Innovatie in Nederland versnellen door mensen en middelen slimmer te verbinden: the Dutch Agile Economy Nederland maakt een grote kans in de mondiale top 5 van de meest competitieve landen te komen, als het innovatiebeleid evalueert van focus op sectoren naar focus op thema’s die wereldwijd bepalend zijn voor de economische groei en welvaart (Global Mega Trends). Daarnaast zal het innovatie-ecosysteem plaats moeten bieden aan zakelijke dienstverleners (banken, adviseurs en accountants) en zal het bewustzijn in Nederland over de grote positieve invloed van innovatie op onze maatschappij in brede lagen van de bevolking moeten groeien. Jan-Hendrik Schretlen – Innovation Lead The Netherlands, Advisory
1. Innovatie draagt sterk bij aan adaptief vermogen en economische concurrentiepositie van landen Technologische en sociale innovatie spelen een cruciale rol in het adaptieve vermogen van een land om tijdig en adequaat te reageren op de zogeheten Global Mega Trends: demografische veranderingen, verschuivingen van de economische macht, technologische doorbraken, groeiende verstedelijking en schaarste van natuurlijke grondstoffen. Uit het feit dat innovatie zelf een van de megatrends is, blijkt haar impact. Innovatie is een ‘wereldspel’. Lokaal gevoed in regionale ecosystemen maar
38
Spotlight Special Jaargang 21 - 2014 uitgave 2
“Innovation is the process by which ideas are generated and commercialized, and innovation hubs can help elevate that process to the level of a differentiating capability. We are convinced that such capabilities are an essential mechanism in the achievement of a company’s, or a nation’s, larger strategy; what we call its ‘way to play’. A truly differentiating capabilities system is difficult to develop, but, likewise, it is hard for others to replicate. Thus it offers a sustainable competitive advantage that provides the right to win in the market. We believe that both the public and private sectors have important roles to play in the formation of healthy innovation ecosystems. Furthermore, when they work together, as they do in developing innovation hubs, they can raise their innovation capabilities to new heights and drive corporate and national prosperity.” Cesare R. Mainardi, Chief Executive Officer Booz & Company Bron: Global Innovation Index 2013 Noot: Booz & Company is sinds 1 april 2014 onderdeel van PwC, onder de naam Strategy&
met de focus op mondiale vraagstukken, oplossingen, klanten en met gebruikmaking van wereldwijde kennis, contacten en netwerken. Innovatie draagt daarmee sterk bij aan de economische concurrentiepositie van een land en de welvaart van haar burgers.
2. Nederland kan door innovatieleiderschap in top 5 meest competitieve landen komen Nederland heeft de potentie in de mondiale top 5 van meest competitieve landen te komen, gemeten aan de Global Competitiveness Index (GCI) van het World Economic Forum. In de GCI 2013-2014 heeft Nederland een achtste plaats bereikt (vijfde in 2012-2013) met een score van 5,42 (schaal 1-7). Nederland kan deze dalende trend keren door (technologische én sociale) innovatie een grotere rol te geven in onze maatschappij. Met het topsectorenbeleid van dit kabinet (zie ook het artikel ‘Strategisch belang van innovatie en best practices voor de executie’, op pagina 52 van deze Spotlight), de stevige mondiale marktpositie van Nederland in enkele specifieke industriesectoren, de groeiende (inter)nationale samenwerking op het terrein van innovatie én de huidige vierde plaats op de Global Innovation Index 2013 (Johnson Cornell University, Insead, WIPO) als uitgangspunt, is een top 5-positie ambitieus maar haalbaar.
•
Investeringssysteem Voldoende aanbod van concurrerende private en publieke financiering om fundamenteel onderzoek in Nederland mogelijk te blijven maken, maar vooral om toegepast onderzoek en demonstratieprojecten te bekostigen om daarmee de ‘time to market’ van innovaties te verkorten.
•
Onderzoek & Ontwikkeling Een excellent netwerk van universiteiten, onderwijs-, kennis- en onderzoeksinstellingen, innovatieve bedrijven bekostigd door publieke en private R&D-uitgaven.
•
Faciliteiten voor ondernemers Een complementair instrumentarium door de overheid geregisseerd en deels gefinancierd voor en door ondernemers.
De vier kritische succesfactoren zijn in figuur 1 weergegeven in een zogeheten innovatie-ecosysteem.
Human resources Voldoende getalenteerde en gemotiveerde mensen (studenten, werknemers én ondernemers) met sterk ontwikkelde vaardigheden als creativiteit, flexibiliteit, doorzettingsvermogen en teamgeest die innovatie als ‘a way of living’ beleven.
Technologische en sociale innovatie spelen een cruciale rol in het vergroten van het adaptieve vermogen van een land om tijdig en adequaat te reageren op de zogeheten Global Mega Trends. Nederland heeft de potentie in de mondiale top 5 van meest competitieve landen te komen door meer bewustzijn over innovatie te creëren in onze maatschappij, door in het innovatiebeleid de focus te verleggen van topsectoren naar cross-sectorale thema’s om zo sectoren uit te dagen om samen te werken en de krachten te bundelen en door de zakelijke dienstensector direct te betrekken in het ecosysteem.
Een innovatie-ecosysteem definiëren we als een open en robuust netwerk van topspelers vanuit bedrijfsleven,
Figuur 1. Vier kritische succesfactoren voor een optimaal innovatie-ecosysteem
Onderzoek & ontwikkeling
Investeringssysteem
• Universiteiten • Onderzoeksinstellingen • Publieke uitgaven • Private uitgaven
• Business angles • Durfkapitaal • Regionale fondsen/ • beurzen
Vier randvoorwaarden Daartoe zullen de volgende vier randvoorwaarden in de Nederlandse maatschappij snel en gecoördineerd moeten worden geoptimaliseerd.
•
Samenvatting
Organiserend vermogen
Human Resources • Studenten • Onderzoekers • Ondernemers
Faciliteiten voor ondernemers • Incubators • ScienceParks • Ondernemersnetwerken
Spotlight Special Jaargang 21 - 2014 uitgave 2 39
onderzoeks- en kennisinstellingen, zakelijke dienstverlening (banken, adviseurs en accountants) en overheid. Dit Nederlandse innovatie-ecosysteem zal uiteraard een hechte internationale inbedding moeten hebben. Nederland heeft met haar open economie een competitief voordeel.
Figuur 2. Indeling Innovation Union Scoreboard, bron Europese Commissie
Om het belang van de vier randvoorwaarden voor Nederlandse economie te onderbouwen bekijken we de resultaten van het Innovation Union Scoreboard 2014.
Aanjagers
Bedrijfsactiviteiten
Outputs
• mensen;
• bedrijfsinvesteringen;
• technologische en • sociale innovaties;
• open en excellente • onderzoekssystemen;
• innovatie-ecosystemen • en ondernemerschap;
• financiering en • overheidssteun.
• intellectuele eigendom.
• economische effecten.
3. Innovatieprestaties EUlidstaten gemeten in het Innovation Union Scoreboard De Europese Unie (EU) meet de innovatieprestaties van de lidstaten sinds een aantal jaren via het Innovation Union Scoreboard. Deze benchmark meet de drie belangrijkste soorten indicatoren: (1) de aanjagers, de belangrijkste drijvende krachten achter de innovatieprestaties buiten de onderneming, (2) de interne indicatoren betreffen de bedrijfsactiviteiten, en (3) de effecten van
de innovatieactiviteiten, de zogeheten outputs. Elk soort kent drie dimensies, zoals aangegeven in figuur 2. De lidstaten zijn op basis van hun gemiddelde innovatieprestaties in
vier prestatiegroepen ingedeeld: de innovatieleiders, innovatievolgers, gematigde innovatoren en bescheiden innovatoren. Denemarken, Duitsland, Finland en Zweden hebben de hoogste innovatieprestaties. Zie figuur 3.
Figuur 3. Innovatieprestaties van de EU-lidstaten, Innovation Union Scoreboard 2014
0.800 AT: BE: BG: CY: DE: DK: EE: EL: ES: FI: FR: HR: HU: IE: IT: LT: LU: LV: MT: NL: PL: PT: RO: SE: Sl: SK: SZ: UK:
0.700 0.600 0.500 0.400 0.300 0.200 0.100 0.000 BG LV RO PL LT HR MT SK HU EL PT ES CZ IT CY EE SI EU FR AT IE UK BE NL LU FI DE DK SE Modest innovators
40
Moderate innovators
Spotlight Special Jaargang 21 - 2014 uitgave 2
Innovation followers
Innovation leaders
Oostenrijk België Bulgarije Cyprus Duitsland Denemarken Estland Griekenland Spanje Finland Frankrijk Kroatië Hongarije Ierland Italië Litouwen Luxemburg Letland Malta Nederland Polen Portugal Roemenië Zweden Slovenië Slowakije Tsjechië Verenigd Koninkrijk
De innovatieleiders hebben een gebalanceerd innovatiesysteem met hoge scores op alle acht dimensies. Figuur 4 laat zien welke landen het hoogst scoren op de individuele dimensies. Zweden scoort op zeven van de acht dimensies. Waarom doet Zweden het zo goed in de EU? Een analyse levert het beeld op van een sterke focus van het innovatie-ecosysteem op. Zweden heeft een scherpe keuze gemaakt om focus aan te brengen in haar nationale beleid en innovatie-ecosysteem op een beperkt aantal thema’s die sterk aansluiten op de Global Mega Trends: gezondheidszorg, mobiliteit & milieu, ondernemerschap, services & ICT, energie en Industrie4.0. Deze focus overstijgt de sectorale benadering die in veel landen (nog) geldt en daagt daarmee de verschillende sectoren uit om samen te werken en daarmee de technologische, sociale en financiële krachten te bundelen. Versnippering van mensen en middelen wordt daarmee voorkomen.
Technologische kennis vanuit meerdere sectoren wordt gecombineerd om zo vanuit meerdere invalshoeken tot technologische doorbraken te komen en de vraagstukken binnen het thema op te lossen. Tweede verklarende factor is de complementariteit van het innovatiebeleid van de Zweedse overheid aan het EU-innovatiebeleid.
4. Belangrijkste conclusies Innovation Union Scoreboard 2014 richtinggevend voor Nederland De conclusies van het Innovation Union Scoreboard 2014 zijn richtinggevend voor Nederland. De belangrijkste conclusie is dat ‘mensen’ en ‘openheid en excellentie van het Europese onderzoeksysteem’ de belangrijkste succesfactoren zijn van Europese innovatieprestaties, en dat stagnerende bedrijfsinvesteringen in innovatie en de geringe financieringsbereidheid ondanks extra overheidssteun
aan innovatie een negatieve impact hebben op EU-innovatieprestaties. Zwitserland blijft in Europa de eerste plaats behouden en Zuid-Korea en de Verenigde Staten zijn de beste mondiale innovatoren.
•
‘Mensen’ en ‘openheid en excellentie van het Europese onderzoeksysteem’ belangrijkste succesfactoren Europese innovatieprestaties ‘Open en excellente onderzoeksystemen’ droegen het meest bij aan de innovatieprestaties over de laatste acht jaar, gevolgd door groei door de dimensie ‘mensen’. Indicatoren als promovendi van buiten de EU, internationale wetenschappelijke co-publicaties en de valorisatie van kennis gemeten door opbrengsten uit licenties droegen substantieel bij aan de innovatieprestaties van de EU.
Figuur 4. Gebalanceerd innovatiesysteem innovatieleiders
Innovatieleiders Aanjagers
Bedrijfsactiviteiten
Output
Zweden
Finland
Mensen
x
x
Open en excellente onderzoeksystemen
x
Financiering en overheidssteun
x
x
Bedrijfsinvesteringen
x
x
Innovatieecosystemen en ondernemerschap
x
x
Intellectuele eigendom
x
x
Technologische & sociale innovaties
x
Economische effecten
Denemarken
Innovatievolgers Duitsland
België
Estland
Ierland
Luxemburg
Nederland
Oostenrijk
Slovenië
x
x
x
x
x
x
x
x
x
VK
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Spotlight Special Jaargang 21 - 2014 uitgave 2 41
•
•
•
42
Negatieve impact stagnerende bedrijfsinvesteringen in innovatie en de geringe financieringsbereidheid op EU-innovatieprestaties Twee dimensies hebben in alle onderzochte landen de innovatieprestaties negatief beïnvloed: de ‘bedrijfsinvesteringen’ en ‘financiering en overheidssteun’. Ondanks de hogere overheidsuitgaven in de lidstaten aan Onderzoek & Ontwikkeling hebben de sterk verminderde private kapitaalsinvesteringen in innovatie de EU innovatieprestaties negatief beïnvloed. Ook de sterk afgenomen financieringsbereidheid van banken, vooral richting mkb-ondernemingen en durfkapitaal, hebben de innovatieprestaties van alle 28 lidstaten aangetast. Eerste plaats voor Zwitserland Wanneer ook Europese landen buiten de EU in beschouwing worden genomen, staat Zwitserland ook dit jaar bovenaan als innovatieleider. Daarmee is het verband aangetoond dat innovatie een van de belangrijkste factoren is van een competitieve en adaptieve economie (Agile Economy): Zwitserland bezet ook de eerste plaats op de Global Competitiveness Index van het World Economic Forum met een score van 5,67 (schaal 1-7). Een stabiele positie, ook in de GCI 2012-2013 scoorde Zwitserland de eerste positie. Zuid-Korea en Verenigde Staten beste mondiale innovatoren Op mondiaal niveau presteren ZuidKorea, de VS en Japan beter dan de EU. Hoewel het gat tussen de EU en de VS en Japan kleiner wordt, wordt het gat tussen de EU en Zuid-Korea groter. Vergeleken met de BRIC-landen is de voorsprong van de EU stabiel of zelfs stijgend. Uitzondering is China: de huidige innovatieprestaties van China zijn 44 procent van die van de EU, maar China loopt in.
Spotlight Special Jaargang 21 - 2014 uitgave 2
5. Randvoorwaarden Nederland afhankelijk van sector
participatie van Nederlandse academia in Europese subsidieprogramma’s.
Het geschetste innovatie-ecosysteem is pluriform. Grote en kleine spelers, private en publieke organisaties, ‘jonge’ en ‘volwassen’ organisaties, spelers actief in het begin van de innovatieketen (academia, high-tech start-ups) en spelers die producten en diensten valoriseren (verkopen) aan het einde van de innovatieketen. Zijn de geschetste vier succesfactoren in het innovatie-ecosysteem voor alle spelers even relevant? We vergelijken twee verschillende spelers uit het innovatieveld: academia en startups. Door overheidsbezuinigingen op onderwijs- en onderzoeksbudgetten is voor universiteiten de samenwerking met het bedrijfsleven in gecofinancierde onderzoeksprogramma’s evenals de innovatieprogramma’s van de Europese Commissie van toenemend belang. Figuur 5 toont de trend van sterk oplopende
Voor start-ups liggen de prioriteiten anders. Nederland telt honderden start-ups: kleine en jonge bedrijven die nieuwe producten en diensten ontwikkelen en verkopen. Zij nemen deel in een acceleratorprogramma als Rockstart of Start-up Bootcamp, of in een incubator als Yes!Delft of Utrecht Inc. Deze start-ups zijn zeer goed op de hoogte van trends en innovaties, zij ontlenen immers hieraan hun bestaansrecht. Uit een onderzoek van Frankwatching (2013) blijkt dat voor 87 procent van de start-ups het vinden van klanten het belangrijkste doel is. Veel belangrijker dan het vinden van investeerders (voor 47 procent belangrijk), het vinden van werknemers (voor 48 procent belangrijk) of het verkrijgen van subsidies (voor 30 procent belangrijk). Zie figuur 6.
Figuur 5. Projectsubsidies vanuit Europese innovatieprogramma’s voor onderzoek aan NL universiteiten en Universitaire Medische Centra, Agentschap 2014 350
5,0% 4,5%
300 4,0% 250
3,5% 3,0%
200
2,5% 150
2,0% 1,5%
100
1,0% 50 0,5% 0,0%
0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 KP5 KP6
KP7 Aandeel NL universiteiten en UMC’s in totale budget
Figuur 6. Innovatietrends en -kansen volgens Nederlandse Start-ups, Frankwatching 2013
Nieuwe klanten 15%
72%
10%
3%
Investeerders 29%
18%
40%
13%
Werknemers 10%
38%
38%
13%
Subsidies 6%
24%
50%
21%
Accelerators 1% 10%
Meest belangrijk Erg belangrijk
35%
53%
Mooi maar niet belangrijk Niet relevant
Voor start-ups blijken subsidies dus veel minder relevant te zijn om hun groeiagenda te realiseren dan voor universiteiten. Daarentegen zijn start-ups erg gebaat bij het als ‘launching customer’ optreden door de overheid (overheid als eerste klant). De publieke sector is terughoudend ten aanzien van innovatiegericht aankopen. Ook vermindering van regeldruk en het versneld normaliseren van (technische) standaarden (denk aan de Europese normering voor oplaadstekkers voor elektrische auto’s die de marktintroductie in 2013 aanzienlijk versneld heeft) scoort hoger dan het verstrekken van subsidies.
de ontwikkeling van startende high-tech bedrijven, waarin de onderneming vaak met ernstige financieringsproblemen te kampen heeft. Veel bedrijven overleven deze fase niet.
Figuur 7. Horizon 2020 budget breakdown, European Commission factsheet November 25, 2013
Industrial Leadership
Societal Challenges
EUR 17.0 billion EUR 29.7 billion
6. Financiering en innovatiesubsidies bepalend bij innovatiebeslissingen
6 1.
EUR 24.4 billion
E EU UR 2. 7b R illio 3. n 2 bi llio n
R EU
European Institute of Innovation and Technology Other
n
llio
bi
Toch blijven subsidies een bepalende factor bij innovatiebeslissingen. Om ‘level playing field’ te creëren in de internationale concurrentie tussen regio’s, maar meer nog om risicovolle delen van het innovatietraject te financieren die de individuele private draagkracht te boven gaat. Denk aan de veel voorkomende ‘Valley of Death’ in
De Europese Commissie onderkent het grote belang van innovatie en trekt in de periode 2014-2020 circa 78 miljard euro uit voor het stimuleren van onderzoek en innovatie via een breed scala van subsidies in het programma Horizon 2020. Specifieke aandacht krijgen mkb-ondernemingen. Juist de grote groep van mkb-ondernemingen is erg geholpen met overheidssteun wanneer het gaat om financiering van innovatieprojecten. Traditionele financiering is de afgelopen jaren door stringenter beleid van banken en door hoge risicoen kostenopslag zodanig afgenomen dat innovatieve mkb-ondernemingen in toenemende mate gebruik maken van programma’s van de Europese Commissie. Met Europese subsidies, onder meer vanuit Horizon 2020 en de Europese Investerings Bank (EIB) worden (alternatieve) financieringsmogelijkheden voor innovatie gestimuleerd, zoals: crowd funding, qredits (microfinanciering), kredietunies, informal investors of business angels, (revolverende) innovatiekredieten, innovatiegericht inkopen door de overheid (launching customer), seed capital en fund-of-funds. Zie ook het artikel ‘Innovatie in bedrijfsfinanciering – Be a leader, not a follower’ op pagina 26 van deze Spotlight.
Euratom Excellent Science
Spotlight Special Jaargang 21 - 2014 uitgave 2 43
In Nederland kan een beroep gedaan worden op circa 150 innovatiesubsidies van nationale en regionale overheden. De kern van het Nederlandse innovatiebeleid is vormgegeven in het topsectorenbeleid. De keuze voor de topsectoren is bepaald door vier factoren. Het zijn sectoren die (1) kennisintensief zijn, (2) exportgeoriënteerd, met (3) veelal specifieke wet- en regelgeving die (4) een belangrijke bijdrage (kunnen) leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Gekozen is voor deze negen sectoren: • Agro & food; • Chemie; • Creatieve industrie; • Energie; • High-tech systemen en materialen; • Life sciences & health; • Logistiek; • Tuinbouw en uitgangsmaterialen; • Water. De topsectoren zijn gezamenlijk goed voor circa 25 procent van de toegevoegde waarde van Nederland. De arbeidsproductiviteit in de topsectoren ligt gemiddeld 35 procent hoger dan in de overige sectoren in Nederland, mede door de hogere kennisintensiviteit. De gezamenlijke R&D-uitgaven bedragen 97 procent van de totale private R&D-uitgaven in Nederland. De topsectoren hebben een sterke oriëntatie op de export en leveren een gunstige bijdrage aan de Nederlandse economische groei. De bijdrage aan de werkgelegenheid is beperkter: 1 op de 5 werkende in Nederland werkt in een van de topsectoren. Ondernemingen en onderwijs-, kennis- & onderzoeksinstellingen uit de topsectoren draaien mee in de mondiale top. Het vasthouden van die positie vraagt om een goed opgeleid talent, met voldoende vakbekwame technici. Een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt en een structurele samenwerking tussen bedrijven en onderwijsinstellingen zijn daarbij cruciaal. Subsidies, beurzen en stageplaatsen worden ingezet om te investeren in
44
Spotlight Special Jaargang 21 - 2014 uitgave 2
initiatieven zoals de Centra voor Innovatief Vakmanschap in het MBO en de Centres of Expertise in het hbo, het Techniekpact 2020 en het Masterplan Bèta & Technologie. De lange-termijnambitie (2025) beoogt dat 40 procent van alle afgestudeerden een bètaen technologische opleiding heeft genoten, tegen 25 procent momenteel.
7. Versnelling Nederlandse innovatie mogelijk door aanscherping innovatiebeleid Nederland heeft een goede uitgangspositie om binnen vijf jaar in de mondiale top 5 van meest competitieve economieën te geraken. De noodzakelijke ingrediënten zijn aanwezig, zoals het innovatieecosysteem, de agenda van de topsectoren, de internationale samenwerking, de groeiende participatie in EU-gefinancierde
onderzoeksprogramma’s en last but not least de mondiale toppositie van Nederland zoals op het gebied van water en voedsel. Echter, om de ambitie waar te maken moet Nederland scherpere keuzes maken ten aanzien van de inzet van mensen en middelen. Niet harder werken maar slimmer, niet meer middelen inzetten maar geld slimmer besteden. Daarmee versnelt Nederland haar innovatie. Nederland kan dit realiseren met vier aanscherpingen in het huidige innovatiebeleid.
•
Cross-over Door cross-overs te maken tussen de negen topsectoren en in de komende jaren het innovatiebeleid te laten evalueren naar focus op maximaal vijf cross-sectorale thema’s (volgens het Zweedse succesmodel) kan Nederland
Om meer details over de Europese en Nederlandse subsidieprogramma’s en financieringsvormen te leren kennen, zijn de volgende websites lezenswaardig.
Accountancynieuws
PwC: Rijksoverheid
PwC: Horizon-2020
RVO
Europese Commissie: Horizon-2020
Topsectoren
haar innovatie versnellen. Daarbij kiest Nederland thema’s als speerpunt in plaats van industriële sectoren, ze daagt daarmee de verschillende sectoren uit om samen te werken en daarmee de technologische, sociale en financiële krachten te bundelen. Versnippering van mensen en middelen wordt daarmee voorkomen. Technologische kennis vanuit meerdere sectoren wordt gecombineerd om zo vanuit meerdere invalshoeken tot technologische doorbraken te komen en de vraagstukken binnen het thema op te lossen. Een combinatie van ‘Water en Energie’ of ‘Water en Voedsel’ bijvoorbeeld. Thema’s blijven ondersteunen met subsidies en financiering maar vooral ook met innovatiegericht aankopen, standaardisatie/normalisatie om de ‘time to market’ te verkorten, innoverende financieringsvormen (fiscaal) stimuleren zoals social impact bonds, participatie in start-ups, ketenfinanciering, crowd funding én vermindering van de regeldruk.
•
Betere onderlinge afstemming overheidssteun De overheidssteun tussen en op de verschillende niveaus (regionaal, nationaal en Europees) zal onderling beter afgestemd moeten worden. Nederland kan op deze wijze haar innovatiekracht versterken door via focus mensen en middelen beter met elkaar te verbinden waardoor meer impact gemaakt wordt.
•
Uitbreiding van de ‘triple helix’structuur ‘Triple helix’ is de samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinfrastructuur en overheid die het innovatie-ecosysteem vormt en in belangrijke mate het innovatiebeleid bepaalt en daarmee de innovatiekracht. Nederland zal de zakelijke dienstensector (banken, adviseurs en accountants), NGO’s (non gouvernementele organisaties) en burgers expliciet onderdeel van het innovatie-ecosysteem moeten
maken. Een van de knelpunten in het Nederlandse innovatie-ecosysteem blijkt het gebrek aan alternatieve (innovatieve) businessmodellen en financieringsvormen te zijn. Door de zakelijke dienstensector direct te betrekken in het ecosysteem en medeverantwoordelijkheid te geven zal het innovatie-ecosysteem versterkt worden.
•
te creëren die meer ‘innovation-minded’ is. Innovatie als ‘a way of living’ waarbij in Nederland een cultuur kan ontstaan waarin innovaties sneller tot stand komen en gevaloriseerd worden. Oftewel een maatschappij die adaptief op de megatrends inspeelt en zich daarmee in de top 5 nestelt van ‘most agile economies’.
Meer bewustzijn van invloed en belang innovatie Vooral jonge mensen, maar niet alleen die groep, zouden zich bewuster moeten zijn van de invloed en het belang van innovatie om daarmee een samenleving
Spotlight Special Jaargang 21 - 2014 uitgave 2 45