���� ���� ������������ ����� ����� ��� � ���� ����
��������������������������
1 �����������������
INHOUDSOPGAVE Voorwoord ......................................................................................................................... blz.3 1. Kwaliteitsbeleid en strategie.............................................................................................4 1.1 Werkgebied/marktoriëntatie.............................................................................................................................. 4 1.2. Missie, visie en strategische keuzen .................................................................................................................. 7 1.3. Het zorgaanbod .................................................................................................................................................... 8 1.4. Zorgprogramma’s en werkafspraken ................................................................................................................ 9 1.4.1. De hulp vanuit het gezondheidscentrum is integraal .................................................................................. 9 1.4.2. De hulp is laagdrempelig toegankelijk ............................................................................................................11 1.4.3. De hulp vanuit het gezondheidscentrum is continu ...................................................................................12 1.4.4. Het aanbod is gericht op specifieke situatie en behoeften vd. bewoners van de schilderswijk ........13 1.4.5. Preventie staat hoog in het vaandel ................................................................................................................15 1.4.6. Het aanbod is gericht op ‘empowerment’.....................................................................................................15 1.4.7. Waar mogelijk wordt gestreefd naar een groepsaanpak ...........................................................................16 1.4.8. Samenwerking ‘buiten de deur”.......................................................................................................................16 1.4.9. Werken in een achterstandswijk .....................................................................................................................17 1.5. Betrokkenheid van de financier .......................................................................................................................17 2. Kwaliteitsmanagement/ management van zorgprocessen .......................................18 2.1. Organisatiebreed draagvlak voor kwaliteitsbeleid ......................................................................................18 2.2. Wijze van bevorderen kwaliteitscultuur........................................................................................................18 2.3. Heldere toedeling van verantwoordelijkheden ............................................................................................20 2.4. Verantwoord personeelsmanagement ...........................................................................................................21 2.5. Systematische gegevensverzameling ...............................................................................................................21 2.6. Interne kwaliteitsbeoordeling ..........................................................................................................................21 3. Patiëntgerichtheid van de organisatie ...........................................................................22 3.1. Informatie over rechten en plichten van de patiënt ...................................................................................22 3.2. Bereikbaarheid en beschikbaarheid ................................................................................................................22 3.3. Privacy ................................................................................................................................................................... 22 3.4. Klachtenopvang en -behandeling .....................................................................................................................22 3.5. Patiëntenraadpleging en medezeggenschap ..................................................................................................22 Bijlagen: ...................................................................................................................................24 1. Evaluatie Zorgaanbodplan .................................................................................................................................24 2. Werkplan 2011 ....................................................................................................................................................37 3. Lijst van Afkortingen...........................................................................................................................................40 4. Personalia.............................................................................................................................................................. 41
2
Voorwoord Voor u ligt het kwaliteitsjaarverslag over 2010 van gezondheidscentrum De Rubenshoek. In het verslag leggen wij als gezondheidscentrum verantwoording af over het door ons gevoerde beleid. Ook beschrijven wij onze vorderingen met betrekking tot het zorgaanbodplan, dat in het kader van de module geïntegreerde eerste lijn met de zorgverzekeraars is overeengekomen. In bijlage 1 treft u de evaluatie van het Zorgplan aan. Wij verwachten dat dit verslag u een beeld geeft van de veelheid aan activiteiten die door de verschillende hulp- en dienstverleners in en vanuit het gezondheidscentrum zijn verricht. Wij hopen dat u dit jaarverslag met plezier zult lezen! Bestuur gezondheidscentrum De Rubenshoek
3
HOOFDSTUK 1: KWALITEITSBELEID EN STRATEGIE 1.1 Werkgebied - de Schilderswijk in Den Haag De Haagse Schilderswijk is, met een oppervlakte van 146 hectare, het grootste aaneengesloten stadsvernieuwingsgebied van Nederland. Het is een klassieke stadsvernieuwingswijk, ontstaan in de tweede helft van de negentiende eeuw en voltooid in de jaren twintig van de twintigste eeuw. In de afgelopen decennia is de wijk vrijwel geheel vernieuwd: van oorspronkelijke arbeiderswijk is de wijk veranderd in een wijk met de grootste multi-etnisch concentratie van Den Haag. De wijk telt ca. 33000 geregistreerde bewoners. Hij grenst aan de binnenstad en ligt ingeklemd tussen twee grote vernieuwingsgebieden: Den Haag Centrum en Laakhavens. De Haagse Schilderswijk staat op de lijst van Krachtwijken. De specifieke samenstelling van de bevolking en de achterstandsproblemen die deze wijken kenmerken zijn de aanleiding voor het vormen van deze lijst, zodat specifiek beleid ingezet kan worden om de sociale problemen te lijf te gaan. De Schilderswijk bestaat uit twee postcode gebieden (4 cijferig niveau) nl. 2525 en 2526. Gezondheidscentrum De Rubenshoek ligt in het hart van de Schilderswijk in het 2525 postcodegebiedsdeel. Dit postcodegebied 2525 is als nummer 17 gepositioneerd op de ranglijst van de krachtwijken, terwijl het gebied 2526 als nummer 73 genoteerd is. De indeling van de Krachtwijken is vooral gebaseerd op 18 indicatoren gegroepeerd rond de thema’s 1) Sociaaleconomische achterstanden 2) Fysieke achterstanden, 3) Sociale problemen en 4) Fysieke problemen. De samenstelling van de populatie van de wijk is op een aantal kenmerken afwijkend van het landelijke gemiddelde. Dit wordt ook teruggezien in de samenstelling van de praktijken van verschillende (zorg)aanbieders in het gezondheidscentrum (zie figuur 1).
L a n d v a n h e r k o m st c li e n t e n D e R u b e n sh o e k 100% 75% %%
17
8 4 11
22
22
10
1 18
10 20
19
20
50%
41
24
30
55
25% 27
21
20
I- s h o p
S oc i a a l
0% Sc h i ld e rs w ijk
H u is a rts e n
R a a d s l ie d e n T u rk i je
M a ro k k o
C a ï ri b i s c h g e b i e d
O v e ri g
N e d e rl a n d
Figuur 1. Herkomst populatie Schilderswijk en cliënten van gezondheidscentrum De Rubenshoek De grote vertegenwoordiging van patiënten afkomstig uit Turkije bij de huisartsen is verklaarbaar vanuit de historie van de Schilderswijk en de beide huisartspraktijken. De adherentie van gezondheidscentrum De Rubenshoek is duidelijk wijkoverschrijdend (figuur 2). Circa driekwart van de patiëntenpopulatie van de huisartspraktijken blijkt daadwerkelijk woonachtig in een gebied met een zogenoemde achterstandspostcode; een kwart dus niet. De hoge mobiliteit van de bevolking van de Schilderswijk is hiervoor een waarschijnlijke verklaring; Hoewel uit de wijk vertrokken blijft men gebruik maken van bestaande en vertrouwde relaties met betrekking tot welzijn en gezondheids-ondersteuning. 1
Rangorde van de 83 slechtste postcode gebieden, document 25 feb. 2009
4
Gemiddeld bedraagt de jaarlijkse in- en uitstroom zo’n 12-15% van het aantal patiënten ingeschreven bij de huisartspraktijk van de Rubenshoek. A d h e r e n t i e G e zo n d h e i d sc e n t r u m D e R u b e n sh o e k 100% 20 75% %%
50%
38
25
15
20
13 25
65
25%
55
24 0% H u is a rts e n S c h i l d e rs w i jk ( 2 5 2 5 )
I- s h o p ) * S c h i l d e rs w i jk ( 2 5 2 6 )
S o c ia a l R a a d s l ie d e n T ra n s va a l
O ve ri g
Figuur 2. Adherentie van gezondheidscentrum De Rubenshoek, voor verschillende zorgaanbieders. *) De paarse kolommen geven weer de adherentie in de gehele Schilderswijk (postcodegebieden 2525 en 2526 gezamenlijk in het jaar 2009) voor I-shop en Sociale Raadslieden. De bevolkingsdichtheid van de Schilderswijk ligt aanzienlijk boven het Haagse cijfer. Ook in andere opzichten wijkt de bevolking van de Schilderswijk sterk af van de rest van Den Haag, bijvoorbeeld wat betreft de leeftijdsopbouw: het aantal 0-20 jarigen is bijna tweemaal zo hoog als het stedelijk gemiddelde, terwijl het aantal bewoners boven de 65 jaar bijna driemaal zo laag is. Bijna de helft van de inwoners bevindt zich in de leeftijdscategorie 20-44 jaar. Voor wat betreft de samenstelling van het huishouden valt op dat het aantal één-ouder-gezinnen en echtparen met kinderen hoger is dan in de rest van Den Haag, terwijl het aantal alleenstaanden en echtparen zonder kinderen juist lager is dan het Haagse gemiddelde. Relatief veel inwoners leven van een bijstandsuitkering. Ook het percentage uitkeringsgerechtigden WAO/ AAW ligt beduidend boven het Haagse gemiddelde. In de Schilderswijk is het gemiddeld besteedbaar jaarinkomen ongeveer de helft van het stedelijk gemiddelde. De gezondheidscentra worden veelvuldig geconfronteerd met psychosomatische klachten. De slechte sociaaleconomische positie heeft een negatieve invloed op het welbevinden van het volwassen bevolkingsdeel. Naast materiële problemen blijken veelal ook immateriële problemen aan de orde te zijn. Mensen die leven op of net boven het sociaal minimum ervaren weinig ontwikkelingsmogelijkhe den. Maatschappelijke, culturele en/of sportactiviteiten zijn voor een deel van de bevolking financieel onbereikbaar. De grote verscheidenheid in culturele achtergronden met geloof in bepaalde oorzaken van ziekten en het daarbij behorende ziektebesef en klachtenpatroon, laten zich niet makkelijk vangen in het bestaande circuit van zorg en hulpverlening. Een groeiend aantal mensen met psychische problemen dreigt tussen de wal en het schip te vallen. Ook wordt vaak een beroep gedaan op de hulpverleners om steun bij het aanvragen en krijgen van voorzieningen, zoals huisvesting, en het bemiddelen bij conflicten met werkgevers en andere instanties. De gemiddelde gezondheid van volwassenen in de Schilderswijk is slecht. Het is immers bekend dat mensen met een lage opleiding en een laag inkomen een relatief slechtere gezondheid hebben; zij leven gemiddeld
5
6 jaar korter en 17 jaar korter in goede gezondheid, dan hoger opgeleiden en mensen met een hoger inkomen. Tabel 1 geeft een overzicht (beperkt) van de 20 meest voorkomende problemen zoals die per januari 2011 naar voren komen uit de HIS-registraties van de huisartspraktijken die onderdeel uitmaken van het Gezondheidscentrum De Rubenshoek.
De getoonde landelijke referentie-gegevens plaatsen e.e.a. in perspectief. Tabel 1 toont dat Diabetes Mellitus, Overgewicht,Vetstofwisselingsstoornissen, Astma, Hooikoorts-allergie, Depressie en Lage rugpijn zonder uitstraling anderhalf tot tweemaal zo vaak voorkomen in vergelijking met de gemiddelde norm-huisartspraktijk in Nederland. Lage rugklachten (met uitstraling) of COPD blijkt in vergelijkbare mate voor te komen. De prevalentie van hypertensie lijkt laag te zijn. Ook is opvallend dat het voorkomen van Hart-Vaatziekten vergelijkbaar is met het voorkomen daarvan in de gemiddelde normhuisartspraktijk in Nederland. Drie factoren zijn van belang bij de beoordeling van deze tabellen, nl. 1) er komt (door verschillende oorzaken) onderregistratie in de HISSEN van de huisarts voor, 2) de totale praktijkpopulatie van GZC De Rubenshoek is wat leeftijd betreft gemiddeld jonger dan die in een gemiddelde huisartspraktijk in Nederland, en 3) de samenstelling van de bevolking naar land van herkomst is zeer afwijkend van het landelijke gemiddelde. Uit de registratie van de maatschap voor fysiotherapie en manuele therapie blijkt dat rug- en nekklachten een aanzienlijk deel vormen van de behandelingen door de fysiotherapeuten (circa 20 tot 30% en 10% respectievelijk), naast de betrokkenheid bij de zorgprogramma’s preventie diabetes, COPD en kinderen met overgewicht. De eerstelijnszorg in de Schilderswijk kost meer tijd en aandacht vanwege 1) taalproblemen en beperkte gezondheidsvaardigheden bij de populatie, 2) de specifieke aard van de klachten, 3) de toename van het
1)HIS, Huisarts Informatie Systeem 6
aantal oudere migranten met relatief complexe problematiek en 4) de hoge mutatiegraad. De grotestads problematiek trekt een zware wissel op het behoud en de instroom van gezondheidswerkers in de eerste lijn zoals huisartsen, verloskundigen en tandartsen. Ondanks al deze problemen en dankzij de inspanningen van zorg- en dienstverleners, maar ook van vele anderen, zijn de bewoners van de Schilderswijk in staat om te werken aan een vitale wijk. Sinds drie jaar wordt hierin samengewerkt binnen de coalitie ‘Gezond Geweten’ van de Haagse Krachtwijken. Enerzijds dragen vele projecten ertoe bij dat de Schilderswijk in de lift zit. Zo blijkt bijvoorbeeld dat bewoners de leefbaarheid van hun wijk positiever beoordelen dan enkele jaren geleden en dat de werkeloosheid gedaald is. Anderzijds merken en vrezen wij de gevolgen van bezuinigingen en overheidsbeleid voor m.n. onze populatie, zoals het wegvallen van de allochtone zorgconsulenten, ouderenconsulenten en tolken, de bezuinigingen op welzijn en de steunpunten mantelzorg en de veranderingen in de GGZ waardoor de POH GGZ haar intrede deed ten koste van de goed functionerende, multicultureel samengestelde groep sociaalpsychiatrisch verpleegkundigen. 1.2. Missie, visie en strategische keuzes Missie Onze missie luidt: binnen gezondheidscentrum De Rubenshoek vindt u een breed en samenhangend aanbod van gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening, afgestemd op de bewoners van de Schilderswijk. Visie In de visie van De Rubenshoek moet de zorg- en dienstverlening aansluiten bij de problemen van de bewoners van de Schilderswijk en tegemoet komen aan de knelpunten en mogelijkheden van de hulpverleners in hun dagelijkse werk. Het moet gericht zijn op het werken aan ‘volksgezondheid’ in de ruime zin. Optimale zorg betekent vaak extra inspanning en soms ook een onorthodoxe aanpak, omdat rekening moet worden gehouden met taal- en cultuurproblemen en met de beperkte praktische mogelijkheden van de patiënt/cliënt, zoals lage scholing, ongeletterdheid, enz. Strategie De missie en visie van gezondheidscentrum De Rubenshoek vertalen zich als volgt in de praktijk: 1. De hulp vanuit het gezondheidscentrum is integraal. Waar nodig, worden klachten van patiënten aangepakt vanuit verschillende invalshoeken: (para)medisch, psychisch en sociaal. Regelmatig wordt onderling overlegd, bijv. tussen huisartsen en fysiotherapeuten en tussen huisartsen, sociaal psychiatrisch verpleegkundigen en maatschappelijk werk.Voor verschillende veel voorkomende klachten zijn multidisciplinaire protocollen geformuleerd. 2. De hulp is laagdrempelig toegankelijk. De Rubenshoek is in de Schilderswijk een plek waar mensen met een veelheid aan vragen terecht kunnen. Het profileert zich graag als ‘het gebouw waar je alles kunt vragen’. 3. De hulp is continu. Patiënten komen voor dezelfde klacht in principe bij dezelfde hulpverlener(s). Binnen de praktijken is sprake van gezamenlijk beleid en een goede informatieoverdracht. Binnen de praktijken is sprake van taakdifferentiatie waardoor hulp dichtbij huis veelal mogelijk is. Bij inzet van meerdere disciplines wordt gestreefd naar een ‘warme overdracht’. 4. Het aanbod is gericht op de specifieke situatie en behoeften van de bewoners van de Schilderswijk. Turkse en Marokkaanse tolken zijn wekelijks in het centrum aanwezig, evenals een Turkse en Marokkaanse ouderenadviseur. De sociaal psychiatrisch verpleegkundigen die vanuit Parnassia in het centrum werken zijn afkomstig uit verschillende etnische groepen. Omdat bekend is dat veel gezondheidsklachten hun oorsprong hebben in psycho-sociale problemen, vindt intensief overleg plaats tussen medische en psychosociale disciplines en tussen ‘zorg’ en ‘welzijn. De Rubenshoek heeft van meet af aan het project ‘de Zichtbare Schakel’ verwelkomd: dankzij de inzet van
7
wijkverpleegkundigen in verschillende krachtwijken in Nederland, waaronder de Schilderswijk, worden mensen bereikt, die anders onvoldoende de weg weten naar het bestaande aanbod van zorg en welzijn. 5. Preventie staat hoog in het vaandel. Het bevorderen van een gezonde leefstijl en voorlichting zijn voor goede preventie sleutelbegrippen. Dit komt terug in specifieke programma’s en protocollen. 6. Het aanbod is gericht op ‘empowerment’ Waar mogelijk wordt er naar gestreefd de patiënt/cliënt zelf ‘aan het werk te zetten’. Hulp bij het invullen van aanvragen en formulieren wordt alleen geboden wanneer de cliënt hiertoe zelf niet in staat is. 7. Er wordt gestreefd naar een groepsaanpak Waar mogelijk maken we gebruik van een groepsaanpak in plaats van een individuele benadering. We organiseren regelmatig groepsvoorlichtingen in de eigen taal (Turks en Berber). 8. Samenwerking ‘buiten de deur’ Vanuit de aard van het werkgebied heeft gezondheidscentrum De Rubenshoek er van meet af aan voor gekozen om een ‘naar buiten gericht’ centrum te zijn.Veel activiteiten vinden plaats met participanten buiten het gezondheidscentrum, zoals STIOM, Zebra en Voor Welzijn, Organisaties voor Verpleging en Verzorging, GGD, Parnassia, Medisch Centrum Haaglanden (MCH)-locatie Westeinde,Vluchtelingenwerk, Stichting Prime en Organisatie Komité Illegale Arbeiders (OKIA). De huisartsen van de Rubenshoek zijn voor de diabeteszorg aangesloten bij zorggroep Elzha en maken voor het opzetten van laagdrempelige GGZ in de achterstandswijken van Den Haag deel uit van samenwerkingsverband DORAS. Sinds vier jaar is er ook aansluiting bij de platforms in het kader van de ‘Krachtwijk’. De Rubenshoek kiest voor een projectmatige aanpak van problemen, vaak op een onorthodoxe wijze. De Rubenshoek wil zich blijven profileren als multicultureel centrum voor zorgvernieuwing door het versterken van de bestaande functionele samenwerkingsrelaties en door wijkgericht te (blijven) opereren. Hiernaast stellen de werkers zich tot doel om -waar mogelijk- andere (eerstelijns) werkers te enthousiasmeren voor het werken in een achterstandswijk. Kenmerken Organisatie Gezondheidscentrum De Rubenshoek bestaat zo’n 30 jaar. Het kan als volgt worden getypeerd: 1. Een samenwerkingsstructuur met een veelheid aan eerstelijns disciplines. 2. Een ruim aanbod aan hulp- en dienstverlening, dat laagdrempelig toegankelijk is voor de bewoners van de Schilderswijk. 3. Een minimum aan overhead. 4. Een nadruk op de centrale positie van de huisarts in de eerste lijn als spil, poortwachter, dossierhouder en verwijzer. Het streven is hierbij gericht op het voorkomen van onnodige verwijzingen naar de tweede lijn. 5. Een nadrukkelijke positie voor het welzijnswerk in vele facetten. 6. Een eerstelijns organisatie die een aanspreekbare samenwerkingspartner is voor de regionale zorgverzekeraars en de gemeentelijke overheid. 1.3. Het zorgaanbod van gezondheidscentrum De Rubenshoek Binnen gezondheidscentrum De Rubenshoek worden zorg en diensten verleend door: • huisartsenpraktijk De Blauwe Tulp, • huisartsenpraktijk Mozaiek • maatschap voor fysiotherapie en manuele therapie De Rubenshoek, • het Instituut Sociaal Raadslieden, onderdeel van Den Haag op Maat • Welzijnsorganisatie Zebra (waaronder het Algemeen Maatschappelijk Werk en de I-shop). • Psycho Medisch Centrum Parnassia, afdeling wijkgerichte geestelijke gezondheidszorg • LIV voeding- en leefstijladvies • sinds 1 oktober 2010: de Apotheek Rubenshoek
8
In het gezondheidscentrum wordt tevens spreekuur gehouden door: • de maatschap voor verloskunde Femme, • twee allochtone zorgconsulenten vanuit Precura (tot 1 september 2010), • een ouderenadviseur van Zebra Welzijn , • een Turkse en Marokkaanse ouderenadviseur van Welzijnsorganisatie Voor, • het opvoedsteunpunt van Zebra Welzijn, • Stichting Wende (steun en advies aan slachtoffers van huiselijk geweld), • Home Start (hulp van vrijwilligers in overbelaste gezinnen), een project van Humanitas, • de wijkverpleegkundigen als Zichtbare Schakels • de methadonverstrekking van Parnassia • de afdeling Preventie van Parnassia (Context) • een sociaal psychiatrisch verpleegkundige van De Jutters (jongeren-psychiatrie) • een maatschappelijk werkende van Bureau Jeugdzorg, • BTO-Thuiszorg, • het Steunpunt Mantelzorg, • een consulente van Livit orthopedie, • het steunpunt voor vrouwen met borstkanker Mammarosa, • het Instituut voor Tuberculose Bestrijding van de GGD, en • de Stichting Huisartsen Laboratorium met de ‘prikpost’, de longfunctiemeting en fundusfotografie • Besnijdeniscentrum Haaglanden Ook de Stichting ter Ondersteuning van de Gezondheidszorg en Maatschappelijke Dienstverlening in Den Haag Centrum (STIOM) was tot 1 april 2010 in De Rubenshoek gehuisvest: hiermee wordt op veel fronten samengewerkt. In het gezondheidscentrum zijn diverse zorgprogramma’s en werkafspraken opgesteld, om de afstemming en de kwaliteit van de zorg te optimaliseren. 1.4. Zorgprogramma’s en werkafspraken De visie zoals beschreven in 1.2 krijgt concreet gestalte in diverse zorgprogramma’s en werkafspraken. Verschillende elementen uit de visie komen in meerder programma’s terug. 1.4.1 DE HULP VANUIT HET GEZONDHEIDSCENTRUM IS INTEGRAAL Dit komt naar voren in de volgende activiteiten. Overgewicht volwassenen Binnen het zorgprogramma voor ‘mensen met overgewicht en daaraan gerelateerde gezondheidsklachten’ wordt samengewerkt tussen diëtistes van LIV, huisartsen, praktijkverpleegkundigen, allochtone zorgconsulenten en fysiotherapeuten. Patiënten met overgewicht krijgen een gecombineerd aanbod van voedings- en bewegingadviezen, met begeleiding en uitleg in de eigen taal. Uit de evaluatie blijken de doelstellingen voor 2010 voor ca. 80% gehaald: 1. bij 21% van de populatie is de BMI gemeten en geregistreerd; 2. 64% van de mensen met overgewicht heeft een beweegadvies gekregen, en 3. 55% van deze personen kreeg een verwijzing naar de diëtist. Helaas is het spreekuur van de Allochtone Zorgconsulenten in de zomer 2010 gestopt vanwege bezuinigingen. Zij vervulden een cruciale rol in het zorgprogramma. Hierover vinden nog besprekingen plaats met de gemeente Den Haag. Voor meer details m.b.t. de evaluatie verwijzen wij naar de bijlage.
9
Overgewicht kinderen Sinds 2009 wordt gewerkt met het protocol “Overgewicht bij kinderen’, in samenwerking tussen huisartsen, diëtiste (van LIV), kinderfysiotherapeute, opvoedsteunpunt en jongerenwerk (beiden van Zebra-Welzijn). Sinds het begin zijn ruim 200 kinderen in het protocol geïncludeerd. Uit de evaluatie 2010 blijken inmiddels 184 kinderen in het programma te zijn ingestroomd. Ook wordt duidelijk dat overdracht naar diëtist en beweegactiviteiten nog verbeterd moet worden omdat uitval hoog is.Voor details m.b.t. de evaluatie verwijzen wij naar de bijlage. Astma-COPD In beide huisartsenpraktijken wordt op gestructureerde wijze aandacht besteed aan astma en COPD met behulp van het zorgprogramma astma-COPD. Uit de evaluatie blijkt dat 2010 vooral veel tijd besteed is aan het ‘opschonen’ van de bestanden: de diagnostiek is systematisch herzien en behandelingen zijn geëvalueerde en zo nodig bijgesteld. Voor de details m.b.t. de evaluatie verwijzen wij naar de bijlage. Bewegen op recept Sinds 2002 bestaat ‘Bewegen op recept’: op verwijzing van de huisarts, fysiotherapeut of praktijkondersteuner krijgen mensen de gelegenheid om voor een geringe eigen bijdrage twee maal 10 bijeenkomsten te sporten. Zij worden bij hun keuze voor een sport begeleid door een bewegingsconsulent. Helaas werd in 2010 BOR nog slechts door twee zorgverzekeraars vergoed en dan nog alleen voor mensen met een ‘minimapolis’. Hierdoor nam het gebruik aanzienlijk af. Uit gegevens van de Gemeente blijkt dat Stadsdeel Centrum een beperkte sportinfrastructuur kent. Het stadsdeel is dicht bebouwd en is er weinig groen en ruimte om te sporten. De gemiddelde deelname aan reguliere sport onder de bewoners van de wijk is onder het stedelijk gemiddelde. Allochtone ouderen sporten nauwelijks; allochtone jongeren zijn minder vaak lid van een vereniging dan autochtone jongeren. Als oorzaak van de beperktere deelname aan sportverenigingen wordt genoemd: de hoogte van de contributie, het ontbreken van de traditionele ‘verenigingscultuur’ en een beperkte ‘vrijwilligerscultuur’. Hulpverleners signaleren echter dat ook het ontbreken van voldoende en betaalbare sportvoorzieningen in de wijk een enorm knelpunt vormt. Het beleid van de Gemeente in deze is niet altijd consequent. Een zwemuur voor vrouwen in het wijkzwembad is bijvoorbeeld gestopt om politieke redenen, ondanks veel protesten waaraan ook de Rubenshoek deel nam. In 2010 zijn pogingen gedaan om in samenwerking met de Haagse Hogeschool en de Buurt Sportvereniging Teniersplantsoen een aanbod te ontwikkelen voor kinderen die uit het protocol ‘Kinderen met Overgewicht’ stromen. Helaas is dit nog niet gelukt. In 2011 wordt een nieuwe poging ondernomen. Het Rugteam Op initiatief van een huisarts en een fysiotherapeut is in de loop van 2005, samen met een sociaalpsychiatrisch verpleegkundige en een algemeen maatschappelijk werker, een protocol ontwikkeld voor de aanpak van aspecifieke lage rugklachten. Doel van dit protocol is om via een geïntegreerde, multidisciplinaire aanpak van de rugklachten te voorkomen dat deze chronisch worden. Het protocol is ook in 2010 opnieuw aangescherpt en beschreven. Ook is de registratie verbeterd. Hierdoor is een toename van ‘deelnemers’ aan het protocol te constateren. Voor details m.b.t. de evaluatie verwijzen wij naar de bijlage.
10
Eerstelijns Geestelijke Gezondheidszorg In de afgelopen jaren is veel tot stand gekomen op het vlak van de eerstelijns GGZ. Om te beginnen is door Parnassia, Psycho-medisch centrum, de ‘GGZ in de huisartsenpraktijken’ voortgezet op structurele basis.Verschillende sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen van Parnassia, samen een fulltime eenheid, houden spreekuur in De Rubenshoek. Zij houden zich bezig met kortdurende therapieën, zo nodig gerichte doorverwijzing van de patiënt en consultatie van de huisartsen. Omdat de medewerkers een verschillende etnische afkomst hebben, zijn zij vaak in staat de patiënt in de eigen taal te woord te staan. Met name bij GGZ problematiek is dit een meerwaarde. Uit cijfers blijkt dat de medewerkers van Parnassia ca. 80% van de patiënten binnen de eerste lijn behandelen, met een gemiddelde van 3,5 gesprek, slechts 20% wordt doorverwezen naar de tweedelijns GGZ. Binnen het gezondheidscentrum vindt regelmatig patiëntgericht overleg plaats tussen de medewerkers van Parnassia en de huisartsen en/of het maatschappelijk werk, Nieuwe Sporen en Wende. Uit een klein intern onderzoekje bleek dat patiënten bij wie deze onderlinge afstemming plaatsvond, over het algemeen minder vaak de huisarts bezoeken dan daarvoor. In verband met de wijziging in de financiering van de eerstelijns GGZ zal helaas de functie van sociaal psychiatrisch verpleegkundige binnen het gezondheidscentrum in zijn huidige vorm verdwijnen. Het is noodzakelijk over te gaan tot de POH-GGZ. In dat kader richtten huisartsen in de Haagse Achterstandswijken het samenwerkingsverband DORAS op met collega’s van de Doc, Rubenshoek, Arts&Zorg en SHG. Stichting Lijn1 biedt ondersteuning op organisatorisch en beleidsmatig gebied. Doel is het gezamenlijk vormgeven van de functie POH GGZ t.b.v. een achterstandspopulatie en aantoonbaar maken welke specifieke eisen hieraan gesteld (moeten) worden. Ook wordt toe gewerkt naar een sluitende eerstelijns GGZ keten. Versterking samenwerking tussen huisartsen en Bureau Jeugdzorg Sinds ruim vijf jaar houden een medewerker van Bureau Jeugdzorg en één van de medewerkers van De Jutters, GGZ voor Jongeren, spreekuur in De Rubenshoek. Zij bieden kortdurende hulp en/of verwijzen de jongere gericht door binnen hun instelling. Ook zijn zij bereikbaar voor consultatie en overleg met de huisartsen. Binnen één van de huisartsenmaatschappen worden eens in de twee maanden casuïstiek besprekingen gehouden met jeugdzorg en het opvoedsteunpunt ten behoeve van onderlinge informatieuitwisseling en afstemming binnen de hulp aan gezamenlijke cliënten. 1.4.2 DE HULP IS LAAGDREMPELIG TOEGANKELIJK De Rubenshoek heeft een centrale plek in de wijk en is een gebouw waar mensen gemakkelijk binnen lopen. Iedere dag, van 7.30-17.00 uur is de centrale receptie in het gebouw geopend. De centrale receptie is en blijft een cruciale functie in een gezondheidscentrum in een achterstandswijk, dat ‘Het gebouw waar je alles kunt vragen’ wil zijn. Het is een knooppunt van informatie voor patiënten/ cliënten en voor werkers. Het agendabeheer bevordert efficiency. Na een verwijzing kunnen patiënten bij de receptie direct een afspraak maken voor één van de spreekuurhouders. Den Haag op Maat - Sociaal raadslieden in De Rubenshoek De Sociaal Raadslieden nemen sinds meer dan 25 jaar een aanzienlijk deel van de dienstverlening in het gezondheidscentrum voor hun rekening. Het instituut is als afdeling van de dienst SZW opgegaan in Den Haag OpMaat onder de noemer sociaaljuridische dienstverlening. Binnen deze organisatie wordt nauw samengewerkt met andere disciplines, zoals financiële dienstverlening, individuele voorzieningen (i.h.b. WMO) en inburgering. Een van de gevolgen is geweest dat de rol van de advies- en informatiefunctie sinds najaar 2008 is overgenomen door de I-shop van Zebra in het gezondheidscentrum. Cliënten van sociaal raadslieden Sociaal raadslieden bieden sociaaljuridische dienstverlening op een breed terrein. Naast het geven van
11
informatie en advies bestaat de dienstverlening uit het schrijven van bezwaarschriften en brieven en bemiddelen of verwijzen naar relevante instanties. In het afgelopen jaar hebben de sociaal raadslieden in totaal bijna 3.100 bezoekcontacten gehad, voor het grootste deel via spreekuren op afspraak. Veruit de meeste hulpvragen, in totaal circa 4.400, liggen op het terrein van de belastingen, waaronder aangifte, aanslag en kwijtschelding (in totaal 35 procent); sociale zekerheid, waaronder bijstandswet (in totaal 15 procent), maatschappelijke zorg (8 procent) en zaken burger-overheid (o.m. vreemdelingenrecht, in totaal 7 procent). De I-shop In 2008 ontwikkelde het ‘Infopunt Rubenshoek’, onderdeel van Welzijnsorganisatie Zebra zich tot officiële I-shop. Door het vertrek van de A&I functionarissen uit De Rubenshoek per 1 oktober 2008, nam de behoefte aan een laagdrempelig informatiepunt in de wijk toe. Bij de I-shop, de ‘weetwinkel voor iedereen’, kunnen wijkbewoners terecht met vragen over scholing, cursussen, ontspanningsactiviteiten, sociaalmaatschappelijke en juridische hulpverlening en gezondheidszorg. Ook kunnen zij hulp krijgen bij het invullen van formulieren en het lezen van officiële brieven. De medewerksters beschikken over kennis van de sociale kaart en een uitgebreide infotheek. Alle bezoeken worden geregistreerd. In 2010 hebben 5816 mensen de I-shop van De Rubenshoek bezocht. Dat is 17% van het totaal aantal bezoekers van alle 16 Haagse I-shops. Mensen van Turkse, Marokkaanse en Surinaamse afkomst vormen verreweg de meerderheid. De belangrijkste hulpvragen betroffen: Inkomen/ financiën (35%); Belastingen (24%), Welzijn (14%), Zorg en gezondheid (9%), en Wonen/Woonomgeving (8%). Het type hulpvragen in De Rubenshoek wijkt sterk af van het stedelijke beeld. Hierbij vormt het doen van een aanvraag 38% van de dienstverlening, uitleg van brieven 26% en het uitleggen van regelingen 15%. Kortom: de I-Shops zijn een belangrijke instantie voor het begrijpelijk maken van officiële brieven en regelingen bij de bevolking van de Schilderswijk. Eind 2010 is de i-shop verbouwd: met een brede glazen pui is de zichtbaarheid en toegankelijkheid vergroot. Stichting Wende Huiselijk geweld is een toenemend probleem of een steeds zichtbaarder probleem. Stichting Wende houdt, als gevolg van de enorme toename van het aantal vrouwen dat het spreekuur bezoekt, twee dagen per week ‘spreekuur in de wijk’ in De Rubenshoek. Ook mannen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld weten het spreekuur steeds beter te vinden. De samenwerking met de diverse disciplines die bij een cliënt betrokken zijn, verloopt naar grote tevredenheid.
1.4.3 DE HULP VANUIT HET GEZONDHEIDSCENTRUM IS CONTINU De continuïteit in de hulpverlening wordt nagestreefd door middel van heldere intradisciplinaire afspraken en intradisciplinair overleg. Maar ook verschillende multidisciplinaire overleggen bevorderen de continuïteit van hulp- en dienstverlening. • Het huisartsen-fysiotherapeutenoverleg komt zes maal per jaar bij elkaar, met als inhoud ofwel een casuïstiekbespreking, ofwel een K.N.G.F.-richtlijn. In het kader van het zorgaanbodplan is het protocol ‘aspecifieke lage rugklachten’ geëvalueerd en bijgesteld. Ook zijn de onderlinge werkafspraken m.b.t. verwijzing, consultatie, overleg en rapportage geëvalueerd en bijgesteld. Tot slot heeft uitwisseling
12
• • • • • • •
plaats gevonden over het evt. belang van mensendieck en over de invloed van ziekteperceptie op neken rugklachten in een multiculturele praktijk. Het overleg loopt naar tevredenheid. De praktijkverpleegkundigen hebben vrijwel dagelijks overleg met de huisartsen over begeleiding en medicatie van diabetes- en Astma/COPD-patiënten. Beide huisartsenpraktijken hebben structureel patiëntgericht overleg met de sociaal psychiatrisch verpleegkunidgen van Parnassia, met Wende en met Algemeen maatschappelijk werk. In één van de huisartsenpraktijken vindt eens in de 8 weken een casuïstiekbespreking plaats met Jeugdzorg en Opvoedsteunpunt. De huisartsen van De Rubenshoek komen maandelijks bijeen tijdens een ‘dokterslunch’ ten behoeve van onderlinge afstemming en uitwisseling over gemeenschappelijke thema’s. De bespreking van de zorgprogramma’s en de implementie van de afspraken, nam hierin een steeds substantiëler plek. De verloskundigen, fysiotherapeuten en huisartsen wisselen circa twee maal per jaar van gedachten over nieuwe ontwikkelingen. In 2010 zijn opnieuw, in het kader van het zorgaanbodplan, de samenwerkingsafspraken geëvalueerd en bijgesteld. Regelmatig is er overleg tussen verschillende disciplines wanneer actuele ontwikkelingen daarom vragen. Hiernaast vindt veelvuldig ad hoc overleg plaats tussen personen van de verschillende disciplines die in het gezondheidscentrum werkzaam zijn. Men loopt gemakkelijk bij elkaar binnen om even (over een patiënt) te overleggen.
Hiernaast fungeren er ook diverse externe overleggen gericht op afstemming en continuïteit. • De huisartsen participeren maandelijks in een Farmaco Therapie Overleg met apothekers en andere huisartsen uit de buurt, de zogenaamde ‘apothekerslunch’. Hierin werden ontwikkelingen m.b.t. nieuwe medicijnen besproken en een onderwerp uitgediept, waarbij afspraken worden gemaakt over voorschrijfgedrag. De komst van de Davo Apotheek naar de Rubenshoek per 1 oktober 2010 biedt mogelijkheden voor uitbouw van de onderlinge samenwerking, bijvoorbeeld rond polyfarmacie.Voor een evaluatie van de ‘Performance-afspraak doelmatigheid’ verwijzen wij naar de bijlage. • De fysiotherapeuten nemen deel aan de zogeheten Intercollegiale Overleggen Fysiotherapie (I.O.F.). Hierin zitten fysiotherapeuten van eerste- en tweedelijn. Doel is het formuleren van richtlijnen en intercollegiale toetsing. • In de loop van 2010 hebben huisartsen uit achterstandswijken van Den Haag, werkzaam in de Doc, de Rubenshoek, Arts&Zorg en de SHG het samenwerkingsverband DORAS opgericht. Hierin geven zij gezamenlijk vorm aan de functie van POH-GGZ (vanaf 1 februari 2011) en vragen zij aandacht voor de specifieke eisen die aan het leveren van GGZ aan een achterstandpopulatie worden gesteld. Stichting Lijn 1 begeleidt het samenwerkingsverband. • De huisartsen zijn aangesloten bij ELZHA, de Eerste Lijns Zorggroep Haaglanden; deze heeft tot doel het bevorderen van goede, gestructureerde zorg voor patiënten met Diabetes type II in de eerste lijn. Momenteel zijn circa tweehonderd Haagse huisartsen aangesloten bij ELZHA. Een huisarts van De Rubenshoek zit in het bestuur van de zorggroep. Hoewel het gezondheidscentrum positief staat tegenover de ontwikkeling van zorggroepen, dient hierbij wel opgemerkt te worden dat er een spanningsveld ontstaat rond de financiering van de gezondheidscentra wanneer steeds meer zorg via de zorggroepen gecontracteerd en gefinancierd gaat worden. Dit biedt onzekerheid voor de toekomst van het gezondheidscentrum. 1.4.4 HET AANBOD IS GERICHT OP DE SPECIFIEKE SITUATIE EN BEHOEFTEN VAN DE BEWONERS VAN DE SCHILDERSWIJK. Dit blijkt uit het volgende. Allochtone zorgconsulenten De Turkse en Marokkaanse voorlichtster, die ieder eenmaal per week in De Rubenshoek spreekuur hielden, zijn in feite een onmisbaar onderdeel van de hulpverlening vanuit het gezondheidscentrum. Helaas zijn de
13
spreekuren van de zorgconsulenten per september 2010 gestopt i.v.m. bezuinigingen. De consulenten verzorgden -op verwijzing van één van de hulp- of dienstverleners- gezondheidsvoorlichting aan individuen en groepen in de eigen taal. De spreekuren van beide consulenten waren goed bezet. Ook waren de zij nauw betrokken bij de opstelling en evaluatie van de zorgprogramma’s rond Overgewicht bij volwassenen en kinderen en bij het programma Aspecifieke Lage Rugklachten. Tolkenspreekuur Sinds vele jaren is twee maal per week een Turkse tolk in De Rubenshoek aanwezig. Met name huisartsen, fysiotherapeuten, praktijkverpleegkundigen en maatschappelijk werkenden maken er intensief gebruik van. De vraag naar een Turkse tolk is in het afgelopen jaar stabiel gebleven. De verwachting is dat dit ook in de komende jaren het geval zal zijn, gezien de toename in het aantal ouderen van de eerste generatie die de Nederlandse taal niet heeft geleerd. Sinds een aantal jaar is ook opnieuw een Marokkaanse tolk in De Rubenshoek aanwezig, eenmaal per 14 dagen een ochtend. Het gebruik van professionele tolken achten de hulp- en dienstverleners een conditio sine qua non voor effectieve (en doelmatige) hulpverlening. De samenwerking met het Tolk- en Vertaal Centrum Nederland (TVCN) ervaren wij als bijzonder prettig. Illegalen Het aantal illegalen in de huisartsenpraktijken lijkt in de afgelopen jaren te zijn terug gelopen naar circa drie consulten per week. Men komt op het spreekuur met zeer wisselende problemen, van eenvoudige zaken tot complexe medische problematiek. Het ‘Netwerk illegalen’ onder leiding van de GGD, waaraan naast de huisartsen ook een apotheker, verloskundigen en fysiotherapeuten deelnemen, functioneert goed. Over de vergoeding van de consulten is men niet altijd tevreden. Ook is nog steeds één apotheek voor de hele stad aangewezen voor de medicijnverstrekking aan illegalen. Helaas ligt de apotheek ver buiten de Schilderswijk. Dit zijn geen goede omstandigheden voor goede hulpverlening. Ouderen Hoewel de gemiddelde leeftijd van de bewoners van de Schilderswijk laag is in vergelijking met de rest van Den Haag, stijgt het aantal ouderen wel en kampen dezen bovendien vaak met complexe problemen. In De Rubenshoek wordt dan ook veel gebruik gemaakt van de spreekuren van de ouderenadviseurs, die vanuit de Welzijnsorganisaties Zebra en Voor aanwezig zijn. De Surinaams/Nederlandse, Turkse en Marokkaanse adviseurs helpen ouderen de weg te vinden in de veelheid aan voorzieningen en regels die er voor hen zijn. Zij hebben ook de mogelijkheid om bij de ouderen op huisbezoek te gaan of met hen mee te gaan naar instanties. Belangrijkste vragen betreffen: psychosociale problemen (depressie, verwardheid, isolement, dementie, eenzaamheid), huisvesting/verhuizing, voorzieningen en welzijnsdiensten, verzorging/verpleging/ opname/extramurale zorg, financiën: AOW, bijstand, bijzondere bijstand, ouderenfonds, mantelzorg, remigratie, huwelijk en scheiding, huiselijk geweld en ouderenmishandeling en mobiliteit b.v. taxibus of wijkbus. Zichtbare Schakel In april 2010 zijn de eerste ‘zichtbare schakels’ in de Schilderswijk gestart. Hieraan zijn enkele maanden van intensieve voorbereiding vooraf gegaan. Het project de ‘zichtbare schakel’ is een vervolg op de ‘motie Hamer’. Als vervolg hierop is geld vrij gemaakt om wijkverpleegkundigen weer terug te laten keren in de achterstandswijken in Nederland. Ook in verschillende Haagse wijken, waaronder de Schilderswijk zijn verpleegkundigen aan de slag gegaan. Twee van hen hebben hun uitvalsbasis in de Rubenshoek. Er is intensieve samenwerking met alle disciplines in het gezondheidscentrum. Maar ook daarbuiten hebben de wijkverpleegkundigen een uitgebreid netwerk opgebouwd. Het belang van hun functie is dat zij bij mensen ‘achter de voordeur komen’ en in overleg met de betrokkenen hulp- en dienstverleners kunnen inschakelen waar men anders geen gebruik van zou maken, vaak met groot resultaat. Eind 2011 zullen meer cijfers over het project en de resultaten voor handen zijn. De directeur van de Rubenshoek maakt deel uit van de operationele en de bestuurlijke projectgroep van het project dat wordt gecoördineerd door Stichting Lijn 1.
14
1.4.5 PREVENTIE STAAT HOOG IN HET VAANDEL Binnen De Rubenshoek is het bevorderen van een gezonde leefstijl al jaren een speerpunt van beleid. Belangrijke elementen daarbij zijn: het bevorderen van bewegen en gezonde voeding, en het stimuleren van zelfredzaamheid en maatschappelijk participatie. Activiteiten op dit vlak, zoals de programma’s rond overgewicht, staan onder 1.4.1. beschreven. In 2008 zijn daar bijgekomen: de preventie van diabetes en de vroegtijdige opsporing van nierinsufficiëntie.
Preventie diabetes Ook in 2010 is gewerkt met het zorgprogramma gericht op het voorkomen van het ontwikkelen van diabetes. In samenwerking tussen huisarts en praktijkverpleegkundige wordt bij mensen met overgewicht en met een belaste familieanamnese de glucosetolerantie bepaald. Afhankelijk van de uitslag, wordt bij mensen een uitgebreider cardio vasculair risicoprofiel gemaakt en worden zij gevolgd door de POH. Aan het begin van het vierde kwartaal 2010 is een inventarisatie gemaakt mbt de dan aanwezige registratie van patiëntgegevens in het HIS van de huisartsen. Ook zijn heldere indicatoren geformuleerd om de procesvoering van dit zorgprogramma te evalueren.Voor details m.b.t. de evaluatie 2010 verwijzen wij naar de bijlage. Cardio Vasculair Risico Management De zorgprogramma’s CVRM, Overgewicht bij Volwassenen en Preventie Diabetes vertonen veel raakvlakken. Voor de verdere uitvoering van het zorgprogramma CVRM/CVRP zijn twee strategieën ontwikkeld, t.w. 1) case finding bij die patiënten die in aanmerking komen voor (primaire) preventie als zij zich melden bij de praktijk met willekeurig welke vraagstelling en 2) actieve screening van allen die een hoog risico hebben op een gestoorde glucose tolerantie, waarna bij vaststelling opname volgt in het CVRP protocol. Evaluatie van het casefinding proces laat zien dat bij ruim 20% van de gescreende patiënten relevante afwijkingen werden gevonden. Voor een uitvoeriger evaluatie van dit zorgprogramma verwijzen wij naar de bijlage. Het opvoedsteunpunt Eén dagdeel per week houdt het opvoedsteunpunt van Welzijnsorganisatie Zebra spreekuur in De Rubenshoek. Het opvoedsteunpunt geeft informatie en advies aan ouders met allerhande vragen over de opvoeding van kinderen van 0 tot 20 jaar. Er is een inloop- en een afsprakenspreekuur. Het spreekuur komt zeer tegemoet aan de wens om gerichter hulp te kunnen geven bij veel voorkomende opvoedingsvragen en -problemen. Binnen het protocol Kinderen met Overgewicht vervult het opvoedsteunpunt een belangrijke rol. Het spreekuur loopt dan ook goed en is één van de best bezochte opvoedsteunpunten in Den Haag. 1.4.6 HET AANBOD IS GERICHT OP ‘EMPOWERMENT’ ‘Tips voor de Thuisdokter’ De ‘Tips voor de Thuisdokter’ zijn in feite ingebed in het aanbod binnen het gezondheidscentrum en op veel andere plekken in Den Haag. Ook landelijk heeft het navolging gekregen. De boekjes vinden nog steeds aftrek. Zij worden uitgedeeld bij de geboorte van een (eerste) kind. In de wachtkamers worden dvd’s vertoond met onderdelen van het programma.
15
Vrouwengroepen Nieuwe Sporen Tot de zomer 2010 kwamen wekelijks twee Marokkaanse vrouwengroepen in het gezondheidscentrum bij elkaar, onder leiding van een vertrouwenspersoon van Nieuwe Sporen. Zij bespraken allerhande thema’s rond gezondheid en welbevinden. Enkele malen werk in samenwerking met het gezondheidscentrum een groepsvoorlichting georganiseerd. Door gebrek aan financiering, is deze activiteit helaas gestopt. Taal op recept Eind 2010 is het startsein gegeven voor ‘Taal op recept’. Naar analogie van Bewegen op Recept zullen huisartsen een recept voorschrijven aan mensen die de Nederlandse taal onvoldoende beheersen en bij wie zij constateren dat een extra stimulans nodig is om deze te leren. Mensen worden verwezen naar een zogeheten taalcoach, die hen een taaltoets afneemt en toe geleidt naar een adequaat taalaanbod. De eerste afspraak vindt plaats in de Rubenshoek. In 2011 wordt het programma geïmplementeerd. Hierin wordt samengewerkt met de gemeente Den Haag, het Fonds Huisartsen in Achterstandswijken en Capabel Taal. 1.4.7 WAAR MOGELIJK WORDT GESTREEFD NAAR EEN GROEPSAANPAK Groepsvoorlichtingen In 2010 is met succes doorgegaan met het organiseren van groepsvoorlichtingen in de eigen taal aan Turkse patiënten door de Voorlichtster Eigen Taal en Cultuur (VETC’ers) in samenwerking met andere disciplines. De onderwerpen waren: ‘hyperventilatie’, ‘kanker’, ‘vrouwenklachten’ en ‘Gezond Wonen’ en een cursus ‘diabetes’ van 5 bijeenkomsten. Ook is eind 2010 twee maal de cursus Fit en Gezond gegeven aan een groep Turkse en Marokkaanse vrouwen. De cursus beslaat 8 bijeenkomsten, waarin de vrouwen 1 uur sporten onder leiding van een fysiotherapeute en 1 uur voorlichting krijgen in de eigen taal van een diëtiste en een VETC’er. Tot slot heeft zorgverzekeraar Azivo in het najaar twee maal een bijeenkomst over EHBO verzorgd. Over het algemeen werden alle bijeenkomsten goed bezocht. 1.4.8 SAMENWERKING ‘BUITEN DE DEUR’ Dak- en thuislozen Eenmaal per week houdt één van de artsen van huisartspraktijk De Blauwe Tulp spreekuur voor dak- en thuislozen in het dienstencentrum van het Leger Des Heils in de Wagenstraat. Dit spreekuur functioneert als laagdrempelige voorziening voor de bezoekers van de dienstencentra van het Leger Des Heils en de bewoners van het vrouwenopvanghuis. In 2010 vonden ca. 400 consulten plaats. Gezien de aard van de populatie bezoeken veel verslaafden en ex-gedetineerden het spreekuur en is er veel psychiatrische problematiek. Er is dan ook een tweewekelijks patiëntenoverleg met de maatschappelijk werker van het Leger Des Heils en de medewerker van het mobiele team verslavingszorg van Parnassia. Per jaar zijn er ongeveer 300 consulten van allerlei aard. Frequent komen luchtweginfecties en voetklachten voor. De GGD Den Haag draagt mede zorg voor de betaling van deze consulten eventueel via het koppelingsfonds. Het Karmijn Huisartsenpraktijk Mozaiek levert de huisartsgeneeskundige zorg aan de bewoners van de woongemeenschap voor verstandelijk gehandicapten ‘Het Karmijn’; deze bevindt zich op de Vaillantlaan, schuin tegenover het gezondheidscentrum. De praktijk voert regelmatig overleg met de arts van hoofdvestiging Westerhonk over het patiëntenbeleid. Gemeentelijke Gezondheids Dienst (GGD) Met de GGD vindt op verschillende fronten samenwerking plaats. Samen met de GGD zijn voorbereidingen getroffen om in dialoog met wijkbewoners te zoeken naar manieren om ‘een gezonde leefstijl’ meer tot een thema voor de betrokkenen zelf te maken. Krachtwijken In het kader van de Krachtwijk-ontwikkelingen heeft De Rubenshoek het akkoord ‘Gezond Geweten’
16
ondertekend en zich daarmee bereid verklaard een bijdrage te leveren aan het bevorderen van de gezondheid van de bewoners van de Schilderswijk en het terugdringen van sociaal-economische gezondheidsverschillen (SEGV) binnen Den Haag. De Rubenshoek neemt deel aan stedelijke overleggen en bijeenkomsten die in dit kader worden georganiseerd. 1.4.9 WERKEN IN EEN ACHTERSTANDSWIJK De Rubenshoek wil graag een bijdrage leveren aan het enthousiasmeren van professionals om in een achterstandswijk te gaan werken. De ervaring leert dat door het negatieve imago hiervan, veel afgestudeerden niet eens overwegen om in een wijk als de Schilderswijk aan de slag te gaan. Wij constateren dat ‘meer bekend’ ook ‘meer bemind’ maakt. Daarom worden door diverse disciplines activiteiten ondernomen om aanstaande professionals kennis te laten maken met het vak in een achterstandswijk. Twee huisartsen verzorgen regelmatig een onderwijsblok voor huisartsen-in-opleiding van de Rijks Universiteit Leiden over het vak in een achterstandswijk en het omgaan met migranten. De waardering voor dit blok ligt hoog. Datzelfde geldt voor de snuffelstages waartoe huisartsen van De Rubenshoek de gelegenheid bieden aan 3e en 4e jaars studenten geneeskunde en de keuze co-assistentschappen. Binnen het gezondheidscentrum wordt ook stage gelopen bij de doktersassistentes, de centrale receptie en de I-shop. Sinds bijna tien jaar zijn huisartsen-in-opleiding en co-assistenten in het centrum aanwezig. Verschillende huisartsen hielden lezingen voor medische studenten en co-assistenten. Ook gaan huisartsen regelmatig in op verzoeken om mee te werken aan onderzoeken en interviews van studenten in het kader van bijvoorbeeld een afstudeerscriptie. Tot slot ontvangt het gezondheidscentrum meerdere malen per jaar groepen die geïnteresseerd zijn in de wijze waarop binnen De Rubenshoek vorm wordt gegeven aan multidisciplinaire zorg-en dienstverlening in een multiculturele praktijk, bijv. vanuit ministeries, gemeenten of ziekenhuizen. 1.5. Betrokkenheid van de financiers Met de preferente ‘Haagse’ verzekeraar Azivo (Menzis) is een overeenkomst gesloten in het kader van de ‘module geïntegreerde eerstelijn’ voor de jaren 2010 t/m 2012. In een zorgaanbodplan zijn afspraken gemaakt over te leveren prestaties door het gezondheidscentrum. Deze overeenkomst wordt door alle overige verzekeraars gevolgd. Hiernaast zijn met Azivo afspraken gemaakt over de zogeheten Wijkpolis, een zorgverzekering voor wijkbewoners met speciale voorzieningen. In het addendum bij dit jaarverslag. staan de vorderingen over 2010 met betrekking tot het zorgaanbodplan vermeld.
17
HOOFDSTUK 2: KWALITEITSMANAGEMENT/ MANAGEMENT VAN ZORGPROCESSEN 2.1. Organisatiebreed draagvlak voor kwaliteitsbeleid Door de goede overlegstructuur binnen het gezondheidscentrum is er sprake van een organisatiebreed draagvlak voor kwaliteitsbeleid. ‘Sterkte’ van De Rubenshoek is het enthousiasme waarmee men een voortrekkersrol vervult op het gebied van vernieuwing van de zorg in een achterstandswijk. Wij streven dit na met ‘minimale ambtenarij’. Werkgroepen Naast de reeds genoemde thematische werkgroepen bestaan in het gezondheidscentrum de volgende werkgroepen. De Werkgroep Inhoudelijk Beleid. Deze vergadert eenmaal per maand en heeft tot taak om inhoudelijke activiteiten te coördineren en te stimuleren. In 2010 is in de werkgroep o.a. gesproken over: de jaarlijkse patiëntenraadpleging, het zorgaanbodplan en de voortgang daarbinnen, verbetering afstemming tussen zorg en welzijn, de gevolgen van het vertrek van de allochtone zorgconsulenten, de beleidsavond in het najaar, verbetering van afstemming op de wijk(bewoners), en het jaarverslag 2009. De Kwaliteitscommissie van het gezondheidscentrum bewaakt en bevordert de voortgang en de kwaliteit van de zorgprogramma’s die met de zorgverzekeraar zijn gecontracteerd. Deze commissie is in september 2010 van start gegaan. De financiële commissie heeft tot taak om in alle voorkomende financiële zaken tot een advies aan het bestuur te komen. Ten behoeve van afspraken betreffende het gebouw wordt enkele malen per jaar een vergadering gehouden van alle hoofdhuurders. Deze kwam in 2010 twee maal bijeen om te praten over de kostenverdeling voor de receptie- en de beheerfunctie en andere gemeenschappelijke voorzieningen en voor overleg met de eigenaar van het pand. Hiernaast zijn er een ICT commissie en een websitecommissie actief in het centrum. Bestuur Het bestuur van de Stichting gezondheidscentrum De Rubenshoek bestaat uit twee huisartsen, een fysiotherapeut en een onafhankelijk voorzitter. Er is een vacature vanuit het Rubenshoek samenwerkingsverband. In 2010 kwam het bestuur tien maal bijeen om te spreken over: het nieuwe werkgeverschap, de overeenkomst met de zorgverzekeraars, (de vorderingen in) het zorgaanbodplan, de jaarrekening en begroting, nieuwe ICT plannen, het kwaliteitsbeleid, veranderingen in de organisatiestructuur en personele aangelegenheden. Verschillende werkgroepen en het bestuur worden secretarieel ondersteund door een secretaris van buiten het centrum 2.2. Wijze van bevorderen kwaliteitscultuur Een kwaliteitscultuur is van het begin af aan aanwezig in De Rubenshoek. Door middel van verschillende vormen van intern overleg, maar zeker ook door overleg met ‘externen’ willen medewerkers gestalte geven aan hun voortrekkersrol op het vlak van vernieuwing van de zorg aan de bevolking van de Schilderswijk. Hiernaast is in 2010 hard gewerkt aan het beter cijfermatig onderbouwen van de resultaten van diverse zorgprogramma’s en het voorbereiden van verbeterde ICT.
18
Structurele vormen van intern overleg Bij de activiteiten in hoofdstuk 1 zijn al veel verschillende vormen van intern, multidisciplinair overleg genoemd.Veel daarvan zijn in het afgelopen jaar geëvalueerd en voortgezet. Voor het bevorderen van de onderlinge samenwerking wordt hiernaast eenmaal per kwartaal een themalunch georganiseerd voor alle werkers, waarin een (nieuwe) functie binnen het gezondheidscentrum centraal staat, of een spreker van buiten en er gelegenheid is voor informele ontmoeting. Tot slot zijn er gezamenlijke activiteiten zoals een nieuwjaarsborrel, een afscheid of een jubileum dat gevierd wordt en het ‘zomeruitje’. Vormen van extern overleg Van de externe overlegvormen zijn diverse genoemd bij hoofdstuk 1. Ook noemenswaardig zijn: • De directeur neemt zoveel mogelijk deel aan de ledenvergaderingen en relevante bijscholingen van de LVG en aan het platform van Menzis-modelcentra. • De directeur nam twee maal deel aan een invitational conference van het Jan van Esinstituut. • Een speciale vermelding verdient in dit kader STIOM, de Stichting ter Ondersteuning van de Gezondheidszorg en Maatschappelijke dienstverlening in stadsdeel Centrum Den Haag. Huisartsen, fysiotherapeuten en andere hulpverleners van De Rubenshoek namen deel aan een tweemaandelijks signaleringsoverleg, het STIOM-platform.Vanuit dit overleg worden knelpunten aangedragen in het dagelijkse werk die door STIOM zo mogelijk worden opgepakt en projectmatig worden uitgewerkt. Overbodig om te zeggen dat alle genoemde vormen van samenwerking bijdragen aan een kritische bezinning op het eigen handelen, naar ons idee een wezenlijk onderdeel van een kwaliteitscultuur. Kwaliteitsverbetering en -behoud door middel van bij- en nascholing Alle huisartsen voldoen uiteraard aan het verplichte aantal uren nascholing, veelal ingevuld door één- en tweedaagse cursussen, uitgaande van de Werkgroep Deskundigheidsbevordering Huisartsen (WDH). Daarnaast volgen zij diverse cursussen, aangeboden door andere organisaties al naar gelang voorkeur en interesse. In 2010 werden o.a. nascholingen gevolgd in: Motiverende Gespreksvoering, De medicamenteuze behandeling van de obese diabetespatiënt , ADHD bij volwassenen, Kortdurende psychologische interventies voor de eerste lijn, nascholingen ELZHA, basiscursus electrocardiografie, urinesteenlijden, diepe veneuze trombose, bacteriële huidinfecties, migraine, osteoprorose, allergieën bij kinderen, hartlonggeluiden, depressie in de huisartsenpraktijk, wondbehandeling, ADEPD registreren, sportgeneeskunde capita selecta, mondziekten, oncologie, palliatieve sedatie. De huisartsopleiders volgden de nascholingen van het opleidingsinstituut. Eén van beide huisartsenpraktijken is 2010 nageschoold in het nieuwe geïmplementeerde HIS van de praktijk, Medicom. De andere praktijk had dit al gedaan in 2009. De POH’s volgden nascholingen rond diabetes, astma en COPD. Zoals gezegd nemen enkele fysiotherapeuten deel aan Intercollegiale Overleggen Fysiotherapie, een onderdeel van het kwaliteitssysteem binnen de fysiotherapie, met als doel intercollegiale toetsing en
19
overleg. Een fysiotherapeut volgde een nascholing aandoeningen aan de heupregio. Twee fysiotherapeuten rondden een professional masteropleiding af, één in de specialisatie psychosomatische fysiotherapie, en één in de manuele therapie. Een ander volgde de master kinderfysiotherapie. Vanuit het gezondheidscentrum werd verder deelgenomen aan het landelijk congres ‘Effectief communiceren met laaggeletterden in de zorg’, ‘Zorggroepencongres’ en ‘De kracht van ketenzorg dat bent u zelf’ van Lijn1. Accreditatie In 2010 heeft huisartsenpraktijk De Blauwe Tulp officieel de NHG accreditatie verkregen. Bij huisartsenpraktijk Mozaïek was dit in 2009 het geval. Alle fysiotherapeuten zijn geregistreerd in het kwaliteitsregistratiesysteem van het KNGF. 2.3. Heldere toedeling van verantwoordelijkheden Het bestuur van de Stichting Gezondheidscentrum De Rubenshoek is verantwoordelijk voor algemene beleid van het gezondheidscentrum en de onderhandelingen met de ziektekostenverzekeraars m.b.t. de GEZ-financiering. Ook is het bestuur verantwoordelijk voor het realiseren van randvoorwaarden voor het samenwerkingsverband, zoals de aanwezigheid van receptie en beheer, de huisvesting voor spreekuurhouders, schoonmaak, bezetting algemene ruimtes, enzovoort. De Directeur van het gezondheidscentrum is verantwoording schuldig aan het bestuur. De huisartsen vormen twee afzonderlijke praktijken die zelf verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit en continuïteit van de zorg die zij bieden. Zij hebben ieder hun eigen doktersassistentes, praktijkmanagers en POH in dienst. Door de hoge werkdruk hebben de huisartsen extra assistentes in dienst. Binnen de maatschappen is sprake van een zekere taakverdeling tussen de huisartsen ten behoeve van het Astma-/COPD- en diabetesspreekuur en kleine chirurgische verrichtingen. De fysiotherapeuten vormen één praktijk. Ook binnen de fysiotherapie is er een taakverdeling tussen de therapeuten en vindt specialisatie plaats t.b.v. kinderfysiotherapie, psychosomatische therapie, manuele therapie en bekkeninstabiliteit en incontinentie. Alle praktijken voeren regelmatig intern overleg over patiënten en gemeenschappelijke praktijkaangelegenh eden. De overige medewerkers zijn in dienst van hun instellingen.
20
2.4. Verantwoord personeelsmanagement Directeur De directeur valt onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van de Stichting gezondheidscentrum De Rubenshoek. Zij was tot 1 februari 2010 formeel in dienst bij het Werkgevers Instituut, WGI te Rotterdam. Vanwege nieuwe BTW regels, is het werkgeverschap voor directie en receptie per 1 februari 2010 overgegaan naar de Stichting gezondheidscentrum De Rubenshoek. Het bestuur evalueert eenmaal per jaar het functioneren van de directeur. De aanstelling van de directeur is 24 uur. Centrale receptie Iedere dag, van 7.30-17.00 uur is de centrale receptie in het gebouw aanwezig. Ook de receptionistes zijn sinds 1 februari 2010 in dienst bij Stichting Gezondheidscentrum De Rubenshoek. Financiering vindt plaats middels bijdragen van alle hoofdhuurders en vanuit de ‘overeenkomst kosten gemene rekening’. De centrale receptie is een knooppunt van informatie voor patiënten/cliënten en voor werkers.Voor werkers is het bevorderen van de veiligheid en het agendabeheer essentieel. De receptie signaleert direct wanneer ergens in het gebouw een calamiteit dreigt en regelt dat wordt ingegrepen. Eén van de receptionistes is tevens zakelijk leider en regelt allerhande ‘huishoudelijke’ zaken in het gebouw. Beheer De Rubenshoek is een gebouw dat zeer intensief wordt gebruikt. Per dag komen er honderden mensen over de vloer. Dit vraagt continue aandacht voor onderhoud, schoonmaak en kleine reparaties. De drie beheerders vormen daartoe een onmisbare schakel. Zij verlenen tevens allerlei hand- en spandiensten voor de werkers. En hun aanwezigheid is cruciaal voor de veiligheid van de werkers in het gebouw. De beheerders zijn formeel in dienst bij Wijkbeheer Schilderswijk te Den Haag, waarmee constructief wordt samen gewerkt. De totale bezetting is 2,7 fte. Zowel voor de functionarissen zelf, als voor het gezondheidscentrum is het voortbestaan van deze ‘ID-banen’ van enorm belang. 2.5. Systematische gegevensverzameling Van ziektekostenverzekeraar Azivo ontvangen de fysiotherapeuten sinds 4 jaar feedback over hun werkwijze in vergelijking met collega-fysiotherapeuten uit de regio. Hieruit blijkt dat de fysiotherapeuten uit De Rubenshoek zeer efficiënt en dus kostenbesparend werken! Vanaf 2008 is door het gezondheidscentrum intensief gewerkt aan het systematischer verzamelen van gegevens. Beide huisartspraktijken zijn overgestapt op een ander zelfde HIS, waardoor extractie van gegevens beter mogelijk, maar nog wel zeer bewerkelijk was. De resultaten zijn verzameld in het addendum bij dit jaarverslag. Eind 2010 heeft de ICT commissie van het gezondheidscentrum zich georiënteerd op een ICT applicatie die het extraheren en inzichtelijk maken van gegevens over de voortgang van de zorgprogramma’s zou vergemakkelijken.Van belang was dat het systeem gegevens uit verschillende bronnen zou kunnen verwerken en combineren, opdat naast de huisarts gegevens ook informatie vanuit de fysiotherapie en diëtetiek beter beschikbaar zou komen. Hiertoe is overleg gevoerd met diverse leveranciers. Ook is een businesscase geschreven ten behoeve van financiering door de zorgverzekeraars. Hierover is overeenstemming bereikt met de preferente zorgverzekeraar. In de loop van 2011 zal het systeem worden ingevoerd. 2.6 Interne kwaliteitsbeoordeling Interne kwaliteitsbeoordeling vindt plaats door middel van: - intercollegiaal overleg binnen de disciplines, - interdisciplinaire patiëntbesprekingen, - een jaarlijkse patiënten raadpleging, - voortgangsbesprekingen van het Zorgaanbodplan, - protocollering tussen huisartsen en fysiotherapeuten en andere disciplines.
21
HOOFDSTUK 3: PATIENTGERICHTHEID ORGANISATIE 3.1. Informatie over rechten en plichten van patiënten Alle nieuwe patiënten van De Rubenshoek ontvangen een boekje met informatie over het doel van het gezondheidscentrum, de aanwezige disciplines en de privacy- en klachtenregelingen. Omdat de ervaring echter uitwijst dat schriftelijk materiaal voor onze patiëntenpopulatie slecht toegankelijk is, zijn op verzoek van het gezondheidscentrum of een huisartsenpraktijk videofilms voor de wachtkamer gemaakt, bijvoorbeeld over de rechten en plichten van patiënten en de praktijkregels van de verschillende disciplines, de komst van de apotheek, overgewicht bij kinderen en de functie van de doktersassistente. Ook wordt gebruik gemaakt van videobanden die de gemeente Den Haag laat vervaardigen over ‘Gezond het jaar rond’. Alle films bevatten driemaal hetzelfde beeldmateriaal met steeds een uitleg in een andere taal, te weten Nederlands, Turks en Berber. In 2010 is de Schilderswijkkrant ontstaan.Vanuit de Rubenshoek wordt bij elke uitgave een stukje geleverd over gezondheid en daaraan gerelateerde thema’s. 3.2. Bereikbaarheid en beschikbaarheid Gezondheidscentrum De Rubenshoek is op alle werkdagen geopend van 7.30 tot 17.00 uur. De huisartspraktijken hebben elk hun eigen telefoonnummer en een spoedlijn, de andere disciplines zijn via de receptie goed bereikbaar. Buiten de openingstijden participeren de huisartsen in diensten voor avonden, nachten en weekenden. Om de bereikbaarheid te verbeteren is eind 2008 een nieuwe telefooncentrale aangeschaft. Via de patiëntenfolder van de huisartsenpraktijken en via de algemene folder van het gezondheidscentrum worden patiënten geïnformeerd over de openingstijden en bereikbaarheid van de diverse disciplines. De receptioniste zetelt in de hal van De Rubenshoek; zij wijst ieder de weg binnen het gezondheidscentrum en daarbuiten. In de avonduren is er een antwoordapparaat met informatie. 3.3. Privacy De werkers in het gezondheidscentrum zijn gebonden aan en volgen de privacyregels van de eigen beroepsgroep. Gegevens worden bewaard bij de behandelende hulpverlener.Voor overleg tussen verschillende disciplines over een patiënt, wordt vooraf toestemming aan de patiënt gevraagd. 3.4. Klachtenopvang en -behandeling In het gezondheidscentrum functioneert een protocol klachtenbehandeling. Hierin doet de directeur de eerste klachtenopvang. Zo nodig geeft zij informatie over de klachtenprocedures van de afzonderlijke beroepsorganisaties en wijst de weg hiernaartoe.Voor klachten over het gezondheidscentrum is een commissie geïnstalleerd.Voor patiënten is er een folder in drie talen over de klachtenprocedure. In het afgelopen jaar zijn drie klachten ingediend bij de directeur. Door bemiddeling tussen cliënt en hulpverlener is in alle gevallen de zaak naar tevredenheid uitgepraat. 3.5. Patiëntenraadpleging en medezeggenschap Ieder jaar voert het gezondheidscentrum een klanttevredenheidsonderzoek uit. Omdat bekend is dat schriftelijke vragenlijsten in onze wijk niet werken, is gekozen voor een opzet waarbij in de verschillende wachtruimtes van het centrum enquêtes worden afgenomen onder bezoekers. Standaard gaan een paar vragen over de beoordeling van service vanuit het gezondheidscentrum. In 2010 werden daarnaast vragen gesteld over de telefonische bereikbaarheid, de toegankelijkheid voor het maken van een afspraak, de werking van de herhaalreceptenlijn en het gebruik van internet. Een stagiaire van de Haagse Hogeschool voerde het onderzoek uit en interviewde 100 bezoekers.
22
De belangrijkste kritische geluiden betroffen de telefonische bereikbaarheid. Het is duidelijk dat deze – ondanks de aanschaf van een nieuwe telefooncentrale- nog niet optimaal is.Verbeterplan is dat een systeem wordt aangeschaft waarmee metingen kunnen worden verricht m.b.t. wachttijden aan de telefoon en piektijden hierin. Ook zal middels een scherm, voor de assistentes en de centrale receptie direct zichtbaar zijn hoeveel wachtenden aan de telefoon zijn en hoelang hun wachttijd is. Een ander kritisch geluid betrof de bejegening door de doktersassistentes. Hierover wordt in het voorjaar van 2011 een kwalitatief vervolgonderzoek uitgevoerd omdat bij de hulpverleners het vermoeden bestaat dat deze samenhangt met onduidelijkheid over de taken van de assistentes. Hiernaast waren er veel positieve reacties, met name over de respectvolle bejegening in het algemeen en over de kwaliteit van de hulp- en zorgverleners,
23
BIJLAGE 1: EVALUATIE ZORGAANBODPLAN Voorwoord Voor de periode 2010 t/m 2012 heeft gezondheidscentrum De Rubenshoek in het kader van de Module Geintegreerde Eerste Lijn afspraken gemaakt met de preferente zorgverzekeraars Azivo (Menzis), mede namens CZ. Deze afspraken zijn vastgelegd in een Zorgaanbodplan 2010-2012. Dit omvat de volgende zorgprogramma’s: 1. COPD / Astma bij volwassenen, 2. CardioVasculair Risicomanagement, 3. Preventie chroniciteit bij Aspecifieke Lage Rugklachten (ASLR), 4. Protocol Overgewicht Volwassenen, 5. Preventie Diabetes Mellitus type II, 6. Kinderen met Overgewicht. Onderdeel van het zorgaanbodplan is een zorgprogramma Diabetes. Dit wordt door de huisartsen uitgevoerd binnen het verband van de Zorggroep ELZHA en is daarom nu buiten het bestek van deze evaluatie gehouden. SAMENVATTING Het zorgaanbodplan van het Gezondheidscentrum De Rubenshoek is over het jaar 2010 geëvalueerd op verschillende onderdelen. In toenemende mate werd ervaren dat de analyses een groot beslag leggen op de beschikbare beperkte capaciteit. Mede om die reden is besloten de functies samenhangend met de management informatievoorziening verder te automatiseren en te professionaliseren. Dit proces is in 2011 gestart; ondermeer hierom is dit evaluatieverslag over 2010 beperkt in opzet tot enkele hoofdlijnen betreffende het zorgaanbodplan van het Gezondheidscentrum De Rubenshoek. Analyse van een aantal bevolkings- en omgevingsvariabelen toont dat de ziektebeelden Diabetes Mellitus, Astma en Depressie aanzienlijk vaker voorkomen in de praktijkpopulatie van het Gezondheidscentrum dan in de doorsnee bevolking. Dit hangt duidelijk samen met de ‘achterstandskenmerken’ van de wijken waar het centrum zich op richt. Daarnaast wordt opnieuw bevestigd dat het gezondheidscentrum een grotere adherentie heeft dan de Schilderswijk alleen; een deel van de cliënten komt uit de wijken Transvaal en Centrum. Overigens ook wijken met belangrijke achterstandsproblematiek. Het zorgaanbodplan in zijn geheel overziend, is er in 2010 veel bereikt. Anderzijds valt ook op te merken dat de grote aantallen patiënten die betrokken zijn in de verschillende programma’s vooral gericht op leefstijlverbeteringen een zware belasting geven, naast het gebruikelijke zorgaanbod van alle dag. In 2010 werd het proces afgerond van migratie naar het nieuwe HIS systeem waar de huisartspraktijken in 2009voor hadden gekozen. Door het veranderde HIS systeem hopen wij beter in staat te zijn inzicht te verschaffen in de kwaliteit van de zorg die geboden wordt, ook wat betreft het zorgaanbodplan van GZC de Rubenshoek. Hoewel: het mag ook duidelijk zijn dat het geen eenvoudige opgave is om de integrale wijze waarin GZC de Rubenshoek met meerdere zorgaanbieders samenwerkt te voorzien van relevante en inzichtelijke indicatoren. De kwaliteitscommissie van de Rubenshoek heeft hier een belangrijke voortrekkersrol te vervullen. 1. EVALUATIE ZORGPROGRAMMA COPD / ASTMA BIJ VOLWASSENEN Dit zorgprogramma richt zich op de groep patiënten met COPD (ICPC R95) of Astma (ICPC R96 (leeftijd ouder 16 jaar) of mengvormen daarvan. Het betreft patiënten die onder behandeling staan van de huisarts. Het doel van dit programma is het versterken van het zelfmanagement van de ziekte door de patiënt en de kwaliteit van leven te verbeteren.
24
Gebleken is dat vragenlijsten als CCQ of ACQ (meetinstrumenten voor o.a. de kwaliteit van leven) niet te hanteren zijn bij het overgrote deel van de doelgroepen waar de Rubenshoek zich op richt.Vragenlijsten blijken een te gering onderscheidend vermogen te hebben om de kwaliteit van leven valide te meten bij de doelgroepen van het gezondheidscentrum De Rubenshoek. Ook is gebleken dat voor het juist en betrouwbaar uitvoeren van het diagnostisch onderzoek (spirometrie) specifieke vaardigheden noodzakelijk zijn bij degene die dit onderzoek uitvoert. Bij de evaluatie van de bestaande patiëntenpopulatie bleek dan ook dat vooral bij degenen met de ICPC code R96 in de probleemlijst, een grote groep patiënten omvatte bij wie deze probleemcode als twijfelachtig beoordeeld kan worden. 2010 staat dan ook in het teken van het herzien van de diagnostiek bij deze groep patiënten. Aan het begin van het vierde kwartaal 2010 is een inventarisatie gemaakt mbt de dan aanwezige registratie van patiëntgegevens in het HIS van de huisartsen. De volgende indicatoren werden geselecteerd om vooral de structuur en procesvoering van dit zorgprogramma te evalueren, nl. 1) ICPC code R95 en/of R96 aanwezig in de probleemlijst, 2) Het zichtbaar worden van de opname in een oproepprogramma als proxy voor systematische controles (1 x jaar) indien geïndiceerd, 3) Rookgedrag en het stoppen met roken advies, 4) Spirometrie indien geïndiceerd en bij toereikende capaciteit, 5) Inhalatie-instructie mbt het gebruik van de inhalatiemedicatie, 6) BMI meting, 7)Voedingsadvies en verwijzing diëtiste indien geïndiceerd en 8) Beweegadvies en beweegprogramma.
Geconcludeerd wordt dat voor beide indicaties de systematische herziening van de diagnostiek gecontinueerd moet worden. Daarnaast zal het systematisch controleren en vervolgen van de behandeling versterkt moeten worden.
25
2. EVALUATIE ZORGPROGRAMMA CARDIOVASCULAIR RISICOMANAGEMENT (CVRM) Het zorgprogramma CVRM en de zorgprogramma’s Overgewicht Volwassenen en Preventie Diabetes hebben veel raakvlak. In de onderstaande tabel 3 wordt een overzicht gegeven hoe deze verschillende patiëntengroepen zich tot elkaar verhouden.
Er zijn twee strategieën ontworpen voor de verdere uitvoering van dit zorgplan, nl. 1) case finding bij die patiënten die in aanmerking komen voor (primaire) preventie als zij zich melden bij de praktijk met willekeurig welke vraagstelling en 2) actieve screening van allen die een hoog risico hebben op een gestoorde glucose tolerantie, waarna bij vaststelling opname volgt in het CVRP protocol. Evaluatie van het case findingsproces gedurende 2010 toont dat de meeste gevonden afwijkingen betreffen vetstofwisselingsstoornissen (30%), adipositas (20%), gestoorde glucose tolerantie (11%), hypertensie (11%), diabetes mellitus type 2 (7%), vitamine-/voe-dings deficiënties (4%) en een restcategorie van circa 16%. Het betreft in totaal 97 patiënten op een gescreend aantal van 450.Van de actieve screening door middel van oproepen zijn nog geen resultaten beschikbaar.
26
Bovenstaande tabel 4 geeft de resultaten weer mbt een aantal prestatie-indicatoren die van belang zijn voor adequaat Cardiovasculair Risicomanagement, zoals die nu afgeleid kunnen worden uit de HIS registratie. Een deel van de gegevens bleek niet extraheerbaar uit het HIS, door de in het verleden toegepaste wijze van registratie in het journaal. Relatief recent zijn de praktijken bezig met het structureel vastleggen van laboratorium- en anamnestische gegevens in het diagnostisch dossier. Het is te verwachten dat in de loop van de tijd de uitkomsten dan ook zullen verbeteren doordat de registratie voor analyse toegankelijk kan worden.
27
3. EVALUATIE ZORGPROGRAMMA PREVENTIE CHRONICITEIT BIJ ASPECIFIEKE LAGE RUGKLACHTEN (ASLR) Het zorgprogramma preventie chroniciteit bij aspecifieke lage rugklachten beoogt te bereiken: • Preventie van chroniciteit bij de patiënt met acute of subacute klachten, • Verkorten of verminderen van de exacerbaties bij chronische patiënten, • Leren omgaan met de klachten door de patiënt bij chronische aspecifieke lage rugklachten. Ten einde de verschillende subpopulaties in beeld te krijgen dient in de diagnostiek het onderscheid aspecifiek en specifiek gemaakt te werden. Aspecifieke lage rugklachten krijgen daarop in het HIS van de huisarts de ICPC probleemcode L03. Daarnaast dient er een nadere differentiatie plaats te vinden in Acute, Subacute en Chronische klachten.
Rapportage van de fysiotherapiepraktijk in GZC de Rubenshoek toont dat daar gedurende 2010, 113 patiënten aangekomen zijn met een verwijzing voor de Fysiotherapie betreffende ASLR. Dat is slechts 38% van het aantal verwijzingen in de HIS registratie. 62% van de verwezen patiënten kan onder behandeling zijn bij andere (externe) fysiotherapie dan wel men neemt niet deel aan behandeling omdat aanvullende verzekering daarvoor ontbreekt. Uit tabel 5 blijkt dat de labeling van ASLR klachten naar chroniciteit slechts bij een relatief beperkt aantallen patiënten plaats vindt (circa 22%, vergelijkbaar met de pilot uit 2009 in één van de twee huisartspraktijken van GZC de Rubenshoek).Vermoedelijk omdat in veel situaties de klachten al weer afgenomen zijn, voordat de indeling naar chroniciteit werkelijk gemaakt kan worden volgens het protocol. Daarnaast toont de tabel ook dat het aantal verwijzingen (zichtbaar in journaal en/of verwijsregister) naar Fysiotherapie zeer vergelijkbaar is in de verschillende te onderscheiden groepen. Dit is een aanwijzing dat de registratie van ASLR klachten een nog duidelijker definiëring vereist. Nadere evaluatie mbt procesindicatoren betreffende de behandeling van de acute of subacute ALSR klachten, was nu niet goed mogelijk door de beperkingen van het bestaande Fysiotherapie Informatie Systeem (FIS). Het huidige FIS wordt naar verwachting begin 2012 vervangen. Er wordt gestreefd om te komen tot een eenduidige koppeling van gegevens.
28
4. EVALUATIE ZORGPROGRAMMA OVERGEWICHT VOLWASSENEN Het zorgprogramma Overgewicht volwassenen richt op de groep patiënten van 18 jaar en ouder die een BMI hebben hoger dan 25, al dan niet met daaraan gerelateerde gezondheidsklachten, (bijv. DM type 2, Gestoorde Glucose Tolerantie, Hypothyreoidie etc.) en in staat tot bewegen. De doelstelling van dit zorgprogramma zijn omschreven als 1) toename van gezondheidsbevorderend gedrag, 2) verlaging van ziekte-risico ten gevolge van overgewicht, diabetes of gestoorde glucose tolerantie en 3) toename van kwaliteit van leven.Voor de gewenste situatie werden prestatie-indicatoren (uitkomsten) beschreven als volgt: 1) BMI waarde aan het begin en einde van het programma, 2) Beweegadvies en verwijzing diëtist, en 3) Deelname aan beweegprogramma. Het programma is een meerjarig programma. Om die reden is voor het jaar 2010 de voornaamste aandacht uitgegaan naar structuur en procesindicatoren om de omvang van de problematiek en het diagnostisch proces systematisch in beeld te brengen. Tabel 3 brengt in beeld het samenlopen van de ICPC codes T82 of T83 respectievelijk met T90.02 of B85.01 (multimorbiditeit). Daarnaast is in deze tabel ook zichtbaar het aantal kinderen met overgewicht dat opgespoord en ingekaderd is mbt het zorgprogramma Kinderen met Overgewicht (zie pag 15) De volgende doelstellingen voor 2010 waren geformuleerd: 1. Bij 25% van de 25+ leeftijd is de BMI gemeten en geregistreerd, 2. 70% van de BMI waarden > 30 hebben de ICPC probleemcode T82 (obesitas), 3. 70% van de BMI waarden >25 en =<30 hebben de ICPC probleemcode T83 (overgewicht), 4. 80% van de mensen met overgewicht heeft een beweegadvies gekregen of een verwijzing naar een beweegprogramma, 5. 80% van de mensen met overgewicht dan wel obesitas heeft een verwijzing naar de diëtiste gekregen, 6. 40% van de mensen met overgewicht dan wel obesitas heeft een consult bij de alloctone zorgconsultent gehad, ter verbetering van de motivatie voor deelname aan het protocol Overgewicht. Doelstelling 6 is thans niet meer te evalueren door het wegvallen van deze functie uit het Gezondheidscentrum.
Tabel 6 toont dat bij ruim 21% van de populatie de BMI bekend is. Hiermee wordt de doelstelling op dit aspect voor bijna 85% behaald. Dit resultaat blijft daarmee enigszins achter bij de verwachtingen. Hiervoor zijn verschillende redenen aan te wijzen. Patiënten weigeren medewerking, hechten geen belang aan de BMI als gegeven dan wel ze zijn niet of minder gemotiveerd om de consequenties van een te hoge waarde te aanvaarden. Daarnaast geldt ook dat het meten van de BMI, hoewel een relatief eenvoudige meting, toch extra administratie met zich meebrengt die lastig in te passen is gedurende het spreekuur. Ten aanzien van de afspraken twee en drie (juiste ICPC codering bij de gevonden BMI waarde) wordt gevonden dat de code T82 in 64% van de gevallen correct is toegekend en de code T83 in 56% van de gevallen. Beide getallen zijn niet conform de verwachting. Een verklaring hiervoor wordt gevonden bij die patiënten welke BMI waarden hebben dicht bij de waarde 30. Door al dan niet toevallige meetverschillen kunnen zo gemakkelijk veranderingen en registratiefouten ontstaan. Het HIS van de huisartsen kent geen interne logica om hier geautomatiseerd correctie van de registratie voor te stellen of af te dwingen.
29
Tabel 7 toont dat voor patiënten met overgewicht zowel als obesitas 64% of meer ooit advies/verwijzing kregen mbt deelname aan een beweegprogramma. Ook hier wordt de doelstelling overall slechts voor circa 80% gerealiseerd. De lagere score wordt vooral veroorzaakt door patiënten die alleen de ICPC code T82 of T83 in de probleemlijst hebben staan. Degene die naast een T82 of T83 code ook de ICPC T90.02 of B85.01 hebben, blijken vaker een advies of verwijzing mbt bewegen te hebben gekregen. De score loopt dan op naar een ruime 76% die wel een advies mbt bewegen kregen.
Ook toont tabel 7 dat de doorverwijzing naar diëtetiek achterblijft bij de verwachtingen. Dit kan enerzijds te maken hebben met het ‘mindere’ imago dat deze discipline heeft onder de doelgroep. Anderzijds is ook de meer ingewikkelde registratieproblematiek van een verwijzing naar diëtetiek en/of beweegprogramma’s debet aan dit mindere resultaat. De bestaande HIS systemen zijn onvoldoende ingericht om een verwijzing gemakkelijk te registreren en terug te evalueren uit het HIS. E.e.a. leidt dan ook gemakkelijk tot onderregistratie. 5. EVALUATIE ZORGPROGRAMMA PREVENTIE DIABETES TYPE II Gestoorde glucosetolerantie is een symptoomloos voorstadium van ziekte, i.c. Diabetes Mellitus type 2.Voor de opsporing ervan wordt een strategie van case finding gevolgd, waarbij mensen met een verhoogd risico op een GGT of DM2 een regelmatige bloedsuikertest wordt aangeboden. De groepen waar het programma zich op richt zijn: iedereen die bekend is met risicofactoren voor HVZ, mensen met overgewicht en bepaalde etnische groepen zoals bijv. Hindoestanen. Doel van het programma is het voorkomen of uitstellen van DM2. In de eerste fase gedurende 2010 is aandacht besteed aan de implementatie van het toe te passen protocol Gestoorde Glucose Tolerantie en het daarbij te registreren Cardio-Vasculaire Risico Profiel (CVRP). Dit risicoprofiel vorm ook de basis van de registratie in het HIS van de huisarts. De eigen huisarts in nauwe samenwerking met de praktijkondersteuner somatiek vormen het aanspreekpunt voor de patiënt. Aan het begin van het vierde kwartaal 2010 is een inventarisatie gemaakt mbt de dan aanwezige registratie van patiëntgegevens in het HIS van de huisartsen. De volgende vijf elementen werden geselecteerd om vooral de procesvoering van dit zorgprogramma te evalueren, nl. 1) ICPC code B85.01 aanwezig in de probleemlijst, 2) Nuchtere Glucose (GlucNu) bepaling als proxy voor het totale laboratorium onderzoek, 3) BMI meting als proxy voor de complete anamnese, 4) verwijzingen naar dietetiek en of fysiotherapie / beweegprogramma’s als proxy voor de leefstijl interventies en 5) het zichtbaar worden van de opname in een oproepprogramma als proxy voor de systematische follow up mbt het laboratorium onderzoek. In deze evaluatie worden nog geen uitkomstindicatoren gerapporteerd, omdat dit programma daarvoor nog te kort loopt. Bij de evaluatie in 2011 zullen ook uitkomstindicatoren gerapporteerd gaan worden. Hierbij wordt gedacht aan de volgende indicatoren, nl. het % patiënten ingesloten in het programma dat een verlaging van de BMI toont met tenminste 1 punt (BMI als proxy voor het succesvol implementeren van een gezonde
30
leefstijl) en/of het % patiënten ingesloten in het programma dat in de verslagperiode geen manifeste DM2 ontwikkelde (toekennen van ICPC code T90.02 na de eerdere B85.01 code). In de onderstaande tabel 8 worden de bevindingen samengevat met betrekking tot structuur en proces van het zorgprogramma Preventie DM2.
Tabel 8 toont dat voor de BMI waarden, verwijzing mbt leefstijl interventies en het systematisch oproepen verbeteringen in de onderliggende processen aangebracht moeten worden. Echter met betrekking tot BMI en de leefstijl interventies zullen de getoonde gegevens vertekend zijn, omdat pas bij de recente migratie naar Medicom als HIS deze gegevens meer systematisch en toegankelijk voor analyse geregistreerd kunnen worden. Er zal dus nog sprake zijn van onderregistratie op deze aspecten. Daarnaast geldt dat verwijzing nog niet wil zeggen dat de betrokkene er daadwerkelijk gehoor aan geeft. Op dit moment is de gekoppelde analyse van gegevens uit het HIS van de huisarts, het FIS van de fysiotherapie en het DIS van de diëtiste al wel in voorbereiding, maar nog niet beschikbaar. Het systematisch toepassen van een oproepsysteem scoort nogal laag. Als mogelijke verklaring kan gesteld worden dat oproepsystemen van huisartslaboratoria niet helemaal toegesneden zijn mbt de gewenste oproepfrequentie en lab-bepalingen voor dit specifieke zorgprogramma. 6. EVALUATIE ZORGPROGRAMMA KINDEREN MET OVERGEWICHT De doelstelling van dit zorgprogramma is omschreven als, ouders en kinderen bewuster te maken van het probleem overgewicht, en uiteindelijk het overgewicht bij deze kinderen te reduceren. Als secundaire doelstelling is opgenomen dat het gehele gezin bewuster wordt van het probleem overgewicht waardoor binnen het gezin gezondere keuzes gemaakt worden met betrekking tot dieet en bewegen. Tabel 9 toont de aantallen kinderen bij wie ooit of in de laatste 12 maanden het BMI bepaald is en wat zichtbaar is in het HIS van de huisarts.
31
Een nadere analyse van de verwijzing naar diëtetiek geeft weer dat in de eerste twee maanden na verwijzing circa 30% van de verwezen cliënten maar aankomt bij de diëtiste. Na die periode wordt het veel moeilijker om deze verwijzing te effectueren. Hetzelfde beeld ontstaat ook bij fysiotherapie. Geconcludeerd kan worden dat de overdracht van instroom maar diëtetiek en/of fysiotherapie intensief begeleid dient te worden om deze te laten slagen. Uit de gegevens van de diëtiste is nu nog niet af te leiden in hoeverre kinderen er in slagen hun BMI waarde constant te houden dan wel te laten dalen. 7. EVALUATIE PERFORMANCEAFSPRAAK DOELMATIG VOORSCHRIJVEN (IVM). Bijgaand een overzicht van de indicatoren doelmatig voorschrijven zoals gedefinieerd door het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM Benchmark). Inclusie. Voor de berekening van de indicatoren is gebruik gemaakt van het medicatiebestand over de periode 1 januari 2009 tot en met 30 juni 2010 zoals geëxtraheerd uit het HIS van de huisartspraktijk De Blauwe Tulp en Mozaiek. De beide medicatiebestanden zijn samengevoegd tot een bestand. Daarnaast werden door de beide praktijken een patiëntenbestand aangeleverd. M.b.v. deze patiëntbestanden is vastgesteld welke patiënten 1 jaar of langer in elke praktijk ingeschreven waren. De medicatiegegevens van alleen die patiënten die 1 jaar of langer in de praktijk ingeschreven waren zijn gebruikt in de berekeningen. De medicatiegegevens van die patiënten van wie de inschrijftermijn niet bepaald kon worden, zijn eveneens niet gebruikt in de berekeningen. Medicatie records die betrekking hebben op de periode 1 jan. 2010 tot en met 30 jun. 2010 zijn betrokken bij de berekeningen. Bij de berekening van de indicatoren wordt uitgegaan van het medicatiebestand zoals dat in de HISSEN van de beide huisartspraktijken aanwezig is. De IVM-benchmark is berekend op basis van medicatieaflevergegevens uit de openbare apotheek. Tussen deze beide typen medicatiebestanden zullen verschillen kunnen bestaan. Dit betekent dat bij de beoordeling van vergelijkingen tussen de IVM gegevens zoals gepubliceerd en de uitkomsten van de Rubenshoek hiermee rekening moet worden gehouden. Wijze van berekenen. Bij een aantal indicatoren is sprake van nieuwe instellingen. Als algemene definitie voor een nieuwe instelling is gebruikt, de eerste verschijning van een receptregel voor de betrokken klasse van geneesmiddelen na 1 Januari 2010 bij een patiënt, bij wie in 2009 geen receptuur voor die klasse geneesmiddelen werd gevonden. Voor die indicatoren waarbij geen sprake is van nieuwe instellingen, werden alle recepten meegenomen die in de periode 1 jan. 2010 tot en met 30 jun. 2010 werden geregistreerd alsmede die recepten die bij voorschrijven een einddatum na 31 dec. 2009 hebben staan in het bestand. Met betrekking tot de voorschrijvende arts is een onderscheid gemaakt tussen de eigen huisartsen van de beide huisartspraktijken in de Rubenshoek en andere voorschrijvers (bijv. specialisten of huisartsen uit de ANW-dienst). Geneesmiddelselecties zijn gedaan aan de hand van de ATC-codes van elk middel. Alle berekeningen zijn uitgevoerd met behulp van SPSS versie 18. Hiertoe is per indicator een separate syntaxfile geschreven. RESULTATEN Tabel 10 geeft de resultaten weer van de berekende indicatoren in vergelijking met de door IVM gepubliceerde gegevens van de zorgverzekeraar AZIVO, de zorgverzekeraar CZ/OZ en de zorgverzekeraar VGZ, de referentiewaarde en de landelijk gemiddelde uitkomst per indicator. De referentiewaarde is de 90ste percentiel voor elke indicator zoals bepaald in de 2009 studie van het IVM. Voor twee indicatoren is de gevonden waarde niet te berekenen. Dit betreft indicator 14 (dosering temazepam bij ouderen) en indicator 26 (therapietrouw bisfosfonaten).
32
De medicatiedata voor indicator 14 betreft in totaal 4 patiënten, waarvan er 2 een dosering van 10 mg. kregen. Daarmee kan deze indicator niet betrouwbaar worden berekend. Bij indicator 26 dient de therapietrouw ratio bij elke patiënt uitgerekend te worden. Het betreft in totaal 25 patiënten. Inspectie van de gegevens leerde dat de einddatum van elke receptregel onvoldoende duidelijk aanwezig was in het bestand. Tevens is het doseringsvoorschrift ook niet altijd goed geregistreerd. Dit tezamen met het geringe aantal patiënten resulteert erin dat de therapietrouw ratio niet goed berekend kon worden. Geconstateerd kan worden dat de Rubenshoek op 19 indicatoren van deze set hoger (=beter) uitkomt dan het landelijke gemiddelde. Bij 6 van de (berekende) 25 parameters scoort de Rubenshoek lager dan het landelijk gemiddelde te weten indicator 12, 16, 21, 23, 25 en 27. In het bijzonder indicatoren 21 en 25 scoren laag. Dit lijkt vooral samen te hangen met de wijk en de patiëntenpopulatie van de Rubenshoek. Er bestaat bijvoorbeeld een grote vraag naar maagzuurremmende medicatie en patiënten die dit eenmaal gebruikt hebben zijn maar moeilijk te bewegen dit gebruik weer te staken. De meer intensieve psychosociale problematiek waar de patiënten in onze wijk mee geconfronteerd wordt, verklaart het bovengemiddelde gebruik van antidepressiva. Anderzijds is de indruk dat de therapietrouw in het algemeen bij onze populatie in het bijzonder van psychofarmaca slecht is. Dit lijkt door indicator 27 te worden bevestigd. De overbehandeling met sterk werkende corticosteroïden is een punt van aandacht. Mogelijk wordt door onvoldoende uitleg en waarschuwen voor de nadelige gevolgen er te gemakkelijk door patiënten gevraagd naar herhaal medicatie. Ook de lage score van anticoagulantia bij mensen die nitraten gebruiken is een enigszins verassende uitkomst. Een drietal kanttekeningen kan worden geplaatst bij de uitkomsten. 1. Bij de gehele set indicatoren ligt de nadruk vooral op procesbeschrijving (keuze van bepaalde middelen, of limitering van de behandelduur) zonder dat er een relatie gelegd worden met zorguitkomsten en/of patiënttevredenheid. Het is onduidelijk of met deze indicatoren op deze wijze echt de kwaliteit van zorg gemeten wordt. 2. De huidige standaarden in de zorg richten zich vooral op het Nederlandse algemene gemiddelde, waardoor zij minder geschikt zijn om als referentie te fungeren voor sterk van het gemiddelde afwijkende populaties zoals die van de Rubenshoek. De uitkomsten van de indicatoren 21, 23, en 27 wijzen daar min of meer op. 3. Indicator 16 is moeilijk te interpreteren. De vrije verkrijgbaarheid van NSAID preparaten en maagzuurremmende middelen betekent dat het werkelijke gebruik van NSAID’s al dan niet in samenhang met maagzuurremmende middelen niet echt meer af te lezen is uit de medicatiegegevens van huisarts of apotheek. De beoordeling of maagmiddelen voorgeschreven worden in samenhang met NSAID preparaten alleen aan de hand van het medicatiedossier zal dan ook in toenemende mate minder zeggen over de praktische gang van zaken bij de patient. Dat neemt niet weg dat de huisarts bij het voorschrijven van NSAID’s bij ouderen wel zeker maagprotectie moet voorschrijven. Het is om die reden wenselijk deze indicator beter te definiëren.
33
34
8. EVALUATIE PERFORMANCEAFSPRAAK KLANTGERICHTHEID In de tabel ‘Performanceafspraak ‘Klantgericht werken’ scoort de Rubenshoek hoog. Ten aanzien van de fysieke bereikbaarheid en toegankelijkheid zijn geen verbeteringen meer te behalen. In oktober 2010 kreeg het gezondheidscentrum een oorkonde van de Gemeente Den Haag vanwege de goede toegankelijkheid. Met betrekking tot de telefonische bereikbaarheid, hebben de beide huisartspraktijken van de Rubenshoek de proef van de Inspectie m.b.t. de responstijden van de spoedlijn goed doorstaan. Toch is op dit vlak nog wel verbetering mogelijk en noodzakelijk, ondanks de nieuwe in 2009 aangeschafte telefooncentrale. Met de leverancier, Advitronics, zijn afspraken gemaakt over de levering van een registratie- en feedbacksysteem. Hiermee wordt objectieve informatie verkregen over de responstijden aan de telefoon. Ook wordt aan de assistentes en centrale receptie, middels een scherm, realtime feedback gegeven over het aantal wachtenden in de rij en hun wachttijd. Helaas heeft de ontwikkeling van dit systeem langer op zich laten wachten dan gehoopt. Zeer waarschijnlijk kan het eind 2011 in gebruik worden genomen. Wat betreft de Digitale bereikbaarheid beschikt het centrum over een beveiligde website met informatie over het aanbod van het centrum en vele links naar andere relevante voorzieningen. De website biedt de mogelijkheid van het stellen van een vraag aan het centrum. Deze vraag komt binnen bij de directeur. Per jaar komen hier ca. 10 vragen binnen. Er is nog geen mogelijkheid van een E-consult, het online maken van afspraken of het stellen van een vraag per email aan een zorgverlener. De wenselijkheid van deze voorziening is intern nog in discussie, gezien de laaggeletterdheid van doelgroep van het gezondheidscentrum. In de loop van 2011 zal onderzocht worden welke mogelijkheden aan een geselecteerde groep patiënten geboden kunnen worden via ‘mijngezondheid. net’. Het centrum beschikt over een centraal en toetsbaar klachtenreglement. Hiervan wordt enkele malen per jaar gebruik gemaakt. De klachtenprocedure wordt uitgelegd in een folder die beschikbaar is in het Nederlands, Turks en Arabisch. Het centrum heeft een centrale receptie waar buurtbewoners van 7.30-17.00 uur met al hun vragen terecht kunnen. Het centrum profileert zich graag als ‘het gebouw waar je alles kunt vragen’. Er is een ishop waar men terecht kan voor uitleg van formulieren, en het doen van allerhande aanvragen. De elektronische informatie-uitwisseling tussen disciplines in het centrum is nog in ontwikkeling.Voor afspraken met hulp- en dienstverleners binnen het centrum is een centraal afsprakensysteem aanwezig via de centrale receptie. Het centrum voert ieder jaar een eigen patiëntenraadpleging uit, middels mondelinge interviews in de wachtkamers. De schriftelijke vragenlijsten waarmee het ECB werkt, zijn niet geschikt voor de populatie en differentiëren onvoldoende. Een samenvatting van de bevindingen van 2010 staan in het kwaliteitsjaarverslag beschreven. CONCLUSIE Enkele conclusies zijn te trekken uit deze rapportage: 1. Beschrijving van die indicatoren die als meest veelzeggend beschouwd worden om het succes van een zorgprogramma aan af te meten is essentieel. Dit is een leerproces dat voor de duur van het zorgaanbodplan nog doorgaat. Op dit moment ligt de focus op structuur en procesindicatoren. Een belangrijk punt van aandacht voor de toekomst is het formuleren van relevante uitkomstindicatoren voor elk van de programma’s. 2. Voor de meer ziekte georiënteerde programma’s zoals astma/COPD, Gestoorde Glucose
35
3.
4. 5.
6.
tolerantie of CVRM is meer informatie voorhanden om structuur, proces en uitkomsten van een programma te evalueren. Bij de meer “Leefstijl” georiënteerde programma’s (Overgewicht volwassenen en kinderen) is de beschikbare informatie veel beperkter om structuur en proces goed in beeld te krijgen. Uitkomstindicatoren zijn hier navenant nog moeilijker te bepalen. Uit de vergelijking van gegevens die diëtetiek en/of fysiotherapie genereert bij de behandeling en begeleiding van patiënten in verschillende van de zorgaanbodplannen, wordt goed zichtbaar dat er met name bij de overdracht van patiënten van de ene naar de andere zorgaanbieder, intensiever samengewerkt moet worden om successen te kunnen bereiken. Het risico op uitval is erg groot op de momenten van overdracht. Ten opzichte van de vorige rapportage in 2009 wordt ook zichtbaar dat het verdere optimaliseren van zorgregistratie een proces van lange adem is. Uit de analyse van de aantallen patiënten in de verschillende zorgprogramma’s en de overlap daartussen, wordt ook duidelijk hoe intensief deze programma’s bewerkt moeten worden en welke belasting dat met zich meebrengt voor het gezondheidscentrum zowel als voor de deelnemende praktijken. Het voorschrijfbeleid van de huisartsen in de Rubenshoek kan doelmatig genoemd worden. Op enkele punten wijkt het voorschrijfbeleid af. Dit kan deels verklaard worden door de bijzondere samenstelling en de andere sociaal economische omstandigheden van de populatie van de Rubenshoek.
36
BIJLAGE 2: WERKPLAN 2011 Gezondheidscentrum De Rubenshoek richt zich de komende jaren op twee belangrijke peilers. De eerste is dat het centrum de functie van ‘het gebouw waar je alles kunt vragen’ wil blijven behouden en indien nodig uitbouwen.Voor de bewoners van de Schilderswijk wil de Rubenshoek een laagdrempelige voorziening zijn waar mensen met weinig zelfredzaamheid en beperkte gezondheidsvaardigheden worden geholpen bij oplossingen voor hun veelheid aan vragen en problemen. De tweede is het realiseren van een kwalitatief hoogwaardig aanbod aan medische, paramedische en psychosociale zorg, waar nodig en mogelijk in samenhang met elkaar en in aansluiting op de specifieke noden en wensen van de bevolking van de Schilderswijk. Voor 2011 zijn deze peilers uitgewerkt in de volgende plannen. Uitbouwen en verdiepen van het Zorgaanbodplan COPD Het bestaande zorgprogramma zal worden uitgebouwd. In 2010 is de populatie patiënten met diagnose Astma en COPD gedeeltelijk gescreend. Dit wordt in 2011 voortgezet. Daarna zal het beleid volgens de standaard worden uitgevoerd, met als uitzondering de CCQ index, omdat die bij het grootste deel van onze populatie niet differentieert. Doel is dat eind 2011 de doelgroep minimaal 1 maal per jaar gecontroleerd is. Verder: 1 maal per jaar spirometrie (indien geïndiceerd), zo nodig 2 maal per jaar inhalatie-instructie, een stoppen-met-roken advies en interventie en indien geïndiceerd een COPD revalidatieprogramma met o.a. ademhalingstechnieken, ademspiertraining, mucus-clearingtechnieken en beweegprogramma. Bij lichte en/of intermitterende astma vindt controle plaats indien nodig. Er is behoefte aan een ‘stoppen met roken programma’. In 2011 onderzoeken we of we op dit vlak bij een bestaand programma kunnen aanhaken. Preventie Diabetes Het programma is in 2010 verfijnd. Met name het volgen van patiënten na vaststelling van een verstoorde glucosetolerantie (GGT) zal in 2011 worden aangepakt. Eind 2011 moet 25% van de patiënten in de risicogroep, nog niet gediagnosticeerd als diabeet of met een GGT, zijn gescreend. Hiervoor zal zo mogelijk een oproepsysteem ontwikkeld worden. Ook het volgen van degenen bij wie een GGT is geconstateerd, zal in kaart worden gebracht. CVRM In 2011 wordt het screeningsprotocol uitgevoerd bij 25 % van de risicopopulatie. Binnen de Rubenshoek betreft het een grote populatie (Hindostanen ouder dan 30, Turken en Marokkanen boven de 40). Aspecifiek Lage Rugklachten Het zorgprogramma is in 2010 doorontwikkeld en zal in 2011 verder worden geïmplementeerd bij alle huisartsen en fysiotherapeuten. Overgewicht Kinderen In 2011 zal worden geëxperimenteerd met een groepsaanpak van gezinnen met een of meer kinderen met overgewicht. Een eerste pilot start eind januari met maximaal 4 ouders en hun kind(eren). Zij krijgen op 4 middagen achtereenvolgens informatie en begeleiding van de diëtist, de opvoedingsdeskundige en de kinderfysiotherapeut. Overgewicht volwassenen Door het wegvallen van de Allochtone Zorgconsulenten, is het zorgprogramma aangepast. De diëtist neemt nu de coördinatie op zich. In samenwerking met HWW Zorg zal 3 maal de cursus Fit en Gezond worden georganiseerd voor Turkse en 3 maal voor Marokkaanse groepen vrouwen.
37
Doelmatigheid Er worden afspraken gemaakt over een verbeterprotocol. Dit heeft betrekking op dermatocorticosteroïden. Klantgerichtheid Naar verwachting wordt een registratiesysteem aangeschaft ten behoeve van meting van de responstijden aan de telefoons. Nieuw beleid a. POH GGZ Met Indigo zijn afspraken gemaakt over detachering van POH GGZ.Vanaf 1 februari wordt hiermee gestart. De huisartsen van de Rubenshoek zijn hiertoe een samenwerkingsverband, DORAS genaamd, aangegaan met huisartsen van de SHG, Arts en Zorg en de Doc. Binnen dit verband zal ervaring worden opgedaan met het vormgeven van de functie POH GGZ in de achterstandswijken van Den Haag. b. De relatie met de wijk Het gezondheidscentrum zal het komend jaar nog nadrukkelijker aandacht besteden aan het bevorderen van een gezonde leefstijl. Duidelijk is dat de verandering van leefstijl alleen kan worden bereikt in nauwe samenwerking met meerdere partijen in de wijk. Ook zal worden onderzocht in hoeverre wijkbewoners actief bij dit thema kunnen worden betrokken. Hiertoe zal worden samengewerkt binnen het Rubenshoek Samenwerkingsverband (met Zebra, Parnassia-Indigo, Den Haag op Maat) en met de GGD. c. De Rubenshoek als zorggroep? In 2011 zal het gezondheidscentrum toewerken naar een antwoord op de vraag of zij zelf als contractant voor zorgprogramma’s wil gaan optreden. Er zal worden gekozen welke zorgprogramma’s in het verband van een grotere Haagse zorggroep zullen worden aangeboden en welke eventueel in het verband van de Rubenshoek, al dan niet met anderen. De mogelijkheden en beperkingen van het gezondheidscentrum in dit verband zullen worden onderzocht. Waar nodig wordt ondersteuning gevraagd van Lijn1. d. Taal op recept Eind 2010 is het startsein gegeven van Taal op recept: huisartsen (en andere zorgverleners) verwijzen (jonge) mensen met een taalachterstand naar een zogeheten taalcoach, die hen een taaltoets afneemt en toe geleidt naar een adequaat taalaanbod. Hierin wordt samengewerkt met de gemeente Den Haag en Capabel Taal. e. Samenwerking apotheek Rubenshoek Door de komst van de apotheek wordt het mogelijk om een project ‘polyfarmacie’ te starten. Daartoe zal een protocol worden ontwikkeld, gericht op patiënten met meer dan 5 medicijnen. Eind 2011 zal dit protocol klaar zijn en uitgeprobeerd. f. Nieuw zorgprogramma? In de loop van 2011 zal een inventarisatie worden gemaakt van de noodzaak en wenselijkheid van een nieuw zorgprogramma. Dit kan dan worden ontwikkeld en ingebracht in de onderhandelingen met de zorgverzekeraars voor 2013 e.v. Voortzetting bestaande activiteiten De volgende multidisciplinaire activiteiten worden voortgezet: a. Patiëntgerichte multidisciplinaire samenwerking binnen het centrum: - huisartsen-fysiotherapeuten - huisartsen- AMW - huisartsen- spv’ers en Wende - huisartsen, opvoedsteunpunt, bureau Jeugdzorg, de Jutters, - huisartsen – POH GGZ
38
b. -
Andere vormen van multidisciplinaire samenwerking binnen het centrum huisartsen fysiotherapie overleg tbv werkafspraken en protocollering overleg verloskundigen tbv werkafspraken themalunches
c. -
Samenwerking met partners buiten het gezondheidscentrum, o.a.: binnen de coalitie Gezond Geweten (Haagse Krachtwijken) STIOM, De Zichtbare Schakel Het Wijkcommunicatiebureau (o.a. De Schilderswijk krant en de Digitale muurkrant), GGD Haagse Hogeschool
Plannen m.b.t. de organisatie A. Beschrijven van de organisatie Ten behoeve van de continuïteit en transparantie van de organisatie, zal een beschrijving worden gemaakt van de diverse geledingen binnen het gezondheidscentrum en de onderlinge afspraken en werkprocessen. B. Kwaliteitsontwikkeling Eind 2010 is een begin gemaakt met structurele kwaliteitsbewaking en ontwikkeling van de verschillende zorgprogramma’s. Hiertoe is een kwaliteitscommissie in het leven geroepen. Dit wordt in 2011 uitgebouwd. Meer aandacht zal worden besteed aan de implementatie van de verschillende programma’s. C. ICT ICT is en wordt steeds belangrijker in o.a. de evaluatie van de zorgprocessen. Na beoordeling van diverse mogelijke ondersteunende voorzieningen op dit vlak, is hiertoe een aparte business case geschreven. Hierover is overeenstemming bereikt met de preferente zorgverzekeraar. In de loop van 2011 wordt QlikView geïmplementeerd.
39
BIJLAGE 3: LIJST VAN AFKORTINGEN AMW: AZC: COPD: FTO: GEZ: GGD: GGZ: GVO: IKG: IOF: KNGF: LHV: LINH LVG: MCH: NHG: NPCF: OKIA: POH: SEH: STIOM:
Algemeen Maatschappelijk Werk Allochtone Zorg Consulent Chronic Obstructive Pulmonary Disease Farmaco Therapie Overleg Geintegreerde Eerstelijns Zorg Gemeentelijke Geneeskundige & Gezondheids Dienst Geestelijke Gezondheids Zorg Gezondheidsvoorlichting en - Opvoeding Informatie- en Klachtenbureau Gezondheidszorg Intercollegiaal Overleg Fysiotherapie Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie Landelijke Huisartsen Vereniging Landelijk Informatie Netwerk Huisartsen Landelijke Vereniging Geïntegreerde Eerste Lijn Medisch Centrum Haaglanden Nederlands Huisartsen Genootschap Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie Organisatie Komité Illegale Arbeiders Praktijk Ondersteuning Huisartsen Stichting Exploitatie Huisartsenpaktijken Stichting ter Ondersteuning van de Gezondheidszorg en Maatschappelijke Dienst-verlening in Den Haag Centrum SZW: Sociale Zaken en Werkgelegenheid VETC: Voorlichter Eigen Taal en Cultuur
40
BIJLAGE 4: Personalia De medewerkers van het gezondheidscentrum in 2010 Coördinatie T. Kraan, directeur Receptie G. Naber, zakelijk leider en receptioniste L. Massaer, receptioniste Beheer P. van Dorp, beheerder A. Huro, beheerder M. Achabar, beheerder Ondersteuning W. Bosveld, secretaris Huisartsen Praktijk Mozaïek M.T.Velema-de Roos, huisarts, tevens lid van het Stichtingsbestuur C.C. Broekema, huisarts C. Emmens, huisarts S. Bahidh, doktersassistente in opleiding A. Hazewinkel, doktersassistente in opleiding N. Knoester, doktersassistente in opleiding H. Knol, doktersassistente M.J. Post, doktersassistente N. van de Zwan, doktersassistente J.Velema, praktijkmanager S. Wilsoe, praktijkverpleegkundige Praktijk De Blauwe Tulp J. Wuister, huisarts, tevens penningmeester van de Stichting N. van der Bij, huisarts W. Hatif, huisarts P. Uitewaal, huisarts A. van Zon, huisarts H.Van der Zijden - Schrader, huisarts S. Benhyda, doktersassistente Y. Mutsaers, doktersassistente Z. Nazari, doktersassistente T. Nguyen, doktersassistente N. Pekcan, doktersassistente R. Sbaa, doktersassistente A.Verbaan, praktijkmanager S. Delver, diabetesverpleegkundige J.Vervloed, diabetesverpleegkundige J. de Jong, longverpleegkundige S. Rangoelan, praktijkondersteuner
41
Fysiotherapeuten F. Besseling, fysiotherapeut, tevens voorzitter van de Vereniging M. Sibeijn, fysiotherapeut/manueel therapeut N. Cuijpers, fysiotherapeut C. Koelen, fysiotherapeut M. Sterk, fysiotherapeut Maatschappelijk werk (Welzijnsorganisatie Zebra) M. Dasrath, maatschappelijk werkende Sociaal Raadslieden P. Hilgersom, sociaal raadsman M. Kokshoorn, sociaal raadsvrouw I. Margadant, sociaal raadsman P. van der Meulen, sociaal raadsvrouw LIV, voeding-& leefstijladvies M. Hoogenbergen, diëtiste Verloskundigen Praktijk voor verloskunde Femme: K. Bost, verloskundige M. Heeres, verloskundige J. Paalvast, verloskundige A. van Vliet, verloskundige I.Verhoeven, verloskundige Parnassia H. Eebes, sociaal psychiatrisch verpleegkundige –preventie Context A. Jafary, sociaal psychiatrisch verpleegkundige Indigo I. Tevreden, maatschappelijk werkende VO Indigo A.Yilmaz, sociaal psychiatrisch verpleegkundige Indigo I-shop - Welzijnsorganisatie Zebra C. Baghoe Apotheek Rubenshoek E. Eriks, apotheker , apothekersassistente Spreekuurhouders S. Battem, ouderenadviseur Voor N. Bilisik, coördinator Thuiszorg BTO E. Buhlmann, medewerkster steunpunt Mantelzorg A. Chandrashekhar, maatschappelijk werkende Bureau Jeugdzorg C. Doorson, ouderenadviseur Zebra T. Jansen, sociaal psychiatrisch verpleegkundige De Jutters A. Laghzaoui, allochtone zorgconsulente J. Lakhja, ouderenadviseur Voor L. Moufid, medewerkster opvoedsteunpunt Zebra S. Pour Ebrahimi, medewerkster Wende A. Ramlal, medewerkster Home Start
42
L. v.d.Vegt, medewerkster Mammarosa S.Vis, Livit-orthopedie M. Wolters, consulente Livit orthopedie Z.Yilmaz, allochtone zorgconsulente Methadonverstrekking - Parnassia, diverse functionarissen GGD-TBC-vaccinatie, diverse functionarissen SHL bloedafname, diverse functionarissen
� ��
���������
������� �� ���� ���� ��
��� �
Bestuur Stichting Gezondheidscentrum De Rubenshoek J. A. Avezaat, voorzitter J. D. Wuister, penningmeester F.A.I.M. Besseling, secretaris Mw. M.T.Velema-de Roos, lid
������������
������� ��� ���� ��� ��� ����������������������
43