INLEIDING WET OP DE INKOMSTENBELASTING
ECONOMIE VMBO 3 VMBO TL
1
Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1: Box 1 berekenen Hoofdstuk 2: Box 3 berekenen Hoofdstuk 3: Alles bij elkaar Hoofdstuk 4: Handleiding Goltstein programma
3 4 6 8 11
2
Inleiding In deze lessenreeks gaan we het hebben over de inkomstenbelasting. Tijdens jullie eindexamen kan er namelijk een vraag in het examen economie voorkomen dat jullie de te betalen inkomstenbelasting moeten gaan berekenen volgens een bepaalde casus. Om jullie hier zo goed mogelijk op voorbereid te zijn beginnen we in leerjaar 3 al met een aantal onderdelen daarvan. In jaar 4 ga je de gehele lijn in elkaar zetten met behulp van casussen om zo goed mogelijk voorbereid het centraal eindexamen economie in te gaan. Dit onderdeel valt onder de verrijkingsstof en is daarom wat pittiger dan andere stof die we het afgelopen jaar behandeld hebt. Door veel te oefenen en goed de lessen te volgen en de aantekeningen over te nemen die de docent op het bord schrijft kan je al een heel eind komen! De planning van de lessen ziet ongeveer zo uit: Les Les Les Les
1: 2: 3: 4:
Box 1 schrijventarief Box 3 berekenen Complete inkomstenbelasting (box 1 en 3) Golstein programma boxenstelsel (tabblad belastingstelsel HAVO)
In de eerste les beginnen we met een kleine introductie. Wat is de grote lijn van de inkomstenbelasting. Wij zoemen alleen in op box 1 en 3. Deze moet je ook kunnen voor je eindexamen. Je zult in deze serie ervaren waarom. Tevens gaan we kijken naar hoe box 1 berekent wordt. In de tweede les komen we heel even terug op wat we de vorige les hebben gedaan en gaan dan meteen door naar het berekenen van box 3. Hoe dat allemaal in zijn werk gaat leer je daar. In les 3 proberen we het complete systeem te bekijken. Hoe ziet dat eruit. Welke stappen moet ik allemaal zetten om tot het eindresultaat te komen. Dit komt verder aan bod in leerjaar 4. We beginnen hier met een stukje theorie en gaan dan stap voor stap door de theorie heen. In leerjaar 4 krijg je een casus en daar moet je zelf de stappen zetten, hier zijn de stappen nog voor jullie aangegeven! In de laatste les gaan we achter de computer bezig met het simulatieprogramma van uitgeverij goltstein. Dit is op HAVO niveau geschreven, maar is heel goed behapbaar voor jullie, mits je natuurlijk goed hebt opgelet tijdens de lessen! Ik wens jullie veel succes tijdens deze lessenserie De docenten economie
3
Hoofdstuk 1 Box 1 Inkomen uit werk en woning Indeling Het belastingstelsel kent die soorten belastbare inkomens. Ieder inkomen is ondergebracht in een aparte box met ieder een eigen belastingtarief. Box 1: inkomen uit werk en woning De belangrijkste onderdelen van het inkomen uit werk en woning zijn: - loon, - pensioen, - sociale uitkeringen - eigenwoningforfait (bijtelpost) - resultaat uit overige werkzaamheden Van het inkomen mogen uitgaven in mindering worden gebracht voordat de belasting berekend wordt over het inkomen uit werk en woning (box 1) De belangrijkste aftrekposten zijn: - hypotheekrente aftrek - reisaftrek openbaar vervoer - kinderopvang Het tarief van box 1 varieert. Dit komt door het progressieve schrijventarief. Schijf
1e 2e 3e 4e
schijf schijf schijf schrijf
Belastbaar inkomen meer dan € 19.645 33.363 55.991
Maar niet meer dan
Belasting percentage
Totaal schrijven
€19.645 33.363 55.991
37% 42% 42% 52%
€ 7.268 € 13.029 € 22.532
Tabel 1: tarieven box 1, 2013 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/belastingtarieven/inkomstenbelasting/tarieven
Box 2: Inkomen uit aanmerkelijk belang Er is sprake van aanmerkelijk belang als iemand 5% of meer van de aandelen van een BV of NV bezit. Dit zijn meestal de directeurgrootaandeelhouders. Het inkomen bestaat uit dividend en koerswinst. Met deze box gaan we in deze lessenreeks niets doen. Box 3: Inkomen uit sparen en beleggen De meest voorkomende onderdelen zijn: - inkomen uit aandelen, obligaties en spaargeld, - onroerende zaken, bijvoorbeeld het bezit van een twee woning (de eerste woning valt onder box 1!) Het rendement van box 3 is 4% en de belasting over dat rendement is 30%
4
Opgave 1: Welke box werkt met een progressief belastingstelsel? Geef een toelichting. Opgave 2: Wat hoort in welke box? Kies uit: loon, 5% aandelen van BV, tweede woning, spaargeld, aandelen, eerste woning. Box 1: Box 2: Box 3: Opgave 3: De meeste mensen hebben niet met box … te maken. Geef een toelichting. Voorbeeld schijventarief Jeffrey heeft een belastbaar inkomen van €30.500. Hoeveel bedraagt de belasting uit box 1? Schijf 1 Schijf 2
Deze zit helemaal vol (tot €19.645) € 30.500 – € 19.645 = €10.855 x 0,42 =
€ 7.268 € 4.449
Je mag de bedragen naar jouw voordeel afronden naar beneden!
---------------
Totaal
+
€ 11.717
Opgave 4: Bereken de inkomstenbelasting bij een belastbaar inkomen uit werk en woning van: a. € 11.800 b. € 39.615 c. € 59.900 Extra oefenen? Maak de opgaven uit het rekenboek paragraaf 7.1 (p.72-73). Hier ga je precies hetzelfde doen zoals je bij opgave 4 heb geoefend. Snap je het even niet, lees dan nog eens goed de uitleg hierboven of pak de uitlegpagina uit het rekenboek erbij.
5
Hoofdstuk 2 Box 3 Inkomen uit sparen en beleggen De belastingdienst gaat ervan uit dat je in box 3 een rendement hebt van 4%. Over dit veronderstelde rendement wordt 30% belasting geheven. Dit wordt de vermogensrendementsheffing genoemd. De gemiddelde waarde wordt berekend door de waarde aan het begin van het jaar en de waarde van het eind van het jaar op te tellen en te delen door 2. Waarde 1 januari + waarde 31 december 2 Van de waarde van de bezittingen mag je de schulden die je gemaakt hebt om de aandelen, obligaties, onroerende zaken te kopen in mindering brengen. Bovendien geldt per persoon een vrijstelling van 21.139 euro. Wanneer je getrouwd bent heb je recht op 2 keer de vrijstelling. Goederen voor persoonlijk gebruik zoals boot, caravan, auto, inrichting van een huis tellen niet meer voor box 3. Voorbeeld A: Op 1 januari bedraagt de waarde van de aandelen 15.700 en het saldo van het spaargeld is 578 euro. Op 31 december is de waarde van de aandelen gedaald tot 12.000 euro en het saldo van het spaargeld bedraagt 736 euro. Bereken de gemiddelde waarde. Oplossing: {(15.700 + 578) + (12.000 + 736)} : 2 = 14.507 euro Voorbeeld B: Joep, alleenstaand, heeft enige jaren geleden een hoofdprijs in een loterij gewonnen. Na een wereldreis gemaakt te hebben, heeft hij nu 385.000 euro over. Van dit geld heeft hij een tweede huis gekocht van 290.000, de gemiddelde waarde van obligaties die hij heeft gekocht bedraagt 45.000 euro en de rest heeft hij belegd in aandelen. Bereken voor Joep het inkomen uit sparen en beleggen. Waarde tweede woning en beleggingen Algemene vrijstelling Inkomende uit sparen en beleggen Vermogensrendementsheffing
385.000 21.139 363.861 à 4% v. 363.861 = 14554 30% v. 14554 = 4.366 euro
Je mag bedragen in eigen voordeel naar beneden afronden
6
Nu gaan we eens stoeien met een aantal opgaven Opgave 1: Joost heeft in het begin van het jaar aandelen ter waarde van 11.000 euro en een bedrag van 1.150 euro op zijn spaarrekening. In de maand maart koopt Joost voor 540 euro aan aandelen en op 30 december koopt hij nog aandelen ter waarde van 3500 euro. a. Hoe groot is het belegd vermogen aan het begin van het jaar? b. Hoe groot is het belegd vermogen aan het eind van het jaar? c. Wat is de gemiddelde waarde? Opgave 2: Bereken de vermogensrendementsheffing die berekend wordt over het rendement uit sparen en beleggen, als het rendement is: a. 5.640 euro b. 11.755 euro c. 760 euro Opgave 3: Bereken het inkomen uit sparen en beleggen en de vermogensrendementsheffing. a. Ellen is getrouwd met Pim, Zij heeft belegd in aandelen en obligaties. Deze aandelen en obligaties hebben een gemiddelde waarde van 154.000 euro. Zij heeft om de aandelen en obligaties te kunnen kopen 56.700 geleend. b. André bezit een tweede woning ter waarde van 236.000 euro en aandelen met een gemiddelde waarde van 24.950 euro. André is getrouwd en heeft voor het kopen van het tweede huis een bedrag geleend van 145.200 euro Extra oefenen? Maak de opgaven uit het rekenboek paragraaf 7.2 (p.74-75). Hier ga je precies hetzelfde doen zoals je bij opgave 3 heb geoefend. Snap je het even niet, lees dan nog eens goed de uitleg hierboven of pak de uitlegpagina uit het rekenboek erbij.
7
Hoofdstuk 3 Box 1 + Box 3 Het hele overzicht compleet In deze les gaan we eens even alles bij elkaar brengen wat we de afgelopen lessen hebben geleerd en daar laten we het bij. In leerjaar 4 gaan jullie verder met de casussen en ontdekken jullie nog meer, zorg er dus voor dat je ook deze les snapt! Om even een goed overzicht te krijgen staat hieronder een schema. Bestudeer dit schema eens aandachtig en beantwoord dan de vragen. Brutoloon Aftrekposten – Bijtelposten + = Belastbaar inkomen werk en woning (box 1) à schrijventarief op toepassen Gemiddeld saldo Heffingsvrij bedrag – = Belastbaar inkomen sparen en beleggen (box 3)à 4% en dan nog eens 30% Box 1 Box 3 + Heffingskortingen – = Te betalen inkomstenbelasting Opgave 1: Kees had berekend dat hij over het afgelopen jaar in box 1 12.650 belasting verschuldigd was. In box 3 kwam hij uit op 164 euro belasting. Kees heeft recht op een totale heffingskorting van 1960 euro. Hoeveel belasting moet Kees daadwerkelijk betalen over het afgelopen jaar? Opgave 2: Roel ziet op de jaaropgaaf van haar werkgever dat er vorig jaar 1657 euro aan loonheffing op haar loon is ingehouden. Als hij na afloop van dat jaar de inkomstenbelasting berekent, komt hij uit op een bedrag van 1589 euro. Krijg Roel nog geld terug of moet hij nog bijbetalen? Bereken het bedrag en schrijf erbij of het geld terug of bijbetalen wordt. Extra oefenen? Maak de opgaven uit het rekenboek paragraaf 7.3 (p.76-77). Hier ga je precies hetzelfde doen zoals je bij opgave 1 en 2 hebt geoefend. Snap je het even niet, lees dan nog eens goed de uitleg hierboven of pak de uitlegpagina uit het rekenboek erbij.
8
Vanaf volgend jaar gaan we bezig met een casus. Om dat te kunnen moet je nog wel even het belastbaar inkomen uit box 1 kunnen berekenen. Dit hebben we naar voren geschoven om jouw even te laten oefenen met het schrijventarief. Als we het schema er even bij pakken zien we het volgende: Brutoloon Aftrekposten – Bijtelposten + = Belastbaar inkomen werk en woning (box 1) à schrijventarief op toepassen We hebben 1 bijtelpost, dat noemen we het eigen woningforfait. Bekijk eens het rekenvoorbeeld hieronder en de tabel die erbij vernoemd wordt. meer dan € 12.500 € 25.000 € 50.000 € 75.000
niet meer dan € 12.500 € 25.000 € 50.000 € 75.000 € 1.040.000
€ 1.040.000
-
0% 0,20% 0,35% 0,45% 0,60% € 6.240 + 1,30% van de waarde van de woning boven € 1.040.000
De WOZ-waarde van de eigen woning is: € 279.000. Het percentage waarmee je het eigenwoningforfait berekent is: 0,60. De berekening van uw eigenwoningforfait is dan als volgt: € 279.000 x 0,006 = € 1.674. Opgave 3: Bereken het eigenwoningforfait als de woning voor de WOZ een waarde heeft van: a. 24.000 b. 39.300 c. 145.600
9
Dan hebben we, naast bijtelposten, ook aftrekposten. Deze posten verlagen dus ons belastbaar inkomen uit werk en woning. Een van deze aftrekposten is de aftrekpost reiskosten openbaar vervoer. Afstand enkele reis meer dan niet meer dan 0 km 10 km 15 km 20 km 30 km 40 km 50 km 60 km 70 km 80 km Maximaal af
10 km 15 km 20 km 30 km 40 km 50 km 60 km 70 km 80 km 90 km te trekken bedrag
4 dagen of meer €0 € 436 € 582 € 974 € 1.207 € 1.574 € 1.751 € 1.943 € 2.008 € 2.036 € 2.036
Ga je drie, twee of een dag per week met het openbaar vervoer naar je werk, dan is de aftrek: Drie dagen 75% van het aangegeven bedrag Twee dagen 50% van het aangegeven bedrag Een dag 25% van het aangegeven bedrag Opgave 4: Bereken de aftrekpost reiskosten openbaar vervoer a. enkele reisafstand 42 km, 4 dagen per week b. enkele reisafstand 100 km 5 dagen per week c. enkele reisafstand 9 km 5 dagen per week d. enkele reisafstand 61 km 2 dagen per week e. enkele reisafstand 12 km, 3 dagen per week
10
Hoofdstuk 4 Goltstein Herhaling box 1 In deze les gaan we bezig met het Excel programma van uitgeverij Goltstein. Start je computer op en open de map van Goltstein in de ELO. Zoek daar naar het bestand “Goltstein Herverdelen.xls”. 1. 2. 3. 4. 5.
Open het bestand Goltstein Herverdelen.xls Vul daar je versienummer in, dit is in dit geval het getal 1 Vul je naam in, die weet je al het goed is zelf. En vul als laatst je klas in. Sla het bestand op je eigen schijf op onder een zelfgekozen naam. GA DUS NIET HET ORGINELE BESTAND OPSLAAN!!!! 6. Ga naar het tabblad belastingstelsel HAVO en volg de aanwijzingen Ben je klaar met dit tabblad, laat het dan eerst door je docent controleren Na de controle sluit je het programma af en ga je bezig met leren voor het proefwerk. Veel succes met de toets! Laat je ook nog even een reactie achter bij jouw docent hoe wat jij vond van dit programma. Wij horen graag jouw mening hierover.
Vraag de oefentoets aan je docent!
11