17-4-2014
Onderwerpen:
Korte uitleg heffingssysteem inkomstenbelasting Korte uitleg heffingssysteem vennootschapsbelasting Vrijstellingen en heffingskortingen Aflossen eigenwoningschuld Familielening eigen woning Sparen in de B.V.
2
Wet op de inkomstenbelasting 2001 Voor wie? ↓ Subjectieve belastingplicht Natuurlijke personen ↓ In Nederland woonachtig → binnenlands belastingplichtige Niet in Nederland woonachtig → buitenlands belastingplichtige
3
1
17-4-2014
Waarover wordt geheven? ↓ Objectieve belastingplicht Binnenlands belastingplichtigen → wereldinkomen Buitenlands belastingplichtigen → Nederlands inkomen
4
Boxen systeem Inkomen wordt belast in drie verschillende boxen Box 1:
Inkomen uit werk en woning
- winst uit onderneming - loon - resultaat uit overige werkzaamheden - periodieke uitkeringen - eigen woning - ,,
5
Tarief box 1:
progressief
Tot AOW leeftijd:
1e schijf
belastbaar inkomen
% heffing
uit werk en woning
belasting
€ 19.645
2e schijf
€ 13.718
3e schijf
€ 23.168
belasting premie
totaal
+
31,15%
36,25%
€ 7.120
10,85%
+
31,15%
42,00%
€ 5.761
42,00
+
-
42,00%
€ 9.730
52,00%
+
-
52,00%
5,10%
€ 33.363
€ 12.881
€ 56.531 4e schijf
€ 22.611
meerdere boven
€ 56.531
6
2
17-4-2014
Tarief box 1:
progressief
Vanaf AOW-leeftijd: 1e schijf
belastbaar inkomen
% heffing
uit werk en woning
belasting
2e schijf
€ 13.718
3e schijf
€ 23.168
belasting premie
totaal
+
13,25%
18,325%
€ 3.603
10,85%
+
13,25%
24,10%
€ 3.352
42,00%
+
42,00%
€ 9730
€ 19.645
5,10%
€ 33.363
€ -
€ 56.531 4e schijf
6.908
€ 16.638
meerdere boven
€ 56.531
52,00%
+
-
52,00%
7
Box 2:
Aanmerkelijk belang
Aanmerkelijk belang? Aandeelhouder voor ten minste 5% van het geplaatste kapitaal in een vennootschap met een in aandelen verdeeld kapitaal In praktijk: de B.V. Wat wordt belast? - Dividend - Verkoopwinst aandelen Tarief: 25% → 2014: tijdelijke verlaging tarief 22% (max. over € 250.000, bij partners max. 2x)
8
Box 3:
Inkomen uit sparen en beleggen
Wat wordt belast? Voordeel uit sparen en beleggen → forfaitair rendement 4% Grondslag berekening: rendementsgrondslag per 1 januari (peildatum) Wat behoort tot rendementsgrondslag?
Bezittingen verminderd met schulden
9
3
17-4-2014
Bezittingen: - onroerende zaken (tweede huis, verhuurd pand) - rechten die op onroerende zaken betrekking hebben - roerende zaken niet bestemd voor persoonlijk gebruik of verbruik + roerende zaken die wel voor persoonlijke doeleinden worden gebruikt maar als belegging worden aangehouden - rechten op roerende zaken - vorderingen, geld en overige vermogensrechten met waarde in het economisch verkeer, denk bijvoorbeeld aan aandelen, banktegoeden
10
Schulden: Zijn verplichtingen met waarde in het economisch verkeer. Denk bijvoorbeeld aan een geldlening Uitgesloten schulden: belastingschulden m.u.v. erfbelasting
11
Tarief: 30% Voorbeeld Rendementsgrondslag is € 100.000 Forfaitair rendement 4%
→
4% * € 100.000 = € 4.000
Belasting: € 4.000 * 30% = € 1.200 Effectieve belasting: 1,2% van het vermogen
12
4
17-4-2014
Bond voor Belastingbetalers Proefprocedure Strijd met artikel 1 Protocol EVRM (recht op ongestoord genot van eigendom) Kansrijk?
13
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 Voor wie? ↓ Subjectieve belastingplicht Rechtspersonen (bijvoorbeeld B.V., N.V., coöperaties, maar ook stichtingen en verenigingen) ↓ In Nederland gevestigd → binnenlands belastingplichtige Niet in Nederland gevestigd → buitenlands belastingplichtige
14
Waarover wordt geheven? ↓ Objectieve belastingplicht
Binnenlands belastingplichtigen → belastbare winst Buitenlands belastingplichtigen → belastbare Nederlandse inkomen
15
5
17-4-2014
Tarief: 1e schijf 2e schijf
€ 200.000 > € 200.000
20,00% 25,00%
Voorbeeld: Winst B.V. Vpb 20% Netto resultaat
€ 100.000 € 20.000 € 80.000 → naar algemene reserve
€ 40.000
Uitkering netto winst naar aandeelhouder → dividenduitkering
16
Gevolg Aandeelhouder is vennootschap → deelnemingsvrijstelling, geen extra heffing vennootschapsbelasting Aandeelhouder is natuurlijk persoon met aanmerkelijk belang ↓ Belastingheffing in box 2: 25% * € 80.000 = € 20.000 (2014: 22% = € 17.600) Cumulatief: € 20.000 + € 20.000 = € 40.000 Gecombineerde belastingdruk derhalve 40%
17
Vrijstellingen en heffingskortingen Rendement op spaargeld in box 3 is laag Voorbeeld Spaarrekening bij de bank van € 100.000 Rente 1,5% is € 1.500 Box 3 heffing van 1,2% is € 1.200 Resteert: € 1.500 - € 1.200 = € 300 Effectieve belastingdruk is 80% (80% * 1,5% = 1,2%) Maak gebruik van vrijstellingen en heffingskortingen
18
6
17-4-2014
Heffingsvrij vermogen:
€ 21.139
Partners → 2 x € 21.139 Ouderentoeslag → verhoging van heffingsvrij vermogen Bedoeld voor belastingplichtigen met vermogen maar laag inkomen Vermogen maximaal € 279.708 (partners € 559.416) Bij inkomen werk en wonen: meer dan
maar niet meer dan
ouderentoeslag
-
€ 14.302
€ 27.984
€ 14.302
€ 19.895
€ 13.992
€ 19.895
-
nihil
19
Welke extra mogelijkheden zijn er? Groene beleggingen → aandelen in, winstbewijzen van en geldleningen verstrekt aan aangewezen groene fondsen Gaat feitelijk om projecten gericht op bescherming van het milieu, waaronder natuur en bos Hoogte vrijstelling → € 56.420 per belastingplichtige ↓ bij partner: max. € 112.840 Heffingskorting: 0,7% Totale fiscale voordeel 1,2% + 0,7% = 1,9% * € 112.840 = € 2.144 (naast fondsrendement)
20
Welke extra mogelijkheden zijn er? Voorwerpen van kunst en wetenschap Tenzij deze hoofdzakelijk als belegging dienen,.. Bewijslastverdeling? Belastingplichtige t.a.v. voorwerp van kunst of wetenschap Inspecteur t.a.v. beleggingsoogmerk Voordeel: 1,2% waarde voorwerp van kunst of wetenschap
21
7
17-4-2014
Aflossen eigenwoningschuld? Voorbeeld Eigen woning WOZ-waarde € 500.000 Hypotheek € 50.000, rente 5% Banktegoeden box 3 € 150.000, rente 1,5% Eigenwoningforfait € 500.000 * 0,7% = Aftrek hypotheekrente € 50.000 * 5% = Saldo eigen woning Aftrek geen of geringe eigenwoningschuld Belastbare inkomsten uit eigen woning
€ € € € €
3.500 2.5001.000 1.00000
22
Betaalde rente leidt feitelijk niet tot fiscale aftrek / belastingvoordeel Opbrengst banktegoeden: Banktegoeden € 150.000 * 1,5% Af: heffing box 3 € 150.000 * 1,2% Resteert
€ 2.250 € 1.800€ 450
Totaal Betaalde hypotheekrente Ontvangen rente Betaalde box 3 heffing Totale kosten
€ € € €
2.500 2.2501.800 2.050
23
Hypotheek wordt afgelost met banktegoed in box 3 Opbrengst banktegoeden: Banktegoeden € 100.000 * 1,5% Af: heffing box 3 € 100.000 * 1,2% Resteert
€ 1.500 € 1.200€ 300
Totaal Betaalde hypotheekrente Ontvangen rente Betaalde box 3 heffing Totaal kosten
€ 0 € 1.500€ 1.200 € 300-
Kortom: er blijft geld over,.
24
8
17-4-2014
Ook in geval waarin betaalde hypotheekrente na aftrek eigen woningforfait tot een aftrekpost leidt, kan aflossen voordeel opleveren Vuistregel Netto hypotheekrente > netto rendement box 3 → aflossen overwegen Voorbeeld Rente 5% * 52% = 2,6% → 2,4% netto → box 3: 3,6% Rente 5% * 42% = 2,1% → 2,9% netto → box 3: 4,1% Rente 5% * 36,25% = 1,8% → 3,2% netto → box 3: 4,4% Bij berekening wel rekening houden met eigen woning forfait
25
Familielening eigen woning Praktijk: veelal tussen ouders en kinderen, waarbij ouders veel liquide middelen hebben Voordelen - hogere rente realiseren op spaargeld in box 3 - rente aftrek bij geldnemer - mogelijkheid compensatie rente middels schenking - marge van de bank blijft binnen de familie Voorbeeld Kind leent bij bank € 300.000 tegen 5%. Ouders hebben een spaarrekening waarop 2% rente wordt ontvangen. Door middel van familiehypotheek kan de marge van de bank van € 9.000 binnen de familie gehouden worden
26
Fiscaal voordelig rente zo hoog mogelijk te houden Bij kind is rente aftrekbaar (box 1 eigen woning), bij ouders blijft rente onbelast (vordering box 3) Kind afsluitprovisie laten betalen → deze is tot 1,5 procent van de schuld (maximaal €3.630) voor kind fiscaal aftrekbaar en bij ouders niet belast Extra rentevergoeding voor ouders aan kind schenken Let op! Kind moet rente daadwerkelijk betalen Eventueel eerst schenken daarna betalen Maatwerk
27
9
17-4-2014
Sparen in de B.V. Alternatief voor sparen in box 3 Voorbeeld Spaargeld € 800.000 Rente 2%, box 3 heffing 1,2% Netto resteert 0,8% is € 6.400 Overhevelen naar andere box levert bij lage rentestanden voordeel op
28
Hoe? Oprichten B.V. / gebruikmaken van bestaande B.V. Overhevelen spaargeld ten titel van storting aandelenkapitaal/agio Hoe werkt e.e.a. uit?
29
Voorbeeld Spaargeld € 800.000 Rente 2%, kosten B.V. € 750 VPB-tarief 20% Box 3 heffing 1,2% Aanmerkelijk belangheffing 25% Heffing in B.V. en uitdeling naar privé Opbrengst € 800.000 * 2% = € 16.000 Kosten € 750 Vpb hierover: 20% * (€ 16.000 - € 750) = € 3.050 Saldo naar algemene reserve Aanmerkelijk belangheffing: € 12.200 * 25% = € 3.050
30
10
17-4-2014
Per saldo resteert derhalve € 9.150 Heffing indien box 3 Opbrengst € 800.000 * 2% Af: box 3 heffing 1,2% Netto
= € 16.000 = € 9.600 € 6.400
Verschil met gecombineerd VPB/AB: € 9.150 - € 6.400 = € 2.750 Stel 5 jaar → totale voordeel € 13.750
31
Jojo-constructie → variant op sparen in de B.V. Hoe werkt dat? Stap 1
: 28 december, jaar 1: vermogen inbrengen in B.V.
Stap 2
: 2 januari, jaar 2: vermogen weer terugbetalen
Stap 3
: 28 december, jaar 2: vermogen inbrengen in B.V.
Etc.
32
Uitgaande van startdatum in 2014 krijgt men volgende schema: 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
: peildatum is al geweest (inbreng voor 2015) : jaar 1 – box 2 (gecombineerd VPB en AB) : jaar 2 – box 3, vanwege vermijding peildatum effectief tarief 0 : jaar 3 – box 2 (gecombineerd VPB en AB) : jaar 4 – box 3, vanwege vermijding peildatum effectief tarief 0 : jaar 3 – box 2 (gecombineerd VPB en AB) : jaar 6 – box 3, vanwege vermijding peildatum effectief tarief 0
Etc.
33
11
17-4-2014
Effectief wordt in jojo-scenario zo’n 50% van het rendement met VPB/AB belast (zie voorbeeld) Voorbeeld Spaargeld € 800.000 Rente 2%, kosten B.V. € 1.250 VPB-tarief 20% Box 3 heffing 1,2% Aanmerkelijk belangheffing 25%
34
vermogen ultimo rendement jaar
kosten
aantal dagen belast
VPB/ab
onttrekking
16.000
1.250
365
5.900
0
824.171
16.177
1.250
6
-394
0
833.311
16.483
1.250
365
6.093
0
849.117
16.666
1.250
6
-390
0
2019
858.557
16.982
1.250
365
6.293
0
2020
874.865
17.171
1.250
6
-387
0
2021
884.613
17.497
1.250
365
6.499
0
2022
901.439
17.692
1.250
6
-384
0
2023
911.507
18.029
1.250
365
6.712
0
2024
928.867
18.230
1.250
6
-380
0
2025
939.263
18.577
1.250
365
6.931
0
2026
957.175
18.785
1.250
6
-376
0
2027
967.911
19.143
1.250
365
7.157
0
2014
800.000
p.m.
2015
808.850
2016 2017 2018
986.392
19.358
1.250
6
-373
0
2029
2028
997.479
19.728
1.250
365
7.391
0
2030
1.016.547
19.950
1.250
6
-369
0
2031
1.027.996
20.331
1.250
365
7.632
0
2032
1.047.670
20.560
1.250
6
-365
0
2033
1.059.492
20.953
1.250
365
7.881
0
2034
1.079.793
21.190
1.250
6
-361
0
Uit bv op 2 januari van dat jaar en inbreng op 28 december van dat jaar. In dat jaar 6 dagen belastbaarheid VPB.
35
Vergelijking box 3 en box 3 Jojo Startbedrag in box 3, vlak voor jaarultimo over te hevelen naar bv Start in jaar Prognose koersstijging beleggingen Prognose rente/dividend Jaarlijkse kosten bv Jaarlijkse kosten bv inclusief kosten Jojo Tarief box 3 VPB-tarief IB-tarief box 2
800.000 2014 0,00% 2,00% 750 1.250 1,20% 20,00% 25,00%
5 jaar box 3 bv regulier Jojo bv
832.516 847.238 858.557
10 jaar box 3 bv regulier Jojo bv
866.354 898.377 928.867
15 jaar box 3 bv regulier Jojo bv
901.567 953.741 997.479
20 jaar box 3 bv regulier Jojo bv
938.211 1.013.678 1.079.793
36
12
17-4-2014
Bestrijding jojo-constructie door fiscus? Niet mogelijk → wettekst laat deze constructie toe Eigen bijdrage AWBZ → overheveling vermogen box 3 naar box 2 heeft invloed op hoogte eigen bijdrage AWBZ /WMO Rapport commissie Dijkhuizen → forfaitair rendement voor box 2 vermogen van 2,4% Maatwerk
37
Vragen? Guido Evers
0413 – 49 11 08
[email protected]
Ben van der Aa
0413 – 49 11 25
[email protected]
Johan den Otter 0413 – 49 11 18
[email protected]
38
13