzaamheid is nu en vogue, maar het blijft nodig elke dag stapjes te maken. Over de invloed van opdrachtgevers stelde Baars: “De overheid koopt binnenkort alles duurzaam in. Maar ook onze eigen organisa-
102
workshops ties zijn opdrachtgever. Met duurzaamheidseisen aan leveranciers beïnvloed je ze. Dat is goed voor de innovatie daar, want ze komen dan met de mooiste ideeën. Kennis delen is daarbij een essentiële voorwaarde.”
Vlak invloed bewoners niet uit Of labeling helpt? Een deelnemer vond van wel. Hij zag een parallel met de automarkt: “Ook ik had daarbij in het begin ernstige bedenkingen. Nu is het een onderscheidend kenmerk geworden. Die tendens zie ik ook in de woningmarkt.” Baars: “Labeling stimuleert inderdaad de marktvraag. Vlak de invloed van bewoners echter niet uit. Want als een huurder in een A-label woning bij de eerstvolgende Gamma-actie een airco aanschaft, is de meervoudige winst meervoudig weg.”
Servicekosten even hoog als huur Op de vraag of klanten al naar de energiekosten vragen als ze een gebouw huren, antwoordde een bedrijfsmakelaar. “Het enige wat ze willen weten is de vierkante-meterprijs.” Baars: “Sommige bedrijven verduurzamen nu hun onroerend goed en communiceren bewust in totale maandlasten. Zelfs al ligt de kale huur wat hoger, ze zijn vanwege de lage energiekosten nog steeds concurrerend. Dat gaat meer gebeuren, want over 15 tot 20 jaar zijn de servicekosten even hoog als de huur.” Over de rol van de overheid merkte Baars op: “Zorg dat duurzame energie-opwekkers kunnen terugleveren aan het net tegen een fatsoenlijke prijs. In Duitsland krijg je voor een aan het net gele-
103
workshops
workshops
verde duurzaam opgewekte kilowattuur meer dan dat je voor een niet-duurzame betaalt, het zogenaamde ‘feed in’ tarief.” Op de vraag hoe de overheid energielabeling in de huur verwerkt, stelde Baars: “Nu zit dat nog nauwelijks in het woningwaarderingsstelsel. Maar dat verandert. Dan kunnen corporaties hun investeringen makkelijker terugverdienen. ”
“Zonne-energie is nu nog duurder dan wind, maar dat is een kwestie van tijd. De aarde gaat de rest van de energie leveren, via geothermie. Water gaat enkele kilometers de aarde in, om met zo’n 85 graden Celsius weer boven te komen. Dat water is rechtstreeks bruikbaar voor verwarming en stroomopwekking.” Conclusie van een deelnemer: “Duurzaamheid is here to stay.”
‘Duurzaamheid is here to stay’
E-mail:
[email protected] Telefoon: 0413 292 982
Welke kant het op gaat met duurzame energie-opwekking? Op lange termijn zet Baars zijn geld in op energie van zon en aarde.
104
105
workshops Energiezuinig bouwen = conceptueel bouwen Op basis van afspraken met de markt wordt komende jaren de bouwregelgeving steeds scherper. Mede daardoor wacht er een extra markt van zo’n € 2,5 miljard in energie-efficiënt bouwen. Maar hoe grijp je die kansen? In deze discussieworkshop schetste Frans Spekking de markt en de overheidsplannen. Pieter Huijbregts besprak vervolgens de rol van het Netwerk Conceptueel Bouwen daarin. Discussie-workshop met Pieter Huijbregts (directeur Coficient BV en initiatiefnemer Netwerk Conceptueel Bouwen) en Frans Spekking (programmamanager Innovatie Energie Gebouwde Omgeving VROM/WWI).
verslag Energiezuinig bouwen = conceptueel bouwen ‘Ga gezamenlijk de problemen oplossen’ In het Lenteakkoord is besloten tot een geleidelijke afbouw van de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) voor woningen. Ook staat er wetgeving op de rol voor ‘excellente gebieden’: regio’s waarvoor scherpere EPC’s gelden dan in het Bouwbesluit staan. Ze vormen de proeftuinen voor extra zuinige concepten en lagere EPC’s. Frans Spekking: “Overheid en marktpartijen tekenen dan samen re-
106
workshops gionaal in voor zo’n excellent gebied.” Voor nieuwbouw en renovatie is er een potentiële markt van jaarlijks € 2,5 miljard extra omzet. Ter stimulering heeft de overheid innovatie-agenda’s opgesteld. Er is geld voorhanden voor technologie en marktstimulering. En voor de gebouwde omgeving is € 30 miljoen beschikbaar om knelpunten aan te pakken, zoals het traditionele bouwproces. “Hierin werken losse partijen naast elkaar. Het resultaat: faalkosten en verre van optimale gebouwen qua gezondheid, veiligheid en duurzaamheid. Onze insteek: ga gezamenlijk de problemen oplossen”, aldus Spekking.
‘Denken, doen en opschalen’ “Het credo voor de innovatie-agenda voor de gebouwde omgeving luidt: ‘denken, doen en opschalen”, aldus Spekking. “In ‘denken’ bedenken we kansrijke concepten. In ‘doen’ testen we ze kleinschalig uit, bijvoorbeeld in excellente gebieden. En als dat werkt, schalen we ze op. Bij de opschaling denken grote bedrijven mee. Maar ook het mkb kan aansluiten. Veel ideeën ontstaan toch in het mkb. Het ontbreekt dan echter vaak aan financiering. Daarom komen er voor mkb’ers middelen voor innovatie.” ‘Doen’ omvat onder meer de Unieke Kansen Projecten (UKP). Uit de 15 gehonoreerde projecten in de UKP Wonen, komen al veel resultaten. Dit voorjaar zag een tweede, flink overtekende tender het licht: die voor UKP scholen en kantoren. Naar verwachting komt er voorjaar 2010 één voor gebiedsgerichte experimenten. Voor de innovatie-agenda staat een uitvoeringsorganisatie op stapel. Daarin werken koepels, kennisinstellingen, Rijk en markt-
107
workshops partijen samen. Elke marktpartij die wil en kan bijdragen, kan zich melden. Kennis delen en de inzet en ondersteuning van innovatienetwerken zijn hier de belangrijke pijlers.
Tientallen groene concepten Pieter Huijbregts signaleerde steeds meer belangstelling voor groene concepten. Hij beschreef een projectoverstijgende oplossing, waarbij bedrijven in de keten samenwerken. “Door deze vooraf uitgedokterde oplossing werk je sneller (tot wel een halvering van de bouwtijd) en vaak goedkoper: faalkosten worden voorkomen. Er is bovendien slechts één aanspreekpunt, terwijl je er bij traditionele bouw vele hebt.”
workshops De keuze voor ‘groene bouwwerken’ levert een lijst met tientallen groene concepten op. “Die concepten bieden ook nog specifieke voordelen,” aldus Huijbregts, “In het verleden ging er veel fout bij de ‘groene’ woningbouw. Er waren hoge kosten, en soms zelfs onveilige of ongezonde situaties. Die risico’s worden bij groene concepten vermeden.”
‘Meer experimenteerruimte’ Huijbregts pleitte ten slotte voor meer experimenteerruimte. “Dat gaat nu gebeuren. In het ontwikkelplatform Beter Energie koppelen we tien opdrachtgevers aan tien aanbieders op basis van het meest economische aanbod. Vervolgens monitoren we deze op snelheid, duurzaamheid en kosten. Zo testen we objectief welke concepten zich hebben bewezen.” E-mail:
[email protected] Telefoon: 074 850 79 02 Op de bouwvernieuwt.nl treft u verschillende publicaties en een toolkit over concepten aan.
108
109
ronde tafels ‘En nu aan de slag ermee!’ Bij de ronde tafels mocht iedereen aanschuiven en meepraten: mensen die elkaar vooraf niet kenden, maar die allemaal vanuit verschillende achtergronden - ervaring hebben in of met de bouw. Na een kennismakingsrondje bespraken ze actuele onderwerpen, vaak aan de hand van stellingen. Er ontstonden al snel geanimeerde discussies.
Integriteits- en transparantietafel
ronde tafels Samenwerken was voor de meeste aanwezigen het sleutelwoord. “Vroeger praatten private en publieke partijen nauwelijks met elkaar”, vertelde een oudgediende. “Daarin zie ik nu wel wat verandering. Er wordt volop gepraat en veel partijen proberen invulling te geven aan het begrip transparantie.” Maar, wist een ander: “Er is ook nog veel onhandigheid.” “Het begint ermee dat partijen echt wíllen samenwerken”, klonk het. “Daarvoor is openheid en vertrouwen nodig. Eerlijk zijn, en elkaars belangen bij die samenwerking bespreekbaar maken. Dan wordt het makkelijker om transparant en integer te werken.” De vergelijking met een voetbalteam drong zich op: “Zodra je beter samenwerkt, krijg je een beter product.” Een ander: “Ik wil weer trots kunnen zijn op mijn sector.”
‘Kloof wordt kleiner’ ‘Ik wil weer trots kunnen zijn op mijn sector’ ‘Integriteit en transparantie’ houdt veel mensen in de sector bezig, zo bleek tijdens een goedbezochte discussieronde. De deelnemers signaleerden steeds meer aandacht voor dit onderwerp. Maar voegden er wel aan toe: “Het gaat nog met kleine stapjes. Het kan beter en dat heeft vooral met vertrouwen te maken.” Gespreksleider aan de ronde tafel ‘Integriteit en Transparantie’ was Onno van Veldhuizen, burgemeester van Hoorn, en bestuurslid van het Vernieuwingsplatform Bouw, de nieuwe organisatie die in januari de rol van de Regieraad overneemt. Uit de stellingen die hij de deelnemers voorlegde was deze duidelijk favoriet: ‘De bouw moet anders gaan denken en handelen’.
110
Hoe organiseer je het concreet? vroeg Van Veldhuizen. Met incentives, wist een tafelgenoot. “Een gemeente wil natuurlijk graag dat een bouwproject minder overlast voor de burgers oplevert. Als daar een beloning op wordt gezet, zal iedereen beter gaan samenwerken om sneller klaar te zijn.” Kan, erkenden de gesprekspartners. “Maar het werk moet wel goed gedaan worden, en dan kom je weer bij integriteit.” De meeste ‘tafelgenoten’ waren positief gestemd. Er zit een kloof tussen de sector bouw en de maatschappij, maar die wordt wel kleiner. De bouw krijgt oog voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Van Veldhuizen: “Het begin is er, maar het kan beter. Daar is moed en lef voor nodig, mensen die het durven: open en transparant met elkaar aan een project werken.”
111
ronde tafels
ronde tafels
Baanbrekerstafel
Kwaliteit & garantietafel
Baanbrekers in de bouw
‘Zoals de ranglijstjes van ziekenhuizen en scholen’
Baanbrekers in de bouw is een post-academische opleiding gericht op innovaties en veranderingen in de bouwpraktijk. Het gesprek aan de Ronde Tafel ging dan ook al snel over een nieuwe houding in de bouw, op alle niveaus. “Wij willen een bewustere bouwvakker, iemand die zijn verantwoordelijkheid neemt. Die een seintje geeft als hij ziet dat er iets mis gaat op de werkvloer. Dan gaan mensen elkaar veel meer vertrouwen. Wie vertrouwen geeft, krijgt het ook terug”. De gespreksdeelnemers kwamen uit op de noodzaak tot meer samenwerking, meer onderling begrip en meer verantwoordelijkheid nemen.
Benchmarken van bouwers komt de kwaliteit en klanttevredenheid bij opdrachtgevers ten goede. Dat was de eensluidende conclusie van de deelnemers aan de Kwaliteit & garantietafel, onder wie exdirecteur Henk van der Horst van PSIBouw en Erik Nieuwenhuis van Vereniging Eigen Huis. De benchmark op basis van opleveringspunten van nieuwbouwwoningen die VEH komend jaar openbaar wil maken, is alvast een solide begin. Dit instrument kan bijdragen aan een andere kwaliteitsbeleving binnen de sector, zowel bij grote als kleinere opdrachtgevers en -nemers.
‘En nu aan de slag ermee!’
‘Benchmark goede prikkel voor bouwers’
Bij de bezoekers viel het concept van de Ronde Tafels goed. ‘Superleuk’, meldde een deelnemer na afloop. “Je merkt bij zo’n ronde tafel dat mensen soms even een drempel over moeten, maar dan toch al snel enthousiast meepraten. Hier waren allemaal mensen die iets willen met innovatie en maatschappelijk ondernemen. Er kwam een geweldig gesprek op gang. En nu aan de slag ermee!”
Volgens gespreksleider Piet Wijman, lid Regieraad Bouw, is de VEHbenchmark afdoende getoetst en objectief genoeg om bouwers op hun opleveringsmerites te kunnen vergelijken. “Vergelijkbaar met de bekende lijstjes van ziekenhuizen en scholen. Een goede prikkel voor bouwers om aan hun performance te werken. Wellicht kunnen straks ook andere aspecten worden meegenomen, zoals communicatie en klantvriendelijkheid. In elk geval wordt door de grotere transparantie uiteindelijk ook een grotere klantfocus en andere kwaliteitsbeleving gerealiseerd.”
112
113
meet & greet
meet & greet
Prettig kennis te maken... Meet & Greet was voor de congresbezoekers een uitgelezen kans om even een praatje aan te knopen met kopstukken uit de wereld van de bouw. De tongen kwamen al snel los...
Een gevarieerd gezelschap De Regieraad had heel wat interessante kopstukken bereid gevonden om mee te doen aan de Meet & Greet. Ook Regieraad-voorzitter Hans Blankert ontbrak niet. Met hem wilden bezoekers graag nog even napraten na het officiële gedeelte. De andere Meet & Greet-deelnemers waren Bert Keijts, directeurgeneraal van Rijkswaterstaat, Margriet Drijver, bestuurder van woningcorporatie Com.wonen, Piet Wijman, algemeen directeur van HUWA-Vandersanden, Marinus Platschorre van het Nederlands Verbond Toelevering Bouw, Kees Flipse, directeur van Bouwbedrijf Flipse, Michel Baars van Search Ingenieursbureau B.V., Daan van Vliet van de Unica Installatiegroep, Wouter Stolwijk, directeur van PIANOo en Pé Diederen, wethouder in Heerlen.
‘Uiteindelijk is ons doel hetzelfde’ Met dit gevarieerde ‘aanbod’ van kopstukken troffen de congresgangers altijd wel iemand die hun vragen kon beantwoorden. Pé Diederen bijvoorbeeld, was uit Heerlen gekomen om te vertellen over de ervaringen van zijn gemeente met een recente bouwaffaire. Diederen vertelde dat Heerlen nu een conferentie gaat
114
115
meet & greet organiseren met alle partijen, overheid en bedrijfsleven, zodat deze partners elkaar beter leren kennen voordat ze weer samen aan een project beginnen. “Want uiteindelijk is ons doel hetzelfde: een mooi project voor de burger neerzetten.”
‘Veel dynamiek op het gebied van duurzaamheid’ Wouter Stolwijk kreeg vooral vragen over aanbesteden. Begrijpelijk, want hij is directeur van het Expertisecentrum Aanbesteden PIANOo, dat ondersteuning biedt bij innovatief aanbesteden. “Innovatief aanbesteden houdt in dat u de markt meer betrekt bij een opdracht. Dat is wat anders dan het traditioneel aanbesteden op de laagste prijs.” Stolwijk wees zijn gesprekspartners met gepaste trots op de digitale bestekkenbibliotheek die sinds kort online is op de website www.pianoo.nl. Daar staan voorbeelden van alle soorten gegunde bestekken. “Die kun je natuurlijk niet letterlijk overnemen, maar de ervaringen van andere aanbesteders kunnen wel helpen bij het opstellen van een goed bestek”, aldus Stolwijk. Om gebruik te maken van de bestekkenbibliotheek kunt u zich kosteloos aanmelden op de website. Stolwijk was ook blij dat een van zijn gesprekspartners begon over duurzaamheid. “Er is veel dynamiek op het gebied van duurzaamheid. Wij promoten de criteria en sporen de markt aan ermee door te gaan.” Al met al leidde de Meet & Greet-service op het congres tot vele korte, maar vruchtbare ontmoetingen.
116
117
speeddaten
speeddaten
Een inspirerende stoelendans Speeddaten. Voor veel deelnemers was het even wennen, deze moderne en snelle manier van kennismaken. Maar eenmaal in gesprek kreeg men al snel de smaak te pakken.
De rij voor de speeddates groeide snel aan tot een flinke lengte. Allemaal vrouwen, die benieuwd waren naar de mogelijkheden van een carrière in de bouw. Opvallend genoeg waren hun ‘dates’ allemaal mannen. Deze vertegenwoordigers van het Ambassadeursnetwerk voor vrouwen in de bouw zetten zich in voor meer vrouwen in de bouw. Achterliggende gedachte: een betere mix van mannen en vrouwen is goed voor de integriteit in de sector.
‘Ideaal om snel tot een leuk gesprek te komen’ Bij de ‘algemene’ speeddates wisselden de deelnemers in het bijzijn van moderator Chazia Mourali openhartig met elkaar van gedachten over actuele thema’s. Van de speeddaters was vooraf een kort profiel met foto gemaakt, zodat ze elkaar gericht konden bevragen. Speeddater Gerrit de Heer van SBR vond het een bijzondere ervaring. “Het is een ideale manier om snel tot een leuk gesprek te komen. Je leert mensen in enkele minuten kennen. De gesprekken vond ik interessant. Ook ik ben voorstander van meer vrouwen in de bouw. Ik denk dat die wel degelijk iets kunnen toevoegen. Aan de andere kant denk ik niet dat het eenvoudig is om je als vrouw in de bouw te handhaven.” Vrouwen zeggen ‘ja’ tegen bouw Het Ambassadeursnetwerk voor vrouwen in de bouw organiseerde de Female Speeddate. Een uitgelezen kans voor ambitieuze vrouwen om zich voor te kunnen stellen aan topmensen in de bouw. Heel wat vrouwen zien een carrière in de bouw wel zitten en willen graag doorstromen naar topfuncties, zo bleek.
118
119
speeddaten In gesprek met ‘high potentials’ “Ze zijn nu allemaal in gesprek met high-potential vrouwen”, meldde de gespreksleidster. “Maar de gesprekjes duren maar vijf minuten, daarna kan iemand anders aanschuiven”. In deze korte, maar serieuze en persoonlijke gesprekken wilden de ambassadeurs achterhalen wat een bouwbedrijf kan doen om aantrekkelijker te worden voor vrouwen. Terwijl de vrouwen - omgekeerd - wilden weten hoe zíj zich aantrekkelijker kunnen maken voor de bedrijven.
120
speeddaten Beide partijen waren dus op zoek naar de ‘juiste match’. Het eerste contact is in ieder geval gelegd. Afgemeten aan de grote belangstelling voor de speeddates lijken vrouwen de weg naar de bouw te vinden. Aan het einde van de speeddate merken de deelneemsters op dat zij liever geen voorkeursbehandeling willen krijgen: ‘Ik wil niet de bonus van de manager worden.’ Wel is het nodig voor de mannen om zich meer in te leven in de wensen van de vrouw en wat zij belangrijk vindt in haar werk.
121
BIM Fabrique ‘Elk project op tijd, foutloos en binnen budget opleveren’ De Perserij in De Fabrique stond vol met informatiestands over BIM: het Bouw Informatie Model. Met recht een ‘BIM Fabrique’ dus. Diverse adviesbureaus demonstreerden de mogelijkheden. Ze mochten zich verheugen in een flinke belangstelling. Steeds meer bouwers zien kennelijk de voordelen van het werken met dit veelbelovende model.
BIM Fabrique ‘Bouwproces wordt veel transparanter’ In de stand van BIM Academy was informatie beschikbaar over BIM-cursussen. “Eenvoudig gezegd is BIM een grote database waarin alle gegevens van een project zijn samengevat”, legde een docent van de BIM Academy uit. “Daardoor kunnen de verschillende disciplines van de bouw efficiënt samenwerken. Met BIM kan elk project op tijd, foutloos en binnen budget worden opgeleverd.” Maar BIM kan nog meer, zo bleek. Het programma kan ook heel snel heel veel gegevens genereren. Het rekent bijvoorbeeld uit wat het energiegebruik is bij toepassing van verschillende materialen. BIM rekent alle opties door, zodat de opdrachtgever een keuze kan maken op grond van duidelijke cijfers. Joost Wijnen: “Het bouwproces wordt hiermee veel transparanter.”
‘Heel veel kosten besparen’ “Sinds de zomervakantie krijgen we veel vragen over BIM”, vertelde directeur Joost Wijnen van CAD Visual. “Geen wonder, want met BIM kun je veel kosten besparen.” Op een scherm liet hij zien wat dit computermodel kan betekenen voor een bouwproject. In 3D-beelden toont het programma de verschillende fasen van een bouwproject. Ingewikkelde situaties worden zo razendsnel visueel gemaakt. Wijnen: “Alle betrokken partijen kunnen hun informatie over het project invoeren. Het programma rekent alles door en spoort eventuele ontwerpenfouten al vroeg in het proces op. Daardoor verminderen faalkosten en meerwerk. Dit is een innovatie waarmee bouwers kunnen besparen, en dat is in de huidige tijd belangrijk.”
122
123
filmtheater
filmtheater
Wie even wilde ontsnappen aan de hectiek kon in het Filmtheater in alle rust een ‘filmpje pikken’. Op de rol stonden diverse films die in de afgelopen jaren voor en met de Regieraad Bouw tot stand zijn gekomen. In ‘Stadhuisplein 1’ speelden acteurs Derek de Lint, Rik Launspach en Truus te Selle een op ware gebeurtenissen gebaseerd drama over de bouw van een stadhuis annex cultureel centrum in een fictieve stad. De wethouder was trots op het ambitieuze project, maar van meet af aan ging er van alles mis: inschattingsfouten, een gebrek aan communicatie en transparantie, onverschilligheid en zelfs een aanzet tot ‘creatief boekhouden’ kwamen aan de orde. Een film die volop stof tot nadenken gaf. De film ‘Leren contracteren’ ging over allianties in de bouw, zoals de Alliantie Hooggelegen en Haringvliet-Volkerak. Citaat van één van de betrokkenen: “Vroeger handelden we naar de letter van het contract, maar nu werken we met zijn allen in de geest van het contract.” Samen met producties als ‘BIM the movie’ over het Bouw Informatie Model; ‘Bouw en duurzaamheid’, en ‘De bouw, talent en imago’ bood het filmtheater een afwisselend en leerzaam doorlopend programma. Alle films kunt u nog eens bekijken op www.debouwvernieuwt.nl
124
125
plenaire afsluiting
plenaire afsluiting
De levendige plenaire afsluiting stond in het teken van het komende afscheid van de Regieraad Bouw en de presentatie van het Vernieuwingsplatform Bouw dat op 1 januari aantreedt.
binnen en buiten de Regieraad - een bijdrage heeft geleverd aan die omslag: de leden, het secretariaat, de ministeries, de regionale regieraden en al die andere partijen die actief meedoen. “Er zijn netwerken ontstaan die goud waard zijn, ook in de nieuwe situatie.”
verslag
‘Cultuuromslag mag hier niet eindigen’
Dankwoord Hans Blankert Regieraad voorzitter Hans Blankert blikte in zijn ‘afscheidsrede’ terug op een vruchtbare periode, waarin het nodige ten goede is veranderd. Hij bedankte iedereen die in de afgelopen jaren -
De afgelopen zes jaar was de Regieraad Bouw de aanjager van innovatie en vernieuwing in de bouw. “Die functie hebben we met verve vervuld. Tegelijkertijd concludeerden we dat de ingezette vernieuwing en cultuuromslag in de bouw hier niet mag eindigen’’, aldus Hans Blankert. En dat gebeurt ook niet, want een nieuwe organisatie staat al in de startblokken: het Vernieuwingsplatform Bouw. Andere naam, andere aanpak. De nieuwe organisatie wordt gesteund en gefinancierd door opdrachtgevers en opdrachtnemers: Rijkswaterstaat, Rijksgebouwendienst, Bouwend Nederland, Aedes, Uneto-VNI en NLingenieurs. Tijdens het congres werd ook de voorzitter van het nieuwe platform voorgesteld: Martin van Pernis, tot 1 januari voorzitter van de Raad van Bestuur van Siemens Nederland N.V.
Vernieuwingsplatform treedt aan Naast Van Pernis bestaat het Vernieuwingsplatform uit de volgende leden: Peter Jägers (DG Rijksgebouwendienst), Bert Keijts (DG Rijkswaterstaat), Onno van Veldhuizen (Burgemeester Hoorn), Margriet Drijver (bestuurder Com.Wonen), Rob van Wingerden (lid Raad van Bestuur Koninklijke BAM Groep), Scarlett Kwekkeboom (directeur PEP Business), Gert Dral (lid Raad van Bestuur Grontmij Nederland),
126
127
plenaire afsluiting
Plenaire afsluiting
Dick van den Heuvel (directeur van den Heuvel Werkendam) en Hans de Jonge (bijzonder hoogleraar TU Delft en directeur Brink Groep). Op symbolische wijze liet Chazia het nieuwe bestuur een netwerk maken door met bollen wol lijnen tussen het bestuur en de gasten te spannen.
‘Trek in innovatie’ De nieuwe voorzitter Van Pernis gaf aan dat het nieuwe platform zich vooral zal richten op kennisuitwisseling en innovatie. Er is nog een hoop te doen. “In Nederland hebben we alleen nog trek in innovatie. De echte honger ontbreekt nog. In een land als Duitsland hebben ze dat wel. Wij moeten ook honger krijgen.” Meer informatie kunt u vinden op www.vernieuwingsplatformbouw.nl
128
129
plenaire afsluiting
130
131
netwerk buffet
132
133
colofon Dit is een uitgave van de Regieraad Bouw naar aanleiding van ‘Innovatie Onze Kracht!’, het eindcongres van Regieraad Bouw op 12 november 2009 in De Fabrique te Utrecht.
Verslaglegging: Overeijnder Van den Dool: Lucy Beker, Het Beyschrift (Cristel Bekkers, Beyke Goris, Marjolein Simons), Ad van den Dool, Pim van den Dool, Maarten Dullens, Diana van Roon, Frits Overeijnder, Robert van Ti
Productie:
Regieraad Bouw
Fotografie:
René van den Burg
Vormgeving: Van Lint Vormgeving Drukwerk:
134
Van Norden