Gips
LaFlura
Inhoudsopgave LaFlura-vloerplaten
4
Productprogramma en technische gegevens
5
Algemene voorschriften
6
Voorbereiden en leggen
8
Het leggen van de LaFlura-vloerplaten
12
Het leggen van de LaFlura-vloerelementen
14
Vloerbedekkingen
17
PA G I N A 3
|
LAFARGE
|
LAFLURA
LaFlura-vloerplaten Voor elke vloertoepassing de juiste oplossing Met de introductie van de LaFlura-vloerplaten biedt Lafarge Gips u een perfecte oplossing om elke vloer op de juiste wijze af te werken. De LaFlura-dekvloeren zijn bijzonder geschikt voor nieuwbouw, verbouwing en renovatie van oude gebouwen. Ze kunnen snel en eenvoudig zwevend worden gelegd op zowel een betonnen als houten ondergrond, ook wanneer de ondergrond niet helemaal glad of vlak is. In dat geval gebruikt u het speciaal daarvoor beschikbare LaFlura-granulaat als opvulmiddel. Na het leggen is de vloer direct beloopbaar en is het geschikt voor alle gangbare vloerafwerkingen.
Met LaFlura hebt u de keuze uit de 10 mm dikke vloerplaat of het gelijmde vloerelement, bestaande uit 2 x 10 mm LaFlura. In beide gevallen de ideale dekvloer. Te meer daar de LaFlura-vloerplaten snel gelegd kunnen worden en zich kenmerken door een zeer hoge geluidsisolatie, vlakheid en uitstekende bestendigheid tegen hoge puntbelastingen. Tevens zijn ze optimaal brandwerend en dankzij de geïmpregneerde kern extra vochtwerend.
LaFlura is handzaam en net zo eenvoudig te verwerken als traditionele gipskartonplaten. Afhankelijk van de gestelde eisen ten aanzien van belastbaarheid en contactgeluidverlaging, kunt u kiezen uit diverse uitvoeringstypes. Met LaFlura maakt u in elk geval altijd de juiste keuze.
PA G I N A 4
|
LAFARGE
|
LAFLURA
Productprogramma en technische gegevens Technische data LaFlura-vloerplaat Brandvoortplantingsklasse Dikte Breedte Lengte Druksterkte Oppervlaktehardheid (Brinell) Oppervlakte/plaat Gewicht/m2 Gewicht/plaat Kantvorm Samenstelling Verwerkingstemperatuur Droogtijd Vloerlijm Beloopbaar na Materiaalverbruik/m2 vloer
A2, s1-d0 10 mm 1000 mm 1500 mm > _ 16 N/mm2 > _ 35 N/mm2 1,5 m2 10,3 kg/m2 15,5 kg/m2 VK Gips met glas- en hardhouten vezels + 10 °C tot +40 °C ca. 9 uur bij 20 °C ca. 8 - 12 uur 2 m2 LaFlura-vloerplaten 500 g/m2 Lafarge-vloerlijm ca. 10 nieten Vloeregalisatie, indien noodzakelijk ca. 1,5 kg kg/mm - m2
Toebehoren
Egalisatie Granulaat 50 l Vloerlijm gebruiksklaar
Vloeregalisatie
Inhoud per verkoopeenheid 25 kg 1 kg 5 kg 10 kg 25 kg
Verpakking zak fles emmer emmer zak
Technische data LaFlura-vloerelementen Vloerelement Brandvoortplantingsklasse Totale dikte Breedte Lengte Isolatiedikte Oppervlakte/plaat Gewicht/plaat Kantvorm Samenstelling
Verwerkingstemperatuur Droogtijd Vloerlijm Beloopbaar na Materiaalverbruik/m2 vloer
A2, s1-d0 20 mm 600 mm 1500 mm 0,9 m2 20,6 kg
Vloerelement met minerale wol A2, s1-d0 30 mm 600 mm 1500 mm 10 mm steenwol 0,9 m2 23,2 kg Versprongen 2 x SK Gips met glas- en hardhouten met steenwol isolatie
Vloerelement met houtwol B1, s1-d0 30 mm 600 mm 1500 mm 10 mm houtwol 0,9 m2 23,4 kg vezels met houtwol isolatie
+ 10 °C tot +40 °C ca. 9 uur bij 20 °C ca. 8 - 12 uur 1 m2 LaFlura-vloerelementen 60 g/m2 Lafarge-vloerlijm ca. 8 nieten Vloeregalisatie, indien noodzakelijk per m2 ca. 1,5 kg/mm
PA G I N A 5
|
LAFARGE
|
LAFLURA
Algemene voorschriften Zoals vermeld worden op een vlakke ondergrond de LaFlura-dekvloeren zwevend gelegd. Mocht de ondergrond niet geheel vlak en glad zijn, dan kunt u dit eenvoudig realiseren met de LaFlura-granulaatkorrels.
Opslag/Transport •
De LaFlura-vloerelementen en -platen moeten altijd droog en op een vlakke ondergrond in het gebouw worden opgeslagen.
•
Let hierbij op de toegelaten draagkracht van de vloerconstructie.
•
De platen dienen op hun kant te worden gedragen en mogen niet op hoeken en kanten worden neergezet.
Voorwaarden bouwplaats Indien de relatieve luchtvochtigheid < 40% of > 80% is, dan geldt het advies om de LaFluravloerelementen niet te verwerken. Bovendien moet de luchttemperatuur > 10 °C zijn. Zie ook: Voorschriften verwerking gipskartonplaatsystemen op de bouwplaats, uitgave Februari 2007 van het Bedrijfschap Afbouw.
PA G I N A 6
|
LAFARGE
|
LAFLURA
Verbeteringstabel betreffende contactgeluidsisolatie en luchtgeluidsisolatie Opbouw
Totale dikte mm
Contactgeluidsisolatie verbetering in dB
Luchtgeluidsisolatie verbetering in dB
Houten vloer
Massieve vloer
Houten vloer
Massieve vloer
LaFlura-vloerelement 20 + 10 MW
30
ca. 10
ca. 23
ca. 7
ca. 6
LaFlura-vloerplaten * 2 x 10 mm + 10 mm MW
30
ca. 10
ca. 23
ca. 7
ca. 6
LaFlura-vloerelement 20 + 10 HW
30
ca. 8
ca. 20
ca. 10
ca. 5
LaFlura-vloerplaten 2 x 10 mm + 10 mm HW
30
ca. 8
ca. 20
ca. 10
ca. 5
* in het werk samen te stellen dekvloerconstructie.
Toelaatbare belastingen Toepassing
Opbouw
Toelaatbare Verkeerslast
Toelaatbare Puntlast
Woningen
LaFlura-vloerelement met 10 mm MW
2,0 kN/m2
1,0 kN
Kantoren en winkels tot 50 m2 vloeroppervlak
10 mm LaFlura-vloerplaat op vloerelement met MW alternatief 10 mm LaFlura-vloerplaat op vloerelement met MW met egalisatiekorrels
2,0 kN/m2
2,0 kN
Ziekenhuizen, verpleeghuizen, scholen, etc.
LaFLura-vloerelement met HF 3,0 kN/m2 alternatief 10 mm LaFlura-vloerplaat op vloerelement met MW met egalisatie korrels
3,0 kN
Bioscopen, musea, etc.
LaFlura-vloerelement op egalisatiekorrels
4,0 kN
5,0 kN/m2
PA G I N A 7
|
LAFARGE
|
LAFLURA
Voorbereiden en leggen Ondergrond •
De LaFlura-dekvloeren mogen alleen op vlakke, belastbare en droge ondergronden worden gelegd. Controleer daarom de ondergrond op eventuele oneffenheden.
•
Dilataties van het gebouw moeten worden overgenomen.
•
Bij een deur dient u de vloerplaat doorlopend te leggen. Een andere optie is dat u onder het deurblad een stompe verbinding maakt met een vulplaat, die minimaal 19 mm breder is dan de overlap van de platen. Kies hierbij voor een ca. 10 cm dikke hardhout of hechthout (Multiplex) vulplaat, die u aan het vloerelement of vloerplaat vastlijmt of vastschroeft.
LaFlura Dilatatieprofiel Granulaat
•
Vloerbedekking Vulplaat Nieten, h.o.h. 250 mm
Bij een aansluiting van de LaFlura-dekvloeren aan een andere vloerconstructie - bijvoorbeeld een cementdekvloer -, dient u een aanslag, scheidingsstrip of bewegingsprofiel aan te brengen waarbij u een dichte folie gebruikt.
•
Vanzelfsprekend dient de isolerende laag geschikt te zijn voor het gebruik onder vloerenplaten van gipskartonplaten. Hierbij dient u de technische specificaties van de betreffende producent in acht te nemen.
PA G I N A 8
|
LAFARGE
|
LAFLURA
Houten balklaag met houten vloer •
Vóór het aanbrengen van de LaFlura-platen dient u losse houten vloerdelen vast te zetten en beschadigde planken te vervangen.
•
Bij een houten balklaag moet u vooral op de belastbare ondergrond van de houten vloerdelen of platen letten. De LaFlura-vloerelementen of -platen mag u namelijk niet rechtstreeks op de houten balklaag leggen.
•
Indien gekozen wordt voor een droog opvulsel, dient u de ondervloer te bedekken met een damp-open-folie, die u aan de rand ca. 100 mm boven de opbouwhoogte omhoog trekt.
•
Bij doorvoeren en aansluitingen tegen andere bouwdelen moet u randstroken aanbrengen, waarbij u de randen voorziet van geluiddempend materiaal.
Massieve vloeren •
Indien er een dampwerende laag nodig is, dan kiest u voor een PE-folie met een minimumdikte van 0,2 mm. Nadat u deze over het gehele oppervlak hebt verdeeld, trekt u de folie langs de randen ca. 100 mm boven de opbouwhoogte.
•
Bij eventuele naden van de folie zorgt u voor een minimale overlap van 200 mm.
•
Ook hier kiest u bij doorvoeren en aansluitingen tegen andere bouwdelen voor het aanbrengen
•
van randstroken.
Lafarge wand
Wanneer er geen vocht meer in de bouw-
Randstroken
componenten zit, kan dampwering achterwege
LaFlura
blijven, zoals dat bijvoorbeeld bij de renovatie
Granulaat
van oude gebouwen met massieve vloeren het
Folie
geval is.
PA G I N A 9
|
LAFARGE
|
LAFLURA
Ruwbouwvloeren •
Indien er op de ruwbouwvloer leidingen en afvoeren liggen, dient het LaFluragranulaat deze tenminste met een laag van 20 mm te bedekken. Niveauverschillen
•
Verschil
Oplossingen
<_ 2 mm
Karton
3 - 10 mm
Egalisatiemiddel of zand
> 10 mm
Granulaat
Eventueel aanwezige waterleidingen moeten op de ruwbouwvloer worden vastgezet, om ze vervolgens te isoleren om condensvorming tegen te gaan. Granulaat
•
LaFlura-element
Het LaFlura-granulaat is een gebonden opvulsel en daardoor bijzonder geschikt als compensatie voor ongelijkmatige ruwbouwvloeren. Het opvulsel kan tot een hoogte van 200 mm worden aangebracht, waarbij de laag vanaf 120 mm verdicht moet worden.
Isolatie onder LaFlura-vloerplaat •
Bij het aanbrengen van isolatie dient u te letten op voldoende stevigheid en op de eisen die bij deze toepassing gelden.
•
Isolatiematerialen van minerale wol moeten geschikt zijn voor dekvloersystemen. Dit geldt als vanzelfsprekend ook voor houtvezel-isolatiemateriaal.
•
Polystyreen dient een minimale kwaliteit van EPS DOO 200 te bezitten, met een maximale dikte van 60 mm.
Vulmateriaal •
Het LaFlura-granulaat is geschikt om vloeroneffenheden van > 10 mm te compenseren. Het is niet brandbaar, extreem belastbaar en rot niet. Voor de verwerking wordt de gebruikelijke rei aanbevolen. De minimale vulhoogte bedraagt 20 mm, waarbij vulhoogtes tot 120 mm niet hoeven te worden nageperst. Bij vulhoogtes tussen de 120 en 200 mm dient u de laag te verdichten, bijvoorbeeld met een elektrisch triltoestel.
PA G I N A 1 0
|
LAFARGE
|
LAFLURA
PA G I N A 1 1
|
LAFARGE
|
L A F L U R A - V L O E R P L AT E N
Het leggen van de LaFlura-vloerplaten
PA G I N A 1 2
|
Vóór het leggen dient u de ondergrond volgens de voorwaarden voor te bereiden.
Na de voorbereiding van de ondergrond brengt u de randstroken aan.
De LaFlura-vloerplaten past u aan op het verloop van de muur. Daarna kunt u alle platen stotend leggen. De platen zijn net zoals gipskartonplaten eenvoudig op maat te snijden.
Bij gebruik van Lafarge-vloerlijm moet u deze met fijne lijmkam over de onderste plaatlaag verdelen en deze ca. 10 minuten laten drogen. De lijmvlakken moeten schoon, droog en vetvrij zijn.
LAFARGE
|
LAFLURA
De tweede laag LaFlura-vloerplaten brengt u aan met het opschrift naar beneden.
Voor een optimaal lijmresultaat brengt u ter plaatse van de plaatnaden nieten (18mm) aan met een h.o.h. van 300 mm.
Laat daarbij alle plaatnaden met minimaal 400 mm verspringen. Voor het afvoegen van de naden wordt Planfix Fresh geadviseerd.
Leg-schema van de LaFlura-vloerplaten
PA G I N A 1 3
|
LAFARGE
|
LAFLURA
Het leggen van de LaFlura-vloerelementen
PA G I N A 1 4
|
Vóór het leggen van de vloerelementen dient u de ondergrond aan de eisen voor te bereiden.
Na het leggen van de elementen brengt u de randstroken aan. De uitstekende overlap van de eerste elementen snijdt u aan de wandzijde af.
De lijmvlakken moeten schoon, droog en vetvrij zijn. Breng op de overlap van het LaFlura-vloerelement vloerlijm aan.
Het element op de volgende element leggen. Verwijder na het plaatsen van het element de overtollige lijm.
LAFARGE
|
LAFLURA
Leg de LaFlura-vloerelementen altijd in de lengterichting van de ruimte. Begin hierbij links achter in de hoek. Breng daarna het LaFlura-vloerelement van links naar rechts doorlopend aan.
Voor een optimaal lijmresultaat brengt u ter plaatse van de plaatnaden nieten (18mm) aan met een h.o.h. van 300 mm.
Laat daarbij alle plaatnaden met minimaal 400 mm verspringen. Voor het afvoegen van de naden wordt Planfix Fresh geadviseerd.
Als het om zwaar belaste oppervlaktes gaat, moet aanvullend een egalisatiemiddel worden aangebracht.
Leg-schema LaFlura-vloerelementen
PA G I N A 1 5
|
LAFARGE
|
LAFLURA
Tips voor het leggen •
Bij een aansluiting aan andere vloerconstructies dient u de plaatrand naar de ruwbouwvloer toe te ondersteunen en als dilatatievoeg te behandelen (zie afb. 2).
•
Bij deuren legt u de LaFlura-vloerplaten of -elementen zonder stuiken in de volgende ruimte door.
•
Neem bestaande dilatatievoegen over. Bij grotere kamerafmetingen (ca. 15 m) maakt u zo nodig zelf dilatatievoegen (zie afb. 1).
•
Passtukken moeten minimaal 300 mm breed zijn. Het is daarom aan te bevelen om, voordat u met het leggen begint, de ruimte op te meten en een passende plaatindeling te maken.
•
Voor voegen en bevestigingsmiddelen geldt het advies om deze met Planfix Fresh te plamuren.
•
Bij een langere periode tussen het leggen van de dekvloer en het leggen van de bovenbedekking adviseren wij dat u het oppervlak beschermt, om beschadigingen te voorkomen.
Details LaFlura Granulaat
LaFlura-element
Vloerbedekking
Isolatie
Vulplaat
Granulaat
Nieten h.o.h. 250 mm
Vloerbepleistering
Afb. 1
Afb. 2
Granulaat
Afb. 3
PA G I N A 1 6
|
LAFARGE
|
LAFLURA
LaFlura-element
Vloerbedekkingen De voorbewerking van de dekvloer is afhankelijk van de later toe te passen vloerbedekking. Eventueel is een behandeling met een geschikte primer of het aanbrengen van egalisatiemiddel noodzakelijk.
Bij de toepassing van vloerverwarming mogen alleen lage temperatuursystemen toegepast worden, die speciaal voor droge gipsondervloeren ontwikkeld zijn.
Bij afwerking met een glanzende en/of dunne vloerbedekking moeten de oppervlaktes extra glad en effen zijn. Door strijklicht kunnen plaatnaden en kleine onregelmatigheden van de ondervloer aan de oppervlakte zichtbaar worden. Wilt u dit voorkomen, dan moet de LaFlura-dekvloer volledig geplamuurd worden of moet een egalisatiemiddel worden aangebracht. Neem hierbij de voorschriften van de vloerbedekkingleverancier in acht.
Gebruik bij afdichtende vloerbedekkingen een waterarme lijm. De ondergrond moet altijd droog en stofvrij zijn.
Keramische vloerbedekkingen Bij de toepassing van keramische vloerbedekkingen is het plamuren van voegen en bevestigingsmiddelen niet nodig. Bij oppervlaktes die met water in aanraking komen, is een waterdichte afdichting van de dekvloer noodzakelijk.
De maximale lengte van de te leggen tegels mag niet meer zijn dan 300 mm. Gebruik hiervoor geschikte tegellijm en neem de verwerkingsinstructies van de producent in acht.
Vaste vloerbedekkingen Bij toepassing van een niet-gelijmde, vaste vloerbedekking is geen verdere voorbehandeling van de dekvloer vereist. Neem bij het volledig vastlijmen de instructies van de lijmfabrikant in acht. Bij vervanging van de vaste vloerbedekking wordt een herstel-lijmsysteem aanbevolen. Aanvullende gegevens vindt u in de DIN 18 365 ‘Vloerbedekkingswerkzaamheden’.
PA G I N A 1 7
|
LAFARGE
|
LAFLURA
Parketvloer Kant-en-klaar parket kan probleemloos op Lafarge-vloersystemen worden toegepast. Neem hierbij de instructies van de parketfabrikant in acht. Aanvullende gegevens vindt u in de DIN 18 356 ‘Parketwerkzaamheden’. Bij verlijmen van het parket wordt een egalisatiemiddel aanbevolen.
Bij toepassing van mozaïekparket kunt u het tegelelement volledig lijmen. Let er dan wel op dat het parketpatroon wisselt met het verloop van de houtvezel. Immers, alleen dan worden de krachten gecompenseerd die door het uitzetten en krimpen ontstaan. Vooral visgraat- en blokpatronen zijn hiervoor geschikt.
Massieve plaatconstructies, zoals staafparket, houtplanken en massieve parketplanken mogen niet rechtstreeks op de LaFlura-platen en -elementen worden geplakt. De overbrenging van de sterke uitzet- en krimpkrachten op het tegelelement kunnen dan schade veroorzaken. In zo’n geval dient u dus te kiezen voor materialen waarbij de optredende krachten worden gescheiden.
Let er dus op dat de parketlijm-fabrikant toestemming geeft voor de verwerking bij dekvloeren. In principe zijn 2 componentenlijmen geschikt, mits gebaseerd op polyurethaan en epoxyhars.
Kunstharsdispersielijmen op waterbasis, die op grond van hun watergehalte tot vervormingen van de constructie kunnen leiden, zijn ongeschikt. Let er bovendien op dat de gebruikte primer watervrij is en dat deze op de lijm is afgestemd.
PA G I N A 1 8
|
LAFARGE
|
LAFLURA
Elastische vloerbedekkingen Nadat de voegen en verbindingsmiddelen geplamuurd zijn, kunt u alle elastische vloerbedekkingen zoals textiel-, kurk- of soortgelijke materialen rechtstreeks op Lafargedekvloeren aanbrengen. Bij toepassing van PVC/linoleum of vergelijkbare dunne vloerbedekkingen, moet het tegeloppervlak van een Lafarge-vloeimortel worden voorzien om een homogeen en een doorlopend glad oppervlak te verkrijgen.
Vloerverwarming LaFlura-vloerelementen en -vloerplaten kunnen op vloerverwarming gelegd worden. Let er hierbij op dat de fabrikant toestemming geeft voor deze toepassing in combinatie met een dekvloer. De kwaliteit van de buisvoerende hardschuimlaag mag niet minder zijn dan gespecificeerd in PS 30 c.q. EPS DEO 150 KPa. Dit geldt in hoge mate voor de extra warmte-isolatielagen. Indien u de de vloerverwarming direct op een betonnen plaat of plafond aanbrengt, dan moet het betonnen oppervlak met 0,2 mm PE-folie worden bekleed (zie hoofdstuk ondergrond, pagina 10). De voorlooptemperatuur van de vloerverwarming mag niet hoger zijn dan 45 °C. De toepassing van elektrische vloerof tegelverwarming is beperkt geschikt. Een warmteophoping (bijvoorbeeld onder kasten of vloerkleden) moet beslist worden vermeden. De dekvloer mag op geen enkele plaats aan een temperatuur van boven de 45 °C worden blootgesteld.
Bestand tegen stoelwieltjes Indien het gehele vloeroppervlak is voorzien van een minimale laag van 2 mm Lafargevloeimortel, is de vloer uitstekend bestand tegen stoelwieltjes. Let er op dat ook de vloerbedekking hiertegen bestand is.
Tip: ook bij vloerbedekkingen die bestand zijn tegen stoelwieltjes, geldt het advies om stoelwieltjes te gebruiken die voldoen aan NEN EN 985 en NEN EN 12 529.
PA G I N A 1 9
|
LAFARGE
|
LAFLURA
12/2008
Lafarge Gips B.V., Postbus 45, 9930 AA Delfzijl Telefoon: (0596) 64 93 00, Fax: (0596) 61 71 88
[email protected], www.lafargegips.nl Verkoop telefoon: (0596) 64 93 23 / 64 93 01, Fax (0596) 63 03 27 Technische Service Desk: (0596) 64 93 33 www.lafargegips.nl