Hellevoetsluis
Initiatiefvoorstel plan van aanpak Beperking aantal Voortijdig Schoolverlaters
Aanleiding initiatiefvoorstel Hellevoetsluis heeft volgens de rapportages van de leerplichtambtenaar te maken met een aanzienlijk aantal voortijdig schoolverlaters (vsv-ers). Hoewel nadere bestudering uitwijst, dat de cijfers door allerlei oorzaken (zie Inleiding en de Bijlage) te hoog zijn, blijkt toch een aanzienlijk aantal vsv-ers zonder startkwalificatie het onderwijs te verlaten. Daarmee ontstaat het gevaar, dat deze mensen zich vroeg of laat melden bij de gemeente om een beroep te doen op de gemeentelijke voorzieningen. Ook kan het voorkomen, dat groepen werkloze jongeren een sociale risicogroep gaan vormen en daarmee een gevaar worden voor de samenleving. Het is daarom van belang om de (potentiële) vsv-er in beeld te krijgen en te houden, zodat beperkingen om deel te nemen aan het gekozen onderwijstraject worden weggenomen. Niet alleen maken zij daardoor meer kans op regulier werk; ook komen zij daardoor uit hun sociaal isolement. Daardoor kunnen ook de kosten voor de samenleving worden beperkt, zowel met betrekking tot de noodzaak van WWB ondersteuning als de kosten, die risicogroepen kunnen veroorzaken. Een gedegen aanpak, waarbij scholen, eerste- en tweedelijns hulpverlening, inclusief leerplicht, nog beter met elkaar samenwerken is daarbij een eerste vereiste om de voorgenomen regierol van de gemeente gestalte te kunnen geven. Ook een verbeterde afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarktvraag en dientengevolge verbreding van het onderwijsaanbod in Hellevoetsluis, tezamen met gebruikmaking van de mogelijkheden binnen de Wet Investering Jongeren zullen daarbij een bijdrage leveren aan de kansen van de doelgroep, die momenteel nog in een uitzichtloze situatie dreigt te geraken. Doelstelling van het initiatiefvoorstel: De (potentiële) voortijdig schoolverlaters in kaart brengen, waarna zij doelmatiger kunnen worden benaderd voor ondersteuning bij het wegnemen van belemmeringen om hun opleiding af te maken. Daarmee worden de kansen op duurzaam regulier werk vergroot en wordt het risico, dat zij vroeg of laat een beroep moeten doen op de gemeentelijke sociale voorzieningen of vanuit sociaal isolement gevaren gaan opleveren voor de samenleving, beperkt.
pagina 1 van 17
Samenvatting aanbevelingen: Het college wordt verzocht om vanuit de regierol te komen met een plan van aanpak om voortijdige uitval zonder startkwalificatie te voorkomen. Dit plan van aanpak zou de basis moeten zijn voor de aanpak van de volgende aandachtspunten: -
De gemeente heeft vanuit de onderwijsregierol de plicht om erop toe te zien, dat jongeren, die van het VO verdwijnen in andere onderwijscircuits, in beeld blijven tot zij een startkwalificatie behaald hebben. Daarvoor doen wij de volgende (kaderstellende) aanbevelingen: 1. Eind september geven de VO-scholen van alle bovengenoemde leerlingen (geslaagde VMBO-leerlingen en voortijdig afgehaakte leerlingen van VMBO, HAVO en VWO) aan de gemeente door waar deze leerlingen naar toe gegaan zijn, nadat zij gecheckt hebben of de leerlingen daar daadwerkelijk aanwezig zijn. De resultaten worden doorgegeven aan de leerplichtambtenaar. In gevallen van twijfel zoekt de leerplichtambtenaar dit verder uit. Het verdient aanbeveling om dit regionaal te organiseren: één leerplichtcoördinatie op de schaal van Voorne Putten of op de schaal van Voorne Putten en Goeree Overflakkee. 2. De afspraken tussen ROC’s en de leerplichtcoördinatie (voor jongeren onder de 18 jaar) en tussen ROC’s en RMC (voor jongeren van 18 jaar en ouder) dienen aangescherpt en gecontroleerd te worden. 3. De leerplichtcoördinatie en het RMC geven ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten direct door aan de betreffende gemeente.
-
Van het college wordt gevraagd om vanuit de onderwijsregierol te overleggen met de onderwijsinstellingen om een zo breed mogelijk aanbod te verkrijgen van onderwijs, dat gericht is op het behalen van de startkwalificatie gericht op beroepen, waar momenteel een tekort aan arbeidskrachten heerst.
-
De gemeente moet erop toezien, dat partijen, die zich bezighouden met toeleiding naar de arbeidsmarkt, zoals UWV, gemeente en ROC’s beter met elkaar samenwerken om een bundeling te verkrijgen van de beschikbare mogelijkheden. Ook het bedrijfsleven moet hierbij worden betrokken.
-
De gemeente moet de regie voeren teneinde te komen tot een betere samenwerking tussen de verschillende disciplines, die zich bezighouden met de signalering van probleemsituaties bij cursisten en behandeling van de hulpvragen, om zodoende maatwerkoplossingen te bieden, waarbij rekening wordt gehouden met de toename van hulpvragen aan de gemeentelijke instanties in verband met de inkrimping van zorgtaken bij de ROC´s. Bij (gedeeltelijke) overname van de zorg door de gemeente, dient er een warme overdracht plaats te vinden, zodat de zorgleerling niet tussen wal en schip valt.
-
Voorlichting aan jongeren, die zich aanmelden voor leer/werktrajecten in het kader van de wet WIJ dient verbeterd te worden; maatwerkoplossingen dienen ervoor te zorgen, dat aanmelders niet om financiële redenen hun startkwalificatie niet kunnen behalen.
pagina 2 van 17
Verzoekt aan het College: een voorstel voor het gevraagde plan van aanpak te maken en dit voor te leggen aan de Gemeenteraad.
Met dank aan de beide VO-scholen, het Albeda-college en de afdeling Leerplicht in Hellevoetsluis voor hun bijdrage aan dit stuk. Namens de fracties van IBH en CDA
Hans Reumkens
pagina 3 van 17
Cilia Meerman-van Benthem
Onderbouwing aanbevelingen Inleiding Het college heeft besloten dat de gemeente in het onderwijsveld zoveel mogelijk de regierol vertolkt. Vanuit de regierol wordt getracht het onderwijs te bevorderen, zowel in kwalitatief als in kwantitatief opzicht. Doel is oa zoveel mogelijk jongeren een startkwalificatie te laten behalen en het aantal voortijdig schoolverlaters (vsv-ers) te reduceren. Via DUO (fusie van de IB-groep en het CFI) worden cijfers bekend gemaakt van vsv-ers. Dit zijn de zogenaamde officiële cijfers. Ook de gemeente maakt daarvan gebruik(zie Jaarverslag leerplicht). Deze cijfers blijken echter sterk “vervuild” te zijn. Zo worden leerlingen die een opleiding zijn gaan volgen bij particuliere instellingen als vsv-er aangemerkt, terwijl zij bezig zijn met het halen van een diploma. Ter illustratie: van de 11 leerlingen op CSG Jacob van Liesveldt die over het afgelopen jaar als vsv-er te boek stonden bij DUO volgen er vijf onderwijs op een particuliere instelling (Europoort Bussiness School, Eurocollege, Schroevers, instelling Westvoorne), twee zijn geëmigreerd naar Spanje resp. de VS, één zit op het Albeda college, één volgt een VAVO-opleiding. Van de andere twee is er één teruggegaan naar een andere provincie; beiden zijn bekend bij de school. De vijf die een particuliere opleiding zijn gaan volgen en de twee die geëmigreerd zijn, worden wel meegeteld als vsv-er. Er is dus sprake van sterk vervuilde cijfers. Zie ook de bijlage. Voorlopig zullen deze vervuilde cijfers gehanteerd blijven worden. Dat heeft oa te maken met het feit dat er in 2007 afspraken zijn gemaakt via een convenant “aanval op de uitval”. In dit convenant tussen VO-scholen, gemeenten (leerplicht) en MBO-instellingen in de regio is de doelstelling opgenomen om in 4 jaar tijd een afname van het aantal vsv-ers te realiseren van 40%. De doelstellingen worden gemeten ten opzichte van het peiljaar 2005-2006. Dit is het 3e jaar van het convenant en op dit moment heeft Hellevoetsluis een afname van 31,7%. Aangezien bij de start van deze aanpak uitgegaan is van vervuilde cijfers, heeft men dit gedurende de looptijd niet veranderd omdat er dan onvergelijkbare cijfers gehanteerd zouden worden. Ondanks deze veel te hoge, vervuilde, cijfers blijft het belangrijk het aantal vsv-ers terug te dringen. Hieronder geven wij een analyse en komen we met een aantal aanbevelingen.
Analyse Voortgezet Onderwijs Standaard schoolloopbaan Verreweg de meeste leerlingen ronden hun schoolloopbaan af met het behalen van een diploma. Heeft de jongere het diploma HAVO of VWO op zak, dan beschikt hij over een startkwalificatie. VMBO-leerlingen stromen in de regel door naar het MBO of HAVO. Er is een groep leerlingen voor wie het behalen van een startkwalificatie te hoog gegrepen is. Deze leerlingen zitten in het algemeen op praktijkscholen. Sommigen van hen kunnen na het doorlopen van de praktijkschool alsnog bij het MBO een diploma op niveau 1 halen (hiermee beschikken ze niet over een startkwalificatie); voor een enkeling is zelfs een diploma op MBO niveau 2 mogelijk (wel startkwalificatie). De grootste groep wordt opgeleid om vanuit de pagina 4 van 17
school door te stromen naar de arbeidsmarkt. De zorgstructuur op praktijkscholen (PRO) staat in het algemeen op een zeer hoog niveau. De leerplichtambtenaar heeft goede contacten met het PRO. De regels met betrekking tot het vsv-er zijn van leerlingen die het PRO hebben afgerond zijn niet echt logisch. Een leerling met een getuigschrift van het PRO is NIET kwalificatieplichtig, ondanks de leeftijd. Een leerling met een getuigschrift van het PRO èn een arbeidscontract valt niet onder vsv en wordt ook niet meegeteld als vsv-er. Echter, een jongere die PRO heeft doorlopen met getuigschrift en doorstroomt naar MBO niveau 1 en hier uitvalt, wordt WEL geteld als vsv-er. Jongeren van het PRO onderwijs die een getuigschrift hebben, maar geen baan, worden doorgestuurd naar RMC Spijkenisse (en dus naar Steunpunt Onderwijs) Zij gaan met deze jongere aan de slag om te kijken of de jongere door kan stromen naar MBO 1, of ze helpen bij het vinden van een baantje, via jongerenloket (in Spijkenisse) of de jongerenintermediair/coach in Hellevoetsluis. De school meldt deze jongeren via DUO aan de gemeente. Er is een commissie werkscholen, zij hebben een aanbeveling geschreven mbt jongeren zonder startkwalificatie. Het betreft hier voornamelijk jongeren vanuit het Voortgezet Speciaal Onderwijs, Praktijkonderwijs en de AKA opleiding van het MBO (niveau 1). Zij willen een vakopleiding oprichten voor deze jongeren waardoor de aansluiting tussen school en de arbeidsmarkt verbeterd wordt. Het betreft kinderen die wel geplaatst kunnen worden op een reguliere baan. Het bedrijfsleven staat positief tegen over deze werkscholen. Het betreft werkscholen met prestatieafspraken waarbij 80% moet uitstromen naar een plek op de arbeidsmarkt. Op dit moment wordt verder nagedacht en onderzocht wat hier regionaal mee gedaan kan worden. Zorgleerlingen Op beide VO-scholen zijn Zorg AdviesTeams (ZAT’s) aanwezig. De leerplichtambtenaar maakt daar deel van uit. Het doel van deze ZAT’s is leerlingen met problemen in zo’n vroeg mogelijk stadium te signaleren en gezamenlijk te kijken hoe deze leerlingen het beste geholpen kunnen worden. Bij ongeoorloofd verzuim is vaak sprake van achterliggende problematiek. Ongeoorloofd verzuim kan leiden tot voortijdig schoolverlaten en is daarom een belangrijke indicator. Daarom is het belangrijk dat verzuim tijdig gemeld wordt bij de leerplichtambtenaar. De wettelijke verplichting is dat scholen verzuim moeten melden bij 16 uur ongeoorloofde afwezigheid in een periode van 4 aaneengesloten weken. Met de beide VO-scholen zijn hierover goede afspraken gemaakt, die redelijk goed nagekomen worden. In de Hellevoetse situatie komt het sporadisch voor, dat de scholen voor voortgezet onderwijs leerlingen tussentijds van school verwijderen. Het VO heeft daarbij een taak om vervangend onderwijs te regelen. Deze leerlingen worden altijd besproken in het ZAT van de betreffende school. Bij Jacob van Liesveldt wordt in zo’n situatie de leerling op één van de andere PENTA-vestigingen geplaatst. Bij Helinium wordt zo’n leerling of bij Jacob van Liesveldt of bij één van de andere scholen vallend onder Galilei geplaatst. In geval van urgentie kan de leerling terecht in de Rebound voorziening. Tijdens deze periode wordt in overleg met oa de school en de leerplichtambtenaar gekeken wat het beste vervolgtraject voor deze leerling is. Dat kan zijn terugplaatsing op de oude school, plaatsing op een andere pagina 5 van 17
school voor VO of het volgen van een zorgtraject (RMPI). De leerplichtambtenaar is hiervan op de hoogte en kan de leerling blijven volgen. Ook over deze procedure zijn goede afspraken gemaakt. Eigen keuze leerling om school te verlaten Als leerlingen op het voortgezet onderwijs gezakt zijn voor hun eindexamen, bestaat er een aantal mogelijkheden om alsnog een startkwalificatie te halen: 1. Elke leerling kan het examenjaar overdoen op het VO en opnieuw eindexamen doen. 2. Voor leerlingen die gezakt zijn voor het VMBO t/g, HAVO of VWO bestaat ook de mogelijkheid (deze mogelijkheid wordt via internet zeer aangeprezen) om het examen alsnog via het Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO) te doen. De leerling kan vrijstelling krijgen voor de vakken waarvoor hij bij het eindexamen voldoendes gehaald heeft. Voorwaarde is wel dat de leerling minimaal 18 jaar is. Een aantal leerlingen dat voor het VO-examen gezakt is en 18 jaar of ouder is, geeft hieraan de voorkeur boven het overdoen van het examenjaar op het VO. 3. De leerling kan op een ROC een MBO-diploma halen. 4. De vierde mogelijkheid is om via particulier onderwijs of instituten of door zelfstudie alsnog (staats)examen te doen in de vakken waarvoor men een onvoldoende gehaald heeft. 5. Vanuit het samenwerkingsverband VO is er een nieuw project gestart voor VMBOleerlingen: via 100% praktijk krijgen zij toch de gelegenheid een startkwalificatie te halen. Leerlingen die vòòr het examenjaar de school verlaten, bv na HAVO 4 of VWO 4 of 5, kunnen gebruik maken van de hierboven genoemde mogelijkheden 3 en 4. Er zijn goede afspraken gemaakt tussen de gemeente en de scholen om deze leerlingen aan te melden bij de gemeente. Als deze leerlingen nog geen 18 jaar zijn, kan de gemeente via de leerplichtambtenaar deze leerlingen in beeld houden en druk op hen uitoefenen om alsnog een startkwalificatie te halen. Zijn ze 18 jaar of ouder (tot 23 jaar), dan lopen de meldingen via de contactgemeente Spijkenisse. Het wordt dan lastiger voor de eigen gemeente om hen in beeld te houden. Ook heeft de gemeente geen dwangmogelijkheden meer, tenzij de jongere om een uitkering bij de gemeente aanklopt. Dan kan de gemeente via de Wet Investeren in Jongeren (WIJ) bv door het voornemen om te korten op de uitkering alsnog afdwingen een startkwalificatie te halen.
MBO-onderwijs Onderwijsaanbod In Hellevoetsluis wordt MBO-onderwijs aangeboden op niveau 1 en 2 (startkwalificatie). Voor de beroepsopleidingen Horeca en Verkoopspecialist wordt ook niveau 3 aangeboden. De opleidingen worden verzorgd door het Albeda College in Technisch Paviljoen 2 aan de Fazantenlaan.
pagina 6 van 17
Opleiding op niveau 2 kan worden gevolgd voor de beroepen Administratief Medewerker, Horeca, Arbeidsmarkt Gekwalificeerd Assistent (AKA), Beveiliger of Verkoper detailhandel. Voor alle overige beroepsopleidingen, zoals techniek, recreatie, mode, sport etc. zijn jongeren in Hellevoetsluis aangewezen op Spijkenisse en Rotterdam, zowel via het Albeda College als het Zadkine College. Een klein percentage gaat naar Brielle (Scheepvaart- en Transport College), Oude Tonge en Middelharnis (Albeda). Momenteel volgen via het Albeda College ongeveer 150 cursisten een MBO-opleiding in Hellevoetsluis. Zoals hierboven gememoreerd beperkt zich het onderwijsaanbod in Hellevoetsluis op MBO niveau tot een aantal vakgebieden. Aangezien ROC’s de laatste jaren door beperkte instroom van inburgeraars in zwaar weer verkeren, hebben zij de neiging om het MBOonderwijsaanbod zo veel mogelijk te clusteren binnen hun hoofdlocaties in Rotterdam. Dat houdt in, dat het aanbod in Hellevoetsluis steeds verder onder druk komt te staan. Dit heeft er al toe geleid, dat de studie Helpende Welzijn vanaf schooljaar 2011 niet meer in Hellevoetsluis wordt aangeboden. Voor verreweg de meest opleidingen zijn leerlingen al aangewezen op Rotterdam. Deze ontwikkeling heeft een aantal voor Hellevoetsluis nadelige consequenties: -
Zeker bij 16 en 17 jarigen blijkt in de praktijk, dat ouders er problemen mee hebben, dat hun kind in Rotterdam aan een studie begint. Men kiest er dan voor om dit kind in te schrijven voor een overbruggende alternatieve cursus of voor een lager niveau in Hellevoetsluis, in de hoop, dat het kind vanaf 18 jaar beter in staat is om naar Rotterdam te reizen. In beide gevallen leidt dit tot desinteresse en spijbelgedrag. Leerlingen zitten op de verkeerde opleiding en/of vervelen zich door het lage niveau. Sommigen raken dusdanig gedesillusioneerd, dat zij een hekel krijgen aan school en liever gaan werken (desnoods zonder startkwalificatie).
-
Door het beperkte aanbod van beroepsopleidingen dreigt de aansluiting tussen de vraag vanuit de arbeidsmarkt en het aanbod van leerlingen met de juiste MBO diploma´s onder druk te komen. Het is daarom aan te bevelen om vanuit de regierol van de gemeente bij de ROC´s aan te dringen op opleidingen, die beter aansluiten bij de vraag in de markt. Voor de ROC´s heeft dit als voordeel, dat deze opleidingen voldoende instroom zullen hebben om ze te bekostigen en voor de gemeente bestaat het voordeel uit beperking van het risico op instroom van werkloze gediplomeerde MBO-ers.
Aanbeveling: We verzoeken het college om vanuit haar regierol te overleggen met de onderwijsinstellingen om een zo breed mogelijk aanbod te verkrijgen van onderwijs, dat gericht is op het behalen van de startkwalificatie gericht op beroepen, waar momenteel een tekort aan arbeidskrachten heerst.
pagina 7 van 17
Zorgleerlingen Ook bij het Albeda College Hellevoetsluis is een ZAT team actief. Dit team wordt aangestuurd vanuit het Schoolmaatschappelijk werk van het Albeda College Rotterdam. De resultaten laten te wensen over, omdat de samenwerking tot nu toe matig te noemen is. Verzuimmeldingen bv worden (te) laat of helemaal niet doorgegeven. Het beeld van de leerplichtambtenaar is bij veel leerlingen en docenten vrij negatief: ”ze delen alleen maar boetes uit”. Door samen te werken in zo’n ZAT kan dat beeld bijgesteld worden. Veel activiteiten van de leerplichtambtenaar liggen namelijk op het zorgvlak. Door korte lijntjes met hulpverleners (CJG, GOSA-regisseur, schuldhulpverlening, enz.) kan de leerplichtambtenaar de leerling ondersteuning bieden. Binnenkort heeft leerplicht een afspraak met Albeda Hellevoetsluis om te praten over het ZAT. In het nieuwe schooljaar zal leerplicht weer een vaste deelnemer worden in het ZAT. In het algemeen geldt dat de MBO-afdeling waar een leerling op zit verantwoordelijk is voor de zorg voor en rond die leerling. Verschillende MBO-afdelingen in bv Rotterdam hebben hun eigen ZAT en eigen hulpverleners (bv schuldhulpverlening), waarvoor de gemeente Rotterdam een financiële bijdrage geeft. Leerplicht Hellevoetsluis krijgt geen ZAT terugkoppeling van MBO scholen in Rotterdam. Hierdoor zijn zorgleerlingen of potentiële uitvallers niet altijd goed in beeld. Rotterdam heeft aangegeven niet langer meer de zorg aan leerlingen die buiten Rotterdam wonen te willen betalen. Hierover moeten op korte termijn goede afspraken gemaakt worden. Aanbeveling: Het zou wenselijk zijn als er een ZAT terugkoppeling zou zijn van MBO-scholen in Rotterdam, bv via de contactgemeente Spijkenisse. Op korte termijn dienen goede afspraken gemaakt te worden voor een warme overdracht en voortzetting van de zorg voor zorgleerlingen die op een MBO-afdeling in Rotterdam zitten en die straks niet meer de benodigde zorg krijgen via hun school.
Kritische momenten Een kritisch moment waarbij leerlingen die nog geen startkwalificatie behaald hebben uit het oog verloren kunnen raken is het moment van doorstroming. Dit geldt bv voor VMBOleerlingen die geslaagd zijn en voor VMBO/ HAVO/ VWO- leerlingen die gezakt zijn voor hun eindexamen. De meesten van hen gaan naar het MBO buiten Hellevoetsluis. Een aantal leerlingen verandert tijdens de schoolvakantie van gedachten over de te volgen opleiding. Zij laten zich uitschrijven en geven aan dat zij een andere opleiding willen gaan volgen. Deze leerlingen kunnen makkelijk uit beeld raken. Daarom bellen sommige scholen (Jacob van Liesveldt, Bahurim) later (september/oktober) op om te controleren of de leerling ook inderdaad de opgegeven opleiding is gaan volgen. Met een extra controle in deze fase kan een verbeterslag gemaakt worden.
pagina 8 van 17
Aanbeveling: Eind september geven de VO-scholen van alle bovengenoemde leerlingen (geslaagde VMBO-leerlingen en voortijdig afgehaakte leerlingen van VMBO, HAVO en VWO) aan de gemeente door waar deze leerlingen naar toe gegaan zijn, nadat zij gecheckt hebben of de leerlingen daar daadwerkelijk aanwezig zijn. De resultaten worden doorgegeven aan de leerplichtambtenaar. In gevallen van twijfel zoekt de leerplichtambtenaar dit verder uit. Het verdient aanbeveling om dit regionaal te organiseren (op de schaal van Voorne Putten of de schaal van Voorne Putten en Goeree Overflakkee). Aanvulling vanuit Leerplicht: Hier in de regio hebben we een NO SHOW actie. Leerlingen die wel zijn aangemeld bij een MBO maar niet zijn aangekomen na de zomervakantie bij deze MBO opleiding, zijn hierdoor direct in beeld. Een tweede kritisch moment vindt plaats tijdens het (meestal) eerste cursusjaar van de leerling. Een aantal leerlingen wil dan van opleiding veranderen of wil helemaal niet meer naar school. Er wordt dan getracht om het ontstane verzuimprobleem bij het ROC intern op te lossen via een Trajectbureau van het ROC (waar leerlingen zich heroriënteren op een te volgen opleiding) of via het Schoolmaatschappelijk werk. De ROC’s hanteren de stelling, dat zo min mogelijk leerlingen vroegtijdig uitstromen zonder startkwalificatie, maar lang niet alle zorgleerlingen kunnen worden geholpen door de ROC’s zelf. Door de lange zorgtrajecten worden leerlingen ook lang niet allemaal bij de leerplichtambtenaar gemeld. Hier ligt een belangenconflict tussen ROC’s en leerplicht. Bij verzuim moeten de ROC’s tijdig (wettelijk kader: bij 16 uur in een periode van 4 aaneengesloten weken) de leerplichtambtenaar van de plaats waar de leerling woont op de hoogte stellen, zeker als de leerling nog geen 18 jaar is. Dit gebeurt lang niet altijd. Ook hiervoor geldt dat het handig is om één centraal aanspreekpunt (bv een leerplichtcoördinator) in te stellen. De ROC’s hebben dan voor heel Voorne Putten (eventueel aangevuld met Goeree Overflakkee) met alleen deze leerplichtcoördinator te maken. Deze geeft dat door aan de lokale leerplichtambtenaren. Deze zelfde werkwijze vindt in theorie plaats bij het Regionale Meld- en Coördinatiecentrum voor leerlingen van 18 jaar en ouder. Er zijn sterke twijfels of in de praktijk die meldingen ook daadwerkelijk plaatsvinden. Leerlingen van wie doorgegeven wordt dat ze met problemen kampen, kunnen, afhankelijk van de soort problematiek, lokaal bij het CJG aangemeld worden. (Sub)regionaal gaat er met ingang van het schooljaar 2011-2012 een pilot van start voor een locatie-gebonden inzet op het MBO. Hierbij is er sprake van één aanspreekpunt. Dit aanspreekpunt zal ook fysiek op bepaalde dagen/tijden aanwezig zijn op het MBO, om ook verzuimgesprekken te voeren. Deze pilot maakt deel uit van een groter project dat Rijnmondbreed wordt uitgevoerd. De regio is verdeeld in 6 subregio’s en elke subregio heeft zijn eigen pilot.
Aanbevelingen: Het dient aanbeveling dat ROC’s al bij ongeoorloofd verzuim melding maken en zeker bij vertrek. Door één centraal aanspreekpunt (bijvoorbeeld een leerplichtcoördinator) in te stellen wordt het voor ROC’s eenvoudiger meldingen door te geven.
pagina 9 van 17
De afspraken tussen ROC’s en de leerplichtcoördinator (voor jongeren onder de 18 jaar) en tussen ROC’s en RMC (voor jongeren van 18 jaar en ouder) dienen aangescherpt en gecontroleerd te worden . De leerplichtcoördinator en het RMC geven ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten door aan de betreffende gemeente.
Coördinatie en samenwerking De samenwerking tussen de verschillende instanties, die vanuit het gevoerde beleid schooluitval moeten voorkomen en daarnaast ervoor moeten zorgen, dat jongeren met behulp van een startkwalificatie zich een plaats verwerven op de arbeidsmarkt, is niet goed te noemen.
Coördinatie Stageplaatsen De startkwalificatie betekent een afgeronde opleiding HAVO / VWO, dan wel een MBOopleiding op niveau 2. Om voor deze startkwalificatie in aanmerking te komen, moeten cursisten in het beroepsonderwijs 640 uur stage hebben gelopen gedurende een 2-jarige opleiding. Stageplaatsen zijn schaars, zeker in de huidige economische tijd. Zowel het UWV werkbedrijf als de gemeente en de ROC’s vissen in dezelfde vijver. Het is meerdere malen voorgekomen, dat cursisten in het beroepsonderwijs hun Startkwalificatie niet konden halen door gebrek aan stageplaatsen, die door andere instanties waren “ingepikt”. Een nauwere samenwerking onder leiding van een onafhankelijk coördinator zou hier uitkomst kunnen bieden.
Coördinatie multiproblematiek Last but not least spreekt het Jaarverslag 2008-2009 van de Leerplichtambtenaar over ruim 250 voortijdige schoolverlaters. Gebleken is dat hierin ook preventief vsv-ers bijzitten. Dat zijn leerlingen die nog wel op school zitten, maar die aangemeld zijn bij Steunpunt Onderwijs, bv omdat zij eigenlijk niet meer naar school willen en zwaar gedemotiveerd zijn. Ze kunnen zich zelf aanmelden, maar de aanmelding kan ook bv via hun mentor gaan of anderszins. Het aantal geregistreerde vsv-ers bedraagt 130. Zoals eerder uiteengezet gaat het hier om een vervuild cijfer. Het werkelijke aantal vsv-ers is waarschijnlijk lager. Hier zitten jongeren bij waar niet altijd voldoende zicht op is. De meeste vsv-ers echter zijn wel bekend bij Steunpunt Onderwijs. Dit probeert ook contact op te nemen met deze jongeren om hen weer te motiveren een startkwalificatie te halen en/of hen te helpen bij eventuele problemen. Dit wordt niet meer doorgegeven aan Leerplicht, omdat het hier vooral om 18-jarigen of ouder gaat. Zowel bij de preventief vsv-ers als bij de “echte” vsv-ers gaat het vaak om jongeren met een multi-problematiek (financieel, relationeel, kinderopvang etc.), die eigenlijk geholpen zouden moeten worden door de ZAT teams , CJG, Gosa regisseur, Jongerenloket en pagina 10 van 17
Leerplichtambtenaren. Ook hier werken organisaties lang niet altijd voldoende samen en wordt niet goed omgegaan met de hulpvraag, waardoor uitval of ernstige vertraging ontstaat bij het volgen van een opleiding. Hoewel van de scholen wordt verwacht, dat zij hun zorgleerlingen zoveel mogelijk helpen, zal met name bij de ROC´s veel minder geld beschikbaar blijven voor het volgen van zorgleerlingen. Dit uit zich al door een beperking van schoolmaatschappelijk werk en werkzaamheden van het trajectbureau in 2012. Daardoor zal de druk op de regulieren zorgverleners binnen de gemeente Hellevoetsluis alleen maar toenemen.
Samenvatting aanbevelingen: -
De gemeente heeft vanuit de onderwijsregierol de plicht om erop toe te zien, dat jongeren, die van het VO verdwijnen in andere onderwijscircuits, in beeld blijven tot zij een startkwalificatie behaald hebben. Daarvoor doen wij de volgende (kaderstellende) aanbevelingen: 1. Eind september geven de VO-scholen van alle bovengenoemde leerlingen (geslaagde VMBO-leerlingen en voortijdig afgehaakte leerlingen van VMBO, HAVO en VWO) aan de gemeente door waar deze leerlingen naar toe gegaan zijn, nadat zij gecheckt hebben of de leerlingen daar daadwerkelijk aanwezig zijn. De resultaten worden doorgegeven aan de leerplichtambtenaar. In gevallen van twijfel zoekt de leerplichtambtenaar dit verder uit. Het verdient aanbeveling om dit regionaal te organiseren: één leerplichtcoördinatie op de schaal van Voorne Putten of op de schaal van Voorne Putten en Goeree Overflakkee. 2. De afspraken tussen ROC’s en de leerplichtcoördinatie (voor jongeren onder de 18 jaar) en tussen ROC’s en RMC (voor jongeren van 18 jaar en ouder) dienen aangescherpt en gecontroleerd te worden. 3. De leerplichtcoördinatie en het RMC geven ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten direct door aan de betreffende gemeente.
-
Van het college wordt gevraagd om vanuit de onderwijsregierol te overleggen met de onderwijsinstellingen om een zo breed mogelijk aanbod te verkrijgen van onderwijs, dat gericht is op het behalen van de startkwalificatie gericht op beroepen, waar momenteel een tekort aan arbeidskrachten heerst.
-
De gemeente moet erop toezien, dat partijen, die zich bezighouden met toeleiding naar de arbeidsmarkt, zoals UWV, gemeente en ROC’s beter met elkaar samenwerken om een bundeling te verkrijgen van de beschikbare mogelijkheden. Ook het bedrijfsleven moet hierbij worden betrokken.
-
De gemeente moet de regie voeren teneinde te komen tot een betere samenwerking tussen de verschillende disciplines, die zich bezighouden met de signalering van
pagina 11 van 17
probleemsituaties bij cursisten en behandeling van de hulpvragen, om zodoende maatwerkoplossingen te bieden, waarbij rekening wordt gehouden met de toename van hulpvragen aan de gemeentelijke instanties in verband met de inkrimping van zorgtaken bij de ROC´s. Bij (gedeeltelijke) overname van de zorg door de gemeente, dient er een warme overdracht plaats te vinden, zodat de zorgleerling niet tussen wal en schip valt. -
Voorlichting aan jongeren, die zich aanmelden voor leer/werktrajecten in het kader van de wet WIJ dient verbeterd te worden, maatwerkoplossingen ervoor zorgen, dat aanmelders niet om financiële redenen hun startkwalificatie niet kunnen behalen.
Bijlage VSV cijfers en toelichting behorende bij Initiatiefvoorstel Plan van Aanpak Beperking Aantal Voortijdige Schoolverlaters:
De hierna volgende bijlage is aangeleverd door Peter Klop en Peter van der Zwaal van het Samenwerkingsverband VO op Voorne Putten, waarvoor onze hartelijke dank. Bijlage % tov 2005-06 2006-07 2007-08 2008-09 2009-10 2005-06 11ZH Sgm Maerlant College aantal leerlingen 1187 1192 1254 1352 1373 aantal VSV 24 33 26 17 23 -4,2% % VSV 2,0% 2,8% 2,1% 1,3% 1,7% 0,0% 19DH OSG De Ring V Putten aantal leerlingen 1341 1268 1220 1179 1190 aantal VSV 13 15 7 8 7 -46,2% % VSV 1,0% 1,2% 0,6% 0,7% 0,6% 0,0% 23 AP OSG De Eilanden aantal leerlingen 440 390 376 388 374 aantal VSV 12 10 7 5 7 -41,7% % VSV 2,7% 2,6% 1,9% 1,3% 1,9% 0,0% 12 RB Gem Sgm Helinium aantal leerlingen 1706 1580 1611 1586 1522 aantal VSV 54 32 22 25 22 -59,3% % VSV 3,2% 2,0% 1,4% 1,6% 1,4% 0,0% 20FR Penta College aantal leerlingen 5988 6020 5953 5865 5861 aantal VSV 108 105 68 70 63 -41,7% % VSV 1,8% 1,7% 1,1% 1,2% 1,1% 0,0% 17CR Einstein Lyceum aantal leerlingen 776 692 613 575 541 aantal VSV 7 7 5 4 5 -28,6% % VSV 0,9% 1,0% 0,8% 0,7% 0,9% 0,0% Totaal VPR * aantal leerlingen 11388 11142 11027 10945 10861 aantal VSV 216 202 135 129 127 -41,2% % VSV 1,9% 1,8% 1,2% 1,2% 1,2% * excl. 01OE13 Wellantcollege Anna Hoeve en 23YU04 Mavo Charles de Foucauld
Overzicht VSV
Totaal Rijnmond
Landelijk
pagina 12 van 17
aantal leerlingen aantal VSV % VSV %VSV
65728 1507 2,3%
65546 1372 2,1%
64960 1313 1,8%
64227 1013 1,6%
64199 960 1,5%
-36,3%
1,7%
1,5%
1,3%
1,1%
1,0%
-41,2%
2009-2010 aantal leerlingen aantal VSV % VSV
19DH OSG De Ring V Putten aantal leerlingen aantal VSV % VSV
475 0 0,0%
23 AP OSG De Eilanden
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
108 0 0,0%
78 1 1,3%
65 2 3,1%
123 4 3,3%
12 RB Gem Sgm Helinium
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
540 6 1,1%
92 0 0,0%
123 5 4,1%
327 5 1,5%
207 4 1,9%
233 2 0,9%
1522 22 1,4%
20FR Penta College
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
2173 9 0,4%
258 2 0,8%
244 7 2,9%
1163 32 2,8%
1076 10 0,9%
919 3 0,3%
5861 63 1,1%
17CR Einstein Lyceum
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
221 1 0,5%
67 2 3,0%
138 1 0,7%
115 1 0,9%
541 5 0,9%
11ZH Sgm Maerlant College
lwoo 1-2 121 2 1,7%
aantal leerlingen 3962 549 aantal VSV 22 5 % VSV (groep) 0,6% 0,9% % VSV (van 127) 17,3% 3,9% * excl. Wellantcollege Anna Hoeve en Mavo Charles de Foucauld aantal leerlingen aantal VSV % VSV
Landelijk
%VSV
lwoo 3-4 95 6 6,3%
180 1 0,6%
Totaal VPR *
Totaal Rijnmond
brug 3
vmbo 34 havo 3-5 226 252 3 3 1,3% 1,2%
brug 1-2 445 6 1,3%
28 0 0,0%
374 7 1,9%
1987 23 1,2%
1722 10 0,6%
10861 127 1,2%
0,0%
15,7%
37,0%
18,1%
7,9%
100%
11874 356 3,0%
9931 148 1,5%
10260 64 0,6%
63847 953 1,5%
vmbo 34 havo 3-5 175 217 2 4 1,1% 1,8%
vwo 3-6 234 2 0,9%
totaal 1352 17 1,3%
234 0 0,0%
1179 8 0,7%
3839 150 3,9%
lwoo 1-2 112 0 0,0%
brug 3
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
brug 1-2 517 6 1,2%
lwoo 3-4 97 3 3,1%
19DH OSG De Ring V Putten aantal leerlingen aantal VSV % VSV
443 1 0,2%
23 AP OSG De Eilanden
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
125 1 0,8%
12 RB Gem Sgm Helinium
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
20FR Penta College
17CR Einstein Lyceum
pagina 13 van 17
1190 7 0,6%
2086 47 2,3%
502 5 1,0%
Totaal VPR *
221 1 0,5%
527 20 3,8%
4161 63 1,5%
11ZH Sgm Maerlant College
totaal 1373 23 1,7%
28 0 0,0%
23280 167 0,7%
2008-2009
314 5 1,6%
vwo 3-6 234 3 1,3%
186 5 2,7% 78
316 2 0,6%
0,0%
58 2 3,4%
127 2 1,6%
567 7 1,2%
96 0 0,0%
113 3 2,7%
304 9 3,0%
237 5 2,1%
269 1 0,4%
1586 25 1,6%
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
2141 7 0,3%
253 2 0,8%
264 9 3,4%
1206 41 3,4%
1004 9 0,9%
913 1 0,1%
5865 70 1,2%
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
211 1 0,5%
84
125
0,0%
155 3 1,9%
0,0%
575 4 0,7%
aantal leerlingen
4004
2082
1929
1775
10945
539
84 1 1,2%
84
532
388 5 1,3%
aantal VSV 23 2 % VSV (groep) 0,6% 0,4% % VSV (van 126) 17,8% 1,6% * excl. Wellantcollege Anna Hoeve en Mavo Charles de Foucauld Totaal Rijnmond
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
Landelijk
%VSV
1 1,2%
17 3,2%
59 2,8%
23 1,2%
4 0,2%
129 1,2%
0,8%
13,2%
45,7%
17,8%
3,1%
100%
22833 147 0,6%
4297 72 1,7%
548 3 0,5%
3926 166 4,2%
12590 403 3,2%
9726 163 1,7%
10307 59 0,6%
64227 1013 1,6%
0,7%
1,8%
0,6%
3,9%
2,7%
1,2%
0,6%
1,3%
lwoo 1-2 120 5 4,2%
brug 3
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
brug 1-2 461 1 0,2%
lwoo 3-4 89 7 7,9%
vmbo 34 havo 3-5 170 198 5 5 2,9% 2,5%
vwo 3-6 216 3 1,4%
totaal 1254 26 2,1%
19DH OSG De Ring V Putten aantal leerlingen aantal VSV % VSV
448 1 0,2%
247 0 0,0%
1220 7 0,6%
23 AP OSG De Eilanden
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
125 1 0,8%
74 0 0,0%
61 4 6,6%
116 2 1,7%
12 RB Gem Sgm Helinium
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
520 4 0,8%
112 1 0,9%
114 3 2,6%
328 8 2,4%
264 5 1,9%
273 1 0,4%
1611 22 1,4%
20FR Penta College
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
2255 11 0,5%
269 3 1,1%
264 10 3,8%
1238 39 3,2%
991 3 0,3%
865 2 0,2%
5953 68 1,1%
17CR Einstein Lyceum
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
190 1 0,5%
109 2 1,8%
176 2 1,1%
138 0 0,0%
613 5 0,8%
2007-2008 11ZH Sgm Maerlant College
204 2 1,0%
Totaal VPR *
aantal leerlingen 3999 575 aantal VSV 19 9 % VSV (groep) 0,5% 1,6% % VSV (van 135) 14,1% 6,7% * excl. Wellantcollege Anna Hoeve en Mavo Charles de Foucauld Totaal Rijnmond
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
Landelijk
%VSV
2006-2007
71 0 0,0%
376 7 1,9%
71 0 0,0%
528 24 4,5%
2165 58 2,7%
1950 19 1,0%
1739 6 0,3%
11027 135 1,2%
0,0%
17,8%
43,0%
14,1%
4,4%
100%
22991 169 0,7%
4506 68 1,5%
388 3 0,8%
3787 188 5,0%
13122 471 3,6%
9739 164 1,7%
10268 79 0,8%
64801 1142 1,8%
0,7%
1,9%
0,7%
4,4%
3,2%
1,4%
0,7%
1,5%
lwoo 1-2 98 2 2,0%
brug 3
lwoo 3-4 110 9 8,2%
vmbo 34 havo 3-5 202 180 14 5 6,9% 2,8%
vwo 3-6 200 2 1,0%
totaal 1192 33 2,8%
256 2 0,8%
1268 15 1,2%
Sgm Maerlant College
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
brug 1-2 402 1 0,2%
OSG De Ring V Putten
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
447 2 0,4%
OSG De Eilanden
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
116 0 0,0%
71 0 0,0%
67 4 6,0%
136 6 4,4%
Gem Sgm Helinium
aantal leerlingen
501
123
120
342
pagina 14 van 17
321 4 1,2%
16 1 6,3%
221 7 3,2%
328 3 0,9%
390 10 2,6% 247
247
1580
aantal VSV % VSV
1 0,2%
0 0,0%
Penta College
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
2395 15 0,6%
281 3 1,1%
Einstein Lyceum
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
213 0 0,0%
Totaal VPR *
aantal leerlingen 4074 573 aantal VSV 19 5 % VSV 0,5% 0,9% % VSV (van 202)) 9,4% 2,5% * excl. Wellantcollege Anna Hoeve en Mavo Charles de Foucauld Totaal Rijnmond
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
Landelijk
%VSV
2005-2006
83 1 1,2%
7 5,8%
17 5,0%
6 2,4%
1 0,4%
32 2,0%
262 9 3,4%
1310 64 4,9%
912 13 1,4%
777 0 0,0%
6020 105 1,7%
116 4 3,4%
209 2 1,0%
154 1 0,6%
692 7 1,0%
99 2 2,0%
559 29 5,2%
2327 112 4,8%
1876 29 1,5%
1634 6 0,4%
11142 202 1,8%
1,0%
14,4%
55,4%
14,4%
3,0%
100%
23596 187 0,8%
4630 93 2,0%
485 5 1,0%
3634 212 5,8%
13942 651 4,7%
9451 169 1,8%
9808 55 0,6%
65546 1372 2,1%
0,7%
2,1%
0,7%
5,9%
3,8%
1,4%
0,7%
1,8%
lwoo 1-2 113 4 3,5%
brug 3
lwoo 3-4 100 7 7,0%
vmbo 34 havo 3-5 222 192 8 4 3,6% 2,1%
vwo 3-6 191 1 0,5%
totaal 1187 24 2,0%
303 0 0,0%
1341 13 1,0%
Sgm Maerlant College
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
brug 1-2 369 0 0,0%
OSG De Ring V Putten
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
494 2 0,4%
OSG De Eilanden
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
122 0 0,0%
67 1 1,5%
67 3 4,5%
184 8 4,3%
Gem Sgm Helinium
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
530 8 1,5%
127 2 1,6%
119 12 10,1%
418 31 7,4%
261 0 0,0%
251 1 0,4%
1706 54 3,2%
Penta College
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
2396 16 0,7%
279 8 2,9%
231 14 6,1%
1375 57 4,1%
898 10 1,1%
736 3 0,4%
5988 108 1,8%
Einstein Lyceum
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
286 2 0,7%
123 3 2,4%
217 1 0,5%
150 1 0,7%
776 7 0,9%
234 9 3,8%
Totaal VPR *
aantal leerlingen 4197 586 aantal VSV 28 15 % VSV 0,7% 2,6% % VSV (van 216)) 12,8% 6,9% * excl. Wellantcollege Anna Hoeve en Mavo Charles de Foucauld Totaal Rijnmond
aantal leerlingen aantal VSV % VSV
Landelijk
%VSV
pagina 15 van 17
73 0 0,0%
310 2 0,6%
440 12 2,7%
73 0 0,0%
517 36 7,0%
2556 116 4,5%
1878 17 0,9%
1631 6 0,4%
11438 218 1,9%
0,0%
16,5%
53,2%
7,8%
2,8%
100%
24306 201 0,8%
4743 131 2,8%
460 2 0,4%
3254 245 7,5%
14407 739 5,1%
9093 127 1,4%
9465 62 0,7%
65728 1507 2,3%
0,8
2,9%
0,7%
7,0%
4,2%
1,4%
0,7%
2,0%
Toelichting op de VSV-cijfers 2005-2011
Bijgaand de VSV-cijfers van de afgelopen jaren 1. Voor de interpretatie van de getallen is een toelichting nuttig. Overigens is een uitgebreide uitsplitsing van de cijfers per regio en ook per school (leetijd, geslacht, etniciteit, etc.) beschikbaar op www.vsvverkenner.nl. 1. Definitie van VSV Een VSV-er is een leerling die op 1 oktober ingeschreven stond bij een instelling voor bekostigd onderwijs (een vo-school of een mbo-instelling) en op 1 oktober een jaar later 'het bekostigd onderwijs hadden verlaten zonder een startkwalificatie’. Een startkwalificatie is een havo-, vwo- of een mbo-diploma op niveau 2 of hoger). Het gaat níet om ongediplomeerde uitstroom, een vmbo-leerling die ongediplomeerd de school verlaat maar op 1 september bij een mbo ingeschreven is, is géén VSV-er; een gezakte havo-5leerling die gaat werken wel. 2. Ambitie en premie In 2007 hebben de meeste vo-scholen in een RMC-regio een convenant gesloten met de gemeenten (leerplicht) en de mbo-instellingen in de regio. De ondertekenende besturen beloofden een reductie van het voortijdig schoolverlaten van 10% per jaar (cumulatief). De scholen kregen een premie van €2500.- per leerling (aanvankelijk €2000) binnen de doelstelling van 40%. De doelstellingen worden gemeten ten opzichte van het peiljaar 2005-2006 3. Administratieve vervuiling In de cijfers zit een zekere mate van administratieve vervuiling. Deze is gedurende de looptijd niet veranderd omdat er dan onvergelijkbare cijfers gehanteerd zouden worden. De vervuiling wordt vooral veroorzaakt doordat de leerling niet naar een school gaat die in BRON geregistreerd is. De leerlingen zitten dus keurig op school maar ‘het systeem’zit dat niet. Het betreft bijv. particuliere opleidingen (Luzac, kapperacademie, sommige toeristische opleidingen etc.), leerlingen die een opleiding volgen in het leger en ook leerlingen die naar een clusterschool gaan. Verder ziet ‘het systeem’ ook leerlingen die naar het buitenland gaan en op 1 september nog in de bevolkingsadministratie ingeschreven staan als VSV-ers. VSV in de onderbouw wordt veelal veroorzaakt door vertrek naar clusterscholen of naar het buitenland. Ook inschrijving na 1 oktober (een leerling wacht op een leerwerkbaan en krijgt deze uiteindelijk toch niet en gaat dan maar een BOL-opleiding doen) leidt tot VSV. 4. Conclusies (algemeen) In de afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in de verbetering van overdracht van leerlingen van 4vmbo naar het mbo. Desondanks is de grootste VSV-groep te vinden in 4 vmbo. Het zijn leerlingen die op 1 oktober niet ingeschreven stonden op het vervolgonderwijs. Een deel kan verklaard worden uit de administratieve vervuiling, een deel van de leerlingen heeft kans gezien zich aan het onderwijs te onttrekken en wordt pas na 1 oktober door leerplicht opgemerkt.
1
De gegevens worden per BRIN opgegeven, de cijfers van Wellantcollege en van Charles de Foucauld Mavo kunnen niet gegeven worden.
pagina 16 van 17
Het is de verwachting dat de monitoring van de overstap met het programma Intergrip dit probleem aanmerkelijk zal verbeteren. De in grootte tweede groep VSV-ers is te vinden in de bovenbouw van havo en vwo. Deze groep lijkt met enige extra aandacht eenvoudig terug te brengen. Het gaat om twee groepen ongediplomeerde leerlingen: leerlingen uit havo-4 die vastlopen en kennelijk zonder inschrijfbewijs van een vervolgopleiding worden uitgeschreven (‘ze hebben toch een vmbo-diploma!’) leerlingen die zakken voor het examen en niet terug willen komen en uitgeschreven worden. VSV in havo-vwo lijkt relatief eenvoudig te bestrijden met enige begeleiding, dwang en administratieve accuratesse. Alleen bij leerlingen die ouder zijn dan 18 jaar is de aanpak ingewikkelder.
5. Conclusies (VPR) In het algemeen hebben de scholen van dit samenwerkingsverband de doelstelling van 40% behaald. Zij zijn gemiddeld succesvoller dan de andere scholen in de regio en lopen iets achter bij het landelijk gemiddelde. Opvallend is dat de regio na een stevige teruggang in de eerste 3 jaar nu geen verdere reductie tot stand weten te brengen. Per school bekeken zijn er grote verschillen. De scholen die in het peiljaar een laag VSV-percentage hadden, hebben een lastige opgave, dat is bijvoorbeeld te zien bij het Einstein Lyceum. In het peiljaar een lage score van 0,9% in 2010 nog steeds 0,9%. De cijfers laten zien dat sommige scholen er beter in slagen dan andere om VSV te bestrijden. Voor deze regio zal het gebruik van Intergrip de VSV in de bovenbouw van het vmbo terugdringen. Verder zou een extra inspanning in de havo-vwo-afdelingen een goede bijdrage kunnen leveren aan het terugdringen van VSV. 6. Vervolg Het convenant eindigt formeel eind van dit schooljaar, maar zal met één jaar verlengd worden, voor zover nu duidelijk op dezelfde voorwaarden. Voor de jaren daarna zal er wel een regeling komen, maar de vooraarden zijn nu nog niet bekend.
Overigens is aan de scholen begin maart 2011 gevraagd om de gegevens aan te leveren voor een analyse op leerlingniveau op basis van de ‘namen en rugnummers’ die DUO aan de scholen beschikbaar heeft gesteld.
pagina 17 van 17