INLEIDING. Het voetbalseizoen zal gestart worden met de onderstaande jeugdelftallen:

INLEIDING Een beleidsplan is een instrument dat nodig is om een doel te bereiken. Er zijn lijnen uitgezet naar de toekomst en er worden oplossingen aangedragen voor gesignaleerde knelpunten. Voor het slagen van de in het beleidsplan genoemde doelstellingen is een breed draagvlak van groot belang. Het is daarom belangrijk met dit plan een zodanige structuur in de vereniging aan te brengen dat ook bij wisselende commissiesamenstelling beleidslijnen worden voortgezet. Het behalen van doelstellingen mag nooit ten koste gaan van het plezier van spelers, trainers, ouders en/of kader. Daarom dient dit beleidsplan te passen in het verenigingsbeleid. Het beleidsplan is een meerjarenplan waarbij voortdurend evaluatie dient plaats te vinden. Hierbij mag nooit uit het oog worden verloren dat de doelstellingen vast staan en alleen de uitvoering van het technische werkplan flexibel kan worden toegepast. Goede communicatie binnen de vereniging is van levensbelang, waarbij iedere functionaris goed op de hoogte moet zijn van zijn taken en verantwoordelijkheden. Er is ook bijzonder veel aandacht besteed aan het technische beleidsplan. Aan dit beleidsplan dient ruime bekendheid gegeven te worden. Het voetbalseizoen 2010 – 2011 zal gestart worden met de onderstaande jeugdelftallen:

A-afdeling

A1

B-afdeling

B1 en een meisjesteam

C-afdeling

C1

D-afdeling

D1, D2 en een meisjesteam

E-afdeling

E1, E2, E3, E4

F-afdeling

F1, F2, F3, F4

G-afdeling

Mini-afdeling

D.E.S. is meer dan voetbal alleen…

1

INHOUDSOPGAVE Inleiding ............................................................................................... 1 Inhoudsopgave ....................................................................................... 2 Deel 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5

2

Doelstellingen, uitgangspunten, randvoorwaarden en meerjarenplanning ................................................................... 4 Algemeen .................................................................................. 4 Referentiekader .......................................................................... 4 Uitgangspunten .......................................................................... 4 Randvoorwaarden ....................................................................... 5 Meerjarenplanning ...................................................................... 5

Deel 2 2.1

Organisatiestructuur ................................................................ 6 Kanttekeningen .......................................................................... 6 Functieomschrijving Jeugdcommissie.............................................. 7 Functieomschrijving secretaris jeugdcommissie ................................ 9 Functieomschrijving Jeugdcoördinator .......................................... 10 Functieomschrijving Selectietrainer .............................................. 12 Functieomschrijving Trainer ........................................................ 14 Functieomschrijving Jeugdleider .................................................. 16

Deel 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8

Communicatie ........................................................................ 18 Algemeen ................................................................................ 18 Communicatiestructuur .............................................................. 18 Wijze van vergaderen ................................................................ 18 Ouderavond ............................................................................. 19 Thema- of informatiebijeenkomsten. ............................................ 19 Clubblad/Website...................................................................... 19 Opvang nieuwe leden ................................................................ 19 Externe contacten ..................................................................... 20

Deel 4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7

Uitvoering algemene beleidszaken .......................................... 21 Nevenactiviteiten ...................................................................... 21 Nevenactiviteiten ...................................................................... 21 A-com (activiteitencommissie) .................................................... 21 Planning en voorbereiding .......................................................... 21 Medische zaken ........................................................................ 22 Lief en leed regeling .................................................................. 22 Sanctiebepalingen..................................................................... 22 Veiligheid ................................................................................ 22 Voortgangscontrole ................................................................... 23 Juridische zaken ....................................................................... 23

Deel 5 5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4 5.1.4.1

Inleiding technisch beleidsplan............................................... 24 Algemeen ................................................................................ 24 Inleiding ................................................................................. 24 Opzet ..................................................................................... 24 Uitgangspunten ........................................................................ 24 Selectie/indelingsprocedure ........................................................ 25 Algemeen ................................................................................ 25

5.1.4.2 5.1.4.3 5.1.4.4 5.1.4.5 5.1.4.6 5.1.4.7 5.2 5.2.1 5.3 5.3.1 5.3.2 5.3.3 5.3.4 5.3.5 5.3.6 5.4

Selectie en doorstromingsprocedure ............................................. 25 Selectiecriteria ......................................................................... 25 Selectieprocedure ..................................................................... 26 Inpassen jeugdspelers in een hogere klasse of leeftijdsgroep ............ 26 Integratie junioren-senioren ....................................................... 27 Terugplaatsing ......................................................................... 28 De wedstrijd ............................................................................ 28 De speelwijze: de veldbezetting .................................................. 28 Reglement voor jeugdspelers ...................................................... 29 Algemeen ................................................................................ 29 Waar heb je recht op als (selectie)speler ...................................... 29 Welke plichten heb je als (selectie)speler ...................................... 29 Afspraken tijdens de training ...................................................... 30 Afspraken bij de wedstrijden....................................................... 30 Extra training........................................................................... 30 Jaarplanning ............................................................................ 30

Technisch jeugdplan............................................................... 32 Deel 1 1.1 1.2 1.3 1.4

Spelconcept ........................................................................... 33 Drie verdedigers en drie aanvallers .............................................. 33 Het elftal is in balbezit ............................................................... 33 De tegenstander is in balbezit ..................................................... 34 Van balverlies naar balbezit en omgekeerd .................................... 35

Deel 2. 2.1 2.2 2.3 2.4

Eisen aan de training - voorwaarden ....................................... 36 Voetbal/eigen bedoelingen ......................................................... 36 Veel herhalingen....................................................................... 36 Rekening houden met de groep ................................................... 36 Juiste coaching/beïnvloeding....................................................... 37

Deel 3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6

De leeftijdsspecifieke kenmerken ........................................... 38 F- pupillen ............................................................................... 38 E-pupillen................................................................................ 39 D- pupillen .............................................................................. 40 C- Junioren.............................................................................. 42 B- Junioren.............................................................................. 44 A- Junioren .............................................................................. 46

Deel 4.

Taken binnen het elftal........................................................... 48

Deel 5.

Spelhervattingen.................................................................... 52

Deel 6.

Tips voor jeugdtrainers en -leiders ......................................... 54 Afsluiting............................................................................... 55


3

DEEL 1 DOELSTELLINGEN, UITGANGSPUNTEN, RANDVOORWAARDEN EN MEERJARENPLANNING

ALGEMEEN

1.1

Om een gezonde structuur binnen vv. D.E.S. aan te brengen is een goed jeugdplan van levensbelang. Een goed jeugdplan geeft richting aan de doelstellingen, uitgangspunten en randvoorwaarden van de vereniging en waarborgt de juiste uitvoering. Goede opleiding van de jeugd is speerpunt van het beleid van de vereniging. Immers wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Alle randvoorwaarden, doelstellingen en uitgangspunten dienen vastgelegde afspraken te zijn. Het technische beleidsplan kan flexibel worden toegepast.

REFERENTIEKADER

1.2

Het doel van het jeugdplan is om jeugdspelers op te leiden tot een zo hoog mogelijk niveau en te ontwikkelen tot prestatiegerichte, gemotiveerde, waardevolle spelers voor de seniorenelftallen. Dit betekent voor de selectieteams van de Dpupillen, de C, B en A-junioren (respectievelijk D1, C1, B1 en A1) een zo hoog mogelijke eindrangschikking in een zo hoog mogelijke groepsindeling. Voor de overige teams is het behalen van een zo hoog mogelijke eindrangschikking in een zo hoog mogelijke groepsindeling waarbij spelvreugde belangrijker is dan het resultaat. De persoonlijke ontwikkeling van de jeugdvoetballers op technisch en tactisch gebied te bevorderen en hierbij grote aandacht te besteden aan de discipline en mentaliteitsvorming van de spelers. Voetbalplezier bieden op elk niveau en daarbij ieders keuze respecteren. Continuïteit aan te brengen in de trainingsopbouw bij diverse leeftijdsgroepen. Te komen tot een eigen identiteit (D.E.S. is meer dan voetbal alleen…), d.w.z. binding en werving van de jeugdleden aan vv. D.E.S.

UITGANGSPUNTEN

1.3

4

Opleiding in het jeugdvoetbal is primair, het resultaat van een wedstrijd is secundair. Doel van het voetbal is doelpunten maken. Maak de individuele speler niet ondergeschikt aan het elftal. Met de wensen van jeugdspelers moet, zoveel mogelijk rekening worden gehouden. Jeugdspelers moeten zo hoog mogelijk spelen, met inachtneming van geestelijk en lichamelijke capaciteit. Bevorder de creativiteit van een speler. Stop het jeugdvoetbal niet vol met tactische opdrachten. Schenk speciale aandacht aan keeperstraining. Ouders moeten zoveel mogelijk worden betrokken bij de verrichtingen van hun en andermans kinderen. Voorlichting is van groot belang voor betrokkenheid van ouders/begeleiders. Voortgangscontrole is van groot belang.

RANDVOORWAARDEN

1.4

Trainingsaccommodatie en oefenmateriaal voldoen aan goede eisen. Er is een technisch beleidsplan (hfdst. 5) waarin de voetbalopleiding is vastgelegd. De organisatiestructuur ligt vastgelegd in het jeugdplan. De vereniging beschikt over goed gemotiveerde vrijwilligers. Er bestaat een goed, uitvoerbaar voortgangscontrolesysteem. Het hoofdbestuur steunt en onderschrijft de belangen van goede jeugdopleiding. Alle betrokkenen onderschrijven de beleidsplannen. De functie en taakomschrijvingen zijn in het jeugdplan vastgelegd. Alle activiteiten zijn in een jaarplan vastgelegd. Er bestaat een lief- en leed regeling. Er bestaat een sanctiebeleid voor personen die zich niet aan het beleidsplan houden.

MEERJARENPLANNING

1.5

Ambitieuze plannen zijn niet met onmiddellijke ingang te realiseren. Stapsgewijze invoering vergt tijd. Derhalve dient binnen drie jaar het navolgende bereikt te zijn: De A-jeugd dient stabiel op 2e klasse niveau te spelen De B-jeugd dient stabiel op 2e klasse niveau te spelen De C-jeugd dient stabiel op 2e klasse niveau te spelen De D-jeugd dient stabiel op 2e klasse niveau te spelen De in het jeugdbeleidsplan aangegeven werkwijze wordt volledig gevolgd.


5

DEEL 2 ORGANISATIESTRUCTUUR Bij de opzet van de organisatiestructuur zijn de doelstellingen, uitgangspunten en randvoorwaarden als referentiekader genomen. Als eerste is het organigram getekend, daarbij horen een aantal kanttekeningen. Vervolgens zijn de hoofdtaken van de jeugdcommissie beschreven.

Kanttekeningen

2.1

Onderstaand staat het organogram van de jeugdcommissie weergegeven.

Kees Riemers

Jeugdcoördinator training & technische zaken

Technische commissie JuniorenPupillen

Jan Heerdink / Geert Fransen

Coördinator Junioren

Technische commissie Junioren

Gerben Hekman

Coördinator Pupillen

Coördinator D-pupillen Coördinator E-pupillen

Jelle van Egmond

Secretaris Coördinator F-pupillen

Ronald Scholten

6

A-com

Coördinator Mini´s

Bij het organogram zijn de volgende opmerkingen te plaatsen: Het is heel belangrijk om als jeugdcommissie voor duidelijkheid te zorgen. Wie mag of moet zich waar mee bezig houden en wie kan waar op aangesproken worden. Bij het ontbreken van duidelijkheid ontstaat verwarring met als gevolg desinteresse en daardoor toename van misverstanden. Formulering van een nauwkeurige taakomschrijving voor het bestuurlijk kader is van groot belang. Het werkt verhelderend wanneer de taken van de commissie, trainers en leiders duidelijk zijn beschreven. De trainers worden op technisch gebied functioneel aangestuurd door de jeugdcoördinator. Voor overige zaken bestaat de communicatie met de jeugdcommissie. Tussen trainers van jeugdselectieteams (D-pupillen, C, B- en A-jeugd) en overige teams bestaat kwalitatief verschil. Bij een trainer van een jeugdselectieteam geldt als voorwaarde dat hij over voldoende kwaliteiten beschikt om een selectieteam op technische en tactisch gebied te begeleiden.

FUNCTIEOMSCHRIJVING JEUGDCOMMISSIE Werkterrein Activiteiten

Alle zaken met betrekking tot de jeugd Beleidsvoerend activiteiten Ondersteunende activiteiten Coördinatie en delegeren van activiteiten en processen

FUNCTIEOMGEVING De werkzaamheden worden verricht binnen de jeugdafdeling van de voetbalvereniging D.E.S.

HOOFDTAKEN Is verantwoordelijk, in samenhang met de jeugdcoördinator, voor de uitvoering van het jeugdbeleidsplan. 2. Ondersteuning van de jeugdcoördinator op voetbaltechnisch/-tactisch en mentaal gebied. Daarnaast is de omgang met de jeugd belangrijk. 3. Uitvoering van commissiediensten op zaterdagen. 4. Organisatie van algemene zaken, bestaande uit onder andere de aanmelding van leden, opvang en begeleiding van nieuwe spelers, zoeken en aanstellen van leiders, materiaalbeheer en indeling trainingstijden en de indeling van de speelvelden. 5. Is verantwoordelijk voor de communicatie met de spelers en ouders/leiders. 6. Organisatie, in samenwerking met de activiteitencommissie, van activiteiten voor pupillen en junioren. 7. Organiseren van en deelnemen aan externe toernooien. 8. Belangbehartiging van de jeugdafdeling. 9. Houdt in samenhang met de jeugdcoördinator de ontwikkeling van het jeugdplan in de gaten. 10. In samenhang met de jeugdcoördinator toetsing van het jeugdbeleid aan de algemene doelstelling van de vereniging. 11. Vormt samen met de jeugdcoördinator de dagelijkse leiding van de jeugdafdeling. 12. Stimuleert en motiveert jeugdkader. 1.

Om deze taken te kunnen uitvoeren moeten de commissieleden: Voldoende gekwalificeerd zijn In principe bereid zijn de taken voor langere tijd uit te voeren Het jeugdbeleidsplan onderschrijven Zich bewust zijn van het belang van de verrichte taken Komen tot een goede taakverdeling Organisatorisch onderlegd zijn

WERKZAAMHEDEN 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Heeft één keer per kwartaal overleg met de Technische Zaken over de realisatie van het jeugdplan. Heeft één keer per kwartaal overleg met de jeugdcommissie/trainers, gescheiden overleg pupillen en junioren, over de realisatie van het jaarplan. Heeft één keer per kwartaal overleg met de jeugdcommissie en activiteitencommissie over de planning van activiteiten. Draagt zorg voor een juiste taakverdeling binnen het jeugdcommissie. Geeft alle informatie van het algemeen bestuur door aan de jeugdcommissie. Behandelt de voor de jeugdcommissie bestemde post en draagt zorg dat deze bij de uitvoerende functionaris komt.


7

Draagt zorg voor een adequate bezetting van de jeugdcommissie. Benoemt leiders bij diverse teams na overleg met de verantwoordelijke trainer (A1, B1, C1, D1, E1). 9. Controleert uitgaande correspondentie op taalfouten. 10. Maakt in samenwerking met de jeugdcoördinator een jaarplan. 11. Voert kwaliteitscontrole uit over alle binnen de jeugdafdeling te verrichten werkzaamheden. 12. Treedt op als aanspreekpunt met betrekking tot administratieve en organisatorische zaken. 13. Houdt het hoofdbestuur op de hoogte van alle relevante zaken. 14. Coördineert de representatieve activiteiten. 15. Verricht wervende activiteiten in samenwerking met de A-com. 16. Stimuleert wedstrijdbezoeken door de jeugd. 17. Draagt zorg voor contacten met andere verenigingen. 18. Onderhoudt contact met ouders van spelers indien dat bij problemen vereist is. 19. Onderhoudt contact met leiders van teams. 20. Is aanspreekbaar voor spelers. 21. Is zoveel mogelijk aanwezig bij wedstrijden van de jeugdafdeling. 7. 8.

SPEELRUIMTE 1. 2. 3. 4.

Is verantwoording verschuldigd aan het algemeen bestuur. Werkt binnen de in het jeugdplan vastgestelde doelstellingen, uitgangspunten en randvoorwaarden. Neemt beslissingen binnen het raamwerk van het jeugdplan, altijd in overleg met de jeugdcoördinator. Overlegt met de jeugdcoördinator bij opleidingstechnische aangelegenheden.

KENNIS & VAARDIGHEID

Moet Moet Moet Moet Moet Moet

kennis hebben van het jeugdplan voetbalaffiniteit hebben representatief zijn mondelinge en schriftelijke vaardigheden bezitten leidinggevende capaciteiten bezitten organisatietalent bezitten

CONTACTEN

Wekelijks: Jeugdcoördinator Algemeen bestuur Leiders Spelers Trainers

Incidenteel: Leden andere commissies

OVERIGE OPMERKINGEN

8

De jeugdcommssie moet bij uitstek stimulerende activiteiten ontplooien en vormt het visitekaartje van de club.

F U N C T I E O M S C H R I J V I N G S E C R E TA R I S JEUGDCOMMISSIE Werkterrein Activiteiten

Lid van de Jeugdcommissie Ondersteunende activiteiten Coördinatie van activiteiten en processen


HOOFDTAKEN 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Is onderdeel van de wekelijkse leiding van de jeugdcommissie Verslaglegging Belangenbehartiging van de jeugdafdeling Toetsing van het jeugdbeleid Informatievoorziening Administratie Archiefbeheer

WERKZAAMHEDEN Maakt verslag van de vergaderingen van de jeugdcommissie. Dient voor de vergaderingen, in overleg met de voorzitter, speciale agendapunten in. 3. Is medeverantwoordelijk voor de opvang en het inwerken van nieuwe kaderleden. 4. Maakt besluitenlijsten van de vergaderingen van de jeugdcommissie. 5. Onderhoudt contacten met de leden en ouders. 6. Heeft contacten in algemene zin met functionaris van andere verenigingen. 7. Voorziet jeugdcommissieleden en leiding van de benodigde documentatie. 8. Brengt op de vergadering de ingekomen stukken in. 9. Verzorgt de inschrijving van nieuwe leden. 10. Bewaakt geldigheid van spelerspassen. 1. 2.

SPEELRUIMTE Is verantwoording verschuldigd aan de jeugdcommissie. Werkt binnen de in het jeugdplan vastgestelde doelstellingen, uitgangspunten en randvoorwaarden.

1. 2.


Moet kennis hebben van het jeugdplan Moet administratieve vaardigheden hebben

CONTACTEN

Wekelijks: Jeugdcoördinator Trainers/leiders

Incidenteel: Spelers Ouders


9

F U N C T I E O M S C H R I J V I N G J E U G D C O Ö R D I N ATO R Werkterrein Activiteiten

Lid van de Jeugdcommissie (JC) Lid van de Technische Jeugdcommissie (TJC) Beleidsvoerende activiteiten Ondersteunende activiteiten Coördinatie van activiteiten en processen


HOOFDTAKEN 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

Maakt deel uit van de dagelijkse leiding van de technische jeugdcommissie. Maakt deel uit van de jeugdcommissie. Is verantwoordelijk voor de technische realisatie van het jeugdbeleidsplan. Is verantwoordelijk voor het opzetten van het technisch jeugdplan. Bewaakt de kwaliteit van de technische uitvoering van het beleidsplan. Heeft de eindverantwoordelijkheid voor het selectie- en doorstromingsbeleid. Stimuleert en motiveert de selectietrainers en trainers van de lagere jeugdteams. Is verantwoordelijk voor de opleiding/begeleiding van trainers/leiders. Coördineert betreffende trainingsplanning (o.a. oefenstof).

WERKZAAMHEDEN Neemt deel aan de vergaderingen van de jeugdcommissie. Leidt het overleg met trainers en teambegeleiders. 3. Heeft wekelijks contact met de voorzitter en de secretaris van de jeugdcommissie. 4. Stelt trainers voor en zal deze coachen. 5. Begeleidt leiders in incidentele gevallen. 6. Zorgt voor continuïteit in de begeleiding van de selectieteams. 7. Stelt een syllabus samen waarmee de trainers van alle jeugdteams moeten werken. 8. Houdt kwaliteitscontrole over de verrichtingen van de trainers. 9. Houdt kaderavonden voor de jeugdtrainers/leiders. 10. Stimuleert trainers/leiders tot het volgen van diverse externe opleidingen zoals: jeugdvoetbaltrainer (JVT) trainer-coach III verenigingsscheidsrechter 11. Geeft gevraagd en ongevraagd adviezen over voetbaltechnische zaken. 12. Bezoekt zoveel mogelijk wedstrijden van jeugdteams. 13. Houdt een voortgangscontrolesysteem bij. 14. Staat de coördinator toernooien bij op voetbaltechnische en organisatorisch gebied. 15. Organiseert in samenwerking met de activiteitencommissie (A-com) diverse voetbalactiviteiten. 16. Organiseert samen met de A-com een “Open-Dag”. 17. Bewaakt de kwaliteit van de trainings/wedstrijd faciliteiten. 18. Evalueert het technische beleidsplan met trainers en leiders en stelt dit zonodig bij. 19. Bewaakt het uitvoeren van de juiste spelregels. 20. Dient op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen van het jeugdvoetbal in het algemeen. 1. 2.

10

SPEELRUIMTE 1. 2. 3. 4. 5.

Is verantwoording verschuldigd aan de jeugdcommissie. Is verantwoording verschuldigd aan het commissielid Technische zaken van het bestuur Werkt binnen de in het jeugdplan vastgestelde doelstellingen, uitgangspunten en randvoorwaarden. Werkt binnen de richtlijnen van het jeugdplan. Neemt beslissingen binnen het raamwerk van het jeugdplan.


Moet Moet Moet Moet Moet Moet

kennis hebben van het jeugdplan redelijke praktijkervaring hebben als voetballer of als trainer op de hoogte zijn van de organisatie van de jeugdafdeling op de hoogte zijn van de organisatiestructuur van de jeugdafdeling kennis hebben van de verantwoordelijkheden van diverse personen contactvaardig zijn

CONTACTEN

Wekelijks: Voorzitter Secretaris Selectietrainers en jeugdtrainers Spelers Leiders

Incidenteel: Leden dagelijks bestuur Leden andere verenigingen KNVB-functionarissen

OVERIGE OPMERKINGEN

De jeugdcoördinator geeft in alle opzichten sturing aan de opleiding van de jeugd binnen de vereniging D.E.S. Het totale jeugdbeleid binnen de vereniging is afhankelijk van het functioneren van de jeugdcoördinator. Dient gevoel te hebben voor bestuurlijke verhoudingen. Vermeden moet worden dat de jeugdcoördinator de gehele jeugdafdeling in zijn eentje gaat runnen. Hij moet gezien worden als een toegevoegde, maar wel uiterst belangrijke functionaris. “Toegevoegd” is nodig omdat moet worden voorkomen dat als de jeugdcoördinator verdwijnt de gehele organisatie van de jeugdafdeling wegvalt. Samenwerking met de jeugdcoördinator door alle commissieleden is daarom van groot belang. Het is een vereiste om de continuïteit van de jeugdafdeling te waarborgen. Daarom is het aan te raden dat de jeugdcoördinator een draaiboek bijhoudt van alle door hem geïnitieerde activiteiten.


11

FUNCTIEOMSCHRIJVING SELECTIETRAINER Werkterrein Activiteiten

Verantwoordelijk voor zijn of haar selectieteam Coördinatie activiteiten Begeleiding Coaching Training Stimulering Selectie


HOOFDTAKEN 1. 2. 3. 4. 5.

Maakt deel uit van de jeugdtechnische commissie. Traint een selectieteam. Selecteert spelers en draagt zorg voor doorstroom. Draagt zorg voor een hoog prestatieniveau van zijn selectieteam. Geeft leiding aan de overige trainers in zijn leeftijdsklasse.

WERKZAAMHEDEN Neemt maandelijks deel aan de werkbespreking van de jeugdcoördinator en trainers. 2. Neemt maandelijks deel aan de vergadering van de jeugdtechnische commissie. 3. Maakt in overleg met de jeugdcoördinator een trainingsjaarplan. 4. Traint de selectieteams in zijn leeftijdsklasse. 5. Begeleidt en adviseert trainers van de overige teams in zijn leeftijdsklasse. 6. Controleert voorafgaande aan de wedstrijd het tenue van een speler. 7. Controleert na afloop van een training en wedstrijd of de kleedkamer schoon is. 8. Houdt een voortgangscontrolesysteem bij van de spelers van de selectieteams. 9. Neemt deel aan opleidingsbijeenkomsten van de jeugdcoördinator. 10. Adviseert de jeugdcoördinator met betrekking tot doorstroom van spelers naar een hogere klasse. 11. Is op de hoogte van de sociale achtergrond van spelers en van eventuele problemen die de motivatie van een speler kunnen beïnvloeden. 12. Bezoekt zoveel mogelijk ook andere teams in zijn leeftijdsklasse. 13. Is verantwoordelijk voor de opstelling, coaching en begeleiding van de selectieteams. 14. Informeert de leider(s) van de selectieteams over alle relevante zaken. 15. Heeft overleg met de trainers over tactische en speltechnische aangelegenheden. 16. Stimuleert en motiveert zijn spelers. 17. Bevordert het gedrag van de spelers in teamverband. 18. Bewaakt de uitvoering van medische verzorging tijdens trainingen en wedstrijden. 19. Organiseert oefen/vriendschappelijke wedstrijden. 20. Organiseert bij afgelasting van wedstrijden een training of oefenwedstrijd. 1.

SPEELRUIMTE 1. 2. 3.

12

Is verantwoording verschuldigd aan de jeugdcoördinator Is verantwoording verschuldigd aan de jeugdcommissie Werkt binnen de in het jeugdplan vastgestelde doelstellingen, uitgangspunten en randvoorwaarden


Moet Moet Moet Moet Moet

kennis hebben van het jeugdplan mondelinge en schriftelijke vaardigheden bezitten pedagogische vaardigheden bezitten leidinggevende kwaliteiten in huis hebben over organisatietalent beschikken

CONTACTEN

Leiders Spelers Jeugdcoördinator Trainers andere teams Ouders

FUNCTIE-EISEN

Ervaring als trainer of speler op redelijk niveau Opleiding willen volgen voor de cursus TC 3 of TC 2


13

FUNCTIEOMSCHRIJVING TRAINER Werkterrein Activiteiten

Verantwoordelijk voor zijn of haar elftal Coördinatie activiteiten Begeleiding Coaching Training Stimulering Selectie


HOOFDTAKEN 1. 2. 3. 4. 5.

Traint zijn team in overeenstemming met de richtlijnen in het jeugdplan Selecteert spelers Geeft leiding aan de leiders van zijn teams Draagt zorg voor een hoog prestatieniveau van zijn team Schept mogelijkheden voor plezierig/prestatief voetbal

WERKZAAMHEDEN Neemt deel aan de werkbesprekingen van de jeugdcoördinator en trainers. Beoordeelt of laat het wedstrijdverloop beoordelen en stemt hieraan de training af. 3. Traint het team in zijn leeftijdsklasse. 4. Controleert voorafgaande aan de training het tenue van de spelers. 5. Overlegt aan het einde van een training met de leider(s) van zijn team over speltechnische voortgang van zijn spelers. 6. Houdt een voortgangscontrolesysteem bij. 7. Adviseert de selectietrainer met betrekking tot doorstroom van spelers naar een hoger team of leeftijdsgroep. 8. Is op de hoogte van de sociale achtergrond van spelers en van eventuele problemen die de motivatie van een speler kunnen beïnvloeden. 9. Is aanwezig bij de wedstrijden van zijn team. 10. Stimuleert en motiveert spelers. 11. Bevordert het gedrag van zijn spelers in teamverband. 12. Bewaakt de uitvoering van medische verzorging tijdens trainingen en wedstrijden. 13. Organiseert oefen/vriendschappelijke wedstrijden. 14. Organiseert bij afgelasting van wedstrijden een training of oefenwedstrijd. 15. Neemt deel aan de opleidingsbijeenkomsten van de jeugdcoördinator. 1. 2.

SPEELRUIMTE 1. 2.

Is verantwoording verschuldigd aan de jeugdcoördinator. Werkt binnen de in het jeugdplan vastgestelde doelstellingen, uitgangspunten en randvoorwaarden.


14

Moet kennis hebben van het jeugdplan Moet mondelinge en schriftelijke vaardigheden bezitten Moet pedagogische vaardigheden bezitten Moet leidinggevende kwaliteiten in huis hebben Moet over organisatietalent beschikken

CONTACTEN

Leiders Spelers Jeugdcoördinator Trainers van andere teams Ouders

FUNCTIE-EISEN

Opleiding: JVT of wil deze cursus gaan doen Ervaring : voetbalervaring is gewenst Overige opmerkingen De trainer kan gediplomeerd / vrijwillig / keeperstrainer zijn.


15

FUNCTIEOMSCHRIJVING JEUGDLEIDER Werkterrein Activiteiten

Teamverband Coördinatie activiteiten Ondersteunende activiteiten Begeleiding Voorlichting


HOOFDTAKEN 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Begeleiding Vertegenwoordigt de ouders en spelers Ondersteunt de trainer Coördineert alle voor het team belangrijke zaken Stimuleert Informeert

WERKZAAMHEDEN Bezoekt (zoveel mogelijk) de training van zijn team en licht de trainer in over eventuele tekortkomingen van een speler. 2. Onderhoudt contact met de trainer van zijn team. 3. Overlegt met de (selectie)trainer over eventuele selectie van spelers. 4. Onderhoudt contact met de ouders van spelers. 5. Houdt één keer per seizoen een informatieavond met de ouders. 6. Vangt nieuwe spelers op en informeert de ouders. 7. Stimuleert het trainingsbezoek van spelers, maar ook van ouders. 8. Stimuleert sportief gedrag van spelers. 9. Is zoveel mogelijk bereikbaar voor spelers en ouders. 10. Is op de hoogte van de sociale achtergrond van spelers en van eventuele problemen die de motivatie van een speler kunnen beïnvloeden. 11. Houdt eventuele schorsingen door de KNVB bij en draagt zorg dat een speler zich daaraan houdt. 12. Assisteert bij het opstellen en uitvoeren van nevenactiviteiten. 13. Controleert de hygiëne van zijn team (verplicht douchen). 14. Controleren van het gebruik van de accommodatie door spelers en draagt zorg voor het schoonmaken van de kleedkamers (ook die van de tegenpartij) bij thuiswedstrijden. 15. Maakt een rijschema voor uitwedstrijden. 16. Is in het bijzonder bij uitwedstrijden, met zijn team het visitekaartje van de vereniging. 17. Draagt zorg voor het op juiste wijze invullen en inleveren van wedstrijdformulieren. 18. Rapporteert onregelmatigheden bij een wedstrijden aan de jeugdcommissie. 19. Maakt (bij afwezigheid van de trainer) voor de wedstrijd de opstelling bekend. 20. Is 15 minuten voor vertrek aanwezig. 21. Is (minimaal) 15 minuten voorafgaande aan een thuiswedstrijd aanwezig. 22. Is in voorkomend geval verantwoordelijk voor opbouw of afbraak van doelen. 23. Is in voorkomend geval scheidsrechter bij een thuiswedstrijd. 1.

16

24. Verantwoordelijk

voor het tenue (eventueel reserveshirts) en wijst op het verplicht dragen van scheenbeschermers. 25. Draagt zorg voor de wedstrijdbal. 26. Ontvangt bij een thuiswedstrijd de begeleiders van de tegenstander: Wijst de kleedkamer aan Wijst de bestuurskamer waar het formulier ingevuld moet worden aan Biedt koffie aan Thee tijdens de rust 27. Draagt zorg voor opvang van de scheidsrechter: Levert grensrechtervlaggen en wedstrijdbal Draagt zorg voor verfrissing tijdens de rust. 28. Stimuleert verslaglegging in het clubblad en draagt zorg dat dit aan de norm voldoet. 29. Maakt een wasschema voor de tenues. 30. Inventariseert aan het begin van het seizoen de emailadressen van de ouders.

SPEELRUIMTE 1. 2. 3. 4. 5.

Werkt nauw samen met de trainer Werkt binnen de in het jeugdplan vastgestelde doelstellingen, uitgangspunten en randvoorwaarden Werkt binnen de in het technische beleidsplan vastgestelde normen Neemt beslissingen in overleg met de trainer en jeugdcoördinator Werkt nauw samen met ouders


Dient voetbalaffiniteit-/ervaring te hebben Moet voldoende kennis hebben van het voetbalspel om het coachen voor en tijdens een wedstrijd te kunnen verzorgen Dient affiniteit te hebben met de leeftijdsgroep Dient kennis te hebben van de meest voorkomende sportblessures Dient op de hoogte te zijn van de organisatie van de vereniging

CONTACTEN

Wekelijks Trainer Spelers/ouders

Incidenteel Jeugdcoördinator Selectietrainer

OVERIGE OPMERKINGEN

Het goed functioneren van een team is in grote mate afhankelijk van de inzet van een leider. Hij verzorgt de randvoorwaarden waaronder een team zich kan ontplooien en waaronder een goed team tot resultaten komt of wel met groot plezier aan de voetbalsport deelneemt. Hij moet zich ervan bewust zijn dat hij een belangrijke schakel is in de vorming van een speler en een team. Van belang is te allen tijde spelers en ouders positief te benaderen. Eventuele sancties bij niet functioneren van spelers dienen slechts in overleg met de jeugdcoördinator en trainer te worden genomen. Een leider dient voldoende tijd te hebben voor het uitvoeren van zijn taken


17

DEEL 3 COMMUNICATIE ALGEMEEN

3.1

Een goede communicatie binnen de vereniging is van groot belang. Er zal sprake moeten zijn van communicatief besturen. Dit wil zeggen dat de jeugdafdeling geleid moet worden op een wijze waarbij leden, ouders en verenigingskader zoveel mogelijk moet kunnen deelnemen aan de vorming en uitvoering van het beleid. Openheid van zaken kan worden gegeven via kadervergaderingen, via het clubblad en email. Het regelmatig houden van vergaderingen is belangrijk, maar ook informatiebijeenkomsten en ouderavonden is onderdeel van die communicatie. Om de communicatie effectief te laten verlopen worden onderstaande communicatielijnen geschetst. Het betreft hierbij regulier overleg.

COMMUNICATIESTRUCTUUR

3.2

Overleg technische zaken – jeugdcommissie: 1 maal per maand Terugkoppeling over de realisatie van de in het jaarplan genoemde punten, evaluatie en voortgang jeugdbeleidsplan, functioneren jeugdcommissie/ jeugdcoördinator en trainers/leiders, bespreking nieuw jaarplan en overige relevante zaken. Overleg jeugdcommissie (inclusief jeugdcoördinator): 1 maal per 3 weken Realisatie jeugdplan, evaluatie en voortgang jeugdbeleidsplan, aansturing en ondersteuning jeugdcoördinator, activiteiten en overige relevante zaken. Overleg jeugdcommissie – teambegeleiders/trainers: 1 maal per kwartaal Realisatie jeugdplan, evaluatie en voortgang jeugdbeleidsplan, evaluatie elftalindeling, evaluatie technisch werkplan, activiteiten en overige relevante zaken. Overleg jeugdcoördinator – teambegeleiders/trainers: 1 maal per maandag Technisch werkplan, trainingsopkomst, wedstrijden, individuele vorderingen spelers, advisering training, voortgangscontrole, elftalindeling, tactiek, opstelling en overige relevante zaken. Overleg jeugdcommissie – A-com: 1 maal per twee maanden Planning activiteiten, voorbereiding activiteiten, benodigdheden, financiën, evaluatie activiteiten en overige relevante zaken.

WIJZE VAN VERGADEREN

3.3

18

Van vergaderingen dient een verslag te worden gemaakt. Voorafgaande aan een vergadering dient een agenda te zijn opgesteld. Vergaderingen dienen niet langer te duren dan 2 uur. Bij langer durende vergaderingen verslapt de aandacht. Tijdens vergaderingen dient vergaderdiscipline gehandhaafd te blijven. Het regelmatig bezighouden met andere zaken tijdens een vergadering moet worden voorkomen. Op genomen besluiten tijdens vergaderingen wordt later niet teruggekomen mits goed beargumenteerd. Wegblijven van vergaderingen zonder opgave van redenen is niet toegestaan.

OUDERAVOND

3.4

Een ouderavond heeft tot doel ouders informatie te verschaffen over het jeugdbeleid binnen de vereniging. Het is een mogelijkheid inzicht te verschaffen in de training en wat er van spelers wordt verwacht qua instelling en welke gedragsregels gelden binnen de vereniging. Benadrukt kan worden hoe binnen het verenigingsbeleid wordt gevoerd om doelstellingen te bereiken. Ouders kunnen kennis maken met leiders, trainers en bestuursleden. Een belangrijk bijkomend aspect is dat de ouders van dichtbij kennis kunnen maken met de vereniging, waardoor wellicht betrokkenheid ontstaat wat mogelijk kan leiden tot een kaderfunctie.

THEMA- OF INFORMATIEBIJEENKOMSTEN.

3.5

Periodiek kan de jeugdcommissie diverse kaderavonden organiseren voor jeugdtrainers waarin onder leiding van de jeugdcoördinator gewerkt wordt aan het optimaliseren van het jeugdtechnische beleidsplan. Deze avonden kunnen onderstaande onderwerpen bezitten: Theoretische onderdelen met betrekking tot het jeugdtechnische beleidsplan. Discussie/gespreksonderdelen aan de hand van stellingen. Uitnodigen van gastsprekers/trainers. Behandeling van ingebrachte punten van de jeugdtrainers. Spelregelzaken. Het bespreken van diverse voetbalactiviteiten per leeftijdsgroep. Vertonen van voetbaltechnische videofilms. Op deze bijeenkomsten kunnen ook leiders worden uitgenodigd om het niveau van leiders te verhogen.

CLUBBLAD/WEBSITE

3.6

De bindende factor binnen de vereniging is het clubblad en de website. Via deze weg kan de jeugdcommissie informatie verstrekken aan alle leden. Daarnaast wordt deze communicatie gebruikt om de betrokkenheid te vergroten van alle leden. Het komt de betrokkenheid ten goede wanneer de wedstrijdverslagen van diverse elftallen zijn te lezen. Het clubblad dient echter wel aan eisen te voldoen. De clubbladcommissie dient ervoor te waken dat de ingeleverde kopie aan de normen voldoet. Gestimuleerd dient te worden dat leiders de wedstrijdverslagen verzorgen, waarbij aandacht besteedt kan worden aan goede of minder goede aspecten van een wedstrijd. De verslagen dienen een stimulerende, motiverende werking te hebben. De clubbladcommissie dient het taalgebruik in artikelen te controleren en eventueel te corrigeren. Het clubblad en de website zijn visitekaartjes van de vereniging.

OPVANG NIEUWE LEDEN

3.7

Het is belangrijk dat een nieuw lid zich thuis voelt bij de club. Hierbij spelen een aantal zaken een rol: voldoende informatie juiste kennismaking evaluatie In het kader van bovenstaande diende de navolgende richtlijnen in acht genomen worden: Trainers, leiders en ook commissieleden dienen aan nieuwe spelers speciale aandacht te schenken.


19

Een korte kennismaking met de groep waarin de nieuwe speler gaat spelen. De nieuweling dient daardoor een veilig gevoel krijgen.

EXTERNE CONTACTEN

3.8

Contact met andere verenigingen over opleidingsprogramma’s is wenselijk. Niveauvergelijking met andere verenigingen is van belang. Hiervoor is de jeugdcoördinator de aangewezen persoon. Het is zonder overleg met de jeugdcommissie aan individuele personen niet toegestaan, uit naam van vv. D.E.S., externe contacten te onderhouden.

20

DEEL 4 UITVOERING ALGEMENE BELEIDSZAKEN NEVENACTIVITEITEN

4.1 4.1.1

4.1.2

4.1.3

NEVENACTIVITEITEN Het goed functioneren van een vereniging kan mede worden afgelezen aan de activiteiten die georganiseerd worden. De activiteiten worden hoofdzakelijk georganiseerd en verzorgd door de A-com (activiteitencommissie). Er gaat een positieve uitstraling van uit die zorg draagt voor de nodige mond tot mond reclame. Het draagt bij goede organisatie bij aan aanvulling van het verenigingsbudget. Bij de organisatie van activiteiten is onderscheid te maken tussen sportgerichte (toernooien, onderlinge competitie etc) en niet-sportgerichte activiteiten (MiniPlaybackshow etc). Bij de vaststelling van de jaarplanning van activiteiten is een mix tussen niet-sportgerichte en sportgerichte activiteiten gewenst.

A- C O M ( A C T I V I T E I T E N C O M M I S S I E ) De activiteiten van voetbalvereniging D.E.S. worden hoofdzakelijk georganiseerd door de A-com. Deze zijn de laatste jaren erg actief en zeer succesvol. Voorbeelden van activiteiten zijn: Sinterklaasfeest voor de pupillen. Een bingo voor de pupillen. Mixtoernooien voor de jeugd. 4 tegen 4 toernooi D en E pupillen. Trainingskampen voor de selectiegroepen. Gezelligheidskampen voor de lagere elftallen. Zaalvoetbaltoernooi in de winterperiode. Mini-Playbackshow Open Dag

PLANNING EN VOORBEREIDING Goede afstemming met de sponsorcommissie is noodzakelijk. Het ontwikkelen en voorbereiden vergt veel tijd, daardoor is een goede vroegtijdige planning noodzakelijk. Vroegtijdig benaderen en inschakelen van vrijwilligers is hierbij van belang. Bij de uitvoering van technische activiteiten zal zowel de coördinator toernooien als de jeugdcoördinator moet worden ingeschakeld. Jaarlijks dient een activiteitenplan opgesteld worden met de daarbij horende begroting. In de jaarplanning zijn per seizoen per datum de geplande activiteiten opgenomen. Activiteiten vinden plaats in de stille periodes en gedurende het seizoen tijdens vrije weekeinden en rond bepaalde feestdagen. Voor de organisatie van de activiteiten zal gebruikt gemaakt worden van een jaarplanning en draaiboek/stappenplan. De 5 W’s staat bij een stappenplan centraal: Wie, Wat, Wanneer, Waar en Waarom.


21

MEDISCHE ZAKEN

4.2

Jeugdleden die last hebben van een blessure die opgelopen is tijdens het voetbal kan op donderdag verzorgd worden. Dit is ook mogelijk op advies van de trainer ter controle. Op donderdag van 19.00 tot 20.00 uur is de mogelijkheid voor de jeugd om zich te laten verzorgen. Er dient van tevoren aangegeven te worden dat er behoefte is aan verzorging.

LIEF EN LEED REGELING

4.3

De jeugdcoördinator draagt zorg voor, in samenspraak met de leiders/trainers van de teams op de hoogte te blijven van het wel en wee van de teamleden. Langdurige ziektegevallen (meer dan een maand) komen in aanmerking voor een fruitmandje.

SANCTIEBEPALINGEN

4.4

Spelers die zich herhaaldelijk niet houden aan de afspraken zoals ze genoemd zijn in het jeugdplan komen in aanmerking voor sancties. Deze sancties mogen het teambelang niet schaden. Voorbeelden: Niet verschijnen op trainingen zonder opgave van redenen Niet verschijnen voor een competitiewedstrijd zonder afzegging Herhaaldelijk incorrect tenue Wangedrag, zowel op het veld als daarbuiten Alle gedragingen die niet in overeenstemming zijn met de gedragsregels

De sancties kunnen variëren van: Een mondelinge waarschuwing Niet opstellen voor een wedstrijd Een schriftelijke waarschuwing Het schorsen voor één of meerdere wedstrijden Terugzetten naar een lager team Verwijdering van de vereniging Sancties dienen vanaf schriftelijke waarschuwing behandeld te worden in de jeugdcommissie. Verwijdering van de vereniging dient via het hoofdbestuur te verlopen.

VEILIGHEID

4.5

22

Een aantal te nemen maatregelen betreffende de veiligheid zijn: Toezicht voor en na trainingen van pupillenteams. Ouders stimuleren dat pupillen van de training worden gehaald. Ouders die pupillen en junioren vervoeren naar en van wedstrijden wijzen op hun verantwoordelijkheid. Veiligheid ten aanzien van het materiaal (onder andere, het vastzetten van de doelen, deugdelijk trainingsmateriaal). Goede medische verzorging en blessurepreventie, onder andere aanwezigheid en instandhouding van EHBO-koffer. Commissieleden, trainers en leiders van dienst dienen bekend te zijn met de aanwezigheid van EHBO-koffer en defilibrator. Commissieleden dienen adequaat te kunnen handelen bij bijzondere gebeurtenissen.

VOORTGANGSCONTROLE

4.6

Van iedere speler dient een voortgang te worden bijgehouden. Dit kan gebeuren door middel van een voortgangscontrolesysteem. Het totale systeem bestaat uit een spelersanalyse, met de volgende onderdelen:

4.7

Technische vaardigheden Dribbelen Drijven Passing links Passing rechts Passeerbeweging Traptechniek / wreeftrap Koppen Kaatsen Afwerken op doel

Tactische vaardigheden Positie kiezen Coachbaar Herkennen van situaties Omschakeling

Mentale eigenschappen Trainingsopkomst Beleving training/wedstrijd Gedrag Zelfvertrouwen Zelfkritiek Doorzettingsvermogen

JURIDISCHE ZAKEN Alle juridische zaken met betrekking tot belangen van jeugdafdeling zijn de verantwoordelijkheid van het hoofdbestuur.


23

DEEL 5 INLEIDING TECHNISCH BELEIDSPLAN ALGEMEEN

5.1 5.1.1

INLEIDING Om uitvoering te geven aan de in het jeugdplan genoemde doelstellingen, uitgangspunten en randvoorwaarden is een technisch beleidsplan noodzakelijk. Hierin zijn enerzijds procedures en gedragsregels opgenomen. Anderzijds wordt in algemene zin aan gegeven op welke wijze de ontwikkeling van de pupillen- en juniorenvoetballers binnen de voetbalvereniging D.E.S. moet plaatsvinden. Het uiteindelijke doel is om de training, technische werkwijze, speelwijze, afspraken, tactische principes, selectiebeleid en gedrag beter op elkaar af te stemmen. Onderdeel van dit jeugdplan is het technische jeugdplan welke in het volgende deel uitvoerig besproken wordt. Onderstaand wordt er vooruitgelopen op belangrijke zaken welke terugkomen in het technische jeugdplan.

5.1.2

OPZET In dit jeugdopleidingsplan wordt de rode draad weergegeven die de pupil vanaf de F’jes doorloopt tot en met de A-junioren. De specifieke kenmerken per leeftijdscategorie beschouwen wij hierbij als een gegeven en uitgangspunt. Dit is van invloed op de inhoud en de samenstelling van de training en de begeleiding bij de wedstrijden. De spelfilosofie, dat wil zeggen, de visie hoe voetbal gespeeld moet worden, evenals de algemene en specifieke vereisten, waaraan een training moet voldoen geven vervolgens de nadere accenten aan ten behoeve van de trainingen. De persoonlijkheidsvorming van de spelers is een facet wat voortdurend meeloopt in de ontwikkeling van F-pupil tot potentieel eerste elftalspeler.

5.1.3

24

UITGANGSPUNTEN Trainers groeien in principe niet mee met het team. Spelers komen hierdoor in aanraking met verschillende trainers en de trainer bouwt een specialisme op ten aanzien van het trainen en begeleiden van een specifieke leeftijdsgroep. De jeugdtechnische commissie dient te beschikken over goed, veilig en voldoende wedstrijden trainingsmateriaal. Uitgangspunt voor de trainingen en wedstrijdbenadering vormen de later te benoemen “doelen ontwikkeling per leeftijdscategorie”. Op basis van deze doelen wordt per leeftijdscategorie door de jeugdcoördinator, in samenwerking met de trainers een technisch jaarplan uitgewerkt waarin diverse traingsvormen en wedstrijdtactieken gerelateerd aan de doelen staan beschreven. Trainers worden voorzien van syllabi (opleidingsmap) waarin het technisch jaarplan is opgenomen. Verder wordt in een voortgangscontrolesysteem aantekening gemaakt over trainingsopkomst, de wedstrijden en de individuele ontwikkeling van spelers. Registratie over spelers vindt plaats vanaf de F-pupillen en heeft een tweeledig doel. Allereerst kunnen vorderingen/tekortkomingen op voetbalgebied worden gesignaleerd, waardoor gerichte individuele training kan plaatsvinden. Verder kan door de trainer bij overgang naar een ander team worden afgeleid wat voor type speler hij krijgt. De gegevens over de individuele speler worden na overgang naar de senioren overgedragen aan de selectietrainer.

5.1.4

5.1.4.1

5.1.4.2

Tijdens teamtraining wordt ook individuele training gehouden. Laat spelers op een zo hoog mogelijk niveau functioneren, rekening houdend met de praktische haalbaarheid. Iedereen dient zich te houden aan de in het jeugdplan opgestelde regels en procedures. Spelers die structureel niet functioneren worden geplaatst in een lager team.

SELECTIE/INDELINGSPROCEDURE Om te voldoen aan het uitgangspunt spelers op een zo hoog mogelijk niveau te laten spelen, is rekening houdend met de praktische haalbaarheid een selectieprocedure opgesteld. Spelers worden ingedeeld volgens een aantal criteria waarbij in algemene zin een aantal criteria van belang zijn: Indeling in de selectieteams geschiedt uitsluitend op basis van de individuele kwaliteit van een speler. De overige teams worden samengesteld naar ongeveer gelijke grootte. Hierbij wordt rekening gehouden met de fysieke en mentale gesteldheid van een speler. Ten behoeve van de continuïteit is het beleid erop gericht om de selectie deels uit 1ejaars te laten bestaan. Afhankelijk van de leeftijd wordt men ingedeeld in de A-, B-, C-, D-, E-, F-groep. ALGEMEEN De elftalgrootte wordt bepaald door het spelersaanbod, op basis van evenredige verdeling. Indien het spelersaanbod in bepaalde leeftijdsgroepen een evenredige verdeling niet toestaat, worden spelers uit een andere leeftijdsgroep doorgeschoven of wordt dispensatie aangevraagd. Spelers die zich niet houden aan de gedragsregels of die voetbal op tweede plaats stellen door trainingen en/of wedstrijden af te zeggen in verband met andere sporten of bezigheden worden verwezen naar een lager team. SELECTIE

EN DOORSTROMINGSPROCEDURE

Bij de F- en E-junioren vindt selectie plaats op twee momenten per jaar: Bij de overgang van de najaars- naar de zaaltrainingen (november) Bij de overgang van de zaaltrainingen naar de voorjaarscompetitie (maart) In goed overleg met de ouders en begeleiders kan tussentijds gewisseld worden ten behoeve van de ontwikkeling van de kinderen. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten: Zo weinig mogelijk verschuivingen in deze leeftijdsgroepen. Goed overleg met de ouders. Bij de D- t/m A-junioren moet op elk moment in het jaar doorstroming kunnen plaatsvinden.

5.1.4.3

SELECTIECRITERIA Bij de beoordeling van de jeugdspeler dienen we te letten op de volgende uitgangspunten: Wat zijn de technische, tactische, conditionele en mentale kwaliteiten van een speler. Hoe is de motivatie. Is de speler voldoende beschikbaar voor trainingen en wedstrijden.


25

5.1.4.4

Vanaf de B-junioren komen er de navolgende overwegingen bij: Is er een evenwichtige samenstelling ten aanzien van de linies en posities achter de linie. Speciaal dient gelet te worden op die speler, met een op dat moment matige speltechnische basis, maar die wel beschikken over een goede instelling. Van deze speler kan immers verwacht worden dat hij uit zal groeien tot een waardevolle kracht in de hoogste seniorenteams. SELECTIEPROCEDURE De jaarlijkse samenstelling van de selectiegroepen dient te verlopen volgens onderstaande procedure:

Januari/februari De schriftelijke rapportage van de trainers over de spelers die naar hogere leeftijdsklasse overgaan. Februari/maart De eerste bespreking van de selectietrainers. Deze bespreking moet gezien worden als een voorlopige inventarisatie van de kwaliteit en kwantiteit van het spelersmateriaal. De volgende punten moeten aan de orde komen: - Welke spelers komen in aanmerking voor plaatsing in één van de selectiegroepen. - Welke spelers komen in aanmerking om vervroegd over te gaan naar een hogere selectiegroep. - Voor welke spelers moet eventueel dispensatie worden aangevraagd om in een lagere leeftijdsgroep te blijven. Maart/april In deze periode dienen de selectietrainers zich zodanig te informeren en te oriënteren zodat ze in mei/juni hun definitieve selectie bekend kunnen maken.

Mei/juni Bijeenkomst jeugdcoördinator en de selectietrainers over de samenstelling van de selectiegroepen. Bijeenkomst jeugdcoördinator en pupillencoördinatoren over de samenstelling van de niet-selectieteams. Samenstelling A-junioren, aanwezig zijn de trainers/leiders A en B. Samenstelling B-junioren, aanwezig zijn de trainers/leiders B en C. Samenstelling C-junioren, aanwezig zijn de trainers/leiders C en D. Samenstelling D-junioren, aanwezig zijn de trainers/leiders D en E. Samenstelling E-junioren, aanwezig zijn de trainers/leiders E en F. Samenstelling F-junioren, aanwezig zijn de trainers/leiders F.

Er dient te allen tijde rekening gehouden te worden met de wensen van de spelers. Bij plaatsing omhoog of omlaag dient eerst overleg gevoerd te worden met speler zelf, waarna dit besproken kan worden. Om een goed beeld te krijgen van het spelersmateriaal dienen de selectietrainers: Informeel overleg te plegen met de trainer/leider van een team. Een aantal wedstrijden te bezoeken van de lagere teams in hun leeftijdsgroep.

5.1.4.5

INPASSEN

JEUGDSPELERS IN EEN HOGERE KLASSE OF LEEFTIJDSGROEP

In voorkomend geval kan de jeugdcoördinator van mening zijn dat een speler in aanmerking komt voor plaatsing in een hoger elftal. In dat geval vindt er onder

26

leiding van de TJC overleg plaats tussen de selectietrainers en de leiders van de betreffende elftallen, ouders en speler. Alvorens tot hogere plaatsing over te gaan dienen de volgende vragen positief beantwoord te worden: Is een vervroegde overgang in overeenstemming met de ambitie van de speler? Worden zijn ontplooiingskansen hiermee vergroot? Is het psychisch verantwoord? Is het sociaal verantwoord? Laat de studie het toe? Gaan de ouders en de speler met vervroegde overgang akkoord?

Het uiteindelijke besluit wordt genomen door de TJC. Vervroegd overgaan naar een hogere leeftijdsgroep is tevens mogelijk ter completering van deze leeftijdsgroep en/of ontlasting van een andere leeftijdsgroep. Op deze manier kan voorkomen worden dat het ene team met teveel spelers de competitie ingaat, terwijl een ander team kampt met een tekort. Incompleetheid van een team kan van een tijdelijke aangelegenheid zijn (blessure e.d.), maar ook kan ook van structurele aard zijn (opzeggingen). Bij een structureel probleem dient het volgende principe: Bij selectieteam vindt aanvulling plaats uit een ander selectieteam. Bij overige niet-selectieteams vindt aanvulling plaats door leeftijdsgenoten. Bij inpassing is het de taak van de trainer en leider de betrokken speler goed op te vangen en ervoor te waken dat de speler zich “thuis” voelt bij de hogere leeftijdsklasse.

5.1.4.6

A

INTEGRATIE

JUNIOREN-SENIOREN

Vervroegd overgaan Een jeugdspeler kan vervroegd overgaan naar de senioren is in principe mogelijk. Om dit geleidelijk en beheersbaar te laten verlopen zijn de onderstaande criteria van belang: De belangen van het jeugdteam mogen niet worden geschaad. Het welzijn van de betreffende speler staat voorop. De integratie geldt in principe voor 2 e jaars A-spelers. De betrokken speler geeft zelf aan dat hij integratie wenst. De hoofdtrainer geeft te kennen graag een jeugdspeler in het 1 e elftal op te nemen. Vanuit de jeugd is de TJC aanspreekpunt voor integratie. Betrokken speler dient bij de senioren begeleid te worden door de selectietrainer. Tenminste eenmaal per maand vindt er terugkoppeling plaats tussen de hoofdtrainer en TJC over het verloop.

B. Overgaan Het overgaan van een jeugdspeler naar de senioren gebeurd op grond van hun leeftijd. Hier zijn de TJC en de selectietrainer A-junioren voor aangewezen. Dit dient te gebeuren door schriftelijke rapportage tijdens de winterstop. Hierin wordt het advies opgenomen in welk seniorenteam de betreffende speler navolgende seizoen kan spelen. Wanneer blijkt dat een A-junior in aanmerking komt voor een plaats in de selectie van het 1 e elftal, dan bestaat de mogelijkheid hem 1 keer per week mee te laten trainen met de selectie. We bieden hem dan een soort van stageplaats aan, waarin de speler alvast kan wennen aan het niveau en kan uitwijzen of het de juiste keuze is. Met de wensen van de spelers ten aanzien van het spelen op niveau bij de senioren zal rekening moeten worden gehouden.


27

De procedure is als volgt:

Januari/februari Inventarisatie spelerswensen. Bespreking JC en seniorentrainers t.a.v. de spelers die te kennen hebben gegeven op prestatieniveau te willen blijven voetballen.

Maart/april De selectietrainers hebben de mogelijkheid om zich te oriënteren en te informeren.

Mei Bespreking selectietrainers senioren met de JC en selectietrainer A-junioren. Indeling van de spelers die recreatief in de lagere seniorenteams willen voetballen. De betrokken spelers moeten geïnformeerd worden in welk team zij geplaatst zijn.

5.1.4.7

TERUGPLAATSING Terugplaatsing van een speler naar een lager team vindt slechts plaats na overleg tussen de trainer, de JC en de leider. Na dit overleg wordt in samenspraak met de ouders en betreffende speler besloten in welk team hij geplaatst wordt.

DE WEDSTRIJD

5.2 5.2.1

28

DE SPEELWIJZE: DE VELDBEZETTING De speelwijze zal zich bij vv. D.E.S. moeten kenmerken door: Attractief en effectief voetbal op basis van een groot technisch vermogen, een optimale wedstrijdinstelling en concentratie en goed uitgevoerd positiespel. Een aanvallend karakter, bij voorkeur door middel van pressievoetbal op de helft van de tegenstander. Gericht op het scoren van zoveel mogelijk doelpunten, waarbij het risico van tegendoelpunten moet worden beperkt. Basisvoorwaarden bij elke uit te voeren systeem: Collectieve uitvoering van één en hetzelfde basisconcept. De linies moeten dicht op elkaar aansluiten. Bij balbezit in de opbouw onnodig balverlies vermijden, zonder te vervallen in risicoloos breedtevoetbal. Het coachen met korte duidelijke kreten als; tijd, kaats, draai, druk, wissel, sluiten, knijpen. Altijd de bal en de tegenstander blijven zien, in elke situatie. Altijd bereid zijn om elkaars positie over te nemen. Niet roepen om de bal als je niet aanspeelbaar bent of geen contact heb met je medespeler. De concentratie en de wedstrijdinstelling moeten gedurende de hele wedstrijd optimaal zijn. Laat spelers denken in teamverband, laat ze elkaar steunen en vooral sterk maken Laat je spelers flair, lef en overtuiging uitstralen Sta boven je tegenstander maar wel met respect Accepteer een beslissing van de scheidsrechter Speel in een organisatie en houd deze aan Laat je medespelers zien wat je van plan bent Elkaar coachen is erg belangrijk Het speltempo in een wedstrijd niet aanpassen aan een tegenstander Gebruik de ruimte van het veld

Speel de bal, als het kan in de lengterichting van het veld, tracht anders in balbezit te blijven om elders een goede opening te zoeken Let op de onderling afstanden Let op de veld - en weersomstandigheden Werk aan zelfkritiek E-F-Jeugd Zowel de F als de E-pupillen spelen 7:7 (soms 8:8). Hier mag een strakke veldbezetting nog niet aan de orde zijn. De spelertjes moeten hun eigen weg nog vinden. Het is beter om het volgende strijdmotto te gebruiken: “iedereen valt aan, iedereen helpt de bal weer te veroveren”.

Regleme nt voor je ugdspe le rs

5.3 5.3.1

ALGEMEEN Iedere speler dient zich correct te gedragen ten opzichte van medespelers, tegenstanders, scheidsrechter, trainer, leider, bestuur, clubleden en publiek. Hij dient de naam van vv. D.E.S. hoog te houden. Onderstaande reglementen dragen bij tot meer plezier en prestatie in de voetbalsport

5.3.2

5.3.3

WAAR HEB JE RECHT OP ALS (SELECTIE)SPELER Minstens tweemaal training per week Training onder begeleiding van een gekwalificeerde trainer Training onder zo goed mogelijke omstandigheden, zoals goede velden en goede trainingsmaterialen In de voorbereiding, tijdens begin competitie, in de winterstop en aan het einde van het seizoen worden er oefenwedstrijden gespeeld Bij afgelasting competitiewedstrijden een oefenwedstrijd regelen Bij blessures is het mogelijk, om na afspraak op het spreekuur bij de masseur te worden behandeld Het spelen van meerdere aantrekkelijke toernooien aan het einde van het seizoen

WELKE PLICHTEN HEB JE ALS (SELECTIE)SPELER Door jeugdspelers van vv. D.E.S. wordt op de club geen alcohol gedronken. Met uitzondering van A-junioren op zaterdagen na de wedstrijd, zij het met mate. De vereniging dient naar buiten toe positief te worden uitgedragen. De training of wedstrijd gaat voor een verjaardagsfeest of een hobbyactiviteit. Studie, werk en andere hobby’s zodanig indelen, dat je aan je voetbalverplichtingen kunt voldoen. Verplicht meedoen met oefenwedstrijden en toernooien. Voetballen in een ander elftal dan waarvoor je geselecteerd bent zonder toestemming van de jeugdtrainer niet toegestaan. Bij verhindering heeft elke speler de plicht zich op tijd en met opgave van reden af te melden bij de trainer. Niet op tijd komen bij trainingen of wedstrijden heeft consequenties. Voor een training of wedstrijd wordt sterk afgeraden koolzuurhoudende dranken en vettige etenswaren (kroket en dergelijke) te eten. Dit heeft namelijk een zeer negatieve invloed op de prestaties. Blessures dient men zo snel mogelijk te melden, zodat eventuele behandeling zo snel mogelijk kan beginnen. Spelers van de F, E, D, en C selectie mogen niet trainen/spelen op schoenen met afschroefbare noppen.


29

5.3.4

5.3.5

5.3.6

Jeugspelers dienen zich beschikbaar te stellen om te assisteren bij een activiteit van de A-com.

AFSPRAKEN TIJDENS DE TRAINING Elke speler is verplicht twee keer per week de training te volgen. Alleen de trainer kan je eventueel incidenteel van deze verplichting ontheffen. Iedereen kleedt zich om bij vv. D.E.S. Na de training is het douchen bij vv. D.E.S. verplicht. Na de training wordt er eerst gedoucht voordat je de kantine ingaat. Iedere speler zorgt ervoor dat hij 10 minuten voor aanvang van de training omgekleed op het trainingsveld is om aan de warming-up te beginnen. Op het doel schieten voor aanvang van de training is verboden. Weggeschoten ballen direct tijdens de training ophalen en niet laten liggen. Na afloop van de training het materiaal weer mee terug nemen. Het dragen van scheenbeschermers tijdens de training is wenselijk. Onderhoud je voetbalschoenen goed, poetsen is hierbij niet verplicht. Houdt de kleedkamers schoon, klop dus je voetbalschoenen buiten uit. Voor de pupillen dienen in het bezit te zijn van een goed trainingspak.

AFSPRAKEN BIJ DE WEDSTRIJDEN De opstelling wordt bepaald door zaken als technische en tactische vaardigheden, inzet en gedrag tijdens de trainingen en wedstrijden en de trainingsopkomst. Bij ziekte, blessures of dergelijke zo snel mogelijk de trainer inlichten zodat er vroegtijdig maatregelen genomen kunnen worden. (afbellen het liefst op vrijdag) Bij verhindering de trainer inlichten. Van elke speler wordt verwacht dat hij er alles aan doet om op de wedstrijddag 100% fit te zijn, dus op vrijdagavond hier rekening mee houden. Het dragen van scheenbeschermers verplicht. Het shirt wordt in de broek gedragen en de kousen hoog. Zorg dat je altijd een extra veter, noppen en noppensleutel en dergelijke in je tas hebt. Te laat aanwezig bij de wedstrijden heeft consequenties. Gezamenlijke warming-up Sponsorkleding, tassen en dergelijke dienen met zorg te worden behandeld, trek het dus normaal uit en gooi het niet op een hoop. Sponsorkleding mag nooit in de vrije tijd gedragen worden.

EXTRA TRAINING In geval van afgelasting van de wedstrijd wordt er in principe door de selectieteams getraind. Spelers die niet behoren tot de selectieteams kunnen meetrainen. Voor deze spelers is deelname aan de training facultatief. Spelers van de selectieteams zijn ook voor de training bij afgelasting verplicht af te bellen.

Jaarplanning

5.4

30

Alle in de jeugdafdeling werkende commissie-/kaderleden volgen in principe de onderstaande jaarplanning. De jaarplanning kan periodiek worden aangepast. Deze jaarplanning is het raamwerk waarbinnen alle activiteiten plaats dienen te vinden.

Januari Uitwerking oefenprogramma met selectieteams voor het nieuwe seizoen. Afronding selectietrainers contracten, mocht dit nodig zijn. Schriftelijke rapportage over spelers die overgaan naar een hogere leeftijdsklasse. Overleg verlening contracten niet selectietrainers.

Februari Afronding contracten niet selectietrainers. Overleg Jeugd technische commissie. Evaluatie selectievoetbal. Teamindeling E en F junioren voor de voorjaarscompetitie. Teamindeling overige teams.

Maart Start voorjaarscompetitie veldvoetbal E en F junioren. Trainersoverleg niet selectieteams.

April Vaststellen van de doelstelling en planning van het nieuwe seizoen van de selectieteams. Eventueel voorzien in vacatures voor leiders van selectieteams. Overleg Jeugd technische commissie. Vaststellen trainingstijden en schema voor het nieuwe seizoen.

Mei Voorlopige samenstelling teams. Voorzien in vacatures voor leiders van de teams. Evaluatie selectievoetbal. Einde voetbalseizoen niet selectieteams. Deelname aan toernooien voor alle teams.

Juni Puntjes op de i voor het nieuwe seizoen, is per team alles geregeld.

Augustus Definitieve samenstelling van de teams. Eerste trainingen selectieteams Bekervoetbal voor die teams die daar aan mee willen doen.

September Ouderavond


31

TECHNISCH JEUGDPLAN Van een jeugdtrainer die bij vv. D.E.S. werkzaam is verwachten wij dat hij zijn spelers ook tactisch/technisch op een verantwoorde wijze opleidt. Dat wil niet zeggen, dat hij zijn spelers tot in alle details moet voorschrijven hoe ze zich moeten gedragen in de wedstrijd. Het is zeer belangrijk dat spelers leren zelf oplossingen te zoeken voor allerlei voetbalproblemen. Het coachen tijdens de wedstrijd is belangrijk, alleen echter als jij je in je coachen niet laat leiden door emoties of het resultaat. De oplossingen kunnen dan in de wedstrijdevaluatie worden besproken. Van de andere kant is het wel belangrijk, dat de jeugdtrainer zijn spelers veelvuldig de weg wijst, maar dan speciaal tijdens de positie - en partijspelen op de training. Geef aan wat je van de spelers verlangt, gebruik de juiste toon, terwijl de spelers wel het probleem moeten herkennen. Kies het juiste moment om te coachen. Hoe lager het niveau, hoe voorzichtiger de aanpak en hoe groter het geduld moet zijn.

32

1.

SPELCONCEPT Het bepalen van het spelen van een spelconcept is afhankelijk van de kwaliteiten van de spelers. In het opleidingsplan wordt gekozen voor een bepaald spelconcept, waarin een aantal uitgangspunten zijn verwerkt om een herkenbaar spelconcept binnen vv. D.E.S. te verkrijgen. Het spelconcept ziet er als volgt uit: 4-3-3 met als streven 3-4-3.

Drie verdedige rs e n drie aanvallers

1.1

Zo leren de verdedigers al heel vroeg hoe ze met het duel 1:1 moeten omgaan, hoe ze positie moeten kiezen als hun tegenstander sneller is, op welke manier ze het spel kunnen ophouden als er een 1:2 situatie dreigt te ontstaan. Ze leren steeds beter op elkaar te letten, waardoor ze leren het moment te herkennen waarop ze hun eigen tegenstander los moeten laten om rugdekking aan het centrum te kunnen verlenen. Ook leren ze herkennen het moment dat ze heel scherp moeten dekken om te voorkomen dat hun medespeler in de problemen komt. Natuurlijk zullen ze ook moeten leren daarnaast opbouwend en aanvallend hun bijdrage te leveren. De keuze van het spelconcept is afhankelijk van de mogelijkheden van de spelersgroep. Met drie verdedigers en drie aanvallers is er een keuze van een spelconcept tussen twee verschillende blokken (aanvallend blok / verdedigend blok): 6:4 / 5:5 / 4:6. Binnen elk spelconcept krijg je te maken met allerlei voetbalsituaties, die je als jeugdtrainer moet beoordelen en wanneer je moet coachen. Veel zaken kunnen daarom dienen als uitgangspunten voor een goede jeugdvoetbaltraining. Binnen het voetbalspel kunnen wij onderscheid maken in eigenlijk drie hoofdonderdelen en wel: 1. 2. 3.

Het elftal is in balbezit De tegenstander is in balbezit Het elftal heeft net balverlies geleden of is net in balbezit gekomen.

Het e lftal is in balbezit

1.2

Is er een sfeer waardoor duidelijk wordt dat het om doelpunten maken gaat? Maken wij het de tegenstander moeilijk om goed te verdedigen? Maken wij goed gebruik van de ruimte op het speelveld zowel in de breedte als in de lengte? Kunnen wij de tegenstander dwingen om veel looparbeid te verrichten? Komen er spelers, die dat ook goed kunnen, in scoringsposities? Is de opbouw van het spel in relatie met het handelen van de aanvallers (door coachen, armbewegingen, toekomen of wegtrekken van de aanvaller aan de verdediger laten zien), waar en hoe hij het liefst de bal wil hebben? Weet elke speler hoe de organisatie is in balbezit, zowel qua concept als speelwijze (pressing, counter, speltempo)? Wordt er op tijd vrijgelopen en wordt er goed vrijgelopen, d.w.z. naar de vrije ruimte, uit de dekking, op het juiste moment, het diagonaal naar binnen lopen in relatie met andere spelers? Maakt de ene spits ruimte voor de andere spits, doordat de ene spits, die het dichtst bij de bal is juist wegtrekt om ruimte te maken voor de andere spits.


33

Kan en wordt er na een goede kaats door een medespeler de bal diep gespeeld naar een derde medespeler? Wordt de ruimte op de vleugels voldoende gebruikt en komen er goede voorzetten? Gebruikt de doelverdediger de breedte van het veld ook met het gooien van de bal naar een vrijstaande verdediger? (bal komt van links en gaat naar rechts e.o.) Wordt de doeltrap door de doelverdediger zelf genomen? Is de opbouw via de eigen verdedigers naar de aanvallers niet te langzaam of juist te snel? Nemen de verdedigers in de opbouw risico? (duel) Wordt de bal strak aangespeeld in de opbouw? Wordt er veel gelopen met de bal in de opbouw tot er meestal geen ruimte meer is? Kan de doelverdediger de aanvallers snel in scoringspositie brengen via een uittrap, uitgooi? Wordt het spel tijdens de opbouw snel verplaatst naar de andere kant van het veld d.m.v. wissel- c.q. crosspass? Komt een vleugelverdediger in een aanvallende rol over de vleugel, beschikt hij dan ook over een voorzet c.q. trekbal? Zorgen de middenvelders en aanvallers ervoor dat er een dieptepass kan worden gegeven? Zijn de individuele acties nuttig en noodzakelijk of had er juist moeten worden samengespeeld? Zorgen de spelers voor de juiste opmerkingen naar elkaar toe en ook op de juiste moment? (coachen) Communicatie met elkaar?

De tege nstande r is in balbezit

1.3

34

Is er voldoende bereidheid om samen de bal weer terug te winnen? Wordt er voldoende gedekt maar ook goed; juiste kant, kort genoeg, in de positie, rugdekking, knijpend? Wordt de tegenstander voldoende gestoord in de opbouw? Wordt er voldoende collectief gestoord? Willen de verdedigers het duel 1:1 per se winnen? Is er een goede samenwerking in eerste instantie tussen spelers onderling, tussen de linies: om de tegenstander goed te storen en het scoren te beletten? Wordt de bal op een nuttige wijze getracht terug te winnen, dus niet via onnodige overtredingen, ten koste van blessures, de bal ook inderdaad goed in balbezit krijgen? Wordt er voldoende kort gedekt (is de bal aan jouw speelhelft dan meer in de positie spelen c.q. rugdekking spelen)? Wordt de ruimte om te spelen voor de tegenstander voldoende klein gemaakt en gehouden? Zijn er steeds voldoende medespelers om de bal, de tegenstander tegen te houden: opbouw storen, tempo breken om daarna de bal te veroveren? Wordt er voldoende gecoacht, vooral van achteruit: de spelers coachen steeds de spelers die voor hen spelen; dit houdt in dat men met elkaar moet praten maar ook moet luisteren en opmerkingen moet accepteren? Wordt getracht de tegenstander met flair en overtuiging te intimideren maar zeker ook door kort en agressief zonder overtreding te dekken? Verzorgt de doelverdediger de organisatie bij een hoekschop, een vrije trap, het opstellen van de muur?

1.4

Heeft de doelverdediger voorrang binnen het strafschopgebied als hij "los" roept? Beoordeelt de doelverdediger het spel juist qua opstelling binnen het strafschopgebied, op de rand van het strafschopgebied en zelfs daarbuiten? In de korte overgangssituaties van balbezit naar balverlies kunnen wij ons afvragen: Hoe wordt de bal verloren; individuele acties, korte pass, lange pass, geen samenwerking, ongecontroleerde dribbel, communicatie onderling, geen coaching, etc... ? Wordt er bij balverlies snel omgeschakeld door alle spelers: de spelers die dicht bij de bal zijn, de spelers ver van de bal, worden de taken overgenomen? Wordt de balbezittende speler direct gestoord? Laten wij ons eerst terugzakken om te hergroeperen? Bestaat de mogelijkheid om op buitenspel te spelen, door voldoende te zijn aangesloten.

Van balve rlies naar balbezit en omgekeerd De omschakeling van balbezit of balverlies moet snel gebeuren, probeer direct een goede organisatie neer te zetten. Zorg er voor dat alle posities in het veld zo snel mogelijk bezet zijn.


35

2.

EISEN AAN DE TRAINING - VOORWAARDEN Elke training is te beoordelen aan de hand van de volgende punten:

Voetbal/e igen bedoelingen

2.1

doelpunten maken / voorkomen samenwerking doelgerichtheid snelle omschakeling balbezit / balverlies spelen om te winnen elke oefening moet doel hebben: 1. van eenvoudig naar moeilijk 2. van eenvoudig naar samengesteld 3. van bekend naar onbekend van weinig naar veel Zorg dat een training of oefening zoveel mogelijk lijkt op het spelletje voetbal. Dus zoveel mogelijk met de bal werken en elementen van samenspelen, doelgerichtheid en doelpunten maken of voorkomen in de oefenstof verwerken.

Veel he rhalingen

2.2

veel beurten geven geen lange wachttijden / meerdere groepen maken goede organisatie leerproces - techniek en tactiek voldoende materiaal/ballen Doen, doen en nog eens doen. Oefening baart kunst is waar! Zorg er dus voor dat de kinderen zoveel mogelijk balcontact hebben (ieder kind een bal), geen lange wachttijden (geen rijen bij het afwerken!) en veel beurten geven zodat ze veel kunnen oefenen. Zorg hierbij voor een goede planning en organisatie, denk er dus van te voren over na. En niet elke training hoeft altijd weer anders te zijn.

Rekening houden met de groe p

2.3

met leeftijd, wensen spelers, prestaties met vaardigheid / niveau met de beleving, de spelvreugde met weersomstandigheden goede arbeid-rust verhouding voldoende variatie Wanneer een trainer training geeft, moet hij weten wie hij voor zich heeft staan, en daar zijn training en oefenstof op richten. Hou er rekening mee wat ze al wel of niet (hoeven te) kunnen en of ze wel openstaan voor bijvoorbeeld overspelen. Bijvoorbeeld F-spelers hebben vaak al zoveel moeite met de bal, dat overspelen te veel gevraagd is: ze zijn al blij als de bal geraakt wordt. Bij tweedejaars E- spelers bijvoorbeeld mag je meer van de spelers verwachten. (Zie ook de onderdelen "weerstanden aanpassen" en "eindtermen D, E en F- jeugd")

36

Juiste coaching/ beïnvloeding

2.4

spelbedoelingen duidelijk maken spelers beïnvloeden, laten leren door: 1. vragen stellen 2. oplossingen laten aandragen - in te grijpen 3. voorbeeld geven of voordoen - het spel stop te zetten 4. verwerken van mentale aspecten (als bijvoorbeeld het verwerken van een nederlaag). De trainer moet de kinderen op de juiste manier bij het trainen betrekken. Niet alleen maar opdrachten laten uitvoeren: laat ze weten waarom, laat ze zelf mee ontdekken wat het voor nut heeft: stel vragen, laat ze zelf oplossingen bedenken. (Zie ook het onderdeel "manieren van coachen") Een andere belangrijke insteek die beschreven is in de zogenaamde Zeister visie is, het verdelen van voetbaleigenschappen in 3 soorten: Techniek, inzicht en Communicatie. Bij pupillen zijn vooral de eerste twee van belang, waarbij het inzicht pas vanaf tweedejaars E vormen begint aan te nemen. Het grootste deel van de trainingen bij de pupillen zal dus gericht zijn op het verbeteren van de techniek.


37

3.

DE LEEFTIJDSSPECIFIEKE KENMERKEN

Elke leeftijdsgroep heeft zijn eigenaardigheden waarvan elke leider of trainer van op de hoogte moet zijn. De gekozen oefenstof zal aan moeten sluiten bij de totale ontwikkeling van die leeftijdsgroep. Met onderstaande gegevens zal dus terdege rekening gehouden moeten worden. “Leeftijd” is onder te verdelen in: kalenderleeftijd biologische leeftijd (lichamelijk) psychomotorische leeftijd (mentaal) Dat wil zeggen dat: de fysieke ontwikkeling per kind, maar ook per leeftijdsfase verschilt. iedere leeftijd zijn eigen karakteristieke motorische en psychologische kenmerken heeft. de motivatie om te voetballen per kind en per leeftijdfase verschilt: in die twaalf jaar vindt een ontwikkeling plaats van spelen(ik gericht, plezier) naar sporten (presteren). Steeds dient derhalve afgevraagd te worden: met wie ben ik bezig. met welke leeftijdscategorie ben ik bezig. welke fysieke/motorische/psychologische kenmerken heeft de leeftijdscategorie. hoe is de belevingwereld in die leeftijdsfase. De beleving staat bij de jeugd centraal. Beleving moet gezien worden als een product van talent, aanleg en ontwikkeling. Beleven de kinderen plezier aan het voetballen.

F- pupille n (ca. 8 jaar)

3.1

LEEFTIJDSSPECIFIEKE

KENMERKEN

Lichamelijke kenmerken: Ze bezitten nog relatief weinig kracht. Hun lichaam is nog geen harmonisch geheel. Motorische kenmerken: Coördinatie van de motoriek als geheel is nog onvoldoende ontwikkeld. Met andere woorden het balgevoel is nog zwak. Psychische kenmerken: Er is nog weinig sociaal gevoel. Concentratie is nog zwak. Je kunt wel spreken van een grote bewegingsdrang bij deze jongste voetballertjes. Prestatie/motivatie: Het spel is nog speels en avontuurlijk. Er is wel een vorm van wedijver, maar zowel de positieve als het negatieve resultaat wordt na een wedstrijd snel vergeten. Het geven van gerichte opdrachten in een wedstrijd heeft nog weinig zin. HET

VOETBALLEN VAN DE

F-

PUPILLEN

Alle spelertjes in een kluit op en om de bal. Een uitzondering vormen de keepers en 1 of 2 jochies die voortdurend worden gemaand achter te blijven. Van echt voetbal is nauwelijks sprake. De bal wordt door een rennende en schoppende horde voortbewogen. Een kluwen enthousiaste spelertjes rent achter de bal aan. CONSEQUENTIES

VOOR DE TRAINING

Deze kinderen moeten het voetballen nog helemaal leren spelen. Ze moeten dus wennen aan de dingen die typisch voetbaleigen zijn. Te noemen zijn hierin: de bal, medespelers, tegenstanders, scoren, spelregels, ruimte, etc.

38

PROBLEEMGEBIED Voor de F- pupillen levert "de bal" het grootste probleem op. Zij moeten wennen aan het "gedrag van de bal" onder alle omstandigheden. Het verbeteren van de voetbalprestaties van de F- spelertjes staat daarom in het teken van de ontwikkeling van het gevoel voor de bal. Er is maar één manier om dat balgevoel te ontwikkelen en dat is door oefeningen te bedenken waarbij de spelers ieder een bal hebben. Hierdoor krijgen ze veel balcontacten, waardoor het gevoel voor de bal verbeterd wordt. Daarnaast moeten ze veel kleine partijtjes spelen. Hierbij valt te denken aan 3:3 en/of 4:4. Centraal staat echter het op spelende wijze leren van de techniek.

3.2

E-pupillen (ca. 8 – 10 jaar) LEEFTIJDSSPECIFIEKE

KENMERKEN

Lichamelijke kenmerken: Er is een duidelijke groei naar harmonie. Oefenstof kan daarom moeilijker worden. Motorische kenmerken: De coördinatie wordt zienderogen beter. Daarmee gaat gepaard dat er een beter balgevoel wordt ontwikkeld. Psychische kenmerken: Meer sociaal gevoel. Opdrachten worden steeds beter begrepen en beter uitgevoerd. Ook de omgang met medespelers en tegenstander verbetert. Het kind is overigens nog wel redelijk snel afgeleid. Prestatie/motivatie: Grotere geldingsdrang. Wedstrijden en prestaties worden nu belangrijker. Meer gerichte opdrachten tijdens de wedstrijd zijn in nu in beperkte mate mogelijk. HET

VOETBALLEN VAN DE

E-

PUPILLEN

De eerste vormen van samenspel worden hier zichtbaar. De balbehandeling is gerichter. Niettemin beperkt het zich veelal tot aannemen, dribbelen, drijven en een schot op doel. Uiteraard is dit afhankelijk van het individuele niveau. CONSEQUENTIE

VOOR DE TRAINING

Het gevoel voor de bal is in deze leeftijdsklasse al veel beter dan bij de F- pupillen. De balbehandeling houdt daarmee gelijke tred. Ook voor de E- pupillen geldt dat ze moeten voetballen en moeten blijven voetballen om het voetballen onder de knie te krijgen. Dus: laat ze wennen aan de bal via speelse oefeningen waarbij de nadruk van coaching ligt op de juiste uitvoering van de diverse technieken. Dit is namelijk een leeftijdsfase die zich er uitstekend toe leent om jonge voetballers technische vaardigheden onder de knie te laten krijgen. Dit is ook de leeftijdsfase waar begonnen kan worden met het besteden van aandacht aan het samenspelen. PROBLEEMGEBIED Naast het probleemgebied "de bal" komen nu ook de probleemgebieden "medespeler" en "tegenstander" naar voren. Dit betekent dat naast het ontwikkelen van de techniek ook een start gemaakt kan worden met het ontwikkelen van inzicht.


39

D- pupille n (ca. 10 – 12 jaar)

3.3

LEEFTIJDSSPECIFIEKE

KENMERKEN

Lichamelijke kenmerken: De onderlinge lichaamsverhoudingen worden nu idealer. De meeste kinderen zijn nu “goed gebouwd”. Uiteraard zijn hierbij uitzonderingen. Motorische kenmerken: De coördinatie is sterk verbeterd. Alles is beter op elkaar afgestemd. Het kind leert nu snel allerlei nieuwe en moeilijke oefenstof. De motoriek werkt nu goed mee. Psychische kenmerken: Duidelijk een sociaal besef. Er komt nu kritiek op het eigen functioneren, maar ook op dat van anderen. Dat reageren op anderen moet nu in goede banen worden geleid. Prestatie/motivatie: Eigen prestatie wordt nu belangrijk. Het kind gaat prestaties nu vergelijken met anderen. Ook het na-apen van idolen komt in beeld.

Onderstaand staan opsommingsgewijs enkele aspecten waar extra rekening mee gehouden dient te worden: aanleg om techniek te leren is groot enthousiast en goed aanspreekbaar zal goed voorbeeld snel na kunnen doen wil bij de groep horen concentratie "redelijk" goed goede coördinatie meer balgevoel lichaam vaak goed gevormd bewegingen soepel kracht en uithoudingsvermogen veelal aanwezig soms zelfoverschatting (denken:dat kan ik wel) zal steeds meer inzien dat samen met anderen gevoetbald moet worden vaak kritisch op zichzelf, maar ook op anderen over het algemeen goed gemotiveerd veel interesse voor spelvormen en wedstrijden kunnen op deze leeftijd grotendeels gevormd worden nemen oefenstof vrij snel op leert snel TRAINING

40

technische vaardigheden aanleren en laten ruiken aan tactiek schaven aan techniek met zo afwisselend mogelijk programma streven naar zo hoog mogelijk niveau, maar vrijheid en eigen creativiteit van de spelers mogen niet in het gedrang komen corrigeren is van groot belang training moet mengelmoes van techniek, tactiek en conditionele onderdelen zijn vrijlopen en bewegen erg belangrijk leren eigen maken van technische handelingen basis- en baltechnieken staan voorop, dus zoveel mogelijk met de bal training moet boeiend zijn iedereen zo optimaal mogelijk proberen te laten functioneren leren door spelen prestatiedrang in de gaten houden accent op samenspel/teamverband belangrijk is positieve waardering voor de loop.- en "kracht"training geldt:

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

het aanleren van de beginselen van een goede looptechniek de coördinatie van het lopen. het leren springen met een één- en tweebenige afzet. het onderhouden en verbeteren van de lenigheid. het leren gebruiken van het lichaam in het duel. "krachttraining” door gebruik te maken van het eigen lichaamsgewicht. het leren ontwijken van een tegenstander. het wegsprinten in alle richtingen. het aanleren van een schouderduw.

TECHNIEK

De spelers moeten leren omgaan met de bal met alle delen van beide voeten in alle richtingen. de balbehandeling koppelen aan snelheid in gecompliceerde situaties met weerstand. tweebenig trappen van de bal met binnenkant voet, half binnenkant voet, de wreef trap over de grond en door de lucht over kleine afstanden het aan- en meenemen van de bal met alle delen van het lichaam het jongleren met de bal met alle delen van het lichaam (behalve de armen) het zuiver inpassen vanuit stand en beweging het gericht schieten op doel het werken aan gevarieerde voorzetten het aanleren van de basistechniek koppen, zonder weerstand het aanleren van passeertechnieken het ontwikkelen en stimuleren van een eigen schijnbeweging het leren afschermen van de bal de ingooi het leren nemen van een strafschop TACTIEK

vrijlopen in de vrije balbaan de veldbezetting in de lengte en de breedte van het veld aan- en terugsluiten buitenspelval kunnen opzetten het aanbieden rond de bal spelen vanuit de eigen positie het overnemen van de positie van een andere speler het leren spelen op een andere positie over de bal kijken moment van keuze bepalen tussen samenspelen en individuele actie het leren afschermen van de bal bij dribbelen en aanspelen aan de binnenkant dekken de gevaarlijke tegenstander dekken HET

VOETBALLEN VAN DE

D-

PUPILLEN

Bij deze groep zien we een balbehandeling die erop begint te lijken. Er is sprake van samenspel in de vorm van de eerste echte combinaties. Dit is de ideale leeftijd om het voetbal onder de knie te krijgen. Het oefenen van vaardigheden gebeurt veel bewuster en doelgerichter dan op jongere leeftijd. Het dekken en vrijlopen gaan ze beter begrijpen. CONSEQUENTIES

VOOR DE TRAINING

Dit is de ideale leeftijd om het beheersen van de bal in de diverse voetbalsituaties (in combinatie met de andere probleemgebieden) onder de knie te krijgen. Het is in deze leeftijdsklasse vrij gemakkelijk voor de trainer om de relatie tussen het


41

moment van de wedstrijd en de training aan te geven. Ze zijn leergierig, ze willen voetballen en ze zijn in staat om het uit te voeren. Deze jongens hebben ook veel meer begrip waarom er dient te worden vrijgelopen bij balbezit. Tijdens de momenten dat ze de bal niet in de ploeg hebben zijn ze vaak uit zichzelf bereid de tegenstander te dekken. Gedurende de training dient men hieraan aandacht te besteden. PROBLEEMGEBIED Naast de probleemgebieden "bal", "medespelers" en "tegenstanders" komt nu ook de "coaching" om de hoek kijken. Door het begrip voor de verschillende situaties in zowel balbezit als niet-balbezit, kan er binnen deze leeftijdsgroep begonnen worden met het coachen van elkaar.

C- Juniore n (ca. 12 – 14 jaar)

3.4

LEEFTIJDSPECIFIEKE

KENMERKEN

Lichamelijke kenmerken: Sommige kinderen beginnen vormen van prepuberteit te vertonen. Dit verstoort het harmonische beeld. De belastbaarheid wordt door de lichamelijke groei wel groter. Motorische kenmerken: Er ontstaat een vorm van stilstand of zelfs achteruitgang in de motoriek. Alles is wat onhandig en slungelachtig Psychische kenmerken: Conflicten zijn aan de orde van de dag. Het kind zet zich af tegen gezag van bovenaf. Dus ook tegen de leider, trainer en scheidsrechter. Het kind is veel met zichzelf bezig en zelfoverschatting komt veelvuldig voor. Prestatie/motivatie: Er kan een herwaardering van het voetbal ontstaan. Andere sporten komen nadrukkelijker in beeld. Motivatie is niet altijd even groot. Het kind kan zich nogal eens eigenwijs opstellen. Tegenslagen worden moeilijker verwerkt.

42

Onderstaand staan opsommingsgewijs enkele aspecten waar extra rekening mee gehouden dient te worden: overgang kind - volwassen is bezig zich zelf te vormen zet zich af tegen gezag kan conflicten uitlokken voelt zich vaak persoonlijk aangevallen idealistisch / eigenwijs vereist zeer consequente leiding oefenen sociale controle op en buiten het veld uit blijft speels en ontspannen heeft vaak andere interesses beperkte belastbaarheid blessuregevoeligheid overschat zichzelf bereidheid om te leren is niet altijd aanwezig aanleren van technieken die ze nog niet beheersen wordt moeilijker gezinsomstandigheden kunnen een rol spelen

TRAINING

belangstelling voor voetbal trachten te behouden probeer hechte groep te maken / te houden kliekvorming proberen te voorkomen accent op samen doen en presteren van spelers en leiders prestatieve kant komt mee om de hoek kijken moeten in feite alle basistechnieken beheersen rekening houden met eventuele stilstand motiveren waarom je iets doet veel speelse vormen technische voetbalvaardigheden vanuit wedstrijdsituatie oog hebben voor individuele tekortkomingen / problemen handelingssnelheid vergroten SPECIFIEKE

DOELSTELLINGEN

benaderen van de wedstrijd aanwijzingen gericht op de wedstrijdsituatie TECHNIEK

verfijning van de techniek (zie de D- pupillen) techniek in beweging techniek in oefenen spelvormen (wedstrijdvormen inbouwen) TACTIEK

individuele tactiek: bal afschermen - wanneer dribbelen, drijven etc. tactiek in vorm van: 1. aanvallen = aanbieden / vrijlopen 2. verdedigen =dekken, man- / ruimte dekking positiewisselingen ook aandacht voor spelhervattingen belangrijk is het gebruik van uniforme, heldere termen CONDITIE

algemene looptraining lenigheidoefeningen rustig opbouwende training, onder meer: 1. algeheel uithoudingsvermogen 2. korte duurlopen 3. snelheid 4. intervaltraining 5. positiespelen, bijvoorbeeld duel 1:1. Hierbij lange rust pauzes, veel estafette- / wedstrijdvormen HET

VOETBALLEN VAN DE

C-

JUNIOREN

Er kan een onstabiele motoriek optreden, vooral in de dagelijkse bewegingen. De reeds geleerde vaardigheden blijven behouden, ook al verminderd de uitvoering tijdelijk. De C- speler is voornamelijk bezig met zaken als vrijlopen en samenspelen. De kopduels lijken serieuzer, er wordt minder gekopt met de ogen dicht. Ook is er verbetering in verdedigend opzicht. De taken die aan een bepaalde positie kleven worden zichtbaar en worden geleidelijk opgepikt.


43

CONSEQUENTIES

VOOR DE TRAINING

Meer dan ooit kan hier de wedstrijd dienen als uitgangspunt voor de training. Het is verstandig als trainer oog te hebben voor individuele tekortkomingen en de problemen die ze op deze leeftijd kunnen hebben. Groei in de lengte kan er toe leiden dat sommige spelers stakerig en slungelachtig overkomen. Ze kunnen hierdoor minder gaan voetballen. In de beoordeling moet rekening gehouden worden met dit probleem dat veelal van tijdelijke aard is. C- junioren zijn wisselvallig in hun prestaties. Stel daarom de verwachting niet te hoog. De doelstelling kan zijn een fijn sfeertje te creëren met oefeningen die erop gericht zijn vanuit momenten in de wedstrijd technische en tactische zaken nog meer te verbeteren. Niet gaan grijpen naar trainingen zoals krachttrainingen en looptrainingen. Met name op dit moment is geduld een schone zaak. PROBLEEMGEBIED Naast de probleemgebieden "bal", "medespelers", "tegenstanders" en "coaching" ontstaat hier een probleemgebied van tijdelijke aard, n.l. "het eigen lichaam". Vaardigheden die reeds beheerst werden kunnen hierdoor tijdelijk in het gedrang komen.

B- Juniore n (ca. 14 – 16 jaar)

3.5

LEEFTIJDSPECIFIEKE

KENMERKEN

Lichamelijke kenmerken: Een hernieuwd begin van harmonisatie. Door snelle groei ontstaat er een periode van grote blessuregevoeligheid. De belastbaarheid wordt door toename van kracht weer groter. Motorische kenmerken: Men kan nu betere resultaten behalen met het trainen van de technische onderdelen. De bewegingen worden effectiever. Psychische kenmerken: De speler krijgt meer realiteitszin. Zowel het over-emotioneel zijn als de agressie neemt af. Hij neemt sneller wat aan van een ander. Dus ook van de leider, trainer en scheidsrechter. Prestatie/motivatie: De speler is nu echt kritisch op eigen prestaties. Er ontstaat een medeverantwoordelijkheid voor de groep. Ook de opofferingsbereidheid neemt toe.

Onderstaand staan opsommingsgewijs enkele aspecten waar extra rekening mee gehouden dient te worden: meer realiteitszin minder emotioneel mede verantwoordelijkheid dragend kritischer naar eigen prestatie leerzame periode verhoogde belastbaarheid soms groepsvorming willen doelgericht training en eigen prestatie verbeteren TRAINING

44

meer conditioneel waken voor al te hoge eisen appèl op zelfstandigheid, zelfkritiek, verantwoordelijkheidsgevoel veel wedstrijden oefenvormen technische en tactische oefeningen in hoger tempo afwerken weerstanden inbouwen in technische oefeningen positiespelen verantwoordelijkheid voor ploegtactiek en taak binnen team speler

kan meer verantwoordelijkheid aan voldoende aandacht aan tactiek besteden SPECIFIEKE

DOELSTELLINGEN

presteren in de wedstrijd individuele tactische aanwijzingen linie- en elftaltactiek TECHNIEK

blijvend accent op techniek techniek in de beweging en wedstrijdsituaties (met en zonder weerstand) techniektraining levert weer resultaat op handelingssnelheid en weerstand opvoeren tijdens technische n tactische oefeningen (met en zonder weerstand) TACTIEK

tactiek uitbouwen linietactiek samenwerken 2. switchen bij zowel balbezit als balverlies 3. overnemen - mandekking / rugdekking wedstrijdactie buitenspel / spelhervatting aanval tegen verdediging 1.

CONDITIE

aandacht aan kracht / uithoudingsvermogen, snelheid, beweeglijkheid (lenigheidoefeningen) intervalarbeid ( met en zonder bal) ook conditietraining in de vorm van circuit op basis van techniek / tactiek (redelijk intensief). partijen positiespel duel 1 : 1 HET

VOETBALLEN VAN DE

B-

JUNIOREN

De B- junior is in staat echte wedstrijdsport te beoefenen. Hij waagt zich aan acties die voor het team weinig rendement hebben. Zijn soms te laat ingezette sliding en de wijze waarop hij buitenkant voet speelt hebben meer te maken met het feit dat hij zichzelf wil bewijzen. Het tempo is hoger, er wordt korter gedekt. De B- junior moet leren onder druk te spelen en dat gaat hem soms minder goed af. Zijn individuele mogelijkheden moeten meer rendement voor het team gaan opleveren. Hier moet hij in leren. CONSEQUENTIES

VOOR DE TRAINING

Ook bij de B- junioren kan de trainer nog worden geconfronteerd met problemen als gevolg van de groeispurt. Toch leent deze leeftijdsgroep er zich juist voor het voetballen zelf te verbeteren. D.w.z. voetballen dat tijdens de wedstrijd de volwassenheid begint te benaderen en in fysiek opzicht een heel stuk forser lijkt dan dat van de C- junioren. Ook hier geldt: trainen vanuit de wedstrijdsituatie. Daarbij is het mogelijk een beroep te doen op elftaltactiek (plaatsen in een elftal en de daarbij behorende taken). Op deze leeftijd kunnen spelers verantwoordelijkheid dragen. Buiten het veld blijkt dit op het gebied van de leefwijze, lichaamsverzorging en taalgebruik. Binnen de witte lijnen kunnen ze dit ook aan.


45

PROBLEEMGEBIED Naast de probleemgebieden die uit de vorige leeftijdsgroepen zijn meegekomen heeft de B junior de moeilijke taak een evenwicht te zoeken tussen de eigen geldingsdrang en het leveren van rendement voor het team in het nastreven van het gezamenlijke prestatiedoel.

A- Junioren (ca. 16 – 18 jaar)

3.6

LEEFTIJDSPECIFIEKE

KENMERKEN

Lichamelijke kenmerken: De training kan gebaseerd worden op kracht en uithoudingsvermogen. We naderen een optimale lichamelijke ontwikkelingsgrens. Motorische kenmerken: Deze periode vormt een hoogtepunt in het aanleren van motorische vaardigheden. Met andere woorden het lichaam en zijn motoriek lenen zich hier uitstekend voor. Psychische kenmerken: Er komt meer en meer stabilisatie op het psychische vlak. Deze harmonie wordt echter afgewisseld met crisisperioden. Voor de groep als geheel kon een dergelijk privé-crisis grote gevolgen hebben. Prestatie/motivatie: Er is een grote geldingsdrang. De motivatie om tot prestaties te komen is zeer groot.

Onderstaand staan opsommingsgewijs enkele aspecten waar extra rekening mee gehouden dient te worden: geldingsdrang gedrag vrij stabiel benaderd lichamelijke volwassenheid tot optimale prestatie in staat TRAININGEN

technische en tactische training in hoger tempo streven naar peil senioren, technisch en conditioneel hoogtepunt in leren van motorische vaardigheden wedstrijdtactiek theoretische achtergronden positiespelen uitbouwen conditietraining zoveel mogelijk met bal werken naar eindvormen en volledige weerstand wijzen op zelfstandigheid, verantwoordelijkheid SPECIFIEKE

DOELSTELLINGEN

streven naar optimale prestaties ` TECHNIEK

combineren met conditionele elementen onder meer snelheid TACTIEK

46

afstemmen op wedstrijdgebeuren bijzondere tactische principes: 1. buitenspel - counteren 2. tempowisselingen 3. formatie tactische variaties

CONDITIE

specifieke conditietraining HET

VOETBALLEN VAN DE

A-

JUNIOREN

De A- junior is beter bestand tegen de moeilijkheden die het met zich meebrengt in de kleine ruimte te spelen. Zonder te beweren dat een A- junior volleerd is, kan worden gesteld dat het een kwestie is van rijpen. Het onrustige dat wat kenmerkend is voor de B -junioren maakt plaats voor een beheerster optreden. Er wordt ook door de spelers onderling gelet op het spel van elkaar. Er ontstaat een zekere zelfcontrole binnen de groep. CONSEQUENTIES

VOOR DE TRAINING

De fase van volwassenheid breekt aan. Een meer bewuste en meer evenwichtige houding is kenmerkend voor deze categorie. De speler streeft zichtbaar naar verbetering van zijn prestaties. Geldingsdrang en zucht naar erkenning zijn opvallend. Er kan veel aandacht besteed worden aan tactiek van het elftal, alsmede de taak van de spelers afzonderlijk. Hier is de relatie met de wedstrijd het meest voor de hand liggend. PROBLEEMGEBIED Alle bij de vorige leeftijdsgroepen behandelde probleemgebieden zijn door de Ajunior doorlopen en als het goed is getackeld. Nu is het de tijd voor verdere rijping en uitgroeien tot een complete voetbalspeler.


47

4.

TAKEN BINNEN HET ELFTAL Hierna volgend worden taken belicht die bij een bepaalde speler en zijn specifieke positie horen. Voor elke speler op willekeurige welke positie geldt dat hij/zij zijn/haar medespelers altijd coacht. DOELVERDEDIGER

Verdedigend positie kiezen t.o.v. de bal (constant meedoen bij een aanval van de tegenpartij) organiseren en leiden (coachen) van de verdediging duidelijk en tijdig aangeven wanneer wordt uitgelopen en wanneer een verdediger moet ingrijpen het neerzetten van het team bij een cornerbal (1e-2e paal enz.) het neerzetten van de muur bij een vrije bal tegen waarbij voor het team volgende afspraken van belang zijn: 1. vanaf links van de keeper staat de linksback naar de keeper toe 2. vanaf rechts van de keeper staat de rechtsback naar de keeper toe 3. bij een penalty attendeert de keeper de spelers op inlopen Opbouwend juiste voortzetting bij balbezit ( rollen, werpen of trappen v.d. bal) leiden van de verdediging (laten aansluiten e.d.) duidelijk aanspeelbaar zijn voor je medespelers bij: 1. inworp 2. terugspeelbal (naast het doel) 3. vrije bal Aanvallend Bij balbezit met snelle lange bal het bereiken van: 1. de vleugelaanvallers 2. de centrumaanvaller VLEUGELVERDEDIGER

48

Verdedigend dekken van de vleugelaanvaller van de tegenpartij: 1. in de mandekking (aanval over jou kant) 2. in de ruimtedekking (aanval over andere kant) geven van rugdekking aan het centrum bij aanval over andere kant (naar binnen knijpen) indien gepasseerd herstellen naar het centrum (centrale verdediger neemt taak van jou over) goede opstelling tijdens een cornerbal (luisteren naar de keeper),met gezicht naar de keeper gaan staan bij een vrije bal om zo de te bouwen muur op de juiste plaats te krijgen. Bij je medespelers inhaken om ze mee te nemen

Opbouwend vrijlopen - aanspeelbaar zijn voor de doelverdediger (zijkant) aanspeelbar zijn voor het centrale duo,de middenvelders en de voorhoedespelers in combinatie spelen met boven genoemde spelers

Aanvallend op het juiste moment inschakelen wanneer er voldoende ruimte is de geboden ruimte op de juiste manier benutten

gedekte aanvaller niet van grote afstand willen bedienen juiste moment aanbieden bij een inworp bij ruimte achterlijn halen en voorzetten, breed leggen of terugleggen wanneer je 1-1 staat durven actie te maken wanneer mogelijk naar binnen komen om zelf te scoren CENTRALE

VERDEDIGER

Verdedigend geven van rugdekking aan overige ( vleugelverdedigers - voorstopper ) spelers inschuiven om opkomende middenvelders af te stoppen afstoppen van doorgebroken speler afstoppen van doorgebroken vleugelspeler en centrale aanvaller leiding geven ( in verdedigend opzicht ) aan de verdediging, middenveld en de voorhoede spelen op buitenspel coachen (je hebt het spel voor je) Opbouwend vrijlopen (dit kan ook in achterwaartse richting) aanspeelbaar zijn voor de doelverdediger, vleugelverdedigers en middenvelders leiding geven aan de achterhoede met betrekking tot het goede aansluiten naar voren toe Aanvallend inschakelen bij balbezit op het middenveld indien mogelijk inschakelen bij vrije ballen van de zijkant of bij hoekschoppen voor het doel van de tegenpartij bij een vrij veld zolang mogelijk doorgaan wanneer mogelijk creëren van een numerieke meerderheid VOORSTOPPER

Verdedigend dekken van de centrumspits ophouden van de aanval van de tegenpartij bij een numerieke minderheid. overmacht (geen aanval op de bal doen)

Opbouwend vrijlopen om voor directe omgeving aanspeelbaar te zijn in samenspraak met centrale verdediger inschuiven naar het middenveld idem, om te komen in het doelgebied van de tegenpartij ( zie centrale verdediger)

Aanvallend zelfde taak als de centrale verdediger. Afwisselend in overleg MIDDENVELDER

Verdedigend dekken van een middenvelder van de tegenpartij die het dichtst in de eigen omgeving is rugdekking geven aan middenvelder van de eigen partij aan de andere kant van het speelveld (naar binnen knijpen) ruimtedekking toepassen bij numerieke meerderheid tegenpartij (dus geen aanval doen op de bal, maar de aanval ophouden) zorgen om de tegenstander zo lang mogelijk voor je te houden taakovername op moment dat verdediger zich met de aanval heeft bemoeid en er balverlies geleden is


49

Opbouwend vrijlopen om voor de verdediger en doelman aanspeelbaar te zijn om het combinatiespel gemakkelijk te maken naar de zijkanten vrijlopen en ook in voorwaartse richting sprintend van richting veranderen, om de tegenstander mee te nemen, zodat je ruimte creëert voor medespelers duidelijk zijn in dat wat je wilt Aanvallend inschakelen in de aanval het benutten van de ruimte die door de voorhoedespelers wordt gecreëerd slechts een middenvelder tegelijk in de aanval, dus onderling goed overleg (je ogen de kost geven) afspeelmogelijkheden creëren voor de aanvallers (terugpass). vanuit tweede linie durven af te werken juiste momenten over de aanvallers heen komen op juiste momenten met de bal de individuele actie maken en tot scoren komen VLEUGELAANVALLERS

Verdedigend afdekken van de vleugelverdediger het storen van de opbouw van de tegenpartij (in samenwerking met de andere voorhoedespelers om zo de bal snel te veroveren verdediger aan laten spelen (ruimte geven) om hem daarna onder druk te kunnen zetten (bij matig opbouwende speler) ophouden van het spel van de tegenpartij bij balverlies eigen team plaatsovername van de middenvelders wanneer nodig Opbouwend ruimte creëren t.b.v. de opbouw vanuit achteruit laten inzakken om ruimte te creëren voor opkomende middenvelders of verdedigers heel diep spelen om tegenstander mee te nemen zodat er ruimte ontstaat voor je medespelers Aanvallend door combinatiespel of individuele actie trachten zo snel mogelijk de achterlijn te bereiken vanwaar dan de bal voorgezet of breed gelegd kan worden durven uit te spelen, dan snelste weg naar het doel nemen om tot scoren te komen het nemen van hoekschoppen zoveel mogelijk vanuit de beweging voetballen CENTRUMAANVALLER

Verdedigend afdekken van een eventuele opkomende centrale verdediger het storen van de opbouw van de tegenpartij samenwerking in het storen v.d. opbouw met de vleugelaanvallers voorkomen van het geven van een lengtepass van de centrale verdediging van de tegenpartij ophouden van het spel van de tegenpartij inzakken wanneer nodig

Opbouwend creëren van ruimte in de lengterichting van het veld

50

aanbieden naar het middenveld toe aanbieden naar de achterhoede toe beide centrale verdedigers v.d. tegenpartij proberen aan je te binden

Aanvallend individuele acties om tot scoren te komen samenspel met medespelers om tot scoren te komen ruimte creëren voor opkomende medespelers in de vrije ruimte komen die medespelers hebben gecreëerd inzakken om ruimte achter de verdediging v.d. tegenpartij te creëren


51

5.

SPELHERVATTINGEN Hieronder volgen in grote lijnen opmerkingen over spelhervattingen. Er zijn natuurlijk veel meer mogelijkheden mede afhankelijk van de beschikbare kwaliteit van de spelers. HOEKSCHOP

In de verdediging dienen de eerste en tweede paal op de juiste wijze bezet te zijn. Deze spelers moeten over een goed reactievermogen bezitten. Op de rand van het doelgebied is een speler gezet om strakke lage hoekschoppen te onderscheppen. Rond het doelgebied moeten sterke koppers gezet worden t.o.v. die van de tegenpartij, waarbij lengte niet altijd de belang- rijkste voorwaarde is. Op de rand van het strafschopgebied en iets er buiten enkele spelers voor het afvangen van de weggewerkte ballen. Bij de aanval is het niet goed mogelijk een panklare organisatie aan te geven, omdat een en ander sterk afhankelijk is van de beschikbare spelers. Indien er sterke kopspecialisten aanwezig zijn (minimaal 2) is het zinvol de hoekschoppen op rechts door een rechtsbenige speler te laten nemen en van links door een linksbenige; deze speler moet in staat zijn de bal wegdraaiend van de doelman, hoog en toch tamelijk strak voor het doel te plaatsen. Door zinvol bewegen (positie kiezen of positie wisselingen) door een aantal spelers moeten de kopspecialisten vrij gespeeld en op het juiste moment worden aangespeeld. Meerder variaties zijn er mogelijk om uit hoekschoppen tot scoren te komen. Een en ander is en blijft afhankelijk van het aanwezige spelersmateriaal. Oefenen is in deze zeer belangrijk. VRIJE

SCHOP

Bij alle spelonderbrekingen en de daarop volgende spelhervattingen is er veelal sprake van concentratiestoring bij beide partijen. Vooral bij vrije trappen, meestal gepaard gaande met irritatie, is dit het geval. Het is bovenal zaak deze concentratiestoringen bij het eigen team zo veel mogelijk te voorkomen en bij de tegenpartij uit te buiten. Wanneer mogelijk dient de vrije schop snel genomen te worden, zodat de tegenpartij verrast wordt. Ook hier geldt dat er op variaties geoefend moet worden. Een ander is ook hier afhankelijk van het aanwezige spelersmateriaal. Indien de tegenstander een vrije schop mag nemen dient meteen de dichtst bijzijnde speler bij de bal te komen om een snelle uitvoering te voorkomen. Er worden geen ballen weggetrapt en diep sprintende tegenstanders worden meteen gevolgd. De doelman bepaalt of er vier of vijf spelers in de muur staan; dit zijn steeds dezelfde spelers in de zelfde volgorde. Er staat ook altijd een speler aan de buitenkant naast de muur om buitenom opkomende tegenstanders af te stoppen. AFTRAP Onze doelstelling is dat er aanvallend gespeeld wordt. Het is dan bijvoorbeeld mogelijk om de bal na de aftrap via 2 à 3 medespelers zuiver in de voet te spelen van een centrale verdediger die de bal vervolgens met een lange trap in het 16metergebied van de tegenpartij plaatst op de daarin gesprinte spitsspelers. Dit veroorzaakt onrust bij de tegenpartij en zet hen onder druk. Als voortzetting hierop dient dan gedurende de eerste 10-15 minuten getracht te worden om zoveel en zo snel mogelijk de bal vanaf de vleugel voor te brengen. Een andere mogelijkheid is een meer bedachtzame. Hierbij wordt via het middenveld en

52

eventueel de laatste lijn de aanval opgebouwd via meerdere stations. Bij aftrap door de tegenpartij dient de tegenpartij meteen vastgezet te worden. De drie spitsspelers en 1 à 2 middenvelders stellen zich zodanig op dat bij de aftrap meteen op de bal gejaagd kan worden, waardoor de tegenpartij gedwongen wordt de bal terug te spelen naar de laatste lijn. INWORP

In aanvallend opzicht Op het moment van de inworp moet er beweging zijn; veelal wordt er te vroeg positie gezocht en staan de spelers stil. Op het moment dat ingeworpen kan worden; stilstaande spelers zijn veel gemakkelijker te dekken. Op het moment van de inworp niet te dicht bij de inwerper in positie lopen (foutieve inworp). De bal moet zuiver in de voet geworpen worden, zodat de bal direct bespeelbaar is. Op de eigen speelhelft moet de inworp niet door de vleugel verdedigers gebeuren omdat de rugdekking op de vleugel dan weg is. Een inworp mag geen balverlies opleveren; in het geval dat alle spelers goed gedekt zijn en dus moeilijk aanspeelbaar,moet de bal langs de zijlijn worden ingeworpen naar de aanval toe. Halverwege de speelhelft van de tegenpartij moeten er geen medespelers tussen de degene die inwerpt en de doellijn gaan staan of lopen;op het moment van inwerpen kan deze ruimte gebruikt worden om daarin te sprinten waarbij de bal in de loop van deze in sprintende speler moet worden meegegeven. Gebruik maken van spelers die in staat zijn om een inworp bij de 1e paal of verder te gooien op een medespeler, die de bal kan "doorstiften". In verdedigend opzicht Zo snel en duidelijk mogelijk de dekking organiseren. Indien de ingeworpen bal op de degene die inwerpt wordt teruggespeeld moet deze direct geattaqueerd en vastgezet worden. Bij een inworp is buitenspel niet mogelijk; bij op een lijn spelen en op de buitenspelval wordt bij de inworp de rugdekking nog wel eens vergeten. Bij inworpen waarbij en speler van de tegenpartij de bal bij de 1e paal of verder kan ingooien, moet de organisatie verdedigend zijn als bij een hoekschop. Bij twijfel over welke partij de bal mag inwerpen, altijd zelf zo snel mogelijk de bal pakken om in te werpen. De scheidsrechter weet het soms zelf ook niet precies. DE

DOELTRAP

Vanuit onze eigen doelgebied is de uitvoering sterk afhankelijk van de kwaliteit van de keeper, zijn medespelers en vaak ook de weersomstandigheden. Dit zal per team en zelfs per wedstrijd moeten worden gepland. Er vanuit gaande dat we zelf aanvallend spelen moeten bij de doeltrap van de tegenpartij de aanspeelpunten rond de 16-meter worden afgedekt, zodat de tegenpartij gedwongen wordt tot een lange doeltrap. De laatste lijn stelt zich op achter middenlijn afhankelijk van de lengte van de doeltrap ( na 2 of 3 keer is dat wel duidelijk). Niet te diep wegzakken. De laatste man stelt zich op in die lijn en laat zich op het laatste moment terugzakken om de rugdekking te verzorgen.


53

6.

TIPS VOOR JEUGDTRAINERS EN -LEIDERS 1.

In het jeugdvoetbal mag het wedstrijdresultaat nooit op de eerste plaats staan. Je bent bezig met het opleiden van spelers.

2.

Verlang prestaties maar eis geen resultaat. Probeer te winnen uitgaande van positieve voetbal ideeën en de individuele mogelijkheden en niet uitgaande van het pure resultaat.

3.

Jeugdspelers moeten zo hoog mogelijk spelen,uiteraard aangepast aan de lichamelijke en mentale kwaliteiten van het talent. Een jeugdtrainer is verkeerd bezig als hij bijvoorbeeld in verband met het behalen van het kampioenschap een jeugdspeler niet laat overgaan naar een hoger elftal.

4.

Een speler ontwikkelt zich op jeugdige leeftijd sterk. Geef hem daarom speelmogelijkheden op veel plaatsen in een elftal. Pas op 16/17 jarige leeftijd kunnen voor specifieke kwaliteiten op een positie binnen een elftal definitievere keuzes gemaakt worden.

5.

Plaats de beste spelers in een aanvallende rol. Daar leren ze zich eerder creativiteit te ontwikkelen, in een kleinere ruimte onder grote weerstand. Van aanvallers kun je bovendien op latere leeftijd verdedigers maken, andersom veel moeilijker.

6.

Probeer het trainingsmateriaal voor de jeugd in goed beheer te bewaken. Zorg dat het materiaal kwalitatief optimaal blijft.

7.

Probeer te streven naar individuele trainingen voor keepers en talenten.

8.

Probeer te streven dat je een soort voetbaladministratie bijhoudt. Zorg dat je altijd beslissingen/handelingen kunt verantwoorden richting spelers/ ouders/jeugdcommissie, door het precies bijhouden van wedstrijdgegevens, trainingsopkomst, reserve analyses.

9.

Bereid de trainingen goed voor. Ga uit van de wedstrijd en de individuele kwaliteiten van je spelers,daarbij goed rekening houdend met de leeftijdskenmerken en de algemene trainingsprincipes. Door achteraf ook een evaluatie bij te houden, kun je in een later stadium gebruik maken van ervaringen uit het verleden.

10. Maak

vaste afspraken over: wedstrijdvoorbereiding, warming-up, afmelden, studie in relatie met het voetballen, blessurebehandeling. Gevarieerde trainingen zijn niet per definitie de beste,herhalen is belangrijk.

54

AFSLUITING Met de totstandkoming van dit eerste jeugdbeleidsplan is een eerste stap gezet naar een eenduidige aanpak van trainingen en begeleiding van de diverse jeugdteams van vv. D.E.S. Het beleidsplan is een meerjarenplan waarbij voortdurend evaluatie dient plaats te vinden. Hierbij mag nooit uit het oog worden verloren dat de doelstellingen vast staan en alleen de uitvoering van het technische werkplan flexibel kan worden toegepast. Goede communicatie binnen de vereniging is van levensbelang, waarbij iedere functionaris goed op de hoogte moet zijn van zijn taken en verantwoordelijkheden. Er is ook bijzonder veel aandacht besteed aan het technische beleidsplan. Aan dit beleidsplan dient ruime bekendheid gegeven te worden. Dit rapport is opgesteld in overleg en samenspraak met de leden van de jeugdcommissie in het seizoen 2009 – 2010. Onderstaande leden van de jeugdcommissie hebben ingestemd met de inhoud van dit jeugdplan en zullen verantwoordelijk zijn voor de uitvoering ervan.

Geert Fransen Gerben Hekman Jan Heerdink Jelle van Egmond Kees Riemers Ronald Scholten Thijs Broeze

Auteurs

Thijs Broeze, voorzitter jeugdcommissie vv. D.E.S. Kees Riemers, jeugdcoördinator vv. D.E.S. Disclaimer Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de jeugdcommissie van voetbalvereniging D.E.S.


55

INLEIDING. Het voetbalseizoen zal gestart worden met de onderstaande jeugdelftallen:

Recommend Documents