Inleidend Hoofdstuk: Rimpelingen
Inleiding Hoe je er ook over denkt: ieder mens leeft na zijn dood door in de gesprekken en herinneringen van zijn naasten. Je daden, dat wat je wel deed en wat niet, anekdotes, foto's, eigendommen, tekeningen en boeken kunnen nog generaties lang tot verhalen en herinneringen leiden. De schrijver Irvin Yalom noemt dat 'rimpelingen', golven die nog lange tijd doorrimpelen als je een steen in het water hebt gegooid. Hij stelt dat rimpelingen de pijn van de vergankelijkheid verzachten doordat we er aan herinnerd worden dat iedereen in zekere zin voortleeft, al weten we dat (nu nog) niet of is het (nog) niet waarneembaar. Dat simpele idee van 'rimpelingen' is mij bijgebleven. Door mijn eigen autobiografie te schrijven heb ik gemerkt hoe belangrijk die rimpelingen in mijn verhaal werden en hoeveel steun het me gaf ze zelf onder woorden te brengen. Yalom is in Nederland vooral bekend vanwege zijn boeiende romans Nietsches tranen, De therapeut en De Schopenhauerkuur die hij schreef na zijn pensionering. Ooit, in de zeventiger jaren van de vorige eeuw, moest ik zelf zijn standaardwerk 'Theorie en praktijk van de groepspsychotherapie' bestuderen. Vaak heb ik dat boek later opnieuw ter hand genomen wanneer ik als groepstrainer en coach het even niet wist. Ik leerde Yalom via zijn boeken kennen als een man met ideeën, een onderzoeker die zichzelf niet buiten schot houdt. Ook zijn eigen ervaringen met ziekte en dood en zijn eigen angst voor de dood spelen een rol in zijn boek Tegen de zon inkijken dat hij op ongeveer 80-jarige leeftijd, en nog altijd actief als therapeut, geschreven heeft. Zijn gedachten over rimpelingen vat ik hier kort samen. Yalom ziet rimpelingen als concentrische cirkels die ieder van ons creëert (onopzettelijk) en die nog jarenlang invloed kunnen uitoefenen op anderen. Op onverwachte momenten krijgt zo'n rimpeling betekenis in het leven van nabestaanden, vrienden, studenten of klanten. De auteur Christa Anbeek zegt er het volgende van: Wat ook helpt is dat hij (Yalom, JH) dingen achterlaat voor anderen, zijn boeken, de vader die hij was, de grootvader, de studenten die hij opleidde, de patiënten die hij hielp. Het is met zijn dood niet allemaal verdwenen. Wie hij was werkt nog door, als kringen in het water veroorzaakt door een zware steen. De steen is allang gezonken, maar het water beweegt nog in steeds grotere cirkels (Christa Anbeek, 2013). De eenvoud van de rimpeling Het gaat er niet om dat je je naam of je pagina op twitter of faceboek nalaat; het gaat niet om die grootse daden om onvergetelijk te worden, dat werkt namelijk niet. Het gaat bij rimpelingen meer om het nalaten van elementen uit onze levenservaring: een wijsheid, een karaktertrek, een goede raad of daad, een verhaal, tekeningen of schilderijen, een knutselwerk, iets wat jou als mens bijzonder maakt. En wat anderen nog aan je doen denken, ook als je er niet meer bent. Iedere keer als ik een informatiecentrum van Natuurmonumenten bezoek, denk ik aan mijn broer Rein. Voor hij stierf in 2000, in de kracht van zijn leven, 52 jaar oud, ontwierp hij bezoekerscentra voor Natuurmonumenten. Ik herinner me dat steeds als ik bij een bezoekerscentrum ben; ik denk dan met weemoed aan mijn broer. De zorg en de precisie waarmee hij elk element in het centrum uitwerkte en installeerde werden toen enorm gewaardeerd door collega's en bezoekers. Hij maakte in zijn vrije tijd miniatuur treinemplacementen met stations, huizen, mensen en autootjes, alles 1
handgemaakt en zelf ontworpen. Na zijn dood hebben een Engelse en een Nederlandse modelbouwclub de Hendriksen Trophy in het leven geroepen die jaarlijks uitgereikt wordt aan de bouwer van de mooiste modelspoorweg. Met een rimpeling wordt iets van waarde over mijn broer doorgegeven. De rimpeling maakt dat de pijn rond zijn vergankelijkheid, de pijn van zijn vroege dood (hij stierf aan longkanker) voor zijn nabestaanden wellicht draaglijker wordt. Die wisselbeker is het een hele mooie en levende herinnering aan zijn speciale talenten. Ik heb de volgende rimpelingen in mijn directe omgeving op een rijtje gezet: Een vriend heeft een nieuwe bloem gekweekt. Apetrots is hij. Hij heeft de bloembollen aan zijn kinderen geschonken en de bloem naar zichzelf vernoemd. Mijn broer heeft als aandenken een bankje en een boom in het bos gekregen, gewoon via Natuurmonumenten. Wij vieren in de familie ieder jaar de sterfdag van 'moeder Annie', met een diner, op haar kosten! Een vriendin is begraven op een natuurbegraafplaats, een heerlijke plek om te wandelen en even aan haar te denken. Het schilderij dat een kennis van zijn vader en moeder geërfd heeft, herinnert hem altijd aan zijn ouders. 'Er zit een heel verhaal aan vast,' zegt hij. En hij begint al te vertellen. Mijn vrouw geeft mij een mooi zelfgemaakt en beschilderd boekje cadeau."Om alvast je rimpelingen in op te schrijven,' zegt ze. Een lotgenoot maakt vier dozen voor mijn kinderen en kleinkinderen, bedoeld voor kleine cadeautjes/ herinneringen na zijn overlijden.
figuur 1. Rimpelingen op het wateroppervlak De simpelheid van het maken van rimpelingen is dat je de herinnering een zetje kunnen geven door iets te ontwikkelen als geschenk aan het nageslacht, na je dood. Je leeft door in de herinnering van anderen, je naasten. Je kunt de geschiedenis een handje helpen door alvast je eigen rimpelingen op te schrijven. Daarmee maak je een document waarmee je herinnerd kunt worden. Als een kleine troost. Voor jezelf en voor anderen. Yalom beschrijft het aandacht geven aan rimpelingen in zijn boek Kijken tegen de zon in (2012-6) indringend: 2
'Ik heb tien jaar lang intensief gewerkt met patiënten die binnen afzienbare tijd aan kanker zouden overlijden,maar ingrijpend en in positieve zin veranderden. Zij reorganiseerden hun prioriteiten door te trivialiseren wat ook werkelijk triviaal was. Ze eigenden zich het recht toe de dingen die ze eigenlijk liever niet deden ook echt niet te doen. Ze communiceerden diepzinniger met degenen van wie ze hielden en genoten meer van de elementaire dingen des levens: de seizoenen, de schoonheid van de natuur, hun laatste Kerstmis of Nieuwjaar.' Ik stel mij voor (Yalom schrijft dat zelf niet) dat de rimpelingen ook de diepte ingaan; de steen die geworpen is, zinkt immers en maakt ook naar de diepte toe een golfbeweging: onzichtbare rimpelingen, die toch invloed hebben. Ik stel mij zo'n beweging naar de diepte voor bij de 'diepzinniger communicatie' waar Yalom het over heeft. Het maken van je autobiografie is ook zo'n diepergaande activiteit. Schrijven over je leven is schrijven over de mooie dingen van het leven, maar ook oog hebben voor wat moeilijk was. Dat vraagt om reflectie, kijken in je eigen spiegel, je verdiepen in jezelf en de hobbels niet voorbij gaan.
Figuur 2. Rimpelingen zien we ook van de oppervlakte naar de diepte: wanneer communicatie zich verdiept in het contact met naasten. Kort gezegd neem ik Yalom's idee over rimpelingen over en vul ze aan met die aandachtspunten die ik van belang acht om een eigen autobiografie te schrijven, als eigen rimpeling voor mijn nabestaanden. Op grond van mijn eigen ervaringen in het verwerken van mijn ziekte zeg ik met Yalom: dit geeft kracht en acceptatie. Niet alleen verhalend maar ook vaak verrassend diepgaand. Want door de beschrijving wordt de betekenis van ervaringen en contacten helder. Je kunt je afvragen welke kracht je je leven lang geholpen heeft en wat je nu met die kracht kunt doen. Of hoe je je verhouden hebt met je partner en je kinderen, wat daarin mooi was en wat beter had gekund. En in welke ellende je hebt gezeten en hoe je er uit gekomen bent. Een uitwerking van zulke onderwerpen maakt dat de rimpeling tegelijkertijd ook de diepte ingaat en meer inzicht in jezelf en je eigen levensloop geeft. Betekenis geven Yalom baseert zijn existentiële visie op de psychotherapie van de Oostenrijkse psychiater Viktor Frankl (1905-1997), die vooral bekend is geworden als overlever van de concentratiekampen tijdens de tweede wereldoorlog. Frankl ontwikkelde de logotherapie en de existentiële analyse mede op basis van zijn kampervaringen en wordt wel de grondlegger van de Derde Weense School in de psychotherapie genoemd - na Freud en Adler. Volgens Frankl draait ons leven om zingeving of het geven van betekenis aan alles wat er zich in het 3
leven voordoet. Betekenis geven of zingeving zoeken is volgens Frankl een primaire menselijke behoefte. De mens is vrij om zelf zijn positie te kiezen ten opzichte van wat hem innerlijk beweegt of ten opzichte van uiterlijke omstandigheden. De mens is zelf verantwoordelijk voor zijn keuzen. In de existentiële therapie worden patiënten begeleid om concrete betekenissen te vinden van wat ze meemaken en daar zelf verantwoordelijkheid in te nemen, dat is de essentie van het menselijk bestaan. Frankl zegt hierover: ''Ik durf te beweren dat niets ter wereld een mens dermate effectief kan helpen zelfs de gruwelijkste levensomstandigheden te verdragen als de wetenschap dat zijn leven inhoud en betekenis heeft.'' Als je maar een doel hebt in je leven; tijdens zijn concentratiekampperiode was het Frankls doel om na afloop van die periode zijn boek te publiceren dat bij zijn gevangenneming verloren was gegaan. De Amerikaanse hoogleraar William Breitbart gebruikt de theorie van Frankl als grondslag voor zijn therapeutische werkwijze met kankerpatiënten in het eindstadium van hun leven (mensen met nog ongeveer zes maanden levensverwachting). Breitbart vraagt aandacht voor het onderzoeken van zingeving en spiritualiteit aan het einde van het leven. Patiënten onderscheiden zich door moed, commitment, reflectievermogen en het eigenaarschap over hun eigen leven. Patiënten ontlenen zingeving en betekenisgeving aan hun strijd met angst, pijn en dood. Hij beschrijft hoe bewust levende kankerpatiënten beter bestand zijn tegen de fysieke belasting en de pijn van hun bestaan. Ze ervaren de kwaliteit van hun bestaan als hoog, ondanks hun ziekte. Het gaat om patiënten die betekenis willen geven aan hun leven en ook de Wil hebben om dat te doen; ze ervaren hun eigen wil als een vrije wil om zelf te kiezen en onderzoeken hun eigen bronnen van zingeving. Ze waren gemotiveerd aan het werk met vragen als ''Wie ben ik?'', ''Waarom ben ik hier op deze aarde?'' en ''Deed mijn leven er eigenlijk toe?" ''Wat heb ik nog te doen in mijn leven?'' De vraag naar betekenisgeving en zingeving vormt een leidmotief van dit boek. Verschillende vragen uit dit boek zijn dan ook geïnspireerd op de didactische uitwerking van Breitbart in zijn cursus. De kracht van autobiografisch schrijven Er is veel geschreven over en onderzoek gedaan naar de werking van schrijven en autobiografisch schrijven in de gezondheidszorg en ver daarbuiten. Langzamerhand is er in Nederland een hele traditie ontstaan ten aanzien van het vertellen en beschrijven van verhalen en herinneringen. Mensen voelen zich daardoor gesteund, krachtiger, lekkerder in hun vel zitten (letterlijk, zie ook Breitbart hierboven). Door een autobiografie te schrijven geven mensen opnieuw betekenis aan hun leven en laten zij hun rimpelingen na aan hun nabestaanden. Uit onderzoeken (XXXX) blijkt dat bij patiënten: ervaringen rond betekenisgeving en zingeving uit het verleden in het hier en nu herbeleefd en versterkt worden een bewustere mate van spiritueel denken helpt zich fysiek en geestelijk beter te voelen er door de autobiografie trots en tevredenheid ontstaat over het verleden dat zich omzet naar kracht en liefde in het eindstadium van hun leven angst en kwetsbaarheid, verdriet, schaamte en woede verminderen of minder hinderlijk zijn de motivatie om tot het einde toe te leren, te groeien en te ontwikkelen toeneemt vrijheid en verantwoordelijkheid duidelijker beleefd worden de moed versterkt wordt om pijn, verdriet, bijwerkingen van medicijnen e.d. het hoofd te bieden antwoorden ontwikkeld worden op existentiële vragen over leven en dood (waartoe zijn wij op aarde?) 4
4. Zes verdiepingspunten Toen ik twee jaar bloedkanker had, heb ik terug gekeken op mijn ziekteperiode en me afgevraagd welke thema's tijdens mijn ziekte belangrijk zijn geweest (en nog belangrijk zijn). Gelukkig had ik veel vastgelegd, in een soort dagboek, in tekeningen, krabbeltjes en verhalen. Ik had ook verschillende cursussen gevolgd in het schrijven van mijn autobiografie Ik ging te rade bij mijn eigen ervaringen in deze groepen, besprak ze met groepsleden en collega's/wandelmaatjes en kwam tot zes belangrijke thema's die gespeeld hebben en nog steeds spelen in mijn leven en in dat van mensen die met mij in een groep zaten. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
het hier en nu: zin en onzin van het hier en nu, loslaten van verleden en toekomst het geven van betekenis aan mijn leven; de kern van mijn leven mijn kwetsbaarheid: gevoelens en emoties waar haal ik steun vandaan: over mededogen, troost en empowerment veerkracht: creativiteit en inspiratie om te overleven. Leiderschap spiritualiteit en zingeving
Bovenstaande zes verdiepingspunten heb ik gecombineerd met het fenomeen 'rimpelingen', waardoor ik in staat raakte mijn autobiografie te ordenen en samenhangen in thematiek aan te brengen. Het eerste verdiepingspunt met betrekking tot het hier en nu heeft mij geïnspireerd om daadwerkelijk te gaan schrijven: als een vorm van loslaten van de shit om me heen en in mezelf; als een prettige vorm van werken aan een mooi verhaal; aan een zoektocht naar wat echt relevant was en de werkelijke betekenis daarvan. Schrijven gaf mij de mogelijkheid om datgene wat mij 'overkwam' te verwerken. Het maakte mij vrij om open en eerlijk mijn verhaal te vertellen. Wat ik in dit boek vertel en uitleg is in feite de resultante van mijn eigen leerproces. Ik heb zelf het nut beleefd van het schrijven rond de thema's zoals mededogen en troost, kwetsbaarheid en veerkracht die in dit boek beschreven worden. Hieronder licht ik de verschillende verdiepingsgebieden kort toe Verdiepingspunt 1: het hier en nu Toen ik net de diagnose Waldenström (een zeldzame vorm van bloedkanker) gekregen had, was ik op zijn zachtst gezegd flink van slag. Ik kon de reikwijdte van deze ziekte niet overzien: hoe lang had ik nog te leven, waren er wel goede medicijnen, zou de vermoeidheid tot verlamming leiden of was er wat aan te doen, wat hadden lotgenoten meegemaakt, had ik wel de goede dokter? Ik had tijd nodig om bij mezelf te komen, tot rust te komen en de vragen één voor één te overdenken. Een vorm van mediteren hielp mij om de 'hoe-vraag' los te laten en me op het nu te concentreren. De plannen voor de toekomst (die wereldreis, die camper, dat tweede huis) liet ik maar even voor wat ze waren. Ik leerde het hebben over pijn en verdriet, angst en schuldgevoel, maar ook over de mooie dingen die zich iedere dag aan mij voordeden. Naast bezorgdheid ontstond weer genieten van het moment. Ik moest zaken loslaten en andere juist vasthouden. Het verging mij niet zoals Jack Nicholson in de film 'The bucket list' (2007) die na het horen van de diagnose kanker samen met een vriend zijn top tien van nog te realiseren hoogtepunten in zijn leven gaat aanpakken. Hoogtepunt één is voor Nicholson het zoeken van een mooie vrouw om zijn mannelijkheid te bewijzen. Kies je eigen weg, is mijn boodschap! En anders kiest het leven wel voor je...
5
Verdiepingspunt 2: van geven en nemen naar betekenisgeving Geven en nemen is een interessant dilemma! Toen ik in mijn autobiografie de balans opmaakte van mijn leven, realiseerde ik me dat ik meer aan het geven was dan aan het nemen of ontvangen. Ik gaf liefde en aandacht aan mijn naasten, ik gaf nog trainingen en coaching, ik wilde met een mooi boek anderen helpen. Ik krijg daar veel voor terug. Ik durfde nauwelijks de aandacht en hulp van mijn partner te ontvangen; al gauw was haar aandacht te veel van het goede: ik kon zelf wel mijn verantwoordelijkheid nemen, vond ik, ik kon immers alles nog, ik was niet invalide! Cadeautjes krijgen en dankjewel zeggen, ik kon anderen dat aanleren, maar zelf faalde ik steevast in het ontvangen. Een compliment ontvangen...hetzelfde verhaal. Het is een hele kunst om ruimte te maken voor zo iets, ogenschijnlijk, simpels. Het heeft te maken met het accepteren van mezelf zoals ik ben, zonder franje en poeha. Het heeft ook te maken met het toelaten van anderen bij mijzelf, dicht bij mijzelf. Daar is durf voor nodig, moed en kracht. Werkend aan het thema geven en nemen merkte ik dat er een grote samenhang bestond met de rode draad van mijn leven als zoekend, ontwikkelend, lerend mens. Wat geeft betekenis aan mijn leven; waar geef ik betekenis aan? Dat werd voor mij de kernvraag. Ik moest daarvoor voor de spiegel gaan staan en mezelf onderzoeken, durven aankijken en achter mezelf kijken. Moeilijk soms. Spannend vaak. Hoe eerlijk en openhartig wil ik zijn? Moet ik alles onverhuld opschrijven of mag ik ook schrappen en achterhouden? Ben ik eigenlijk wel tevreden met mezelf, en trots op successen. Durf ik mijn blunders en fouten te benoemen? "Als het leven op zijn kop staat, minder vanzelfsprekend is dan het leek te zijn en ons voor morele dilemma's plaatst, juist dan doemt de vraag op naar zin en betekenis.'' (Anbeek, 2013) Verdiepingspunt 3: kwetsbaarheid, emoties en gevoelens Geen medelijden, maar echtheid en empathie zocht ik. In het begin was ik daar zo mee bezig dat ik een tweedeling maakte in de reacties: de rationele en de empathische reacties. De rationele types waren mensen die onmiddellijk aan mij gingen vertellen dat ze ook een buurman/vrouw/kennis hadden die kanker had. En dat ik vooral toch de alternatieve geneeskunde moest inzetten. De emotionele types vroegen naar mijn gevoelens en emoties en naar die van vrouw en kinderen; ze waren echt belangstellend en stonden niet meteen met adviezen klaar. Zeker in de beginperiode van mijn ziekte was veel onzeker en voelde ik me heel kwetsbaar in mijn gevoelens. Ik was dan ook kwaad op die rationele types die het wel wisten, maar niet geïnteresseerd waren hoe het met mij was. Mijn kwetsbaarheid was een scherm voor mijn angst, misschien wel mijn doodsangst. Al schrijvend heb ik geleerd dat ik mijn momenten van kwetsbaarheid en angst zorgvuldig mijn leven lang toegedekt had. Door er over na te denken begreep ik hun functie in mijn leven (overleven dus) en kreeg ik het gevoel dat ik beter met mijn angst kon omgaan. Ik schreef toen een artikel voor een patiëntenblad getiteld ''Maatjes worden met de dood'' over het durven benoemen van mijn eigen kwetsbaarheid op dat punt.
Verdiepingspunt 4. Steun Zo'n proces van verwerken dat je een dodelijke ziekte hebt gekregen kun je beter niet alleen doen. Maar ik heb er versteld van gestaan in mijn kontakten met lotgenoten hoeveel er niet over hun ziekte praten. Of slechts een minimum aan informatie geven. En zeker niet aan de baas! Het lijkt er op dat vooral mannen zich afschermen wat betreft hun emoties en de verwerking daarvan. Nog net met hun partner erover praten. Ik heb iemand ontmoet die zei: ''Ik heb 'het' nu een half jaar, maar ik wil het nog niet aan mijn kinderen (volwassen met een gezin)
6
vertellen, want dat is zo zwaar voor ze.' Hij bedoelde: ik durf het niet, ik weet niet hoe dat moet, help me! Zelf ben ik gaan wandelen, samen met Beatrijs, mijn vrouw. En met vrienden, collega's en oud-studenten. Heel bijzonder en iedere week een ingrijpend gesprek. Ik had het niet zonder die gesprekken kunnen doen; ik bedoel: ik zou niet in staat zijn geweest mijn ziekte op een gegeven moment te gaan accepteren. In die tijd schreef ik aan mijn boek Wandelcoaching dat in 2012 zou uitkomen, ik schreef als coach en professional, maar zonder het over mijn ziekte te hebben. Als een xxxx mijn kop in het zand steken, dat was wat ik deed. Verdiepingspunt 5. Veerkracht Na het eerste infuus met het medicijn Bortezomib gebeurde er een soort wondertje. 's Middags na de behandeling ging ik het nieuwe dak op de schuur timmeren. Laddertje op, laddertje af. Planken zagen, dakbedekking leggen. Helemaal trots en blij. Niet meer moe! En dat is nu al een paar jaar zo. Ook mijn vrouw kon nu enige afstand nemen van mijn ziekte, want het is een gevleugeld gezegde dat bij kanker er twee lijden: het slachtoffer én zijn partner. Ik bleef veel wandelen en tennissen, en schreef met een collega een boek over het gebruik van Familie- en organisatieopstellingen bij coaching. Op dinsdagochtend zangles en op donderdagochtend schilderles. Weer een training geven, coachen, een workshop, ik geniet ervan. Je hebt zelf de verantwoordelijkheid over je eigen beslissingen: zelfmanagement heet dat in gezondheidskringen. Of ook wel: patient empowerment). De dokter/specialist is je partner (shared partnership heet dat dan en je maakt samen 'shared decisions'); het suggereert gelijkheid tussen partners. Als mens dan (was dat altijd al niet zo?), maar als patiënt toch niet (ik wist niets van de finesses van mijn ziekte en de behandeling). Toch mag ik zelf beslissen of ik een nieuwe kuur wil of niet: een onmogelijke beslissing. Er is een m.i. verwrongen discussie gaande rond ziekte en gezondheid: steeds wordt de patiënt centraal gesteld, de specialist van zijn eigen ziekte genoemd, en de laatste tijd leer ik zelfs dat die centraal staande patiënt een partner is. Wat is het verschil? Wat levert dit mij (als patiënt) op? Wat is beter? Ik sta op goede voet met de mij behandelend hematoloog, maar die zegt af en toe ook dat hij het niet weet... Het voelt niet gelijk, het is niet gelijk, toch doet iedereen zijn best. Er moet maatschappelijk nog heel wat gebeuren. Ik kan daar niet op wachten, ik empower mezelf. Dat helpt me om trots te zijn op mezelf. Verdiepingspunt 6. Spiritualiteit en/of zingeving Op enig moment in mijn hele proces van verwerken, accepteren en leren kwam de cursus autobiografisch schrijven op mijn pad. De cursus werd gegeven door enkele bevlogen dominees op de afdeling pastoraat van het VUMC. Spiritualiteit was een vaag begrip voor mij, autobiografisch schrijven daarentegen concreet en helder; daar had ik zin in! Misschien kwam ik nu eindelijk op het spoor wat spiritualiteit inhield en of ik er iets mee kon (ik ben niet gelovig, maar wel lichtjes katholiek opgevoed). De kans om mijn hele geschiedenis eens op papier te zetten wilde ik wel grijpen. Mijn zoektocht kwam uit op een accepteren van het bestaan van spiritualiteit en wat mij daarbij hielp was het duidelijk formuleren van de inhoud(en) van dit begrip. Voor mij zitten begrippen als ruimte, leegte (een leeg hoofd is een bekende grondhouding voor coaches) zingeving en reflectie er dicht tegen aan, vallen er misschien wel mee samen. De zes hoofdstukken rond bovenstaande verdiepingspunten geven voeding aan het overdenken en beschrijven van belevenissen, levenslessen of gewoon maar memorabele
7
voorvallen die de moeite waard zijn om te beschrijven. Kracht en kwetsbaarheid, successen en emoties gaan hand in hand in zulke verhalen. het uitwerken van zulke voorvallen in je leven helpen je aan je eigen rimpelingen: jouw autobiografie. Een autobiografische schrijfgroep Een autobiografie kun je het best schrijven in groepsverband. De groep krijgt gedurende het traject een bijzondere betekenis voor je. Door over je teksten te praten en er op te reflecteren, ondervind je steun en begrip bij de andere leden van je schrijfgroep en van de begeleider van de groep. En op jouw beurt kun je anderen weer helpen. Het verwerkingsproces wordt intenser en breder van thematiek. Immers, anderen merken de witte plekken in je verhalen op, dagen je uit onduidelijkheden te verhelderen vragen kritisch naar de echtheid van je verhaal. Je krijgt stevige feedback op je verhalen. In vriendschap en met respect, want je zit met elkaar in hetzelfde schuitje. Er is inmiddels heel wat onderzoek gedaan naar het nut van schrijven (van een autobiografie, maar ook van andere schrijfactiviteiten) die aantonen dat schrijven helpt om te verwerken, om je beter te voelen, om bij je kracht te komen en er te staan. Het praten in een schrijfgroep is die extra dimensie die ik ieder zou toewensen. Maar als je niet in een groep kunt meedoen kun je natuurlijk toch een autobiografie schrijven. Bespreek die met vrienden of met je partner of kinderen. Het gaat niet om goed of slecht, maar om het woorden geven aan je eigen rimpelingen. Leeswijzer De opzet van dit boek gaat ervan uit dat in een periode van ongeveer 6-8 bijeenkomsten wekelijks of om de 14 dagen gewerkt wordt aan fragmenten van een autobiografie. De laatste bijeenkomst (na een periode van een maand) betreft de bespreking van de totale autobiografie die dan verder uitgewerkt en logisch aan elkaar geplakt is. En natuurlijk kan het werken aan de autobiografie nog maanden doorgaan. Je kunt er via internet zelfs een eigen boek van laten printen. Met foto's en tekeningen. In de teksten staan per aandachtspunt (hoofdstuk) tips en oefeningen om inhoud te geven aan wat meer abstracte en theoretische teksten op basis van je eigen ervaringen. Aan het eind van ieder hoofdstuk staat de opdracht voor de volgende keer die weer specifiek op de autobiografie gericht is. Maak je eigen autobiografie, geniet ervan, geef het een mooi kaftje. Schenk het weg. Ik hoop ook dat er vele trainers, coaches en begeleiders zijn die als vrijwilliger of als betaalde kracht patiënten gaan ondersteunen in dit boeiende proces. Ze mogen ongelimiteerd uit dit boek 'lenen', graag zelfs! Dit is een werkboek, er is geen sprake van copyright. Ik geef mijn rimpelingen cadeau, dat is mijn rimpeling! Dank Zonder mijn Beatrijs, mijn wandelmaatjes, collega's en vrienden, lotgenoten en de inspiratie die mijn bestuurslidmaatschap van de Stichting Hematon (voor bloedkanker en stamceltransplantatie) gegeven heeft, was dit boek er nooit gekomen. En ook niet zonder de goede intuïties van mijn hematoloog! Ik dank jullie allemaal vanuit het diepst van mijn hart. Ik draag dit boek op aan mijn dochter Marieke, want zij is veel te jong zelf in aanraking gekomen met kanker.
literatuur Anbeek, Christa (2014-7). Overlevingskunst. Leven met de dood van een dierbare. Ten Have, Utrecht.
8
Anbeek, Christa (2013). Aan de heidenen overgeleverd. Hoe theologie de 21e eeuw kan overleven. Inaugurale rede. Ten Have, Utrecht. William S. Breitbart MD en Shannon R. Poppito PhD (2014), Meaning Centered Group Psychotherapy for patients with advanced cance. A treatment manuel. OUP USA. William Breitbart MD e.a. (2004). Psychotherapeutic Interventions at the End of Life: A Focus on meaning and Spirituality. Canadian Journal of Psychiatry, Vol 49, no 6. William Breitbart en Allison Applebaum (2011). Meaning Centered Group Psychotherapy. Handbook of Psychotherapy in Cancer Care. Hoofdstuk 12. Redactie: Maggie Watson en David Kissane. John Whiley and Sons. Frankl, Viktor F. (2013-13), De zin van het bestaan. Een psycholoog beleeft het concentratiekamp en een inleiding tot de logotherapie. Uitgeverij Ad Donker, Rotterdam Soer, Willemijn (2013). Autobiografisch schrijven. Waar we het over hebben als wij het over ons leven hebben. Christofoor, Zeist. Yalom, Irvin D. (2012-6). Tegen de zon in kijken. Doodsangst en hoe die te overwinnen. Balans, Amsterdam. Yalom, Irvin D. Nietsches tranen. Roman van een obsessie. (2005-14). Balans, Amsterdam. Van dezelfde auteur en uitgeverij: De therapeut (2007-10) en De Schopenhauerkuur (2007-5).
9