INLEIDING Op verzoek van het College van Burgemeester en Wethouders heeft de Provinciale Adviesraad Beeldende Kunst (PABK) zich verdiept in de instellingen op het gebied van beeldende kunst in de gemeente Groningen, die een aanvraag hebben ingediend om als specifieke voorziening aangemerkt te worden in het kader van de cultuurnota 2004-2008. De Raad zet in het onderstaande allereerst zijn werkwijze uiteen. Voorts geeft hij zijn visie ten aanzien van het algehele beeldende kunstbeleid in de stad Groningen, mede aan de hand van enkele specifieke door de gemeente gestelde adviesvragen. Ten slotte volgen de 11 individuele adviezen over meerjarige subsidie aan specifieke voorzieningen. De Raad heeft elke aanvraag beoordeeld op haar eigen sterke en zwakke punten, waarbij de positie van de instelling in het veld is bezien zonder een onderlinge rangorde te maken. De Adviesraad heeft dus geen integrale afweging gemaakt en kan daarom geen prioriteitstelling geven; hij gaat ervan uit dat aanvragen die positief zijn beoordeeld volledig gehonoreerd worden. De Raad heeft overigens geen inzicht in het totale budget voor specifieke voorzieningen. Indien dit budget niet toereikend blijkt te zijn, zal de Gemeenteraad zijn eigen afwegingen moeten maken. PABK De samenstelling van de Adviesraad op het moment van beoordeling van de adviezen was als volgt: Voorzitter: Hans van der Markt Vice- voorzitter: Margo Slomp Leden: Petra Berbée, Rix Wierenga. Ulrike Möntmann en Wim Bosch Extern adviseur: Arthur Elsenaar Secretaris: Suzanne van Wylick Toegevoegd ambtelijk secretaris: Merel Thomése Aanvragen Reeds gesubsidieerde instellingen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Stichting NP3 (voorheen Niggendijker) Stichting De School (gezamenlijk advies GAC en PABK) Pavlov Media (gezamenlijk advies GAC en PABK) Het Grafisch Museum Stichting Folkingestraat Synagoge Kunstlievend Genootschap Pictura
Nieuwe aanvragen voor een meerjarige subsidie: 7. Stichting Blauw Achterland 8. Vormgeverscollectief Brug Boutade 9. Stichting Sign 10. Kunstonderneming Oosterkade /Stichting Holle Vaten 11. Atelier Route Groningen/ Stichting De Voorruit
1
12. Stichting Wall House #2 Werkwijze De PABK heeft van het College het verzoek gekregen om 12 aanvragen te beoordelen. In een plenaire vergadering zijn naast de werkwijze ook de criteria, zoals beschreven in de discussienota Kansen voor Kunst(enaars) en in Groningen als creatieve stad, reactie gemeentelijke discussienota Kansen voor Kunst(enaars), besproken. Vervolgens heeft de Raad voor het bezoek aan de instellingen uit zijn midden een aantal visitatiecommissies samengesteld. Daarna werden de te voeren gesprekken door de desbetreffende commissies intern voorbereid aan de hand van het beleidsplan en de begroting van de instelling. In de gesprekken met de instellingen kwamen naast het specifieke beleidsplan no g de volgende onderwerpen aan bod: § organisatie § positie in het veld § inhoudelijke aspecten § publieksbereik § financiën § subsidie- instrument Om een indruk te krijgen van de instelling, vond het gesprek in de meeste gevallen plaats bij de instelling zelf. Op basis van deze gesprekken zijn vervolgens de preadviezen opgesteld door de betreffende raadsleden en de toegevoegd ambtelijk secretaris. In twee plenaire vergaderingen zijn de preadviezen besproken en inhoudelijk vastgesteld. De extern deskundige is bij enkele van deze vaststellingen betrokken. Vervolgens zijn door de eindredactie en door de toegevoegd ambtenaar de adviezen geredigeerd en daarna in een plenaire vergadering gefiatteerd. Op verzoek van het College zijn voor Pavlov Media en Stichting De School met de Groninger Adviescommissie Cultuur twee gezamenlijke adviezen opgesteld. Het advies met betrekking tot Stichting De School is opgenomen in deze bundel. De GAC zal het advies aangaande Pavlov Media aanleveren. Knelpunten Na het lezen van de beleidsplannen en tijdens de gesprekken met de instellingen heeft de PABK enkele knelpunten geconstateerd met betrekking tot professionalisering en ID-banen. Professionalisering De Raad constateert binnen de culturele instellingen een gebrek aan professionalisering op het gebied van financiën, beheer en organisatie. De begrotingen zijn onderling moeilijk vergelijkbaar, verschillen in professionalisering en zijn soms onvolledig. Middels een format voor begrotingen zou de gemeente deze ongelijkheid kunnen voorkomen. Daarbij zijn veel instellingen op een smalle basis gebouwd. Door gebrek aan professionele mensen komt een aantal organisaties in een kwetsbare positie. Daarnaast ontbreken dikwijls een bestuur en/of deskundige adviseurs. Bij een structurele subsidie van vijf jaar mag verwacht worden dat de organisatie een continue en professionele basis heeft. ID-banen Voor een aantal instellingen vormt het eventueel wegvallen van ID-banen een probleem. Zeven instellingen nemen in hun begroting reguliere banen op. Vier instellingen gaan uit van handhaving van gesubsidieerde arbeid en nemen daarom geen extra bedragen op. Door
2
verschil in inschatting lopen de begrotingen sterk uiteen. Bij toekenning van de subsidie zouden begrote kosten voor deze arbeidsplaatsen onderscheiden moeten worden van het verder aangevraagde bedrag. Afhankelijk van het toekomstige beleid zal de afdeling Cultuur afspraken moeten maken over het voortbestaan van deze arbeidsplaatsen. De Raad heeft geen volledig zicht op de afspraken die hiervoor al zijn gemaakt, maar pleit ervoor (wellicht ten overvloede) dat de gemeente een passende regeling treft met de afdeling Sociale Zaken voor een mogelijke voortzetting van de plaatsen.
ALGEMENE AANBEVELINGEN Stedelijke infrastructuur Om antwoord te kunnen geven op de vraag of de huidige infrastructuur compleet is en of er hiaten of overlappingen zijn, is eigenlijk een atlas van de kunsten nodig. Deze atlas zou een zo volledig mogelijke inventarisatie moeten bevatten van kunstenaars, instellingen, activiteiten en voorzieningen. Daarbij wil de raad er met nadruk op wijzen dat overlappingen niet negatief hoeven te zijn. In de vraagstelling van de gemeente lijkt een tegenovergesteld uitgangspunt besloten te liggen. De stad kan zich naar de mening van de raad juist positioneren door de aanwezigheid van een groot aantal voorzieningen op een specifiek terrein. Ondanks het ontbreken van een overzicht heeft de PABK enkele overlappingen en hiaten geconstateerd in de huidige infrastructuur. Stichting NP3, Kunstonderneming Oosterkade en Stichting Sign hebben overlappingen op het gebied van cross-over (verregaande samenwerking met andere kunstdisciplines), experimentele tentoonstellingen en de werkplaatsfunctie, maar er zijn ook duidelijke accentverschillen. Stichting NP3 zoekt in de nieuwe samenwerking dwarsverbanden met bijvoorbeeld architectuur, Kunstonderneming Oosterkade staat meer in het licht van combinaties met disciplines als theater en muziek en Stichting Sign richt zich nadrukkelijk op startende kunstenaars. Wat betreft mediakunst is Pavlov Media meer gericht op de productie en de werkplaatsfunctie, terwijl Stichting De School het programmeren voorop stelt, waarbij de stedelijke omgeving een van de uitgangspunten is. De Raad constateert ook enkele hiaten in de culturele infrastructuur van Groningen. In de discussienotitie Kansen voor Kunst(enaars) gaf de gemeente al aan dat er sprake is van onvoldoende ateliervoorzieningen in de stad. Het recent in opdracht van de provincie uitgevoerde onderzoek naar de atelierbehoefte onder Groninger kunstenaars en vormgevers bevestigt deze constatering en geeft andermaal de noodzaak aan maatregelen te nemen op dit vlak*. In samenhang daarmee wijst de Raad op signalen uit het veld dat er eveneens gebrek aan ‘vrije ruimte’ bestaat. Enkele instellingen bieden weliswaar met enige regelmaat ruimte aan experimentele projecten van kunstenaars, maar de functie van deze instellingen is eerst en vooral programmeren. Een ruimte waar kunstenaars gedurende langere tijd (gezamenlijk en) onbekommerd zonder vooropgezet programma aan projecten kunnen werken, ontbreekt nagenoeg.Voor een dergelijke ruimte zou overigens eventueel ook een tijdelijke voorziening gezocht kunnen worden.
3
Daarnaast blijkt dat onder kunstenaars grote belangstelling en behoefte bestaat aan een cultuurpand. Een bedrijfsverzamelgebouw waar woon- en werkruimte, presentatiemogelijkheden en diverse andere culturele en publieke functies kunnen worden ondergebracht zal volgens de Raad een belangrijke extra impuls kunnen geve n aan de dynamiek van het culturele veld. De Raad zou het een positieve ontwikkeling vinden indien de gemeente initiatieven van kunstenaars op dit terrein, zoals het onlangs gelanceerde initiatief voor Bloemsingel 10 door de Pamfletgroep en Stichting Kuub, zoveel mogelijk ondersteunt. Voorts spreekt de Raad zijn zorg uit over de presentatievoorzieningen voor de meer ‘klassieke disciplines’ in de stad. De Raad constateert dat de groep kunstenaars die zich in dit veld begeeft zich vooral presenteert middels het commerciële galeriecircuit en daarbuiten weinig presentatiemogelijkheden heeft. Hoewel dat wellicht in overeenstemming is met het functioneren van de markt, is het toch de vraag of daarmee voldoende recht gedaan wordt aan de omvang van deze groep. Uit het al genoemde onderzoek blijkt immers dat een aanzienlijke groep kunstenaars de klassieke disciplines (hoewel niet altijd uitsluitend) beoefent (bijvoorbeeld: 63% schilderen, 46% tekenen, 12,5% beeldhouwen)*. Deze zorg wordt extra gevoed omdat ook de positie van de commerciële galeries op dit gebied er niet beter op lijkt te worden. Jaren geleden verdween galerie Wiek XX uit de stad en nu bereiken de Raad signalen dat dit gevaar voor meerdere galeries dreigt. Een dergelijke ‘leegloop’ zou een verschraling van het aanbod betekenen. In aanvulling op de gezamenlijke reactie die de GAC en de PABK onlangs gaven op de discussienotitie, wijst de Adviesraad hier nogmaals op het feit dat de discipline vormgeving weinig zichtbaar is in Groningen. Het Groninger Museum vervult weliswaar een belangrijke rol op dit terrein, maar in de overige instellingen en presentatieruimten wordt hier relatief weinig aandacht aan besteed. Ondanks het door hem onderkende belang van netwerkfuncties binnen het culturele veld is de Raad van mening dat er ook ruimte zou moeten zijn voor instellingen die in alle rust en afzondering hun plannen willen ontwikkelen. Samenwerking kan niet afgedwongen worden; ook een geïsoleerde positie kan productief zijn. Tot slot wijst de Raad nogmaals op het belang van aandacht voor de geschiedenis van de stedelijke cultuur. Diverse instellingen in de stad- Het Scheepvaartmuseum, Stichting Folkingestraat Synagoge en Het Grafisch Museum- vertellen samen een belangrijk deel van het verhaal van Groningen. Derge lijke instellingen zouden vooral op deze kwaliteit beoordeeld en (in hoofdzaak) in deze taak gestimuleerd moeten worden. De PABK wenst zijn advisering van kunst en cultuur in Groningen op een brede wijze op te vatten. Hij beschouwt cultureel erfgoed en historisch besef als een integraal onderdeel van zijn advisering. Maar hij beseft tegelijkertijd dat om deze bredere cultuuropvatting te faciliteren de huidige beeldende kunst budgetten niet voldoende zullen zijn zodat hij er voorstander van is ten behoeve va n deze instellingen het huidige beeldende kunst budget uit te breiden dan wel andere middelen aan te wenden. Artists in residence Hoewel Pavlov Media en het Frank Mohr Instituut regelmatig een deel van hun werkplaats gedurende langere tijd ter beschikking stellen aan gasten, is er tot op heden in Groningen geen artist in residence voorziening waarbij zowel woon- als werkruimte wordt aangeboden.. Dat dit fenomeen toch leeft in de stad mag blijken uit diverse plannen op dit terrein.
4
Artist in residency heeft alleen zin als er sprake is van structurele uitwisseling met andere instellingen en daarmee van een inbedding in de stad. Het plan van Stichting Wall House #2 biedt in dat opzicht goede perspectieven. Bestaande kunstenaarsinitiatieven zullen bij het plan betrokken worden. Wat het rendement zal zijn van artist in residence dient na enkele jaren te worden geëvalueerd. Expositie- presentatiebudget Het expositie-presentatiebudget is het belangrijkste incidentele subsidie-instrument voor de beeldende kunst. De aanvragers van incidentele subsidie zijn in te delen in drie doelgroepen: − specifieke voorzieningen vragen incidentele subsidie voor speciale activiteiten; − niet-specifieke voorzieningen vragen incidentele subsidie voor een groot deel van hun activiteiten; − individuele kunstenaars vragen incidentele subsidie voor exposities en publicaties. Doordat niet-specifieke en specifieke voorzieningen een zwaar beroep doen op dit budget komen individuele kunstenaars te weinig aan bod. De druk op het budget wordt vergroot door een toenemend aantal aanvragen en door relatief dure nieuwe media projecten. Hoewel enige bekendheid van de regeling onder startende kunstenaars mag blijken uit de aanvragen, zijn er geen duidelijke gegevens over de bekendheid van de regeling bij hen. Uiteraard is de PABK van mening dat deze regeling een zo groot mogelijke bekendheid en laagdrempeligheid bij individuele kunstenaars verdient. Het huidige budget zal echter niet toereikend zijn bij een grotere bekendheid. De Raad pleit voor ve rhoging van het budget en een vaste indeling ervan voor individuele kunstenaars en instellingen. Een grotere flexibiliteit in de subsidieregelingen, zoals bepleit in de discussienotitie, zou gebaat zijn bij een grotere afstand tussen de vaststelling van cultuurbeleid en de uitvoering ervan. Enerzijds een gemeentelijke overheid die het beleid op afstand stuurt en anderzijds een uitvoerend orgaan (Groninger Cultuurfonds) dat dichter staat bij het culturele veld en in staat is directer te reageren op veranderingen en initiatieven binnen het veld. De oprichting van dit fonds biedt eveneens mogelijkheden om overlappingen die de Raad momenteel constateert tussen de subsidieregelingen van de provincie en de gemeente te voorkomen. Een provinciale opzet voor een Cultuurfonds ligt hierbij het meest voor de hand. In 1999 heeft de PABK geadviseerd de toetsing van de waarderingssubsidie bij het Beleidsbureau te leggen en niet meer bij de Adviesraad. De Raad constateert nu dat de criteria voor toekenning van deze subsidie nogal onduidelijk zijn. Daarbij heeft hij sterk de indruk dat ook de aanvragers onvoldoende zicht hebben op het bestaan van deze budgetten en de geldende criteria. Daarom heeft hij behoefte aan een overzicht en evaluatie van alle stimuleringssubsidies. Tussentijdse evaluatie De Raad is van mening dat de rol van de overheid belangrijk is, niet alleen als financier maar vooral ook als stimulator en als gesprekspartner. Tijdens de gesprekken die de PABK heeft gevoerd met de instellingen, is gebleken dat organisaties als Stichting Wall House #2 en Stichting NP3 behoefte hebben aan een tussentijdse evaluatie. De Adviesraad meent dat dergelijke evaluatie standaard bij specifieke voorzieningen plaats zou moeten vinden. In dit verband wil de Raad, evenals in 1999, pleiten voor een betere bewaking van de uitvoering van het geplande beleid. Het doel van dergelijke monitoring zou moeten zijn het stimuleren van een verdergaande professionalisering en dynamiek binnen de instelling. Desgewenst kan de
5
gemeente een beroep doen op de PABK voor wat betreft het artistiek inhoudelijke onderdeel van deze evaluaties. Waar nodig kunnen deze commissies aangevuld worden met externe deskundigen. Zoals al eerder is opgemerkt vindt de Adviesraad het zinvol om de voorzieningen die structurele subsidie ontvangen één keer in de twee jaar te evalueren. Dit geldt zowel voor de kern- als de specifieke voorzieningen.
* M. Slomp, Atelier op maat. Behoefte aan ateliers en aanvullende voorzieningen in Groningen, Onderzoek in opdracht van de provincie Groningen, Groningen 2003
6
STICHTING NP3 Stichting NP3 is een per 1 januari 2003, als doorstart van Stichting Niggendijker, opgericht kunstinitiatief. In zijn oude vorm bleek Stichting Niggendijker niet meer levensvatbaar te zijn. De nieuwe Stichting heeft als doelstelling de grenzen van de experimentele hedendaagse kunst te verkennen, tevens wil ze jong denkende kunstenaars een podium bieden. Organisatie De organisatie heeft een bestuur van vijf leden dat verantwoordelijk is voor de continuïteit en de bedrijfsvoering. Zij delegeert beleids- en uitvoeringswerkzaamheden aan een artistiek vormgever en een coördinator. De samenstelling van dit duo verandert elke 2-4 jaar. De artistiek vormgever en coördinator worden geassisteerd door een vaste medewerker. Incidenteel worden vrijwilligers ingezet voor ondersteunende werkzaamheden. De Stichting is een samenwerking aangegaan met Platform GRAS: zij delen het gebouw en de facilitaire voorzieningen en organiseren samen activiteiten. Progra mma De Stichting wil naast exposities met bijbehorende lezingen en performances ook discussieavonden (zes per jaar), besloten debatten (zes per jaar) en manifestaties (één per jaar) organiseren. Hierbij heeft ze een breder publiek op het oog dan het beeldende kunstpubliek, namelijk ‘mensen die zich thuis voelen in en nieuwsgierig zijn naar het huidige visuele klimaat’ en geïnteresseerd zijn in concepten en theorievorming binnen de kunst en ruimtelijke ordening. De website van Stichting NP3 zal behalve ter promotie ook ingezet worden voor interactieve projecten. Momenteel verstuurt de Stichting voor exposities 1250 uitnodigingen, voor Qlub-avonden 2500. Het aantal bezoekers bij exposities schommelt rond de 450. Voor publiciteit, lokaal en nationaal, wordt gebruik gemaakt van de gemeentelijke galeriewijzer, uitnodigingskaarten, flyers, persberichten en advertenties in verschillende kunstbladen en kranten. De Stichting onderhoudt contacten met Academie Minerva, het Frank Mohr Instituut, de RUG, het CBK, Pavlo v Media, Stichting Wall House #2, Noorderzon, Stichting Dichters in de Prinsentuin en Noorderlicht. Buiten de provincie heeft zij contacten met Stichting Voorheen de Gemeente in Leeuwarden en P////Akt in Amsterdam. Ambities Stichting NP3 wil als intermediair fungeren in de discussies over de visuele cultuur, waarbinnen de opmars van het beeld, globalisering en de multiculturele samenleving actuele items zijn. Ook wil de Stichting zich meer gaan richten op studenten van Academie Minerva om deze groep vertrouwd te maken met de toekomstige beroepspraktijk, o.a. door ze in aanraking te brengen met galeries en kunstenaarsinitiatieven in de stad. Financiën In 2003 maakte Stichting NP3 gebruik van de structurele subsidie van de gemeente die oorspronkelijk bestemd was voor Stichting Niggendijker, te weten € 15.900, - per jaar.
7
Hiernaast ontving zij een incidentele subsidie voor het organiseren van de Qlub-avonden. Verder zijn de inkomsten afhankelijk van de gedeelde financiering met Platform GRAS, de stimuleringssubsidie voor kunstenaarsinitiatieven van de provincie Groningen, de Mondriaan Stichting en eigen inkomsten (entreegelden, donaties, sponsoren, opdrachten). Het beleidsplan voor 2004-2008 bevat ook een voorstel in het kader van de Groningse Nieuwe. Het gesprek Er heeft in het pand in de Hofstraat d.d. 06-10-2003 een gesprek plaatsgevonden tussen twee leden van de PABK, mevrouw R. Wierenga en mevrouw P. Berbée, en vertegenwoordigers van NP3, coördinator mevr. Z. Ipema, artistiek leider de heer R. Akse en medewerker de heer V. Bruijn. Uitgangspunt van het gesprek was het beleidsplan van de Stichting. Voorafgaand aan het gesprek kregen de PABK-leden een rondleiding door ‘Photophuck’, een tentoonstelling ter gelegenheid van Fotomanifestatie Noorderlicht. Tevens werd een map met documentatie van tot nu toe georganiseerde activiteiten gepresenteerd. Aangevraagd bedrag Stichting NP3 vraagt van de gemeente Groningen € 50.000, - per jaar voor personeel, vaste lasten en publiciteit.
OORDEELVAN DE PABK Organisatie Stichting Niggendijker heeft in de afgelopen beleidsperiode een aantal moeizame jaren doorgemaakt. Het is bewonderenswaardig dat een deel van de organisatie erin geslaagd is de crisis te overwinnen en zich te vernieuwen. De opzet van het nieuwe kunstinitiatief wekt vertrouwen. De Raad waardeert de beoogde structuur en werkwijze van het bestuur en het duo artistiek leider/ coördinator. De goede werkwijze blijkt uit het grondige vooronderzoek dat Stichting NP3 heeft verricht en uit het aantal en de kwaliteit van de projecten die zij reeds in korte tijd heeft gerealiseerd. De combinatie Platform GRAS en Stichting NP3 biedt nieuwe perspectieven: zij delen niet alleen werkruimte en facilitaire voorzieningen, maar organiseren samen ook activiteiten. De Raad verwacht van de samenwerking een inhoudelijk synergetisch effect. Positie in het veld De Raad ondersteunt dat Stichting NP3 zich duidelijk wil profileren door een lokaal cultuurdebat op te zetten. Door de samenvoeging van de netwerken van Stichting NP3 (en voorheen Stichting Niggendijker) en Platform GRAS heeft de Stichting zich reeds breed ingebed in de infrastructuur van de stad. Het nieuwe programma is voortvarend neergezet. Daarnaast biedt de samenwerking met Academie Minerva interessante perspectieven. Artistiek inhoudelijke kwaliteit De Raad oordeelt positief over de artistiek inhoudelijke kwaliteit van de activiteiten die Stichting NP3 tot nu toe heeft gerealiseerd. Uit het beleidsplan blijkt dat de Stichting, nu meer dan vroeger Stichting Niggendijker deed, open wil staan voor een bredere aanpak van presentaties en projecten op locatie en voor het werken va nuit verschillende invalshoeken. Het
8
plan getuigt van een goed gevoel voor actuele ontwikkelingen in de kunst en ‘visuele cultuur’. Niet alleen waar het de inhoud van de activiteiten betreft, maar ook in de gekozen vorm. Hoewel de activiteiten van Stichting NP3 in de belangstelling staan, krijgt het begrip crossover met name betekenis in de met Platform GRAS georganiseerde activiteiten zoals de Qlubavonden. Publieksbereik De Raad waardeert het dat de Stichting zich richt op een breder publiek dan het beeldende kunstpubliek. Daarnaast kan ze nieuwe publieksgroepen bereiken mede door de samenwerking met Platform GRAS. De ingezette P.R.–middelen wekken vertrouwen dat ze daarin zal slagen. Financiën De begroting geeft geen aanleiding tot opmerkingen va n de Raad.
ADVIES De Raad komt tot de conclusie dat de nieuwe opzet van de organisatie vertrouwen biedt. Hij waardeert de beoogde structuur en werkwijze van het bestuur en het duo artistiek leider/ coördinator. De goede werkwijze blijkt uit het grondige vooronderzoek dat de Stichting heeft verricht en uit het aantal en de kwaliteit van de projecten dat zij reeds in korte tijd heeft gerealiseerd. Door de samenvoeging van de netwerken van Stichting NP3 (Stichting Niggendijker) en Platform GRAS heeft ze zich reeds breed ingebed in de infrastructuur van de stad. Het nieuwe programma is voortvarend neergezet. Bovendien verwacht de Raad van deze samenwerking een inhoudelijk synergetisch effect. Hoewel de organisatie vertrouwen biedt, stelt de Raad voor, aangezien de Stichting nog zo kort functioneert, om na twee jaar een tussentijdse evaluatie te beleggen. De Raad adviseert het College Stichting NP3 het gevraagde subsidiebedrag toe te kennen.
9
STICHTING DE SCHOOL Stichting De School heeft als doelstelling het programmeren, helpen ontwikkelen en promoten van nieuwe digitale mediacultuur in Groningen. Tot de afgelopen beleidsperiode was het Tschumipaviljoen de vaste presentatieruimte van de Stichting. Maar tijdens deze periode heeft een verschuiving plaats gevonden: de Stichting heeft haar aandacht gericht op de uitwerking van het plan voor het interactieve Hereplein. Organisatie De organisatie van Stichting De School bestaat op dit moment uit een bestuur, een raad van advies en een coördinator. De coördinator is verantwoordelijk voor de programmering van het Tschumipaviljoen, de productie van projecten en contacten met kunstenaars en partners, de fondswerving en de publiciteit, het onderhoud van het paviljoen en de administratie. Het bestuur telt op dit moment vier leden en stelt zich ten doel het maatschappelijk draagvlak voor de Stichting te vergroten en te zorgen voor de continuïteit van de activiteiten. De raad van advies bestaat uit drie personen die de coördinator inhoudelijk adviseren. Voor kantoorwerkzaamheden die betrekking hebben op het Hereplein is (tevergeefs) samenwerking gezocht met het CBK en het Groninger Museum. Programma Hoewel het Tschumipaviljoen de vaste presentatieruimte is van Stichting De School, wordt er al enige tijd zeer beperkt geprogrammeerd. De Stichting heeft de laatste jaren veel energie gestoken in het uitwerken van het plan voor het Hereplein. Volgens dit plan wordt het plein een interactief podium in de openbare ruimte: door zijn aanwezigheid, bewegingen en geluiden verandert het publiek de presentaties op het plein (licht, geluid, beeld). Dit is het basisniveau waarop geprogrammeerd zal worden. Parallel hieraan worden er op en in drie plekken tijdelijke, aan dit basisniveau gerelateerde projecten gerealiseerd (projectniveau), te weten in de twee aanwezige abri’s, in het Tschumipaviljoen en op internet (het virtuele plein). Deze projecten zullen ontwikkeld worden binnen drie domeinen: kunst en cultuur, scholen en opleidingsinstituten en jongerencultuur en media. Het streven is per jaar drie grotere en vier à vijf kleinere projecten te programmeren. Resumerend: er staat de Stichting voor het Hereplein niet een product maar een zich evoluerend proces voor ogen. Voor publiciteit zullen de volgende middelen ingezet worden: de website, publicaties in de gedrukte media, persconferenties, nieuwsbrieven en direct mailing. Ter voorbereiding van de plannen voor het interactieve Hereplein heeft Stichting De School contact met bedrijven en verwante instellingen zoals het Nederlands Instituut voor Mediakunst/MonteVideo TBA, de Waag Society/Maatschappij voor Oude en Nieuwe Media en Mediamatic. Voor samenwerking bij de tijdelijke projecten weet ze vele lokale en landelijke geïnteresseerden o.a. Het CBK, het Groninger Museum, Oog-TV en V2. Ambities Stichting De School wil haar programmering voor het Tschumipaviljoen uitbreiden met het plan voor het Hereplein. Hiermee heeft ze cultuuroverstijgende doelen. Zo wil zij o.a. bijdragen aan de branding van Groningen als een stad van innovatie en technologie.
10
Financiën In de afgelopen periode heeft Stichting De School een structurele subsidie van de gemeente ontvangen van € 18.151, - per jaar. Daarnaast is haar vier maal een incidentele subsidie toegekend. Het plan om van het Hereplein een interactief plein te maken werd medio 2000 aan gemeenteraad en pers gepresenteerd. Voor de lancering van het plan werd de Stichting financieel gesteund door het ICT bedrijf PentaScope. Op 31 oktober 2000 kreeg de dienst RO/EZ de opdracht van het College van B&W om het plan verder uit te werken. Voor de realisering van de ICT- infrastructuur van het plein heeft deze dienst daarna € 237.758,85 ter beschikking gesteld. Maar dit bedrag kan pas worden besteed als de exploitatie rond is. Inmiddels is een gedeelte reeds uitgegeven aan de realisatie en presentatie van het ontwerp. Andere inkomsten voor de realisatie van de plannen voor het Hereplein verwacht de Stichting te verwerven door gebruik te maken van subsidieregelingen van de provincie Groningen, de Mondriaan Stichting en andere lokale, landelijke en Europese fondsen. Daarnaast probeert zij voor de financiering van de tijdelijke projecten via een adoptieregeling bedrijven aan zich te binden. Stichting De School is van plan de gemeente een businessplan voor 2004 voor te leggen waarin dit is opgenomen. Gesprek Er heeft d.d. 16/10/2003 op het Provinciehuis een gesprek plaatsgevonden tussen een lid van de PABK:, de heer W. Bosch, en een lid van GAC, de heer B. Oling, en vertegenwoordigers van De School, te weten de heer M. de Vries (coördinator) en D. van der Meiden (bestuurslid). Uitgangspunt van het gesprek was het beleidsplan van de Stichting. De heer De Vries heeft een filmpje laten zien van vergelijkbare interactieve mediaprojecten. Nadat het gesprek had plaatsgevonden heeft hij de adviesleden een lijst met website adressen van potentiële deelnemers/ kunstenaars gestuurd. Aangevraagd bedrag Stichting De School vraagt voor de komende periode een structurele bijdrage aan van € 50.000,- per jaar.
OORDEEL VAN DE PABK EN GAC Organisatie De organisatie heeft in het verleden op kleinere schaal bewezen dat ze goed in staat is om artistiek/inhoudelijk interessante en innovatieve projecten te organiseren en samen te werken met anderen. Echter, naar het oordeel van de commissies heeft de Stic hting door organisatorische tekortkomingen haar kernactiviteit, het programmeren van het Tschumipaviljoen, verwaarloosd. Het digitale Hereplein is in vele opzichten een complex project waarbij vele partijen betrokken zijn of nog zullen worden. De gezamenlijke adviescommissies zijn van mening dat het project interessant is, maar dat de organisatie onvoldoende is toegerust voor een succesvolle uitwerking ervan. Het plan voor het Hereplein leunt inhoudelijk en organisatorisch zeer sterk op één persoon en de commissies zijn van mening dat voor de realisatie van een project met een dergelijke complexiteit Stichting De
11
School niet de aangewezen organisatie is om dit plan uit te werken omdat dit een organisatie vereist met deskundigheden die de Stichting niet in huis heeft. Positie in het veld Doordat de programmering van het Tschumipaviljoen al geruime tijd nagenoeg stil ligt, heeft Stichting De School zichzelf en het Hereplein als plek voor mediakunst onvoldoende kunnen profileren. Door de locatie kan het digitale Hereplein in concept een unieke positie in gaan nemen binnen Groningen. Tevens sluit het aan bij het gewenste imago van Groningen als ICT-Stad. Er zijn plannen voor contacten met onderwijsinstellingen, kunstenaars en andere instellingen uit binnen- en buitenland maar deze zijn, net als de meeste andere samenwerkingsverbanden, nog weinig concreet. Artistiek inhoudelijke kwaliteiten De inhoudelijke onderbouwing van het plan voor het Hereplein is goed. Maar op dit moment vragen de commissies zich af of het plan niet aan actualiteitswaarde heeft ingeboet, zeker gezien de technische ontwikkelingen en sociale implicaties, die zich binnen het gebied van de digitale media zo snel wijzigen. Publieksbereik Door de centrale ligging in de stad en transparante architectuur heeft het Tschumipaviljoen uitstekende kansen voor een groot publieksbereik. Het plan voor het interactieve Hereplein zal het publieksbereik zeker vergroten.
ADVIES De inhoudelijke onderbouwing van het plan voor het Hereplein is goed. Het realiseren van het complexe project vraagt echter om een uitgebreidere, wellicht nieuw op te richten, organisatie met deskundigheden die Stichting De School niet in huis heeft. Een samenwerking met of inbedding in andere reeds bestaande organisaties ligt hierbij voor de hand, maar dit is in de afgelopen jaren tot op heden helaas niet mogelijk gebleken. In de advisering voor de voorafgaande cultuurnota 1999-2003 heeft de Raad ten aanzien van het plan het volgende geformuleerd: “De raad is echter minder enthousiast ten aanzien van de inrichting van het Hereplein. Ook al is het thema ‘vloeibare ruimte’ nog zo actueel, de raad denkt echter dat het juiste belangrijk is de kernactiviteit - het inrichten van het paviljoen – eerst te versterken. Bovendien merkt de raad op, dat het architectonische plan voor het Hereplein beter gerealiseerd kan worden indien de continuïteit in de programmering meer gegarandeerd is (het paviljoen staat nog te vaak leeg), de organisatiestructuur voldoende versterkt is en meer samenwerking aangegaan is met andere organisaties.” Vervolgens heeft Stichting De School een aantal supplementen aan haar plan toegevoegd, waaronder een educatief programma. Desalniettemin kan concluderend gesteld worden dat op bovengenoemde punten de situatie niet verbeterd is. Doordat de organisatie niet is toegerust op het realiseren van een complex project heeft zij haar kernkwaliteit, het inrichten van het Tschumipaviljoen, verwaarloosd. Hierdoor heeft Stichting De School haar positie in het veld, met een programmering van bovengemiddelde artistiek inhoudelijke kwaliteit, op het spel gezet. Op grond van het bovenstaande adviseert de Raad aan het College om de structurele subsidie van Stichting De School niet voort te zetten.
12
HET GRAFISCH MUSEUM Het Grafisch Museum bestaat sinds 1991 en is voortgekomen uit de Stichting Grafisch Museum Groningen (1983), die zich ten doel stelde grafische machines voor de toekomst te behouden. Volgens de organisatie heeft het huidige Museum drie functies: het is een museum voor het grafische ambacht en grafische kunst, een cursuscentrum voor Werkmantechnieken en zeefdruk en een platform voor Noordelijke grafische kunstenaars. Organisatie De organisatie bestaat uit een bestuur, een directeur en vier werknemers die elk aan het hoofd staan van een eigen afdeling, te weten de presentatie en het Werkmanatelier, behoud en beheer, de drukkerij en de huishouding. Vier medewerkers hebben een gesubsidieerde baan en één heeft een reguliere deeltijdbaan. Verder is er een groep van 50 vrijwilligers die de afdelingen ondersteunt. Ook maakt het Museum gebruik van stagiaires. Programma Het Grafisch Museum beheert en toont een vaste collectie grafische machines en materialen, die de geschiedenis weergeven van de boekdrukkunst en van grafische toepassingen in de beeldende kunst. Ter behoud van deze grafische technieken wordt er een opleidingsplan opgesteld. Naast deze kernactiviteit wil het Museum tijdelijke projecten organiseren zoals platformtentoonstellingen, het project ‘Groningen Grafisch’( een festival in 2004 met als thema de ontmoeting van oude en nieuwe grafische technieken), en het ICT-ontwikkelproject ‘Cultuur’ voor en met scholen. Ook wil het Museum het aantal demonstratiedagen van verschillende grafische machines en technieken uitbreiden. Naast de vaste doelgroepen - scholen, geïnteresseerden, cursisten, deelnemers aan kinderfeestjes en personeelsuitjes - hoopt het Museum nieuwe doelgroepen aan te trekken zoals toeristen, kunstpubliek en internetbezoekers. Het bezoekersaantal over 2001 bedroeg ruim 7000, over 2002 6762 en in 2003 was het aantal tot nu toe 4265. Er lijkt dus sprake te zijn van een lichte afname. Het vooruitzicht is dat het Museum in februari 2004 opgenomen wordt in het Nationale Museumregister. Hiertoe moet wel een aantal dingen op orde zijn: collectievorming, behoud en beheer en de collectieregistratie. Ambities Het Museum heeft het voornemen minder tentoonstellingen te maken maar wel van een hogere kwaliteit en met een intensievere P.R. Het wil zich profileren als podium voor (beginnende) grafici door meer hoogstaande grafische kunst te tonen. Ook streeft het naar een grotere maatschappelijke inbedding, samenwerking met andere instellingen en organisaties en een verdergaande professionalisering. Financiën De afgelopen periode heeft het Museum een structurele subsidie van de gemeente ontvangen van € 4500, - per jaar. Hiernaast heeft zij tweemaal subsidie gekregen uit het expositie-
13
presentatiebudget. Van bedrijven uit de grafische sector en van Vrienden van het Museum ontving ze in 2003 in totaal € 9000, -. De fondswerving voor het project ‘Groningen Grafisch’ loopt goed. De Raad constateert een begrotingstekort oplopend tot € 22.109,23 per jaar. In de meerjarenbegroting wordt bovendien al op voorhand een bedrag aan incidentele subsidie ingecalculeerd. Voorts liggen de begrote inkomsten uit de gemeentelijke expositiepresentatiesubsidie hoger dan de tentoonstellingskosten, omdat een aantal kosten zoals huur, energie en lonen niet direct wordt opgevoerd onder tentoonstellingskosten. Kosten die overigens niet subsidiabel zijn binnen deze regeling. Aangevraagd bedrag Om zijn professionalisering en profilering verder uit te bouwen vraagt Het Grafisch Museum een subsidie aan van € 4537,80 in 2004, oplopend tot € 6500, - in 2007. Gesprek Er heeft in het monumentale schoolpand aan de Rabenhauptstraat d.d. 30-09-2003 een gesprek plaatsgevonden tussen twee leden van de PABK, mevrouw M. Slomp en de heer W. Bosch, en vertegenwoordigers van het Grafisch Museum, te weten mevrouw M. van Zomeren (tijdelijke vervanging van de directrice D. Loman voor de coördinatie van tentoonstellingen) en de heer V. Diederen (P.R. op projectbasis). Uitgangspunt van het gesprek was het beleidsplan van het Museum. Mevrouw E. Krol (grafisch vormgever) gaf een demonstratie op de computer van het ICT-ontwikkelproject ‘Cultuur’, een samenwerkingsproject van het Museum met O.B.S. De Starter en het Zernikecollege.
OORDEELVAN DE PABK Organisatie De komst van een nieuwe directrice en het instellen van een tentoonstellingscommissie was in de voorgaande cultuurperiode een stap naar een meer professioneel georganiseerd museum. Desondanks constateert de Raad nog lacunes op het gebied van financiën en management wat tot uitdrukking komt in de onvolledige begroting die aan de subsidieaanvraag is toegevoegd. Positie in het veld Het Museum gaat voortvarend te werk met diverse educatieve projecten, waarin tevens ICT een belangrijke rol toebedeeld krijgt. Ze onderhoudt hiertoe contacten met scholen en met Academie Minerva. De Raad ervaart het educatiebeleid dan ook als positief. Het is echter de vraag of het Museum met het podium voor jonge grafische kunstenaars iets zal toevoegen aan de reeds bestaande podia. Het Museum zou eerst specifieker moeten definiëren wat zijn positie is in relatie tot het aanbod in de stad. De eigen collectie zou daarbij richtinggevend kunnen zijn. Daarbij zou het Museum rekening moeten houden met alle aanbieders in het culturele/educatieve veld en samenwerking met andere werkplaatsen moeten zoeken.
14
Artistiek inhoudelijke kwaliteit Het Grafisch Museum geeft in zijn beleidsplan onvoldoende blijk zicht te hebben op de hedendaagse autonome grafische kunst. De positie die het kiest ten opzichte van kunstenaars, galerieën en musea in Groningen wordt daardoor niet voldoende onderbouwd. De professionalisering van het Museum is geslaagd daar waar de link tussen collectie en tentoonstellingen aanwezig is. Tentoonstellingen waar het cultuurhistorische ambacht in verband gebracht wordt met kunstenaars zijn over het algemeen succesvol. Met dit type tentoonstellingen kan het Museum haar sterke punten profileren. De Raad is van mening dat het Museum de vaste collectie grafische machines en materialen creatiever kan inzetten door, naast de educatieve en werkplaatsfunctie, de bedrijfsmatige functie van de grafische machines meer uit te bouwen. Publieksbereik Het Museum wil een nieuw publiek aan zich binden. Het ruimere aanbod aan educatieve activiteiten en de inzet van de juiste P.R.- middelen zal voor het Museum participatie bevorderend werken. Een onontkoombare voorwaarde om meer publiek te trekken is echter een frequent, helder en kwalitatief goed tentoonstellingsbeleid. Financiën Op basis van de huidige begroting kan geen subsidiebedrag worden vastgesteld.
ADVIES Samenvattend is de Raad van mening dat de professionalisering van het Grafisch Museum is geslaagd daar waar de link tussen collectie en tentoonstellingen aanwezig is. Tentoonstellingen waar het cultuurhistorische ambacht in verband gebracht wordt met kunstenaars zijn over het algemeen succesvol. Het Museum kan met dit type tentoonstellingen haar sterke punten profileren. De Raad is van mening dat het Museum de vaste collectie grafische machines en materialen creatiever kan inzetten door, naast de educatieve en werkplaatsfunctie, de bedrijfsmatige functie van de grafische machines meer in te zetten. Het Museum gaat voortvarend te werk met diverse educatieve projecten, waarin tevens ICT een belangrijke rol toebedeeld krijgt. Op grond van het bovenstaande adviseert de Raad het College om de structurele subsidie van het Grafisch Museum voort te zetten.
15
STICHTING FOLKINGESTRAAT SYNAGOGE Stichting Folkingestraat Synagoge werd opgericht in 1975. Ze heeft als doestelling het behoud van de gebouwen van de voormalige ‘ Grote Synagoge’ van de NederlandsIsraëlitische Gemeente in de stad Groningen. Behalve door goed beheer wil zij dit doel ook bereiken door haar platformfunctie te versterken rondom actuele onderwerpen betreffende de Joodse geschiedenis, cultuur en religie en daarmee samenhangende kunstuitingen. Organisatie De organisatie bestaat uit een bestuur van zes leden en twee parttime medewerkers. Het bestuur stelt in overleg met de coördinator het programma van activiteiten samen. De tweede medewerker zorgt voor de schoonmaak en andere huishoudelijke taken. Verder zijn er voor het toezicht tijdens exposities bij oproep suppoosten beschikbaar. Programma Naast het zorgdragen voor het culturele erfgoed wil de Stichting tijdelijke activiteiten organiseren die dat erfgoed levend houden zoals exposities, concerten, rondleidingen en lezingen. Het programma van ongeveer een jaar is tot nu toe summier uitgewerkt. Daarnaast is het gebouw beperkt beschikbaar door het gebruik dat de Nederlands-Israëlitische Gemeente ervan maakt voor het vieren van haar feestdagen. In 2004 organiseert de Stichting exposities van het werk van Jip Wijngaarden, Esther Koops en Elma Spaargaren. Tevens is er in samenwerking met het Werkmancollege een incidenteel scholierenproject gepland over de geschiedenis van de Folkingestraat. In het jubileumjaar 2006, als het gebouw 100 jaar bestaat, hoopt men op de bovengalerijen van de Synagoge de permanente expositie te kunnen openstellen. Uitgangspunt hiervoor is de ontwikkeling van de joodse gemeenschap in de stad Groningen vanaf 1573 tot en met de huidige tijd uitgewerkt aan de hand van de geschiedenis van drie Joodse families. Het tentoonstellingsconcept van de kunstenaar Henk Kraayenzank is echter afgekeurd door het bestuur en andere deskundigen: het voldeed niet aan gestelde criteria met betrekking tot de inhoud van de expositie en de aanpassing aan het gebouw. Er wordt nu een nieuw concept ontwikkeld waarbij deskundigen uit binnen- en buitenland betrokken zijn (musea in Groningen, Amsterdam, Eindhoven en Den Haag en diverse Joodse musea in Polen en Duitsland). Voor de uitvoering van de tijdelijke activiteiten is verder regelmatig samengewerkt met lokale joodse en niet-joodse organisaties en instellingen zoals de Groninger Archieven,de RUG en Noorderlicht. Incidentele contacten zijn er o.a. met het Etty Hillesum Centrum, Stichting Westerbork en De Anne Frank Stichting. Mede door de cultuurhistorische kwaliteit van het gebouw en de centrale ligging in de stad heeft de Synagoge potentiële aantrekkingskracht op vele bezoekers. Ambities De Stichting wil meer aandacht besteden aan de platformfunctie rondom Joodse thema’s. De Synagoge moet gaan fungeren als een cultuurhistorisch anker in de bijzondere setting van de Folkingestraat.
16
Financiën De Stichting ontving in de vorige beleidsperiode een structurele subsidie van de gemeente van € 20.420, - per jaar. Voor het behoud van de gebouwen is een speciaal onderhoudsfonds ingesteld. Verder vraagt de Stichting subsidie aan bij de provincie Groningen, de Rijksdienst Monumentenzorg en andere fondsen. Gesprek Er heeft in het gebouw aan de Folkingestraat d.d. 07-10-2003 een gesprek plaatsgevonden tussen twee leden van de PABK, mevrouw U. Möntmann en de heer W. Bosch, en vertegenwoordigers van de Stichting, te weten de heer C.J. Kreb (voorzitter), de heer W. van Bekkum (secretaris), de heer J. Rooda (penningmeester) en de heer Wiegers (coördinator.) Uitgangspunt van het gesprek was het beleidsplan van de Stichting. Voorafgaand aan het gesprek kregen de leden van de Raad een rondleiding door het gebouw. Aangevraagd bedrag De Stichting Folkingestraat Synagoge vraagt bij de gemeente een bedrag aan van € 23.650, in 2004, oplopend tot € 29.900, - in 2008. Een aparte aanvraag betreft een eenmalige subsidieaanvraag voor de permanente expositie voor het bedrag van € 30.000, -.
OORDEEL VAN DE PABK Organisatie Het bestuur stelt dat het te weinig toe komt aan het ontwikkelen van een artistiek inhoudelijk tentoonstellingsbeleid ter versterking van de museale functie omdat het te veel in beslag wordt genomen door de zorg voor het gebouw en de financiën. Daarnaast erkent het zijn gebrek aan competentie om op het gebied van de beeldende kunst een actueel, tijdelijk programma op te zetten dat gelieerd is aan de historie van het gebouw en de vaste tentoonstelling. Positie in he t veld De activiteiten van Stichting Folkingestraat Synagoge zijn geslaagd te noemen daar waar zij voortkomen uit het specifieke karakter van het gebouw, zijn functie, historie en gebruikers. De Stichting is met de concentratie op die kwaliteiten een waardevolle aanvulling op het huidige Groningse aanbod op het gebied van de stedelijke en regionale geschiedenis. De Raad waardeert het dat de Stichting contacten onderhoudt met vele culturele en onderwijsinstellingen in binnen- en buitenland. Artistiek inhoudelijke kwaliteit Naar aanleiding van het gesprek constateert de Raad dat het tentoonstellingsbeleid nog onvoldoende is uitgekristalliseerd. Wat betreft de beeldende kunsten geeft de Stichting onvoldoende blijk van deskundigheid en een duidelijke visie en loopt de kwaliteit van de tijdelijke tentoonstellingen uiteen. Een aantal van de (eerdere en) geplande exposities sluit niet specifiek aan bij het bijzondere karakter van de Synagoge en de Joodse geschiedenis. De permanente expositie verkeert nog in de voorbereidende fase.
17
De Raad is echter positief over de kritische houding van het bestuur wat de vaste expositie betreft, omdat het zich hierbij uitgebreid oriënteert op verwante instellingen in binnen- en buitenland. Publieksbereik Dankzij de centrale ligging van het gebouw in de stad is de Stichting verzekerd van een vast publiek. De Raad verwacht dat door een helderder en duidelijker geprofileerd tentoonstellingsbeleid de Stichting nog meer bezoekers kan trekken, niet alleen toevallige voorbijgangers maar ook bezoekers die specifiek in de beeldende kunsten of Joodse (regionale) geschiedenis en de Synagoge geïnteresseerd zijn. Financiën Het beheer van het gebouw drukt zwaar op de begroting. De Rijksdienst Monumentenzorg en andere fondsen zijn hier de aangewezen bronnen voor. De Stichting wil in het jubileumjaar 2006 de permanente expositie openen. Omdat het concept hiervoor, dat was aangeleverd bij de subsidieaanvraag, is afgewezen door het bestuur kan de Raad dit niet beoordelen. De Raad adviseert dan ook om de aanvraag wat betreft de permanente expositie buiten dit advies te houden.
ADVIES Wanneer de Raad de aanvraag van de Stichting Folkingestraat Synagoge slechts op artistiek inhoudelijke gronden zou beoordelen, zou hij negatief moeten zijn. De tentoonstellingen zijn sterk wisselend van kwaliteit en hebben vaak weinig relatie met de kerndoelstelling. De Raad mist inhoudelijke kennis op artistiek gebied, die noodzakelijk is om tot een verantwoord programma te komen. Daarbij is het nieuwe concept voor de permanente tentoonstelling nog niet uitgewerkt. Echter, de Raad vindt dat de Stichting in het licht van de cultuurhistorische waarde beoordeeld dient te worden. De Raad wijst hierbij op het belang van aandacht voor de geschiedenis van de stedelijke cultuur. De Synagoge vertelt een belangrijk deel van de (cultuur)geschiedenis van Groningen en de Raad vindt dan ook dat een dergelijke instelling vooral op deze waarde geschat en (in hoofdzaak) in deze taak gestimuleerd moet worden. De activiteiten van de Stichting zijn geslaagd daar waar zij voortkomen uit het specifieke karakter van het gebouw, zijn functie, historie en gebruikers. De Stichting is met de concentratie op die kwaliteiten een waardevolle aanvulling op het huidige Groningse aanbod op het gebied van de stedelijke en regionale geschiedenis. De Raad waardeert de grondige en kritische aanpak van het bestuur wat betreft de permanente expositie, omdat het bestuur contact zoekt met relevante instellingen in binnen- en buitenland. Op grond van het bovenstaande adviseert de Raad het College de Stichting Folkingestraat Synagoge in aanmerking te laten komen voor een structurele subsidie.
18
KUNSTLIEVEND GENOOTSCHAP PICTURA Kunstlievend Genootschap Pictura, opgericht in 1871, is een vereniging met 422 leden. Het doel van het Genootschap is aanmoediging en bevordering van de beeldende en nijverheidskunst in de ruimste zin van het woord. De expositieruimte bevindt zich in een monumentaal pand aan het Martinikerkhof. Het beheer van het gebouw en de continuering van het Genootschap zijn voor het bestuur een bron van permanente zorg. Organisatie Het Genootschap heeft een bestuur van zes leden, dat momenteel de taak heeft om de tentoonstellingen te selecteren. Via Weerwerk zijn er twee medewerkers in dienst, die voor hun dagelijkse uitvoerende werkzaamheden aangestuurd en begeleid worden door een bestuurslid. Daarnaast is er ondersteuning van vrijwilligers. Programma Jaarlijks organiseert het Genootschap zes tot acht exposities, waaronder de tentoonstelling ‘Lentesalon’ (mei/juni). Binnen deze exposities ligt het zwaartepunt op figuratieve kunst (75%). De bezoekersaantallen variëren van 200 tot 1000 per expositie. Af en toe organiseert het Genootschap een lezing. Op deze activiteit is minder respons dan op de exposities. Ambities Het Genootschap beschouwt zichzelf als een belangenbehartiger van Groningse kunst en kunstenaars. Het wil zich de komende tijd meer richten op experimentele kunst. In de toekomst wil het daarnaast meer aandacht besteden aan jonge kunstenaars en aan andere disciplines zoals video, design, illustraties en strips. Financiën Het Genootschap heeft in de afgelopen beleidsperiode een structurele huisvestingssubsidie ontvangen van € 4100,- per jaar. Daarnaast heeft het één keer een subsidie uit het expositiepresentatiebudget gekregen. De inkomsten van het Genootschap dragen ca. 85% van de kosten en bestaan uit lidmaatschapsgelden, entreegelden, huren, provisies en bijdragen van de kunstenaars. Aan exposerende kunstenaars wordt huur (ca. € 500,- voor het gehele pand) en een provisie van 35% gevraagd. Aangevraagd bedrag Kunstlievend Genootschap Pictura vraagt voor de komende vijf jaar een bedrag aan van € 7000,- per jaar. Gesprek Er heeft d.d. 07-10-2003 in het pand aan het Martinikerkhof een gesprek plaatsgevonden tussen twee leden van de PABK, mevrouw U. Möntmann en de heer W. Bosch, en vertegenwoordigers van het Genootschap, de heer Keuning (bestuurslid) en mevrouw Miske (secretaris).Uitgangspunt van het gesprek was het beleidsplan van het Genootschap. Voorafgaand aan het gesprek kregen de PABK-leden een rondleiding door het gebouw en de
19
expositieruimtes en werd een map getoond met daarin uitnodigingen en krantenknipsels van tentoonstellingen van de afgelopen tijd.
OORDEEL VAN DE PABK Organisatie De Raad constateert dat er op dit moment geen scheiding is tussen zakelijke en inhoudelijke verantwoordelijkheden: tentoonstellingen worden door het bestuur geïnitieerd. Daarnaast heeft het Genootschap een gebrek aan inhoudelijk gekwalificeerde medewerkers. Artistiek inhoudelijke kwaliteit In zijn beleidsplan geeft het Genootschap blijk van een beperkte inhoudelijke visie. Het bestuur kiest uit commerciële overwegingen voor figuratieve kunst. Deze keuze wordt gemotiveerd met het argument dat de zorg voor het gebouw een zware wissel trekt op de financiën. Maar de sterke gerichtheid op commerciële doelen staat in dit geval een heldere artistieke visie in de weg. Het huidige tentoonstellingsbeleid is in de ogen van de Raad tamelijk breed en diffuus. In de toekomst wil Het Genootschap meer aandacht besteden aan met name jonge kunstenaars en aan andere disciplines zoals bijvoorbeeld video, design, illustraties en strips. Het kan echter niet aannemelijk maken dat hier binnen Groningen behoefte aan is en of dit voor het Genootschap daadwerkelijk een duidelijker en herkenbaarder profiel zal opleveren. Positie in het veld Het Genootschap ziet zichzelf als een commerciële galerie, hoewel de naam Kunstlievend Genootschap en het lidmaatschap eerder verwijzen naar een sociëteit. Door het ontbreken van een duidelijke inhoudelijke visie en de commerciële gerichtheid onderscheidt het Genootschap zich niet in belangrijke mate van andere (commerciële) galeries. Het monumentale pand en de lange geschiedenis van het Genootschap, wat duidelijk onderscheidende thema’s zouden kunnen zijn, komen in de positionering te weinig tot uitdrukking. De Raad is van mening dat er weinig betrokkenheid is bij andere kunstinstellingen en hedendaagse ontwikkelingen binnen de kunst. Ook hierdoor wordt het zicht op de eigen positie binnen het veld belemmerd. Publieksbereik Het toegangsbeleid voor deelnemende kunstenaars werpt door een relatief hoge huur en provisie een hoge drempel op. De PABK vermoedt dat dit juist voor jonge en WIKkunstenaars een belemmering vormt om aan exposities deel te nemen. Op basis van de in het beleidsplan verstrekte gegevens constateert de Raad dat het bezoekersaantal wisselend is. Financiën Sinds het herstelplan uit 1999 is de financiële positie van het Genootschap helaas niet verbeterd. Er is nog steeds geen geld voor P.R. en restauratie van het gebouw. Het onderhoud van het pand drukt nog steeds zwaar op de begroting. Alhoewel de Raad begrip heeft voor de lastige financiële positie denkt hij dat, alleen al gezien de aard, de ligging en de historie van
20
het pand, Kunstlievend Genootschap Pictura op een meer creatieve manier gelden zou kunnen genereren. Zoals onder Organisatie reeds is opgemerkt, zou de financiële zorg voor het gebouw losgekoppeld moeten worden van de financiering van het artistiek inhoudelijke programma.
ADVIES Resumerend stelt de Raad dat dit advies niet wezenlijk afwijkt van het advies van de PABK zoals in de rapportage van 1999 is geformuleerd. De inho udelijke visie ten aanzien van het artistiek beleid heeft nog steeds geen gestalte gekregen. Omdat het beleid duidelijke uitgangspunten ontbeert, heeft het Genootschap een beperkte uitstraling en onderscheidt het zich niet in belangrijke mate van andere (commerciële) galeries. Bovendien is sinds het herstelplan uit 1999 de financiële positie helaas niet veranderd. De Raad is van mening dat de organisatie gebaat zou zijn bij een scheiding van zakelijke en inhoudelijke verantwoordelijkheden, zodat op beide terreinen vooruitgang geboekt kan worden. Op grond van het bovenstaande adviseert de Raad het College om geen structurele subsidie aan het Kunstlievend Genootschap Pictura toe te kennen.
21
STICHTING BLAUW ACHTERLAND Stichting Blauw Achterland is opgericht in 1994. Ze wil bijzondere projecten initiëren op het gebied van beeldende kunst en andere culturele disciplines. Daarnaast organiseert zij met enige regelmaat tentoonstellingen. Tot nu toe had Stichting Blauw Achterland geen vaste expositieruimte maar binnenkort kan ze gebruik maken van de eerste verdieping van het pand Herebinnensingel 9. Organisatie De organisatie van de Stichting wordt gevormd door een bestuur van drie leden. Voor de coördinatie van de gang van zaken beschikt de Stichting over een vaste ID-medewerker. Gezamenlijk dragen zij zorg voor de voorbereiding en de uitvoering van de projecten en exposities. Door omstandigheden van financiële, organisatorische en persoonlijke aard is de Stichting er de afgelopen jaren niet in geslaagd de geplande reeks Blauw Achterland tentoonstellingen te voltooien. Slechts twee exposities werden gerealiseerd, in 1996 en 1997. Wijzigingen binnen de organisatie hebben de problemen inmiddels opgelost. Programma De Stichting organiseert projecten en met enige regelmaat exposities in stad en provincie. Voor de exposities kon de Stichting tot voor kort alleen maar beschikken over tijdelijke ruimtes. Ook in de toekomst wil de Stichting, ondanks het vaste onderkomen, voor ad hoc tentoonstellingen van dit soort ruimtes gebruik blijven maken. De interdisciplinaire exposities en manifestaties die de Stichting in het pand aan de Herebinnensingel wil organiseren, zou ze ook op andere locaties willen laten zien. Daarvoor zoekt ze contact met verwante instellingen in de Hanzeregio (Duitsland). Dit jaar heeft Stichting Blauw Achterland deelgenomen aan Noorderlicht. De lopende projecten op locatie zijn: in de provincie ‘Kijkdozen’ en het ‘Tuintje van Staal’ en in de stad Beeld Euroborg, een kunstwerk uit sloopmateriaal van het Oosterparkstadion. De activiteiten van de Stichting worden gepromoot met behulp van een regionaal en landelijk adressenbestand en – binnenkort – een algemene folder. Ook wordt de website goed bezocht: reeds 400-500 mensen binnen enkele weken. De Stichting richt zich op een in beeldende kunst geïnteresseerd publiek. Ambities Stichting Blauw Achterland wil in de toekomst haar naamsbekendheid vergroten en het vaste publiek uitbreiden. Financiën De afgelopen beleidsperiode heeft Stichting Blauw Achterland geen subsidie bij de gemeente aangevraagd. Ze heeft de laatste tijd vooral geïnvesteerd in apparatuur (computer, printer en scanner).
22
Gesprek Er heeft d.d. 29-09-2003, in de tijdelijke expositieruimte aan de Kerklaan, een gesprek plaatsgevonden tussen twee leden van de PABK, mevrouw M. Slomp en mevrouw R. Wierenga, en vertegenwoordigers van Stichting Blauw Achterland, te weten de coördinator de heer J. van der Veen en de secretaris mevrouw J. Vos. Uitgangspunt tijdens het gesprek was het beleidsplan van de Stichting. Voorafgaand aan het gesprek gaven de medewerkers in de expositieruimte een rondleiding door de Noorderlicht tentoonstelling. Aangevraagd bedrag Het aangevraagde bedrag is niet nader gespecificeerd. Stichting Blauw Achterland voert wel een begrotingsstekort op van € 8.750,- . Hieruit leidt de Raad af dat de Stichting dit bedrag wil aanvragen bij de gemeente.
OORDEELVAN DE PABK Organisatie De organisatie is door de komst van een betaalde medewerker stabieler geworden. Na een periode van negen jaar waarin de Stichting betrekkelijk weinig activiteiten heeft ontplooid, krijgt zij nu meer ambities. De projecten hebben echter allemaal nog open einden en bevinden zich derhalve in de planningsfase. Daarbij lijkt de organisatie weinig toegerust op de realisatie van de projecten. In het verleden hoopte de Stichting dit te compenseren door aansluiting te zoeken bij grotere organisaties, maar dat heeft nog geen concrete resultaten opgeleverd. Bovendien maakt Stichting Blauw Achterland zichzelf daarmee afhankelijk van voor haar niet bestuurbare processen. Positie in het veld Hoewel de Stichting zegt open te staan voor samenwerkingsprojecten met bijvoorbeeld de Puddingfabriek of Kunstonderneming Oosterkade hebben deze voornemens vooralsnog niet tot concrete resultaten geleid. Dat de Stichting waarschijnlijk kan beschikken over een vaste expositieruimte biedt extra mogelijkheden tot netwerken en kan het draagvlak vergroten. De geplande stedelijke activiteiten betreffen het project Euroborg, de Blauw Achterlandexposities en de deelname aan Noorderlicht. De Stichting heeft tot nu toe slechts enkele exposities gerealiseerd. Door de onregelmatige programmering is Stichting Blauw Achterland weinig zichtbaar en hierdoor heeft zij geen duidelijke positie in de stad. Artistiek inhoudelijke kwaliteit De Raad is van mening dat het artistiek inhoudelijke niveau van de exposities bovengemiddeld is en dat de publicaties van de Stichting met zorg zijn vormgegeven. De frequentie is echter onvoldoende om een permanente indruk te maken. De Raad vindt een aantal uitgangspunten voor de projecten sympathiek, maar mist een artistiek inhoudelijke visie die zich zou kunnen uiten in een verband tussen de afzonderlijke projecten. Er is dan ook weinig balans en coherentie in de ad hoc projecten, de lange termijnplannen en de exposities.
23
Publieksbereik Ondanks haar P.R. beleid en kwalitatief goede publicaties blijft Stichting Blauw Achterland, vanwege het incidentele karakter en de lage frequentie van de activiteiten, vooralsnog onvoldoende zichtbaar. De Raad verwacht dat het ontwikkelen van een algemene folder niet voldoende is om het publieksbereik uit te breiden. Financiën De Stichting heeft een herziene begroting nagestuurd, op verzoek van de Raad. Tot spijt van de Raad heeft ze ook in haar nieuwe begroting het aangevraagde bedrag niet gespecificeerd. Het begrotingstekort is verhoogd naar € 9.350,- Hieruit zou afgeleid kunnen worden dat het aangevraagde bedrag ook is verhoogd. Tevens is er een dekkingsplan aan de begroting toegevoegd. De geschatte inkomsten bedragen € 4050,- .
ADVIES Concluderend constateert de Raad dat Stichting Blauw Achterland zich in de afgelopen negen jaar van haar bestaan nog onvoldoende heeft gemanifesteerd. De Raad is van mening dat het artistiek inhoudelijke niveau van de exposities bovengemiddeld is en de publicaties met zorg zijn vormgegeven, maar dat de frequentie onvoldoende is om permanent indruk te maken. De Raad vindt de uitgangspunten van enkele projecten sympathiek, maar mist een artistiek inhoudelijke visie die zich zou kunnen uiten in een verband tussen de afzonderlijke projecten. Daarbij lijkt de organisatie weinig toegerust op de realisatie van de projecten. De Stichting hoopte in het verleden dit te compenseren door aansluiting te zoeken bij grotere organisaties, maar dat heeft nog geen concrete resultaten opgeleverd. Bovendien maakt Stichting Blauw Achterland zichzelf daarmee afhankelijk van voor haar niet bestuurbare processen. De projecten in de regio zouden eventueel aanspraak kunnen maken op subsidie van de provincie. Voor de exposities kan de Stichting een expositie-presentatiesubsidie aanvragen. De Raad adviseert aan het College, het bovenstaande in beschouwing nemend, om de Stichting niet in aanmerking te laten komen voor een structurele subsidie.
24
VORMGEVERSCOLLECTIEF BRUG BOUTADE Stichting Brug Boutade is een vormgeverscollectief van 40 professionele ontwerpers en kunstenaars, waarvan 20 afkomstig zijn uit de provincie Groningen. Ze is in 1999 opgericht. Ontwikkelingen binnen de beroepspraktijk, o.a. de WIK-regeling en het gebrek aan opdrachtbemiddeling in een afwachtende markt, voedde de behoefte aan een platform voor toegepaste kunst. Het Collectief ziet het als haar taak de opdrachtsituatie van vormgevers te verbeteren, contacten te leggen tussen vormgevers/ kunstenaars en mogelijke opdrachtgevers en vormgevers/ kunstenaars breed te ondersteunen op uiteenlopende terreinen. Organisatie De organisatie bestaat uit drie ID- medewerkers, een coördinator en een driekoppig bestuur. De coördinator ontwikkelt het beleid, de ID-medewerkers zijn belast met de uitvoerende taken. Het ledenbestand bestaat uit zowel vormgevers als beeldend kunstenaars. Leden worden voorgedragen na een selectieprocedure. Stichting Brug Boutade beschikt momenteel over een kleine, decentraal gelegen kantoorruimte. Omdat de huidige inloopmogelijkheden beperkt zijn zou zij graag over meer ruimte willen beschikken. Programma Stichting Brug Boutade heeft voor de komende periode 2004-2008 de volgende projecten gepland: ´Opdracht als prijs` (aandacht voor bijzondere bedrijven in Noord Nederland), ´Noordervorm` (tweejaarlijkse landelijke presentatie van toegepaste kunst) en de eerste fase in de ontwikkeling van een productiefonds (de mogelijkheid om kleine series te produceren). Daarnaast wil zij individuele presentaties en een jaarlijkse overzichtstentoonstelling van leden organiseren en eigen publicaties uitbrengen. De Stichting onderhoudt contacten met noordelijke en elders in het land gevestigde organisaties als Kunstenaars & Co, Premsela, Nieuw Academica, Sesam-Art, Ves, Cultuuradvies.nl, Z.O.Z., het CBK Groningen en diverse galerieën. Ambities Stichting Brug Boutade wil het beroepsperspectief van kunstenaars en vormgevers verbeteren. Om dit te bereiken wil zij o.a. een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het gemeentelijk beleid op het gebied van de toegepaste kunst. Financiën Stichting Brug Boutade vraagt naast een structurele subsidie van de gemeente, eveneens subsidie aan bij de provincie Groningen en derden. In de begroting is € 4600,- opgenomen voor inkomsten, waarvan € 2000,- uit opdrachtbemiddeling, op een totale begroting van ca. € 150.000,- . Stichting Brug Boutade heeft niet eerder structurele subsidie ontvangen. In de afgelopen beleidsperiode werd een keer een aanvraag voor een incidentele subsidie gehonoreerd. Op verzoek van de Raad is een nieuwe begroting ingediend die, in tegenstelling tot de eerste, dekkend is.
25
Gesprek Er heeft d.d. 30-09-2003 in het kantoor van Stichting Brug Boutade een gesprek plaatsgevonden tussen twee leden van de PABK, mevrouw M. Slomp en de heer W. Bosch, en vertegenwoordigers van Stichting Brug Boutade, te weten de heer. J. Thoenes (coördinator) en de medewerkers de heer P. Wiese, mevrouw I. Reynders en mevrouw E. Hartholt. Uitgangspunt van het gesprek was het beleidsplan van de Stichting. Voorafgaand aan het gesprek gaf de Stichting in een korte toelichting een indruk van haar werkwijze. Ook liet zij een ontwerp zien voor een potentiële opdracht. Aangevraagd bedrag Stichting Brug Boutade vraagt een structurele subsidie aan om haar beleid ten uitvoer te kunnen brengen. Voor 2004 vraagt ze € 71.200,-. Per jaar varieert het bedrag vervolgens van € 62.500,- tot € 87.500,- .
OORDEEL VAN DE PABK Organisatie Het financiële rendement van de Stichting staat niet in verhouding tot de ingezette middelen. Ondanks de ruime personele bezetting van de organisatie is men er niet in geslaagd de doelstellingen voldoende te realiseren. Positie in het veld Het werken met leden geeft Stichting Brug Boutade geen vrije positie in het ondernemersveld. Verder is de Raad van mening dat de Stichting meer zou kunnen bemiddelen tussen producenten en haar leden. De Raad constateert dat er op de noordelijke markt voor vormgevers reeds een aantal commerciële bemiddelaars actief is dat wel winstgevend zaken doet. Hij vindt het daarom opmerkelijk dat Stichting Brug Boutade er niet in slaagt via verkoop en bemiddeling voldoende gelden binnen te halen. Temeer daar de Stichting bemiddeling als haar hoofdtaak beschouwt. Ze lijkt dan ook onvoldoende op haar functie te zijn berekend. Ondanks het feit dat er contacten gezocht worden met mogelijke opdrachtgevers vindt de Raad dat het Collectief zich soms te afwachtend opstelt. Tot nu toe hebben deze initiatieven geen noemenswaardige resultaten opgeleverd. Hierdoor slaagt de Stichting er onvoldoende in zich te profileren. Artistiek inhoudelijke kwaliteit Stichting Brug Boutade vertegenwoordigt een kleine selectie vormgevers/kunstenaars met werk van variabele kwaliteit. De Raad is van mening dat, indien er sprake is van voldoende artistieke kwaliteit en zakelijk inzicht, vormgevers/kunstenaars een redelijke kans maken op de markt voor toegepaste kunst. Daarnaast lijkt de Stichting weinig oog te hebben voor jonge vormgevers en kunstenaars.
26
De Raad waardeert de betrokkenheid van de Stichting bij het gemeentelijke vormgevingsbele id. Ook heeft de Raad waardering voor het initiatief ‘Noordervorm’, hoewel de inhoud daarvan nog weinig concreet is. Publieksbereik De kernactiviteit van de Stichting, namelijk opdrachtbemiddeling, komt in de presentatie op bijvoorbeeld internet niet nadrukkelijk genoeg naar voren. Daarnaast heeft het Collectief, wellicht door het ontbreken van tentoonstellingsruimte, een beperkt publieksbereik. Financiën De Raad vindt dat Stichting Brug Boutade in relatie tot de aan te vragen hoge subsidiebedragen weinig inkomsten genereert. Ook in prognoses voor de toekomst is de Stichting niet positief over de te verwachten inkomsten.
ADVIES Het financiële rendement van Stichting Brug Boutade staat niet in verhouding tot de ingezette middelen. Ondanks de ruime personele bezetting van de organisatie is men er niet in geslaagd de doelstellingen voldoende te halen. De Stichting lijkt dan ook onvoldoende op haar functie te zijn berekend. Ondanks het feit dat er contacten gezocht worden met mogelijke opdrachtgevers vindt de Raad dat het Collectief zich soms te afwachtend opstelt. Hierdoor slaagt de Stichting er onvoldoende in zich te profileren. De Raad vindt dat Brug Boutade in relatie tot de aangevraagde hoge subsidiebedragen weinig inkomsten genereert. Ook in prognoses voor de toekomst is de Stichting niet positief over de te verwachten inkomsten. Incidentele subsidie past beter bij de projectmatige aanpak van het Collectief dan structurele subsidie. Op grond van bovenstaande adviseert de Raad het College om de aangevraagde structurele subsidie niet toe te kennen.
27
STICHTING SIGN Stichting Sign biedt aan beginnende, in hoofdzaak pas afgestudeerde, kunstenaars een experimenteel en multidisciplinair podium. Ze heeft zichzelf tot taak gesteld de beginnende carrière van een pas afgestudeerde kunstenaar een eerste impuls te geven en als zodanig een bijdrage te leveren aan zijn ontwikkeling. De organisatie bestaat reeds veertien jaar en heeft een eigen expositieruimte aan de Winschoterkade. Organisatie De organisatie bestaat uit een algemeen bestuur van vier leden en een dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur, te weten de voorzitter en de galeriemedewerkster, zijn verantwoordelijk voor het beleid en de programmering.De galeriehoudster heeft een ID-baan. Soms worden kunstenaars uitgenodigd als gastcurator. Programma Stichting Sign organiseert negen duo- en groepsexposities per jaar, soms in samenwerking met het Frank Mohr Instituut en Academie Minerva. Hiernaast organiseert zij, in samenwerking met instellingen als Stichting NP3 en Kunstonderneming Oosterkade, projecten op locatie. Andere instellingen /projecten waarbij Stichting Sign betrokken is (geweest) zijn Blue Moon, Noorderzon, Noorderlicht en de Kunstvlaai (Westergasfabriek, Amsterdam). Stichting Sign heeft een vast publiek dat bestaat uit studenten van kunstacademies, studenten van de afdelingen Kunstgeschiedenis en Kunst, Cultuur en Media van de RUG en andere in actuele kunst geïnteresseerden. Sinds kort horen ook leerlingen van het basis-en voortgezet onderwijs tot de doelgroep. Het publiek wordt geworven met behulp van uitnodigingen, email en flyers bij kunstopleidingen. Stichting Sign krijgt relatief veel aandacht van de regionale en landelijke pers. In de komende tijd wil ze haar activiteiten op het gebied van P.R. uitbreiden door middel van internet en eigen publicaties. Tevens wil zij haar zichtbaarheid vergroten door deel te nemen aan landelijke manifestaties. Zij wil ook haar facilitaire middelen op het gebied van ICT verbeteren. Ambities Stichting Sign wil de nieuwste ontwikkelingen binnen de hedendaagse beeldende kunst signaleren. De komende periode streeft ze naar een consolidering en intensivering van het artistiek inhoudelijke beleid, met name op het gebied van de podiumfunctie en de educatie. Tevens hoopt zij haar inbedding in de regio te verbeteren en haar nationale bekendheid te vergroten. Financiën Stichting Sign werd niet eerder als specifieke voorziening aangemerkt. Wel ontving ze voor de periode 2000-2003 van de gemeente een waarderingssubsidie en een huisvestingssubsidie. Voor een aantal exposities deed ze met succes een beroep op een expositie-
28
presentatiesubsidie. De eventuele tekorten dekt de Stichting o.a. door het lenen van apparatuur en materialen bij Academie Minerva en door donaties. Voor de komende periode is ook subsidie aangevraagd bij de Mondriaan Stichting. Gesprek Er heeft in het onderkomen van de Stichting aan de Winschoterkade d.d. 25-09-2003 een gesprek plaatsgevonden tussen twee leden en de voorzitter van de PABK, mevrouw U. Möntmann en mevrouw P. Berbée en de heer H. van der Markt, en vertegenwoordigers van Sign, te weten voorzitter de heer R. Ritzerfeld en galeriehoudster mevrouw M.J Ameln. Uitgangspunt van het gesprek was het beleidsplan van de Stichting. De leden van de Raad kregen voorafgaand aan het gesprek een rondleiding door de expositie. Aangevraagd bedrag Stichting Sign vraagt in het kader van de cultuurnota een structurele subsidie aan van € 24.611,- per jaar.
OORDEEL VAN DE PABK Organisatie De organisatie heeft zich de afgelopen veertien jaar bewezen als een voor de doelstelling adequaat opererende, specifieke kunstvoorziening met een eigen expositieruimte. Positie in het veld Stichting Sign heeft een duidelijke functie in de stad verworven als een experimenteel en multidisciplinair podium voor pas afgestudeerde kunstenaars. De Raad waardeert de diensten en voorzieningen die ze aan deze doelgroep kan bieden. Naast de exposities op locatie zoekt de Stichting ook op andere terreinen samenwerking met verwante lokale en landelijke instellingen en organisaties. Deze activiteiten vormen voor de Raad een duidelijke meerwaarde. Artistiek inhoudelijke kwaliteiten De exposities van Stichting Sign zijn vaak verrassend en spelen in op de actualiteit. De diversiteit aan disciplines in het tentoonstellingsaanbod en de projecten op locatie getuigen hiervan. Het project ‘Wildbeamen’ bijvoorbeeld was een voor de Stichting kenmerkend actueel product. De exposities van eindexamenwerk bieden echter naar de mening van de Raad een beperkt reservoir voor het selecteren van nieuw talent. Het gekozen concept voor de selecties is te voor de hand liggend en biedt op lange termijn geen garantie voor een goed kwalitatief programma. Van een galerie die een bijdrage wil leveren aan de ontwikkeling van de kunstenaar, mag verwacht worden dat zij een bredere invulling geeft aan deze taak. Publieksbereik De Stichting voert een actief P.R.-beleid. Ze krijgt regelmatig positieve reacties in de landelijke pers. Hierdoor heeft ze niet alleen een goed imago in de stad, maar ook een landelijk bereik gekregen.
29
Financiën Op financieel en organisatorisch terrein neemt Stichting Sign soms een wat passieve houding aan. Met name op het gebied van verwerving van extra inkomsten laat de organisatie kansen liggen.
ADVIES De Raad komt in meerderheid tot de slotsom dat Stichting Sign zich de afgelopen veertien jaar heeft bewezen als een specifieke kunstvoorziening met een eigen expositieruimte. De Stichting heeft een duidelijke functie in de stad verworven als een experimenteel en multidisciplinair podium voor pas afgestudeerde kunstenaars. De Raad waardeert de diensten en voorzieningen die Sign kan bieden aan deze doelgroep alsmede de binnen het lokale kunstenveld opmerkelijke consistentie en continuïteit. De Raad zou het aanmoedigen wanneer Stichting Sign een bredere invulling zou geven aan de door zichzelf gestelde taak een rol te spelen in de vroege ontwikkeling van de kunstenaar. De exposities zijn vaak verrassend en spelen in op de actualiteit. De diversiteit aan disciplines in het tentoonstellingsaanbod getuigt hiervan. De Stichting heeft niet alleen een goed imago in de stad, maar ook een landelijk bereik. Op grond van bovenstaande adviseert de Raad het College Stichting Sign het gevraagde subsidiebedrag toe te kennen.
30
KUNSTONDERNEMING OOSTERKADE/ STICHTING HOLLE VATEN Kunstonderneming Oosterkade is een project van Stichting Holle Vaten. Het doel van de Kunstonderneming is het ontwikkelen van vernieuwende projecten met beeldende kunst als uitgangspunt, waarin samenwerking gezocht wordt met andere kunstdisciplines zoals theater, muziek, literatuur, dans en video. Organisatie De organisatie bestaat uit een bestuur en een werkbestuur. Het bestuur telt vier personen en adviseert en controleert op zakelijk gebied. Het werkbestuur bestaat eveneens uit vier personen en stuurt de organisatie aan. De artistiek leider heeft zitting in het werkbestuur. Verder wordt de organisatie bijgestaan door twee ID- medewerkers en een groep vrijwilligers. Programma Het programma van de Kunstonderneming bestaat uit de volgende onderdelen: projecten met beginnende kunstenaars, een multimedia werkplaats en projecten met bedrijven. Verder verzorgt Kunstonderneming Oosterkade extra activiteiten, zoals zomerprojecten op locatie, kunstarrangementen, een kunstenaarscafé en lezingen. De vaste kern bezoekers van de Kunstonderneming bestaat uit enkele honderden mensen. Het e-mailbestand omvat zo’n 1500 adressen. Voor publiciteit maakt men gebruik van de galeriewijzer, regionale free-publicity in kranten, flyers en affiches in de stad. Ambities Kunstonderneming Oosterkade beschouwt zichzelf als een broedplaats voor nieuw talent, een laboratorium voor vernieuwende kunst. Hierbij probeert zij verrassende interdisciplinaire vormen van samenwerking te realiseren zonder het brede publiek uit het oog te verliezen. Zij wil bewerkstelligen dat kunst niet alleen maar in zichzelf gekeerd is, maar zich engageert. Uiteindelijk staat haar een netwerk van Kunstondernemingen in verschillende regio’s voor ogen die elkaar wederzijds kunnen ondersteunen. Financiën Voor deze beleidsperiode vraagt Kunstonderneming Oosterkade bijdragen van diverse fondsen en wil zij een beroep doen op projectsubsidies. In de vorige beleidsperiode had ze geen structurele subsidie. Eén aanvraag voor een expositie-presentatiesubsidie is gehonoreerd. Afgelopen jaar heeft zij van de gemeente wel een waarderingssubsidie ontvangen. Sponsoring in natura en entreegelden zijn eveneens een bron van inkomsten. Voor het project ‘Starters’ is in het kader van de Groningse Nieuwe een aparte subsidieaanvraag ingediend. Gesprek Er heeft in het pand aan de Oosterkade d.d. 06/10/2003 een gesprek plaatsgevonden tussen twee leden van de PABK, mevrouw R. Wierenga en mevrouw P.Berbée, en vertegenwoordigers van Oosterkade, de heer V. Alders (directeur), mevrouw M. Goorhuis (voorzitter bestuur) en mevrouw A. Hempenius (publiciteitsassistente). Uitgangspunt van het gesprek was het beleidsplan van de Kunstonderneming.
31
Voorafgaand aan het gesprek werd gezamenlijk de tentoonstelling bekeken. Aangevraagd bedrag: Kunstonderneming Oosterkade vraagt voor haar activiteiten een bedrag aan van € 15.000,- per jaar.
OORDEEL VAN DE PABK Organisatie Kunstonderneming Oosterkade kent een vrij omvangrijke organisatie. Als gevolg van het interdisciplinaire karakter van veel van haar projecten doet ze met grote regelmaat voor de realisatie van de projecten een beroep op externe expertise. Dit dwingt haar qua organisatie en programmering in een afhankelijke positie. Positie in het veld Hoewel binnen de kunsten combinaties van en cross-overs tussen beeldende kunst, theater, muziek, literatuur en dans niet vernieuwend zijn, meent de raad dat de Kunstonderneming zich in het huidige culturele veld onderscheidt door de nadrukkelijkheid waarmee zij aan dergelijke kruisbestuivingen ruimte biedt. Tot voor kort putte ze uit een beperkt netwerk van kunstenaars. Contacten met andere kunstinstellingen en – organisaties worden wel gelegd maar verlopen naar eigen zeggen vooralsnog moeizaam. Ook de doelstelling om met andere regio’s samen te werken heeft de Kunstonderneming nog niet voldoende kunnen realiseren. Artistiek inhoudelijke kwaliteit Met het project ´Starters` wil de Kunstonderneming beginnende kunstenaars uit verschillende disciplines een mogelijkheid bieden om zich te presenteren. De Raad vindt het positief dat ze hierbij de intentie uitspreekt hen te willen blijven volgen in hun loopbaan. Hoewel hij een gunstige ontwikkeling ziet in de artistiek inhoudelijke kwaliteit van de uitgevoerde projecten vindt de Raad deze over de gehele linie genomen niet voldoende. De ambitie van de organisatie, een laboratorium te zijn voor vernieuwende kunst, wordt onvoldoende waargemaakt. Daarnaast is de houding van de organisatie in veel gevallen een regisserende waardoor er bij een aantal projecten sprake was van een dwingend concept. De afhankelijkheid van externe expertise heeft in de praktijk gezorgd voor veel beperkingen: het leidde er toe dat een aantal activiteiten, bijvoorbeeld lezingen en multimedia projecten, niet door kon gaan. Daarnaast verkeert het project ‘Bedrijfsterrein’ pas in de opzetfase en is de multimediawerkplaats nog weinig concreet. Publieksbereik Kunstonderneming Oosterkade heeft een redelijk publieksbereik. Ze heeft een actieve houding wat het benaderen van bedrijven betreft om zo tevens haar publieksbereik te vergroten. Echter, de inzet voor het doen slagen van deze samenwerkingsprojecten met bedrijven en de kunstarrangementen is groot, de respons daarentegen is tot nu toe naar verhouding klein.
32
Financiën De Raad waardeert het feit dat de Kunstonderneming zich inspant om sponsoren en het bedrijfsleven voor haar activiteiten te interesseren om op deze manier geld te genereren.
ADVIES Hoewel binnen de kunsten combinaties van en cross-overs tussen beeldende kunst, theater, muziek, literatuur en dans niet vernieuwend zijn, meent de raad dat Kunstonderneming Oosterkade zich in het huidige culturele veld onderscheidt door de nadrukkelijkheid waarmee zij aan dergelijke kruisbestuivingen ruimte biedt. Hiermee wordt de ambitie van de organisatie om een laboratorium te zijn voor vernieuwende kunst echter niet voldoende waargemaakt. Hoewel hij een gunstige ontwikkeling ziet in de artistiek inhoudelijke kwaliteit van de uitgevoerde projecten vindt de Raad deze over de gehele linie genomen niet voldoende. De Kunstonderneming werkt voor veel projecten met de inzet van externe expertise, wat haar qua organisatie en programmering in een afhankelijke positie dwingt. De Raad adviseert het College de aanvraag niet te honoreren.
33
STICHTING DE VOORRUIT /ATELIER ROUTE GRONINGEN De Atelier Route Groningen bestaat sinds 1993. Het is het enige evenement in de gemeente Groningen waarbij het kunstenaarschap van 250 deelnemers centraal staat. De route wordt één keer in de twee jaar georganiseerd met als doel een brede publieksgroep in aanraking te brengen met het werk en de werkwijze van een grote groep kunstenaars en vormgevers die in de gemeente professioneel werkzaam zijn. Andersom biedt de route Groningse kunstenaars en vormgevers de mogelijkheid om met een breed en onbekend publiek in aanraking te komen. Organisatie Stichting De Voorruit heeft een bestuur van drie leden. Het bestuur bepaalt het beleid en bewaakt in grote lijnen de voortgang en uitvoering van het project. Eén medewerker, met een ID-baan in deeltijd, organiseert de route en geeft leiding aan de vrijwilligers. Programma Tijdens de Atelierroute 2003 is een aantal nieuwe activiteiten in en buiten de ateliers geïntroduceerd zoals performances, concerten en een filmvoorstelling. Tevens was er een tijdelijke advertentierubriek op de website. De komende beleidsperiode wil de Stichting deze bredere aanpak uitbouwen o.a. door het opzetten van het evenement ‘Kunst(k)week’, een cultureel programma waar de Atelierroute onderdeel van zal zijn. De stad Groningen staat dan een week lang in het teken van beeldende kunst en vormgeving. Bij de realisatie van dit project wordt samenwerking gezocht met andere instellingen in de stad, zoals het CBK,het VVV, Academie Minerva, Filmhuis Images, City Club Groningen en verschillende kunstenaarsinitiatieven. De Atelier Route Groningen verspreidt veel marketingcommunicatieproducten: ansichtkaarten, een catalogus, een folder met plattegrond, advertenties, affiches en flyers. Ook beheert ze een website met alle benodigde informatie. In 2005 wil de Stichting dit digitale medium een grotere rol laten spelen. Tijdens de Atelierroute 2003 was er volgens de eigen telling qua bezoekersaantal een toename van ± 43% ten opzichte van 2001. In totaal waren er dat weekend circa 12.000 bezoekers.Om het publieksbereik landelijk te vergroten plant de Stichting voor 2005 een samenwerking met Marketingbureau Groningen. Ambities De Stichting wil in de toekomst vertegenwoordigers van een groter aantal disciplines in haar deelnemersbestand opnemen zodat disciplines als design en digitale media meer aan bod kunnen komen. Financiën Het gevraagde subsidiebedrag is hoger dan voorheen en voor het eerst structureel, dit als gevolg van het feit dat een aantal grote fondsen – bijvoorbeeld het J.B. Scholtenfonds, VSB Fonds en Prins Bernardfonds – reeds het maximale aantal toekenningen heeft gegeven en nu de aanvraag heeft moeten afwijzen. De eigen inkomsten kunnen niet veel hoger worden, want in de deelnamekosten en de verkoop van kaarten en catalogi zit niet veel rek. Behalve aan de
34
gemeente is ook subsidie gevraagd aan de Provincie Groningen, Kunstfonds BeringerHazewinkel, Commissie van Spijsuitdeling en nog een aantal vaste sponsors. De Stichting heeft een nieuwe begroting gestuurd: deze loopt nu tot en met 2008 in plaats van 2009. Gesprek Er heeft d.d. 29-09-2003 in het kantoor van Stichting de Voorruit een gesprek plaatsgevonden tussen twee leden van de PABK, mevrouw M. Slomp en mevrouw R. Wierenga, en vertegenwoordigers van Stichting de Voorruit /De Atelier Route, te weten mevrouw P. Koonstra (coördinator) en de heer B. Kempinga (secretaris). Uitgangspunt tijdens het gesprek was het beleidsplan van de stichting.Voorafgaand aan het gesprek gaf de Stichting een toelichting bij de P.R.- middelen en liet foto’s zien van de reeds georganiseerde routes. Aangevraagd bedrag Stichting De Voorruit vraagt voor de Atelier Route Groningen een bedrag aan van € 60.000,voor 2005 en van € 62.000,- voor 2007.
OORDEELVAN DE PABK Organisatie De Atelier Route Groningen is bij deze organisatie in goede handen: naast de inzet van het actieve bestuur en de grote groep vrijwilligers, vervult de coördinator hierin een belangrijke rol. Voor de professionalisering is het echter van belang dat de organisatie niet te sterk van één medewerker afhankelijk is. De Raad vind het dan ook positief dat de Stichting een extra medewerker wil aanstellen. Positie in het veld De Atelier Route Groningen heeft een breed draagvlak. Het is goed om te zien dat de route voor een groeiend aantal kunstenaars (volgens recente gegevens circa eenderde van alle kunstenaars in de stad) een functie krijgt. De Raad waardeert het dat de Stichting naar wegen blijft zoeken om de route nog meer inbedding in de stad te geven. De plannen voor de Kunst(k)week , hoewel nog prematuur, getuigen van ambitie op dit vlak. De Stichting onderkent hierbij terecht het belang van intensieve samenwerking met andere instellingen in de stad. Artistiek inhoudelijke kwaliteit Kunstinhoudelijke criteria zijn moeilijk toepasbaar op dit grootschalige evenement. Vanwege het feit dat niet op inho udelijke gronden geselecteerd wordt, is de artistiek inhoudelijke kwaliteit van de deelnemers zeer wisselend. Een dergelijke variatie in kwaliteit valt niet te voorkomen met een toetsing naar professionaliteit, zoals die door de organisatie gehanteerd wordt. Publieksbereik De Atelier Route is in de afgelopen tien jaar uitgegroeid tot een grootschalig publieksevenement, waarmee de organisatie erin slaagt kunst voor een breed publiek
35
toegankelijk te maken. Zowel de stijgende bezoekersaantallen als het groeiend aantal deelnemers getuigen daarvan. De professionaliteit van de organisatie is terug te zien in de intensieve publiciteitscampagne en de gebruikte marketingcommunicatiemiddelen. Door deze zeer gedegen marketing en PR slaagt de Stichting erin ook de landelijke pers voor het evenement te interesseren. Financiën De Raad onderschrijft de bevinding van de Stichting dat een incidentele subsidie per route voor een evenement van deze omvang niet meer werkbaar is. Bovendien is van een incident geen sprake meer. De Stichting zou daarnaast gebaat zijn bij meer financiële zekerheid, omdat de grenzen van de ondersteuning door andere financiers zijn bereikt. De Raad meent echter dat de Atelier Route een evenement is dat door haar brede publieksbereik niet alleen gedragen moet worden door het kunstbudget, maar ook uit budgetten voor toerisme ondersteund zou moeten worden.
ADVIES De Raad vindt dat de Atelier Route Groningen een vaste positie veroverd heeft binnen de Groningse kunstwereld en gerealiseerd wordt door een uitermate professioneel functionerende organisatie. De Stichting slaagt erin haar doel te bereiken: een brede publieksgroep in aanraking brengen met het werk en de werkwijze van de grote groep kunstenaars en vormgevers die in de gemeente werkzaam is. Het aantal deelnemers is groot (circa eenderde van alle kunstenaars in de stad) en ook het bezoekersaantal loopt per keer op. Het belang van de route, voor zowel kunstenaars als publiek, is daarmee voldoende aangetoond. De professionaliteit van de organisatie is te zien in de intensieve publiciteitscampagne, de gebruikte marketingcommunicatiemiddelen en in de doeltreffende organisatie van het evenement. In de komende periode wil de Stichting het evenement ‘Kunst(k)week’ opzetten. Het is verheugend dat de Atelier Route Groningen met deze plannen nog meer inbedding in de stad zoekt en daarbij nadrukkelijk samenwerking met andere instellingen aangaat. De Raad vindt de Atelier Route Groningen een unieke en belangrijke voorziening in de stad. De continuïteit van de organisatie zou zeer gebaat zijn bij de zekerheid van een structurele subsidie. De Raad adviseert het College dan ook het gevraagde subsidiebedrag aan Stichting de Voorruit/ Atelier Route Groningen toe te kennen.
36
STICHTING WALL HOUSE #2 Op 5 september 2001 werd in Groningen het Wall House nummer #2 geopend. Dit monumentale pand is gebouwd naar een ontwerp van de Amerikaanse architect John Hejduk (New York, 1929-2000). Hejduk ontwierp het in 1973 als weekendwoning voor de landschapsarchitect Ed Bye, zijn collega aan de Cooper Union in New York. De belangstelling van publiek en pers was groot: in de maand dat het gebouw voor publiek toegankelijk was trok het 13.000 bezoekers. In vele (inter)nationale publicaties over architectuur wordt gesproken over de grote culturele- en architectonische waarde van het Wall House #2. Stichting Wall House #2 stelt zich ten doel het gedachtegoed van John Hejduk op verschillende manieren voort te zetten: ze heeft een gevarieerd programma samengesteld waarin het ontwikkelen van kennis het uitgangspunt blijft. Het speerpunt binnen dit programma wordt gevormd door artist in residency (gastatelierschap). Organisatie De samenstelling van het bestuur en de selectiecommissie van de Stichting zijn nog niet definitief vastgesteld. Het voorlopige bestuur bestaat uit negen leden met daarin vertegenwoordigers van o.a. de gemeente, het Nederlands Architectuur Instituut (NAi) en het wetenschappelijk- en architectuuronderwijs. Het bestuur is verantwoordelijk voor de continuïteit en de bedrijfsvoering. Het delegeert beleidsmakende en beheertechnische verantwoordelijkheden aan de dagelijkse leiding,die momenteel in handen is van de coördinator. De huidige coördinator wordt gedetacheerd vanuit Platform GRAS. Programma In het artist in residency programma wordt drie maal per jaar voor een periode van drie maanden een kunstenaar, schrijver, architect of wetenschapper van internationaal niveau uitgenodigd in het Wall House #2 te verblijven en te werken. In overleg met de selectiecommissie formuleert de genodigde een onderzoekthema, met als uitgangspunt het denken over de “ontworpen ruimte” in de ruimste zin van het woord. De gast ontvangt voor deze periode een beurs. Het resultaat van deze onderzoeksperiode (kunstwerk, tekst, ontwerp) zal na afloop worden gepresenteerd in het Wall House #2, NP3 of het NAi. Tevens zal de gast worden geïntroduceerd in het culturele veld van de stad Groningen met behulp van activiteiten als masterclasses, lezingen en workshops. In de perioden dat het gebouw niet wordt bewoond, zal het opengesteld worden voor het publiek. Enkele keren per jaar zullen in het Wall House #2 in samenwerking met andere Groningse instellingen publieksevenementen (theater, dans, muziek) plaatsvinden. Voor de diverse samenwerkingsverbanden denkt de Stichting aan Galerie Waalkens, de Puddingfabriek, Swinging Groningen en Galili Dance. Voor ondersteuning en uitwisseling van de benodigde know- how omtrent artist-in-residency wordt contact gezocht met landelijke gastatelier- initiatieven.
37
Ambities De Stichting wil graag een bijdrage leveren aan het culturele klimaat in de stad Groningen. Aangezien een artist in residency met internationale uitstraling nog ontbreekt in Nederland, denkt de Stichting ook een landelijke leemte op te vullen. Financiën Naast de aanvraag voor een structurele gemeentelijke bijdrage is subsidie aangevraagd bij de provincie Groningen, het Stimuleringsfonds voor Architectuur, de gemeente Groningen RO/EZ, woningbouwvereniging Nijestee, de Mondriaan Stichting en verschillende lokale fondsen. De onderhoudskosten liggen nu vrij laag, omdat de dienst openbare werken en de woningbouwvereniging Nijestee het onderhoud sponsoren. Aangevraagd bedrag Stichting Wall House #2 vraagt aan de gemeente € 19.040, - per jaar voor stichtingskosten, publiciteit en publieksevenementen.. Gesprek Er heeft in het Wall House d.d. 25-09-2003 een gesprek plaatsgevonden tussen twee leden en de voorzitter van de PABK, mevrouw U. Möntmann, mevrouw P. Berbée en de heer H. van der Markt, en de Stichting Wall House #2 vertegenwoordigd door de heer O. van der Wal (coördinator). Uitgangspunt tijdens het gesprek was het beleidsplan van de Stichting. Voorafgaand aan het gesprek kregen de PABK-leden een uitgebreide rondleiding in en rondom het gebouw.
OORDEEL VAN DE PABK Organisatie De gedegen wijze van aanpak, wat zich uit in de brede samenstelling van het bestuur, de samenwerking met het NAi en de betrokkenheid van Platform GRAS, wekt vertrouwen. Positie in het veld Het huidige netwerk van de Stichting staat garant voor een goede inbedding in de stad. Door bestaande contacten met Platform GRAS en andere instellingen heeft de Stichting een goede basis. Artist in residency van dit kaliber is uniek in Nederland en vervult de behoefte aan een gastatelierschap met internationale potentie. Artistiek inhoudelijke kwaliteit De Raad denkt dat het bijzondere gebouw van John Hejduk door het programma van de Stichting een passende culturele functie kan krijgen, die voor de stad Groningen de mogelijkheid schept om een interessante internationale culturele uitwisseling tot stand te brengen. Het initiatief draagt bij aan de positionering van Groningen als architectuurstad. Het plan van aanpak van de Stichting is van een hoge kwaliteit en de Raad waardeert het feit dat de Stichting een grote verscheidenheid aan disciplines wil betrekken. Het gebouw is uniek en
38
heeft een grote potentie om als inspiratiebron te dienen voor vele kunstenaars en andere gasten. Publieksbereik De Raad denkt dat het fascinerende gebouw, de organisatie en de nationale en (inter)nationale uitstraling een goede basis zijn om verschillende doelgroepen aan te trekken. De vele (inter-) nationale publicaties, maar ook de samenwerking met andere (Groningse) instellingen zullen daaraan bijdragen. De verscheidenheid in disciplines zal ook een bredere groep dan het in architectuur geïnteresseerde publiek aanspreken. Financiën Het initiatief is regio-overschrijdend. Dit rechtvaardigt het feit dat de Stichting ook subsidie heeft aangevraagd bij andere overheden en fondsen dan de gemeente.
ADVIES Samenvattend stelt de Raad dat met dit concept voor artist in residency het Wall House #2 een passende culturele functie krijgt, die een interessante internationale uitwisseling tot stand kan brengen. Het fascinerende gebouw, de professionele organisatie en de nationale en (inter)nationale uitstraling vormen een goede basis om verschillende doelgroepen aan te trekken. De PABK prijst daarbij de verscheidenheid in disciplines die de Stichting wil betrekken. De organisatie van de Stichting wekt vertrouwen door de brede samenstelling van het bestuur, de samenwerking met het NAi en de betrokkenheid van Platform GRAS. Desondanks stelt de Raad voor, aangezien de Stichting pas zo kort functioneert en de plannen nog moeten worden uitgevoerd, om na een periode van twee jaar een tussentijdse evaluatie te plannen. Ook de Stichting zelf heeft behoefte aan dergelijke ruggespraak. De Raad adviseert het College de Stichting te rekenen tot de specifieke voorzieningen en de aanvraag voor een structurele subsidie te honoreren.
39