Inhoudsopgave
Samenwerking met de nieuwe buren van Europa 8 voorbeelden van particulier initiatief en organisatieopbouw Matra/KPA
Matra/KPA Inhoudsopgave 2
3
Inleiding Samenwerking met de nieuwe buren van Europa: ‘Het vertrouwen groeit en de resultaten zijn tastbaar’
7
Project 1 Een nieuw gezinshuis in Oekraïne: ‘De overheid ziet dit als een experiment’
8
Project 2 Visies van jonge Europeanen van West tot Oost: ‘Dynamische aanpak bereikte enorm veel jongeren’
9
Project 3 Bulgaarse bakkerij met sociaal winstoogmerk: ‘Wij financieren uiteindelijk onze eigen projecten’
10
Project 4 Dorcas bevordert transparant werken: ‘Train de trainers en je creëert een enorm bereik’
11
Project 5 Vrienden van Ziburys: ‘Ons doel is overbodig te worden’
12
Project 6 Dubrovnik, ontmoetingsplaats voor Oost en West: ‘Stereotiepe beelden van elkaar bijstellen’
13
Project 7 Actie Comité Tascilar: ‘Jullie zorgen voor het werk, wij voor het materiaal’
14
Project 8 Stichting Oekraïne Kiev Utrecht: ‘Gehandicaptenorganisaties zaten voor het eerst met elkaar aan tafel’
15
Nawoord ‘Fijnmazig netwerk van burgers vormt stille kracht’
Samenwerking met de nieuwe buren van Europa: ‘Het vertrouwen groeit en de resultaten zijn tastbaar’
Matra/KPA Inleiding 3
Bulgarije, Jordanië, Kroatië, Marokko, Montenegro, Oekraïne, Roemenië, Rusland, Servië, Turkije en Wit-Rusland zijn de nieuwe buren van de Europese Unie. Het Matra/KPA-programma is bedoeld om de ontwikkeling in deze landen een duwtje in de rug te geven. Het Matra/KPA-programma ondersteunt kleine plaatselijke activiteiten (KPA) die bijdragen aan de maatschappelijke transformatie (Matra) van de samenleving en toewerken naar een pluriforme, democratische rechtsstaat. Sinds de uitbreiding van de Europese Unie wordt de Matra/KPA-subsidie voor Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië afgebouwd; deze landen kunnen via de EU aanspraak maken op andere middelen.
Twee miljoen mensen, zeven miljoen euro
Het Matra/KPA-programma bestaat sinds 2001 en heeft al meer dan 350 projecten ondersteund. Via huis-aan-huiscollectes, sponsorlopen, voorlichtingsavonden en publicaties in lokale en landelijke media bereikten vrijwilligers bijna twee miljoen burgers in Nederland, sterker nog, zij zamelden maar liefst zeven miljoen euro in.
Verdubbelingssubsidie ������������������������������
Het Matra/KPA-programma is een samenwerking tussen het ministerie van Buitenlandse Zaken en NCDO. Het Matra/KPA-programma verdubbelt de inzamelingsacties van de Nederlandse hulporganisaties voor projecten in de nieuwe buurlanden. De subsidie bedraagt hooguit 50 procent van de totale projectkosten en maximaal 50.000 euro. ������������������� �������������������
Structureel en duurzaam
��������� ��������� ���������� ������������������������������� ���������������������������������������� ������������������������������� �����������������������������������������
����������������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������������
�
����������������������������������������������������������������� �������������������������������������������� �������������������������������������������������������
Projecten die in aanmerking komen voor subsidie dragen structureel en duurzaam bij aan de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld in de nieuwe buurlanden. De projecten moeten ‘daar’ worden gedragen door de bevolking en instanties ter plaatse, en ‘hier’ de fondswerving combineren met voorlichting en meningsvorming. Er is subsidie beschikbaar voor activiteiten rond de volgende thema’s: arbeid en sociaal beleid, cultuur, gezondheidszorg, mensenrechten, milieu-ngo’s, milieu-overheden, minderhedenproblematiek, onderwijs, openbaar bestuur, openbare orde en politie, volkshuisvesting, voorlichting en media, welzijn, wetgeving en recht.
Geïnspireerd door de 8 voorbeelden in deze brochure? Vraag de Handleiding subsidieaanvraag Matra/KPA aan via de Subsidielijn van NCDO: 020-568 2000. Voor meer informatie over het Matra/KPA-programma of andere programma’s kunt u bellen met de Subsidielijn of kijk op www.ncdo.nl
Organisatieopbouw versterkt burgerorganisaties zo dat zij hun eigen boontjes kunnen doppen
Matra/KPA Inleiding 4
Eigen boontjes doppen Het Matra/KPA-fonds wil dus bijdragen aan organisatieopbouw in de nieuwe buurlanden van Europa. Organisatieopbouw versterkt burgerorganisaties zo dat zij hun eigen boontjes kunnen doppen. Doel is dat zij als zelfstandige en slagvaardige organisaties hun eigen doelen opstellen, contact onderhouden met hun achterban, zelf fondsen werven, media en politici weten te bereiken, enzovoort. In de praktijk valt dat niet altijd mee. In het communistische tijdperk waren particuliere ontwikkeling sactiviteiten in deze landen verboden of strikt aan banden gelegd. Het onderlinge wantrouwen was groot, eigen verantwoordelijkheid bestond niet. De nieuwe buren van Europa zitten momenteel midden in de omslag van die totalitaire samenleving naar een democratie. Een van de geïnterviewden voor dit boekje zei hierover: ‘Transparant werken bestond absoluut niet in het
Bulgarije
Jordanië
Kroatië
communistische tijdperk. Integendeel, de overheid controleerde alles en iedereen, waardoor mensen uit lijfsbehoud zoveel mogelijk informatie achterhielden. Wij moesten onze lokale partners echt uitleggen dat die oude mentaliteit achterhaald was. Dat openheid een absolute voorwaarde was voor samenwerking. In de jaren negentig van de vorige eeuw was dat nog heel moeilijk. Maar stap voor stap zijn sommige partners veranderd. Het vertrouwen groeit en de resultaten zijn tastbaar.’ De afgelopen vijftien jaar is langzaam maar zeker al heel wat moois opgebloeid in deze regio, maar het maatschappelijk middenveld is nog altijd fragiel. Wel worden maatschappelijke organisaties en particuliere initiatieven steeds belangrijker, niet in de laatste plaats omdat veel overheidstaken blijven liggen door de trage economische groei.
Marokko
Montenegro
Oek
kraïne
Matra/KPA
De 8 voorbeelden in deze brochure laten zien dat er veel resultaten te boeken zijn
Inleiding 5
Immateriële ondersteuning Ook vanuit Nederland is het zoeken naar manieren om organisatieopbouw en kennisoverdracht in de nieuwe buurlanden van Europa vorm te geven. Tal van particuliere Nederlandse organisaties hebben een schat aan ervaring met praktische hulp, met concrete oplossingen voor concrete problemen. De overgang van materiële naar immateriële ondersteuning is een proces van vallen en opstaan, een zoektocht naar de balans tussen hulp en samenwerking.
volgen in capaciteitsopbouw en organisatieontwikkeling. En een Litouwse schooldirecteur keek de kunst van het lobbyen af en boorde op eigen initiatief lokale en Europese fondsen aan. Op die manier slaagde hij erin een Nederlandse financiële bijdrage met een factor 25 te vermenigvuldigen…
De 8 voorbeelden van particulier initiatief en organisatieopbouw in deze brochure laten zien dat er veel verschillende ‘immateriële’ resultaten te boeken zijn. Studenten stellen stereotiepe beelden van elkaar bij, gehandicaptenorganisaties zitten voor het eerst met elkaar rond de tafel, hulpverleners en ambtenaren stappen als vrijwilligers in de adviesraad van een gezinsvervangend tehuis. Er zijn partnerorganisaties die jaarlijks trainingen
Roemenië
Rusland
Servië
Turkije
Wit-Rusland
Matra/KPA Projecten 6
Een nieuw gezinshuis in Oekraïne: ‘De overheid ziet dit als een experiment’
Matra/KPA Project Portret 1 7 7
Aan het woord over het Family Home Hebron in L’viv: • Bert Dekker, voorzitter Hart voor Oost-Europa • Maria Prokopenko, coördinatrice voor Hart voor Oost-Europa in L’viv, Oekraïne, werkzaam op het Nederlandse consulaat • Zoryana Mykhaylyshyn, directrice van het Family Home Hebron
Het gezinshuis
Maatschappelijk belang
De stichting Hart voor Oost-Europa in Putten steunt al meer dan tien jaar Oekraïnse kindertehuizen waar weeskinderen wonen tot ze zeven jaar worden. Daarna moeten ze naar een staatsinternaat waar ze nauwelijks aandacht krijgen, waardoor ze vaak op straat rondzwerven. Door gesprekken met hulpverleners en overheidsinstanties ontstond het idee van een ‘gezinshuis’ waar pakweg twintig weeskinderen van hun achtste tot hun achttiende kunnen opgroeien in warmte en geborgenheid. Eind maart 2005 opende het Family Home Hebron in L’viv haar deuren en vonden de eerste zes kinderen hier onderdak. In een aparte vleugel is bovendien ruimte gecreëerd om ongehuwde (tiener)moeders tijdelijk op te vangen en naar een zelfstandig bestaan te begeleiden. De eerste alleenstaande moeder met kind en baby is alweer vertrokken. Zij werkt inmiddels zelfstandig als tandarts in een staatskliniek. De tweede moeder is gearriveerd.
‘In dit Family Home groeit misschien wel een minister of dokter op. Kinderen krijgen de kans zich te ontwikkelen en een volwaardig bestaan op te bouwen’, vertelt Bert Dekker enthousiast. ‘Tijdens de opening in maart kregen we al de vraag of we niet meer Family Homes kunnen opzetten. Maar dat is enerzijds niet op te brengen, anderzijds is het de bedoeling dat mensen in Oekraïne het model zelf oppikken. Ons streven is dat het Family Home over vijf jaar zonder ons verder kan. Privéziekenhuizen hebben inmiddels toegezegd dat de kinderen gratis behandeld zullen worden. Ook mogen ze naar scholen en universiteiten waar ze anders nooit zouden zijn toegelaten.’ Maria Prokopenko verwacht veel van de nieuwe overheid. ‘Ze zien dit als experiment. Het besef groeit dat opvanghuizen met twintig kinderen misschien wel beter zijn. Ik hoop dat de Oekraïnse overheid het project over een paar jaar overneemt.’ Het zijn tenslotte ónze kinderen, voegt Zoryana Mykhaylyshyn eraan toe.
Adviesraad ‘Het is fantastisch nu die blozende wangetjes te zien’, vertelt directrice Zoryana Mykhaylyshyn drie maanden na de opening. ‘Maar de eerste weken waren erg moeilijk. De kinderen moesten wennen, ze waren agressief, verwachtten slaag. Het vertrouwen moest echt groeien.’ Een kinderpsychologe adviseerde de groep de eerste periode klein te houden. ‘Een adviesraad van hulpverleners en overheidsmensen staat het Family Home met raad en daad bij’, legt coördinatrice Maria Prokopenko uit. ‘Bijvoorbeeld rond de vraag welke tienermoeders voor hulp in aanmerking komen. Vaak zijn dit studentes die met hun baby op straat komen te staan.’
Fondswerving en voorlichting Bert Dekker: ‘Al in 1996 zijn we gestopt met dure goederentransporten vanuit Nederland. Sindsdien kopen we alle benodigdheden ter plaatse, meubels, eten, kleding. Daarmee steun je de lokale economie en tegelijkertijd raken mensen betrokken - bedrijven geven vaak extra spullen als ze horen waarvoor het bestemd is. We houden regelmatig fondswervingsacties om geld in te zamelen, staan op informatiemarkten, verspreiden onze nieuwsbrief. Diverse kerken ondersteunen het project en we hebben ook vaste donateurs waar we op kunnen rekenen. Verder hopen jongeren in L’viv op termijn 500 euro per maand bij elkaar te collecteren. Helaas heeft de Oekraïnse overheid inmiddels laten weten het project niet financieel te willen steunen.’
Matra/KPA Project 2
Visies van jonge Europeanen van West tot Oost: ‘Dynamische aanpak bereikte enorm veel jongeren’
8
Aan het woord over culturele Europa-evenementen voor jongeren in Polen en Servië: • Rindert de Groot en Jaap Spreeuwenberg, Coolpolitics in Amsterdam Het I
politics-project
Voor Europa was 2004 een enerverend jaar: er kwamen tien nieuwe lidstaten bij, er vonden verkiezingen plaats voor het Europese parlement en er trad een nieuwe Europese Commissie aan. Reden voor Coolpolitics om met steun van Matra/ KPA een speciaal Europa-project te lanceren onder het motto: I politics, visions from young Europeans from West to East. Bindende factor in het hele project was een speciaal ontworpen website, waar mensen konden debatteren, naar eigen inzicht de Europese koek konden verdelen of hun eigen waarden konden toetsen. Een week na de toetreding van de nieuwe lidstaten kwamen er bijna zevenhonderd jongeren af op een politiek-culturele manifestatie in de Servische hoofdstad Belgrado. In onder andere Amsterdam en Warschau vonden na de Europese parlementsverkiezingen in juni drie politiekculturele afterparty’s plaats.
Vernieuwend debat ‘Net als altijd zocht Coolpolitics in dit project naar een nieuwe manier van debatteren. We hebben lokale debatleiders klaargestoomd om grote paneldiscussies te vermengen met snelle, korte gesprekjes met politici en artiesten. Discjockeys en videojockeys zorgden vervolgens voor de nodige afwisseling en ontspanning’, blikt Rindert de Groot van Coolpolitics terug. ‘Die dynamische aanpak werkte heel goed. Vooral in Belgrado hebben we enorm veel jongeren bereikt. De afterparty in Warschau was wat kleinschaliger en inhoudelijker, en ook dat trok zo’n 250 jongeren.’
Groots festival In Polen werkte Coolpolitics samen met Ela Solanowski, die als eigenaresse van een culturele club debatten, homo-avonden en exposities organiseert en daarmee een vernieuwende bijdrage levert aan het maatschappelijk debat. In Servië koppelde Coolpolitics de Studenten Unie Servië (SUS) aan het Belgrade Cultural Network (BKM). Op Europa Dag, 9 mei 2004, zorgden zij voor respectievelijk het programma en de organisatie van een groots festival, dat zich afspeelde tussen de ruïnes van de oude kruitopslag in Belgrado: ‘Denk mee over de relatie tussen Servië en Europa. We zullen onze verwachtingen uitwisselen en uitvinden wat de voordelen van Europese integratie zijn en wat de bedreigingen. Krijgt Europa een plaats in Servië? Is er ruimte voor Servië binnen de Europese Unie? Grijp je kans om mee te praten!’ luidde de wervende tekst op de website.
Coolserbia ‘De interesse voor de eigen cultuur is sterk in Servië’, vertelt Jaap Spreeuwenberg. ‘We hebben er daarom nog het idee achtergelaten om een Servische tegenhanger van ons op te richten: Coolserbia. Je hoeft een volk dat eigenhandig een tiran afzette natuurlijk niets te leren over politieke betrokkenheid. Maar Serviërs zitten cultureel flink in de knoop. Ze lopen over van vaderlandsliefde, maar deze draagt het stempel van Milosevic en zijn kompanen. Servië kan zich cultureel niet uiten. Coolserbia zou kunnen helpen andere culturele elementen te zoeken waarop Serviërs trots kunnen zijn.’
Bulgaarse bakkerij met sociaal winstoogmerk: ‘Wij financieren uiteindelijk onze eigen projecten’
Matra/KPA Project Portret 3 9
Aan het woord over een pas geopende bakkerij in Bulgarije die de winst in jeugdzorgprojecten gaat investeren: • John Hulsbosch, Nederlands projectleider namens stichting De Oude Beuk • Dasha Tashkova, coördinatrice van FICE Bulgarije
Het vernieuwingsproject Vernieuwing van de jeugdzorg was hard nodig in Bulgarije, vertelt Dasha Tashkova in vrijwel vlekkeloos Nederlands: ‘Er waren 375 kindertehuizen in Bulgarije, grootschalige kazernes met elk 50 tot 200 weeskinderen, verlaten kinderen, kinderen uit probleemgezinnen. FICE wil de kindertehuizen anders organiseren, kleine woongroepen creëren, kinderen in pleeggezinnen plaatsen. We verzorgen trainingen, lobbyen bij de overheid en hebben partners gezocht in het buitenland.’
Zorg en zakelijkheid De afgelopen drie jaar sponsorde de stichting De Oude Beuk het vernieuwingsproject van FICE. ‘Maar omdat wij uiteindelijk onze eigen projecten moeten kunnen financieren, ontstond het idee van een bakkerij’, vertelt Tashkova. ‘De winst van de bakkerij gaat naar FICE-projecten en tegelijkertijd biedt de bakkerij leerplaatsen voor kinderen uit tehuizen.’ Het concept van zorg en zakelijkheid dat De Oude Beuk uitdraagt, spreekt de Bulgaarse wel aan: ‘Natuurlijk is drie jaar subsidie gemakkelijk. Wij zijn gewend te mopperen over geld, te zeggen wij zijn zo arm. Maar ik geloof erin dat we uiteindelijk zelfstandig verder kunnen, al is er nog een lange weg te gaan.’
Klant is koning In mei 2005 is de nieuwgebouwde bakkerij geopend die met hulp van Matra/KPA en De Oude Beuk is gefinancierd. John Hulsbosch is bakker, onderwijskundige en manager, en in die hoedanigheid geknipt voor de rol van projectleider in het bakkerijproject. ‘In een bakkerij leren mensen veel meer dan alleen brood bakken. Brood moet elke 24 uur vers zijn, dat vergt kennis, maar ook discipline en een juiste mentaliteit. Het is in Bulgarije niet vanzelfsprekend dat de klant koning is. Een hoge kwaliteit garanderen, daar lopen ze vaak op stuk. We hebben Nederlandse bakkers bereid gevonden
de Bulgaren hierin te begeleiden.’
Zeventien benzinestations In het najaar start een proefproject met de eerste kinderen die in de bakkerij worden opgeleid. ‘We doen het stap voor stap’, aldus Hulsbosch. ‘Eerst de opstartfase van het bedrijf, dan het proefproject, en als dat slaagt vanaf volgend jaar het echte leertraject.’ Maar eerst moeten er nog meer klanten geworven worden. ‘Een sandwichzaak is heel enthousiast over de broodjes van de bakkerij. Een keten van zeventien benzinestations bestelt bij ons brood. Nu moeten andere bedrijven volgen.’
Voorbeeldfilm Een Bulgaarse studio heeft een film geproduceerd over het bakkerijproject. ‘Bijzonder professioneel en interessant’, luidt het lovende oordeel van Hulsbosch. ‘Wij kunnen met die film nieuwe klanten werven, maar ook Nederlandse jongeren die bakker willen worden informeren over ons project,’ vertelt Tashkova. ‘We zullen de film ook laten zien aan FICE-organisaties in Macedonië, Servië, Bosnië. Dit project wordt ook voor andere Balkanlanden een voorbeeld.’
Matra/KPA Project 6
Dubrovnik: Ontmoetingsplaats voor Oost en West: ‘Stereotiepe beelden van elkaar bijstellen’
12
dana Ivan. ‘Het multidisciplinaire karakter sprak mij erg aan: sociale wetenschappen, economie, Europese studies, recht. Je ontdekt dat je stereotiepe ideeën hebt van elkaar en krijgt de kans die bij te stellen.’ Sinds 1998 zijn de cursusthema’s gradueel verschoven, vertelt Wieger Bakker: ‘Eerst ging het over de nasleep van de oorlog, hoe zorgen we ervoor dat de conflicten niet doorgaan. Daarna stond de in- en uitsluiting in Europa centraal, wie hoort er bij, welke positie hebben minderheden. In 2006 gaat het weer meer over de richting waarin Europa zich moet ontwikkelen, hoe kan dat institutioneel vorm krijgen.’
Internationale prijs
Aan het woord over een cursus over democratie in Europa, die elke twee jaar in Dubrovnik, Kroatië, wordt gehouden: • Wieger Bakker, docent aan de Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschap en een van de initiatiefnemers • Loredana Ivan, docente aan de School voor Politieke en Administratieve Studies, faculteit communicatie in Boekarest, Roemenië. In 2004 namen twee van haar studenten aan de cursus deel. Twee jaar daarvoor volgde zij de cursus zelf als studente
De cursus Het Inter University Centre (IUC) in Dubrovnik is ruim dertig jaar geleden opgericht als ontmoetingsplaats voor Oost en West, een plek waar wetenschappers en ouderejaarsstudenten uit tal van Europese landen cursussen en conferenties kunnen bijwonen. Na de Balkanoorlog van begin jaren negentig ontwikkelden de universiteiten van Utrecht en Amsterdam een intensieve cursus over democratie en participatie voor Europese studenten. De cursus ging in 1998 voor het eerst van start.
Intensieve contacten In 2004 namen mensen met veertien nationaliteiten aan de cursus in Dubrovnik deel. ‘Het is een bijzondere ervaring zoveel mensen uit andere landen te ontmoeten’, vindt Lore-
De studenten van Ivan vertelden haar dat zij dingen geleerd hadden zonder zich bewust te zijn dat ze bezig waren met leren. ‘De cursusbegeleiders slagen erin kennis over te dragen op een andere manier dan mensen gewend zijn. Ik vind dat heel waardevol. Een van mijn studenten is inmiddels een eigen bureau begonnen in communicatie en ontwikkeling. De andere kreeg een studiebeurs voor een mastersopleiding in Hongarije, mede door haar internationale ervaringen. Zelf merk ik dat ik veel geleerd heb van de interactieve onderwijsmethoden, met rollenspellen en gastdocenten. Tijdens mijn cursus in 2002 hebben we een Europees parlement gevormd en partijen en programma’s verdedigd, heel leerzaam.’ Na vier jaar onderhoudt Ivan nog steeds contacten met Nederlanders, Tsjechen en andere Roemenen. Docent Bakker: ‘Dat deelnemers zelfs zes of zeven jaar later nog onmiddellijk refereren aan Dubrovnik: wij waren erbij toen en toen, vind ik een groot succes. Een studente uit Roemenië werkt inmiddels bij een politieke partij, twee anderen participeren in een milieuactiegroep die nauwlettend volgt of grote mijnbouwbedrijven wel voldoende oog hebben voor het milieu en voor de lokale bevolking. Die groep heeft een internationale prijs in de wacht gesleept. Dat zijn bijzondere dingen.’
Blik verbreden De Nederlandse universiteiten onderhouden intensieve contacten met de betrokken universiteiten in Tsjechië, Roemenië en Slovenië. ‘Elke student schrijft vooraf een paper dat hij of zij in Dubrovnik presenteert. We hebben een bibliotheek op internet met allerlei links en thema’s waar ook de buitenlandse studenten toegang tot krijgen’, legt Bakker uit.
>>
������� Actie Comité Tascilar: ‘Jullie zorgen voor het werk, wij voor het materiaal’
Matra/KPA Project 7
�����������
13
��������
Aan het woord over het aanleggen van een weg in Turkije: • Huseyin Temel, Actie Comité Tascilar, Amsterdam, mede namens: • Dursun Biyik, dorpshoofd en voorzitter van Muhtarlik, het overlegorgaan van Tascilar
��������
�������
���������
������ ���������� Tascilar is een dorpje van vierhonderd inwoners. Het ligt in ���� de provincie Trabzon aan de Zwarte Zee. Enkele Turkse NeHet project
derlanders uit Amsterdam richtten het Actie Comité Tascilar op om de levensomstandigheden in het dorp te helpen verbeteren. Het eerste project betrof de bouw van een dorpshuis. Het tweede project is de uitbreiding van de weg naar Tascilar om het transport van en naar het dorp te verbeteren.
Arbeiders en machines Muhtarlik is het enige overlegorgaan van het dorp. Zowel het hoofd van het dorp als de vijf leden worden iedere vier jaar gekozen door de inwoners. Dursun Biyik is sinds de lokale verkiezingen van maart 2004 dorpshoofd en regelt samen met het lokale bureau van het ministerie van Waterstaat arbeiders en machines. ‘Er ontbreekt alleen materiaal: 18.000 zakjes cement, 52.000 kilo ijzer, enzovoort’, laat Huseyin Temel weten. ‘Daar zamelt het Actie Comité Tascilar geld voor in.’
������� �������� Huis aan huis ‘Zoals bij ons eerste project, hebben we ook voor dit project een aantal bijeenkomsten in Amsterdam georganiseerd. Zowel tijdens deze bijeenkomsten als huis aan huis geven we informatie over het project en zamelen geld in. We spreken vooral mensen aan die oorspronkelijk uit het gebied van de Zwarte Zee van Turkije komen.’ In de zomer van 2005 blijkt het project al bijna te zijn afgerond. ‘De weg is haast af’, meldt Temel trots vanuit Turkije waar hij de zomer doorbrengt. ‘Ik stuur je het rapport binnenkort op.’
>> ‘In de voorlichting aan Nederlandse studenten merken we dat ontwikkelingssamenwerking populair is, maar dan in het Zuiden; zij staan redelijk met de rug naar Oost-Europa. Daarom besteden we juist expliciet aandacht aan deze regio.’ Bakker vindt het belangrijk dat studenten op jonge leeftijd hun blik verbreden en een beeld krijgen van hoe dingen anders kunnen: ‘Zij zullen functies gaan vervullen op maatschappelijke en bestuurlijke posities. De cursus zet ze een week lang met elkaar in een snelkookpan en dat loont. Na afloop wordt er heel wat heen en weer gereisd en de contacten gaan tot het eigen netwerk behoren. Daar doen ze hun voordeel mee als ze eenmaal een baan hebben gevonden.’
Deel zelf betalen ‘Om de cursus gefinancierd te krijgen, moeten we schrapen’, bekent Bakker. ‘In 2006 is Tsjechië zover dat ze haar financiële deel helemaal zelf kan opbrengen. Ook Roemenië betaalt een gedeelte zelf.’ In Nederland financieren de deelnemende instellingen en de studenten een deel. Ook betrokken particulieren dragen bij met een donatie. ‘In 2002 hadden we een maand voor de cursus begon een tekort van zo’n tweeduizend euro. Ik zocht op internet naar een fonds dat zou kunnen bijspringen en kwam bij toeval bij het Matra/KPAprogramma uit. ‘
Matra/KPA Project 8
Stichting Oekraïne Kiev Utrecht: ‘Gehandicaptenorganisaties zaten voor het eerst met elkaar aan tafel’
14
Aan het woord over een seminar voor gehandicapten in Kiev: • Miep de Jong, voorzitter van de stichting Oekraïne Kiev Utrecht (OEKU) • Kapka Panayotova, arbeidsongeschiktheidsconsultant uit Bulgarije Twee seminars De samenwerking tussen de stichting OEKU en gehandicapten in Oekraïne begon met praktische hulp zoals het sturen van rolstoelen en het renoveren van gebouwen. In de afgelopen jaren is een omslag gemaakt naar organisatieopbouw. In 1998 vond in de Oekraïnse hoofdstad Kiev een tweedaags seminar plaats om de samenwerking tussen gehandicaptenorganisaties te bevorderen en ‘gehandicapten de straat op’ te krijgen. Om het enthousiasme voor het onderwerp warm te houden, hield de stichting OEKU in de periode na het seminar een uitvoerig enquêteonderzoek met tal van betrokkenen. In mei 2002 vond vervolgens een tweede seminar plaats om ‘samenwerking, eigen initiatief en collectieve belangenbehartiging bij de verschillende gehandicaptenorganisaties te ontwikkelen’. Het seminar werd bijgewoond door pakweg honderd deelnemers, zowel dienstverleners als mensen met een handicap, in leeftijd variërend van zestien tot zeventig. De verenigingen vroegen in verschillende steden en dorpen aandacht voor de positie van gehandicapten, met de leus ‘Wij zijn als jullie’. Lokale media, politici en burgers werden bij deze campagne betrokken.
Kiev met elkaar aan tafel zaten. Zij hebben kennisgemaakt, met elkaar gediscussieerd en aan het eind elkaars adressen mee naar huis genomen’, vertelt Miep de Jong van OEKU. ‘Maar ons uiteindelijke doel om een platform te creëren van gehandicaptenorganisaties is niet gelukt.’ De deelnemers maakten wel een gezamenlijk actieplan en schreven een brief aan de burgemeester van Kiev om te pleiten voor de toegankelijkheid van het onderwijs, openbaar vervoer en arbeid voor gehandicapten. De meeste gehandicaptenorganisaties waren echter financieel afhankelijk van de overheid en durfden geen onafhankelijk standpunt uit te dragen. De brief werd ondertekend door slechts veertien deelnemers. ‘Zijn we wel klaar voor actie’, verzuchtte een van hen. ‘Zijn we bereid morgen de straat op te gaan? Het welslagen van het actieplan is afhankelijk van de inzet en de houding van de mensen hier. De aanwezigen moeten zich committeren aan de acties.’ De Bulgaarse trainster Kapka Panayotova, die het seminar samen met twee projectleidsters van OEKU begeleidde, schreef in haar evaluatie: ‘Er is weinig communicatie tussen de gehandicaptenorganisaties in Kiev en nog minder bereidheid tot gezamenlijke actie. Het idee van een Oekraïns evenement ondersteund door internationale sprekers is maar gedeeltelijk geslaagd; er ligt nog steeds de verwachting dat de internationale gemeenschap zal komen vertellen wat mensen moeten doen.’
Leerpunten en tips ‘Net na het seminar dachten wij met Nederlands optimisme dat we het idee van een platform warm konden houden. Maar dan merk je dat mensen daar niet klaar voor zijn. We moesten accepteren dat onze verwachtingen te hoog waren’, erkent De Jong. ‘Achteraf bezien denk ik dat we in een eerder stadium de non-verbale signalen hadden moeten oppikken dat we niet op één lijn zaten. Daar hebben we van geleerd. In andere projecten hanteren we nu de volgende strategie: één voert het gesprek, één maakt het verslag, één observeert. Vervolgens maken we bespreekbaar wat we menen te signaleren. Dat blijkt perfect te werken. ‘
Brief aan burgemeester ‘Het was voor het eerst dat gehandicaptenorganisaties in
‘Wij zijn als jullie!’
‘Fijnmazig netwerk van burgers vormt stille kracht’
Matra/KPA Nawoord 15
Aan het woord over het Matra/KPA-programma als geheel: • Elisabeth van der Steenhoven, NCDO ‘De acht voorbeelden in dit boekje illustreren bijzonder goed hoe groot de betrokkenheid is van vrijwilligers bij de nieuwe buren van de Europese Unie en bij Midden- en Oost-Europa. De afgelopen vier jaar slaagden zij erin bijna zeven miljoen euro bij elkaar te verzamelen om hun particuliere initiatieven in de buurlanden van Europa vorm te geven. Dat is ongelooflijk en bewijst dat ook in deze tijd niet iedereen louter op zichzelf is gericht’, analyseert Elisabeth van der Steenhoven.
Wegbereiders ‘Dat overheden met elkaar samenwerken is belangrijk, maar een land staat of valt bij de kracht van zijn burgers. Het Matra/KPA-programma ondersteunt het fijnmazige, bijna onzichtbare netwerk dat burgers in Europa onderling vormen. Het is die stille kracht die de weg bereidt voor grotere institutionele en economische banden en die uiteindelijk toetreding tot de Europese Unie mogelijk maakt.’
Moed ‘De acht voorbeelden laten zien dat de particuliere organisaties begonnen waar de nood het hoogst was. Zij stuurden broodnodige producten, hielpen bij renovaties. Maar elk op hun eigen wijze en in hun eigen tempo maken ze nu een ontwikkeling door naar meer immateriële ondersteuning. Nederlandse organisaties durven na te denken over eigen overbodigheid. Ze durven hun partners aan te moedigen zelfstandig besluiten te nemen, hun eigen koers te varen. Daar is moed voor nodig, want zij worden letterlijk zelf afgerekend op de resultaten van het gesubsidieerde project. Bovendien is het veel gemakkelijker om geld op te halen voor tastbare zaken dan voor trainingen, organisatieontwikkeling, capaciteitsopbouw.’
Diep respect ‘Alle betrokken ministers en staatssecretarissen zeiden de afgelopen jaren diep respect te hebben voor de Matra/KPA-organisaties, waar mensen dag en nacht voor in touw zijn. Ik hoop dat iedereen geïnspireerd raakt door de voorbeelden in dit boekje en de ingenieuze manieren die particuliere organisaties ontwikkelen om bij te dragen aan de maatschappijopbouw in de nieuwe buurlanden van de Europese Unie.’
Colofon Tekst Margreet van der Hel, Journalistieke Producties, Venlo
Eindredactie en productie Communicatie NCDO Margreet van der Hel, Journalistieke Producties, Venlo
Vormgeving Brigitte Bazuin, Reclamemet, Wormer
Drukwerk Drukkerij Stolwijk, Duivendrecht
Foto’s De foto’s in deze brochure zijn beschikbaar gesteld door de geïnterviewde organisaties
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, geluidsband, elektronisch of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteursrechthebbenden.
Bulgarije
Jordanië
Kroatië
Marokko
Montenegro
Oekraïne
NCDO betrekt mensen in Nederland bij internationale samenwerking. NCDO doet dat onder andere door middel van campagnes en het financieren van debatten, exposities en documentaires. NCDO ondersteunt daarnaast mensen en organisaties in Nederland die zich inzetten voor de verbetering van de positie van mensen in ontwikkelingslanden.
Dat doet zij door het leveren van kennis en geld en door het bevorderen van informatieuitwisseling. Het Matra/KPA-programma wordt financieel ondersteund door het Programma Maatschappelijke Transformatie Midden- en OostEuropa (Matra) van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Bezoekadres: Mauritskade 63 (hoofdingang KIT) 1092 AD Amsterdam Correspondentieadres: Postbus 94020, 1090 GA Amsterdam T: +31 (0) 20 568 8755 F: +31 (0) 20 568 8787 E-mail:
[email protected] www.ncdo.nl
Roemenië
Rusland
Servië
Turkije
Wit-Rusland