2012 - 2013
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Advisering en schoolkeuze |1 Hoofdstuk 2: De verschillende soorten onderwijsniveaus na de basisschool |3 Hoofdstuk 3: Overzicht van alle Utrechtse scholen en hun onderwijsniveaus |5 Hoofdstuk 4: Aanmelding |6 Hoofdstuk 5: Plaatsing en loting |7 Hoofdstuk 6: Oneens met de afwijzing; en dan? |8
1. Advisering en schoolkeuze Deze brochure is voor ouders/verzorgers die een zoon of dochter hebben in groep 8. U vindt hier informatie over de overstap van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. Leerlingvolgsysteem gegevens doorslaggevend De leerkracht van groep 8 adviseert u en uw kind over de schoolkeuze. Zij kunnen goed inschatten welke school het beste past bij de mogelijkheden van uw kind. De leerprestaties van uw kind worden bijgehouden in een zogenaamd ‘leerlingvolgsysteem’. Het leerlingvolgsysteem en advies van de leerkracht is bij de toelating voor het voortgezet onderwijs doorslaggevend. Het leerlingvolgsysteem van groep 6 t/m 8 wordt hiervoor bekeken. De meest belangrijke onderdelen zijn begrijpend lezen en rekenen. Hieronder staat aangegeven welk onderwijstype hoort bij welke scores in het leerlingvolgsysteem (LOVS). De hier genoemde I t/m V scores zijn ook te vergelijken met de vroegere A t/m E scores. U kunt de leerkracht van uw kind vragen om dit om te rekenen. Brugklas
Toelaatbaar met LOVS
VMBO-Basis
Overwegend V-scores, met af en toe een IV-score (of hoger)
VMBO-Kader
Overwegend IV-scores, met af en toe een III-score (of hoger)
VMBO-TL
Ongeveer evenveel III- als IV-scores (of hoger)
HAVO
Overwegend II-scores, met af en toe een III-score (of hoger)
VWO/Gymnasium
Overwegend I-scores, met af en toe een II-score (of hoger)
De Cito-eindtoets wordt gebruikt als bevestiging van het basisschooladvies. Mocht er een groot verschil zijn tussen de Cito-score en het advies, dan kan er voor gekozen worden om bij uw kind een intelligentieonderzoek af te nemen. Zo kan alsnog worden bekeken welk voorgezet onderwijs voor uw kind geschikt is. In de tabel op de volgende pagina kunt u aflezen wat de veronderstelde slagingskansen van de leerling zijn, per basisschooladvies in combinatie met de behaalde CITO-score.
1
Categorie hoge slagingskans en/of gemiddelde slagingskans Als uw kind in de categorie hoge slagingskans en/of gemiddelde slagingskans valt en het leerlingvolgsysteem hetzelfde niveau aangeeft, dan kan uw kind naar dat schoolniveau. Categorie lage slagingskans Heeft uw kind de Cito-eindtoets in verhouding slechter gemaakt dan de resultaten in het leerlingvolgsysteem, categorie 2, dan vindt er overleg plaats tussen de leerkracht van uw kind en de gekozen VOschool. Categorie zeer lage slagingskans Heeft uw kind op de Cito-eindtoets veel lager gescoord dan het leerlingvolgsysteem aangeeft, dan kan ervoor gekozen worden om nog een intelligentieonderzoek af te nemen. De scores van het leerlingvolgsysteem en de uitslag van het intelligentieonderzoek zijn dan doorslaggevend. Algemeen Indien uw kind een hogere score op de Cito-eindtoets behaalt dan het geadviseerde onderwijsniveau dan zijn de resultaten in het leerlingvolgsysteem doorslaggevend. Uw kind zal niet enkel op basis van de hogere Cito-eindscore geplaatst worden op een hoger onderwijsniveau. Tussen de basisschool en de VO-school vindt altijd overleg plaats als het VO twijfelt over de toelaatbaarheid van de leerling. Hoge slagingskans
Gemiddelde slagingskans
Lage slagingskans
Zeer lage slagingskans
VMBO-Basis
522 en hoger
VMBO-Kader
529 en hoger
522-528
521
520 en lager
VMBO-TL
535 en hoger
528-534
523-527
522 en lager
HAVO
541 en hoger
536-540
532-535
531 en lager
VWO / Gymnasium
547 en hoger
545-546
542-544
541 en lager
521
-
520 en lager
Mocht u vragen hebben over de CITO-scores neem dan contact op met de leerkracht van uw kind. Voorbeeld: Uw kind scoort sinds groep 6 voornamelijk Havoniveau scores op de toetsen van het leerlingvolgsysteem. De basisschoolleerkracht geeft uw kind een Havo-advies. Uw kind scoort op de Citoeindtoets een Cito-score van 537. Het resultaat is dan dat uw kind toelaatbaar is in een Havo-brugklas. 2
2. De verschillende onderwijsniveaus na de basisschool Praktijkonderwijs Praktijkonderwijs duurt vier jaar en leren gebeurt vooral in de praktijk door middel van stages, zodat leerlingen goed zijn voorbereid op hun toekomstige baan. Leerlingen leren in kleine groepen praktische vaardigheden zoals koken, rekeningen betalen, schoonmaken en sociale vaardigheden. Het praktijkonderwijs is bedoeld voor leerlingen die een leerachterstand van 3 jaar of meer hebben. Aanmelden bij het praktijkonderwijs kan alleen nadat de basisschool hiervoor een advies heeft gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg (PCL). Vmbo Vmbo betekent Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs. Door veel te leren en/of te doen, komen leerlingen in aanraking met verschillende vakgebieden. Zo kunnen ze na vier jaar goed kiezen welk vak zij gaan leren op het MBO (Middelbaar Beroepsonderwijs) of doorstromen naar havo. Het vmbo heeft drie verschillende leerwegen, namelijk: basisberoepsgerichte leerweg (BL), kaderberoepsgerichte leerweg (KL) en theoretische leerweg/gemengde leerweg (TL/GL) Leerwegondersteunend onderwijs Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) is bedoeld voor leerlingen die het niveau van het vmbo aankunnen, maar extra begeleiding nodig hebben omdat ze minimaal 1 ½ jaar leerachterstand hebben opgelopen op de basisschool. Leerlingen in het LWOO volgen onderwijs in één van de vier vmbo-leerwegen. Het is dus geen aparte leerweg. Aanmelden voor LWOO kan alleen nadat de basisschool hiervoor een advies heeft gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg (PCL). Voor meer informatie over de vmbo-scholen kunt u kijken op de website: www.vmboutrecht.nl Havo Havo betekent ‘Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs’ en duurt vijf jaar. Afhankelijk van het besluit van de middelbare school zit uw kind in een vmbo-tl/havo brugklas, een havo-brugklas of een havo/vwo brugklas. Tijdens de brugklas moet duidelijk worden welk schooltype het best bij uw kind past. Leerlingen kunnen met het havo-diploma een opleiding gaan volgen bij een HBO (Hoger beroeps onderwijs).
3
Vwo Vwo betekent ‘Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs’ en duurt 6 jaar. Wie naar het vwo gaat, bereidt zich voor om naar een universiteit of het HBO te gaan. Als uw kind naar het vwo wil, moet hij of zij dus gemotiveerd zijn om veel te doen aan school. In het vwo zijn er twee schoolsoorten: • het atheneum (heet in Utrecht ook Vwo) • het gymnasium Het belangrijkste verschil is dat leerlingen op het gymnasium altijd klassieke talen (Grieks en/of Latijn) krijgen en op het atheneum meestal niet. De leerkracht van de basisschool kan u adviseren welk type het beste bij uw kind past. Kopklas De internationale kopklas is een extra jaar tussen groep 8 en het voortgezet onderwijs, bedoeld voor allochtone leerlingen. Het gaat om leerlingen die in principe naar het vmbo-tl, havo of vwo kunnen, maar die nog veel problemen hebben met de Nederlandse taal. Tijdens het extra jaar wordt hier extra aandacht aan besteed, zodat de leerling daarna naar het voortgezet onderwijs kan. Na de kopklas mag de leerling net zo lang doen over het voortgezet onderwijs als een leerling die geen kopklas heeft gevolgd. OPDC Het orthopedagogisch centrum (OPDC) is er voor leerlingen die door een combinatie van problemen nog niet klaar zijn voor de middelbare school. Het is dan verstandiger om de overstap naar het reguliere voortgezet onderwijs nog even uit te stellen. Deze leerlingen gaan dan eerst naar het OPDC. Als de ontwikkeling goed verloopt, maken de leerlingen de overstap naar het reguliere VO. Deze overstap vindt over het algemeen plaats in de eerste twee jaar. Aanmelden bij het OPDC kan alleen nadat de basisschool hiervoor een advies heeft gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg (PCL).
4
3. Overzicht van alle Utrechtse scholen en hun onderwijsniveaus Hierbij een tabel met een overzicht van alle Utrechtse scholen en hun onderwijsniveaus.
* De middelbare scholen voor particulier onderwijs nemen geen deel aan de afspraken van de POVO-procedure.
5
4. Aanmelding en toelating Aanmelding via het RAAD-formulier De aanmelding op de VO-school is de verantwoordelijkheid van ouders. Ouders ondertekenen samen met de school het machtigingsformulier en ontvangen hiervan een kopie. In principe vindt daarna de digitale aanmelding door de PO-school plaats via een beveiligde webapplicatie (OT). Uw kind wordt bij een school voor voortgezet onderwijs aangemeld via het zogenaamde digitale RAAD-formulier. Dit RAAD-formulier bestaat uit twee delen; het RAAD-onderwijskundigrapport en het aanmeldformulier. De leerkracht vult in het RAAD-onderwijskundigrapport het advies, de resultaten uit het leerlingvolgsysteem en aanvullende informatie over de leerling in. Ouders krijgen hiervan altijd een kopie. Als ouders het niet eens zijn met de informatie die de school heeft opgeschreven dan kunnen ze dit ook op het RAAD-onderwijskundigrapport vermelden. Door het invullen van het aanmeldformulier wordt de leerling digitaal aangemeld bij de school van voorkeur. Toelatingsbeslissing De middelbare school van eerste keuze beslist of uw kind voldoet aan de toelatingseisen. Een leerling kan om een van de volgende redenen afgewezen worden: 1. Het basisschooladvies komt niet overeen met het onderwijsniveau van de middelbare school. 2. Het leerlingvolgsysteem komt niet overeen met het onderwijsniveau van de middelbare school. 3. Het PCL-advies komt niet overeen met het onderwijsaanbod van de middelbare school. 4. De leerling voldoet niet aan de vooraf opgestelde extra criteria van de middelbare school. 5. De leerkracht van groep 8, uzelf en uw kind krijgen bericht over de toelating, afwijzing of loting. Als de middelbare school een leerling niet plaatst, moeten ze beargumenteren waarom dit zo is. Als de leerling voor een specifiek onderwijsniveau (bv. vmbo-tl, havo of vwo) niet toelaatbaar gevonden is dan geldt dat voor alle Utrechtse middelbare scholen met hetzelfde onderwijsniveau. Op dit moment dient er zowel een nieuw onderwijsniveau als schoolkeuze in OT te worden ingevoerd.
6
5. Plaatsing en loting Als er meer leerlingen worden aangemeld bij een middelbare school dan er plaatsen zijn, wordt er geloot. In het geval van overaanmeldingen geldt dat Utrechtse leerlingen met voorrang worden geplaatst. Dit geldt voor alle Utrechtse middelbare scholen behalve het Christelijk Gymnasium en het Utrechts Stedelijk Gymnasium. Hier geldt de regel dat onder alle toelaatbare leerlingen geloot wordt voor de beschikbare plaatsen. Uitgeloot bij de school van eerste keuze Als Utrechtse leerlingen worden uitgeloot bij de school van de eerste keuze, worden ze automatisch opgenomen in een stedelijk toewijzingssysteem. De basisschool, ouders en leerling hebben dan één week de tijd om aan te geven welke andere drie scholen hun voorkeur hebben. De leerlingen krijgen dan door een notaris willekeurig een nummer toegewezen, en op volgorde van deze ranglijst wordt de school van tweede, derde of vierde keuze toegewezen. Door dit toewijzingssysteem is binnen een dag bekend op welke school uw kind is geplaatst. Hierover worden de ouders en de leerling zowel telefonisch als schriftelijk geïnformeerd. LET OP! Deelname aan het stedelijk toewijzingsysteem kan alleen als de 2de, 3de en 4de voorkeur scholen binnen Utrecht betreft. Kennismakingsmiddag VO Alle Utrechtse middelbare scholen organiseren voor de geplaatste leerlingen een kennismakingsmiddag. De basisschool moet ervoor zorgen dat groep 8 leerlingen hieraan kunnen deelnemen. Tijdens deze middag wordt er vaak kennis gemaakt met de nieuwe klasgenoten en de mentor. Ook wordt er informatie uitgereikt over het komende schooljaar.
7
6. Oneens met de afwijzing; en dan? POVO-klachtencommissie Als een ouder/leerling of medewerker van een school meent dat er in strijd met de POVO-afspraken (afspraken rondom de overstap van de basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs) gehandeld wordt, met als gevolg dat het kind benadeeld wordt, dan kan dit gemeld worden bij de POVO-klachtencommissie. De POVO-klachtencommissie bespreekt het probleem met de betrokken partijen en kan een uitspraak doen als dit nodig is. Deze uitspraak kan er toe leiden dat een besluit over het niet plaatsen van een leerling ongedaan wordt gemaakt. De Utrechtse schoolbesturen hebben de afspraak dat ze de uitslag van de klachtencommissie zullen opvolgen. Kijk op de website voor meer informatie over de procedure. Indien u als ouder een algemene klacht heeft over een school, bijvoorbeeld over het gegeven schooladvies dan kan dit aangekaart worden via de normale bezwaarprocedure van de desbetreffende school.
Dit is een uitgave van het samenwerkingsverband VO 20.1 en is mede mogelijk gemaakt door de Gemeente Utrecht. SWV VO 20.1 Postbus 1597 3500 BN Utrecht 088-0117400 www.20.1swvvo.nl/povo 8