auditing 1.
Inleiding - wat is audit – interne en externe audit
2.
Soorten audit
3.
Kernelementen van een auditproces
4.
Fases van het auditproces
5.
Materialiteit en risico
6.
Auditsegmentering
7.
Controledoelstellingen
8.
Controlemiddelen
9.
Controletechnieken
10. Auditrapport 11. Het beroep van bedrijfsrevisor 12. Corporate Governance 1
auditing Inleiding - wat is audit? – externe en interne audit Wat? een discipline omvattende controle-activiteiten • de controle van de jaarrekening • de controle van de bedrijfsefficiëntie • de controle op de naleving van de bedrijfsobjectieven deze controlefunctie kan zowel intern als extern uitgeoefend worden EXTERNE AUDIT = controle van de jaarrekening met als doel eens deskundig oordeel te vormen over het feit of deze jaarrekening een juist en getrouw beeld weergeeft van de werkelijkheid ‘a true and fair view’ Æ externe auditor = revisor INTERNE AUDIT = geheel van controle-activiteiten binnen de onderneming, omvattende de financiele audit, operationele audit en management-audit Æ int. auditor
2
1
auditing
ICS – intern controle systeem
Interne controle = alle maatregelen door ondernemingen genomen om : •
haar activa te beveiligen en fraude te voorkomen
•
de naleving van de wetgeving-reglementeringen-procedures te garanderen
•
de vastgelegde ondernemingsdoelstellingen te bereiken
•
de juistheid van de financiele en operationele informatie te vrijwaren
•
de efficientie van haar operaties te verzekeren
tot deze maatregelen en methoden gericht op IC behoren : • aangepaste organisatie (functiescheiding, goedkeuringsprocedures, …) • aangepaste administratieve organisatie (docum.stroom en procedures, …) • budegettering
1 ste orde
• interne financiële en managementsrapportering • een onafhankelijke interne auditfunctie
2 de orde 3
auditing
AUDITING = CONTROLE VAN DE TWEEDE ORDE ¾
VERZAMELEN VAN INFORMATIE NADAT GEBEURTENISSEN HEBBEN PLAATSGEHAD
¾
DOOR EEN ONAFHANKELIJKE CONTROLEUR
CONTROLE VAN DE EERSTE ORDE ? ¾
BIJSTUREN TERWIJL DE GEBEURTENISSEN PLAATS HEBBEN
¾
MEESTAL DOOR EEN HIERARCHISCHE MEERDERE
4
2
auditing
INTERNE
EXTERNE
doel ? ten behoeve van … wie ? nazicht ics … onafhankelijk t.o.v. … rapporteert aan … controle: permanent? graad detail? preventie vs repressie
5
auditing
INTERNE
EXTERNE
doel ? ten behoeve van …
ondernemingsleiding
maatschappelijk verkeer
wie ?
personeelslid
onafhankelijke deskundige
nazicht ics …
ter verbetering van bestaande systeem en naleving procedures
bepaalt omvang van externe controlewerkzaamheden
onafhankelijk t.o.v. …
financiele afdeling en boekhouding
ondernemingsleiding (directie)
rapporteert aan …
top-management
aandeelhouders
controle: permanent?
permanente control-opdracht
periodieke controle-opdracht
graad detail?
gedetailleerd
steekproefgewijs
preventie vs repressie
preventief
repressief
6
3
auditing wat is auditing ? = een synoniem voor controle meestal : controle m.b.t. externe financiële verslaggeving Auditing is 1) een systematisch proces 2) waarbij op een objectieve manier informatie wordt bekomen en geëvalueerd 3) teneinde de overeenstemming aan te tonen tussen de geobserveerde realiteit (of de beweringen van het management) en de vastgelegde criteria of normen 4) met de bedoeling het resultaat mede te delen aan de belanghebbenden
7
auditing
1. systematisch ?
2. objectieve wijze van verzamelen en evalueren van informatie ?
3. normen ?
4. wat wordt medegedeeld ?
8
4
auditing AUDITTYPES?
financiële audit
managementaudit
overname- en fusieaudit
operationele audit
computeraudit (EDP audit)
legal audit
overeenstemmingsaudit (compliance)
due diligence
fiscale, sociale, milieu en verzekeringsaudit
9
auditing financiële audit klemtoon :
Æ verklaring bij de jaarrekening Æ verslag v. commissaris Æ verificatie van de naleving door management van
- vennootschapswetgeving - statuten
= maatschappelijke functie – belang!! - economisch belang - opleiding - bijscholing - confraternele controle revisor cfr. tekst i.v.m. Deontologie en het beroep van revisor
10
5
auditing financiële audit ACN 1.3.1
Auditor moet beoordelen of - in balans
A.
B.
(1) alle bezittingen en tegoeden voorkomen (2) deze correct gerubriceerd werden (3) ze met de nodige voorzichtigheid en met consistentie gewaardeerd werden alle schulden voorkomen voor hun werkelijk bedrag alle voorzieningen ter dekking van voorzienbare risico’s werden geboekt
- in res.rekening
alle verrichtingen van het boekjaar die moeten geregistreerd worden volledig en tijdig zijn opgenomen
- in toelichting
alle vereiste additionele informatie werd opgenomen
NIET : boekhouding overdoen WEL : voldoende zekerheid bekomen dat men een getrouw beeld heeft van het vermogen, de resultaten en de financiele positie
11
auditing operationele audit Kritische evaluatie van - administratieve procedure - accountingprocedures zijn deze procedures (1) effectief en (2) efficiënt ? Doel : aanbevelingen formuleren Criteria : de doelstellingen en normen van de onderneming/organisatie zelf vb. invoering euro
12
6
auditing overeenstemmingsaudit
management-audit
computer-audit
13
auditing speciale audits Æ due diligence
Æ overname, fusie-audit Æ legal audit Æ fiscale, sociale en milieu-audit (cfr. compliace-audit) Æ verzekeringsaudit 14
7
auditing EXTERNE AUDIT • behoort niet tot ICS • wordt uitgevoerd door personen onafhankelijk van de onderneming • bieden diensten aan : • op contractuele basis vb. due diligence • krachtens wettelijke bepalingen die toezicht vereisen = externe auditors die verklaring geven over financiele staten = commissaris Æ vennootschapsrecht - aangesteld door AVA voor 3 jaar - betrouwbaarheid jaarrekening naleving vennootschapswet én statuten - lid van IBR • beoordeling jaarrekening vereist nauwgezette auditwerkzaamheden Æ planning Æ uitvoering Æ rapportering
overeenkomstig AUDITSTANDAARDEN = CONTROLENORMEN 15
auditing KERNELEMENTEN AUDITPROCES 1. Kans op fouten beheersen en beperken. (AUDITRISICO) in planningsfaze : Æ kans op fouten in verschillende rubrieken schatten Æ op basis van schatting het aantal en aard van de audittests bepalen MATERIALITEITSGRENS = max. aantal fouten per rubriek bepalen
vooraleer opinie te wijzigen 2. Audittest :
(1) evaluatie ICS (2) test van transacties en rekeningen = verzamelen bewijsmateriaal (evidence)
4. Hypothese toetsen of jaarrekening een getrouw beeld geeft. 5. Registratie van planning – uitvoering – conclusies in werkpapieren 6. Opstellen auditverslag
16
8
auditing FASES VAN HET AUDITPROCES
FASE 1 - PLANNING FASE 2 - UITVOERING FASE 3 - AFSLUITING FASE 4 - OPVOLGING
17
auditing FASES VAN HET AUDITPROCES - FASE 1 : PLANNING waarom plannen?
Æ gericht onderzoekswerk Æ overbodig werk vermijden
1. reikwijdte bepalen : volkomen of beperkte contole? ACN 1.4.1
•
volkomen controle Behelst elke rubriek en onderrubriek van de jaarrekening. Het is een geheel van coherente opeenvolgende en op elkaar aansluitende controles. Het is geen volledige controle van alle verrichtingen. Het nazicht gebeurt d.m.v. steekproeven die methodisch en beredeneerd bepaald worden.
•
beperkte controle Kan nooit uitmonden in een verklaring over de jaarrekening. Wel : een verslag over de tussentijdse toestand. Indien geen inbreuken worden vastgesteld, dan wordt dit in negatieve vorm bevestigd.
ACN 2.3.3
ACN 1.4.3
18
9
auditing FASES VAN HET AUDITPROCES - FASE 1 : PLANNING
2. voorafgaandelijk het auditrisico inschatten •
AUDITRISICO ? Æ kans op niet ontdekken van fouten gevolg: foute conclusie = verkeerd auditrapport
•
inschatten via risico-model Æ 1. risico-domeinen identificeren 2. middelen concentreren waar risico het grootst is
3. samenstellen auditteam 1 of meer auditors multidisciplinair werken?
- EDP-auditor - statisticus - actuaris - milieudeskundige - fiscale experts 19
auditing FASES VAN HET AUDITPROCES - FASE 1 : PLANNING
4. voorbereiden auditprogramma auditprogramma = blauwdruk van de uit te voeren werkzaamheden •
bevat :
- doelstellingen en reikwijdte - risicovolle domeinen - te bezoeken afdelingen/personen - voorbereiding interviews
•
info over
- welke auditmaatregelen - wie uit auditteam wat zal doen - welke steekproeven/steekproeftechniek/omvang - tijdstip procedures
20
10
auditing FASES VAN HET AUDITPROCES - FASE 1 : PLANNING
5. materiële voorbereiding •
nazicht van vorige auditdossiers • • •
permanent dossier jaardossier financiële audit vroegere operationele auditdossiers
waarom ? = kennismaking met het dossier = laat toe aan te duiden welke elementen moeten bijgewerkt worden •
aankondigen van de audit (behalve bij fraude-onderzoek)
•
vastleggen budget in aantal manuren per medewerker
•
letter of engagement (aanvaarding opdracht, doel en reiktwijdte, honorarium, termijnen, verantwoordelijkheid management, vrije toegang, afspraken m.b.t. practische organisatie, …)
•
letter of representation (volledigheidsverklaring)
21
auditing FASES VAN HET AUDITPROCES - FASE 2 : UITVOERING
•
wordt bepaald door het type audit
•
financiële audit :
vb. financiele vs operationele audit
1) studie en evaluatie van het ICS 2) uitvoeren van directe balanstest • • •
detailtests op jaarrekening analytische tests gebeurtenissen na balansdatum [zie ‘controle-technieken’]
22
11
auditing FASES VAN HET AUDITPROCES - FASE 3 : AFSLUITING
1.
afwerking en laatste nazicht • • • •
2.
bevindingen worden samengevat via hoofdwerkpapieren een ‘to do’ lijst wordt opgesteld en uitgevoerd eindverantwoordelijk controleert eindbevindingen en parafeert elk stuk bespreekt met geauditeerde de op te nemen journaalposten indien fouten niet materieel Æ goedkeurende verklaring
auditrapport = het ultieme product =communicatie van de bevindingen 1) 2) 3)
auditrapport zelf (werkpapieren!!) verklaring bij de jaarrekening (commissarisverslag) management letter = brief met bevindingen aangaande de organisatie en het ICS
3.
rapport urenbesteding : vergelijking tussen budget en werkelijke prestaties
4.
klassement dossier : bijwerken permanent dossier/verwijderen verouderde 23 stukken
auditing FASES VAN HET AUDITPROCES - FASE 4 : OPVOLGING
bij financiële audit : auditor mag zelf geen wijzigingen doorvoeren in journalen van onderneming •
werden de voorgestelde correctiejournaalposten effectief doorgevoerd?
•
is de versie van de jaarrekening die gepubliceerd werd wel degelijk de jaarrekening die het voorwerp was van de audit?
•
hoe kan auditor dit verifiëren? hoe kan hij zich indekken in zijn auditverslag?
24
12
auditing MATERIALITEIT EN RISICO 1. MATERIALITEIT
taak van de auditor : opinie uitdrukken over de conformiteit van het auditobject met bepaalde vooropgestelde criteria
niet elke waargenomen niet-conformiteit is relevant of materieel
definitie materialiteit (FASB) “de grootte van een weglating of van een fout in accountinginformatie die, naar gelang de omstandigheden, het waarschijnlijk maakt dat het oordeel van een redelijk persoon die vertrouwt op deze informatie, zou veranderen of beïnvloed worden door de weglating of de fout”
het materialiteitsniveau is situatiegebonden zowel kwantitatieve als kwalitatieve factoren zijn bepalend 1) kwantitatieve elementen 2) kwalitatieve elementen 25
auditing
voorbeeld : materialiteitsniveau : 1% balanstotaal Rubriek
Saldo
%
Materiele Vaste activa
10.000.000
50
Voorraden
6.000.000
30
Vorderingen < 1 J.
3.000.000
15
Liquide middelen
1.000.000
5
Totaal
20.000.000
100
Rubriek
Allocatie van de materialiteit Scenario A
%
Scenario B
%
Materiele Vaste activa
100.000
50
136.000
68
Voorraden
60.000
30
40.000
20
Vorderingen < 1 J.
30.000
15
20.000
10
Liquide middelen
10.000
5
4.000
2
Totaal
200.000
100
200.000
100 26
13
auditing MATERIALITEIT EN RISICO
Het materialiteitsniveau wordt bepaald voor de jaarrekening in haar geheel. Maar de controle gebeurt segmentair (cycli)! Werkwijze : materialiteitsniveau bepalen per rekening/rubriek afzonderlijk = de aanvaardbare afwijking per rekening (tolerable misstatement)
de gevonden afwijking vergelijken met aanvaardbare afwijking bij materiële afwijkingen Æ voorstel tot AJE of RJE
na afloop : alle niet-gecorrigeerde afwijken aggregeren én bepalen of globale materialiteitsgrens wordt overschreden Î bepaalt type auditverslag 27 AJE: adjustement Journal Entry – RJE: reclassification Journal Entry
auditing MATERIALITEIT EN RISICO 2. AUDITRISICO
Risico verwijst naar onzekerheden. Hoe goed ook de audit gepland en uitgevoerd wordt, de auditor kan nooit volledige zekerheid hebben over de juistheid van de opinie (auditverslag) die hij verstrekt. Audit geeft ‘redelijke zekerheid’ over getrouw beeld (“a reasonable assurance”)
Auditrisico = kans dat auditor een foute conclusie trekt en dus een verkeerd auditrapport verstrekt.
Auditor gaat risico inschatten en beperken door het hanteren van risicomodellen. (meer middelen daar waar kans op afwijkingen het grootst is)
28
14
auditing MATERIALITEIT EN RISICO 2.1 algemeen auditrisico audit = stochastisch proces Æ kansvariabele is jaarrekening Æ juist/fout bronnen van onzekerheid : o.a. - incompetentie bewijsmateriaal - effectiviteit ICS - effectiviteit van de gekozen audittests Auditor kan werken via statistische hypothese-toetsing. 1. hypothese formuleren omtrent juistheid jaarrekening (H0) 2. bewijsmateriaal (evidence) zoeken 3. op basis van bewijsmateriaal de hypothese aanvaarden of verwerpen type I fout : jaarrekening verwerpen terwijl ze toch een getrouw beeld geeft (=alfa-risico) type II fout : jaarrekening aanvaarden terwijl ze geen getrouw beeld geeft (=beta-risico)
29
auditing MATERIALITEIT EN RISICO 2.1
Soorten risico’s ? Æ kans op fout minimaliseren = beide risico’s meten en beheersen hoe beheersen? Æ omvang steekproeven Æ type testen : solidere testen, bewijsmateriaal vb. gevolgen voor kostprijs audit : hoe groter de steekproef, hoe solieder de testen, hoe groter de betrouwbaarheid maar hoe hoger de kostprijs optimum zoeken teneinde een aanvaardbare zekerheid te verkrijgen (reasonable assurance)
30
15
auditing MATERIALITEIT EN RISICO fouten in boekhouding 1% balanstotaal? 5% balanstotaal? 8% balanstotaal? onbekende populatieparameter 68% 95% 99%
0%
1% 2% 3%
4%
8%
10%
steekproefresultaat 31
auditing MATERIALITEIT EN RISICO 2.2 het auditrisico-model als planningtool AR = IR x CR x DR AR = auditrisico Kans dat er materiële fouten in jaarrekening voorkomen nadat auditproces is afgerond en de auditor een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud heeft afgegeven. IR = inherent risico Het risico dat samenhangt met de ondernemingsactiviteit. De kans dat er materiele fouten in de jaarrekening voorkomen (abstractie makend van het ICS) voordat de auditor de jaarrekening heeft gecontroleerd Het IR verwijst naar de “vatbaarheid” voor materiële fouten. De auditor moet de inherente risico’s in kaart brengen en adequaat de controlewerkzaamheden bepalen. vb. 32
16
auditing MATERIALITEIT EN RISICO 2.2 het auditrisico-model als planningtool AR = IR x CR x DR CR = controlerisico Kans dat materiële fouten, als die voorkomen, niet worden gedetecteerd door het ICS. De auditor moet dus het ICS kunnen inschatten. Als het ICS als onvoldoende beschouwd wordt, dan hanteert de auditor 100%. DR = detectierisico De kans dat de externe auditwerkzaamheden en de audittests de materiële fouten in de jaarrekening niet detecteren. Bij de planning van de audit wordt het DR uit het auditrisicomodel afgeleid. vb. AAR = 5% (accepted audit risc) = 95% betrouwbaarheid van jaarrekening 33
auditing MATERIALITEIT EN RISICO
34
17
auditing AUDITSEGMENTERING Bij de practische organisatie van de audit wordt de jaarrekening verdeeld in kleinere segmenten. Hierdoor wordt de audit beter beheersbaar en kunnen de werkzaamheden beter verdeeld worden onder de teamleden. Rekeningen waartussen een verband bestaat, worden ondergebracht in hetzelfde segment. Zo kan de segmentering gebeuren op basis van de transactiecycli. Alle segmenten worden afzonderlijk geauditeerd. Daarna worden de conclusies samengevoegd en op basis hiervan komt de auditor tot een eindoordeel over heel de jaarrekening.
35
auditing AUDITSEGMENTERING
SEGMENT
JOURNAAL
BALANS
verkoopcyclus verkoopboek kasboek bankboek diversenboek
V.A. VII.A. IX. VII.A. VII.A.
IX.E.1. VIII.C. IX.D.
RESULTATENREKENING Actief Handelsvorderingen Handelsvorderingen Liquide middelen Dubieuze debiteuren Geboekte waardevermind.
I.A. I.D. V.C.
Omzet Andere bedrijfsopbr. Discontokosten op vorderingen
II.E.
Waardevermind. op handelsvord.
Passief Te betalen BTW Ontvangen vooruitbetalingen Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen
aankoopcyclus
36
18
auditing CONTROLE-DOELSTELLINGEN Elk auditsegment dient te voldoen aan de negen algemene controledoelstellingen. Indien het segment niet voldoet, kan het niet goedgekeurd worden. Deze doelstellingen vormen het referentie-kader waarbinnen de auditor ewijskrachtig materiaal dient te verzamelen om zijn oordeel over de financiele staten te motiveren. Deze negen doelstellingen MOETEN in elk auditprogramma van elke financiele audit voorkomen. 1. Globale redelijkheid Vooraleer de audit te starten vormt de auditor zich een oordeel omtrent de redelijkheid van de in de jaarrekening opgenomen informatie. Hoe? observatie, inlichtingen inwinnen bij klanten, derden analytische testen
37
bestaanscontroles
auditing 2. Rechtmatigheid of validiteit De auditor gaat na of alle informatie/bedragen die in de jaarrekening werden opgenomen wel degelijk mochten worden opgenomen. Wanneer de kans op overschatting hoog geacht wordt, dan zal aan deze controle veel belang gehecht worden. Het is de bedoeling fictieve transacties op te sporen. Alternatieve benaming: positieve controle of juistheidscontrole vb.
3. Volledigheid De auditor gaat na of alle informatie/bedragen die in de jaarrekening zouden moeten opgenomen worden, daadwerkelijk werden opgenomen. Wanneer de kans op onderschatting hoog geacht wordt, dan zal aan deze controle veel belang gehecht worden. Alternatieve benaming: negatieve controle vb. 38
19
auditing 4. Eigendom Activa en passiva kunnen wel voorkomen, maar het is wel vereist dat ze ook eigendom zijn van de onderneming vooraleer ze mogen opgenomen worden in de rekeningen. Activa die geen eigendom zijn mogen niet worden opgenomen. Soms voorziet de wetgeving een aangepaste rapportering. vb.
5. Waardering De auditor gaat na of alle rekeningen correct gewaardeerd zijn. Dit betekent : (a) in overeenstemming met waarderingsregels zoals bepaald door RvB en opgenomen in inventaris (b) zijn deze laatste conform de gehanteerde boekhoudwetgeving.
39
auditing 6. Classificatie Werden de transacties op de juiste grootboekrekeningen geïmputeerd en werden de grootboekrekeningen onder de juiste rubriek van de jaarrekening opgenomen. vb.
7. Cut-off Transacties dicht bij de balansdatum moeten in de juiste periode opgenomen worden. De controle op de cut-off gaat gepaard met de controle op de overlopende rekeningen en met de audit van aankopen – verkopen - voorraden.
40
20
auditing 8. Rekenkundige juistheid en accuratessecontroles 1) Berekening van afschrijvingen, waardeverminderingen, voorzieningen dienen rekenkundig juist te zijn 2) Accuratesse controles gaan de coherentie in de financiële staten verifiëren : - overeenstemming tussen balansgegevens en gegevens uit resultatenrekening - stemmen saldi uit grootboekrekeningen overeen met saldi uit sub-grootboekrekeningen 9. Openbaarmaking De auditor gaat na of alle door de wet verplichte financiële en andere informatie is openbaargemaakt en of deze gepubliceerde informatie juist en volledig is. Hij gaat na : - of de informatie opgenomen in de jaarrekening overeenstemt met de boekhouding - of de toelichting voldoende/volledig is ingevuld - of de publicatie tijdig gebeurt 41
auditing CONTROLE-DOELSTELLINGEN Op basis van de negen algemene controledoel-stellingen worden specifieke controledoelstellingen geformuleerd per auditsegment. Hierbij wordt rekening gehouden met : 1. de aard van de geauditeerde onderneming 2. het geauditeerde segment zelf 3. de risico-inschatting op het voorkomen van materiële fouten negen algemene controledoelstellingen aard van de onderneming geauditeerde segment risico-inschatting specifieke auditdoelstellingen = kern van het auditprogramma
42
21
auditing CONTROLEMIDDELEN of AUDIT-BEWIJSMIDDELEN = audit-bewijsmateriaal Welk bewijsmateriaal kan de auditor verzamelen? A. Aard en omvang De auditor beslist zelf over de aard en de omvang van het bewijsmateriaal dat hij verzamelt. Dit is functie van de gedefinieerde materialiteitsgrenzen en het ingeschatte auditrisico. ACN 2.5
ACN 2.5.1
“de bedrijfsrevisor moet voldoende bewijskrachtig controlemateriaal verzamelen, dat zijn tot uitdrukking gebrachte mening ten aanzien van de jaarrekening kan staven.
B. Bewijskracht Intern bewijsmateriaal bestaat uit bewijsmiddelen die aanwezig zijn binnen de organisatie van de geauditeerde. Extern bewijsmateriaal is verkregen via derden. Materiaal van derden en persoonlijke vaststellingen van de auditor genieten een grotere bewijskracht. Bewijsmateriaal van verschillende oorsprongdie lekaar bevestigen verschaffen grootste zekerheid.
43
auditing CONTROLEMIDDELEN of AUDIT-BEWIJSMIDDELEN ACN 2.5.4
= audit-bewijsmateriaal Welk bewijsmateriaal kan de auditor verzamelen? 1. inventarisatie – fysieke telling - identificatie van hoeveelheid/kwaliteit dr. fysieke inspectie, meting of telling - meetbare activa ? - wie voert uit? - tellingen voor het jaareinde : roll-forward-methode - tellingen na jaareinde - verschillende magazijnen - goederen in bewerking (POC - % of completion) - goederen opgeslagen bij derden, in entrepot, …
44
22
auditing CONTROLEMIDDELEN of AUDIT-BEWIJSMIDDELEN 2. confirmaties - auditor krijgt antwoord van derde waarin deze verklaart al dan niet akkoord te gaan met informatie die de auditor meedeelt - soorten - positieve en negatieve saldobevestigingen - steekproefgrootte – statistisch grootte bepalen - of 80%-20%-regel, rekeningen met geschillen, ongewone items (deb. met CS-saldo), saldi van verbonden ondernemingen, personeelsleden, directie - afloopcontrole !!! Æ auditor verliest greep op steekproef 3. boeken en verantwoordingsstukken - basis voor het documentenonderzoek van auditor - moeten aan diverse criteria voldoen vooraleer aanvaard te worden als bewijsmateriaal 45
auditing CONTROLEMIDDELEN of AUDIT-BEWIJSMIDDELEN 4. observaties
5. inlichtingen ingewonnen bij derden - inlichtingen ingewonnen bij cliënten en eventueel derden - gesprekken met personeel - letter of representation opgesteld door management
6. rekenkundig nazicht - een aantal berekeningen herdoen - vooral met betrekking tot afschrijvingen, intrestberekeningen, belastingen, … 46
23
auditing CONTROLEMIDDELEN of AUDIT-BEWIJSMIDDELEN 7. analytische tests (ARP – analytical review procedures) - analyse van beschikbare cijferreeksen en ratio’s, de toetsing ervan aan theoretische normen en aan normen ontwikkeld op basis van ervaring en beoordeling (=totaalcontrole, geen detailcontrole) - doelstellingen? - vormen ?
47
auditing VERBAND CONTROLE DOELSTELLINGEN EN CONTROLEMIDDELEN
3. verantwoordingsstukken
X
X
X
X
X
4. observatie
X
5. inlichtingen client/derden
X
X
X
X
X
X
X X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
6. rekenkundige controle 7. analytische test
9. openbaarmaking
X
X
8. rekenkundige juistheid
X
7. cut-off
X
6. classificatie
X
X
5. waardering
X
2. confirmatie
4. eigendom
3. volledigheid
1. fysische telling
AUDIT BEWIJSMIDDELEN
1. redelijkheid
2. rechtmatigheid
CONTROLE-DOELSTELLINGEN
X X
48
24
auditing CONTROLE-TECHNIEKEN 1. Directe controle is het waarnemen van de handelingen en de toetsing daarvan aan de geldende normen 2. Indirecte controle is het waarnemen van de uitkomsten van de handelingen en de toetsing daarvan aan de geldende normen 3. Formele controle betreft de juiste toepassingen van voorschriften, instructies en procedures 4. Materiële controle dringt door tot de betekenis zelf van de bedrijfshandelingen zelf en de juiste opname daarvan in de verantwoording 49
auditing CONTROLE-TECHNIEKEN 5. Positieve controle richt zich op de vaststelling van hetgeen is verantwoord, juist en terecht in de verantwoording is begrepen 6. Negatieve controle is gericht op de vaststelling dat hetgeen in de verantwoording had moeten opgenomen worden inderdaad opgenomen werd 7. Detailcontrole is een post per post controle 8. Materiële controle is het nazicht van een totaal dat uit meerdere posten bestaat 50
25
auditing CONTROLE-TECHNIEKEN 9. Lijncontrole volgt een transactie doorheen de verschillende fasen 10. Synthetische controle De controle volgt dezelfde weg als waarlangs de cijfers van de jaarrekening tot stand gekomen zijn, namelijk beginbalans, controle van de mutaties, eindbalans. De richting is van detail naar totalen. 11. Analytische controle is een controle in tegengestelde richting, men vertrekt van de eindcijfers en men daalt af naar de detailcijfers. 12. Volledige – volkomen en fragmentarische controle
51
auditing
de vermeldingen tussen [ ] verwijzen naar de “normen”
AUDITRAPPORT ACN 3.1
Schriftelijk en omstandig Omstandig: voldoende duidelijk zonder onnodige details
Indeling Inleiding Deel 1: Verklaring (1) omschrijving van de controlewerkzaamheden (2) eigenlijke verklaring (3) eventueel een toelichtende paragraaf Deel 2: Bijkomende verklaring vereist door vennootschappenwet (1) jaarverslag, respect boekhoudwet, respect statuten en vennootschapswet, resultaatverwerking, interimdividend, artikel 523 (2) inlichtingen die commissaris meent te moeten meedelen. vb. waarderingsregels, leemte in systeem van interne controle,... Elk deel heeft een gepaste titel ACN 3.2
Identificatie documenten. Verantwoordelijkheid orgaan. Jaarrekening, geconsolideerde jaarrekening, boekjaar, sleutelcijfers. Aanduiding verantwoordelijk orgaan.
52
26
auditing AUDITRAPPORT Deel 1 ACN 3.3
VERKLARING
Omschrijving controlewerkzaamheden - Controlenormen van IBR of IF AC - Planning en uitvoering van de controle zijn in functie van redelijke zekerheid dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat - Rekening houden met administratieve organisatie en interne controle - De nodige ophelderingen en inlichtingen bekomen - Steekproefgewijze controle uitgevoerd - Waarderingsregels beoordeeld - Voorstelling van de jaarrekening werd beoordeeld - Geen beperkingen werden gesteld aan controleopdracht - KMO administratieve organisatie en interne controle aangepast aan de aard en de omvang van de onderneming.
53
auditing AUDITRAPPORT Deel 1
VERKLARING
TYPES VERKLARINGEN ACN 3.5 ACN 3.5.2
Verklaring over de jaarrekening zonder voorbehoud • gecontroleerd in overeenstemming met controlenormen IBR • bevat geen onjuistheden van materieel belang • waarderingsregels consequent toegepast of wijzigingen werden toegelicht • alle nodige inlichtingen worden duidelijk verstrekt
ACN 3.5.3
ACN 3.6
Negatieve vorm "Onze aandacht werd niet gevestigd op ..." mag alleen gebruikt worden waar een beperkt nazicht is toegelaten [1.4.3]
Toelichtende paragraaf wanneer er een betekenisvolle onzekerheid bestaat omtrent een element van de jaarrekening kan een toelichtende paragraaf worden toegevoegd 54
27
auditing AUDITRAPPORT ACN 3.7
Verklaring met voorbehoud • er is een beperking van de omvang der werkzaamheden - geen afdoende interne controle en geen alternatieve controleprocedures - toelichtende paragraaf :
- aard van de feiten die nopen tot voorbehoud - redenen van het voorbehoud - betrokken rubriek
• er is onenigheid met bedrijfsleiding in verband met boekhoudregels of geschiktheid van informatie
- toelichtende paragraaf :
- aard van de feiten die nopen tot voorbehoud - redenen van het voorbehoud - cijfermatige weerslag op financiele toestand
55
auditing AUDITRAPPORT ACN 3.8.1
Onthoudende verklaring • indien de verstrekte informatie dermate ontoereikend is dat het onmogelijk is om een gefundeerd oordeel te geven over het getrouw beeld van het vermogen, de financiele positie en de resultaten van de onderneming • indien toestand van onderneming gekenmerkt wordt door talrijke onzekerheden die op betekenisvolle wijze de jaarrekening beïnvloeden , zodanig dat een toelichtende paragraaf niet als voldoende beschouwd zou worden
ACN 3.8.2
Afkeurende verklaring wanneer de revisor met de leiding van mening verschilt op verscheidene punten die dermate belangrijk zijn dat zelfs geen verklaring met voorbehoud gegeven kan worden - motivering - cijfermatige weerslag indien mogelijk
56
28
auditing AUDITRAPPORT Deel 2 ACN 3.9
BIJKOMENDE VERKLARINGEN
Jaarverslag Overeenstemming met de wet en met de jaarrekening. Vermelding van "omstandigheden die een aanmerkelijke invloed kunnen hebben op de ontwikkeling van de gecontroleerde entiteit... Vermelding mbt continuïteit igv overgedragen verlies in balans of 2 jaar verlies in resultatenrekening Uitdrukkelijke vermelding dat geen jaarverslag dient opgesteld te worden.
ACN 3.10
Bijkomende inlichtingen Waarderingsregels, consistentie, leemten in het systeem van interne controle, …
ACN 3.11
Boekhouding overeenkomstig wettelijke en reglementaire voorschriften Resultaatverwerking Inbreuken op de wetgeving op de handelsvennootschappen of op de statuten. Artikel 523 Omschrijving van de vermogensrechtelijke gevolgen van de beslissing van de Raad van Bestuur, waarbij een bestuurder een rechtstreeks of onrechtstreeks belang van vermogensrechtelijke aard heeft. 57
ACN 3.12
ACN 3.14
29