Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Advisering en schoolkeuze |1 Hoofdstuk 2: De verschillende soorten onderwijsniveaus na de basisschool |4 Hoofdstuk 3: Overzicht van alle Utrechtse scholen en hun onderwijsniveaus |8 Hoofdstuk 4: Aanmelding |10 Hoofdstuk 5: Plaatsing en loting |12 Hoofdstuk 6: Oneens met de afwijzing; en dan? |14
1. Advisering en schoolkeuze
1
Deze brochure is voor ouders/verzorgers die een zoon of dochter hebben in groep 8. U vindt hier informatie over de overstap van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. Leerlingvolgsysteem gegevens doorslaggevend De leerkracht van groep 8 adviseert u en uw kind over de schoolkeuze. Zij kunnen goed inschatten welke school het beste past bij de mogelijkheden van uw kind. De leerprestaties van uw kind worden bijgehouden in een zogenaamd ‘leerlingvolgsysteem’. Het leerlingvolgsysteem en advies van de leerkracht is bij de toelating bij het voortgezet onderwijs doorslaggevend. Uiteraard is de score van uw kind bij de Cito-eindtoets ook van belang. Mocht er een groot verschil zijn tussen de Cito-score en het advies, dan kan ervoor gekozen worden om bij uw kind een intelligentieonderzoek af te nemen. Zo kan alsnog worden bekeken welk voorgezet onderwijs voor uw kind geschikt is. Hieronder staat aangegeven welk onderwijstype hoort bij welke scores in het leerlingvolgsysteem (LOVS). Het leerlingvolgsysteem van groep 6 t/m 8 wordt hiervoor bekeken. De meest belangrijke onderdelen zijn begrijpend lezen en rekenen. Die hier genoemde scores zijn ook te vergelijken met de vroegere A t/m E scores. Vraag de leerkracht van uw kind om dit voor u om te rekenen. Brugkla s
Toelaatbaar met LOVS
VMBO-basis
Overwegend V-scores, met af en toe een IV-score (of hoger)
VMBO-Kader
Overwegend IV -scores, met af en toe een III-score (of hoger)
VMBO-TL
Ongeveer evenveel III- als IV-scores (of hoger)
HAVO
Overwegend II-scores met af en toe een III-score (of hoger)
VWO/ Gymna sium
Overwegend I-scores met af en toe een II-score (of hoger)
De Cito-eindtoets wordt gebruikt als bevestiging van het basisschooladvies. In de tabel op de volgende pagina kunt u aflezen wat er gebeurt als uw kind hoog, gemiddeld, laag of heel laag scoort bij de Cito-toets in vergelijking met het advies van de basisschool. 2
Categorie 1A+1B: Hoog/Gemiddeld Als uw kind in de categorie 1a of 1b valt en het leerlingvolgsysteem hetzelfde niveau aangeeft, dan kan uw kind naar dat schoolniveau. Categorie 2: Laag Heeft uw kind de Cito-eindtoets in verhouding slechter gemaakt dan de resultaten in het leerlingvolgsysteem, categorie 2, dan vindt er overleg plaats tussen de leerkracht van uw kind en de gekozen VO-school. Categorie: Heel laag Heeft uw kind op de Cito-eindtoets veel lager gescoord dan het leerlingvolgsysteem aangeeft, dan kan ervoor gekozen worden om nog een intelligentieonderzoek af te nemen. De scores van het leerlingvolgsysteem en de uitslag van het intelligentieonderzoek zijn dan doorslaggevend. Algemeen Indien uw kind een hogere score op de Cito-eindtoets behaalt dan het geadviseerde onderwijsniveau dan zijn de resultaten in het leerlingvolgsysteem doorslagge vend. Uw kind zal niet enkel op basis van de hogere Cito-eindscore geplaatst worden op een hoger onderwijsniveau. 1A. HOOG
1B. GEMIDDELD
2.LAAG
3. HEEL LAAG
Toelaatbaar bij
Toelaatbaar na analyse van LOVS bij
Overleg bij
Intelligentieonderzoek en overleg bij
VMBO-basis
522 en hoger
521
-
520 en lager
VMBO-Kader
529 en hoger
522-528
521
520 en lager
VMBO-TL
535 en hoger
528-534
523-527
522 en lager
HAVO
541 en hoger
536-540
532-535
531 en lager
VWO / Gymnasium
547 en hoger
545-546
542-544
541 en lager
Mocht u vragen hebben over de CITO-scores neem dan contact op met de leerkracht van uw kind. Voorbeeld: Uw kind scoort sinds groep 6 voornamelijk Havoniveau scores op de toetsen van het leerlingvolgsysteem. De basisschoolleerkracht geeft uw kind een Havo-advies. Uw kind scoort op de Cito-eindtoets een Cito-score van 537. Het resultaat is dan dat uw kind toelaatbaar is in een Havo-brugklas. 3
2. De verschillende onderwijsniveaus na de basisschool
4
Praktijkonderwijs Praktijkonderwijs duurt vier jaar en leren gebeurt vooral in de praktijk door middel van stages, zodat leerlingen goed zijn voorbereid op hun toekomstige baan. Leerlingen leren in kleine groepen praktische vaardigheden zoals koken, rekeningen betalen, schoonmaken en sociale vaardigheden. Het praktijkonderwijs is bedoeld voor leerlingen die een leerachterstand van 3 jaar of meer hebben. Aanmelden bij het praktijkonderwijs kan alleen nadat de basisschool hiervoor een advies heeft gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg (PCL). Vmbo Vmbo betekent Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs. Door veel te leren en/of te doen, komen leerlingen in aanraking met verschillende vakgebieden. Zo kunnen ze na vier jaar goed kiezen welk vak zij gaan leren op het MBO (Middelbaar Beroepsonderwijs) of doorstromen naar havo. Het vmbo heeft vier verschillende leerwegen. Hieronder ziet u een overzicht van deze verschillende leerwegen. Bij iedere leerweg staat aangegeven uit hoeveel procent deze ongeveer bestaat uit theorie- en praktijk. Theoretische Leerweg (TL)/Mavo 100% theorie (+ eventueel 1 beroepsgericht vak) Gemengde Leerweg (GL) 75% theorie 25% praktijk Kaderberoepsgerichte Leerweg (KL) 50% theorie 50% praktijk Basisberoepsgerichte Leerweg (BL) 25% theorie 75% praktijk
5
Leerwegondersteunend onderwijs Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) is bedoeld voor leerlingen die het niveau van het vmbo aankunnen, maar extra begeleiding nodig hebben omdat ze minimaal 1 ½ jaar leerachterstand hebben opgelopen op de basisschool. Leerlingen in het LWOO volgen onderwijs in één van de vier vmbo-leerwegen. Het is dus geen aparte leerweg. Aanmelden voor LWOO kan alleen nadat de basisschool hiervoor een advies heeft gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg (PCL). Voor meer informatie over de vmbo-scholen kunt u kijken op de website: www.vmboutrecht.nl
Havo Havo betekent ‘Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs’ en duurt vijf jaar. Afhankelijk van het besluit van de middelbare school zit uw kind in een vmbo-tl/havo brugklas, een havo-brugklas of een havo/vwo brugklas. Tijdens de brugklas moet duidelijk worden welk schooltype het best bij uw kind past. Leerlingen kunnen met het havo-diploma een opleiding gaan volgen bij een HBO (Hoger beroeps onderwijs). Vwo Vwo betekent ‘Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs’ en duurt 6 jaar. Wie naar het vwo gaat, bereidt zich voor om naar een universiteit of het HBO te gaan. Als uw kind naar het vwo wil, moet hij of zij dus gemotiveerd zijn om veel te doen aan school. In het vwo zijn er twee schoolsoorten: - het atheneum (heet in Utrecht ook Vwo) - het gymnasium Het belangrijkste verschil is dat leerlingen op het gymnasium altijd klassieke talen (Grieks en/of Latijn) krijgen en op het atheneum meestal niet. De leerkracht van de basisschool kan u adviseren welk type het beste bij uw kind past.
6
Kopklas De internationale kopklas is een extra jaar tussen groep 8 en het voortgezet onderwijs, bedoeld voor allochtone leerlingen. Het gaat om leerlingen die in principe naar het vmbo-tl, havo of vwo kunnen, maar die nog veel problemen hebben met de Nederlandse taal. Tijdens het extra jaar wordt hier extra aandacht aan besteed, zodat de leerling daarna naar het voortgezet onderwijs kan. Na de kopklas mag de leerling net zo lang doen over het voortgezet onderwijs als een leerling die geen kopklas heeft gevolgd. OPDC Het orthopedagogisch centrum (OPDC) is er voor leerlingen die door een combinatie van problemen nog niet klaar zijn voor de middelbare school. Het is dan verstandiger om de overstap naar het reguliere voortgezet onderwijs nog even uit te stellen. Deze leerlingen gaan dan eerst naar het OPDC. Als de ontwikkeling goed verloopt, maken de leerlingen de overstap naar het reguliere VO. Deze overstap vindt over het algemeen plaats in de eerste twee jaar. Aanmelden bij het OPDC kan alleen nadat de basisschool hiervoor een advies heeft gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg (PCL).
7
3. Overzicht van alle Utrechtse scholen en hun onderwijsniveaus
8
Hierbij een tabel met een overzicht van alle Utrechtse scholen en hun onderwijsniveaus. School
Praktijk- OPDC Vmbo Vmbo Vmbo Vmbo Havo (BL) (TL) (GL) (KL) onderwijs
Kranenburg
X
Pouwer
X
Utrechtse School
Vwo
Gymnasium
X
Globe College
X
X
X
Trajectum College
X
X
X
X
Via Nova College
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Wellant College
X
X11 voor grafimedia
X
De Passie
X
X
X
St. Gregorius College
X
X
X
Amadeus Lyceum
X
X
X
X
Gerrit Rietveld
X
X
X
X
UniC
X
X
Leidsche Rijn College
X
X
X
St. Bonifatius College
X
X
X
Utrechts Stedelijk Gymnasium
X
Christelijk Gymnasium
X
Particulier Onderwijs* Winford College
X
X
X
Luzac College Utrecht
X
X
X
X
X
X
X
Luzac Lyceum Instituut Blankenstijn
X
* De middelbare scholen voor particulier onderwijs nemen geen deel aan de afspraken van de POVO-procedure.
9
4. Aanmelding en toelating
10
Aanmelding via het RAAD-formulier Uw kind wordt bij een school voor voortgezet onderwijs aangemeld via het zogenaamde digitale RAAD-formulier. Dit RAAD-formulier bestaat uit twee delen; het RAAD-onderwijskundigrapport en het aanmeldformulier. De leerkracht vult in het RAAD-onderwijskundigrapport het advies, de resultaten uit het leerlingvolgsysteem en aanvullende informatie over de leerling in. Ouders ondertekenen dit en krijgen hiervan altijd een kopie. Als ouders het niet eens zijn met de informatie die de school heeft opgeschreven dan kunnen ze dit ook op het RAADonderwijskundigrapport vermelden. Door het invullen van het aanmeldformulier wordt de leerling digitaal aangemeld bij de school van voorkeur. Ook hiervoor tekenen ouders. Toelatingsbeslissing De middelbare school van eerste keuze beslist of uw kind voldoet aan de toelatingseisen. Een leerling kan om een van de volgende redenen afgewezen worden: 1. Het basisschooladvies komt niet overeen met het onderwijsniveau van de middelbare school. 2. Het leerlingvolgsysteem komt niet overeen met het onderwijsniveau van de middelbare school. 3. Het leerlingvolgsysteem en de uitslag van het intelligentieonderzoek komen niet overeen met het onderwijsniveau van de middelbare school. 4. Het PCL-advies komt niet overeen met het onderwijsaanbod van de middelbare school. 5. De leerling voldoet niet aan de vooraf opgestelde extra criteria van de middelbare school. De leerkracht van groep 8, uzelf en uw kind krijgen bericht over de toelating, afwijzing of loting. Als de middelbare school een leerling niet plaatst, moeten ze beargumenteren waarom dit zo is. Als de leerling voor een specifiek onderwijsniveau (bv. vmbo-tl, havo of vwo) niet toelaatbaar gevonden is dan geldt dat voor alle Utrechtse middelbare scholen met hetzelfde onderwijsniveau. 11
5. Plaatsing en loting
12
Als er meer leerlingen worden aangemeld bij een middelbare school dan er plaatsen zijn, wordt er geloot. In het geval van overaanmeldingen geldt dat Utrechtse leerlingen met voorrang worden geplaatst. Dit geldt voor alle Utrechtse middelbare scholen behalve het Christelijk Gymnasium en het Utrechts Stedelijk Gymnasium. Hier geldt de regel dat onder alle toelaatbare leerlingen geloot wordt voor de beschikbare plaatsen. Uitgeloot bij de school van eerste keuze Als Utrechtse leerlingen worden uitgeloot bij de school van de eerste keuze, worden ze automatisch opgenomen in een stedelijk toewijzingssysteem. De basisschool, ouders en leerling hebben dan één week de tijd om aan te geven welke andere drie scholen hun voorkeur hebben. De leerlingen krijgen dan door een notaris willekeurig een nummer toegewezen, en op volgorde van deze ranglijst wordt de school van tweede, derde of vierde keuze toegewezen. Door dit toewijzingssysteem is binnen een dag bekend op welke school uw kind is geplaatst. Hierover worden de ouders en de leerling zowel telefonisch als schriftelijk geïnformeerd. Nb. Deelname aan het stedelijk toewijzingsysteem kan alleen als de 2de, 3de en 4de voorkeur scholen binnen Utrecht betreft. Kennismakingsmiddag VO Alle Utrechtse middelbare scholen organiseren voor de geplaatste leerlingen een kennismakingsmiddag. De basisschool moet ervoor zorgen dat groep 8 leerlingen hieraan kunnen deelnemen. Tijdens deze middag wordt er vaak kennis gemaakt met de nieuwe klasgenoten en de mentor. Ook wordt er informatie uitgereikt over het komende schooljaar.
13
6. Oneens met de afwijzing; en dan?
14
POVO-klachtencommissie Als een ouder/leerling of medewerker van een school meent dat er in strijd met de POVO-afspraken (afspraken rondom de overstap van de basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs) gehandeld wordt, met als gevolg dat het kind benadeeld wordt, dan kan dit gemeld worden bij de POVO-klachtencommissie. De POVO-klachtencommissie bespreekt het probleem met de betrokken partijen en kan een uitspraak doen als dit nodig is. Deze uitspraak kan er toe leiden dat een besluit over het niet plaatsen van een leerling ongedaan wordt gemaakt. De Utrechtse schoolbesturen hebben de afspraak dat ze de uitslag van de klachtencommissie zullen opvolgen. De POVO-klachtencommissie is te bereiken door te mailen naar:
[email protected] t.a.v. POVO-klachtencommissie. Indien u als ouder een algemene klacht heeft over een school, bijvoorbeeld over het gegeven schooladvies dan kan dit aangekaart worden via de normale bezwaarprocedure van de desbetreffende school.
15
Dit is een uitgave van het samenwerkingsverband VO 20.1 en is mede mogelijk gemaakt door de Gemeente Utrecht. SWV VO 20.1 Postbus 1597 3500 BN Utrecht 030-2330700 www.20.1swvvo.nl/povo