Inleiding
Enschede, oktober 2013
Beste leerlingen,
Dit schooljaar start je in 5 havo. Een belangrijk jaar waarin je jouw Havo-diploma gaat behalen. Heel bewust zeg ik “gaat halen” omdat je nu zover gekomen bent en je het aan jezelf, je ouders en school verplicht bent om dit schooljaar een diploma te gaan behalen! Je coach en de docenten helpen je zoveel mogelijk op weg, maar uiteindelijk ben jij het zelf die het moet doen. Met grote inzet en motivatie kom je heel ver! Wij hebben er vertrouwen in dat jij je diploma gaat behalen! Voor je ligt het PTA-boekje voor 5 havo. In dit boekje is ook het 4 havo-deel van vorig schooljaar opgenomen. Zo heb je een goed overzicht van alle behaalde en te behalen cijfers. Het is verstandig om het boekje met je ouder(s)/ verzorger(s) door te nemen. Zo kunnen zij ook zien waar je mee bezig bent. Tijdens dit schooljaar zul je aan het profielwerkstuk gaan werken. Je sluit het profielwerkstuk begin maart af met een presentatie en een beoordeling. Je hebt al een profielwerkstuk-boekje met alle informatie ontvangen. In havo 5 heb je 3 toetsweken. Tijdens deze toetsweken worden de schoolexamentoetsen afgenomen. Wanneer de toetsweken zijn kun je ook in dit boekje vinden. Het centraal schriftelijk examen (CSE) start in mei. Wanneer welk vak afgenomen wordt kun je ook in dit boekje terugvinden. Je eindcijfer bestaat uit twee onderdelen, te weten het gemiddelde van je behaalde schoolexamencijfers per vak en het cijfer van je CSE. In het reglement kun je ook lezen met welke cijfers je geslaagd bent. Het is belangrijk om te weten dat er vergeleken met vorige schooljaren een verzwaring rond de eisen heeft plaatsgevonden. Je moet nu voor alle cijfers die je tijdens het CSE behaalt gemiddeld een 5,5 halen. Daarnaast mag je niet meer dan één onvoldoende (tenminste een 5) als eindcijfer voor Nederlands, Engels en wiskunde hebben gescoord. Het is verstandig om het eindexamenreglement goed door te lezen. Dit document beschrijft je rechten en je plichten ten aanzien van het schoolexamen en het centraal schriftelijk examen. Ook de herkansingsregels voor de toetsen kun je hier vinden.
Dit is een belangrijk boekje dat je goed moet bewaren. Ik wens jullie, mede namens jullie docenten, heel veel succes in jullie examenjaar!
Met vriendelijke groeten, R.L.W. Andres Afdelingsleider bovenbouw
1
Examenreglement Bonhoeffer College, schooljaar 2013-20141
HOOFDSTUK I Artikel 1
ALGEMENE BEPALINGEN
Begripsbepalingen
de Wet:
de Wet op het voortgezet onderwijs;
Onze Minister:
onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen;
inspectie:
de inspectie bedoeld in artikel 1 van de Wet op het onderwijstoezicht;
College van Bestuur:
het bestuur van de Stichting Carmelcollege;
schoolleider:
de in het schoolleidersstatuut genoemde eindverantwoordelijk voorzitter van de centrale directie cq. de rector van een school;
locatie-/sectordirecteur
een integraal leidinggevende van een locatie of sector van een school;
secretaris van het eindexamen
het personeelslid dat belast is met de organisatie van het examen: de afdelingsleider van de betrokken afdeling
Schoolleidersstatuut:
statuut als bedoeld in artikel 32c Wet op het Voortgezet Onderwijs;
mandaat:
het doen uitoefenen door het lid centrale directie of de locatie/sectordirecteur van aan de schoolleider wettelijk toegekende taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden onder verantwoordelijkheid van de schoolleider;
vwo:
voorbereidend wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7 van de Wet op het voortgezet onderwijs;
havo:
hoger algemeen voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs;
opleiding vavo:
een opleiding voortgezet algemeen volwassenenonderwijs als bedoeld in artikel 7.3.1., eerste lid, onderdeel a, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
school:
een onderwijsinstelling met een eigen brinnummer, die ressorteert onder het bestuur van de Stichting Carmelcollege;
1
Voor de leerjaarlagen 2011 – 2012 en 2012 – 2013 gelden voor artikel 10B Herkansingsregeling Schoolexamen de regelingen zoals opgenomen in de bijlagen van dit document.
2
schooljaar:
het tijdvak dat aanvangt op 1 augustus van enig jaar en eindigt op 31 juli van het daaropvolgende jaar;
kandidaat:
een ieder die door de schoolleider tot het eindexamen of deeleindexamen wordt toegelaten;
examinator:
degene die belast is met het afnemen van het examen in een vak;
tweede examinator:
degene die, naast de examinator, tevens belast is met de beoordeling van het cspe vmbo;
gecommitteerde:
een gecommitteerde als bedoeld in artikel 36 van het Eindexamenbesluit;
vakken:
vakken en andere programmaonderdelen; De vakken behorende tot de beeldende vorming: tekenen, handvaardigheid, textiele vormgeving, fotografie film, audiovisuele vorming;
kunstvakken:
de vakken behorende tot de beeldende vorming, alsmede muziek, drama en dans;
algemene vakken:
vakken niet zijnde afdelingsvakken genoemd in artikel 26h, respectievelijk bedoeld in artikel 26i, eerste lid van het Inrichtingsbesluit W.V.O., en niet zijnde intrasectorale of intersectorale programma’s als bedoeld in artikel 26j, eerste lid, of artikel 26k, eerste lid, van dat besluit;
profielwerkstuk:
het in artikel 5 onder a bedoelde profielwerkstuk;
toets:
een toets met schriftelijke of mondelinge vragen en opdrachten of een praktische opdracht;
eindexamen:
een examen ten minste in het geheel van de voorgeschreven vakken.
schoolexamen:
het deel van het eindexamen dat door de school, volgens een vastgesteld Programma van Toetsing en Afsluiting wordt afgenomen;
herkansing:
het opnieuw deelnemen aan een toets van het centraal examen of het schoolexamen;
inhalen:
het alsnog afleggen van een eerder gemist examen;
verhindering:
afwezigheid met opgaaf van reden;
fraude:
het op arglistige wijze geven van een onjuiste voorstelling van zaken, in eigen of andermans belang, door vervalsing van administratie of ontduiking van de voorschriften;
3
College voor examens:
College voor examens, genoemd in artikel 2, eerste lid van de Wet College voor examens;
examenstof:
de aan de kandidaat te stellen eisen;
DUO:
Dienst Uitvoering Onderwijs (voorheen CFI en IB-groep);
HOOFDSTUK II Artikel 2 1.
2.
2.
2.
2. 3. 4.
2.
Indeling eindexamen; profielwerkstuk
Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen, uit een centraal examen dan wel uit beide. Het schoolexamen vwo en havo omvat mede een profielwerkstuk. Het profielwerkstuk is een werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het desbetreffende profiel. Het profielwerkstuk heeft betrekking op één of meer vakken van het eindexamen. Ten minste één van deze vakken heeft een omvang van 400 uur of meer voor vwo en 320 uur of meer voor havo. Het profielwerkstuk wordt aangemerkt als een vak waarvoor een cijfer wordt vastgesteld. Het profielwerkstuk dient voor het eerste tijdvak van het centraal examen te worden afgerond.
Artikel 6 1.
Afnemen eindexamen
De schoolleider en de examinatoren nemen het eindexamen af. Het College van Bestuur is hiervoor verantwoordelijk. De schoolleider wijst een van de personeelsleden aan tot secretaris van het eindexamen.
Artikel 5 1.
Toelating tot het eindexamen
De leerlingen van de school worden in de gelegenheid gesteld ter afsluiting van de opleiding een eindexamen af te leggen. Kandidaten die niet als leerling aan de school zijn ingeschreven, kunnen onder voorwaarden in de gelegenheid worden gesteld aan de school eindexamen af te leggen.
Artikel 4 1.
Examenreglement
De schoolleider stelt voor de school een examenreglement vast aangepast aan de organisatie van de inrichting van het onderwijs en de begeleiding op de school. Het examenreglement omvat procedurele en organisatorische regelingen ter uitvoering van het schoolexamen en het centraal examen alsmede inhoudelijke bepalingen. Het examenreglement wordt door de schoolleider vóór 1 oktober toegezonden aan de inspectie, geplaatst op de website van de school en op verzoek verstrekt aan de kandidaten en voor zover de kandidaten minderjarig zijn aan hun ouders/verzorgers.
Artikel 3 1.
ALGEMEEN DEEL
Onregelmatigheden
Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen dan wel ten aanzien van een aanspraak op ontheffing aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de schoolleider maatregelen nemen, of het door hem gemandateerde lid van de locatiedirectie. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn:
4
a.
3.
4.
het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen; b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen; c. het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen; d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in de door de schoolleider aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen, bedoeld in de vorige volzin, betrekking heeft op één of meer onderdelen van het centraal examen, legt de kandidaat dat examen af in een volgend tijdvak van het centraal examen. e. het niet toekennen van een herkansing. Alvorens een beslissing ingevolge het tweede lid wordt genomen, hoort de schoolleider de kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. De schoolleider deelt zijn beslissing mee aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op het bepaalde in het vierde lid. De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat, indien deze minderjarig is. De kandidaat kan tegen een beslissing van de schoolleider in beroep gaan bij de door het College van Bestuur van de school ingestelde Commissie van Beroep. Van de Commissie van Beroep mag de schoolleider geen deel uitmaken. Het beroep wordt binnen vijf dagen nadat de beslissing schriftelijk ter kennis van de kandidaat is gebracht, schriftelijk bij de Commissie van Beroep ingesteld. De Commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken na ontvangst van het beroepschrift tenzij zij de termijn met redenen omkleed heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De Commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het examen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De Commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de schoolleider en aan de inspectie. Adres van de Commissie van Beroep: Postbus 864, 7550 AW Hengelo. De Commissie van Beroep bestaat uit de volgende 6 personen: - mevrouw mr. A.E.W. de Rouw - de heer mr. drs. C.J.A. Stoelers - de heer J.P.M. Huijsmans - mevrouw mr. H. Scholten - de heer ir. J. Brouwer - mevrouw mr. J.G.H. Borgdorff De beslissing van de Commissie van Beroep is bindend voor alle partijen.
5.
Onder een onregelmatigheid wordt in elk geval verstaan: a. het op onrechtmatige wijze vooraf kennis verkrijgen van opgaven van het schoolexamen en/of het centraal examen; b. het tijdens het schoolexamen en/of centraal examen bij zich hebben van middelen die op de aan de orde zijnde stof betrekking hebben, dan wel van andere middelen die de uitslag kunnen beïnvloeden, zonder dat dit blijkens de omschrijving in het examenreglement en/of programma van toetsing en afsluiting is toegestaan; c. het tijdens het schoolexamen en/of het centraal examen mondeling, schriftelijk of anderszins communiceren met anderen zonder uitdrukkelijke toestemming van de toezichthouder op het examen; d. het frauderen, waaronder spieken, het plegen van plagiaat (onrechtmatige toeëigening van geestesvoortbrengselen van een ander) tijdens het schoolexamen en/of het centraal examen;
5
e. f.
Artikel 7 1.
2. 3.
2.
3.
2.
Begrenzing mogelijkheden vakkenkeuze kandidaten
De kandidaten kiezen in welke vakken zij examen willen afleggen. Voor leerlingen geldt deze keuze voorzover de schoolleider al dan niet in samenwerking met een of meer scholen, hen in de gelegenheid heeft gesteld zich op het examen in die vakken voor te bereiden. Indien sprake is van samenwerking tussen scholen, is artikel 2 van het Besluit samenwerking VO-BVE van toepassing. De kandidaten kunnen, voor zover de schoolleider hun dat toestaat, in meer vakken examen afleggen dan in de vakken die ten minste tezamen een eindexamen vormen. Een examen als bedoeld in de eerste volzin heeft geen betrekking op vakken die overeenkomen met vakken die onderdeel zijn van dat eindexamen. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op kandidaten die deeleindexamen afleggen.
Artikel 9 1.
Examenprogramma
De Minister van OC&W stelt, behalve voor door de schoolleider vast te stellen vakken en andere programma-onderdelen die onderdeel zijn van het eindexamen, voor elk van de onderwijssoorten, examenprogramma’s vast, waarin zijn opgenomen: a. een omschrijving van de examenstof voor ieder eindexamenvak en b. welk deel van de examenstof centraal zal worden geëxamineerd en over welke examenstof het schoolexamen zich uitstrekt. Een examenprogramma wordt vastgesteld per vak of per groep van vakken. De schoolleider kan een vmbo leerling of havo leerling in de gelegenheid stellen één of meer vakken op een hoger kwalificatieniveau (uit een hogere leerweg binnen het vmbo, het havo of vwo) te volgen en af te sluiten in plaats van het overeenkomstige vak op het “eigen” kwalificatieniveau.
Artikel 8 1.
het zonder geldige reden, ter beoordeling van de schoolleider, afwezig zijn gedurende een toets van het schoolexamen c.q. een toets van het centraal examen, waaronder begrepen het zonder (tijds)bericht afwezig zijn bij een toets; het niet inleveren binnen de gestelde termijn van (schriftelijk) werk dat buiten het kader van een toets van het schoolexamen valt, maar wel deel uitmaakt van het schoolexamen zonder dat er naar het oordeel van de schoolleider sprake is van overmacht. (zie artikel 16).
Programma van toetsing en afsluiting
Vóór 1 oktober stelt de schoolleider een programma van toetsing en afsluiting vast dat in elk geval betrekking heeft op het desbetreffende schooljaar. In het programma wordt in elk geval aangegeven: welke onderdelen van het examenprogramma in het schoolexamen worden getoetst; de inhoud van de onderdelen van het schoolexamen; de wijze waarop het schoolexamen plaatsvindt; de tijdvakken waarbinnen de toetsen van het schoolexamen plaatsvinden, de herkansing daaronder begrepen; de wijze van herkansing van het schoolexamen; welke hulpmiddelen en faciliteiten voor een bepaalde specifieke doelgroep leerlingen beschikbaar worden gesteld; de regels voor de wijze waarop het cijfer voor het schoolexamen voor een kandidaat tot stand komt. Het programma van toetsing en afsluiting (PTA) wordt vóór 1 oktober door de schoolleider toegezonden aan de inspectie, geplaatst op de website van de school en op verzoek verstrekt aan de kandidaten en voorzover de kandidaten minderjarig zijn aan hun ouders/verzorgers.
6
HOOFDSTUK III Artikel 10 1. 2. 3.
4.
5.
HET SCHOOLEXAMEN
Schoolexamen
De schoolleider bepaalt het tijdstip waarop het schoolexamen aanvangt. Het schoolexamen wordt afgesloten voor de aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen. De schoolleider kan in afwijking van het tweede lid een kandidaat die ten gevolge van ziekte of een andere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid het schoolexamen niet heeft kunnen afsluiten voor de aanvang van het eerste tijdvak, in de gelegenheid stellen het schoolexamen in dat vak of in die vakken af te sluiten vóór het centraal examen in dat vak of in die vakken, doch na de aanvang van het eerste tijdvak. Indien de schoolleider gebruik maakt van de afwijkingsbevoegdheid in het derde en vierde lid, zendt hij de resultaten die zijn behaald met het schoolexamen en het profielwerkstuk zo spoedig mogelijk aan de inspectie, tenzij de schoolleider op grond van artikel 103b, tweede lid van de wet examengegevens samen met het persoonsgebonden nummer verstrekt aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). De leerling kan gevraagd worden een digitale versie van zijn werk in te leveren. Op deze wijze kan de docent het werk scannen op mogelijk plagiaat.
Artikel 10a Toegestane zaken examenlokaal Voor het uitvoeren van de examenopdrachten in het examenlokaal mogen alleen die zaken het examenlokaal worden ingebracht, die voor de voorgeschreven en toegestane uitvoering van de opgaven noodzakelijk zijn. Persoonlijke bezittingen zoals tassen, boeken, elektronische apparatuur, mobiele telefoons en dergelijke behoren daar niet toe, met uitzondering van de toegestane hulpmiddelen die staan vermeld op de lijst van toegestane hulpmiddelen. De kandidaat maakt bij de schoolexamens uitsluitend gebruik van toegestane bronnen en draagt ervoor zorg dat medekandidaten geen gebruik kunnen maken van informatie of werk van de kandidaat zelf. Artikel 10b Herkansingsregeling Schoolexamen Herexamen schoolexamen en herkansingen 1.
De schoolleider stelt een herkansingsregeling voor afzonderlijke toetsen van het schoolexamen en een regeling voor het eventuele herexamen van het volledige schoolexamen van een vak vast. Deze regelingen maken deel uit van het programma van toetsing en afsluiting.
A. 2.
herexamen schoolexamen De schoolleider kan bepalen dat de kandidaat die examen of deelexamen aflegt, het schoolexamen voor een vak waarin geen centraal examen wordt afgenomen, opnieuw kan afleggen. Hij bepaalt ook de stofinhoud na overleg met de vakdocent. De schoolleider stelt vast hoe het cijfer van het in het tweede lid bedoelde herexamen wordt bepaald. Het hoogste van de cijfers behaald bij het herexamen in een vak en bij het eerder afgelegde schoolexamen in dat vak geldt als het definitieve cijfer van het schoolexamen in dat vak. Als een leerling een schoolexamenvak heeft afgesloten met een cijfer lager dan een 5,5 dan mag de leerling deelnemen aan een herexamen. Deze vindt plaats in de herkansingsperiode van het eerste kwartiel nadat het vak is afgesloten. Een leerling heeft recht op 1 (een) herkansing schoolexamen in elk leerjaar voor desbetreffende vakken.
3.
4.
7
5.
Herkansingen op een schoolexamen kunnen niet worden ingehaald, ook niet bij geoorloofde absentie.
B. 6.
herkansingen Leerlingen uit 4 havo en 4 vwo krijgen per toetsperiode 1 herkansing. De herkansing is eenmalig, en kan niet worden meegenomen naar een volgende toetsperiode in hetzelfde leerjaar, noch naar een ander leerjaar. Alle schriftelijke toetsen kunnen worden herkanst. Dit geldt niet voor de overige toetsen als practica, mondelingen, praktische opdrachten, toetsen die vallen onder het voortgangsdossier en alle onderdelen die vallen onder de 15% regeling. Niet gebruikte herkansingen vervallen. Toetsen kunnen één maal worden herkanst. Op de in het examenreglement aangegeven data moeten de leerlingen hun herkansingswensen via de daarvoor bestemde formulieren of via de ELO hebben aangevraagd. Aanvragen die te laat worden gedaan worden niet gehonoreerd. Herkansingen kunnen niet worden ingehaald, ook niet bij geoorloofde absentie. Indien een kandidaat niet aan een aangevraagde herkansing deelneemt, vervalt de desbetreffende herkansing. Het alsnog maken van de herkansing is niet mogelijk. Indien een kandidaat wegens ziekte of ten gevolge van een bijzondere, van zijn wil onafhankelijke omstandigheid (ter beoordeling door de directeur) niet in staat geweest is aan een of meerdere toetsen voor het schoolexamen deel te nemen, wordt de kandidaat door de school in de gelegenheid gesteld, in een door de school aan te wijzen periode, de desbetreffende toets(en) alsnog af te leggen. Alsnog gemaakte (=ingehaalde) toetsen kunnen niet worden herkanst. Indien dit leidt tot een kennelijke onbillijkheid kan een leerling op grond van artikel 38 in beroep gaan bij de locatiedirecteur. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij de eerder afgelegde toets van het schoolexamen geldt als definitief cijfer voor de desbetreffende toets.
7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
14.
Artikel 11 1.
Voor de aanvang van het centraal examen maakt de schoolleider op een nader vast te stellen tijdstip aan de kandidaat bekend, voor zover van toepassing: a. welk cijfer of welke cijfers hij heeft behaald voor het schoolexamen; b. de beoordeling van de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld;
Artikel 12 1. 2. 3.
4.
Mededeling beoordeling schoolexamen
Beoordeling schoolexamen
Het cijfer van het schoolexamen wordt uitgedrukt in een cijfer uit een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10. Indien in een vak tevens centraal examen wordt afgelegd, worden de in het eerste lid genoemde cijfers gebruikt met de daartussen liggende cijfers met 1 decimaal. In afwijking van het eerste lid worden het vak culturele en kunstzinnige vorming en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijke deel van elk profiel, beoordeeld met “voldoende” of “goed”. Deze beoordeling gaat uit van de mogelijkheden van de leerling en geschiedt op de grondslag van het genoegzaam afsluiten van de desbetreffende vakken, zoals blijkend uit het examendossier. De eerste en tweede volzin zijn van overeenkomstige toepassing op de kunstvakken en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijke deel van elke leerweg. Onder verwijzing naar artikel 27, lid 4 wordt het combinatiecijfer bepaald uit het gemiddelde van de eindcijfers (bestaande uit gehele getallen) van de volgende onderdelen: Havo: maatschappijleer, profielwerkstuk en levensbeschouwing Vwo: maatschappijleer, profielwerkstuk, levensbeschouwing en ANW Het eindcijfer van elk afzonderlijk onderdeel mag niet lager zijn dan een 4.
8
Artikel 13 Examendossier Het schoolexamen bestaat uit een examendossier. Het examendossier is het geheel van de onderdelen van het schoolexamen zoals gedocumenteerd in een door de schoolleider gekozen vorm. Artikel 14 Afwezigheid en te laat komen bij een schoolexamen/herhaalde ongeoorloofde absentie bij vaklessen/kwt
A. Afwezigheid en te laat komen bij een schoolexamen 1. De kandidaten dienen al het mogelijke te doen om de verplichtingen genoemd in dit examenreglement na te komen, en zij dienen dat na te laten wat het nakomen van die verplichtingen kan bemoeilijken. 2. Als een kandidaat door ziekte of een andere vorm van overmacht verhinderd is deel te nemen aan een toets van het schoolexamen of examen, laat hij dit zo spoedig als mogelijke weten aan de schoolleider. Een dergelijk bericht van verhindering dient altijd achteraf, (binnen 2x24 uur) schriftelijk bevestigd te worden, met nauwkeurige vermelding van oorzaak en omstandigheden. (zie hiervoor het formulier). 3. Het zonder tijdig bericht afwezig zijn bij een toets van het schoolexamen of een toets van het centraal examen kan de schoolleider aanmerken als afwezigheid zonder geldige reden. N.B. Voor een schoolexamenonderdeel houdt dit in dat de kandidaat moet deelnemen aan het tweede tijdstip dat voor die schoolexamentoets gepland is, dus in de herkansingsperiode. In dit geval wordt het inhalen van de toets als herkansing beschouwd. 4. De kandidaat die naar het oordeel van de schoolleider ten gevolge van ziekte of andere vorm van overmacht niet aan een toets van het schoolexamen heeft kunnen deelnemen en dit volgens de regels kenbaar heeft gemaakt, wordt in de gelegenheid gesteld om een vervangende toets af te leggen in de herkansingsperiode. In deze situatie vervalt het herkansingsrecht van betrokken toets maar de toets telt niet als reguliere herkansing. 5. Een kandidaat die te laat komt, mag uiterlijk een half uur na de aanvang van de toets tot die toets worden toegelaten. Voor deze kandidaat geldt de officiële eindtijd. N.B.
Eenmaal gemaakt examenwerk kan niet meer ongeldig worden verklaard, bij voorbeeld door een achteraf ingediende geneeskundige verklaring de kandidaat betreffende.
B. Herhaalde ongeoorloofde absentie bij vaklessen/kwt Herhaalde ongeoorloofde absentie (zowel in de vaklessen als in KWT) kan leiden tot het niet toekennen van een of meerdere herkansingen. Ongeoorloofde absentie dient in de schooladministratie te zijn geregistreerd. 6. Indien de afdelingsleider herhaaldelijk ongeoorloofde absentie signaleert bij een kandidaat, spreekt hij de kandidaat hierop aan en stelt, ingeval het een minderjarige kandidaat betreft, de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat schriftelijk van het verzuim in kennis, waarbij gewezen wordt op de mogelijke gevolgen van het gedrag. 7. Indien het een meerderjarige kandidaat betreft, wordt de kandidaat schriftelijk hiervan in kennis gesteld. 8. Indien dit niet het gewenste resultaat oplevert, vraagt de afdelingsleider de directeur de leerling geen herkansing toe te kennen in de desbetreffende periode. Indien de directeur van mening is dat de voorafgaande procedure zorgvuldig is doorlopen, kent de directeur de herkansing niet toe.
9
9. De directeur stelt de kandidaat en, indien de kandidaat minderjarig is, zijn ouders, voogden of verzorgers, schriftelijk in kennis van dit besluit en informeert de afdelingsleider. Artikel 15
Praktische opdrachten
A.
Praktische opdrachten die zijn gebonden aan een periode. 1. Voor de afronding van deze praktische opdrachten zijn de deadlines opgenomen in het PTA. (zie hiervoor ook artikel 16) 2. Bij sommige vakken wordt de mogelijkheid geboden om de praktische opdracht ruim voor de deadline een eerste maal in te leveren. De docent geeft dan inhoudelijk commentaar. De leerling mag hiermee zijn praktische opdracht verbeteren. 3. Voor of op de deadline wordt de definitieve versie van de praktische opdracht ingeleverd. 4. De beoordeling vindt plaats door middel van een cijfer. N.B. Praktische opdrachten zijn niet herkansbaar.
B.
Praktische opdrachten die op één dag worden gemaakt. 1. Voor deze praktische opdrachten is één deadline opgenomen in het PTA. 2. Bijsturing en aanwijzingen van de docent vinden plaats op de dag van handeling. 3. Op de deadline wordt de definitieve versie van de praktische opdracht ingeleverd. 4. De beoordeling vindt plaats door middel van een cijfer.
Artikel 16
Te laat inleveren van schoolexamenonderdelen met een deadline. Wordt een definitieve deadline overschreden dan wordt er gehandeld volgens de volgende procedure: a. De examinator maakt altijd melding van genoemd gegeven bij de afdelingsleider. b. De leerling ontvangt zo mogelijk mondeling, maar in ieder geval schriftelijk, bericht van het feit dat hij in gebreke is gebleven. Dit bericht bevat ook de nu te volgen procedure. c. De leerling krijgt 5 werkdagen om alsnog aan de opdracht te voldoen. d. Mocht de leerling daar niet aan voldoen, dan wordt hem de toegang tot alle lessen ontzegd tot het moment dat het werk alsnog moet worden ingeleverd. e. Duur van deze periode wordt door de examinator en de afdelingsleider vastgesteld. f. In deze periode werkt de leerling van 8.15 uur tot 16.00 uur op school aan de betrokken opdrachten. g. De leerling is verplicht aan toetsen deel te nemen gedurende deze periode. h. Indien dit niet het gewenste resultaat oplevert, vraagt de teamleider de directeur de leerling geen herkansing toe te kennen in de desbetreffende periode. Indien de directeur van mening is dat de voorafgaande procedure zorgvuldig is doorlopen, kent de directeur de herkansing niet toe. De directeur stelt de kandidaat en, indien de kandidaat minderjarig is, zijn ouders, voogden of verzorgers, schriftelijk in kennis van dit besluit en informeert de afdelingsleider. In geval van aantoonbare overmacht is afwijking van deze procedure mogelijk .
HOOFSTUK IV Artikel 17 1. 2. 3.
HET CENTRAAL EXAMEN
Tijdvakken en afneming centraal examen
Het centraal examen kent een eerste, tweede en derde tijdvak. Het eerste en tweede tijdvak worden afgenomen in het laatste leerjaar. Het derde tijdvak wordt aansluitend aan het laatste leerjaar afgenomen door het College voor examens.
10
4. 5.
6.
Het College voor examens kan vakken aanwijzen waarin wegens het zeer geringe aantal kandidaten, het centraal examen in het tweede tijdvak eveneens wordt afgenomen door het College voor examens. Bij toepassing van het derde of vierde lid, leveren de kandidaten de opgaven, de door hen gemaakte aantekeningen alsmede andere door hen gemaakte stukken in bij een van degenen die toezicht houden. Het College voor examens bepaalt, in welke gevallen wordt afgeweken van de eerste volzin, alsmede in welke gevallen en op welk tijdstip de opgaven, de aantekeningen en de andere stukken, bedoeld in die volzin, aan de kandidaten worden teruggegeven. Het College voor examens kan bepalen dat een toets wordt afgenomen op een tijdstip dat is gelegen voor de aanvang van het eerste tijdvak.
Artikel 17a Centraal examen voorlaatste leerjaar 1. 2
In afwijking van artikel 17, tweede lid, kan de schoolleider een leerling uit het voorlaatste leerjaar toelaten tot het centraal examen in één of meer vakken, niet zijnde alle vakken van het eindexamen. Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, wordt het schoolexamen in dat vak of die vakken afgesloten voor aanvang van het eerste tijdvak in dat leerjaar.
Artikel 18 1. 2.
De schoolleider deelt jaarlijks vóór 1 november aan de Dienst Uitvoering Onderwijs mee hoeveel kandidaten in elk vak aan het centraal examen in het eerste tijdvak zullen deelnemen. De schoolleider zendt jaarlijks ten minste drie dagen voor de aanvang van de centrale examens in het eerste tijdvak aan de inspectie een lijst waarop voor iedere kandidaat vermeld staat in welke vakken hij centraal examen zal afleggen en waarop is aangegeven welke cijfers de kandidaat voor het schoolexamen heeft behaald. Voor de aanvang van het tweede tijdvak worden een lijst met de kandidaten, de in het eerste tijdvak door die kandidaten behaalde cijfers, de, voor zover van toepassing, alsnog behaalde cijfers voor het schoolexamen, alsmede een overzicht van het vak of de vakken waarin elke kandidaat centraal examen zal afleggen, aan de inspectie gezonden.
Artikel 19 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Regels omtrent het centraal examen
De schoolleider zorgt ervoor dat de opgaven voor het centraal examen geheim blijven tot de aanvang van de toets waarbij deze opgaven aan de kandidaten worden voorgelegd. Het College voor examens kan opgaven aanwijzen waarop de eerste volzin niet van toepassing is. Tijdens een toets van het centraal examen worden aan de kandidaten geen mededelingen aangaande de opgaven gedaan van welke aard dan ook, uitgezonderd mededelingen van het College voor examens. De schoolleider draagt er zorg voor dat het nodige toezicht bij het centraal examen wordt uitgeoefend. Zij die toezicht hebben gehouden maken een proces-verbaal op. Zij leveren dit in bij de schoolleider samen met het gemaakte examenwerk. Een kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van de toets tot die toets worden toegelaten. De aan de kandidaat voorgelegde opgaven voor een toets van het centraal examen blijven in het examenlokaal tot het einde van die toets.
Artikel 20 1.
Opgave kandidaten centraal examen
Beoordeling centraal examen
De schoolleider doet het gemaakte werk van het centraal examen met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en met het proces-verbaal van het examen toekomen aan de
11
2.
3.
4.
examinator in het desbetreffende vak. De examinator beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past daarbij de beoordelingsnormen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van de Wet College voor examens, toe. De examinator drukt zijn beoordeling uit in een score, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van de Wet College voor examens. De examinator zendt de score en het beoordeelde werk aan de schoolleider. De schoolleider doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score, bedoeld in het eerste lid, onverwijld aan de directeur van de school, bedoeld in 36, eerste lid van het Eindexamenbesluit VO toekomen. Deze stelt het ter hand aan de gecommitteerde. De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past daarbij de in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van de Wet College voor examens bedoelde beoordelingsnormen en de daarbij behorende scores, toe. Daarnaast voegt de gecommitteerde bij het gecorrigeerde werk, de in artikel 36, vierde lid van het Eindexamenbesluit VO bedoelde verklaring mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden gegeven voor de toepassing van het eerste tot en met derde lid.
Artikel 21 1.
2.
De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast. Indien de examinator en de gecommitteerde niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een onafhankelijke corrector aanwijzen. De beoordeling van deze corrector komt in de plaats van de eerdere beoordelingen. De schoolleider stelt het cijfer voor het centraal examen in een vak vast op grond van de score bedoeld in het eerste lid, en met inachtneming van de regels, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel e, van de Wet College voor examens.
Artikel 22 1. 2.
2.
3.
Niet op regelmatige wijze afgenomen centraal examen
Indien het centraal examen naar het oordeel van de inspectie niet op regelmatige wijze heeft plaatsgehad, kan zij besluiten dat het geheel of gedeeltelijk voor één of meer kandidaten opnieuw wordt afgenomen. De inspectie verzoekt het College voor examens nieuwe opgaven vast te stellen en bepaalt op welke wijze en door wie het examen zal worden afgenomen.
Artikel 23 1.
Vaststelling score en cijfer centraal examen
Verhindering centraal examen
Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de schoolleider, is verhinderd bij één of meer toetsen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen voor ten hoogste twee toetsen per dag alsnog te voltooien. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van het College voor examens zijn eindexamen te voltooien. De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de schoolleider aan bij het College voor examens. In dat geval deelt de schoolleider aan het College voor examens mede, wanneer dat zich voordoet, dat ten behoeve van de kandidaat toepassing is gegeven aan artikel 34 eerste, tweede dan wel derde lid, en waaruit deze toepassing bestaat.
12
4.
Na afloop van het derde tijdvak deelt het College voor examens het resultaat mee aan de schoolleider.
Artikel 24
Tijdvakken en afneming centraal examen
1. 2. 3.
Het centraal examen kent een eerste, tweede en derde tijdvak. Het eerste en tweede tijdvak worden afgenomen in het laatste leerjaar. Het derde tijdvak wordt aansluitend aan het laatste leerjaar afgenomen door de staatsexamencommissie. Onze minister kan vakken aanwijzen waarin wegens het zeer geringe aantal kandidaten, het eindexamen in het tweede tijdvak eveneens wordt afgenomen door de staatsexamencommissie.
4.
HOOFDSTUK V Artikel 25 1. 2.
3.
2. 3.
Vaststelling uitslag
De schoolleider en de secretaris van het eindexamen stellen de uitslag vast met inachtneming van artikel 27 en voor zover van toepassing artikel 31b. De uitslag luidt “geslaagd” of “afgewezen”. Indien dat nodig is om de kandidaat te laten slagen betrekken de schoolleider en de secretaris van het eindexamen een of meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de definitieve uitslag. De overgebleven vakken dienen een eindexamen te vormen.
Artikel 27 1.
Eindcijfer eindexamen
Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. De schoolleider bepaalt het eindcijfer op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Is dit gemiddelde niet een geheel getal, dan wordt dat getal, indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden, is het cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer. De afrondingsafspraak is, afwijkend van wat in het vorige lid is gesteld, dat bijvoorbeeld een 5,45 t/m 5,49 het eindcijfer 6 oplevert.
Artikel 26 1.
UITSLAG, HERKANSING EN DIPLOMERING
Uitslag
De kandidaat die eindexamen vwo of havo heeft afgelegd, is geslaagd: a. indien het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is, b. indien hij: 1°. niet meer dan één onvoldoende (tenminste een 5) als eindcijfer voor Nederlands, Engels en wiskunde heeft gescoord; 2°. voor al zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; 3°. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; 4°. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6.0 bedraagt, dan wel 13
5°.
2.
3. 4.
5.
6.
voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald dan wel voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld als eindcijfer 4 en voor één van deze vakken als eindcijfer 5 heeft behaald, en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6.0 bedraagt, c. indien geen van de eindcijfers van onderdelen, genoemd in het zesde lid, lager is dan 4, en d. indien de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding van het gemeenschappelijk deel van elk profiel zijn beoordeeld als “voldoende” of “goed”. Bij de uitslagbepaling volgens het eerste lid wordt het gemiddelde van de eindcijfers van ten minste de volgende onderdelen aangemerkt als het eindcijfer van één vak, voor zover voor deze onderdelen een eindcijfer is bepaald: maatschappijleer en het profielwerkstuk en voor vwo ook algemene natuurwetenschappen. De schoolleider kan daaraan toevoegen: a. literatuur, als onderdeel van alle afzonderlijke moderne talen, met dien verstande dat indien de schoolleider daartoe niet besluit, literatuur voor de bepaling van de eindcijfers een onderdeel is van het schoolexamen van de desbetreffende taal en literatuur; b. klassieke culturele vorming, met dien verstande dat indien de schoolleider daartoe niet besluit, klassieke culturele vorming voor de bepaling van de eindcijfers een onderdeel is van het schoolexamen van Latijnse taal en literatuur en Griekse taal en literatuur; c. algemene natuurwetenschappen in het havo; d. bij bijzondere scholen: godsdienst of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs, met dien verstande dat indien de schoolleider daartoe niet besluit, godsdienst of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs geen onderdeel is van het eindexamen, tenzij onze Minister daarvoor goedkeuring heeft verleend met toepassing van artikel 11, eerste lid, onder c, artikel 12, eerste lid, onder c, of artikel 13, eerste lid, onder c, van het Eindexamenbesluit VO. Indien de schoolleider toepassing geeft aan de tweede volzin van het tweede lid, wordt in het examenreglement vermeld welk onderdeel of welke onderdelen worden toegevoegd. De schoolleider bepaalt het eindcijfer, bedoeld in het tweede lid, als het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers van de samenstellende onderdelen. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een vier of lager is, naar beneden afgegrond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Zodra de eindcijfers en indien mogelijk de uitslag is vastgesteld, maakt de schoolleider deze schriftelijk aan iedere kandidaat bekend, onder mededeling van het in artikel 29 bepaalde. De uitslag is de definitieve uitslag indien artikel 29, eerste lid, geen toepassing vindt. Een leerling komt in aanmerking voor het getuigschrift cum laude, indien hij bij het eindexamen voldaan heeft aan de volgende eisen: a. b. c. d.
gemiddeld minimaal een 8,0 voor alle verplichte vakken; voor de overige vakken geen cijfer lager dan een 7,0. Voor het getuigschrift summa cum laude moet een leerling aan de volgende eisen voldoen: gemiddeld minimaal een 9,0 voor alle verplichte vakken; voor de overige vakken geen cijfer lager dan een 8,0.
Artikel 28a Aanscherping slaag-zakregels 2015-2016 (en verder) 1.
Voor kandidaten in het havo en vwo die in het schooljaar 2015-2016 (e.v.) examen afleggen en waarvoor in 2016 (e.v.) de uitslag wordt vastgesteld, zal, naast de bepalingen in artikel 27 en in tegenstelling tot het bepaalde in artikel 28a lid 1, de volgende bepaling gaan gelden: a. elke kandidaat dient niet meer dan één onvoldoende (tenminste een 5) als eindcijfer te behalen voor Nederlands, Engels, wiskunde en de rekentoets.
Artikel 29 1.
Herkansing centraal examen
Elke kandidaat heeft voor één vak van het eindexamen waarin hij reeds centraal examen heeft afgelegd, nadat ingevolge artikel 27, vijfde lid, de eindcijfers zijn bekendgemaakt, het recht om in het tweede tijdvak of, indien artikel 23, eerste lid van toepassing is, in het derde tijdvak, opnieuw dan wel alsnog deel te nemen aan het centraal examen.
14
2. 3. 4. 5. 6.
De kandidaat stelt de schoolleider voor een door deze laatste te bepalen dag en tijdstip schriftelijk in kennis van gebruikmaking van het in het eerste lid bedoelde recht. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. Na afloop van de herkansing in het laatste leerjaar wordt de uitslag definitief vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 26 en wordt deze schriftelijk aan de kandidaat bekendgemaakt. Na afloop van een herkansing in het voorlaatste leerjaar wordt het eindcijfer schriftelijk aan de kandidaat bekendgemaakt. Het eerste tot en met vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de vakken waarin in een examenjaar deeleindexamen is afgelegd. De kandidaat die in een examenjaar zowel eindexamen als een of meer deeleindexamens aflegt, oefent het in het eerste lid bedoelde recht per examenjaar ten hoogte eenmaal uit.
Artikel 30 1.
2.
3. 4.
Diploma en cijferlijst
De schoolleider reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd, een cijferlijst uit waarop voor zover van toepassing zijn vermeld: a. de cijfers voor het schoolexamen en de cijfers voor het centraal examen. Indien toepassing is gegeven aan de mogelijkheid één of meer vakken op een hoger niveau af te sluiten, wordt achter de desbetreffende vaknaam (uit dat niveau) tussen haakjes de schoolsoort (havo of vwo) afgekort vermeld op de cijferlijst, b. voor vwo en havo het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk, c. de beoordeling van de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding in vwo en havo, d. de eindcijfers voor de examenvakken, e. de uitslag van het eindexamen. De schoolleider reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat, daaronder mede begrepen de kandidaat die zijn eindexamen met gunstig gevolg heeft voltooid ten overstaan van het College voor examens, een diploma uit waarop het profiel of de profielen zijn vermeld die bij de uitslag zijn betrokken. Indien een kandidaat in meer vakken examen heeft afgelegd dan in de vakken die ten minste samen een eindexamen vormen, worden de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken, op de cijferlijst vermeld, tenzij de kandidaat daartegen bedenkingen heeft geuit. Voor de vermelding op de cijferlijst van vakken waarvoor de kandidaat vrijstelling of ontheffing is verleend bij het eindexamen geldt het volgende: a. indien het betreft het eindexamen vwo of het eindexamen havo: 1°. de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding van het gemeenschappelijk deel worden niet vermeld op de cijferlijst indien de kandidaat het eindexamen aflegt aan een instelling voor educatie en beroepsonderwijs; 2°. de vakken algemene natuurwetenschappen en maatschappijleer waarvoor de kandidaat bij het eindexamen vwo is vrijgesteld op grond van het bezit van een diploma havo, worden niet vermeld op de cijferlijst; 3°. vakken waarvoor de kandidaat is vrijgesteld op grond van artikel 9 van het Eindexamenbesluit of artikel 10 van het Staatexamenbesluit VO, worden vermeld op de cijferlijst, met vermelding van het eerder behaalde cijfer; 4°. vakken waarvoor de kandidaat bij het eindexamen vwo is vrijgesteld op grond van een eerder afgelegd eindexamen havo of eindexamen vmbo waarvan deze vwo-vakken deel uitmaakten, worden vermeld op de cijferlijst, met vermelding van het eerder behaalde cijfer; 5°. vakken waarvoor de kandidaat bij het eindexamen havo is vrijgesteld op grond van een eerder afgelegd eindexamen vmbo waarvan deze vakken dan wel de overeenkomstige vakken, bedoeld in artikel 14, achtste lid, van de wet, deel uitmaakten, worden vermeld op de cijferlijst, met vermelding van het eerder behaalde cijfer; 6°. andere vakken waarvoor de kandidaat vrijstelling of ontheffing is verleend, worden vermeld op de cijferlijst, zonder vermelding van een cijfer;
15
5. 6.
De schoolleider en de secretaris van het eindexamen tekenen de diploma’s en de cijferlijsten. Indien de kandidaat in een bepaald jaar is geslaagd voor het eindexamen, draagt de schoolleider er op verzoek van de kandidaat zorg voor dat de behaalde cijfers voor de vakken waarin in datzelfde jaar deeleindexamen of deelstaatsexamen is afgelegd, worden vermeld op de cijferlijst.
Artikel 31a Atheneumdiploma aan een gymnasium De schoolleider van een scholengemeenschap of school voor vwo die gymnasium verzorgt, kan in plaats van een diploma gymnasium een diploma atheneum uitreiken aan een kandidaat indien: a. de scholengemeenschap of school voor vwo atheneum onderwijs verzorgt; b. de scholengemeenschap of school voor vwo overeenkomstig artikel 21 van de wet kenbaar heeft gemaakt dat het behalen van een diploma atheneum en het volgen van atheneumonderwijs mogelijk is; en c. de kandidaat staat ingeschreven voor atheneum onderwijs. Op een scholengemeenschap kan nog tot het moment van opgave van de SE-cijfers (drie dagen voor aanvang van het CE) een keuze worden gemaakt voor atheneum (eventueel met Latijn of Grieks als extra vak) als gymnasium risicovol lijkt. Artikel 31b Voorlopige cijferlijst 1.
Indien de kandidaat een centraal examen of een afsluitend schoolexamen in één of meer vakken heeft afgelegd in het voorlaatste leerjaar en vervolgens de school verlaat zonder het eindexamen te voltooien, verstrekt de schoolleider hem een voorlopige cijferlijst.
2.
Op de voorlopige cijferlijst worden het vak of de vakken waarin de kandidaat centraal examen heeft afgelegd vermeld, alsmede het cijfer van het schoolexamen, het cijfer van het centraal examen en het eindcijfer, met de aantekening of gebruik is gemaakt van de herkansingsmogelijkheid. Indien de kandidaat een afsluitend schoolexamen heeft afgelegd wordt de beoordeling of het cijfer daarvan vermeld op de voorlopige cijferlijst.
3.
Artikel 32 Duplicaten en afgifte verklaringen 1. 2.
Duplicaten van afgegeven diploma’s, certificaten, bewijzen van ontheffing en cijferlijsten worden niet verstrekt. Gewaarmerkte kopieën worden op verzoek verstrekt. Een schriftelijke verklaring dat een in het eerste lid bedoeld document is afgegeven, welke verklaring dezelfde waarde heeft als dat document zelf, kan uitsluitend door de minister van OCW worden verstrekt.
HOOFDSTUK VI Artikel 33 1.
OVERIGE BEPALINGEN
Afwijking wijze van examineren
De schoolleider kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de schoolleider de wijze waarop het examen zal worden afgelegd, met dien verstande dat aan de overige bepalingen in het Eindexamenbesluit VO besluit wordt voldaan. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie.
16
2.
3.
4.
5.
Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren dat: a. er een deskundigenverklaring is die door een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld, b. de aanpassing voor zover betrekking hebbend op het centraal examen in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten, en c. een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a. genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring. De schoolleider kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften gegeven bij of krachtens het Eindexamenbesluit, ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt, ten hoogst zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. De in de eerste volzin bedoelde afwijking kan betrekking hebben op: a. het vak Nederlandse taal en literatuur; b. het vak Nederlandse taal; c. enig andere vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is. De in het derde lid bedoelde afwijking bestaat voor zover betrekking hebbend op het centraal examen slechts uit een verlenging van de duur van de toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten en het verlenen tot toestemming tot gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal.
Van elke afwijking op grond van het derde lid wordt mededeling gedaan aan de inspectie.
Artikel 34 1.
2.
Zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de eindcijfers in het voorlaatste leerjaar, voor zover van toepassing, en na de vaststelling van de definitieve uitslag stuurt de schoolleider aan de minister van OCW en aan de inspectie een opgave waarop voor alle kandidaten voor zover van toepassing zijn vermeld: a. het profiel of de profielen dan wel de leerweg waarop het examen betrekking heeft; b. de vakken waarin examen is afgelegd; c. de cijfers van het schoolexamen alsmede in voorkomend geval, het vak of de vakken waarop het profielwerkstuk betrekking heeft en de beoordeling en het thema van het sectorwerkstuk; d. de cijfers van het centraal examen; e. de eindcijfers; f. de uitslag van het eindexamen. Het eerste lid is niet van toepassing op een schoolleider die op grond van artikel 103b, tweede lid, van de wet examengegevens samen met het persoonsgebonden nummer verstrekt aan de minister van OCW.
Artikel 35 1. 2. 3.
Gegevensverstrekking
Bewaren examenwerk
Het werk van het centraal examen van de kandidaten wordt gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard door de schoolleider, ter inzage voor belanghebbenden. Een door de schoolleider en de secretaris van het examen ondertekend exemplaar van de opgave, zoals bedoeld in artikel 34 wordt gedurende tenminste zes maanden na de vaststelling van de uitslag in het archief van de school bewaard. De schoolleider draagt er zorg voor dat een volledig stel van de bij de centrale examens gebruikte opgaven gedurende tenminste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard blijft in het (digitale) archief van de school.
17
4.
Een kandidaat die voor een vak ten overstaan van het College voor examens centraal examen aflegt met geheime opgaven, kan omtrent zijn werk gedurende genoemde periode van zes maanden inlichtingen inwinnen bij dit College.
Artikel 36
Afwijkende inrichting examen
Ten behoeve van experimenten met een andere inrichting van het eindexamen kan de Minister van OCW toestaan dat van het Eindexamenbesluit wordt afgeweken. Artikel 37 1.
2.
3.
4. 5.
Spreiding voltooiing eindexamen
De schoolleider kan, de inspectie gehoord, toestaan dat een kandidaat die in het laatste leerjaar langdurig ziek is, en een kandidaat die lange tijd ten gevolge van een bijzondere, van de wil van de kandidaat onafhankelijke omstandigheid niet in staat is geweest het onderwijs in alle betrokken eindexamenvakken gedurende het laatste leerjaar te volgen, het centraal examen en in voorkomend geval het schoolexamen, voor een deel van de vakken in het ene schooljaar en voor het andere deel in het daarop volgende schooljaar aflegt. In dat geval wordt het eindexamen in een vak in het eerste of in het tweede van deze schooljaren afgesloten. De schoolleider geeft zijn in het eerste lid bedoelde toestemming uiterlijk voor de aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen. In bijzondere gevallen kan de schoolleider afwijken van de eerste volzin ten behoeve van een kandidaat die nog niet in alle betrokken eindexamenvakken centraal examen heeft afgelegd. Artikel 29, eerste tot en met vierde lid is ten aanzien van de kandidaat van toepassing in het eerste en in het tweede schooljaar van het gespreid centraal examen, met dien verstande dat het in dat artikel bedoelde recht in het eerste schooljaar ontstaat nadat de eindcijfers van de vakken waarvoor in het eerste schooljaar het centraal examen is afgesloten, voor de eerste maal zijn vastgesteld. Zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de eindcijfers, behaald tot en met het eerste schooljaar van het gespreid centraal examen, zendt de schoolleider aan Onze Minister een opgave waarop voor die kandidaat zijn vermeld de gegevens, genoemd in artikel 34, onderdelen a tot en met e. De schoolleider en de secretaris stellen op verzoek van de kandidaat de uitslag van het eindexamen reeds vast aan het einde van het eerste schooljaar van het gespreid centraal examen of het gespreid schoolexamen, met overeenkomstige toepassing van artikel 27.
18
HOOFDSTUK VII Artikel 38
SLOTBEPALINGEN
Onvoorziene omstandigheden
In alle gevallen waarin dit examenreglement niet voorziet, beslist de schoolleider. Artikel 39
Inwerkingtreding examenreglement
Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 augustus 2013.
Bijlagen:
Artikel 10B, 10C en 10D Bruggertstraat 5 havo leerlingen 2013- 2014 Artikel 10B, 10C en 10D Bruggertstraat 5 en 6 vwo leerlingen 2013- 2014 Artikel 10B voor Geessinkweg 5 havo leerlingen 2013- 2014 Artikel 10B voor Van der Waalslaan cohort 5 havo 2013 – 2014 en leerlingen en 5 en 6 vwo leerlingen 2013- 2014
19
Bijlage 1 Examenreglement 2013-2014 voor de leerjaarlaag 5 havo Bruggertstraat / Bonhoeffer College Artikel 10b Herkansingsregeling Schoolexamen
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
8.
9. 10. 11. 12.
13.
14.
Overal waar sprake is van herkansing geldt dat het hoogste cijfer van de behaalde cijfers telt. In K1 en K2 worden aan elke kandidaat 2 herkansingsmogelijkheden toebedeeld, in de andere kwartielen 1 herkansingsmogelijkheid. Alle toetsen van een kwartiel zijn in de regel herkansbaar met uitzondering van toetsen, die in de vak-PTA’s als mondeling of als niet-herkansbaar zijn aangemerkt. Een kandidaat mag herkansingsmogelijkheden “sparen” en creëert zo een spaarpot of portefeuille met HM’s om later in te zetten. Herkansingsmogelijkheden kunnen niet naar voren gehaald worden. Het aantal gespaarde herkansingsmogelijkheden wordt per kandidaat door de afdelingscoördinator bijgehouden in een bestand. Dat bestand –bij voorkeur digitaal op TeleTop- is voor de kandidaat in te zien. Per herkansingsronde mag door een kandidaat aan maximaal 2 herkansingen deelgenomen worden, hetzij herkansingen op toetsen van het voorgaande kwartiel, hetzij (deel-)SEherkansingen op onderdelen van het combinatiecijfer (artikel 12, lid 4). Het meedoen aan welke herkansing dan ook kost een herkansingsmogelijkheid, tenzij het bepaalde in lid 8 (tweede ge- deelte) hieronder van toepassing is. Het intekenen voor een herkansing wordt aangemerkt als meedoen aan die herkansing en leidt dus tot vermindering van de spaarpot met herkansingsmogelijkheden. De afdelingsleider kan na overleg met de afdelingscoördinator besluiten van deze regel af te wijken indien toepassing van de regel zou leiden tot een in zijn ogen evidente onbillijkheid. Een noodzakelijke maar niet zondermeer voldoende voorwaarde is dat afwezigheid bij herkansing met reden omkleed door de ouders voor het plaatsvinden van de herkansingen gemeld is. Gemiste toetsen moeten in de regel ingehaald worden (artikel 10c), dit ter beoordeling van de docent-examinator, afdelingscošrdinator en afdelingsleider na gezamenlijk overleg. Wanneer een kandidaat doubleert, dan begint hij de tweede keer met een gelijk aantal herkansingen “in portefeuille” als de eerste keer. Wanneer een kandidaat van afdeling verandert, dan krijgt hij 2 herkansingen toebedeeld in de nieuwe afdeling. De dag waarop de herkansingen worden afgenomen, wordt ruim van tevoren bekend gemaakt. Herkansingen worden alleen op die bekendgemaakte dag afgenomen. LUVA-, PC-herkansingen, e.d. kunnen op afwijkende dagen afgenomen worden. Inhaalwerken kunnen indien nodig wél op (een) andere dag(en) afgenomen worden waarbij wat in artikel 10c bepaald is, onverminderd van kracht is. Indien herkansingen later op de schooldag worden afgenomen, mogen kandidaten die eerder op de dag absenteerden slechts deelnemen indien er voor het afnemen van de herkansingen een schriftelijke verklaring van één der ouders omtrent ziekte o.i.d. overlegd wordt. T.a.v. vakken die buiten de locatie op gevolgd worden, worden de herkansingsregelingen van die andere locatie naar billijkheid ingepast in het SE-reglement van de locatie Bruggertstraat, e.e.a. ter beoordeling van de afdelingsleider.
20
Artikel 10c Inhalen schoolexamen 1. 2.
3.
4. 5.
Indien een s.e. toets gemist is door ziekte of andere geldige reden, wordt voorzien in een inhaalmoment. De schoolleiding bepaalt wanneer de s.e. toets wordt ingehaald. Een ingehaalde s.e. toets is niet herkansbaar. Bij een gemiste herkansing telt het eerder behaalde resultaat. In uitzonderlijke situaties kan de locatiedirecteur anders beslissen. De eerste vier inhaaltoetsen in een cursusjaar “kosten” niet een herkansingsmogelijkheid (zie schema bij lid 9 hieronder). Indien een kandidaat meer dan vier keer per cursusjaar van dit inhaalrecht gebruik wil maken, dan kost het i nhalen wél herkansingsmogelijkheden tenzij de afdelingsleider anders beslist. Bij 5en volgende inhaaltoetsen per cursusjaar wordt gehandeld volgens hetgeen bepaald is in lid 5 van dit artikel. Tijdens een herkansingsronde kan een kandidaat per dag in principe drie toetsen (herkansingen en/of inhaalwerken) opgedragen krijgen. Het afwezig zijn bij een toets van het Schoolexamen zonder tijdig bericht te hebben gezonden is een onregelmatigheid. Indien het cijfer 1 is toegekend aan de toets kan de kandidaat die toets herkansen. De kandidaat moet voor het herkansen van zo ´n gemiste toets een herkansingsmogelijkheid inzetten. Indien het hier meerdere onterecht gemiste toetsen betreft, dan kunnen ook gespaarde herkansingsmogelijkheden aangesproken worden, dit ter beoordeling van de afdelingsleider en de afdelingscoördinator (zie schema bij lid 7 hieronder).
6.
Een kandidaat mag het inhalen van een gemiste toets niet laten lopen om een andere gemaakte toets te herkansen, m.a.w. het inhalen van een gemiste toets gaat vóór het herkansen van een andere toets, tenzij de docent-examinator, de afdelingscošrdinator en afdelingsleider na overleg anders beslissen. Het is de verantwoordelijkheid van de kandidaat dat hij inhalen laat prevaleren boven herkansen. Wanneer achteraf blijkt dat een kandidaat zijn verantwoordelijkheid niet is nagekomen, dan kunnen ten onrechte gemaakte herkansingen ongeldig verklaard worden.
7.
Schema’s voor het inhalen van “terecht” en “onterecht” gemiste toetsen:
Aantal gemiste toetsen volgens lid 1 (“terecht”) *) 1
3 ≥4
1 inhalen en maximaal 2 herkansen, niet-ingezette herkansingsmogelijkheden worden gespaard 2 inhalen en maximaal 1 herkansen, niet-ingezette herkansingsmogelijkheden worden gespaard 3 inhalen, niet-ingezette herkansingsmogelijkheden worden gespaard alles inhalen, niet-ingezette herkansingsmogelijkheden wordt gespaard
Aantal gemiste toetsen volgens lid 5 (“ten onrechte”) 1 Op de herkansingsdag: 1 inhalen, kost 1 herkansingsmogelijkheid, niet-ingezette herkansingsmogelijkheden worden gespaard. De kandidaat kan deelnemen aan maximaal 1 herkansing. 2 3 ≥4
Op de herkansingsdag: 2 inhalen, kost tot 2 herkansingmogelijkheden **). De kandidaat kan niet deelnemen aan herkansingen. Op de herkansingsdag: 3 inhalen, kost tot 3 herkansingsmogelijkheden **). De kandidaat kan niet deelnemen aan herkansingen. Alles inhalen, op de herkansingsdag 3 toetsen; kost telkens 1 herkansingsmogelijkheid **) De kandidaat kan niet deelnemen aan herkansingen.
21
*) een kandidaat kan niet vaker dan 4 keer per cursusjaar gebruik maken van het inhaalrecht volgens het bovenste schema, tenzij de afdelingsleider anders beslist. **) het kost niet meer herkansingsmogelijkheden dan van dat kwartiel + het aantal herkansingsmogelijkheden in portefeuille. Artikel 10d Herexamen schoolexamen 1. 2. 3
De vakken LETT en KCV kennen geen herkansing op het totale SE, omdat ze deel uitmaken van NE, resp. LATL en/of GRTL. De vakken IN en O&O kennen geen herkansing op het totale SE, omdat deze vakken een zeer groot aantal, of alleen maar praktische componenten kennen. T.a.v. de vakken ANW, MAAT en LB, die onderdelen zijn van het zgn. combinatiecijfer, gelden de volgende bepalingen: a. Wanneer hieronder sprake is van herkansing op het (deel-)SE dan wordt een herkansing bedoeld over de stof die normaliter schriftelijk getoetst wordt bij het vak(gedeelte). Het bij deze (deel-)SE-herkansing behaalde cijfer vervangt – indien hoger dan het gemiddelde toetscijfer tot dan toe – de afzonderlijke toetscijfers tot dan toe. Eventueel behaalde PO-cijfers blijven onveranderd gelden en worden op de in het PTA vastgelegde wijze meegenomen in de VG-berekeningen. b. ANW(4-VWO) Dit vak wordt aan het eind van klas 4 afgesloten. Voor dit vak geldt bij de overgang van klas 4 naar 5 de minimaal 4 eis. Wanneer het gemiddelde van zo’n vak na afsluiten lager dan 4 is, dan kan de kandidaat aan een herkansing op het hele SE van zo ´n vak deelnemen tij dens de eerstvolgende herkansingsronde om alsnog te proberen aan het cijfer ≥ 4 te komen. De kandidaat moet een toetsherkansingsmogelijkheid inzetten voor zo’n SE-herkansing. Wanneer de kandidaat bij VG4 bij dit vak uiteindelijk lager dan 4 staat, kan hij niet bevorderd worden naar 5-VWO . c. LBen MAAT(4/5-VWO) LB en MAAT worden afgesloten in 5-VWO. Voor beide vakken geldt bij de overgang van 4- naar 5-VWO en bij de overgang van 5- naar 6-VWO de minimaal 4 eis. Wanneer de kandidaat aan het einde van klas 4 lager dan 4 heeft, dan kan de kandidaat aan een herkansing op het 4 -VWO gedeelte van het SE deelnemen in herkansingsrondes van 4-VWO om alsnog VG4 ≥ 4 te scoren. De kandidaat moet daarvoor een toetsherkansingsmogelijkheid inzetten. Wanneer de kandidaat in 4VWO uiteindelijk niet VG4≥ 4 scoort, dan kan de kandidaat niet bevorderd worden naar 5-VWO. In 5-VWO geldt een analoge regeling bij het afsluiten van de hele vakken LB en MAAT. Wanneer de kandidaat na afsluiting van de vakken lager dan 4 heeft, dan kan de kandidaat aan een herkansing van het hele SE deelnemen in herkansingsrondes in 5-VWO om alsnog VG8 ≥4 te scoren. De kandi daat moet daarvoor een toetsherkansingsmogelijkheid inzetten. Wanneer de kandidaat uiteindelijk niet VG8 ≥4 staat, dan kan de kandidaat niet bevorderd worden naar 6VWO.
Bonusregeling 1.
2.
Deze regeling bedoelt een impuls te geven aan werkzaamheden binnen en buiten de les en kandidaten aan te zetten tot meer activerend leren. Een sectie beslist zelfstandig wel of niet een bonusregeling in enig kwartiel aan te bieden. Indien een sectie besluit tot het aanbieden van een bonusregeling dan geldt de regeling voor alle kandidaten van de jaargroep. Het wel of niet aanbieden van een bonusregeling staat in het vak-PTA. De bonusregeling kan van toepassing zijn bij een toets en/of een PO. De hoogte van een bonus kan niet hoger zijn dan 10% van het maximale cijfer voor de toets of PO.
22
3. 4. 5. 6.
7.
Indien een toets- of PO-cijfer door een bonus rekenkundig hoger uitkomt dan het cijfer 10,0, dan wordt dat toets- of PO-cijfer vastgesteld op 10,0. Een bonus kan alleen voorafgaand aan een toets of PO verdiend worden. Een sectie kan beslissen dat een bonus wél wordt toegekend op een toetscijfer, maar niet op de herkansing van die toets. Indien een bonusregeling wordt aangeboden, dan dient bij het begin van het kwartiel schriftelijk vastgelegd te zijn voor welke toets of PO de bonusregeling geldt, wat de hoogte is van de bonus, op welk moment of gedurende welke termijn de bonus verdiend kan worden, welke prestatie de kandidaat moet leveren om de bonus te verdienen en of de bonus vervalt in geval van een herkansing (zie lid 5 hiervoor). Binnen deze regeling past ook het aanbieden van een bonusregeling die leidt tot vrijstelling van een deel van de toets- of PO-stof. Daarmee wordt de bonustoets absolverend van karakter.
23
Examenreglement 2013-2014 voor de leerjaarlaag 5 en 6 vwo Bruggertstraat / Bonhoeffer College Artikel 10b Herkansingsregeling Schoolexamen
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
8.
9. 10. 11. 12.
13.
14.
Overal waar sprake is van herkansing geldt dat het hoogste cijfer van de behaalde cijfers telt. In K1 en K2 worden aan elke kandidaat 2 herkansingsmogelijkheden toebedeeld, in de andere kwartielen 1 herkansingsmogelijkheid. Alle toetsen van een kwartiel zijn in de regel herkansbaar met uitzondering van toetsen, die in de vak-PTA’s als mondeling of als niet-herkansbaar zijn aangemerkt. Een kandidaat mag herkansingsmogelijkheden “sparen” en creëert zo een spaarpot of portefeuille met HM’s om later in te zetten. Herkansingsmogelijkheden kunnen niet naar voren gehaald worden. Het aantal gespaarde herkansingsmogelijkheden wordt per kandidaat door de afdelingscoördinator bijgehouden in een bestand. Dat bestand –bij voorkeur digitaal op TeleTop- is voor de kandidaat in te zien. Per herkansingsronde mag door een kandidaat aan maximaal 2 herkansingen deelgenomen worden, hetzij herkansingen op toetsen van het voorgaande kwartiel, hetzij (deel-)SEherkansingen op onderdelen van het combinatiecijfer (artikel 12, lid 4). Het meedoen aan welke herkansing dan ook kost een herkansingsmogelijkheid, tenzij het bepaalde in lid 8 (tweede ge- deelte) hieronder van toepassing is. Het intekenen voor een herkansing wordt aangemerkt als meedoen aan die herkansing en leidt dus tot vermindering van de spaarpot met herkansingsmogelijkheden. De afdelingsleider kan na overleg met de afdelingscoördinator besluiten van deze regel af te wijken indien toepassing van de regel zou leiden tot een in zijn ogen evidente onbillijkheid. Een noodzakelijke maar niet zondermeer voldoende voorwaarde is dat afwezigheid bij herkansing met reden omkleed door de ouders voor het plaatsvinden van de herkansingen gemeld is. Gemiste toetsen moeten in de regel ingehaald worden (artikel 10c), dit ter beoordeling van de docent-examinator, afdelingscošrdinator en afdelingsleider na gezamenlijk overleg. Wanneer een kandidaat doubleert, dan begint hij de tweede keer met een gelijk aantal herkansingen “in portefeuille” als de eerste keer. Wanneer een kandidaat van afdeling verandert, dan krijgt hij 2 herkansingen toebedeeld in de nieuwe afdeling. De dag waarop de herkansingen worden afgenomen, wordt ruim van tevoren bekend gemaakt. Herkansingen worden alleen op die bekendgemaakte dag afgenomen. LUVA-, PC-herkansingen, e.d. kunnen op afwijkende dagen afgenomen worden. Inhaalwerken kunnen indien nodig wél op (een) andere dag(en) afgenomen worden waarbij wat in artikel 10c bepaald is, onverminderd van kracht is. Indien herkansingen later op de schooldag worden afgenomen, mogen kandidaten die eerder op de dag absenteerden slechts deelnemen indien er voor het afnemen van de herkansingen een schriftelijke verklaring van één der ouders omtrent ziekte o.i.d. overlegd wordt. T.a.v. vakken die buiten de locatie op gevolgd worden, worden de herkansingsregelingen van die andere locatie naar billijkheid ingepast in het SE-reglement van de locatie Bruggertstraat, e.e.a. ter beoordeling van de afdelingsleider.
24
Artikel 10c Inhalen schoolexamen 1. Indien een s.e. toets gemist is door ziekte of andere geldige reden, wordt voorzien in een inhaalmoment. De schoolleiding bepaalt wanneer de s.e. toets wordt ingehaald. 2. Een ingehaalde s.e. toets is niet herkansbaar. Bij een gemiste herkansing telt het eerder behaalde resultaat. In uitzonderlijke situaties kan de locatiedirecteur anders beslissen. 3. De eerste vier inhaaltoetsen in een cursusjaar “kosten” niet een herkansingsmogelijkheid (zie schema bij lid 9 hieronder). Indien een kandidaat meer dan vier keer per cursusjaar van dit inhaalrecht gebruik wil maken, dan kost het i nhalen wél herkansingsmogelijkheden tenzij de afdelingsleider anders beslist. Bij 5en volgende inhaaltoetsen per cursusjaar wordt gehandeld volgens hetgeen bepaald is in lid 5 van dit artikel. 4. Tijdens een herkansingsronde kan een kandidaat per dag in principe drie toetsen (herkansingen en/of inhaalwerken) opgedragen krijgen. 5. Het afwezig zijn bij een toets van het Schoolexamen zonder tijdig bericht te hebben gezonden is een onregelmatigheid. Indien het cijfer 1 is toegekend aan de toets kan de kandidaat die toets herkansen. De kandidaat moet voor het herkansen van zo ´n gemiste toets een herkansingsmogelijkheid inzetten. Indien het hier meerdere onterecht gemiste toetsen betreft, dan kunnen ook gespaarde herkansingsmogelijkheden aangesproken worden, dit ter beoordeling van de afdelingsleider en de afdelingscoördinator (zie schema bij lid 7 hieronder). 6. Een kandidaat mag het inhalen van een gemiste toets niet laten lopen om een andere gemaakte toets te herkansen, m.a.w. het inhalen van een gemiste toets gaat vóór het herkansen van een andere toets, tenzij de docent-examinator, de afdelingscošrdinator en afdelingsleider na overleg anders beslissen. Het is de verantwoordelijkheid van de kandidaat dat hij inhalen laat prevaleren boven herkansen. Wanneer achteraf blijkt dat een kandidaat zijn verantwoordelijkheid niet is nagekomen, dan kunnen ten onrechte gemaakte herkansingen ongeldig verklaard worden. 7.
Schema’s voor het inhalen van “terecht” en “onterecht” gemiste toetsen:
Aantal gemiste toetsen volgens lid 1 (“terecht”) *) 1
1 inhalen en maximaal 2 herkansen, niet-ingezette herkansingsmogelijkheden worden gespaard
2
2 inhalen en maximaal 1 herkansen, niet-ingezette herkansingsmogelijkheden worden gespaard 3 inhalen, niet-ingezette herkansingsmogelijkheden worden gespaard alles inhalen, niet-ingezette herkansingsmogelijkheden wordt gespaard
3 ≥4
Aantal gemiste toetsen volgens lid 5 (“ten onrechte”) 1 Op de herkansingsdag: 1 inhalen, kost 1 herkansingsmogelijkheid, niet-ingezette herkansingsmogelijkheden worden gespaard. De kandidaat kan deelnemen aan maximaal 1 herkansing. 2 3 ≥4
Op de herkansingsdag: 2 inhalen, kost tot 2 herkansingmogelijkheden **). De kandidaat kan niet deelnemen aan herkansingen. Op de herkansingsdag: 3 inhalen, kost tot 3 herkansingsmogelijkheden **). De kandidaat kan niet deelnemen aan herkansingen. Alles inhalen, op de herkansingsdag 3 toetsen; kost telkens 1 herkansingsmogelijkheid **) De kandidaat kan niet deelnemen aan herkansingen.
25
*) een kandidaat kan niet vaker dan 4 keer per cursusjaar gebruik maken van het inhaalrecht volgens het bovenste schema, tenzij de afdelingsleider anders beslist. **) het kost niet meer herkansingsmogelijkheden dan van dat kwartiel + het aantal herkansingsmogelijkheden in portefeuille.
Artikel 10d Herexamen schoolexamen 1. De vakken LETT en KCV kennen geen herkansing op het totale SE, omdat ze deel uitmaken van NE, resp. LATL en/of GRTL. 2. De vakken IN en O&O kennen geen herkansing op het totale SE, omdat deze vakken een zeer groot aantal, of alleen maar praktische componenten kennen. 3 T.a.v. de vakken ANW, MAAT en LB, die onderdelen zijn van het zgn. combinatiecijfer, gelden de volgende bepalingen: c. Wanneer hieronder sprake is van herkansing op het (deel-)SE dan wordt een herkansing bedoeld over de stof die normaliter schriftelijk getoetst wordt bij het vak(gedeelte). Het bij deze (deel-)SE-herkansing behaalde cijfer vervangt – indien hoger dan het gemiddelde toetscijfer tot dan toe – de afzonderlijke toetscijfers tot dan toe. Eventueel behaalde PO-cijfers blijven onveranderd gelden en worden op de in het PTA vastgelegde wijze meegenomen in de VG-berekeningen. d. ANW(4-VWO) Dit vak wordt aan het eind van klas 4 afgesloten. Voor dit vak geldt bij de overgang van klas 4 naar 5 de minimaal 4 eis. Wanneer het gemiddelde van zo’n vak na afsluiten lager dan 4 is, dan kan de kandidaat aan een herkansing op het hele SE van zo ´n vak deelnemen tij dens de eerstvolgende herkansingsronde om alsnog te proberen aan het cijfer ≥ 4 te komen. De kandidaat moet een toetsherkansingsmogelijkheid inzetten voor zo’n SE-herkansing. Wanneer de kandidaat bij VG4 bij dit vak uiteindelijk lager dan 4 staat, kan hij niet bevorderd worden naar 5-VWO . c. LBen MAAT(4/5-VWO) LB en MAAT worden afgesloten in 5-VWO. Voor beide vakken geldt bij de overgang van 4- naar 5-VWO en bij de overgang van 5- naar 6-VWO de minimaal 4 eis. Wanneer de kandidaat aan het einde van klas 4 lager dan 4 heeft, dan kan de kandidaat aan een herkansing op het 4 -VWO gedeelte van het SE deelnemen in herkansingsrondes van 4-VWO om alsnog VG4 ≥ 4 te scoren. De kandidaat moet daarvoor een toetsherkansingsmogelijkheid inzetten. Wanneer de kandidaat in 4VWO uiteindelijk niet VG4≥ 4 scoort, dan kan de kandidaat niet bevorderd worden naar 5-VWO. In 5-VWO geldt een analoge regeling bij het afsluiten van de hele vakken LB en MAAT. Wanneer de kandidaat na afsluiting van de vakken lager dan 4 heeft, dan kan de kandidaat aan een herkansing van het hele SE deelnemen in herkansingsrondes in 5-VWO om alsnog VG8 ≥4 te scoren. De kandi daat moet daarvoor een toetsherkansingsmogelijkheid inzetten. Wanneer de kandidaat uiteindelijk niet VG8 ≥4 staat, dan kan de kandidaat niet bevorderd worden naar 6-VWO. Bonusregeling 1.
2.
Deze regeling bedoelt een impuls te geven aan werkzaamheden binnen en buiten de les en kandidaten aan te zetten tot meer activerend leren. Een sectie beslist zelfstandig wel of niet een bonusregeling in enig kwartiel aan te bieden. Indien een sectie besluit tot het aanbieden van een bonusregeling dan geldt de regeling voor alle kandidaten van de jaargroep. Het wel of niet aanbieden van een bonusregeling staat in het vak-PTA. De bonusregeling kan van toepassing zijn bij een toets en/of een PO. De hoogte van een bonus kan niet hoger zijn dan 10% van het maximale cijfer voor de toets of PO.
26
3. 4. 5. 6.
7.
Indien een toets- of PO-cijfer door een bonus rekenkundig hoger uitkomt dan het cijfer 10,0, dan wordt dat toets- of PO-cijfer vastgesteld op 10,0. Een bonus kan alleen voorafgaand aan een toets of PO verdiend worden. Een sectie kan beslissen dat een bonus wél wordt toegekend op een toetscijfer, maar niet op de herkansing van die toets. Indien een bonusregeling wordt aangeboden, dan dient bij het begin van het kwartiel schriftelijk vastgelegd te zijn voor welke toets of PO de bonusregeling geldt, wat de hoogte is van de bonus, op welk moment of gedurende welke termijn de bonus verdiend kan worden, welke prestatie de kandidaat moet leveren om de bonus te verdienen en of de bonus vervalt in geval van een herkansing (zie lid 5 hiervoor). Binnen deze regeling past ook het aanbieden van een bonusregeling die leidt tot vrijstelling van een deel van de toets- of PO-stof. Daarmee wordt de bonustoets absolverend van karakter.
27
Bijlage 2 Examenreglement 2013-2014 voor de leerjaarlaag 5 havo Geessinkweg / Bonhoeffer College Voor bovenstaande leerlagen geldt niet de in het examenreglement opgenomen artikel 10 b, waarin opgenomen de herkansingsregelingen. Zie onderstaande artikel voor deze “uitlopende” cohorten. Artikel 10b 1. 2. 3. 4.
5. 6.
Herkansingsregeling Schoolexamen
Schriftelijke schoolexamentoetsen kunnen eenmaal herkanst worden. Welke schoolexamentoetsen dit betreft is terug te lezen in de vakspecifieke PTA’s In geval van herkansing telt het hoogste cijfer. Toetsen van een bepaalde periode mogen alleen herkanst worden in de herkansing van die periode. Een kandidaat krijgt evenveel herkansingsmogelijkheden als er pta-periodes zijn. Voor een HAVO-leerling zijn dat er 4. In de 4e periode van Havo 4 wordt de leerlingen één herkansingsmogelijkheid geboden, ten behoeve van het vak Ma, dat alleen met een schoolexamen wordt afgesloten. In Havo 5 zijn er 3 PTA periodes, dus ook 3 herkansingen. Bij afwezigheid (geoorloofd en ongeoorloofd) tijdens de herkansing, vervalt het recht op de herkansing. Bij kennelijke onvoorziene onbillijkheden treedt artikel 35 van het examenreglement in werking.
28
Bijlage 3 Examenreglement 2013-2014 voor de leerjaarlagen 5 havo / 5 vwo en 6 vwo Van der Waalslaan / Bonhoeffer College Voor bovenstaande leerlagen geldt niet de in het examenreglement opgenomen artikel 10 b, waarin opgenomen de herkansingsregelingen. Zie onderstaande artikel voor deze “uitlopende” cohorten. Artikel 10b
Herkansingsregeling Schoolexamen
Herexamen schoolexamen en herkansingen 1.
De schoolleider stelt een herkansingsregeling voor afzonderlijke toetsen van het schoolexamen en een regeling voor het eventuele herexamen van het volledige schoolexamen van een vak vast. Deze regelingen maken deel uit van het programma van toetsing en afsluiting. A.
2.
De schoolleider kan bepalen dat de kandidaat die examen of deelexamen aflegt, het schoolexamen voor een vak waarin geen centraal examen wordt afgenomen, opnieuw kan afleggen. Hij bepaalt ook de stofinhoud na overleg met de vakdocent. De schoolleider stelt vast hoe het cijfer van het in het tweede lid bedoelde herexamen wordt bepaald. Het hoogste van de cijfers behaald bij het herexamen in een vak en bij het eerder afgelegde schoolexamen in dat vak geldt als het definitieve cijfer van het schoolexamen in dat vak. Als een leerling een schoolexamenvak heeft afgesloten met een cijfer lager dan een 5,5 dan mag de leerling deelnemen aan een herexamen. Deze vindt plaats in de herkansingsperiode van het eerste kwartiel nadat het vak is afgesloten. Dit herexamen ‘kost’ een reguliere herkansing. Hij telt niet als een herkansing van de betrokken periode. (Het kan dus voorkomen dat een leerling die herexamen over een schoolexamen doet 3 herkansingen maakt in een herkansingsperiode).
3.
4.
B. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
herexamen schoolexamen
herkansingen In september in het cursusjaar van 5H en 6V vindt er een herkansingsperiode plaats over de herkansbare toetsen uit de laatste toetsweek van het voorafgaande schooljaar. Na elke toetsperiode in de examenklas vindt er een herkansingsperiode plaats. In het onderstaand schema staat het aantal herkansingen per leerjaar. De herkansingen, genoemd onder lid 5, gaan af van het quotum van het schooljaar waarin de oorspronkelijke toetsen zijn afgenomen. Op de in het examenreglement aangegeven data moeten de leerlingen hun herkansingswensen via de daarvoor bestemde formulieren hebben aangevraagd. Herkansingen kunnen niet worden ingehaald, ook niet bij geoorloofde absentie. Als de leerling geoorloofd absent is op de herkansingsdag blijft de herkansing gespaard en wordt niet van het quotum afgehaald. Bij ongeoorloofde absentie is de herkansing verbruikt en wordt derhalve van het quotum afgehaald. Bij doubleren komt het herkansingsverleden uit betrokken klas te vervallen. Met andere woorden: gespaarde herkansingen in dat schooljaar komen te vervallen. De leerling krijgt opnieuw het voor dat schooljaar vastgestelde herkansingen aangeboden. Herkansingen van de Cito-luistertoets in 5 havo en 6 vwo vinden plaats buiten de reguliere herkansingsperioden. Een herkansingluistertoets ‘kost’ een reguliere herkansing. leerlingen uit 5 vwo krijgen per semester 1 herkansing toegekend. Verder krijgen ze op jaarbasis een extra herkansing, die ze exclusief mogen inzetten voor een toets van een van de kernvakken wiskunde, Engels en Nederlands. Leerlingen uit 5 havo en 6 vwo krijgen per semester 2 herkansingen toegekend(zie schema hieronder). De leerlingen mogen zelf bepalen wanneer zij de herkansingen inzetten, met een maximum van 2 herkansingen per toetsperiode.
29
Per herkansingsperiode mag de leerling twee herkansingen gebruiken. De leerling mag een herkansing sparen. Een voorschot nemen op herkansingen uit het volgende leerjaar mag niet. Totaal aantal herkansingen leerjaar 4H 5H 4V 5V 6V
Aantal herkansingen 2 4 2 3 (waarvan 1 voor Engels, wiskunde of Nederlands 4 (2012-2013 nog 5)
30
Jaarplanning toetsweken en herkansingen voor 5 Havo Wk nrs
Soort toetsweek
44/45
PTA
3/4 -2014
PTA
13/14
PTA
Inschrijven herkansing Via Teletop tot 12 uur Maandag 18 nov inschrijven herkansingen Maandag 10 febr Inschrijven herkansingen Woensdag 9 apr Inschrijven herkansingen
Inhaaldag voor gemiste toetsen 15.00 uur Woensdag 20 nov Herkansingen Woensdag 12 febr Herkansingen Vrijdag 11 apr herkansingen
Bij gemiste toetsen binnen 48 uur het formulier Bevestiging van verhindering inleveren bij Mevr. Kuipers. Ook bij de tussentoetsen! Data zijn ruim van te voren ingepland dus geen tandarts en doktersbezoek gedurende deze uren. Cijferlijsten:
Maandag 18 november 2013 Maandag 10 februari 2014 Dinsdag 15 april 2014 definitieve cijferlijst, verplichte cijfercontrole door leerlingen
Tijdschema CSE 2013-2014
Examenrooster HAVO 2014 tijdvak I datum
tijdstip
vak
09.00-12.00
Kunst
13.30-16.30
M&O
Dinsdag 13 mei
13.30-16.30
Nederlands
Woensdag 14 mei
13.30-16.30
Wiskunde A, B
09.00-11.30
Duits
13.30-16.30
Economie
09.00-12.00
Aardrijkskunde
13.30-16.00 09.00-12.00
Engels Geschiedenis
Dinsdag 20 mei
13.30-16.00 13.30-16.30
Frans Scheikunde
Woensdag 21 mei
13.30-16.30
Biologie
09.00-12.00
Maatschappijwetenschappen
13.30-16.30 09.00-11.30
Natuurkunde Muziek
Maandag 12 mei
Donderdag 15 mei Vrijdag 16 mei Maandag 19 mei
Donderdag 22 mei Vrijdag 23 mei
De exacte tijdstippen en data van het tweede tijdvak worden in maart 2013 bekend gemaakt. wijzigingen voorbehouden
31
Vak: Nederlands Periode
Stofaanduiding
1- 4
Nieuw Nederlands
1-4
Projecten
1- 4
Leesdossier: 5 romans
4
Proefwerk literatuur: leesdossier & literatuurgeschiedenis
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2012-2013 AFDELING HAVO Studielast leerjaar 4: 210 Toetsvorm Tijd Gewicht Herkansbaar schoolexamen* in de les: n.v.t. nee (schriftelijk en mondeling) in de les & in n.v.t. nee Samen 50% KWT: van opdrachten schoolexamen in KWT & in n.v.t. nee eigen tijd: opdrachten PWW: 60 min. nee schriftelijk
LEERJAAR 4 Beoordeling
Studielast totaal: 400 Opmerkingen
cijfer
PW tellen 2, 3 of 4 maal mee.
cijfer
individuele – en groepsopdrachten
afvinken
cijfer
5 titels in overleg met docent, boek 5 evt. via vakoverstijgend project. PW telt 4 maal mee
Toelichting: - In 4H worden 5 boeken gelezen. In 5H worden 3 boeken gelezen, met daarna een mondelinge toets (PTA3 = 15%), waarin alle 8 gelezen boeken besproken zullen worden. *Het gewogen gemiddelde van deze cijfers is het cijfer van rapport 4, afgerond op 1 decimaal
Vak: Nederlands Periode
Stofaanduiding
1
Leesvaardigheid
1
Schriftelijke taalvaardigheid, betoog
2
Voorbereiden/ onderzoeken debatonderwerp Debat n.a.v. actueel onderwerp
3
Leesdossier: mondeling over 8 gelezen boeken
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2013-2014 AFDELING HAVO LEERJAAR 5 Studielast leerjaar 5: 190 Toetsvorm Tijd Gewicht Herkansbaar Beoordeling schoolexamen schriftelijk 30 min 5% nee cijfer schriftelijk (PTA-1) documentatiemap (KWT) mondeling (in les) mondeling (PTA-3)
Studielast totaal: 400 Opmerkingen
90 min.
15%
ja
cijfer
Onderwerp wordt door de docent opgegeven.
nvt
5%
nee
cijfer
30 min.
10%
nee
cijfer
20 min.
15%
nee
cijfer
Onderwerpen worden, na toestemming van docent, voorbereid. Uitvoering in door de docent samengestelde groepen. Lijst met 8, door de docent goedgekeurde titels, voor week 8 tijdens de les inleveren.
32
Vak: Engels Periode
Stofaanduiding
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2012-2013 AFDELING HAVO LEERJAAR 4 Studielast leerjaar 4: 160 Studielast totaal: 360 Toetsvorm Gewicht Beoordeling Opmerkingen
1
Stepping Stones katern 1: grammar+woorden Leesvaardigheid: WR teksten Spreekvaardigheid: radioplay Wasp Reporter 1: 6 artikelen samenvatting + alle opdrachten maken, woorden leren, uitspraak oefenen Literatuur: Boek 1
schriftelijk schriftelijk mondeling schriftelijk schriftelijk schriftelijk
PW 6 x PW 2 x PW 2 x PW 6 x Opdrachten Boekverslag
cijfer cijfer cijfer cijfer voldoende voldoende
PW duur: 60 minuten (week 44) PW duur: 60 minuten Presentatie aan klas, duur: 3-5 min. PW duur: 60 minuten (week 45) Deadlines 2 artikelen: week 38 /41 /44 Deadline boekverslag 1: week 45
2
Stepping Stones katern 2: (zie boven) Kijk en Luistervaardigheid Wasp Reporter 2: 6 artikelen (WR zie boven) Leesvaardigheid:WR teksten Boek 2 KWT Literatuur: Project
schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk schrift./mond.
PW 6 x PW 2 x PW 6 x Opdrachten PW 2 x Boekverslag PW 2 x
cijfer cijfer cijfer voldoende cijfer voldoende cijfer
3
Writing: Essay Spreekvaardigheid: Londen Wasp Reporter 3: 6 artikelen (WR zie boven) Leesvaardigheid: WR teksten Boek 3 KWT Literatuur: Project
schriftelijk mondeling schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk schrift./mond.
PW 6 x PW 2 x PW 6 x Opdrachten PW 3 x Boekverslag PW 2 x
cijfer cijfer cijfer voldoende cijfer voldoende cijfer
PW duur: 60 minuten (week 3) PW duur: 2 x 30 minuten PW duur: 60 minuten (week 4) Deadlines 2 artikelen: week 47 /50/ 2 PW duur: 60 minuten Deadline boekverslag 2: week 4 Project: aantal lessen e Deadline:in 2 periode in overleg met docent PW duur: 60 minuten (week 7) Presentatie voor de klas:3-5minuten PW duur: 60 minuten (week 12) Deadlines 2 artikelen: week 5/ 7/ 10 PW duur: 60 minuten Deadline boekverslag 3: week 11 e Deadline:in 3 periode in overleg met docent
4
Stepping Stones katern 3: (zie boven) Kijk en Luistervaardigheid Wasp Reporter 4: 6 artikelen (WR zie boven) Leesvaardigheid: Examen teksten Boek 4 KWT Literatuur: Project Spreekvaardigheid: 15 min. per leerling
schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk schrift./mond. mondeling
PW 8 x PW 2 x PW 8 x Opdrachten PW 4 x Boekverslag PW 2 x PW 6 x
cijfer cijfer cijfer voldoende cijfer voldoende cijfer cijfer
Jaarcijfer 4H = 20% van PTA in 5H
33
PW duur: 60 minuten (week 22) PW duur: 2 x 30 minuten PW duur: 60 minuten (week 23) Deadlines 2 artikelen: week 15/ 19/ 21 PW duur: 60 minuten e Deadline 4 boekverslag: week 23 e Deadline:in 4 periode in overleg met docent Toetsweek: mondeling 30 min. per duo inplannen
Vak: Engels Periode
Stofaanduiding
Havo 4 Jaarcijfer 4H PTA Dossier Engelse Literatuur en Taalvaardigheid PTA Schrijfvaardigheid 1: formele brief 1 PW Vocabulary CSE 1 woorden: 6 pagina’s PW SteppingStones: Katern 1: grammatica, teksten,oefeningen+woorden PW Leesvaardigheid: Examenteksten
2
Dossier: Engelse Literatuur en Taalvaardigheid: A. Leesvaardigheid: 6 artikelen uit kranten of BBC B. Kijk/Luistervaardigheid: 2 samenv. docu C. Cito Kijk/Luistervaardigheid D. Spreekvaardigheid: Speech E. Literatuur: Boekverslag 5 + Project 1 PTA Kijk & Luistervaardigheid PW Vocabulary CSE 2 woorden: 6 pagina’s PW Stepping Stones: Katern 2: grammatica, teksten,oefeningen+woorden PW Leesvaardigheid:Examenteksten Dossier: Engelse Literatuur en Taalvaardigheid: A. Leesvaardigheid: 6 artikelen uit kranten of BBC B. Kijk/Luistervaardigheid: 2 samenvattingen C. Cito Kijk/Luistervaardigheid D. Spreekvaardigheid: Discuss, Describe, Opinion E. Literatuur: Boekverslag 6 + Project 2
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2013-2014 AFDELING HAVO LEERJAAR 5 Studielast leerjaar 5: 200 Studielast totaal: 360 Kolomnr. Toetsvorm Tijd Gewicht Herkansbaar Beoordeling Opmerkingen School+ SE PWs: Gewicht + Tijd: 30% cijfer nee schrift/mon 10% cijfer In periode: 1, 2, 3 nee schriftelijk
90 min.
schriftelijk schriftelijk schriftelijk
10%
ja
cijfer
PTA week 1
60 min. 60 min.
nee nee
cijfer cijfer
PW 3x: week ?? PW 3x: week ??
60 min.
nee
cijfer
PW 3x: week ??
schriftelijk
cijfer voldoende
Deadline Dossier 1: week ??
schriftelijk schriftelijk mondeling schriftelijk
voldoende cijfer ERK B1 voldoende
In de klas duur: 5 min.
ja
cijfer
PTA week 2
schriftelijk
75 min.
schriftelijk schriftelijk
60 min. 60 min.
nee nee
cijfer cijfer
PW 3x: week ?? PW 3x: week ??
schriftelijk
60 min.
nee
cijfer
PW 3x: week ??
cijfer
Deadline Dossier 2: week ??
schriftelijk schriftelijk schriftelijk mondeling schriftelijk
20%
voldoende voldoende cijfer ERK B1 voldoende
34
In de klas duur: 6 min.
3
Havo 5
PTA Spreekvaardigheid
mondeling
PW Vocabulary CSE 1 + 2 woorden: 12 pagina’s PW Leesvaardigheid:Examenteksten
schriftelijk schriftelijk
Dossier: Engelse Literatuur en Taalvaardigheid: A. Leesvaardigheid: 6 artikelen uit kranten of BBC B. Kijk/Luistervaardigheid: 2 samenvattingen C. Spreekvaardigheid: Dialogen D. Literatuur: Boekverslag 7 + Project 3 Jaarcijfer 5H = PW’s
30 min. per duo 60 min. 60 min.
20%
nee
cijfer
PTA week 3
nee nee
cijfer cijfer
PW 3x : week ?? PW 3x : week ??
nee schriftelijk
cijfer voldoende
Deadline Dossier 3: week ??
schriftelijk mondeling schriftelijk
voldoende ERK B1 voldoende
10%
35
cijfer
Deadlines gemist: elke dag te laat = -1
Vak: Duits Periode 1
2
3
4
NB.
Stofaanduiding
“Na Klar” Hoofdstuk 1 en 2 Proefwerken idioom “Kontext” Luistertoets of Kijk- Luistertoets “Na Klar” Hoofdstuk 3 en 4 Proefwerken idioom “Kontext” Luistertoets of Kijk- Luistertoets “Na Klar” Hoofdstuk 5 Proefwerken idioom “Kontext” Tekstverklaring Literatuur (verslag) Luistertoets of Kijk- Luistertoets “Na Klar” Hoofdstuk 6 Proefwerken idioom “Kontext” Literatuur (3 verslagen, vakoverstijgend literatuurproject) Luistertoets of Kijk- Luistertoets Gespreksvaardigheid eigen onderwerp na overleg met de docent Jaarcijfer havo 4
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2012-2013 AFDELING HAVO LEERJAAR 4 Studielast leerjaar 4: 200 toetsvorm Tijd Gewicht Herkansbaar Beoordeling schoolexamen Schriftelijk 60 min. n.v.t. Nee Cijfer Schriftelijk 60 min. n.v.t. Nee Cijfer Schriftelijk 60 min. n.v.t. Nee Cijfer Schriftelijk 60 min. n.v.t. Nee Cijfer Schriftelijk 60 min. n.v.t. Nee Cijfer Schriftelijk 60 min. n.v.t. Nee Cijfer Schriftelijk 60 min. n.v.t. Nee Cijfer Schriftelijk 60 min. n.v.t. Nee Cijfer Schriftelijk 60 min. n.v.t. Nee Cijfer Schriftelijk n.v.t. n.v.t. Nee Cijfer Schriftelijk 60 min. n.v.t. Nee Cijfer Schriftelijk 60 min. n.v.t. Nee Cijfer Schriftelijk 60 min. n.v.t. Nee Cijfer Schriftelijk n.v.t. n.v.t. Nee Cijfer Schriftelijk Mondeling
60 min. 20 min.
n.v.t. n.v.t.
Nee Nee
Cijfer Cijfer
Studielast totaal: 360 opmerkingen
20 minuten per twee leerlingen
20%
So’s tellen 1x, proefwerken 2x, luistertoetsen 3x en mondeling 4x. De cijfers van de literatuurverslagen in het kader van het vakoverstijgend literatuurproject worden gemiddeld en dit gemiddelde wordt opgeteld bij het cijfer van het mondeling n.a.v. het literatuurproject. Dit combicijfer telt pas in Havo 5 mee in het jaarcijfer. Het jaarcijfer in havo 4 heeft een gewicht van 20 % van het schoolexamen in havo 5.
36
Vak: Duits Periode
Stofaanduiding
Jaarcijfer 4 havo 1
Na Klar: Kapitel 1 + 2 Idioom Luistervaardigheid Schrijfvaardigheid (formele brief)
2
Na Klar: Kapitel 3 Idioom Luistervaardigheid Literatuur (verslag) Luistervaardigheid
3
4
Literatuur (toets vakoverstijgend literatuurproject Nederland, Engels, Duits) Schrijfvaardigheid (informele brief) Na Klar: Kapitel 4 Idioom Gespreksvaardigheid Literatuur (verslag) Jaarcijfer 5 havo
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2013-2014 AFDELING HAVO Studielast leerjaar 5: 160 Toetsvorm Tijd Gewicht Herkansbaar schoolexamen 20 % Schriftelijk Schriftelijk Cito,meerkeuze (luistertoets) Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Cito, meerkeuze (kijk-luistertoets) Schriftelijk Cito, meerkeuze (kijk-/luistertoets) Schriftelijk
Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Mondeling Schriftelijk
LEERJAAR 5 Studielast totaal: 360 Beoordeling opmerkingen
60 min.
6%
Ja
Cijfer
90 min.
11%
Ja
Cijfer
60 min.
6%
Ja
Cijfer
nvt 60 min.
nvt 13%
nvt Ja
Naar behoren Cijfer
60 min.
nvt
nee
Cijfer
60 min.
11%
Ja
Cijfer
20 min. nvt
13% nvt 20 %
Nee nvt onderdelen niet herkansbaar
Cijfer Naar behoren
Tijdens de les; 1 of 2 lesuren
Tijdens de les; 1 of 2 lesuren
Deze literatuurtoets telt mee in het jaarcijfer 5 havo. Weging: 4x
Mondeling (30 min.) per twee leerlingen So’s/ overige (KWT) opdrachten tellen 1x mee, proefwerken 2x
N.B. de vetgedrukte toetsen vinden in de PTA-week plaats, d.w.z. in de eerste PTA-week de formele brief en het mondeling n.a.v. het vakoverstijgend literatuurproject (weging 4x in het jaarcijfer), in de tweede PTA-week de kijk- luistertoets en in de derde PTA-week het mondeling.
37
Vak: CKV Periode
Stofaanduiding
1 2
Palet Basisboek: Erfgoed, Film* (Opdrachten uit themakaternen, Palet Mono en Teleac serie) 1 culturele activiteit (aanvraag vooraf indienen bij de docent)
3
Palet Basisboek: Theater, Muziek 2 culturele activiteiten 1 praktische activiteit (verplicht afsluiten dit schooljaar!) Palet Basisboek: Beeldende Kunst 1 culturele activiteit
4
Vak: CKV Periode 1
2
Stofaanduiding
Palet Basisboek: Architectuur Design Opdrachten gekoppeld aan excursie naar Beeld en Geluid Hilversum (sept. ’13) 2 culturele activiteiten Palet Basisboek Design
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2012-2013 AFDELING HAVO LEERJAAR 4 Studielast leerjaar 4: 80 Studielast totaal: 120 toetsvorm Tijd Gewicht Herkansbaar Beoordeling opmerkingen schoolexamen september: workshop dans (prakt. activiteit) In Kunstdossier Handelingsdeel n.v.t. Naar * In de loop van leerjaar 4 en 5 komen behoren alle disciplines/kunstvormen aan bod. Bij een van de disciplines maak je een praktische opdracht (in overleg met je docent) Voor (het inleveren van) de verschillende opdrachten, zie regels praktische opdrachten en studiewijzer In kunstdossier
Mondeling + kunstdossier
Handelingsdeel
Handelingsdeel
n.v.t.
n.v.t.
Naar behoren
Naar behoren
N.B.: aan het eind van deze periode moeten van minstens 3 culturele activiteiten verslagen af zijn! Eindgesprek 4 Havo moet plaatsvinden vóór 22 juni 2013
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2013-2014 AFDELING HAVO LEERJAAR 5 Studielast leerjaar 5: 40 Studielast totaal: 120 toetsvorm Tijd Gewicht Herkansbaar Beoordeling opmerkingen schoolexamen* in kunstdossier Handelingsdeel n.v.t. Naar behoren Alle opdrachten moeten via de Teletopsite worden ingeleverd en (na goedkeuring) uitgeprint en bij het kunstdossier gevoegd. De deadlines in de studiewijzer op Teletop zijn bindend! Architectuur: 11 oktober Mondeling + Handelingsdeel n.v.t. Naar behoren Design: 29 november Kunstdossier Hele kunstdossier: 13 december. Eindgesprek 5 Havo moet plaatsvinden vóór 17 januari 2014.
38
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2011-2013 AFDELING HAVO LEERJAAR 4 & 5 Vak: LO Domein
Toetsvorm
Tijd
Gewicht schoolexamen
Herkansbaar
Beoordeling
Spel
Slag- en loop- doel- terugslagspelen
Praktijk
i.o.m.
G/V/O
Turnen
Zwaaien/ springen/ balanceren
Praktijk
i.o.m.
G/V/O
Atletiek
Lopen/ springen/ werpen
Praktijk
i.o.m.
G/V/O
B.O. M.
Analyse/ conditie/ dans
Praktijk
i.o.m.
G/V/O
Praktijk
i.o.m.
G/V/O
Zelfverdediging Recreatiespelen*
Frisbee/ beachball
Praktijk
i.o.m.
G/V/O
Werkstuk**
Bewegen en gezondheid (Havo 4) Bewegen en samenleving (Havo 5)
Verslag
i.o.m.
G/V/O
Jaarbeoordeling 4 havo
Studielast totaal: 120 opmerkingen
werkstuk en mondeling voldoende afsluiten
G/V/O
Algemeen: In het examendossier 4 en 5 havo moeten de domeinen “voldoende” of “goed“ zijn afgevinkt. De praktijkonderdelen moeten, per domein gemiddeld voldoende zijn. Leerlingen hebben een opkomstplicht van minimaal 80%. (Denk eraan dat lesuitval zoals werkweken, introductiedagen, P.T.A weken, vergaderingen en bij ziekte verrekend wordt in de 20% absentieregel.) De inzet/motivatie moeten voldoende zijn naar het oordeel van de docent De bewegingsvaardigheden moeten optimaal zijn voor die leerling. Bij spijbelgedrag komt er een “onvoldoende” te staan. Leerlingen zijn verplicht om aan alle onderdelen van sportoriëntatie mee te doen Bij langdurige blessures moet er een verklaring komen van de ouders en huisarts cq fysiotherapeut. De leerlingen zijn in dat geval zoveel mogelijk bij de les l.o. aanwezig. De leerling krijgt een extra opdracht voor een werkstuk of helpen bij sportdagen op en of van de school
Bij een onvoldoende beoordeling volgt er een herkansing direct aan het einde van een periode. Deze herkansing zal geen ‘ officieel’ karakter hebben tenzij de herkansing voortvloeit uit spijbelgedrag.
* **
Extra opdracht in overleg met docent i.v.m. onvoldoende afsluiten speldomein Extra opdracht bij langdurige afwezigheid i.v.m. ziekte of blessure
39
Vak: Maatschappijleer Periode
stofaanduiding
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2012-2013 AFDELING HAVO Studielast leerjaar 4: 120 toetsvorm
LEERJAAR 4 Studielast totaal: 120
Tijd
Gewicht schoolexamen
Herkansbaar
Beoordeling
opmerkingen
1
Wat is Maatschappijleer ? Rechtsstaat
Proefwerk met alleen gesloten vragen
60 min
20%
Ja
Cijfer
Toets 1 in week 45 – 2012
2
Parlementaire democratie
Proefwerk met open en gesloten vragen
60 min
20%
Ja
Cijfer
Toets 2 in week 4 - 2013
Praktische opdracht
Werkstuk 80% Nieuwstoetsen 10% Kleine praktische 10% Opdrachtjes
10 %
Nee
Cijfer
Inleveren in week 2 - 2013
3
Pluriforme samenleving
Proefwerk met open en gesloten vragen
60 min
20%
Ja
Cijfer
Toets 3 in week 13 - 2013
4
Verzorgingsstaat
Proefwerk met open en gesloten vragen
60 min
20%
Ja
Cijfer
Toets 4 in de PTA/proefwerkweek In 2013
Praktische Opdracht
Presentatie 80% Nieuwstoetsen 10% Kleine praktische 10% Opdrachtjes
10%
Nee
Cijfer
Inleveren en presenteren in week 24 en 25 - 2013
Opmerking : Herkansing schoolexamen = één van de herkansbare toetsen uit het schema
40
Vak: Levensbeschouwing Periode Stofaanduiding
1
toetsvorm
LEERJAAR 5
Tijd
Gewicht schoolexamen
Herkansbaar
Beoordeling
opmerkingen
Hoofdstuk 2:”Wie is de mens?”
Schriftelijk
60 min.
25%
Ja
Cijfer
In PTA week 45– 2013
Levensbeschouwelijk onderwerp
Praktische Opdracht (presentatie)
45 min.
25 %
Nee
Cijfer
20 december 2013
Levensvisieboek of levensbeschouwelijk opstel
Praktische Opdracht (schrijfopdracht)
25 %
Nee
Cijfer
Uiterlijk inleveren in week 3, 2014
Hoofdstuk 3 ethiek + bijlage Bonhoeffer
Schriftelijk
25%
Ja
2
3
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2013-2014 AFDELING HAVO Studielast leerjaar 5: 120
60 min.
4
41
Cijfer
In PTA week – week 14 – 2014
Vak: Geschiedenis Periode Stofaanduiding
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2012-2013 AFDELING HAVO LEERJAAR 4 Studielast leerjaar 4: 160 Studielast totaal: 320 Toetsvorm Gewicht Herkansbaar Beoordeling Opmerkingen School Tijdsduur examen Open vragen 50 % Nee 13 toetsen, cijfer gevormd Per toets max. 60 min Schriftelijk door gemiddelde (*)
1 t/m 4
10 tijdvakken 13 Toetsen
1 t/m 4
Praktische opdracht deel 1
Kenmerkende aspecten in beeld: PPT - presentatie van de kenmerkende aspecten van de 10 tijdvakken.
10 %
Nee
Beoordeling door docent: - maximaal 40 punten (= 4 punten per tijdvak)
Groepswerk (2 -3) Moet in Havo 4 via Teletop worden ingeleverd tijdens de proefwerkweek aan het eind van de vierde periode. (**)
4
Praktische opdracht deel 2
Vaardigheden opdracht: het maken van een verslag aan de hand van bronnen
10%
Nee
Beoordeling door docent: - maximaal 40 punten.
Groepswerk (2 – 3) Moet in Havo 4 schriftelijk worden ingeleverd tijdens de proefwerkweek aan het einde van de vierde periode. (**)
N.B. punten voor p.o. 1 en 2 worden samengevoegd en gedeeld door 10.
(*) Om tot een goede berekening te komen moet de leerling alle toetsen maken. Gemiste toetsen moeten worden ingehaald. (**) De laatste dag van de proefwerkweek is tevens de laatste dag waarop het werk kan worden ingeleverd. De practische opdrachten deel 1 en deel 2 vormen onderdeel van het cijfer in Havo 5. Het gemiddelde van de cijfers van de tijdvak toetsen vormt het overgangscijfer van Havo 4 naar Havo 5. Berekening: Cijfer tijdvaktoets afronden op 1 decimaal 5,45 = 5,5 ! Gemiddelde wordt berekend op 1 decimaal en daarna afgerond 5,45 = 5,5
42
Vak: Geschiedenis Periode Stofaanduiding
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2013-2014 AFDELING HAVO Studielast leerjaar 5: 160 Toetsvorm Gewicht Herkansbaar School examen Open vragen 10% Nee Schriftelijk
LEERJAAR 5 Studielast totaal: 320 Opmerkingen Tijdsduur
1
Domein D. Geschiedenis van de rechtstaat en de parlementaire democratie
2
Examenonderwerp I Een republiek tussen vorsten.
Twee tussentijdse toetsen over delen van de stof Open vragen, schriftelijk.
Samen 33.33% van PTA - 2
Nee
Max. 60 min.
2
PTA – toets 2.
66.66% van PTA - 2
Afsluitende toets wel herkansbaar (*)
Max. 60 min.
3
Examenonderwerp I Een republiek tussen vorsten. Examenonderwerp II De Verenigde Staten en hun federale overheid, 1865-1965
Afsluitend schriftelijke toets over de gehele stof. Open vragen, schriftelijk.
Twee tussentijdse toetsen over delen van de stof Open vragen, schriftelijk.
Samen 33.33% van PTA - 3
Nee
Max. 60 min.
Afsluitende schriftelijke toets over de gehele stof Open vragen, schriftelijk.
66.66% van PTA - 3
Afsluitende toets wel herkansbaar. (*)
Max.60 min.
3 PTA – toets 3.
Examenonderwerp II De Verenigde Staten en hun federale overheid, 1865-1965 (*) Met inachtneming van de regels van het PTA-reglemen Berekening schoolexamen: 13 toetsen over 10 tijdvakken: Praktische opdracht deel 1 en 2 Domein D, Parlementaire geschiedenis Examenonderwerp I Examenonderwerp II
50% 20% 10% 10% 10%
43
Tussentijdse toets van Max.60 min Geen deelname PTA 1.
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2012-2013 AFDELING HAVO leerjaar 4 Studielast leerjaar 4: 160
Vak: Aardrijkskunde Periode
Stofaanduiding
Toetsvorm
Tijd
Gewicht schoolexamen
Herkansbaar
Studielast totaal: 320
Beoordeling
1
De Aarde H4 Arm en Rijk H1
Proefwerk Proefwerk
60 min 60 min
nee nee
Cijfer Cijfer
2
Arm en Rijk H2 en 3 Landbouw H1
Proefwerk Proefwerk
60 min 60 min
nee nee
Cijfer Cijfer
3
Landbouw H2 en 3 Indonesië H1
Proefwerk Proefwerk
60 min 60 min
nee nee
Cijfer Cijfer
4
Indonesië H2 Indonesië H3
Proefwerk Proefwerk
60 min 60 min
Eindcijfer klas 4 nee 30% SE nee
Opmerkingen .
Eindrapportcijfer op een decimaal
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2013-2014 AFDELING HAVO Vak: Aardrijkskunde Periode
Stofaanduiding
LEERJAAR 5
Studielast leerjaar 5: 160
Studielast totaal: 320
toetsvorm
Tijd
Gewicht schoolexamen*
Herkansbaar
Beoordeling
1
De Aarde H.1, 2 De Aarde H 1, 2 en 3
Proefwerk Proefwerk
60 min. 90 min.
10% 20%
nee ja
Cijfer Cijfer
2
Wonen in Nederland H 1 en 2 Wonen in Nederland H 1,2,3 en 4
Proefwerk proefwerk
60 min. 90 min.
10% 10%
nee ja
Cijfer Cijfer
3
Arm en Rijk H. 3 en 4 Overhoringen begrippenlijst
90 min. 3x 20 min.
10% 10%
Ja nee
Cijfer Cijfer
Proefwerk Schriftelijke overhoring
44
opmerkingen
combinatiecijfer
Vak: Wiskunde A Periode stofaanduiding 1 2 3 4
Proefwerken
toetsvorm
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2012-2013 AFDELING HAVO LEERJAAR 4 Studielast leerjaar 4: 160 Tijd Gewicht Herkansbaar Beoordeling schoolexamen
Schriftelijk
25%
nee
Cijfer
Studielast totaal: 280 opmerkingen
Overgangscijfer; rekenkundig gemiddelde van alle proefwerken uit 4H, is 25% van het schoolexamen.
Jaarcijfer havo 4
Vak: Wiskunde A Periode 1 2 3
Stofaanduiding
Getal en Ruimte WA deel 1 en 2 : H1 t/m H6 Getal en Ruimte WA deel 1,2 en 3 : H1 t/m H9 Getal en Ruimte WA deel 1,2 en 3 : H1 t/m H11
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2013-2014 AFDELING HAVO Studielast leerjaar 5: 120 Toetsvorm Tijd Gewicht Herkansbaar schoolexamen Schriftelijk 180 min 25% Ja
LEERJAAR 5 Beoordeling
Studielast totaal: 280 Opmerkingen
Cijfer
Afname in PTA 1 week
Schriftelijk
180 min
25%
Ja
Cijfer
Afname in PTA 2 week
Schriftelijk
180 min
25%
Ja
Cijfer
Afname in PTA 3 week
4
45
Vak: Wiskunde B Periode 1 2 3 4
stofaanduiding
Proefwerken
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2012-2013 AFDELING HAVO Studielast leerjaar 4: 200 toetsvorm Tijd Gewicht Herkansbaar schoolexamen
Schriftelijk
25%
nee
LEERJAAR 4 Studielast totaal: 360 Beoordeling
Cijfer
Opmerkingen
Overgangscijfer; rekenkundig gemiddelde van alle proefwerken uit 4H, is 25% van het schoolexamen.
Jaarcijfer havo 4
Vak: Wiskunde B Periode 1 2 3
Stofaanduiding
Getal en Ruimte WB deel 1 en 2 : H1 t/m H 7 Getal en Ruimte WB deel 1,2 en 3 : H1 t/m H 9 Getal en Ruimte WB deel 1,2 en 3 : H1 t/m H 11
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2013-2014 AFDELING HAVO Studielast leerjaar 5: 160 Ttoetsvorm Tijd Gewicht Herkansbaar schoolexamen Schriftelijk 180 min 25% Ja
LEERJAAR 5 Beoordeling
Studielast totaal: 320 Opmerkingen
Cijfer
Afname in PTA 1 week
Schriftelijk
180 min
25%
Ja
Cijfer
Afname in PTA 2 week
Schriftelijk
180 min
25%
Ja
Cijfer
Afname in PTA 3 week
4
46
Vak: Informatica Periode
Stofaanduiding
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2012-2013 AFDELING HAVO Studielast leerjaar 4: 180 Toetsvorm Tijd Gewicht Herkansbaar schoolexamen
LEERJAAR 4 Beoordeling
Studielast totaal: 320 Opmerkingen
1 2 3 4
Proefwerken en Praktische opdrachten
Vak: Informatica Periode
Stofaanduiding
1
Fundament Informatica mod. VI
2
Fundament Informatica mod. VII Praktische opdrachten Fundament Informatica mod. V / VIII Praktische opdrachten
3
Schriftelijk, Verslag en Presentaties
20%
nee
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2013-2014 AFDELING HAVO Studielast leerjaar 5: 140 Toetsvorm Tijd Gewicht Herkansbaar schoolexamen Schriftelijk 120 min. 20% ja verslagen schriftelijk verslagen
120 min.
Cijfer
LEERJAAR 5 Beoordeling
Afname in PTA 1 week Inlevertermijn sluit bij aanvang van PTA 2 week, 18-01-2013. Afname in PTA 3 week Inlevertermijn verslagen sluit bij aanvang van PTA 3 week , 22-03-2013
nee
cijfer
20% 20%
Ja nee
Cijfer cijfer
47
Studielast totaal: 320 Opmerkingen
cijfer
20%
4
Overgangscijfer uit 4 Havo, is 20% van het schoolexamen
Vak: Natuurkunde Periode
Stofaanduiding
doorlopend hfdst.1 - basisvaardigheden hfdst.2 - beweging 1 hfdst.2 - beweging 2 hfdst.3 - krachten hfdst.4 - arbeid en energie hfdst.5 - elektriciteit 1 hfdst.5 - elektriciteit 2 hfdst.6 - licht pta-practicum
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2012-2013 AFDELING HAVO Studielast leerjaar 4: 230 Toetsvorm Tijd Gewicht Herkansbaar schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk verslag
60 min 60 min 60 min 60 min 60 min 60 min 60 min 60 min 90 min
Pta-practicum Jaarcijfer havo 4
4 4 4 4 4 4 4 4 1
ja nee nee nee nee nee nee nee nee
LEERJAAR 4 Beoordeling
Studielast totaal: 400 Opmerkingen
cijfer cijfer cijfer cijfer cijfer cijfer cijfer cijfer cijfer
10% 20%
Het gewogen gemiddelde van alle cijfers is 20% van het schoolexamen. Het pta-practicum cijfer gaat als pta-cijfer mee naar havo5 en is daar 10% van het schoolexamen.
Vak: Natuurkunde Periode
Stofaanduiding
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2013-2014 AFDELING HAVO Studielast leerjaar 5: 170 Toetsvorm Tijd Gewicht Herkansbaar schoolexamen schriftelijk 150 min 20% ja
LEERJAAR 5 Beoordeling
1
hfdts. 2 - trillingen en golven + hfdst. 4 - elektromagnetisme
2
hfdst. 6 - straling en kernenergie + hfdst. 5 - elektrische energie pta-practicum
schriftelijk
150 min
20%
ja
cijfer
verslag
120 min
10%
nee
cijfer
3
hfdst. 1 - signaalverwerking + hfdst. 3 - energie en warmte
schriftelijk
150 min
20%
ja
cijfer
4
examen
48
cijfer
Studielast totaal: 400 Opmerkingen
1
H1 Zouten H2 Brandstoffen
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2012-2013 AFDELING HAVO Studielast leerjaar 4: 180 toetsvorm Tijd Gewicht Herkansbaar schoolexamen * Schriftelijk 60 min Schriftelijk 60 min
2
H3 Koolstofverbindingen H4 Reacties met zoutoplossingen
Schriftelijk Schriftelijk
3
H5 Meten en weten H6 Water
Vak: Scheikunde Periode
4
Stofaanduiding
LEERJAAR 4 Beoordeling
Studielast totaal: 320 opmerkingen
Cijfer Cijfer
Pw H1 telt 2 maal mee Pw H2 telt 2 maal mee
60 min 60 min
Cijfer Cijfer
Pw H3 telt 1 maal mee Pw H4 telt 3 maal mee
Schriftelijk Schriftelijk
60 min 60 min
Cijfer Cijfer
Pw H5 telt 3 maal mee Pw H6 telt 2 maal mee
Begin praktische opdracht H7 Zuren en basen
Schriftelijk
60 min
Cijfer
Pw H7 telt 3 maal mee
Praktische opdracht
Verslag
Cijfer
Het cijfer van de praktische opdracht telt volgend jaar voor 10% mee in het schoolexamencijfer.
Jaarcijfer havo 4
In de pw-week moet het pw met het laagste cijfer opnieuw gemaakt worden. Het laatste cijfer telt! 20%
*Het gemiddelde van deze cijfers is 20% van het schoolexamencijfer, afgerond op 1 decimaal.
1
H 8: Berekeningen H 9: Redoxreacties Practicumtoets over oa zouten
2
H 10en H11: Voedsel en industrie H 12: Polymeren Practicumtoets, oa titratie
3
H13: Evenwichten, zuren en basen Chemie deel 1 en 2, dus alles
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2013-2014 AFDELING HAVO Studielast leerjaar 5: 140 toetsvorm Tijd Gewicht Herkansbaar schoolexamen* Schriftelijk 60 min 5% Ja Schriftelijk 60 min 5% Ja Practicum en 120 min 10% Nee schriftelijk Schriftelijk 60 min 5% Ja Schriftelijk 60 min 5% Ja Practicum en 120 min 10% Nee schriftelijk Schriftelijk 60 min 5% Ja Schriftelijk 120 min 25% Ja
Praktische opdracht 4H
Verslag
Vak: Scheikunde Periode
Stofaanduiding
10%
Nee
49
LEERJAAR 5 Beoordeling Cijfer Cijfer Cijfer Cijfer Cijfer Cijfer Cijfer Cijfer Cijfer
Studielast totaal 320 opmerkingen Toetsen over H8 en H9 worden tijdens een lesuur afgenomen In de PTAweek een practicumtoets (60 min practicum en 60 min theorie) Toetsen over H10 + H11 en H12 worden tijdens een lesuur afgenomen In de PTAweek een practicumtoets (120 min in het practicumlokaal) Toets over H13 wordt tijdens een lesuur afgenomen In de PTAweek toets over Chemie deel 1 en 2
1
Thema- 1 inleiding in de biologie
2
Thema-2 Voortplanting Thema-3 Erfelijkheid
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2012-2013 AFDELING HAVO Studielast leerjaar 4: 200 toetsvorm Tijd Gewicht Herkansbaar schoolexamen Schriftelijk, 60 2,5 % Nee open en mkv 60 2,5% nee Idem 60 2,5% nee
3
Thema-4 Dna en celdeling Thema-5 Ordening en evolutie
idem Idem
60 60
2,5 % 2,5 %
nee nee
cijfer cijfer
4
Thema-6 Regeling Thema-7 Zintuigen
idem Idem
60 60
2,5 % 2,5 %
nee nee
cijfer Cijfer
Thema-8 Gedrag idem Totaal e De practica in de 4 klas tellen mee voor het practisch schoolonderzoek; eindcijfer e in de 5 klas telt voor 20 % mee voor het schoolexamen. Jaarcijfer havo 4
60
2,5 % 20%
nee
cijfer
20 %
nee
cijfer
Vak: Biologie Periode
Vak: Biologie Periode 1 2 3 1 t/m4
1 t/m 4
stofaanduiding
Stofaanduiding
Bio voor jou 4H thema 1,2,3 Bio voor jou 5H thema-1 Bio voor jou 4H thema 4 en 5 Bio voor jou 5H thema 2 en 3 Bio voor jou 4H thema 6,7,8 Bio voor jou 5H, gemiddelde van de proefwerken, thema-1, thema 2,3 en thema 4,5,6 e Practica in de 5 tellen samen met die uit e de 4 mee voor het eindcijfer practicum
LEERJAAR 4 Beoordeling
Studielast totaal: 400 opmerkingen
Cijfer cijfer cijfer
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2013-2014 AFDELING HAVO LEERJAAR 5 Studielast leerljaar 5: 200 toetsvorm Tijd Gewicht Herkansbaar Beoordeling schoolexamen* Schriftelijk, open 120 15% ja cijfer en mkv Schriftelijk open 120 15% ja cijfer en mkv Schriftelijk, open 120 15% ja cijfer en mkv Schriftelijk open 60 per 15% nee cijfer en mkv proefwerk schriftelijk
20%
50
nee
cijfer
Studielast totaal: 400 opmerkingen
Vak: Economie Periode 1 2 3 4
stofaanduiding
Eindrapportcijfer 4 Havo
20%
Stofaanduiding
toetsvorm
1
Lesbrieven Crisis, Jong & Oud en Werk
schriftelijk
2
Nader te bepalen
Praktische Opdracht schriftelijk
Lesbrieven Vervoer en Markt & Overheid 3
Lesbrieven Europa en Verdienen & Uitgeven
schriftelijk
LEERJAAR 4 Beoordeling
Nee
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2013-2014 AFDELING HAVO Studielast leerjaar 5: 200
Vak: Economie Periode
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2012-2013 AFDELING HAVO Studielast leerjaar 4: 240 toetsvorm Tijd Gewicht Herkansbaar schoolexamen
Gemiddelde van cijfers in 4 Havo
LEERJAAR 5 Studielast totaal: 440
Tijd
Gewicht schoolexamen*
Herkansbaar
Beoordeling
150
20 %
ja
cijfer
20 %
nee
cijfer
20 %
ja
cijfer
20 %
ja
cijfer
150 150
4
51
Studielast totaal: 440 opmerkingen
opmerkingen
Schriftelijk verslag.
Vak: Management & Organisatie Periode Stofaanduiding 1 2 3 4
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2012-2013 AFDELING HAVO Studielast leerjaar 4: 200 toetsvorm Tijd Gewicht Herkansbaar schoolexamen
Eindrapportcijfer 4 Havo
Vak: Management & Organisatie Periode
Stofaanduiding
20%
LEERJAAR 4 Beoordeling
Nee
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2013-2014 AFDELING HAVO Studielast leerjaar 5: 160
Gemiddelde van de behaalde cijfers in 4 Havo
LEERJAAR 5 Studielast totaal: 360
toetsvorm
Tijd
Gewicht schoolexamen*
Herkansbaar
Beoordeling
1
H 1 - 13
schriftelijk
150
20%
ja
cijfer
2
H 14 - 24
schriftelijk
150
20%
ja
cijfer
3
H 25 - 36 Nader te bepalen
schriftelijk Praktische opdracht
150
20% 20%
ja nee
cijfer cijfer
4
52
Studielast totaal: 360 opmerkingen
opmerkingen
Schriftelijk verslag
KG: Grieken en Romeinen
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2012-2013 AFDELING HAVO LEERJAAR 4 Studielast leerjaar 4: 160 Studielast totaal: 320 Toetsvorm Tijd Gewicht Herkansbaar Beoordeling Opmerkingen schoolexamen Werkstuk* 5,0% n.v.t. Zie “thema” - Inclusief kunst-/procesmap stencils Schriftelijk 2,5% n.v.t. In de laatste week van periode 1
Vervreemding door toevoeging
Werkstuk*
5,0%
n.v.t.
KG: Middeleeuwen
Schriftelijk
2,5%
n.v.t.
3
Grafische vormgeving
Werkstuk*
5,0%
n.v.t.
4
KG: Scriptie stromingen 19 –20 eeuw Afvalcompositie
Vak: Kunst Beeldende Vorming Periode Stofaanduiding 1
Beeld met zelfportret
2
e
e
Zie “thema” stencils
Inclusief kunst-/procesmap In de laatste week van periode 2
Zie “thema” stencils
Inclusief kunst-/procesmap
Zie “thema” stencils
Inclusief kunst-/procesmap
n.v.t.
e
KG: Vervolg scriptie stromingen 19 – e 20 eeuw
Werkstuk*
5,0%
n.v.t.
Scriptie*
5,0%
n.v.t.
Scriptie wordt mondeling met docent besproken
*: Voor de werkstukken, inclusief kunst-/procesmap, wordt een uiterlijke inleverdatum afgesproken, zijnde de maandag in de laatste week van de desbetreffende periode. Inleveren bij docent voor 12:00 uur. Deze inleverdatum wordt strikt gehanteerd.
Vak: Kunst Beeldende Vorming Periode Stofaanduiding 1 2
Portret in spannende compositie (lino-druk) Serie stillevens uitgewerkt n.a.v. verschillende stromingen uit de kunstgeschiedenis Architectuur
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2013-2014 AFDELING HAVO LEERJAAR 5 Studielast leerjaar 5:160 Studielast totaal: 320 Toetsvorm Tijd Gewicht Herkansbaar Beoordeling Opmerkingen schoolexamen Werkstuk* 15% n.v.t. Zie “thema” - Inclusief kunst-/procesmap stencils Werkstuk* 25% n.v.t. Zie ‘thema “- Inclusief kunst-/procesmap stencils
Zie “thema” - Inclusief kunst-/procesmap stencils Toegepaste vormgeving Werkstuk* 15% n.v.t. Zie “thema” - Inclusief kunst-/procesmap stencils * In periode 1 en 2 wordt voor de werkstukken, inclusief kunst-/procesmap, een uiterlijke inleverdatum afgesproken, zijnde de maandag in de laatste week van de desbetreffende periode. Inleveren bij docent voor 12:00 uur. Deze inleverdatum wordt strikt gehanteerd. De inleverdatum voor periode 3 en 4 wordt in overleg met de docent vastgesteld.
3+4
Werkstuk*
15%
n.v.t.
53
Vak: Kunst Muziek Periode stofaanduiding 1 2 3 4
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2012-2013 AFDELING HAVO LEERJAAR 4 Studielast leerjaar 4: 180 toetsvorm tijd Gewicht Herkansbaar Beoordeling schoolexamen
Praktijk en theorie gemiddelde
Praktijk:
Speelstukken vocaal en instrumentaal Kerstmusical Culturele Avond
Ja
Theorie:
Cijfer
Muziekgeschiedenis hoofdstuk 1 t/m 6 Algemene muziekleer Solfège
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2013-2014 AFDELING HAVO Studielast leerjaar 5: 80
Vak: Kunst Muziek Periode
20%
Stofaanduiding
Studielast totaal: 240 opmerkingen
LEERJAAR 5 Studielast totaal: 240
toetsvorm
Tijd
Gewicht schoolexamen*
Herkansbaar
Beoordeling
Toets module 7
60 min
10 %
Ja
Cijfer
Nee
Cijfer
Nee
Cijfer
1
Muziekgeschiedenis
2
Analyse Je maakt een analyse van een compositie uit de kunstmuziek waarbij je een beschrijving geeft van vorm, ontwikkeling, thema’s, toonsoorten , instrumentatie en dergelijke, inclusief alle elementen van de algemene muziekleer die kenmerkend zijn voor de compositie.
PO 1
Doorlopend
Musiceren in groepsverband De examengroep voert ten minste 5 koor en/of instrumentale composities uit, uit verschillende stijlperiodes.
PO 2
10 min
10 %
20 %
54
opmerkingen
Benodigdheden : Partituur & opname van het stuk.
Vak: Kunst Algemeen Periode stofaanduiding e
e
1-3
Hofcultuur in de 16 en 17 eeuw e e Cultuur van het moderne 1 helft 20 eeuw e e Massacultuur = 2 helft 20 eeuw
4
De drie bovenstaande onderwerpen komen aan de orde in het centraal examen
Programma van toetsing en afsluiting SCHOOLJAAR 2013-2014 AFDELING HAVO Studielast leerjaar 5: 120 Toetsvorm tijd Gewicht herkansbaar schoolexamen n.v.t. n.v.t. n.v.t.
LEERJAAR 5 Beoordeling
Studielast totaal: 120 opmerkingen
n.v.t.
CSE met audio- 180 min. en videofragmenten
N.B.: Dit vak heeft alleen een centraal examen. Het schoolexamencijfer is dat van het gekozen kunstvak (Kunst Beeldende Vorming of Kunst Muziek).
55
BEVESTIGING VAN VERHINDERING
Aan de secretaris van het Eindexamen H.A.V.O.
Hierbij bevestigt ondergetekende dat mijn zoon/dochter/ik1
………………………………………………………………………………………………
verhinderd was om
(naam) op ………………………………………………… aan de (deel)toets van het PTA/examen1 (datum) voor het vak ………………………………………………….
van ……………………………………………….. deel te nemen. (naam docent) (ruimte voor het nauwkeurig vermelden van de oorzaak en de omstandigheden van de verhindering).
Ik verzoek u hem/haar/mij1 in de gelegenheid te stellen een vervangende toets af te leggen. ……………………………………, (plaats)
………………………………………………….. (datum)
…………………………………………………… (handtekening)
Binnen 2 x 24 uur inleveren bij Mw. E. Kuipers *1 )Doorhalen wat niet van toepassing is.
56
Aan de ouders/verzorgers van ____________________________ leerling van klas ___________
Enschede, _________________________
Geachte Heer, Mevrouw,
Uw zoon/dochter had een uitwerking van de praktische opdracht/handelingsopdracht of het leesdossier/kunstdossier/profielwerkstuk* voor het vak____________________________ op ____________________________________ moeten inleveren. Tot op heden is dat niet gebeurd. Uw zoon/dochter krijgt nu een termijn van ca. één week om alsnog deze opdracht bij mij in te leveren. Het uiterste inlevertijdstip wordt gesteld op __________________________ . Mocht op dat tijdstip geen of een onvoldoende uitwerking van de opdracht ingeleverd zijn, dan zal door de betrokken coördinator conform het examenreglement de volgende sanctie worden opgelegd:
Het niet inleveren op deze tweede datum wordt beschouwd als een onregelmatigheid (artikel 6)
Nu ik u met deze brief van e.e.a. op de hoogte heb gebracht, vertrouw ik er op dat de boven omschreven maatregel niet nodig zal zijn.
Met vriendelijke groet,
_________________________________________________ * doorhalen wat niet van toepassing is
57