INHOUDSTAFEL
INHOUDSTAFEL
Bibliografie
1
Hoofdstuk 1. Inleidende beschouwingen 1.1. Wat is een managementvennootschap? 1.1.1. Rechtsvorm 1.1.2. Doel 1.1.3. Aard 1.1.4. Definitie 1.2. Waarom een managementvennootschap? 1.2.1. Financieel-economische motieven 1.2.2. Juridische motieven 1.2.3. Fiscale motieven 1.2.3.1. Algemeen 1.2.3.2. Personenbelasting 1.2.3.3. Vennootschapsbelasting 1.2.3.4. Uitkering winsten 1.2.3.5. Of toch liever niet uitkeren 1.2.4. Sociaalzekerheidsrechtelijke motieven 1.2.5. Motieven in het kader van de vermogensplanning
3 3 3 4 5 7 7 8 8 9 9 9 10 11 15 15 16
Hoofdstuk 2. De janusgezichten van de managementvennootschap 2.1. De managementvennootschap als orgaan van de opdrachtgever 2.1.1. Bestuurder 2.1.2. Dagelijks bestuur 2.1.3. Het directiecomité 2.2. De managementvennootschap als aannemer van de opdrachtgever 2.3. Hybride vormen 2.3.1. Denkbare combinaties 2.3.2. Afbakening van de bevoegdheden en opdrachten 2.3.2.1. Bestuurder 2.3.2.2. Dagelijks bestuur 2.3.2.3. Het directiecomité 2.3.2.4. De lasthebber 2.3.2.5. Huur van werk 2.3.2.6. Arbeidsovereenkomst
17
22 23 23 25 25 27 27 28 29 30
Janusgezichten van de managementvennootschap
III
17 18 20 21
INHOUDSTAFEL
2.3.3. Toerekening van de vergoedingen 2.3.3.1. Bestuurder 2.3.3.2. Dagelijks bestuur 2.3.3.3. Het directiecomité 2.3.3.4. Lastgeving 2.3.3.5. Huur van werk 2.3.3.6. Arbeidsovereenkomst 2.4. De stille handelsvennootschap 2.4.1. Algemeen 2.4.2. Beoordeling 2.4.2.1. Voordelen 2.4.2.2. Nadelen Hoofdstuk 3. Aansprakelijkheid van de managementvennootschap 3.1. De burgerrechtelijke aansprakelijkheid 3.1.1. De managementvennootschap als aannemer van de opdrachtgever 3.1.1.1. De contractuele aansprakelijkheid 3.1.1.2. De buitencontractuele aansprakelijkheid 3.1.1.3. Samenloop en co-existentie 3.1.2. De managementvennootschap als orgaan van de opdrachtgever 3.1.2.1. Gewone bestuursfout 3.1.2.2. Inbreuk op het vennootschapsrecht of de statuten 3.1.2.3. Tegenstrijdige belangen van vermogensrechtelijke aard 3.1.2.4. Aansprakelijkheid in geval van faillissement met ontoereikend actief 3.1.3. Natuurlijke personen achter de managementvennootschap 3.1.3.1. De managementvennootschap treedt op als aannemer van de opdrachtgever 3.1.3.2. De managementvennootschap treedt op als orgaan van de opdrachtgever 3.2. Aansprakelijkheid
IV
30 31 31 31 31 32 32 32 32 34 34 35 37 37 37 37 41 42 43 45 46 47 48 51 51 51 55
Kluwer
INHOUDSTAFEL
Hoofdstuk 4. De managementvennootschap en de simulatie 4.1. Algemeen 4.2. Toepassing in het fiscaal recht 4.3. Toepassing in het sociaal recht 4.4. Bewijs 4.4.1. Fictieve akte (absolute simulatie) 4.4.2. Geveinsde akte (relatieve simulatie) 4.4.2.1. Zuivere verschijningsvorm 4.4.2.2. Hybride verschijningsvormen
59 59 60 60 61 62 63 63 66
Hoofdstuk 5. De managementvennootschap en de R.S.Z. 5.1. De wettelijke vermoedens 5.1.1. Fiscaal vermoeden 5.1.2. Vennootschapsrechtelijke lasthebbers 5.2. Feitelijke vermoedens 5.3. De knipperlichtprocedure 5.4. Wetgevend ingrijpen 5.5. Het risico
71 71 71 72 74 76 77 79
Hoofdstuk 6.
De managementvennootschap en de inkomstenbelasting 6.1. Simulatie 6.1.1. In hoofde van de opdrachtgever 6.1.2. In hoofde van de natuurlijke persoon 6.1.3. In hoofde van de managementvennootschap 6.2. Antirechtsmisbruikbepaling 6.2.1. Oprichting van de managementvennootschap 6.2.2. Benoeming als bestuurder 6.2.3. Managementovereenkomst 6.3. Niet-aftrekbaarheid van de betaalde vergoedingen 6.3.1. Algemeen 6.3.1.1. Belastbaar tijdperk 6.3.1.2. Causaal verband en intentioneel element 6.3.1.3. Echtheid en bedrag 6.3.1.4. Bewijslast
Janusgezichten van de managementvennootschap
81 81 81 82 82 83 84 84 85 86 86 87 90 92 94
V
INHOUDSTAFEL
6.3.2. Vergoedingen bestuurder 6.3.2.1. Tantièmes behoren niet tot de belastbare basis 6.3.2.2. Bezoldigingen van bestuurders zijn onvoorwaardelijk beroepskosten 6.3.2.3. Bezoldigingen van bestuurders zijn beroepskosten onder de algemene voorwaarden van artikel 49 van het W.I.B. 1992 6.3.2.4. Overdreven bezoldigingen van bestuurders vormen abnormale of goedgunstige voordelen 6.3.2.5. Conclusie: een vijfde denkpiste? 6.3.3. Managementfees 6.4. Cessie – retrocessie 6.5. Abnormale of goedgunstige voordelen 6.5.1. In hoofde van de opdrachtgever 6.5.2. In hoofde van de managementvennootschap
94 95 98
100
102 105 105 109 113 114 115
Hoofdstuk 7. De managementvennootschap en de B.T.W. 7.1. Belastingplicht 7.1.1. Belastingplichtige 7.1.1.1. Levering van goederen en verrichten van diensten 7.1.1.2. Geregeld en op zelfstandige basis 7.1.2. Onder bezwarende titel 7.1.3. In België plaatsvinden 7.2. Maatstaf van heffing 7.3. Tijdstip belastbaar feit
120 120 123 123 125 126
Hoofdstuk 8. De managementvennootschap en de boekhouding 8.1. In hoofde van de managementvennootschap 8.2. In hoofde van de opdrachtgever
127 127 127
VI
119 119 119
Kluwer
INHOUDSTAFEL
Hoofdstuk 9.
De managementvennootschap in de internationale context 9.1. Inkomstenbelasting 9.1.1. Belasting niet- inwoners 9.1.2. Dubbelbelastingverdragen 9.2. B.T.W.
Hoofdstuk 10. Conclusie
Janusgezichten van de managementvennootschap
133 133 133 134 138 139
VII