3
INHOUDSOPGAVE
1.
Blz.
Kerngegevens
5
Bestuurlijke informatie
6
Portefeuilleverdeling
7
JAARVERSLAG 2014
9
Inleiding
1.1
De jaarstukken
11
1.2
Opzet overzicht van baten en lasten 2014
11
1.3
De programmaverantwoording
12
1.4
De paragrafen
12
1.5
Overzicht van baten en lasten
12
1.6
Procedure behandeling overzicht van baten en lasten 2014
12
2.
Algemene financiële beschouwingen
2.1
Begroting 2014
13
2.2
Realisatie 2014
13
2.3
Analyse van het resultaat 2014 t.o.v. de gewijzigde begroting 2014
14
3.
Verplichte paragrafen
3.1
Algemeen
21
3.2
De paragrafen
22
3.2.1
Lokale heffingen
22
3.2.2
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
26
3.2.3
Onderhoud kapitaalgoederen
34
3.2.4
Financiering
38
3.2.5
Bedrijfsvoering
42
3.2.6
Verbonden partijen
47
3.2.7
Grondbeleid
57
4.
De programma's
Programma 01
Burger als kiezer
64
Programma 02
Burger als klant
67
Programma 03
Burger als inwoner
69
Programma 04
Burger als partner
73
Programma 05
Burger als wijk-/dorpsbewoner
85
Programma 06
Burger als belastingbetaler
89
Kostenverdeelstaat
93
Recapitulatie Overzicht van baten en lasten 2014
94
4
JAARREKENING 2014
Blz.
5.
Jaarrekening 2014
95
5.1
Balans
96
5.2
Overzicht van baten en lasten
98
5.3
Toelichtingen
5.3.1
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
100
5.3.2
Toelichting op de balans
103
5.3.3
Toelichting op overzicht van baten en lasten 2014
115
5.3.4
Algemene dekkingsmiddelen
121
5.3.5
Overzicht incidentele baten en lasten
122
5.3.6
Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid
124
5.3.7
Overzicht specifieke uitkeringen (SISA)
126
5.3.8
Stand van zaken lopende projecten (kredieten)
129
Lijst met Afkortingen
139
5
KERNGEGEVENS A
Sociale structuur Aantal inwoners
1-1-2014
31-12-2014
21.803
21.907
Opbouw: < 20 jaar
5.010
4.952
> 64 jaar
4.138
4.352
182
206
115,4
121,43
5.617
5.617
81
81
331
333
Aantal periodiek bijstandsgerechtigden (Wwb / Ioaw en Ioaz) Aantal tewerkgestelden in sociale Werkgemeenschappen (fte) B
Fysieke structuur Oppervlakte gemeente (ha) -waarvan binnenwater (ha) Lengte van de wegen (km) Opbouw: -klinkerwegen
C
77
81
-gesloten wegdek
124
122
-onverharde wegen
130
130
Lengte van de fietspaden (km)
28
30
Oppervlakte openbaar groen (ha)
74
80
2.670
2.638
Opbrengst OZB
139
145
Uitkering gemeentefonds
738
766
1.139
1.553
408
478
1.625
1.538
19
19
Financiële structuur (bedrag per inwoner) Gewone lasten (excl. Grondexploitatie)
Vaste schuld Algemene reserves Bestemmingsreserves D
Bestuur en personeel Gemeenteraad Burgemeester Wethouders (formatief) Algemene Dienst (formatief) Brandweer (vrijwilligers)
1
1
3,3
3,0
107,77
108,13
49
0
6
BESTUURLIJKE INFORMATIE Gemeenteraad per 31 december 2014 Ria (M.A.H.) van der Zanden-Swinkels (fractievoorzitter)
Partij
zetels
PNL
8
Toon (A.M.) Brouwers
PNL
Arian (A.A.H.G.) de Groot
PNL
Peter (P.A.J.R.) Verschuuren
PNL
Wim (W.G.M.) van Dijk
PNL
Bowen (B.M.) Straatman Ton (A.G.M.) van de Wijdeven Theodoor (T.J.M.) Biemans
PNL
Ben (B.H.M.) Swinkels (fractievoorzitter)
PNL PNL Werkgroep
Rick (H.M.M.) van Bree
Werkgroep
Jos (J.P.H.) Gruijters
Werkgroep
Erik (H.J.M.) van Haperen
Werkgroep
Veerle (V.T.J.A.) van Schaijk Monika (M.C.) Slaets-Sonneveldt (fractievoorzitter) Jordy (J.J.M.) Brouwers Ron (J.C.M.) Verschuren Marcel (M.J.T.) van der Heijden (fractievoorzitter) Hans (J.H.) Strijbosch (fractievoorzitter) Frans (F.M.J.) Biemans (fractievoorzitter)
Werkgroep ABL
5
3
ABL ABL CDA
1
PVDA
1
Fractie F.Biemans
1
Totaal aantal
19
7
College van B&W per 31 december 2014 Frans (F.H.G.M.) Ronnes
burgemeester
Algemene zaken, openbare orde en veiligheid, handha-
(waarnemend)
ving, communicatie en voorlichting, economische zaken, brandweer, informatie & automatisering, inkoop en aanbestedingen, burgerlijke stand, bevolking en verkiezingen, beleid m.b.t. bezwaar & beroep, klachten, vertrouwelijke zaken en klokkenluiderszaken, integriteit, naturalisatie, juridische zaken, regionale zaken, intergemeentelijke samenwerking. Tonny (A.J.L.) Meulensteen
CDA
wethouder
Werkgroep
wethouder
ABL
wethouder
PVDA
wethouder
Financiën, grondzaken, dierenwelzijn, landschapsontwikkeling en natuur. Joan (J.H.C.M.) Briels Zorg, welzijn, volksgezondheid, Wmo, jeugd, onderwijs, sport, burgerparticipatie, toerisme & recreatie en evenementen, kunst & cultuur. Frans (F.P.A.C.) van Zeeland Ruimtelijke ordening en beheer, bouw- en milieuzaken, volkshuisvesting, verkeer en vervoer, water, Peelnetwerk. Greet (G.T.) Buter Werk & Inkomen, personeel en organisatie, statushouders, inburgering, beheer gemeentelijke gebouwen en accommodatiebeleid (incl. voorzieningenclusters), facilitaire dienstverlening. Carelien (C.A.) Liebrecht Adviseur van het college van B&W en algemeen directeur van de ambtelijke organisatie. Hans (J.G.M.T.) Ubachs Per 31 december 2014 was de heer Ubachs nog in dienst als burgemeester van Laarbeek, maar op dat moment tijdelijk terug getreden in functie.
secretaris
8
9
Jaarverslag 2014
10
11
1.
INLEIDING
1.1
De jaarstukken
Net als vorig jaar zijn de jaarstukken conform het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) opgemaakt. In artikel 24 van het BBV wordt aangegeven hoe de jaarstukken en de toelichting dienen te worden verantwoord.
1.2
Opzet overzicht van baten en lasten 2014
De opzet van de programma’s is op dezelfde wijze samengesteld als de begroting 2014. Op initiatief van het projectteam “Sturend Laarbeek” zijn de tussenrapportages ingericht volgens het zogenaamde “stoplichtmodel”. Dit stoplichtmodel verhoogt de leesbaarheid van de tussenrapportages. Het overzicht van baten en lasten is het sluitstuk in de planning en control cyclus van 2014 en om die reden is bij de opzet van dit overzicht van baten en lasten zoveel mogelijk aangesloten bij de programmabegroting en tussenrapportages. Het stoplichtmodel geef met kleuren inzicht in de voortgang van meetbare effecten en beleidsvoornemens. Zo geeft de kleur groen aan dat een doel is gerealiseerd, geel geeft aan dat er aan gewerkt wordt en de kleur rood geeft aan dat er nog geen actie is ondernomen. Vanaf Begroting 2015 wordt niet meer gewerkt met maatschappelijke effecten en meetbare doelen maar wordt gestuurd aan de hand van de geformuleerde ambities. Dit overzicht van baten en lasten is het laatste document dat verantwoording aflegt over de maatschappelijke effecten en meetbare doelen zoals die waren opgenomen in het raadsprogramma 2010 – 2014. Het overzicht van baten en lasten is als volgt samengesteld: 1. De jaarstukken bestaan uit: a. het jaarverslag; b. de jaarrekening. 2. Het jaarverslag bestaat uit: a. de programmaverantwoording; b. de paragrafen. 3. De jaarrekening bestaat uit: a. het overzicht van baten en lasten en de toelichting; b. de balans en de toelichting.
12
1.3
De programmaverantwoording
De programmaverantwoording bestaat uit de verantwoording over de realisatie van de programma's en het overzicht van algemene dekkingsmiddelen. Het overzicht van baten en lasten biedt per programma inzicht in: a. de mate waarin de doelstellingen zijn gerealiseerd; b. de wijze waarop getracht is de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken; c.
de gerealiseerde baten en lasten.
In de programmabegroting waren voornemens opgenomen, ofwel "Wat willen we bereiken en wat gaan we ervoor doen?" en "Wat kost het?". In het overzicht van baten en lasten wordt verantwoording afgelegd, ofwel "Wat wilden we bereiken en wat hebben we daarvoor gedaan?" en "Wat heeft het gekost?".
1.4
De paragrafen
Het jaarverslag bevat de paragrafen die ook in de begroting zijn opgenomen. Ze bevatten de verantwoording van wat in de overeenkomstige paragrafen in de programmabegroting is opgenomen. Nieuw in dit overzicht van baten en lasten is de opzet van de paragraaf ‘Verbonden Partijen’. Op verzoek van de commissie BBV is per verbonden partij uitgebreidere financiële informatie toegevoegd.
1.5
Het overzicht van baten en lasten
1. Het overzicht van baten en lasten bevat: a. de gerealiseerde baten en lasten per programma; b. het overzicht van de gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen; c.
het gerealiseerde resultaat voor bestemming, volgend uit de onderdelen a en b;
d. de werkelijke toevoegingen en onttrekkingen aan reserves; e. het gerealiseerde resultaat na bestemming, volgend uit de onderdelen c en d. 2. Het overzicht van baten en lasten bevat van de onderdelen genoemd in het eerste lid ook de ramingen uit de begroting voor en na wijziging.
1.6
Procedure behandeling overzicht van baten en lasten 2014
Aanbieding van het overzicht van baten en lasten aan de gemeenteraad op 12 juni 2015.
Behandeling in de audit-commissie van juni 2015.
Vaststelling van het overzicht van baten en lasten door de gemeenteraad op 9 juli 2015.
13
2.
ALGEMENE FINANCIËLE BESCHOUWINGEN
2.1
Begroting 2014
De Programmabegroting 2014 (Rb. 24 oktober 2013) resulteerde in een financiële ruimte voor: Structureel nieuw beleid € 2.000, Incidenteel nieuw beleid € 40.000, Structurele onvoorziene lasten € 15.000, Incidentele onvoorziene lasten € 45.000,De door u vastgestelde Programmabegroting 2014, na verwerking van de 1e begrotingswijziging (dekkingsplan), resulteerde in een positief resultaat van € 21.973,-. In de loop van het jaar is de gemeenteraad op een drietal momenten geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering en ontwikkeling van de programmabegroting 2014: 1.
In de 1e Kwartaalbegrotingswijziging 2014, vastgesteld door de gemeenteraad op 17 april 2014, werd een negatief resultaat voorzien van € 16.027,-.
2.
In de 1e Tussenrapportage 2014, vastgesteld door de gemeenteraad op 10 juli 2014, werd een negatief resultaat voorzien van € 16.027,-.
3.
In de 2e Tussenrapportage 2014, vastgesteld door de gemeenteraad op 11 december 2014, werd een positief resultaat voorzien van € 38.290,-.
2.2
Realisatie 2014
Het overzicht van baten en lasten 2014 geeft een positief resultaat te zien van € 1.534.491,-. Dit resultaat is het saldo na bestemming en is beïnvloed door toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves. Over deze toevoegingen en onttrekkingen heeft al eerder door de raad besluitvorming plaatsgevonden, zowel bij de vaststelling van de begroting 2014 als bij afzonderlijke raadsbesluiten. Begroting
Begroting
Realisatie
2014
2014
2014
na wijzigingen
Lasten programma’s
€-36.596.122
€-41.732.458
€ -45.890.839
Baten programma’s
€ 12.824.525
€ 18.371.966
€
25.146.587
€-23.771.597
€ -23.360.492
€ -20.744.252
Baten algemene dekkingsmiddelen
€ 20.595.199
€ 20.766.733
€
20.971.062
Resultaat vóór bestemming
€ -3.176.398
€
-2.593.759
€
226.810
Toevoegingen aan reserves
€
-712.636
€
-2.294.324
€
-4.844.161
Onttrekkingen aan reserve
€
3.889.034
€
4.926.373
€
6.151.842
Resultaat na bestemming
€
0
€
38.290
€
1.534.491
14
2.3
Analyse van het resultaat 2014 ten opzichte van de gewijzigde begroting 2014
Samenvatting verschil van het overzicht van baten en lasten 2014 ten opzichte van de gewijzigde begroting 2014: Resultaat volgens gewijzigde begroting 2014
positief
€
Resultaat volgens overzicht van baten en lasten 2014
positief
€ 1.534.491,-
Per saldo voordelig verschil
38.290,-
€ 1.496.201,-
Elders in dit overzicht van baten en lasten (bij paragraaf 5.3.3) wordt een analyse van dit verschil gegeven per programma. Bij de analyse van het resultaat worden alleen de zogenaamde budgettaire verschillen verklaard, met andere woorden de verschillen die het resultaat hebben beïnvloed. Geconstateerd wordt dat het merendeel éénmalige verschillen betreft. Voor zover het gaat om structurele verschillen, zullen deze worden verwerkt in de begroting 2015 en in de ontwerpbegroting 2016. De belangrijkste verschillen zijn: Nr.
Omschrijving
Voor-/nadeel
Incidenteel
Programma 1 1.1
Voeding voorziening wachtgeld
Nadeel
€ 306.000
1.2
Juridische kosten
Nadeel
€ 46.400
Nadeel
€ 11.351
Programma 2 2.1
Geen toelichting nodig.
Programma 3 3.1
Verhuur brandweerkazernes
Programma 4 4.1
Uitkeringen (Wwb, Ioaw, Ioaz en Bbz)
Nadeel
€ 54.800
4.2
Lagere rijksbijdrage uitkeringen
Nadeel
€ 82.800
4.3
Terugvordering en verhaal uitkeringen
Voordeel
€ 94.700
4.4
Inkoop trajecten ter bevordering uitstroom
Nadeel
€ 139.000
4.5
Bijzondere bijstand
Nadeel
€ 70.900
4.6
Bijdrage Peel 6.1
Nadeel
€ 111.400
4.7
Eigen bijdragen WMO
Voordeel
€ 56.800
4.8
WMO-voorzieningen
Voordeel
€ 419.300
4.9
Onderwijsbegeleiding
Voordeel
€ 37.400
4.10
Subsidie Marietje Kessels
Voordeel
€ 44.300
4.11
Subsidie ouderenwerk
Voordeel
€ 69.600
Structureel
15
4.12
Dwangsommen
Voordeel
€ 29.000
4.13
Leges bestemmingsplannen
Voordeel
€ 21.600
4.14
Advieskosten bestemmingsplannen
Voordeel
€ 22.000
€ 10.000
Programma 5 5.1
Onderhoud bermen en sloten
Voordeel
€ 16.800
5.2
Subsidie kunstzinnige vorming
Voordeel
€ 32.000
5.3
Compensatievergoeding openbaar groen
Voordeel
€ 17.000
5.4
Verwerkingskosten huisvuil
Voordeel
€ 86.500
5.5
Kosten milieustraat
Voordeel
€ 24.200
5.6
Bijdrage ODZOB
Voordeel
€ 53.400
€ 91.600
€ 32.000
Programma 6 6.1
Verkoop groenstroken
Voordeel
6.2
Grondaankopen
Nadeel
6.3
BTW-suppletie Woonwagenkamp
Voordeel
€ 90.300
6.4
Algemene uitkering gemeentefonds
Voordeel
€ 254.000
6.5
Saldo kostenplaatsen
Voordeel
€ 227.700
6.6
Lagere rentedotatie bestemmingsreserve
Voordeel
€ 193.800
6.7
Voorziening onderwijshuisvesting basisonderwijs
Voordeel
€ 653.000
6.8
Voorziening inventaris binnensportaccommodatie
Voordeel
€ 268.000
6.9
Voorziening gemeentelijke gebouwen
Nadeel
€ 536.100
€ 168.900
Korte toelichting van bovenstaande verschillen Nr. 1.1 Voeding voorziening wachtgeld Het nadeel bedraagt € 306.000,- en dit is ontstaan als gevolg van de vorming van een voorziening voor de wachtgeldverplichtingen voor oud-burgemeester Ubachs. Wettelijke regels bepalen dat de maximale toekomstige kosten van dit vertrek toegevoegd moeten worden aan een voorziening. Het betreft een incidenteel nadeel. Nr. 1.2 Juridische kosten Het budget ‘inhuur externe ondersteuning bij juridische kosten’ is overschreden door een aantal grote juridische zaken in 2014 met betrekking tot personeel, bomen, grond, transacties, waar gespecialiseerde juridische kennis voor is ingehuurd. Ook het budget ‘proceskosten’ is overschreden. De kosten ontstaan als de gemeente zelf in bezwaar/beroep gaat (boomschade NEM) of bij een gegrond bezwaarschrift of voor opstellen van een deskundigenrapport in een procedure. Van tevoren zijn deze kosten lastig in te schatten en over de jaren heen ontstaat een fluctuerend beeld. Gegeven de ontwikkeling lijkt de overschrijding structureel te worden, hetgeen nader geanalyseerd dient te worden.
16
Per saldo gaat het om een bedrag van € 46.400,-. Voorlopig gaan we ervanuit dat sprake is van een incidenteel nadeel. Nr. 3.1 Verhuur brandweerkazernes Er is lang onduidelijkheid geweest over de huurprijzen die de Veiligheidsregio VRBZO zou vergoeden voor het gebruik van de kazernes in de regio. Laarbeek heeft één kazerne overgedragen (Lieshout) en verhuurt de overige twee kazernes (Aarle-Rixtel en Beek en Donk) aan de Veiligheidsregio. In de begroting was rekening gehouden met een huuropbrengst van € 35.900,- per jaar. Begin 2015 bleek dat de werkelijke huur € 24.549,- per jaar bedraagt. Overigens moet de VR nog een formeel besluit nemen (planning: maart 2015) over de nieuwe berekenmethode van de huurprijzen. Het gaat om een incidenteel nadeel van € 11.351,- omdat het nadeel al in de begroting van 2015 is verwerkt. Nr. 4.1 Uitkeringen (Wwb, Ioaw, Ioaz en Bbz) Het budget voor de diverse uitkeringen is met € 54.800,- overschreden. De toekenning en betaling van de diverse uitkeringen is ondergebracht bij het Werkplein in Helmond. Het gaat om open-eind regelingen waarvan het niet mogelijk is om vooraf in te schatten hoeveel gebruik er van gemaakt gaat worden. We gaan uit van een incidenteel nadeel, omdat bij het maken van de begroting 2015 nieuwe schattingen gemaakt zijn van de te betalen uitkeringen. Uitkeringen: hier is sprake van een nadeel ten opzichte van de raming in de oorspronkelijk begroting over 2014. Er is weliswaar in 2014 nog geen sprake van een tekort op het BUIG-deel (deel waaruit de uitkeringen betaald worden), maar er is wel sprake van meer uitgaven dan oorspronkelijk geraamd in de begroting. Dit heeft te maken met meer toegekende aanvragen voor algemene bijstand en betrekkelijk lagere uitstroom uit de uitkering. Nr. 4.2 Lagere rijksbijdrage uitkeringen De rijksbijdrage voor de uitkeringen is in de loop van 2014 in het nadeel van de gemeente bijgesteld door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Deze bijstelling is niet zichtbaar in de begroting. Per saldo is een nadeel gerealiseerd van € 82.800,-. Het gaat om een incidenteel nadeel omdat bij het maken van de begroting 2015 wel uitgegaan is van de actuele prognose van het ministerie. Nr. 4.3 Terugvordering en verhaal van uitkeringen Het gaat om een voordeel van € 94.700,- dat bereikt is door extra inspanningen van het Werkplein in Helmond. De inspanningen hebben tot doel om onterecht verstrekte uitkeringen terug te vorderen. Het voordeel bedroeg vorig jaar € 70.800,-. De raming in de begroting van 2015 bedraagt (net als eerdere jaren) € 4.000,-. Het betreft een incidenteel voordeel aangezien inkomsten afhankelijk zijn van het aanwezig zijn van situaties waar terugvordering of verhaal mogelijk is. Nr. 4.4 Inkoop trajecten ter bevordering van uitstroom Het bevorderen van uitstroom uit de uitkering door het aanbieden van een traject dat leidt naar werk (kan verschillende vormen hebben) wordt uitgevoerd door het Werkplein. In 2014 is een nadeel gerealiseerd van € 139.000,-. Voorgaande jaren was aangegeven dat het budget leidend
17
is voor de acties die Helmond uitvoert. Ook in de toekomst zal deze afspraak gemaakt worden. Het gaat dus om een incidenteel nadeel. Nr. 4.5 Bijzondere bijstand Het budget voor bijzondere bijstand is met € 70.900,- overschreden. De toekenning en betaling van de diverse uitkeringen van bijstandsgerechtigden is ondergebracht bij het Werkplein in Helmond. De bijzondere bijstand voor niet-uitkeringsgerechtigden is per 1-1-2015 overgebracht naar Peel 6.1. Het gaat om open-eind regelingen waarvan het niet mogelijk is om vooraf in te schatten hoeveel gebruik er van gemaakt gaat worden. Er zijn meer toekenningen leenbijstand voor inrichtingskosten verstrekt. Voorlopig gaan we uit van een incidenteel nadeel. Nr. 4.6 Bijdrage Peel 6.1 Voor 2014 was een bijdrage aan Peel 6.1 begroot van € 49.000,-. De werkelijke kosten blijken € 160.380,- te bedragen. Hierdoor is een nadelig verschil ontstaan van € 111.400,-. Het verschil wordt verklaard doordat in de begroting alleen rekening is gehouden met de exploitatiekosten. Eind 2014 was er een afrekening 2014 van gemeente Helmond binnengekomen die niet was begroot. Het gaat daarbij om incidentele inzet van personeel van Helmond en hostingkosten die gemaakt zijn in de opstartfase van Peel 6.1. Nr. 4.7 Eigen bijdragen WMO De toename van het aantal verstrekte voorzieningen en de beleidswijziging die in 2012 is ingezet heeft tot effect dat een groter bedrag aan eigen bijdragen wordt ontvangen. Begroot was een bedrag van € 324.200,- gerealiseerd is een bedrag van € 381.000,-. Een voordeel van € 56.800,-. Het gaat om een incidenteel voordeel, omdat in de primitieve begroting van 2015 een raming voor dit onderdeel is opgenomen van € 375.000,-. Nr. 4.8 WMO-voorzieningen Van het budget voor WMO-voorzieningen is € 419.300,- over in 2014. De toekenning en vergoeding van de diverse voorzieningen is ondergebracht bij Peel 6.1. Het gaat om open-eind regelingen waarbij de gemeente niet kan sturen op het aantal aanvragen of op de hoogte van de vergoeding. Het jaarlijkse gebruik kan hierdoor sterk fluctueren. Er is sprake van een incidenteel voordeel omdat we in de primitieve begroting 2015 uitgaan van lagere ramingen voor toegekende WMO-voorzieningen. Nr. 4.9 Onderwijsbegeleiding In 2014 blijft er een positief resultaat over voor onderwijsbegeleiding van € 37.400,-. Dit voordeel is ontstaan doordat een bedrag van € 40.000,- ten laste van jaar 2013 is gebracht met als doel het bedrag in 2014 alsnog te besteden aan deze taak. Uit de afrekening van 2014 blijkt dat dit bedrag niet nodig was in 2014. Het gaat om een incidenteel voordeel. Nr. 4.10 Subsidie Marietje Kessels In 2014 blijft er een positief resultaat over voor dit project van € 44.300,-. Dit voordeel is ontstaan doordat een bedrag van € 33.000,- ten laste van jaar 2013 is gebracht met als doel het
18
bedrag in 2014 alsnog te besteden aan deze taak. Uit de afrekening van 2014 blijkt dat dit bedrag niet nodig was in 2014. Ook het jaarlijkse budget is in 2014 niet volledig besteed. Voorlopig gaan we er vanuit dat het een incidenteel voordeel betreft. Nr. 4.11 Subsidie Ouderenwerk Op dit budget blijft in 2014 een voordeel over van € 69.600,-. Dit voordeel ontstaat doordat de subsidie niet juist is geboekt. De betaling is ten laste van andere budgetten gebracht. Het gaat om een incidenteel voordeel, dat wegvalt tegen incidentele nadelen op andere budgetten. Nr. 4.12 Dwangsommen In 2014 zijn meer dwangsommen opgelegd dan gedacht. Geraamd was een opbrengst van € 5.000,-. De werkelijke opbrengst bedraagt € 34.000,-. Het opleggen van dwangsommen is geen doel, maar een middel om ongewenst gedrag te voorkomen. Daarom wordt de begroting niet aangepast en wordt dit voordeel als incidenteel aangemerkt. Nr. 4.13 Leges bestemmingsplannen De opbrengst van de leges is afhankelijk van het aantal verzoeken dat er jaarlijks binnenkomt en dat aantal fluctueert jaarlijks. Het voordeel bedraagt in 2014 € 31.600,- (2013: voordeel € 15.500,-). Door de jaarlijkse fluctuatie in de opbrengst kan niet het totale voordeel structureel verwerkt worden. Voorgesteld wordt om € 10.000,- structureel te verwerken en het restant als incidenteel voordeel te beschouwen. Nr. 4.14 Advieskosten bestemmingsplannen De advieskosten inzake bestemmingsplannen fluctueren ook jaarlijks. De kosten zijn afhankelijk van het aantal verzoeken dat binnenkomt en de diepgang van die verzoeken. In 2014 is een voordeel gerealiseerd van € 22.000,- (2013: voordeel € 7.000,-). Het voordeel wordt voorlopig als incidenteel aangemerkt. Nr. 5.1 Onderhoud bermen en sloten Op het budget voor onderhoud van bermen en sloten blijft een bedrag over van € 16.800,-. Dit overschot komt vooral door de lagere kosten van het verwerken van bladeren en maai-afval. Het gaat om een incidenteel voordeel. Nr. 5.2 Subsidie kunstzinnige vorming In 2014 was een budget beschikbaar voor kunstzinnige vorming van € 41.200,-. In werkelijkheid is een bedrag betaald van € 9.200,-. Per saldo levert dit een voordeel op van € 32.000,-. Het voordeel wordt verklaard door een lager aantal uren dat door het Kunstlokaal is besteed aan dienstverlening voor gemeente Laarbeek. Vooralsnog gaan we uit van een incidenteel voordeel. Nr. 5.3 Compensatievergoeding openbaar groen Het betreft een eenmalig voordeel van € 17.000,- als gevolg van een inhaalactie, waarbij de plicht tot herplanting van oude kapvergunningen is onderzocht en alsnog is opgelegd.
19
Nr. 5.4 Verwerkingkosten huisvuil De kosten van het ophalen en verwerken van huisvuil vallen in 2014 lager uit dan begroot. Per saldo is een voordeel ontstaan van € 86.500,-. Dit voordeel is incidenteel, omdat bij het maken van de begroting 2015 inmiddels uitgegaan is van de lagere kosten. Op begrotingsbasis zijn de inkomsten en uitgaven gelijk omdat aan de hand van de geraamde kosten het tarief voor de afvalstoffenheffing wordt bepaald. In de werkelijkheid kunnen deze afwijken. Nr. 5.5 Kosten milieustraat De kosten van de milieustraat vallen in 2014 lager uit dan begroot. Per saldo is een voordeel ontstaan van € 24.200,-. Dit voordeel is incidenteel, omdat bij het maken van de begroting 2015 inmiddels uitgegaan is van de lagere kosten. Op begrotingsbasis zijn de inkomsten en uitgaven gelijk omdat aan de hand van de geraamde kosten het tarief voor de afvalstoffenheffing wordt bepaald. In de werkelijkheid kunnen deze afwijken. Nr. 5.6 Bijdrage ODZOB Per saldo is een overschot gerealiseerd met betrekking tot de bijdrage aan de ODZOB van € 85.400,-. In 2014 was naast het reguliere budget nog een extra budget beschikbaar voor provinciale taken in het kader van ‘Verlening, Toezicht en Handhaving’. De ODZOB levert diensten aan de deelnemende gemeenten. De dienstverlening is opgedeeld in: basistaken, collectieve taken en verzoektaken. Aan de hand van het werkprogramma 2015 is bepaald dat er een structurele besparing mogelijk is van € 32.000,-. De rest is incidenteel. Nr. 6.1 Verkoop groenstroken Het betreft de verkoop van meerdere groenstroken in de gemeente. Dergelijke verkopen zijn niet begroot, omdat het geen structurele opbrengsten zijn. Per jaar wordt gekeken welke opbrengst gerealiseerd is. In 2014 betreft het een totaal opbrengst van € 91.600,- Het gaat om een incidenteel voordeel. Nr. 6.2 Grondaankopen In 2014 is een stuk grond aangekocht. De aankoop betreft een afwikkeling van een overeenkomst uit 2010 met het kerkbestuur Aarle-Rixtel. Het gaat om een incidenteel nadeel van € 168.900,-. Nr. 6.3 BTW-suppletie Woonwagenkamp In 2012 en 2013 zijn de woonwagenkampjes in Lieshout en Beek en Donk opgeknapt. Lang was onduidelijk of de BTW van de investeringen te compenseren was (via het BTWcompensatiefonds). Eind 2014 werd duidelijk dat compensatie inderdaad is toegestaan. Dit levert een incidenteel voordeel op in 2014 van € 90.300,-. Nr. 6.4 Algemene uitkering gemeentefonds Uit de decembercirculaire van 2014 bleek dat Laarbeek een hogere uitkering uit het gemeentefonds kreeg dan eerder werd aangenomen. Het gaat om een incidenteel voordeel van € 254.000,-. Omdat dit voordeel pas in december bleek kon het niet meer in de begroting ver-
20
werkt worden. De hogere algemene uitkering is inmiddels wel verwerkt in de begroting van 2015. Nr. 6.5 Saldo kostenplaatsen Via het saldo kostenplaatsen is € 227.700,- ten gunste geboekt van de exploitatie 2014. Dit bedrag is een verzamelresultaat van diverse kosten. Een aantal belangrijke onderdelen waar dit saldo uit is opgebouwd: Overschot personeelsbudget
€ 90.200,- (o.a. lagere loonkosten)
Overschot huisvestingskosten
€ 29.600,- (o.a. schoonmaak)
Overschot kantoorkosten
€ 60.200,- (o.a. papier/print-kosten)
Nr. 6.6 Lagere rentedotatie bestemmingsreserve Jaarlijks wordt rente toegevoegd aan de bestemmingsreserves. De werkelijke toevoeging is afhankelijk van de boekwaarde van de reserve op 1 januari. Bij het samenstellen van de tweede tussenrapportage is abusievelijk geen rekening gehouden met deze bijstelling. Nu de werkelijke boekwaarde van met name de bestemmingsreserve voorzieningenclusters lager is dan primitief begroot hoeft minder rente toegevoegd te worden. Per saldo bedraagt het eenmalige voordeel € 193.800,-. Nr. 6.7 Vrijval voorziening onderwijshuisvesting basisonderwijs De opgebouwde voorziening kent geen bestedingsplicht meer. Door de aanpassing van de wet op het primair onderwijs zijn onderwijsinstellingen per 1 januari 2015 zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van de schoolgebouwen. In het verleden lag die verantwoordelijkheid bij de gemeente. Het saldo zoals dat in het verleden is opgebouwd kan vrijvallen ten gunste van het rekeningsaldo. Dit levert eenmalig een voordeel op van € 653.000,-. Nr. 6.8 Vrijval voorziening onderhoud en vervanging inventaris binnensportaccommodaties Uit nadere beschouwing van deze voorziening blijkt het vooral gaat om vervanging van inventaris van binnensportaccommodaties. Vervangingen (met een jaarlijks min of meer gelijke omvang) hoeven niet via de voorziening te lopen omdat ze ook rechtstreeks ten laste van de begroting gebracht kunnen worden. De opgebouwde voorziening kan vrijvallen ten gunste van het rekeningsaldo. Dit levert eenmalig een voordeel op van € 268.000,-. Nr. 6.9 Aanvulling voorziening gemeentelijke gebouwen Uit een herberekening van het onderhoudsplan gemeentelijke gebouwen blijkt dat er een tekort is ontstaan in deze voorziening. Voorzieningen moeten naar beste schatting toereikend zijn. Daarom is het nodig om een bedrag aan de voorziening toe te voegen van 536.000,-. Hiermee komt het saldo van de voorziening gemeentelijke gebouwen uit op € 947.100,- en is toereikend om toekomstige onderhoudskosten op te vangen. Dit levert eenmalig een nadeel op van € 536.000,-.
21
3.
VERPLICHTE PARAGRAFEN
3.1
ALGEMEEN
Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) geeft aan dat de programmabegroting en -rekening ten minste de volgende paragrafen dienen te bevatten: 1.
Lokale heffingen;
2.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing;
3.
Onderhoud kapitaalgoederen;
4.
Financiering;
5.
Bedrijfsvoering;
6.
Verbonden partijen;
7.
Grondbeleid.
Doel van deze paragrafen is de raad een instrument te geven om de beleidskaders van de diverse onderdelen vast te stellen en om de uitvoering te kunnen controleren. De paragrafen bevatten beleidsuitgangspunten van beheersmatige activiteiten en de lokale heffingen. Ze zijn van belang voor het inzicht in de financiële positie. De gemeenten hebben een grote vrijheid bij de invulling ervan. Er zijn twee manieren om met de paragrafen om te gaan: 1. Een systeembenadering Uitgegaan wordt van een nota voor het terrein van de desbetreffende paragraaf. De paragrafen gaan telkens kort in op datgene, wat is vastgesteld in de nota en behandelt vervolgens de relevante ontwikkelingen, de voortgang van de beleidsuitvoering (met name voor het begrotingsjaar) en/of de vraag of de inhoud van het beleid nog steeds van toepassing is. Het is bij deze benadering wel van belang dat de desbetreffende nota actueel blijft door deze bijvoorbeeld elke vier jaar bij te stellen. 2. De beleidskaders opnemen Hierbij wordt uitgegaan van een beknopte verwoording van het beleid voor het terrein van de desbetreffende paragraaf. Omdat jaarlijks het beleid in de programmabegroting en – verantwoording wordt opgenomen is het niet nodig om periodiek een beleidsnota te maken. Het gevaar van deze benadering van de paragrafen is dat ze al snel het karakter krijgen van een jaarlijkse beleidsnota en uitdijen tot omvangrijke onderdelen. Om de programmabegroting en -rekening te beperken tot hoofdlijnen van beleid is gekozen voor de systeembenadering, waarbij het beleid van Laarbeek wordt vastgesteld door middel van diverse beleidsnota’s:
Nota risico-inventarisatie (paragraaf weerstandsvermogen);
Grondnota (paragraaf grondbeleid);
22
Treasurystatuut gemeente Laarbeek (paragraaf financiering);
Beheerplannen wegen, riolering, groen, straatverlichting, inventaris sportaccommodaties en gemeentelijke gebouwen (paragraaf onderhoud kapitaalgoederen);
Nota lokale heffingen (paragraaf lokale heffingen).
De paragrafen bieden informatie over relevante ontwikkelingen op de diverse beleidsterreinen.
3.2
DE PARAGRAFEN
3.2.1
Lokale heffingen
Algemeen Deze paragraaf bevat de werkelijke inkomsten, het beleid ten aanzien van lokale heffingen, een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen, een aanduiding van de lokale belastingdruk en een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid. De diverse belastingverordeningen zijn door uw raad vastgesteld op 4 december 2013. Eenmaal in de vier jaar -bij aanvang van een nieuwe raadsperiode- biedt het college aan de raad een (bijgestelde) nota lokale heffingen aan. De eerste Nota lokale heffingen is in september 2004 aan de raad aangeboden. De laatste Nota lokale heffingen is in 2011 door uw raad vastgesteld (rb. 19 mei 2011). De nota bevat het beleid voor de jaren 2011 – 2014. Momenteel wordt gewerkt aan een nieuwe nota lokale heffingen, deze zal in de loop van 2015 ter vaststelling aan u worden voorgelegd. De gemeente Laarbeek kent de volgende lokale heffingen: 1. Onroerendezaakbelastingen; 2. Baatbelasting; 3. Rioolheffing; 4. Afvalstoffenheffing; 5. Leges. Onroerendezaakbelastingen Onder de naam "onroerendezaakbelastingen" wordt een belasting geheven van de eigenaren en gebruikers van alle binnen de gemeente gelegen onroerende zaken. Uitgegaan wordt van de waarde die op basis van de Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ) is vastgesteld. Vanaf 2007 worden de panden jaarlijks getaxeerd. De OZB wordt vanaf 2009 berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. Tot 2009 werd gewerkt met heffingseenheden van € 2.500,-. Uw raad heeft bij het vaststellen van de begroting 2014 bepaald dat de totale OZB-opbrengst met 3% mocht stijgen ten opzichte van 2013. Hiermee voldoet Laarbeek aan de macronorm. De macronorm is ingesteld om ervoor te zorgen dat lokale overheden hun inwoners niet confronteren met onevenredige lastenverzwaring. De landelijke norm is bepaald op 3,00% voor 2013 en 2014 (basis: meicirculaire 2013 van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties).
23
Beleidsuitgangspunten OZB: Een lastenverzwaring door indexering ter hoogte van de kostenstijging is onontkoombaar, gezien het feit dat de kostenstijgingen slechts deels gedekt worden door verhoging van de uitkering uit het gemeentefonds. Het handhaven van gelijksoortige voorzieningen in meerdere kernen brengt hogere kosten met zich mee in relatie tot andere gemeenten die ervoor kiezen om zoveel mogelijk voorzieningen te concentreren in één kern. Het handhaven of garanderen van de huidige voorzieningen wordt van bijzonder grote betekenis geacht voor de leefbaarheid van de vier kernen waaraan Laarbeek juist haar specifieke karakter ontleent. De consequentie van het in stand houden van de huidige voorzieningen heeft kosten tot gevolg die gedeeltelijk door onze inwoners worden betaald in de vorm van onroerende zaak belastingen. Extra belastingverhoging zal alleen plaatsvinden indien de financiële positie van de gemeente dit noodzakelijk maakt. Baatbelasting Als een onroerende zaak gebaat is bij het aanbrengen van een bepaalde voorziening kan een baatbelasting worden geheven. Door de gemeente zijn in bepaalde gebieden voorzieningen (bijvoorbeeld riolering of verharding) aangebracht. De in deze gebieden gelegen onroerende zaken zijn gebaat bij de aangebrachte voorzieningen. De kosten voor het aanbrengen van deze voorzieningen worden geheel of gedeeltelijk in rekening gebracht bij de zakelijk gerechtigde van deze onroerende zaken. Beleidsuitgangspunten baatbelasting: Bij het treffen van bepaalde voorzieningen wordt de afweging gemaakt of de te maken kosten kunnen worden verhaald middels een baatbelasting. Ook andere vormen van verhaalsmogelijkheden worden hierbij betrokken. Rioolheffing De rioolheffing vindt haar oorsprong in de wet verandering en bekostiging van gemeentelijke watertaken. Anders dan het oude rioolrecht ziet de rioolheffing niet alleen op rioleringskosten maar ook op het beheer van regenwater en grondwater, de zogenaamde zorgplichten. Via deze wet heeft de gemeente de zorgplicht voor: -
het inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater;
-
het inzamelen en verwerken van hemelwater;
-
het grondwater.
De totale opbrengst van de rioolheffing mag niet hoger zijn dan de kosten (maximaal 100%kostendekking). Bij de invoering van het BTW compensatiefonds is besloten om toe te staan dat bij de berekening van de tarieven uitgegaan wordt van de uitgaven inclusief de declarabele BTW. Beleidsuitgangspunten rioolheffing: De beleidsuitgangspunten zijn bepaald in het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP+) zoals dat door de raad in december 2012 is vastgesteld. Bij dit plan is een dekkingsplan opgesteld
24
gebaseerd op een kostendekkend tarief over een periode van 40 jaar, waarbij gebruik gemaakt wordt van een "egalisatievoorziening rioolheffing". Vanaf 2013 worden de tarieven gebaseerd op het nieuwe rioleringsplan. Dit houdt in dat het tarief jaarlijks stijgt. De vaste jaarlijkse stijging is 1,12% plus een correctie voor inflatie. Autonome toename van kosten wordt gedekt uit de autonome toename van het aantal aansluitingen. Afvalstoffenheffing Op grond van de Wet milieubeheer is de gemeente verplicht tot het inzamelen van afval bij de huishoudens. Ter dekking van de kosten kan afvalstoffenheffing worden geheven. Hierbij is het niet van belang of men daadwerkelijk gebruik maakt van deze dienstverlening. De totale opbrengst van de heffing mag niet hoger zijn dan de kosten (maximaal 100%-kostendekking). Bij de invoering van het BTW compensatiefonds is besloten om toe te staan dat bij de berekening van de tarieven uitgegaan wordt van de uitgaven inclusief de declarabele BTW. Beleidsuitgangspunten afvalstoffenheffing: Het beleidsuitgangspunt is een kostendekkend tarief. Leges Leges zijn vergoedingen die de gemeente vordert voor het gebruik maken of het genot hebben van een door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte dienst. Er dient sprake te zijn van een individueel bewezen dienst. Bij de heffing van leges mag geen winst gemaakt worden (maximaal 100% kostendekking). Hierbij wordt gekeken naar het totaal van alle leges die gebaseerd zijn op één legesverordening. Beleidsuitgangspunten leges: Het beleid is erop gericht om de komende jaren te streven naar verdergaande maximale kostendekking. Bij het toepassen van de verhogingen zullen tevens vergelijkende tarieven in omliggende gemeenten in ogenschouw worden genomen. In 2014 zijn de bouwleges met 2%, en de overige leges met 5% verhoogd. Kwijtschelding De gemeente is op grond van de Gemeentewet bevoegd om kwijtschelding van de gemeentelijke heffingen te verlenen. Door de gemeenteraad is besloten dat voor de volgende belastingen een verzoek om kwijtschelding kan worden ingediend: 1. De rioolheffing; 2. De afvalstoffenheffing. De uitvoering van het kwijtscheldingsbeleid wordt gebaseerd op de Uitvoeringsregeling invorderingswet 1990. Deze uitvoeringsregeling is met 2 punten beperkt door gemeentelijk beleid: 1. Bij kwijtschelding van de afvalstoffenheffing wordt er maximaal een bedrag terugbetaald van € 203,28 (bedrag in 2014). Dit maximum bedrag is opgenomen om te voorkomen dat belastingplichtigen die in aanmerking komen voor kwijtschelding hun containers onnodig laten ledigen en om ze te stimuleren door te gaan met het scheiden van afvalstoffen.
25
2. Er wordt alleen kwijtschelding verleend aan natuurlijke personen.
Overzicht kwijtscheldingsaanvragen: Jaar Aantal verzoeken: aantal volledige toekenningen: Aantal gedeeltelijke toekenningen Bedrag kwijtschelding:
2012 163 156 3 € 52.352
2013 215 180 9 € 55.200
2014 184 151 1 € 60.109
Tarieven belastingen/heffingen: In onderstaande tabel is aangegeven welke tarieven in 2014 gehanteerd zijn voor de OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Werkelijk
2014 Onroerende-zaakbelastingen woningen eigenaar niet-woningen gebruiker niet-woningen eigenaar
0,089111% (van de WOZ-waarde) 0,123391% (van de WOZ-waarde) 0,148801% (van de WOZ-waarde) Werkelijk
Rioolheffing
2014 € 162,84 (bedrag per aansluiting) Werkelijk
2014 Afvalstoffenheffing Vast recht Variabele tarieven: grijze emmer 25 liter groene emmer 25 liter grijze container 140 liter groene container 140 liter grijze container 240 liter groene container 240 liter
€ 79,08 (bedrag per perceel) € 1,26 € 0,77 € 6,33 € 3,82 € 10,86 € 6,50
(bedrag (bedrag (bedrag (bedrag (bedrag (bedrag
per per per per per per
lediging) lediging) lediging) lediging) lediging) lediging)
De volgende belastinginkomsten zijn in de rekening 2014 opgenomen: Werkelijk
2014 Belastinginkomsten Onroerendezaakbelasting woningen eigenaar Onroerendezaakbelasting niet-woningen gebruiker Onroerendezaakbelasting niet-woningen eigenaar Rioolheffing Afvalstoffenheffing Leges (gebaseerd op de legesverordening) Baatbelasting Totale belastinginkomsten
€ 2.021.991 € 473.212 € 686.630 € 1.542.926 € 1.419.998 € 776.318 € 998 € 6.922.073
26
3.2.2
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Algemeen De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen en de risicobeheersing bevat ten minste (BBV, artikel 11 lid 2): a
een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
b
een inventarisatie van de risico’s;
c
het beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico’s.
Het beleid (Aanleiding en methode) Jaarlijks inventariseren wij de risico’s die mogelijk van invloed zijn op de bedrijfsvoering om deze zo veel mogelijk te kunnen beperken en de vermogenspositie te kunnen beoordelen. In het verleden heeft deze beoordeling plaatsgevonden op basis van een percentage van de algemene uitkering uit het gemeentefonds plus de inkomsten OZB. Sinds de programmarekening 2012 wordt gewerkt met het onderbouwen van het weerstandsvermogen op basis van een gekwantificeerd risicoprofiel. Wij hebben ervoor gekozen om de belangrijkste risico’s qua financiële impact in kaart te brengen door middel van een korte scan van de organisatie. Op basis van ons eigen risicoprofiel en voorbeeld risico’s van andere gemeenten wordt een inschatting gemaakt van de risico’s met mogelijke financiële gevolgen voor onze gemeente. Het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) heeft hierbij een ondersteunende rol. Onderstaand wordt verslag gedaan van de resultaten van de actualisatie van het risicoprofiel. Op basis van dit risicoprofiel is vervolgens het weerstandsvermogen berekend. Inventarisatie van de risico’s Klasse-indeling De risico’s zijn ingedeeld volgens een klasse-indeling voor de berekening van de gevolgen van de risico’s. Klasse
Financieel
Imago
Doelstelling
1
<€ 10.000
Afdeling intern/individu
Zeer klein
2
€10.000-€50.000
Groep burgers
Klein
3
€50.000-€100.000
Plaatselijke pers
Matig
4
€100.000-€250.000
Regionale pers
Groot
5
>€250.000
Landelijke pers
Zeer groot
Risicoprofiel In totaal zijn er 38 risico’s opgenomen in het risicoprofiel. Onderstaande risicokaart geeft weer hoe deze risico’s gespreid zijn voor wat betreft de inschatting van de kans op optreden en de maximale financiële gevolgen.
27
Figuur 1: Risicokaart Gemeente Laarbeek
De getallen in de risicokaart corresponderen met de aantallen risico’s die zich in het desbetreffende vak bevinden. Daarmee wordt direct inzichtelijk hoe de risico’s verdeeld zijn over de groene, oranje en rode zone en welke risico’s de continuïteit van de bedrijfsvoering kunnen aantasten. Een risico dat in het groene gebied zit, vormt geen direct gevaar voor de continuïteit van de organisatie. Een risico dat een score heeft die in het oranje gebied zit, vraagt om aandacht. Het risico vormt dan nog geen reëel gevaar voor de continuïteit van de organisatie, maar naarmate de tijd vordert, kan het risico wel een bedreiging gaan vormen. Het is dan ook aan te raden niet te lang te wachten met het nemen van beheersmaatregelen. Een risico in het rode gebied vereist directe aandacht om te voorkomen dat de continuïteit van de organisatie wordt bedreigd. In onderstaand overzicht zijn de tien risico’s gepresenteerd die de hoogste bijdrage hebben aan de benodigde weerstandscapaciteit. Tabel 1 Belangrijkste financiële risico’s Gemeente Laarbeek Nr.
1
Risico
Kans
Gevolg
Invloed
Voorzieningenclusters; financiële onderhandelingen woningstichting en infrastructuur clus-
40%
€ 3.300.000
42%
90%
€ 500.000
14%
90%
€ 250.000
7%
90%
€ 250.000
7%
50%
€ 300.000
5%
70%
€ 200.000
4%
ter Aarle-Rixtel 2
Algemene uitkering valt lager uit dan geraamd
3
Minder bouwaanvragen of gewijzigde wetgeving m.b.t. vergunningen
4
Lokale vertaling participatiewet
5
Teruglopende werkzaamheden personeel grondexploitatie en kapitaalwerken
6
Lokale vertaling decentralisatie jeugdzorg
28
7
Beheerkosten gemeentelijke voorzieningen (en gebouwen) op termijn niet op te vangen in de
50%
€ 200.000
3%
40%
€ 200.000
2%
9
Gevolgen uitvoeringsplan informatiebeveiliging 50%
€ 100.000
2%
10
Lokale vertaling decentralisatie WMO/AWBZ
€ 100.000
2%
begroting 8
Overschrijding in beschikbare Rijksbudgetten WWB
50%
Totaal grote risico's (maximaal gevolg)
€ 5.400.000
Overige risico's (maximaal gevolg)
€ 5.870.000
Totaal alle risico's (maximaal gevolg)
€ 11.270.000
Op basis van de ingevoerde risico’s is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag (€ 11,3 miljoen) ongewenst is. De risico’s zullen zich immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang manifesteren.
Figuur 2: Uitkomsten risicosimulatie gemeente Laarbeek Zekerheidspercentage
Bedrag
10%
€ 678.515
25%
€ 875.411
50%
€ 1.168.964
75%
€ 2.224.486
80%
€ 2.637.304
90%
€ 3.438.790
95%
€ 3.854.300
99%
€ 4.326.711
Toelichting: In de tabel wordt de omvang van de benodigde weerstandscapaciteit aangegeven, verbonden aan de mate van betrouwbaarheid van de simulatie. De grafiek toont de verdeling van de kansen en totale financiële gevolgen. Uit de grafiek en de bijbehorende tabel volgt dat 90% zeker is dat alle risico’s kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 3,4 miljoen (benodigde weerstandscapaciteit).
29
Beschikbare weerstandscapaciteit Zoals in het Besluit Begroting en Verantwoording is aangegeven bestaat de weerstandscapaciteit uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken. De weerstandscapaciteit bestaat uit: -
Het vrije aanwendbare deel van de reserves;
-
De stille reserves;
-
De post onvoorzien incidenteel;
-
Eventuele begrotingsruimte;
-
De post onvoorzien structureel;
-
Onbenutte belastingcapaciteit;
-
Kostenreductie.
Vrij aanwendbaar deel reserves In de raadsvergadering van 22 september 2011 is de “Nota reserves en voorzieningen" vastgesteld. In deze nota wordt aangegeven aan welke criteria de diverse reserves en voorzieningen dienen te voldoen. Een gecomprimeerd overzicht van de reserves en voorzieningen treft u in de toelichting op de balans (hoofdstuk 5). De "vrije reserve" (aanwending heeft geen budgettaire consequenties) bestaat enkel uit de "algemene reserve ter dekking van financiële risico's". Per 31 december 2014 bedraagt deze reserve ± € 489.000,-. Volledigheidshalve zij nog opgemerkt, dat de "algemene reserve ter dekking van financiële risico's" wordt aangewend voor het opvangen van eenmalige nadelen; voor structurele nadelen moet dekking worden gevonden in de begroting. De algemene reserve bedraagt per 31 december 2014 ± € 10,0 miljoen. Stille reserves Van stille reserves is sprake als bedrijfsmiddelen meer waard zijn dan uit de boekhouding blijkt. De stille reserves zijn een onderdeel van de bedrijfsmiddelen die de gemeente gebruikt. Het is niet mogelijk om de middelen direct beschikbaar te maken en daarom nemen we dit onderdeel niet mee. Onvoorzien incidenteel Het is verplicht om voor incidentele zaken een bedrag op te nemen in de begroting. Met dit bedrag kunnen incidentele nadelen opgevangen worden. Het gaat dan om zaken die bij het maken van de begroting nog niet bekend zijn, maar door bijvoorbeeld wetswijziging wel kosten voor de gemeente met zich meebrengen. In Laarbeek werd voor 2014 een raming opgenomen van € 45.000,-.
30
Begrotingsruimte Het is mogelijk dat er ruimte in de begroting zit. De omvang van deze ruimte is onbekend en niet objectief te bepalen. Bij het opstellen van het bezuinigingsplan is al een deel van deze begrotingsruimte ingeleverd. Bij het opmaken van de jaarrekening bleek in het verleden wel steeds een overschot. Uit een analyse van het overschot bleek echter dat het vooral gaat om incidentele begrotingsruimte en niet om structurele begrotingsruimte. Onvoorzien structureel/nieuw beleid Bij het maken van de begroting kan de gemeenteraad ervoor kiezen om een bedrag beschikbaar te maken voor onvoorziene zaken met een structureel karakter. In de begroting van 2014 werd hiervoor een bedrag van € 15.000,- opgenomen. In de begroting 2015 en het meerjarenperspectief 2016-2018 is vooralsnog geen budget voor nieuw beleid opgenomen. Onbenutte belastingcapaciteit Bij onbenutte belastingcapaciteit wordt uitsluitend gekeken naar de OZB-heffing. Wettelijk is namelijk bepaald dat de tarieven voor heffingen maximaal 100%-kostendekkend mogen zijn. Bij de afvalstoffenheffing en de rioolheffing is dus geen sprake van onbenutte belastingcapaciteit. Jaarlijks geeft de minister van Financiën aan wat de macronorm is. De macronorm beperkt de landelijk gemiddelde OZB-stijging. Wanneer de OZB sterker stijgt dan de macronorm toestaat lopen de gemeenten kans op een korting op de algemene uitkering. De macronorm voor 2014 is bepaald op 3% (bron: meicirculaire gemeentefonds 2013). Om de onbenutte belastingcapaciteit van de OZB te berekenen maken we gebruik van de norm die het rijk stelt aan de artikel 12-status. Zodra een gemeente in financiële problemen komt houdt het Rijk rekening met een minimaal OZB tarief van 0.1651%. De berekening van de onbenutte belastingcapaciteit ziet er als volgt uit: Soort eigenaar eigenaar gebruiker
WOZ-waarde tarief 2014 tarief verschil onbenutte begin 2014 Laarbeek art.12-status in tarief capaciteit woning 2.260.000.000 0,089111% 0,165100% 0,075989% 1.717.351 niet-woning 446.000.000 0,148801% 0,165100% 0,016299% 72.694 niet-woning 373.000.000 0,123391% 0,165100% 0,041709% 155.575 saldo onbenutte belastingcapaciteit 1.945.620
Beschikbare weerstandscapaciteit - Vrije reserve
€
489.000,-
- Algemene reserve
€ 10.000.000,-
- Onvoorzien incidenteel
€
45.000,-
- Onvoorzien structureel
€
15.000,-
- Onbenutte belastingcapaciteit
€ 1.945.000,-
Per saldo beschikbare weerstandscapaciteit
€ 12.494.000,-
31
Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico’s en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide wordt in onderstaande figuur weergegeven. Risico's
Weerstandscapaciteit
Personeel / arbo Financieel Juridisch / aansprakelijkheid Bedrijfsproces Letsel / veiligheid Imago / politiek Informatie / strategie Milieu Materieel
-
Onvoorzien structureel Onbenutte belastingcapaciteit Vrije reserve Algemene reserve Onvoorzien incidenteel
WEERSTANDSVERMOGEN
Figuur 3: Weerstandsvermogen Gemeente Laarbeek
De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.
Ratio weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit
=
€ 12,5 mln. € 3,4
= 3,7
Om de ratio voor het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen wordt gebruik gemaakt van onderstaande waarderingstabel die in samenwerking tussen NAR en de Universiteit Twente is opgesteld.
Waarderingscijfer
A B C D E F
Ratio weerstandsvermogen
1,4 1,0 0,8 0,6
>2 <x< <x< <x< <x< < 0,6
2,0 1,4 1,0 0,8
Betekenis
Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Ruim onvoldoende
32
De ratio bedraagt in 2014: 3,7. Dit betekent dat de ratio uitkomt op een waardering A. Dit duidt op een uitstekend weerstandsvermogen. Grondexploitatie Risico's zijn in beginsel ook mogelijk ten aanzien van de exploitatie van bestemmingsplannen, in het bijzonder de renteverliezen bij een lagere omloopsnelheid. Het provinciaal beleid met betrekking tot de toekenning van woningcontingenten speelt hierbij een rol. Een andere factor is de economische situatie in Nederland. Bij een verdere verslechtering van de economische ontwikkelingen zullen nieuwe bouwprojecten binnen onze gemeente moeilijker te realiseren blijken. Jaarlijks wordt een Grondnota aan de gemeenteraad gepresenteerd, waarbij de exploitaties zijn geactualiseerd. Afgesproken is om vanaf 2015 de Grondnota samen met de Begroting aan te bieden. Bij het opstellen van het overzicht van baten en lasten worden de complexberekeningen geactualiseerd. Uit de laatst vastgestelde Grondnota 2014 (raadsbesluit: 30 oktober 2014) bleek dat er onvoldoende dekking is binnen de reserve grondexploitatierisico om alle risico’s die voortvloeien uit het grondbedrijf op te kunnen vangen. Per 31 december 2014 bedraagt deze reserve ± € 3,5 miljoen. In 2014 is gestart met het uitvoeren van een Monte Carlo analyse voor het grondbedrijf. Bij een dergelijke analyse wordt aan de hand van ingevoerde parameters meerdere berekeningen uitgevoerd. Elke berekening heeft een eigen uitkomst. De berekende uitkomsten worden statistisch geordend en na afloop van de analyse kan aangegeven worden hoe groot (met 90% zekerheid) het maximale risico is. Aan de hand van de uitkomst van de analyse blijkt hoe groot de reserve grondexploitatierisico’s maximaal zou moeten zijn om alle berekende risico’s op te kunnen vangen. Bij de vaststelling van de Grondnota 2015 zullen voorstellen worden gedaan om de risico’s in de grondexploitatie voortaan mede bij deze nota te betrekken en mogelijk de reserve grondexploitatie van de bestemmingsreserves over te hevelen naar de algemene reserves. Imago-risico’s en doelstellingen-risico’s Naast de kwantificering van de risico’s en de berekening van het weerstandvermogen en capaciteit, is ook een inventarisatie gedaan met betrekking tot eventuele imago-risico’s (imagoschade voor de gemeente) en doelstellingen-risico’s (doelstellingen worden niet bereikt) op grond van de eerdergenoemde klasse-indeling. In onderstaande tabellen zijn de 15 voornaamste imago- en doelstellingenrisico’s opgenomen met hun bijbehorende risico-klasse. De overzichten zijn samengesteld op basis van de mogelijke gevolgen van de risico’s en niet op basis van een kansberekening.
33
Tabel 2 Belangrijkse imago-risico’s
Nr. 1
Risicogebeurtenis Grootschalige evenementen: paniek in grote menigten (20.000 bezoekers), doden/gewonden
Imagoklasse 5
2
Lokale vertaling decentralisatie jeugdzorg
5
3
Externe risico's zoals milieurampen, explosies, gevaarlijk transport etc.
5
4
Voorzieningenclusters
5
5
Ongelukken als gevolg van onveilige situaties in niet- gemeentelijke eigendommen
6
Incident wordt groter waardoor deze onbeheersbaar wordt en effecten krijgt op omgeving
7
Extra financiële bijdrage aan deelneming/gesubsidieerde instelling/verbonden partij
5 5 5
8
Incident openbare ruimte
5
9
Niet realiseren geraamde saldi grondexploitatie woningbouw
4
10
Beheersbaarheid kosten bedrijventerreinen
4
11
Onterechte toekenning omgevingsvergunningen (bouw)
4
12
Verlies WSW-bedrijf (Atlant)
4
13
Schadeclaims als gevolg van ongeluk of schade in de openbare ruimte
4
14
Gevolgen uitvoeringsplan informatiebeveiliging
4
15
Ongeluk of letsel medewerkers tijdens uitoefening van het werk of dienst
4
Tabel 3 Belangrijkse doelstellingen-risico’s
Nr.
Risicogebeurtenis
Doelst. klasse
1
Ontslag van ambtenaren en/of bestuurders
5
2
Teruglopende werkzaamheden personeel grondexploitatie en kapitaalwerken
5
3
Grootschalige evenementen: paniek in grote menigten (20.000 bezoekers), doden/gewonden
5
4
Lokale vertaling decentralisatie jeugdzorg
5
5
Algemene uitkering valt lager uit dan geraamd
5
6
Er zijn fouten in het contract geconstateerd
4
7
Externe risico's zoals milieurampen, explosies, gevaarlijk transport etc.
4
8
Niet realiseren geraamde saldi grondexploitatie woningbouw
4
9
Beheersbaarheid kosten bedrijventerreinen
4
10
Voorzieningenclusters
4
11
Financiële tekorten bij culturele instellingen
4
12
Ongelukken als gevolg van onveilige situaties in niet- gemeentelijke eigendommen
4
13
Onterechte toekenning omgevingsvergunningen (bouw)
4
14
Lokale vertaling participatiewet
4
34
Conclusie Het risicobeleid krijgt de aandacht die het verdient. Sinds 2014 worden de risico’s die verband houden met de grondexploitatie eveneens via scenario-analyse berekend. Hoewel de risico’s binnen de grondexploitatie niet volledig opgevangen kunnen worden met de beschikbare reserve grondexploitatierisico’s is voldoende weerstandscapaciteit beschikbaar binnen de gemeente.
3.2.3
Onderhoud kapitaalgoederen
Algemeen De oppervlakte van de gemeente bedraagt 5.617 hectare. Een gedeelte daarvan is openbare ruimte en wordt door de gemeente beheerd. Gedacht kan worden aan wegen, riolering, groen, gemeentelijke gebouwen, openbare verlichting en bruggen. Aangegeven moet worden het beleidskader, de daaruit voortvloeiende financiële consequenties en de vertaling van de financiële consequenties in de begroting en jaarrekening. Voor de instandhouding van kapitaalgoederen wordt veelal gewerkt met beheerplannen. In deze beheerplannen wordt het meerjarig onderhoudsprogramma en de daarbij behorende financiële middelen vastgelegd. De volgende beheerplannen gelden nu: Beheerplan
Jaar vaststelling
Beheerplan natuurterreinen Laarbeek
2008
Beheerplan Landschapselementen
Verwacht in 2015
Bosbeheerplan
Verwacht in 2015
Speeltoestellen binnensportaccommodaties
Verwacht in 2015
Beheerplan bermen en sloten
2010
Beleidsplan verhardingen beheer
2010
Beleidsplan Openbare Verlichting
2011
Groenbeleid- en groenstructuurplan
2011
Beheerplan gemeentelijke gebouwen
Verwacht in 2015
Beheerplan schoolgebouwen t.b.v. basison-
Vervalt eind 2014
derwijs Verbreed Gemeentelijk rioleringsplan
2012
Bomenbeleidsplan
2013
Beheerplan natuurterreinen, Beheerplan landschapselementen en Bosbeheerplan Voor de diverse groengebieden in het buitengebied van Laarbeek zijn een aantal beheerplannen opgesteld. Voor de gemeentelijke bosgebieden geldt het bosbeheerplan (2002), voor enkele kleinere natuurterreinen zoals het Moorselen en het Torrenven zijn aparte beheerplannen (2008) opgesteld. Voor de uitvoering van de diverse werkzaamheden is een beheerovereenkomst met Bosgroep Zuid-Nederland afgesloten. Medio 2015 is ook het beheerplan landschapselementen gereed. In dit plan worden de eindbeelden en onderhoudsmaatregelen voor een 75-tal landschapselementen omschreven. Het gaat dan om houtwallen, zandpaden, poelen en dergelijke. Omdat de beheerovereenkomst met Bosgroep Zuid-Nederland afloopt, zal er een nieuwe over-
35
eenkomst afgesloten worden. Dit gaat gepaard met een herziening van het bosbeheerplan in 2015. De onderhoudskosten van deze groengebieden worden jaarlijks opgenomen in de begroting, er is geen onderhoudsvoorziening.
Exploitatie lasten 2014
Begroot
Werkelijk
€ 245.246,-
€ 262.730,-
Beheerplan onderhoud en vervanging inventaris/toestellen binnensportaccommodaties In haar vergadering van 17 november 2009 heeft het college het beheerplan “Vervanging inventaris binnensportaccommodaties” voor de periode 2009 – 2020 vastgesteld. Inmiddels is gestart met het actualiseren van het plan. In 2015 wordt een actueel plan aan uw raad aangeboden. In overleg met huis accountant Ernst & Young is bepaald dat de opgebouwde voorziening eind 2014 wordt opgeheven en dat de begrote dotaties omgevormd worden in 2015 tot beschikbare budgetten.
Exploitatie lasten 2014
Voorziening onder-
Begroot
Werkelijk
€ 42.737,-
€ 42.737,-
Voorziening 1-1-2014
Voorziening 31-12-2014
€ 250.390,-
Niet meer van toepassing.
houd/vervanging inventaris binnensportaccommodaties Beleidsplan en beheerplan bermen en sloten In 2010 is het beleidsplan bermen en sloten door de gemeenteraad vastgesteld. Dit beleid is vervolgens vertaald in een beheerplan. Door het onderhoud van bermen en sloten te combineren is een efficiëntievoordeel behaald. Bovendien kunnen er voor minder geld meer bermen ecologisch worden beheerd. Voor het slotenonderhoud geldt een maaifrequentie van één keer per jaar onder de voorwaarde dat de andere aangelande (eigenaar met grond langs de sloot) het slootmaaisel ontvangt en zorgt voor verwerking. De jaarlijkse onderhoudskosten komen ten laste van de begroting, er is geen onderhoudsvoorziening.
Exploitatie lasten 2014
Begroot
Werkelijk
€ 212.723,-
€ 130.653,-
Beleidsplan verhardingen beheer Op basis van een beheerplan, dat periodiek wordt geactualiseerd, wordt jaarlijks een uitvoeringsprogramma voor groot onderhoud aan de wegen opgesteld. In Laarbeek is het wegbeheersysteem mi2-wegen geïmplementeerd, gebaseerd op de CROWsystematiek voor Wegbeheer. Het groot onderhoud heeft betrekking op gesloten verhardingen (asfalt, waaronder slijtlagen) en open verhardingen (klinkerverhardingen) in zowel de bebouwde kom als in het buitengebied.
36
Exploitatie lasten 2014
Voorziening onderhoud wegen
Begroot
Werkelijk
€ 1.292.280,-
€ 1.342.440,-
Voorziening 1-1-2014
Voorziening 31-12-2014
€ 1.830.445,-
€ 1.019.500,-
Beheerplan onderhoud en vervanging openbare verlichting Voor onderhoud en vervanging van straatverlichting zijn de volgende bedragen opgenomen: Voor vervanging is in 2014 een investeringsvolume van € 218.750,- beschikbaar (kapitaallast € 15.000,- bij 35 jaar afschrijving en 4% rente).
Exploitatie lasten 2014
Begroot
Werkelijk
€ 368.511,-
€ 333.244,-
Groenbeleids- en groenstructuurplan De gemeenteraad heeft in 2011 het Groenbeleids- en groenstructuurplan vastgesteld. In dit plan zijn de beleidskaders geschetst voor het gebruik en het onderhoud van het openbaar groen in de dorpskommen. De belangrijkste groenstructuren zijn benoemd en er is een differentiatie in het onderhoudsniveau aangebracht. Ook zijn in het plan keuzes gemaakt om beplantingen om te vormen en meer aan te laten sluiten bij het gewenste onderhoudsniveau. Dit moet op termijn leiden tot fraaier en functioneler openbaar groen en een structurele besparing op de onderhoudskosten. Het groenonderhoud wordt ten laste gebracht van de begroting, er is geen onderhoudsvoorziening.
Exploitatie lasten 2014
Begroot
Werkelijk
€ 2.810.970,-
€ 2.801.347,-
Beheerplan onderhoud gemeentelijke gebouwen De gemeente heeft een groot aantal gebouwen in eigendom voor vele functies in het maatschappelijk verkeer. Gedacht kan worden aan het gemeentehuis, gemeenschapshuizen, sporthallen, brandweerkazernes, scholen, peuterspeelzalen, de gemeentewerf etc. Voor alle gebouwen is een onderhoudsplanning aanwezig. De onderhoudsplanning gebouwen, die een periode van 10 jaar bestrijkt, wordt jaarlijks geactualiseerd. Er is dus sprake van een voortschrijdend 10-jarenplan. In de loop van 2015 zal een geactualiseerd onderhoudsplan gemeentelijke gebouwen aan uw raad worden aangeboden.
Exploitatie lasten 2014
Voorziening gemeentelijke gebouwen
Begroot
Werkelijk
€ 376.135,-
€ 373.135,-
Voorziening 1-1-2014
Voorziening 31-12-2014
€ 472.962,-
€ 947.100,-
37
Beheerplan schoolgebouwen t.b.v. basisonderwijs Tot 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de nieuwbouw en de uitbreiding van schoolgebouwen in het primair onderwijs en voor het buitenonderhoud en de aanpassing ervan. Op 1 januari 2015 wordt de wet gewijzigd en worden de verantwoordelijkheid en het budget voor buitenonderhoud en aanpassing overgeheveld van de gemeenten naar de schoolbesturen. Gemeente Laarbeek had een onderhoudsplan voor alle schoolgebouwen die in gebruik zijn voor het basisonderwijs. Bij dit plan hoorde een onderhoudsvoorziening. Door de wetswijziging is het onderhoud aan de schoolgebouwen geen gemeentelijke taak meer. Hierdoor vervalt zowel de voorziening als het beheerplan. 2014 is het laatste jaar dat het beheerplan geldig is geweest. Vanaf 2015 wordt hier niet meer over gerapporteerd. In augustus 2014 heeft het college het standpunt ingenomen dat de brede scholen in de toekomst wel worden onderhouden door de gemeente. Over de bekostiging van dit onderhoud (door gemengd gebruik) worden afspraken gemaakt.
Exploitatie lasten 2014
Voorziening schoolgebouwen
Begroot
Werkelijk
€ 148.711,-
€ 148.711,-
Voorziening 1-1-2014
Voorziening 31-12-2014
€ 630.002,-
Niet meer van toepassing.
t.b.v. basisonderwijs Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP+) is in december 2012 door de raad vastgesteld. In dit vGRP is het Waterplan geïntegreerd om naast de wettelijke zorgplichten voor de gemeente de gezamenlijke doelstellingen van de gemeente Laarbeek en Waterschap Aa en Maas vast te leggen. Om de kosten en baten op elkaar af te stemmen is een doorrekening gemaakt voor een periode van 40 jaar. Uit deze berekening blijkt dat een jaarlijkse tariefstijging van de rioolheffing nodig is van 1,12% met een compensatie voor de inflatie. Om ervoor te zorgen dat het exploitatiesaldo van riolering geen effect heeft op het saldo van de gemeentelijke jaarrekening wordt gewerkt met een egalisatievoorziening. Per jaareinde wordt een berekening gemaakt van de werkelijke kosten en baten van riolering. Het saldo wordt verrekend met de voorziening.
Exploitatie lasten 2014
Egalisatievoorziening riolering
Begroot
Werkelijk
€ 1.331.435,-
€ 1.358.945,-
Voorziening 1-1-2014
Voorziening 31-12-2014
€ 2.794.251,-
€ 2.802.874,-
Bomenbeleidsplan Laarbeek In 2012 is het nieuwe bomenbeleidsplan gemaakt. De raad heeft op 20 februari 2013 met het plan ingestemd. In het bomenbeleidsplan is nieuw kapbeleid geïntroduceerd en wordt ook op het beheer en onderhoud van de gemeentelijke bomen ingegaan. Hierin is meer structuur aangebracht waardoor op een goede wijze invulling wordt gegeven aan de wettelijke zorgplicht. De financiële consequenties zijn eveneens in beeld gebracht. Voor het boomonderhoud geldt dat de
38
kosten ten laste van de begroting worden gebracht en dat er geen onderhoudsvoorziening is. Wel is er een reserve bomenfonds waar de bedragen in terecht komen die de gemeente ontvangt voor het compenseren van gekapte bomen en vergoedingen die ontvangen worden, bijvoorbeeld doordat schade aan bomen is ontstaan door een aanrijding.
Exploitatie lasten 2014
Reserve bomenfonds
Begroot
Werkelijk
€ 284.809,-
€ 239.901,-
Reserve 1-1-2014
Reserve 31-12-2014
€ 85.916,-
€ 140.044,-
Conclusie paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen Samenvattend kan worden gesteld dat voor de belangrijkste kapitaalgoederen een onderhoudsplan aanwezig is. Alle beschikbare beheerplannen zijn actueel. In een aantal gevallen wordt gewerkt met een voorziening om de jaarlijkse kosten te egaliseren.
3.2.4
Financiering
Algemeen Vanaf 1 januari 2001 is de Wet financiering decentrale overheden van kracht. Hierin is vastgelegd dat het gemeentebestuur dient zorg te dragen voor een verantwoorde en professionele inrichting van de treasuryfunctie. De Wet financiering decentrale overheden geeft daarvoor een belangrijk en bindend kader. Om de financiële risico's zo goed mogelijk te beheersen, is het belangrijk om (meer) aandacht te schenken aan de kwalitatieve ontwikkeling van de treasuryfunctie. Als gevolg van de Wet financiering decentrale overheden is de gemeente verplicht om hiertoe een tweetal instrumenten in te voeren: 1. Treasurystatuut; 2. Paragraaf financiering. Treasurystatuut Hierin wordt een nadere invulling gegeven aan het wettelijk kader. Het statuut bevat de beleidsuitgangspunten voor het uitvoeren van de treasuryfunctie. Per 1 januari 2009 is de gewijzigde Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) van kracht. Mede als gevolg van de onrust op de financiële markten heeft ook aanpassing plaatsgevonden van de Ministeriële regeling ‘Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden’ (Ruddo). De wijzigingen hebben gevolgen voor het Treasurystatuut (B&W), de Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet (raad) en de Financieringsregeling huisvesting ambtenaren (raad). Deze gevolgen van gewijzigde Wet financiering decentrale overheden en de gewijzigde Ministeriële regeling Ruddo zijn vertaald in onze Financiële verordening.
39
In deze verordening staat aangegeven dat aanvullende regelgeving wordt opgenomen ten aanzien van de financieringsfunctie. Daarbij zijn op grond van artikel 13, lid d nadere regels gesteld met betrekking tot taken, bevoegdheden, verantwoordingsrelaties en bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie (collegebesluit). Als gevolg hiervan is een ‘Treasurystatuut gemeente Laarbeek 2010’ vastgesteld. In de raadsvergadering van 17 april 2014 is een nieuwe ‘Financiële verordening gemeente Laarbeek 2014’ door de raad vastgesteld. De aanleiding voor het aanpassen was het verplicht schatkistbankieren. Paragraaf financiering Deze paragraaf dient te worden opgenomen in zowel de begroting als de rekening. In de begroting geeft deze paragraaf het beleid weer op het gebied van het risicobeheer van de financiering, terwijl in de rekening wordt ingegaan op de resultaten van de beleidsuitvoering. Daarin wordt het huidige treasurybeleid geïnventariseerd en geëvalueerd, evenals inzichtelijk gemaakt voor bestuur en management. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft het maximaal bedrag aan dat met vlottende middelen mag worden gefinancierd. De kasgeldlimiet 2014 bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal, dus 8,5% van ±€ 37,3 miljoen is ±€ 3,1 miljoen. In 2014 is 10 maal geld voor korte termijn aangetrokken in de vorm van een kasgeldlening. Daarnaast is in 2014 geen kort geld (looptijd < 1 jaar) belegd in de vorm van deposito. We hebben daarbij in 2014 de eerste 2 kwartalen de toegestane kasgeldlimiet overschreden. Dit is aanleiding geweest tot het aantrekken van een vaste geldleningen waardoor in het 3e kwartaal weer ruimte is ontstaan binnen de toegestane kasgeldlimiet. Renterisico Getracht moet worden om de renterisicomomenten zoveel als mogelijk te spreiden waardoor de gemeente minder gevoelig wordt voor de (rente)ontwikkelingen op de kapitaalmarkt. Immers een negatieve ontwikkeling in het ene jaar zal mogelijk worden gecompenseerd door een positieve ontwikkeling in het andere jaar. Elke gemeente loopt een financieel risico wanneer de rente onverwacht stijgt. Door te zorgen voor voldoende spreiding in de rentetypische looptijden van de leningenportefeuille kunnen de effecten van een renteverandering worden afgevlakt. Een en ander wordt tot uitdrukking gebracht door het begrote renterisico (= het te herfinancieren bedrag bij renteaanpassing na 10 jaar vermeerderd met de aflossingen) af te zetten tegen de renterisiconorm. De renterisiconorm voor Laarbeek voor 2014 bedraagt 20% van het begrotingstotaal, dus 20% van ±€ 37,3 miljoen is ±€ 7,4 miljoen. In 2014 hebben alleen reguliere aflossingen plaatsgevonden in het kader van aangegane vaste geldleningen tot een bedrag van ±€ 2.716.000,-. Medio 2014 is een nieuwe vaste geldlening bij de BNG aangegaan voor een totaalbedrag van € 12 miljoen met een looptijd van 10 jaar lineair tegen 1,355%.
40
Renteontwikkeling De rentepercentages van een aan te trekken lineaire geldlening (zonder renteaanpassing) hebben zich in 2014 op de volgende indicatieve wijze ontwikkeld (bron: NWB): begin
eind
5 jaar
1,19%
0,58%
10 jaar
2,08%
0,96%
15 jaar
2,65%
1,35%
20 jaar
3,01%
1,63%
25 jaar
3,28%
1,80%
In 2014 hebben de rentepercentages met betrekking tot korte financiering (looptijd < 1 jaar) zich op de volgende indicatieve wijze ontwikkeld (bron: NWB): begin
eind
EONIA
0,11%
-0.06%
3-maands Euribor
0,28%
0,08%
EONIA: Eendaags interbancaire rentetarief voor het eurogebied. Eonia wordt berekend aan de hand van de tarieven waartegen een groot aantal Europese banken elkaar ongedekte leningen verstrekken met een looptijd van slechts 1 dag. Het Eonia tarief zou je kunnen zien als het 1daags Euribor tarief. 3-maands Euribor: Rente tarief waartegen de Euribor panel-banken elkaar leningen in euro’s verstrekken met een looptijd van 3 maanden. De verwachting was dat in 2014 de rente voor het aantrekken van financiering voor de lange termijn voorlopig op een laag niveau zou blijven. In de praktijk heeft zich zelfs een verdere daling voorgedaan. Wat betreft de verwachting van de renteontwikkeling in 2014 voor het aantrekken van financiering voor de korte termijn was dat deze eveneens op een laag niveau zou blijven. In 2014 heeft in de praktijk ook hier zich een verdere daling voorgedaan. Schatkistbankieren De Wet Financiering decentrale overheden (Fido) is per 15 december 2013 gewijzigd met terugwerkende kracht in verband met de inwerkingtreding van het verplicht ‘Schatkistbankieren’. De doelstelling van de gewijzigde wet is om bij te dragen aan de vereiste daling van de EMU-schuld voor de Nederlandse overheid. Dit is te bereiken door de overtollige liquiditeiten van decentrale overheden voortaan zoveel mogelijk te bundelen binnen de overheidssfeer. Hiervoor is dus inmiddels het verplicht Schatkistbankieren ingevoerd. Werkwijze Het schatkistbankieren wordt vormgegeven doordat iedere decentrale overheid (zo ook de gemeente Laarbeek) minstens één nieuwe werk-bankrekening moet openen die uitsluitend ge-
41
bruikt kan worden om op grond van het principe ‘zero-balancing’ liquide middelen van en naar de schatkist over te boeken. Laarbeek heeft hiervoor in de 2e helft 2013 één werk-bankrekening geopend bij de BNG. Voor Laarbeek betekent het ‘zero-balancing’ het dagelijks automatisch afromen van het BNGsaldo op de werk-bankrekening ten gunste van de rekening-courant die de gemeente Laarbeek heeft bij de schatkist dan wel het handmatig aanvullen van de werk-bankrekening ten laste van de rekening-courant die de gemeente Laarbeek heeft bij de schatkist. Het ‘zero-balancing’ leidt ertoe dat het valutair saldo op de werk-bankrekening aan het einde van de dag altijd leeg is. De gemeente Laarbeek mag zelf in 2014 overtollige middelen aanhouden tot een drempelbedrag van ±€ 280.000,- (=0,75% van het begrotingstotaal ±€ 37,3 miljoen). Het drempelbedrag is het maximale bedrag dat gemiddeld over een heel kwartaal gezien dagelijks buiten de schatkist mag worden aanhouden. Door omstandigheden kan het voorkomen dat het drempelbedrag wordt overschreden. Deze overschrijding moet dan op andere dagen in datzelfde kwartaal gecompenseerd worden door gemiddeld onder het drempelbedrag te blijven. Als gevolg van het schatkistbankieren stond hierdoor eind 2014 een bedrag van ±€ 2.530.000,in rijk’s Schatkist geparkeerd. Daarbij was elk kwartaal, behoudens het 3e kwartaal, het gemiddelde saldo in 2014 aan liquide middelen passend binnen de toegestane drempel van ±€ 280.000,-. Hiermee is, behoudens het 3e kwartaal, binnen de toegestane drempel 2014 van het Schatkistbankieren gebleven. Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000) Verslagjaar 2014 (1)
Drempelbedrag
279,82 Kwartaal 1
(3a) = (1) > (2)
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen Ruimte onder het drempelbedrag
(3b) = (2) > (1)
Overschrijding van het drempelbedrag
(2)
Kwartaal 2
Kwartaal 3
Kwartaal 4
233 94 396 167 47 186 ‐ ‐
‐
112
116 ‐
(1) Berekening drempelbedrag Verslagjaar 2014 (4a) (4b) (4c)
Begrotingstotaal verslagjaar 37.309 Het deel van het begrotingstotaal dat 37.309 kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen Het deel van het begrotingstotaal dat de € ‐ 500 miljoen te boven gaat
(1) = (4b)*0,0075 + (4c)*0,002 met een Drempelbedrag minimum van €250.000
279,82
(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen
(5a) (5b) (2) ‐ (5a) / (5b)
Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4 Som van de per dag buiten 's Rijks 20.957 8.577 36.427 15.399 schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil) Dagen in het kwartaal 90 91 92 92 Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks 233 94 396 167 schatkist aangehouden middelen
42
Diverse gehanteerde rentetarieven Binnen de financiële administratie worden verschillende rentetarieven gebruikt. Het gaat om de volgende tarieven in 2014: -
voor de rentetoerekening aan de activa wordt een vast rentepercentage toegepast (conform ‘Financiële verordening gemeente Laarbeek 2014’). Bij de bepaling van de hoogte van het te hanteren vaste percentage voor dienstjaar 2014 is het renteomslag percentage genomen uit de begroting 2014, te weten 1,505%.
-
Over de reserves en voorzieningen (=interne financieringsmiddelen) wordt een rentetoerekening gehanteerd ter grootte van 3%.
-
Bij de bepaling van het financieringstekort of –overschot wordt een rentepercentage gehanteerd ter grootte van 1%.
-
Bij de rentetoerekening over de boekwaardes bij de grondexploitatie wordt een rentepercentage gehanteerd ter grootte van 4%.
3.2.5
Bedrijfsvoering
Algemeen De paragraaf over de bedrijfsvoering geeft tenminste inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering (BBV, artikel 14). De gemeente Laarbeek is een organisatie van professionals. Ons werkterrein is breed en zeer divers, van leefbaarheid tot vergunningen, van paspoorten tot aanslagen belastingen. Wij richten ons in het bijzonder op de dienstverlening aan onze inwoners en bedrijven. Hierbij is onze grondhouding, JA, mits. Onze organisatie bestaat uit 118 mensen (121 in 2013 en 135 in 2012), die zich inspannen voor de inwoners en bedrijven van Laarbeek. Een kleine organisatie, die waar nodig specifieke deskundigheid inhuurt. Wij schromen niet om hulp te vragen. Onze medewerkers werken vanuit teams met collega’s. Een of meerdere teams vormen een pijler, die nauw met elkaar samenwerken. De drie pijlerhoofden en de gemeentesecretaris vormen met elkaar het managementteam (MT). Onze kernkwaliteiten zijn: klantgerichtheid, veranderingsvermogen, samenwerken en daadkracht. Klantgerichtheid Om klantgericht te werken zullen wij goed en tijdig communiceren en hebben we korte lijnen, zowel binnen als buiten de organisatie. Wij scheppen voorwaarden, ondersteunen verzoeken en kijken daarbij over de grenzen van ons eigen werkterrein heen, zodat de klant, maar een keer zijn verhaal hoeft te doen. Hierbij staat niet alleen onze betrokkenheid centraal, maar ook ons streven naar betaalbare producten. Dat vraagt van ons ook oog voor de kosten. Veranderingsvermogen De wereld om ons heen staat niet stil. Dat betekent dat wij alert zijn op ontwikkelingen en veranderingen en onze manier van werken daarop aanpassen. Dit doen we vanuit een actieve hou-
43
ding, door zelf met initiatieven te komen. Steeds vanuit het oogpunt van een goede en zo mogelijk nog betere dienstverlening. Samenwerken In deze tijd willen we als kleine organisatie niet op een eiland gaan zitten. Om onze inwoners en bedrijven van dienst te zijn willen we samen werken met anderen. Dit vanuit het oogpunt van kwaliteit en continuïteit. Dit vraagt om netwerken en samenwerken. Ook gaan we met andere overheden het gesprek aan om onze inbreng te geven en zo ons te positioneren. Daadkracht Van ons mag verwacht worden dat het niet blijft bij praten over en het maken van dikke stapels papier. Wij vragen van onze professionals lef en durf, wat leidt tot acties. Je nek uit steken om iets moois voor Laarbeek voor elkaar krijgen. Onze medewerkers beschikken over creativiteit, verlaten de gebaande paden. Zij zijn initiatiefrijk. We verkopen geen luchtfietserij, maar staan voor activiteiten en projecten die een positieve bijdrage leveren aan Laarbeek. Planning en control instrumentarium In het duale stelsel heeft de raad een kaderstellende rol. Dit betekent dat de raad de kaders stelt van het inhoudelijk, financieel en procedureel speelveld waarbinnen het college zijn bestuursbevoegdheden uitoefent. Deze opdrachtformulering mondt uit in een 3-tal W-vragen: -
Wat willen we bereiken?
-
Wat gaan we er voor doen?
-
Wat mag het kosten?
Met betrekking tot de vraag ‘Wat willen we bereiken?’ worden door de raad de gewenste maatschappelijke effecten benoemd. Vervolgens worden meetbare doelen geformuleerd om te bepalen hoe het gewenste maatschappelijke effect moet worden gerealiseerd. Ter ondersteuning hiervan worden per maatschappelijk effect één of meerdere indicatoren benoemd. Om het bovenstaande in goede banen te leiden, is een instrumentarium opgezet om zowel de planning (=gewenste effecten) en de control (=verantwoording van de behaalde effecten) te volgen. Daarbij is een aantal documenten van belang die hiervoor zorg dragen. In de Kadernota worden de 3 W-vragen voorlopig uitgewerkt, verdeeld over een 6-tal programma’s, gebaseerd op het zogenaamde Burgermodel. Vervolgens vindt de definitieve uitwerking plaats in de Programmabegroting. Om deze uitvoering door het college te volgen, worden aan de raad in de loop van het jaar twee Tussenrapportages gepresenteerd. Bij het overzicht van baten en lasten vindt de eindverantwoording plaats door het college aan de raad. In 2014 is het Burgermodel aangepast en is overgegaan naar 8 programma’s op basis van de indeling van het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING) voor de begroting 2015. De jaarrekening 2014 zal voor de laatste keer volgens het ‘oude’ model worden opgesteld.
44
Administratieve organisatie/Interne controle Voor een doelmatig en doeltreffend functioneren is het structureren van processen een essentieel onderdeel. De Administratieve Organisatie (AO) levert daarbij een praktische bijdrage in de vorm van beschrijving van werkprocessen. Er zijn inmiddels zo’n 200 procesbeschrijvingen opgesteld. Hiermee zijn de belangrijkste bedrijfsprocessen beschreven en kan er door middel van audits gekeken worden of er efficiencyslagen gemaakt kunnen worden. Ook de interne controles maken inmiddels deel uit van het reguliere werkproces. Door middel van deze controles laten we aan de accountant zien dat we de belangrijkste processen in de greep hebben om de rechtmatigheidsverklaring te kunnen rechtvaardigen. Formatie Als gevolg van de bezuinigingen moeten we steeds efficiënter en creatiever met onze beschikbare capaciteit omgaan. Dit betekent keuzes durven maken: wat doen we wel en wat doen we niet (meer)? Op basis van het door de raad vastgestelde bezuinigingsplan is de formatie voor het management ingekrompen. Ook de formatie voor beleid is teruggebracht. Steeds wordt bekeken in hoeverre ingerekende personele bezuinigingen haalbaar zijn en waar eventueel heroverweging noodzakelijk is. Teruglopende inkomsten van de grondexploitaties nopen tot formatiekrimp, die in 2017 geëffectueerd moet zijn. Een deel hiervan is inmiddels gerealiseerd via interne mobiliteit, en een deel moet nog gerealiseerd worden. Een slanke organisatie maakt ook dat we bij een aantal functies kwetsbaar zijn. Kwetsbare eenpersoonsfuncties, zijn het afgelopen jaar bekeken en er zijn maatregelen getroffen om de onderlinge vervanging te organiseren, danwel intern danwel extern. Daarnaast komen nieuwe taken op ons af (transities Awbz, Participatiewet en Jeugdzorg) of zijn taken anders georganiseerd (de oprichting van de regionale omgevingsdienst, samenwerking Peel 6.1 en de transformatie van het SRE). Dit vraagt van onze medewerkers flexibiliteit, omgaan met onzekerheden en bereidheid om andere en nieuwe taken te gaan vervullen. Ook wordt de gemeente hierdoor geconfronteerd met achterblijvende kosten (zogenaamde frictiekosten: werkplek en ondersteunende diensten) wat tot gevolg heeft dat de overhead flink is gestegen. Antwoord© / KCC In het raadsprogramma 2010 – 2014 heeft de raad opgenomen dat onze gemeente met haar ambities aansluit bij Antwoord©. Dit betekent dat we sinds 2013 beschikken over een Klant Contact Centrum (KCC) voor alle vragen op gemeentegebied en sinds 2014 over één telefonische ingang (14+netnummer). Daarnaast zijn we al enige tijd aangesloten bij de coöperatieve vereniging Dimpact. Als lid van deze vereniging nemen we deel aan de ontwikkeling van instrumenten, die het klant- en zaakgericht werken verbeteren. Het jaar 2014 stond hierbij in het teken van de ontwikkeling. De implementatie van het zaakgericht werken en een nieuwe website en intranet ligt in 2015, waarvoor dus zoals gezegd in 2014 voorbereidende werkzaamheden hebben plaatsgevonden.
45
Opleiden We kennen een jaarlijks opleidingsplan voor de gehele organisatie teneinde de middelen voor opleidingsdoeleinden effectiever in te kunnen zetten en de inzetbaarheid van medewerkers te optimaliseren. In 2014 is € 116.415,- beschikbaar gesteld om aan opleidingen te besteden. Elk jaar wordt een gedeelte van het budget ingezet voor een specifiek thema. Voor 2014 waren dat: bestuurlijke weerbaarheid en het opfrissen van relevante wet- en regelgeving. Echter deze trainingen zijn uitgesteld, aangezien door het managementteam samen met de ondernemingsraad gewerkt is om te komen tot strategisch HRM-beleid. Insteek was om de uitvoering van de gemeente brede opleidingen dan daaraan te koppelen. Het opleidingsplan speelt ook een belangrijke rol bij de interne mobiliteit. In de cao-gemeenten 2011-2012 is inzetbaarheid en mobiliteit ook een belangrijk thema, wat zich heeft vertaald in de verplichting voor de werkgever om voor 3 jaar (2013-2015) een individueel loopbaanbudget ter beschikking te stellen. Het gaat dan om een bedrag van 3 x € 500,- per medewerker, wat voor Laarbeek € 181.500,- (121 x € 1.500,-) bedraagt. Dit wordt bekostigd uit de reserve opleidingen. Op deze manier is er zowel budget voor organisatie brede opleidingen als voor persoonlijke ontwikkeling. In 2014 is breed van dit budget gebruik gemaakt door medewerkers met uiteenlopende opleidingen in het licht van de verbreding van inzetbaarheid en mobiliteit. Het Nieuwe Werken Het Nieuwe Werken is een visie om werken effectiever, efficiënter, maar ook plezieriger te maken, zowel voor de organisatie als de medewerker. Die visie wordt gerealiseerd door de medewerker centraal te stellen en hem – binnen bepaalde grenzen – de ruimte en vrijheid te geven in het bepalen hoe hij werkt, waar hij werkt, wanneer hij werkt, waarmee hij werkt en met wie hij werkt. De visie en de te nemen maatregelen vormen een onderdeel van de organisatieverandering. Dit heeft in 2013 geleid tot een pilot tijd- en plaatsongebonden werken, waarvan de evaluatie positieve punten en aandachtspunten heeft opgeleverd. In 2014 is gekozen om de peelvisie op het Nieuwe Werken: het Slim Samenwerken, even af te wachten, alvorens in de eigen organisatie een volgende stap te zetten. Met de Ondernemingsraad is in het licht van de ontwikkeling van het het strategisch HRM-beleid in 2014 bekeken wat nodig zou zijn om het Nieuwe werken / Slim Samenwerken verder in Laarbeek te implementeren en eventueel ook het klokken af te schaffen. Een en ander zal verder worden uitgewerkt in het strategisch HRM-beleid in 2015. Social media De gemeente Laarbeek is actief op diverse sociale media. Deze media vormen een aanvulling op andere, meer traditionele, communicatiemiddelen waarmee we inwoners informeren (zoals gemeentepagina en website). Zo vergroten we ons bereik. We maken gebruik van Facebook voor ‘sociaal’ nieuws, Twitter voor actuele nieuwsberichten en YouTube voor filmpjes. Geïnteresseerden kunnen zich via onze website abonneren op RSS feeds. We bieden handige apps aan voor de mobiele telefoon (RaadDigitaal). In plaats van zelf dingen te (laten) ontwikkelen, sluiten we zoveel mogelijk aan bij bestaande initiatieven. Zo houden we de kosten zo laag mogelijk. We volgen actief wat er online over onze gemeente, organisatie of projecten gezegd wordt. Indien nodig reageren we daarop. Ook bestuurders maken volop gebruik van sociale media. Door sociale media in te zetten tijdens crisissituaties vormen we snel een betrouwbare informatiebron voor onze inwoners en de pers. Het aantal volgers via Twitter en Facebook groeide in 2014
46
maandelijks met 10-15 personen per kanaal en ook in 2015 zal naar verwachting het aantal volgers verder groeien. Het gebruik van sociale media voor gebieds- en projectcommunicatie is ook steeds meer gemeengoed geworden. Intergemeentelijke samenwerking Inmiddels wordt er flink samengewerkt met buurgemeenten Gemert-Bakel en Helmond. De wijze van samenwerking is overigens niet gelijk. Zo vormen we met de gemeente Gemert-Bakel intergemeentelijke teams op het terrein van de bedrijfsvoering en hebben we diverse taken rond Wet Werk en Bijstand, schuldhulpverlening en fraudebestrijding uitbesteed aan de gemeente Helmond (Werkplein). In 2013 is de visie op samenwerking binnen de Peel in de raad vastgesteld en is in 2014 een gemeenschappelijke regeling met een openbaar lichaam Peel 6.1 ingericht. Vooralsnog is het personeel via een standplaatswijziging werkzaam op locatie in Helmond, maar in dienst gebleven bij de eigen gemeente. Gestart is op deze wijze per 1 juli 2014 met de WMO en vanaf 1 januari 2015 ook met de jeugdzorg. De focus ligt vooralsnog op het ook kunnen onderbrengen van personeel in deze nieuwe gemeenschappelijke regeling Peel 6.1 en het realiseren van deze drie omvangrijke transities. Al deze inspanningen moeten bijdragen aan: een krachtig bestuur, een gezonde bedrijfsvoering en betaalbare producten en diensten voor onze inwoners en (toekomstige) bedrijven. Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) Deze wet uit 2012 is met ingang van 2013 in werking getreden. De WNT beperkt de bezoldiging van topfunctionarissen in het (semi) publieke domein. De wet vraagt gemeenten inzicht te verschaffen via het jaarverslag in de volgende drie onderdelen:
Salaris betaling /vergoeding groter dan 130% van het ministersalaris;
Ontslagvergoeding groter dan € 75.000,-;
Inkomen van gemeentesecretaris en griffier.
Salaris betaling /vergoeding groter dan 130% van het ministersalaris De vastgestelde norm bedraagt in 2014 € 230.474,-. Laarbeek heeft deze norm in 2014 niet overschreden. Ontslagvergoeding groter dan € 75.000,Laarbeek heeft in 2014 geen ontslagvergoedingen verstrekt die groter waren dan het normbedrag van € 75.000,-.
47
Inkomen van griffier en gemeentesecretaris. De wet bepaalt dat tot de categorie topinkomens behoort: de griffier en de gemeentesecretaris. Van deze functionarissen moet een aantal gegevens jaarlijks gepubliceerd worden.
naam
MLM van Heinsbergen
beloning sociale verzekeringspremies belastbare vaste onkostenvergoeding belastbare variabele onkostenvergoeding belastbare variabele reiskosten onbelast variabel (reiskosten) voorzieningen t.b.v. beloningen op termijn functie duur van het dienstverband omvang van het dienstverband
CA Liebrecht
€ 66.077,60
€ 92.514,47
€ 8.108,04
€ 8.108,04
n.v.t.
n.v.t.
€ 0,00
€ 0,00
€ 44,06
€ 282,24
€ 106,85
€ 225,88
€ 10.013,40
€ 16.409,64
Griffier
Gemeentesecretaris
hele jaar
hele jaar
36 uur
38 uur
Het normenkader rondom de ‘’Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen Publieke en Semipublieke Sector is bekrachtigd in het Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000106049 en de Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000 104920. De Aanpassingswet WNT is als onderdeel van dit normenkader nog niet formeel aangenomen door de Eerste Kamer. Voor het opmaken van de jaarrekening is in lijn met de mededeling van de minister van BZK d.d. 12 februari 2014, gepubliceerd in de Staatscourant d.d. 18 februari 2014, de Aanpasssingswet WNT wel als onderdeel van het normenkader gehanteerd. Ten aanzien van interim-functionarissen die geen topfunctie vervullen heeft gemeente Laarbeek gebruik gemaakt van de mogelijkheid die paragraaf 6 van de Beleidsregels toepassing WNT biedt inzake de volledige openbaarmaking van deze functionarissen. Op basis van de Beleidsregels toepassing WNT (inclusief de wijziging van paragraaf 6 volgens besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 maart 2014, nr 2014 - 0000142706 kán en hoeft gemeente Laarbeek niet volledig te voldoen aan de verplichting voor openbaarmaking van deze interim-functionarissen zoals voorgeschreven in artikel 4.2 lid 2c van de WNT (inclusief verwerking Aanpassingswet WNT).
3.2.6
Verbonden partijen
Algemeen Vanwege bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijk dito risico’s wordt in dit jaarverslag aandacht besteed aan andere rechtspersonen, waarmee de gemeente Laarbeek een bestuurlijke en een financiële band heeft.
48
Het begrip verbonden partij is vastgelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en is in artikel 1 lid b BBV als volgt gedefinieerd: ‘Een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft.‘ Onder bestuurlijk belang wordt verstaan (artikel 1 lid d BBV): ‘Zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht.’ Onder financieel belang wordt verstaan (artikel 1 lid c BBV): ‘een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is als de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.’ De commissie BBV heeft in 2014 een notitie geschreven waarin extra aandacht wordt gevraagd voor de definitie van een verbonden partij en voor de verantwoording van de verbonden partijen. In Laarbeek heeft dit geleid tot een uitgebreidere tabel, waarin zoveel mogelijk actuele gegevens gepresenteerd worden. Hierbij moet aangetekend worden dat het in een aantal gevallen gaat om voorlopige gegevens die we begin 2015 van de verbonden partijen ontvingen. Ook heeft het geleid tot het verdwijnen van twee samenwerkingsverbanden uit deze paragraaf:
Bestuursacademie Zuid-Nederland (in liquidatie)
Werkplein Helmond
Beide samenwerkingsvormen voldoen niet aan de definitie van een verbonden partij omdat hier geen sprake is van stemrecht of participatie in het bestuur van de organisaties. Deze partijen worden niet langer als verbonden partij gepresenteerd. Het inzichtelijk maken van de verbonden partijen is om twee redenen van belang. De eerste reden is dat verbonden partijen vaak beleid uitvoeren dat de gemeente in principe ook zelf kan blijven doen. De gemeente mandateert als het ware de verbonden partij. De tweede reden betreft de kosten, het budgettaire beslag en de financiële risico’s, die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. Hieronder is weergegeven een overzicht van publiek- en privaatrechtelijke rechtspersonen waarin de gemeente Laarbeek participeert, die begrepen kunnen worden onder de noemer verbonden partijen. Beleid Het aangaan van banden met verbonden partijen komt altijd voort uit het publieke belang. Verbindingen met derden zijn een manier om een bepaalde publieke taak uit te voeren. De huidige verbonden partijen hebben allemaal een historische bestaansgrond. Bij nieuwe deelnemingen zullen we bij de besluitvorming door de raad de publieke taak expliciet aan de orde stellen op grond van visie en doelstellingen van de deelneming.
49
De verbonden partijen in beeld Naam
Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE)
Vorm
Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats
Eindhoven
Partners
21 gemeenten in Zuidoost Brabant
Openbaar belang
Tijdens werkconferenties (februari en maart 2013) met colleges en regioraad is afgesproken om de volgende taken in SRE/MREverband uit te blijven voeren:
Regionale agenda waarin het toekomstbeeld van de regio is vastgelegd.
Strategie thema’s Economie en Ruimte
Inzet regionale investerings- en stimuleringsfondsen
Bestuurlijke betrokkenheid
Laarbeek heeft één zetel in de regioraad.
Website
www.sre.nl
Financiën
Bron: Programmajaarverslag
Prognose 2014
2013 - Eigen vermogen
€ 7.277.000,-
€ 6.349.000
- Vreemd vermogen
€ 190.529.000,-
€ 0 (vanwege BDU)
- Resultaat
-/- € 2.988.000,-
€815.000
Bijdrage Laarbeek 2014
Inwonerbijdrage: € 148.409,Bijdrage regionaal stimuleringsfonds 2014: € 77.388,-
Risico’s
Beleidsverantwoordelijkheid openbaar vervoer. Daarnaast adequate besteding EU-middelen (Stimulus). Tenslotte wegvallende of tekort schietende bijdragen van derden.
Ontwikkeling
In de regioraadvergadering van 13 december 2012 is een motie aangenomen die oproept tot transformatie van het SRE. Per 1 januari 2015 moet het SRE doorontwikkeld zijn tot een bestuurlijk platform met een smalle servicegerichte organisatie die op een beperkt aantal regionale beleidsterreinen intergemeentelijke belangen behartigt. Overgang per 25 februarie 2015 van SRE naar MRE
Naam
Atlant Groep
Vorm
Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats
Helmond
Partners
Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond en Someren
Openbaar belang
In naam van de gemeente voert de Atlant Groep als vaste ketenpartner re-integratie-activiteiten ten behoeve van bijstandsgerechtigden uit om hen reguliere arbeid te bieden. Daarnaast heeft de Atlant Groep een verbindende rol tussen schoolverlaters van verschillende vormen van onderwijs en potentiële werkgevers. Tot slot biedt de Atlant Groep vormen van begeleid en beschut
50
werken aan mensen, die voor deze vormen van arbeid geïndiceerd zijn. Bestuurlijke betrokkenheid
Laarbeek heeft één zetel in het algemeen bestuur.
Website
www.atlantgroep.nl
Financiën
Bron: jaarverslag 2013
Bron: jaarverslag 2014
- Eigen vermogen
€ 13.161.000,-
€ 16.583.000,-
- Vreemd vermogen
€ 9.036.000,-
€ 7.834.000,-
- Resultaat
€ 2.389.000,-
€ 2.948.000,-
Bijdrage Laarbeek 2014
Doorbetaling rijksbijdrage Wsw: € 3.079.870,-
Risico’s
Bedrijfsvoering Atlant Groep is sterk afhankelijk van rijkssubsidie en omzet is afhankelijk van economische ontwikkelingen.
Ontwikkeling
Invoering Participatiewet (is de opvolger van de Wet werken naar vermogen) en voorgenomen afbouw Wsw-bijdrage door het rijk.
Naam
GGD zuidoost-Brabant
Vorm
Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats
Eindhoven
Partners
Deelnemende gemeenten binnen werkgebied ZO-Brabant
Openbaar belang
Het bewaken, bevorderen en beschermen van de gezondheid van de inwoners. Op grond van de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid moet de gemeente een gezondheidsdienst instellen. Aan deze verplichting is met deelname in de gemeenschappelijke regeling voldaan.
Bestuurlijke betrokkenheid
Laarbeek heeft één zetel in het algemeen bestuur.
Website
www.ggdbzo.nl
Financiën
Bron: jaarrekening 2013
Prognose 2014
- Eigen vermogen
€ 2.076.000,-
€ 2.250.000,-
- Vreemd vermogen
€ 13.669.000,-
€ 12.698.000,-
- Resultaat
€ 65.333,-
€ 125.000,-
Bijdrage Laarbeek 2014
€ 329.000,-
Risico’s
Gemeente kan aangesproken worden als er sprake is van exploitatietekorten.
Ontwikkeling
Centrum Jeugd en Gezin en totale taakoverdracht zorgbemiddeling van provincie naar gemeenten.
Naam
Blink
Vorm
Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats
Helmond
Partners
Helmond, Gemert-Bakel, Nuenen, Asten, Someren en Sita Bv
Openbaar belang
Het samenwerkingsverband heeft ten doel: Het in regionaal verband op professionele wijze zorg dragen voor de verwijdering en het transport van huishoudelijke afvalstoffen, afvalwater, autowrakken en bedrijfsafvalstoffen.
51
Bestuurlijke betrokkenheid
Laarbeek heeft één zetel in het algemeen bestuur.
Website
www.sita.nl
Financiën
Bron: jaarrekening 2013
Bron: jaarrekening 2014
- Eigen vermogen
€ 0,-
€ 0,-
- Vreemd vermogen
€ 1.977.959,-
€ 1.606.883,-
- Resultaat
€ 0,-
€ 0,-
Bijdrage Laarbeek 2014
€ 300.000,-
Risico’s
Ontwikkelingen met betrekking tot afval hebben effect op de bedrijfsvoering van Blink.
Ontwikkeling
Gemeenten Asten en Someren zijn per 1 januari 2013 toegetreden tot deze gemeenschappelijke regeling.
Naam
Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
Vorm
Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats
Eindhoven
Partners
Alle 21 gemeenten binnen werkgebied ZO-Brabant, Brandweer Brabant-Zuidoost, RAV Brabant-Zuidoost en GHOR BrabantZuidoost
Openbaar belang
Wettelijke plicht deel te nemen in de gemeenschappelijke regeling waarin alle brandweerkorpsen van de deelnemende gemeenten zijn opgenomen. Naast de brandweerzorg is de Veiligheidsregio verantwoordelijk voor de gemeenschappelijke meldkamer, de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen alsmede als vergunninghouder verantwoordelijk voor het regionaal ambulancevervoer, waarbij de uitvoering is neergelegd bij de ambulancedienst van de GGD Brabant-zuidoost.
Bestuurlijke betrokkenheid
Laarbeek heeft één zetel in het algemeen bestuur.
Website
www.veiligheidsregiozob.nl
Financiën
Bron: jaarverslag 2013
Prognose 2014
- Eigen vermogen
€ 5.485.000,-
€ 7.348.000,-
- Vreemd vermogen
€ 28.648.000,-
€ 28.806.000,-
- Resultaat
€ 1.920.514,-
€ 3.357.000,-
Bijdrage Laarbeek 2014
Gemeentelijke bijdrage samenwerkingsverband: € 1.108.300,-
Risico’s
Gemeente is aansprakelijk voor tekorten op basis van aantal inwoners (50%) en aantal wooneenheden (50%) voor zover het de brandweertaken betreft en naar rato van het aantal inwoners voor wat betreft het ambulancevervoer.
Ontwikkeling
In december 2014 heeft het algemeen bestuur de Toekomstvisie brandweerzorg en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties vastgesteld. Dit besluit is voorgelegd aan de gemeenten met als doel om in maart 2015 hier een definitief besluit over te nemen.
52
Voorbereidingen zijn getroffen voor het samenvoegen van de regionale meldkamer, met de meldkamer van Brabant-noord. wetgeving over het verminderen van het aantal meldkamers zal naar verwachting pas op 1 januari 2017 van kracht worden.
Naam
Samenwerking Gemert-Bakel - Laarbeek
Vorm
Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats
Beek en Donk
Partners
Gemeente Gemert-Bakel en Laarbeek
Openbaar belang
Samenwerking tussen twee buurgemeenten op verschillende terreinen gebaseerd op onderling vertrouwen. De volgende taken worden uitgevoerd door intergemeentelijke teams:
ICT
Personeel en Organisatie
Juridische zaken
Financiën
Belastingen/Woz
Bestuurlijke betrokkenheid
Periodiek intergemeentelijk overleg tussen zowel college als MT.
Website
Geen.
Financiën
Niet van toepassing.
Risico’s
Niet van toepassing.
Ontwikkeling
Er wordt op diverse vlakken samengewerkt met buurgemeente Gemert-Bakel. Bij nieuwe samenwerkingsverbanden wordt steeds een afweging gemaakt welke schaal het beste past bij het samenwerkingsverband.
Naam
Regionale uitvoeringsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB)
Vorm
Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats
Eindhoven
Partners
De Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant is een uitvoeringsdienst voor de gemeenten: Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, HeezeLeende, Helmond, Laarbeek, Nuenen c.a., Oirschot, Reusel-deMierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre en de provincie Noord-Brabant.
Openbaar belang
Dienstverlening bij de uitvoering van de vergunningverlening, toezicht- en handhavingstaken te verbeteren, evenals de kwaliteit en veiligheid van de werk- en leefomgeving. De werkwijze is gericht op het zoveel mogelijk beperken van de uitvoeringskosten voor overheid én de samenleving.
Bestuurlijke betrokkenheid
Laarbeek heeft één zetel in het dagelijks bestuur en één zetel in het algemeen bestuur.
Website
www.odzob.nl
53
Financiën
Bron: jaarrekening 2013
Prognose 2014
- Eigen vermogen
€ 402.000,-
€ 1.033.000,-
- Vreemd vermogen
€ 7.373.000,-
€ 6.754.000,-
- Resultaat
€ 402.000,-
€ 631.194,-
Bijdrage Laarbeek 2014
Landelijke basistaken 2014: € 192.000,Collectieve taken 2014: € 16.000,Verzoektaken 2014: € 65.000,Aandeel in de huisvestings- en algemene kosten 2014: € 107.000,-
Risico’s
Vermenging financiën basistaken en verzoektaken. Toekomstige voordelen van de omgevingsdienst worden benut om de negatieve algemene reserve op het gewenste weerstandsvermogen te brengen. De eerste jaren zal duidelijkheid moeten komen over het realiteitsgehalte van de begrote baten en lasten.
Ontwikkeling
Minimale taken per gemeente volgens het landelijk basistakenpakket. Aanvullende kunnen gemeenten verzoektaken uit laten voeren.
Naam
Uitvoeringsorganisatie Peelsamenwerking
Vorm
Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats
Helmond
Partners
Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond en Someren
Openbaar belang
Als eerste stap is gestart met het verkennen en uitwerken van de wijze waarop de zes gemeenten de samenwerking op prestatieveld 6 van de Wmo willen vormgeven.
Bestuurlijke betrokkenheid
Laarbeek levert twee (van de 12) bestuursleden voor het AB en 1 lid voor het DB.
Website
Geen
Financiën
Bron: jaarverslag 2013
Prognose 2014
- Eigen vermogen
Nog niet van toepassing
€ 0,-
- Vreemd vermogen
Nog niet van toepassing
€ 0,-
- Resultaat
Nog niet van toepassing
€ 0,-
Bijdrage Laarbeek 2014
Op basis van inwoneraantal (structureel € 1,10 en incidenteel € 0,85). Per saldo gaat het om een bedrag van € 43.000,-. In 2014 is de bijdrage niet naar Peel 6.1 overgemaakt maar naar gastheergemeente Helmond.
Risico’s
Door proactief mee te werken aan de vorming en inrichting van Peel 6.1 worden risico’s zoveel mogelijk voorkomen.
Ontwikkeling
De uitvoeringsorganisatie is op 1 juli 2014 van start gegaan.
Naam
Bank Nederlandse Gemeenten NV
Vorm
Deelneming door aandelenbezit
Vestigingsplaats
Den Haag
54
Omvang deelname
20.709 aandelen van € 2,50
Openbaar belang
De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Bestuurlijke betrokkenheid
Stemrecht tijden aandeelhoudersvergadering.
Website
www.bng.nl
Financiën
Bron: jaarverslag 2013
Bron: jaarverslag 2014
- Eigen vermogen
€ 3.430.000.000,-
€ 3.583.000.000,-
- Vreemd vermogen
€ 127.753.000.000,-
€ 149.923.000.000,-
- Resultaat
€ 283.000.000,-
€ 126.000.000,-
Bijdrage Laarbeek 2014
Dividend 2013 is in 2014 ontvangen: € 26.300,-
Risico’s
Bij afname van de winstgevendheid van de BNG ontvangt Laarbeek minder dividend.
Ontwikkeling
Winst van de BNG staat onder druk door structureel lage marktrentes en toegenomen eisen in het kader van Europees bankentoezicht.
Naam
Brabant Water
Vorm
Deelneming door aandelenbezit
Vestigingsplaats
Den Bosch
Omvang deelname
19.522 aandelen van € 0,10
Openbaar belang
De missie van Brabant Water is het winnen, zuiveren, transporteren en leveren van drinkwater van hoge kwaliteit en het leveren van water op maat en watergerelateerde producten en diensten in de gebonden en vrije markt.
Bestuurlijke betrokkenheid
Stemrecht tijdens aandeelhoudersvergadering.
Website
www.brabantwater.nl
Financiën
Bron: jaarverslag 2013
Prognose 2014
- Eigen vermogen
€ 476.267.000,-
€ 483.813.000
- Vreemd vermogen
€ 384.487.000,-
€ 415.793.000
- Resultaat
€ 38.585.000,-
€ 30.071.000
Bijdrage Laarbeek 2014
In 2014 is geen dividend ontvangen.
Risico’s
Geen
Ontwikkeling
Geen
Naam
Grondexploitatiemaatschappij Laarsche Velden Noord BV
Vorm
Deelneming door aandelenbezit
Vestigingsplaats
Beek en Donk
Omvang deelname
50% van aandelen, andere 50% in bezit van RaboVastgoed bv
Openbaar belang
De grondexploitatiemaatschappij is een samenwerkingsverband tussen RaboVastgoed BV en de gemeente Laarbeek met als doel het ontwikkelen van een bouwterrein voor de bouw van 230 wo-
55
ningen. Bestuurlijke betrokkenheid
Stemrecht tijdens aandeelhoudersvergadering. Directie van de onderneming bestaat uit één medewerker van Laarbeek en één medewerker van RaboVastgoed.
Website
Geen
Financiën
Bron: jaarrekening 2013
Prognose 2014
- Eigen vermogen
€ 17.500,-
€ 17.500,-
- Vreemd vermogen
€ 9.073.000,-
€ 9.073.000,-
- Resultaat
-/- € 58,-
€ 0,-
Bijdrage Laarbeek 2014
Geen.
Risico’s
De risico’s zijn vergelijkbaar met andere grondexploitaties. Het ontwikkelen van een bouwterrein met een private partner die mede-eigenaar is, vergroot de expertise en verdeeld de risico’s.
Ontwikkeling
Geen
Naam
Stichting Peelnetwerk
Vorm
Participatie in privaatrechtelijk rechtspersoon
Vestigingsplaats
Helmond
Partners
Alle peelgemeenten plus Nuenen c.a. en Geldrop-Mierlo.
Openbaar belang
De samenwerkende partijen binnen het Peelnetwerk houden zich bezig met activiteiten en projecten welke leiden tot een vitaler, mooier en schoner platteland in de Peel. De ambities voor deze samenwerking zijn vastgelegd in het document "Vitale Groene Ruimte de Peel"
Bestuurlijke betrokkenheid
Laarbeek heeft één zetel in het bestuur
Website
www.peelnetwerk.nl
Financiën
Bron: jaarrekening 2013
Prognose 2014
- Eigen vermogen
€ 83.391,-
€ 83.000
- Vreemd vermogen
€ 765.014,-
€ 765.000
- Resultaat
€ 79.471,-
€ 79.000
Bijdrage Laarbeek 2014
€ 12.500,-
Risico’s
Deelnemende gemeenten zijn samen 50% eigenaar van de aankopen door de stichting (andere 50% is in handen bij de provincie). Er is kans op een negatief exploitatiesaldo, dit komt voor rekening van de deelnemende gemeenten.
Ontwikkeling
Stichting Peelnetwerk is ontstaan door het samenvoegen van Streekrekening De Peel en Streekfonds De Peel.
Naam
Stichting Bizob
Vorm
Participatie in publiekrechtelijk rechtspersoon
Vestigingsplaats
Oirschot
Partners
Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Nuenen, Oirschot, Reusel-de-Mierden, Someren, Son & Breugel, Veldhoven en Waalre.
56
Openbaar belang
Het ondersteunen van de deelnemende gemeenten bij het uitvoeren van diverse inkoopacties.
Bestuurlijke betrokkenheid
Laarbeek heeft één zetel in het dagelijks bestuur en twee zetels in het algemeen bestuur.
Website
www.bizob.nl
Financiën
Bron: jaarstukken 2013
Prognose 2014
- Eigen vermogen
€ 959.000,-
€ 1.315.000
- Vreemd vermogen
€ 246.000,-
€ 324.000
- Resultaat
€ 468.205,-
€ 592.000
Bijdrage Laarbeek 2014
€ 130.140,-
Risico’s
Afkoopsom bij uittreding. Door bezuinigingen bij deelnemende gemeenten worden minder diensten afgenomen. Bij een vaste bezetting worden de uurtarieven duurder.
Ontwikkeling
Bezuinigingen bij deelnemende gemeenten kunnen leiden tot het minder afnemen/inkopen van aanwezige expertise. Bizob zal haar toegevoegde waarde moeten aantonen om voldoende werkzaamheden te houden.
Naam
Coöperatieve vereniging Dimpact
Vorm
Participatie in publiekrechtelijk rechtspersoon
Vestigingsplaats
Enschede
Partners
Hellendoorn, Enschede, Zwolle, Oldenzaal, Emmen, Borne, Coevorden, Oost Gelre, Noordoostpolder, Ommen-Harderberg, BorgerOdoorn, Helmond, Gemert-Bakel, Assen, Oldambt, Bellingwedde, Menterwolde, Pekela, Veendam, Velsen, Waterland, Purmerend, Landsmeer, Blaricum, Eemnes, Laren, Kampen, Gilze en Rijen, Landerd, Roermond en Laarbeek.
Openbaar belang
Dimpact levert software voor o.a. de inrichting van het Klant Contact Centrum. Het is een samenwerkingsverband van verschillende gemeenten waarbij kennisbundeling en klantgerichte innovatie gemeenten voorzien van optimale dienstverlening naar burgers en bedrijven.
Bestuurlijke betrokkenheid
De gemeenten hebben allen een gelijke stem in de samenwerking.
Website
www.dimpact.nl
Financiën
Bron: jaarrekening 2013
Prognose 2014
- Eigen vermogen
€ 407.846,-
€ 526.000
- Vreemd vermogen
€ 634.321,-
€ 650.000
- Resultaat
€ 118.612,-
€0
Bijdrage Laarbeek 2014
€ 145.933,-
Risico’s
Deelnemende leden zijn niet juridisch aansprakelijk. Dimpact ontvangt bij deelname het alleen recht voor in stand houding en doorontwikkeling van de digitale dienstverlening.
57
Ontwikkeling
De leden van de coöperatieve vereniging Dimpact hebben zeggenschap over de entiteit en de bedrijfsvoering van de organisatie. Alle deelnemende gemeenten samen, bepalen dan ook het beleid en sturen de ontwikkelingen aan.
3.2.7
Grondbeleid
Algemeen Grondexploitatie is een belangrijke taak van de gemeente, zowel beleidsinhoudelijk als in financieel opzicht. Het is dan ook noodzakelijk om de grondexploitatie als instrument voor ruimtelijke en planologische ontwikkelingen, goed in beeld te brengen om effectief en flexibel te kunnen opereren. Van belang is om aandacht te hebben voor de financieel-economische haalbaarheid van plannen, dit gelet op de aanmerkelijke financiële risico's welke deze met zich mee kunnen brengen. Jaarlijks wordt een Grondnota aan de gemeenteraad gepresenteerd. In deze nota ligt het accent op de financieel-economische analyse. Het betreft een actualisering van de financiële positie van de grondexploitatie en er wordt nader ingegaan op de fasering van de gronduitgifte, de risico's en de ontwikkeling van de reserve Grondexploitatie en het Fonds Bovenwijkse Voorzieningen. De exploitatieopzetten zijn geactualiseerd op basis van de ontwikkelingen en toekomstverwachtingen van dat moment. De hieronder genoemde cijfers en gegevens zijn gebaseerd op de door de raad vastgestelde Grondnota 2014 voor zover een actualisatie niet aan de orde is. Bestemmingsplannen De gemeente Laarbeek heeft momenteel de volgende bestemmingsplannen in exploitatie: Woongebieden Plan
Einddatum
1.
Plan De Hoge Regt
2022
2.
Plan Beekse Akkers
2030
3.
Plan D’n Hoge Suute
2030
4.
Plan Nieuwenhof Noord
2024
Bedrijventerreinen Plan 1.
Plan Beekseweg Zuid
Einddatum afgesloten in 2014
2.
Plan Beekseweg Zuid 1e herziening afgesloten in 2014
3.
Plan Bemmer IV
4.
Plan Landbouwontwikkelingsgebied 2017
2027
58
Overige gronden Naast de bovengenoemde plannen heeft de gemeente nog ± 14,6 ha aan gronden die niet in exploitatie worden genomen. Deze gronden dienen onder meer als ruilgronden bij de ontwikkeling van nieuwe bestemmingsplannen. De boekwaarde van deze gronden bedroeg per 31 december 2014 ± € 2.203.000,- en zijn als volgt opgebouwd:
Nieuwenhof Noord
± 6,9 ha
á € 26,66 per m2
Overige percelen
± 7,7 ha
á € 4,72 per m2
Het totaal van de exploitatieopzetten gaf bij de Grondnota 2014 een positief resultaat te zien van € 821.000,-. Door een stagnerende woningmarkt staan de exploitaties onder druk. Eventuele nadelige exploitaties kunnen ten laste gebracht worden van de reserve grondexploitatie (saldo per 31 december 2014 ± € 3,5 miljoen). Monte Carlo analyse In 2014 is gestart met het uitvoeren van een Monte Carlo analyse voor het grondbedrijf. Bij een dergelijke analyse wordt aan de hand van ingevoerde parameters meerdere berekeningen uitgevoerd. Elke berekening heeft een eigen uitkomst. De berekende uitkomsten worden statistisch geordend en na afloop van de analyse kan aangegeven worden hoe groot (met 90% zekerheid) het maximale risico is. Aan de hand van de uitkomst van de analyse blijkt hoe groot de reserve grondexploitatierisico’s maximaal zou moeten zijn om alle berekende risico’s op te kunnen vangen De uitkomsten van de analyse worden begin 2015 aan de raad gepresenteerd. Reserves Voortvloeiend uit de grondexploitatie ten behoeve van de woningbouw en de realisatie van bedrijventerreinen zijn de volgende reserves gevormd:
Reserve Grondexploitatierisico
Reserve Bovenwijkse voorzieningen
Reserve Herstructureringsfonds bedrijfsterreinen
Reserve Monumentenbeleid
Reserve Kunst&Cultuurfonds
Reserve Landschapsontwikkelingsplan
Reserve Volkshuisvesting
Hieronder wordt per reserve een korte toelichting gegeven. Reserve Grondexploitatierisico De reserve Grondexploitatierisico fungeert als bedrijfsbuffer voor het opvangen van risico's die inherent zijn aan de bouwgrondexploitatie. Tussentijds mogen er geen winsten worden afgeroomd. In het verleden hanteerde de provincie strikte normen voor het bepalen van een minimale omvang van deze reserve. Sinds een aantal jaar laat de provincie gemeenten vrij om zelf te bepalen hoe groot de gewenste risico reserve moet zijn. Het gemeentelijke beleid voor het bepalen van de gewenste omvang van de reserve wordt jaarlijks gepresenteerd via de Grondnota. Voor de gemeente Laarbeek is de vereiste buffer € 6 miljoen (Grondnota 2014, p.10). Hierbij is als
59
uitgangspunt gekozen (bron: nota Grondbeleid): de risicoreserve bedraagt 25% van de totale boekwaarde van het grondbedrijf. De stand van de reserve per 31 december 2014 bedraagt € 3,5 miljoen. Hieruit blijkt dat een onderdekking aanwezig is ter grootte van € 2,5 miljoen. Reserve Bovenwijkse Voorzieningen Om bovenwijkse voorzieningen te kunnen realiseren is in de verkoopprijs van de gronden een bedrag per m2 opgenomen. Deze bedragen:
voeding fonds bovenwijks
grondnota 2012
grondnota 2014
2
€ 7,00
€ 7,00
2
€ 7,00
€ 7,00
€ 9,63
€ 9,63
per m woningbouw per m bedrijfsterrein per m2 particuliere ontwikkelaars
De raad heeft in 2011 de nota (fonds) Bovenwijkse voorzieningen 2011-2015 vastgesteld (Rb. 2 november 2011) hierin zijn de voorwaarden opgenomen hoe om te gaan met deze reserve. Stand reserve FBV per 1-1-2014
€ 420.000,-
Rentebijschrijving 3%
€ 13.000,-
Reeds besloten uitgaven: -Restantkrediet economisch actieplan
€ -46.000,-
-Opwaardering Evenemententerrein Beek en Donk
€ -20.000,-
-Aanleg parkeerterrein Leliestraat Beek en Donk
€ -15.000,-
-Aanleg voetpad Ptr.Becanusstraat Beek en Donk
€
-2.000,-
Nog te besluiten uitgaven: -Revitalisering bedrijventerrein van Thiel
€ -50.000,-
(Kosten € 320.000,-; via BP Bemmer € 270.000,-) Toekomstige dotaties (Grondnota 2014, p.20)
€2.286.000,-
Gecalculeerd saldo
€2.586.000,-
Reserve Herstructureringsfonds bedrijfsterreinen Om uitgaven in het kader van de herstructurering van bedrijfsterreinen te kunnen realiseren, is in de verkoopprijs van de gronden een bedrag per m2 opgenomen. Deze bedragen:
voeding herstructurering bedrijfsterreinen
grondnota 2012
grondnota 2014
2
€ 0,00
€ 0,00
2
€ 5,00
€ 5,00
2
€ 0,00
€ 0,00
per m woningbouw per m bedrijfsterrein per m part. ontwikkelaars
De stand van de reserve per 31 december 2014 bedraagt € 0,-.
60
Reserve Monumentenbeleid Om subsidiëring in het kader van het monumentenbeleid te kunnen realiseren, is in de verkoopprijs van de gronden een bedrag per m2 opgenomen. Deze bedragen:
voeding reserve monumenten
grondnota 2012
grondnota 2014
2
€ 3,00
€ 0,00
2
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
per m woningbouw per m bedrijfsterrein per m2 particuliere ontwikkelaars
De stand van de reserve per 31 december 2014 bedraagt € 195.000,-. Reserve Kunst- en cultuurfonds Om uitgaven in het kader van kunst en cultuur te kunnen realiseren, is in de verkoopprijs van de gronden een bedrag per m2 opgenomen. Deze bedragen:
voeding reserve kunst-& cultuur
grondnota 2012
grondnota 2014
2
€ 2,00
€ 0,00
2
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
per m woningbouw per m bedrijfsterrein per m2 particuliere ontwikkelaars
De stand van de reserve per 31 december 2014 bedraagt € 95.000,-. Reserve Landschapsontwikkelingsplan Om uitgaven in het kader van het landschapsontwikkelingsplan te kunnen realiseren, is in de verkoopprijs van de gronden een bedrag per m2 opgenomen. Deze bedragen:
voeding reserve landschapsontwikkelingsplan
grondnota 2012
grondnota 2014
2
€ 3,00
€ 0,00
2
€ 3,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
per m woningbouw per m bedrijfsterrein per m2 particuliere ontwikkelaars
De stand van de reserve per 31 december 2014 bedraagt € 11.000,-. Reserve Volkshuisvesting Om uitgaven in het kader van o.a. dure inbreidingslocaties te kunnen realiseren, is in de verkoopprijs van de gronden een bedrag per m2 opgenomen. Deze bedragen:
voeding reserve volkshuisvesting 2
grondnota 2012
grondnota 2014
per m woningbouw
€ 5,00
€ 0,00
per m2 bedrijfsterrein per m2 particuliere ontwikkelaars
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
De stand van de reserve per 31 december 2014 bedraagt € 517.000,-.
61
Grondprijs Vanaf 2013 worden de volgende grondprijzen gehanteerd (basis: rb. Grondnota 2014):
Grondprijs ten behoeve van de woningbouw vrije sector
€ 260,- per m2
Grondprijs ten behoeve van de woningbouw sociale huursector
€ 195,- per m2
(75% van de prijs voor vrije sector)
Grondprijs ten behoeve van de woningbouw sociale koopsegment
€ 221,- per m2
(85% van de prijs voor vrije sector)
Grondprijs ten behoeve van bedrijventerreinen (differentiatie mogelijk afhankelijk van de locatie)
€ 124,- t/m € 158,- per m2
62
63
4. De programma’s
64
Programma 1
Burger als kiezer
Wat wilden we bereiken en wat hebben we daarvoor gedaan ? Maatschappelijke effecten
Toename van de participatie en betrokkenheid van de inwoners bij politiek, bestuur en beleid. Toename van burgerinitiatieven voor wat betreft de eigen woon- en leefomgeving. (begroting 2014) Indicator
Meetbaar doel
Gasten van de raad.
Minimaal drie groepen worden uitgenodigd om als gasten van de raad deel te nemen aan de reguliere raadsvergaderingen.
Raadsvisitaties.
De raad bezoekt één kern per jaar (raadsvisitatie).
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Burgemeester
Griffie
12-2014
23-1-2014 – bestuur buurtvereniging Beekerheide Burgemeester
Griffie
12-2014
Raadsvisitatie aan de kern Lieshout heeft plaatsgevonden op 26 november 2014. Participatie.
De raad benoemt tenminste 2 vergaderthema’s per jaar en betrekt daarbij de inwoners en belanghebbenden.
Burgemeester
Griffie
12-2014
16-1-2014 – Thema avond over minimabeleid 15-5-2014 – Thema avond over jeugdzorg 13-9-2014 – Dag van de Democratie
Via een digitaal platform
4 keer per jaar wordt via nieuwe media aan inwoners gevraagd om mee
of sociale media inwoners
te denken over beleidsonderwerpen.
Weth.Briels
Beleid & Projecten
12-2014
In het kader van het WMO-beleidsplan is de methode ‘We-
mee laten denken over
reld café’ toegepast. Ook is tijdens de planvorming twitter
beleid.
ingezet. Bij de ontwikkeling van een nieuwe website zijn inwoners al in een vroegtijdig stadium geraadpleegd, via een digitaal burgerpanel.
Berichten op website en
Minimaal 1 bericht per week per middel.
Burgemeester
Beleid & Projecten
12-2014
via sociale media (o.a.
In 2014 is er minimaal 1 bericht per week via de website
Twitter, Facebook).
en/of social media verspreid Leidend hierbij is echter niet het aantal berichten, maar de afweging of het bericht nieuwswaarde c.q. meerwaarde heeft voor onze inwoners.
Verbetering van de toegankelijkheid van de bestuurlijke en gemeentelijke informatievoorziening voor burgers en bedrijven. (begroting 2014) Indicator
Meetbaar doel
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
65
In het kwaliteitshandvest
Naar aanleiding van de evaluatie eind 2013 zullen de meetbare doelen
van de gemeente Laar-
(smart) nader worden geformuleerd.
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Burgemeester
Burgers & Bedrijven
02-2014
Eind 2013 is de evaluatie van het kwaliteitshandvest gerea-
beek zijn de algemene
liseerd. De resultaten van deze evaluatie (incl. aanbevelin-
servicenormen en de ser-
gen) zijn ter kennis van de commissie AB gebracht (4-2-
vicenormen voor de klant-
2014).
contactkanalen (website, telefoon, balie, post, email) benoemd. Toename van de samenwerking met regiogemeenten en bevordering van draagvlak en bekendheid bij de burger. (begroting 2014) Indicator
Publicaties op website.
Meetbaar doel
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Burgemeester
Beleid & Projecten
12-2014
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
10 keer per jaar.
Burgemeester
Beleid & Projecten
12-2014
6 keer per jaar.
Burgemeester
Beleid & Projecten
12-2014
Wekelijks.
Burgemeester
Beleid & Projecten
12-2014
6 keer per jaar.
Burgemeester
Beleid & Projecten
12-2014
De 6 regiovergaderingen publiceren op de website.
Bevordering van de invloed van bestuurlijke samenwerking in SRE-verband. (begroting 2014) Indicator
Vast agendapunt commis-
Meetbaar doel
sie.
Voorbesprekingen van de agenda regioraadsvergaderingen in college. Publicatie stukken SRE op Extranet. Voorbespreking van de agenda regioraadsverga-
2014 is een overgangsjaar van SRE naar MRE. Niet alle bij-
deringen op Peel-niveau
eenkomsten zijn doorgegaan.
66
door leden regioraad.
Lasten Baten Saldo (exclusief reserve mutaties) Reservemutatie Saldo (inclusief reserve mutaties)
primitieve raming 2014 2.587.390 28.805 -2.558.585 196.516 -2.362.069
actuele raming 2014 2.712.191 28.805 -2.683.386 314.533 -2.368.853
realisatie 2014 2.992.318 29.655 -2.962.663 134.031 -2.828.632
67
Programma 2
Burger als klant
Wat wilden we bereiken en wat hebben we daarvoor gedaan ? Maatschappelijke effecten
Verbetering van de toegankelijkheid van het digitale loket en de digitale informatievoorziening gericht op de dienstverlening. (begroting 2014) Indicator
Uitvragen gegevens.
Meetbaar doel
Eenmalig.
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Burgemeester
Burgers & Bedrijven
1-2014
Als de burger inlogt met Digid dan zijn alle gegevens automatisch beschikbaar. Toegevoegde gegevens worden via het digitaal loket of via het KCC opgeslagen. Nadat de nieuwe website is geïmplementeerd zullen we hierover met de burgers gaan communiceren zodat zij meer gebruik zullen gaan maken van deze mogelijkheid. Uitbreiden digitale aan-
80% moet digitaal beschikbaar zijn en worden ingediend.
vraag formulieren.
Burgemeester
Burgers & Bedrijven
12-2014
95% van de door Dimpact aangeleverde e formulieren, van toepassing op Laarbeek, zijn geïmplementeerd en in gebruik. Uitzondering hierop vormt nog de apv-vergunning die nog moet worden vertaald naar een e-formulier. Daarnaast bied de website (Word-)formulieren in digitale vorm aan. Er wordt niet geregistreerd hoeveel aanvragen langs welke kanalen binnenkomen. Er is geen managementinformatie beschikbaar om het doel voor dat deel te verantwoorden. Het 14+netnummer is voor burgers en bedrijven beschikbaar.
Burgemeester
Burgers & Bedrijven
12-2014
Het 14+ nummer is technisch aansluit-klaar en ook al in praktijk getest. Met de regiogemeenten is er overleg ten behoeve van overeenstemming in de keuze voor de routering van telefoniegesprekken. Afhankelijk van de mogelijkheden wordt 14+ “aan” gezet en in gebruik genomen. Voor 2015 wordt bekeken hoe het 14+ nummer bij inwoners en bedrijven bekend te maken en het gebruik ervan te stimuleren.
68
Verbetering van de toegankelijkheid van het digitale loket en de digitale informatievoorziening gericht op de dienstverlening. (begroting 2013) Indicator
Meetbaar doel
Bereikbaarheid en toegan-
De gemeentelijke website is aangepast ten behoeve van laaggeletter-
kelijkheid van de informa-
den.
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Burgemeester
Burgers & Bedrijven
06-2014
Laaggeletterden kunnen gebruik maken van de voorlees-
tie.
functie op de gemeentelijke site. Het tekstueel aanpassen voor laaggeletterden blijkt geen optie omdat aanpassing van de landelijk gestandaardiseerde en beveiligde DigiD omgeving niet mogelijk is. Er wordt nu gestart met de voorbereidingen voor de nieuwe website. De bereikbaarheid en toegankelijkheid van informatie krijgt hierbij aandacht.
Digitaal verstrekken van
75% van de WABO en APV-vergunningen worden digitaal verstrekt.
Burgemeester
Burgers & Bedrijven
5-2014
de gemeentelijke pro-
Zaakgericht werken is geïmplementeerd voor de WABO ver-
ducten.
gunningen. Digitaal verstrekken van de WABO vergunning is geïmplementeerd. Klanten ontvangen de beschikking schriftelijk met een verwijzing naar de landelijke digitale voorziening voor het raadplegen van alle bijbehorende stukken. Zaakgericht werken is nog niet geïmplementeerd voor het werkproces voor de APV.
Lasten Baten Saldo (exclusief reserve mutaties) Reservemutatie Saldo (inclusief reserve mutaties)
primitieve raming 2014 1.015.620 316.500 -699.120 0 -699.120
actuele raming 2014 991.566 320.637 -670.929 0 -670.929
realisatie 2014 1.023.463 357.747 -665.716 0 -665.716
69
Programma 3
Burger als inwoner
Wat wilden we bereiken en wat hebben we daarvoor gedaan ? Maatschappelijke effecten
De burger voelt zich in toenemende mate veilig in zijn woon/leefomgeving. (begroting 2014) Indicator
Wegen.
Meetbaar doel
Wegen: jaarlijkse kwaliteitscontrole op basis van CROW-publicaties 146.
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Weth. Van Zeeland
Onderhoud & Middelen
5-2014
Medio 2014 hebben de jaarlijkse kwaliteitscontroles plaatsgevonden, die momenteel verwerkt worden ten behoeve van het onderhoudsprogramma van het jaar erna. Openbare verlichting.
Openbare verlichting: is aanwezig cfm Beleidsplan OVL 2011-2016.
Weth. Van Zeeland
Onderhoud & Middelen
11-2014
Eind 2016 zullen alle uitbreidingen hebben plaatsgevonden. Trentstraat en Wellestraat zijn in 2013 aangepakt en in 2014 zijn bij de Heieindseweg, Broek en Broeksteeg lichtmasten bijgeplaatst. Daarnaast zijn in de Kapelstraat armaturen vervangen vanwege de veiligheid als gevolg van geconstateerde haarscheurtjes. Groen.
Groen: Boomcontroles cfm frequenties zoals aangegeven in bomenbeleidsplan.
Aantal inbraken, aantal
Laarbeek scoort op basis van de veiligheidsmonitor tenminste een 7,6
brandmeldingen.
voor leefbaarheid en woonomgeving en een 7,2 voor veiligheid.
Weth. Van Zeeland
Onderhoud & Middelen
12-2014
De meeste boomcontroles zijn uitgevoerd. Burgemeester
Beleid & Projecten
12-2015
De veiligheidsmonitor is doorgeschoven naar 2015 als gevolg van het vervallen van de subsidie van de provincie en de politie.
Aantal risicovolle bedrijven
Laarbeek beschikt over een strategisch beleidskader voor externe veilig-
en situaties.
heid.
Aantal bedrijfsinbraken.
In het kader van de ontwikkeling van Bemmer IV wordt het instrument ‘parkmanagement’ ingezet.
Burgemeester
Burgers & Bedrijven
4-2014
Het beleidskader is in april 2014 door de raad vastgesteld. Burgemeester
Beleid & Projecten
12-2013
De stichting Parkmanagement is in 2013 reeds opgericht en beschikt nu al over 50 betalende leden. Naarmate het aantal
70
bedrijven op Bemmer IV toeneemt, zal ook de invloed van Parkmanagement daar toenemen. Kwaliteit en continuïteit
Alle taken met betrekking tot vergunningverlening, toezicht en handha-
van vergunningverlening,
ving milieu worden uitgevoerd door de Regionale uitvoeringsdienst.
toezicht en handhaving.
Weth.v.Zeeland
Burgers & Bedrijven
continu
De Regionale uitvoeringsdienst voert conform de met haar afgesloten DVO alle taken met betrekking tot handhaving en toezicht en vergunningverlening Milieu uit.
De burger heeft kennis van en begrip voor regelgeving. (begroting 2014) Indicator
Doorlooptijden.
Meetbaar doel
Digitaal publiceren vanaf 2014.
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Burgemeester
Beleid & Projecten
5-2014
Inkijken eigen dossier.
Besluiten van algemene strekking worden digitaal gepubli-
Publicaties.
ceerd via de website. Communicatie met de burger op volle-
Mijnoverheid.nl
dig digitale wijze via Mijnoverheid.nl is nog niet mogelijk op dit moment. Het volledig zaakgericht digitaal werken is hierbij een voorwaarde. Alle verordeningen staan op Mijnoverheid.nl.
Burgemeester
Burgers & Bedrijven
1-2014
Alle verordeningen staan op overheid.nl
Digitaal publiceren van besluiten met een algemene strekking.
Burgemeester
Burgers & Bedrijven
5-2014
Besluiten van algemene strekking worden digitaal gepubliceerd via de website. Communicatie met de burger op volledig digitale wijze via Mijnoverheid.nl is nog niet mogelijk op dit moment. Het volledig zaakgericht digitaal werken is hierbij een voorwaarde. De burger heeft kennis van en begrip voor regelgeving. (begroting 2013) Indicator
Aantal digitale bestemmingsplannen.
Meetbaar doel
De komplannen zijn gedigitaliseerd en geactualiseerd.
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Weth.v.Zeeland
Beleid & Projecten
12-2014
Alleen het komplan Aarle-Rixtel dient procedureel nog te worden afgehandeld. Het bestemmingsplan is op 29 januari
71
2015 (gewijzigd) vastgesteld door de gemeenteraad. Publicatie van de vaststelling vindt plaats op vrijdag 13 februari 2015. Het vastgestelde bestemmingsplan ligt van woensdag 18 februari t/m 1 april 2015 ter inzage. Gedurende deze periode kan tegen de vaststelling beroep worden ingesteld bij de Raad van State. Daarmee zijn alle komplannen gedigitaliseerd en geactualiseerd. Deregulering.
Het aantal indieningsvereisten is afgenomen.
Burgemeester
Beleid & Projecten
1-2015
De inventarisatie van de huidige indieningsvereisten is afgerond. De VNG-modellen zijn langs onze bestaande indieningsvereisten gelegd. De invoering van de nieuwe indieningsvereisten loopt parallel met de invoering van Dimpact, hetgeen mogelijk leidt tot opschorting. De burger neemt mede zijn eigen verantwoordelijkheid voor een veilige woon- en leefomgeving. (begroting 2014) Indicator
Meetbaar doel
Aantal repressieve inter-
Van alle verstrekte omgevingsvergunningen bouw wordt 80% zonder
venties omgevingsvergun-
handhaving interventie nageleefd.
ning bouw.
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Weth.v.Zeeland
Burgers & Bedrijven
2014
Naar aanleiding van de in 2013 uitgevoerde controles kan er worden uitgegaan dat dit percentage in 2014 weer wordt gehaald.
Aantal repressieve inter-
80% van de bezochte bedrijven leeft de milieuvoorschriften zonder
venties omgevingsvergun-
handhaving interventie na.
ning milieu.
Weth.v.Zeeland
Burgers & Bedrijven
2014
Naar aanleiding van de in 2013 uitgevoerde controles kan er worden uitgegaan dat dit percentage in 2014 weer wordt gehaald.
72
Lasten Baten Saldo (exclusief reserve mutaties) Reservemutatie Saldo (inclusief reserve mutaties)
primitieve raming 2014 1.943.716 67.794 -1.875.922 135.406 -1.740.516
actuele raming 2014 2.375.094 75.099 -2.299.995 105.784 -2.194.211
realisatie 2014 2.367.118 40.588 -2.326.530 121.284 -2.205.246
73
Programma 4
Burger als partner
Wat wilden we bereiken en wat hebben we daarvoor gedaan ? Maatschappelijke effecten
Het voorzieningenniveau levert aantoonbaar een positieve bijdrage aan de versterking van de leefbaarheid in de kernen. (begroting 2014) Indicator
Meetbaar doel
Voldoende, gedifferenti-
Voorzieningencluster; kern Beek
eerd, dichtbij huis, aanbod
Realisatie (gefaseerd) openbare ruimte.
van voorzieningen.
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Weth.Buter
Beleid & Projecten
5-2014
De inrichting van de openbare ruimte is afgerond. Het eerste van de drie woonclusters zal worden verkocht aan Woningstichting Laarbeek voor de realisatie van circa 24 woningen.
Weth.Buter
Beleid & Projecten
12-2014
Er is een nieuwe overeenkomst met de Woningstichting Laarbeek gesloten. De gronden blijven in eigendom van de gemeente.
Voorzieningencluster; kern Donk Sloop basisschool De Raagten.
Weth.Buter
Beleid & Projecten
4-2014
De sloop is afgerond. Voormalig schoolterrein van basisschool de Raagten zal door Woningstichting Laarbeek bebouwd worden met woningen.
Weth.Buter
Beleid & Projecten
12-2014
Er is een nieuwe overeenkomst met de Woningstichting Laarbeek gesloten. De gronden blijven in eigendom van de gemeente.
Voorzieningencluster; kern Lieshout Oplevering nieuwbouw BS de Fontein, kinderopvang Spring.
Weth.Buter
Beleid & Projecten
1-2014
De oplevering heeft plaatsgevonden op 13 december 2013. De ingebruikname is gerealiseerd in januari 2014. Verplaatsen van de tijdelijke huisvesting basisschool de Fontein naar Lijsterstraat in Aarle-Rixtel, waar het gebouw dienst zal doen als tijdelijk onderkomen voor basisschool de Heindert en kindcentrum Klimop. Sloop resterende deel tijdelijke huisvesting de Fontein en verkoop van het terrein aan Woningstichting Laarbeek.
Weth.Buter
Beleid & Projecten
5-2014
De afwerking van de tijdelijke huisvesting is gerealiseerd. Weth.Buter
Beleid & Projecten
De sloop is gerealiseerd.
4-2014
74
Voorzieningencluster; kern Aarle-Rixtel Start nieuwbouw voor BS de Heindert, OBS de Driehoek, Fides kinderopvang en Spring peuterspeelzaal. Oplevering nieuwbouw voor BS de Heindert, OBS de Driehoek, Fides kinderopvang en Spring peuterspeelzaal. Oplevering gerenoveerde gymzaal Schoolstraat.
Weth.Buter
Beleid & Projecten
6-2015
De bouwwerkzaamheden zijn gestart in mei 2014. Weth.Buter
Beleid & Projecten
9-2015
De oplevering is gepland voor november 2015. Weth.Buter
Beleid & Projecten
9-2015
Is tegelijkertijd gepland met de nieuwbouw van BS de Heindert, OBS de Driehoek, Fides kinderopvang en Spring peuterzaal. Overig Ontwikkeling TOP’s (toevallige Ontmoeting Plekken).
Weth.Briels
Beleid & Projecten
12-2014
Het project is formeel stopgezet doordat de provincie de aangevraagde subsidie voor het projectplan heeft afgewezen. Via informele kanalen wordt samen met de Dorpsraden getracht om de sociale interactie te bevorderen. Dit heeft echter nog niet geleid tot concrete acties. Het voorzieningenniveau levert aantoonbaar een positieve bijdrage aan de versterking van de leefbaarheid in de kernen. (begroting 2013) Indicator
Meetbaar doel
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Weth.Briels
Beleid & Projecten
12-2014
Aantal binnenkomende
Het creëren van een sluitend netwerk rondom de individuele burger
vragen bij de dorpsonder-
waarbinnen rondom welzijn, zorg, jeugd en arbeid een juiste toeleiding
In 2014 zijn de voorbereidingen getroffen voor het wijkteam
steuners.
van vraag naar (in)formeel aanbod kan plaatsvinden.
Aarle-Rixtel. Dit team is geschoold en reeds gestart. Vanuit het team wordt een lijntje gelegd naar het informele circuit, het welzijnswerk, maatschappelijk werk, Peel 6.1 en medisch domein. Op basis van de ervaring in Aarle-Rixtel wordt in 2015 een uitrol naar de andere kernen gemaakt. Als voorloper op de wijkteams, zijn in alle kernen dorpsondersteuners gepositioneerd. Het aantal vragen is toegenomen. Dit zou kunnen duiden op een betere positionering.
Aantal activiteiten, taken
Aantal activiteiten, taken en functies dat uitgevoerd wordt in en vanuit
en functies, dat uitgevoerd
de gemeenschapshuizen neemt toe met 3 nieuwe activiteiten/functies.
wordt in en vanuit de ge-
Weth.Buter
Beleid & Projecten
12-2014
Dit maakt onderdeel uit van de contractafspraken met de brede welzijnsorganisatie De Vierbinden. De verslaglegging
75
meenschapshuizen. Winkelbestand.
hierover vindt achteraf plaats in 2015. Detailhandelsnota uit 2000 wordt geactualiseerd.
Burgemeester
Beleid & Projecten
12-2014
Ter voorbereiding op de nieuwe retailnota heeft een analyse plaatsgevonden van de retail in Laarbeek. Deze analyse wordt gebruikt om in 2015 een nieuwe nota op te stellen. Aantal nieuwe meldin-
Passend zorgarrangement samenstellen en realiseren.
Weth.Briels
Beleid & Projecten
1-2015
gen/aanvragen en herin-
Naar aanleiding van het regeerakkoord zal de transitie AWBZ
dicaties begeleiding WMO.
pas per 1 januari 2015 inwerking treden. Indicaties zullen waarschijnlijk al per 1 november 2014 door gemeenten moeten worden uitgevoerd.
Een duurzame economische ontwikkeling van de gemeente en versterking sociaaleconomische ontwikkelingen en arbeidsmarkt. (begroting 2014) Indicator
Meetbaar doel
Toename middensegment
Aandeel middensegment van 2,75% naar 3,25% (ongeveer 10 bedrij-
bedrijven (20-100 werk-
ven).
zame personen).
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Burgemeester
Beleid & Projecten
12-2014
De toename van het middensegment bedrijven is sterk afhankelijk van economische situatie. Door aanhoudende malaise in juist de sectoren die veel in Laarbeek voorkomen, is het aantal arbeidsplaatsen per bedrijf afgenomen. Door de vestiging van regionale bedrijven is een nog grotere afname voorkomen.
Laarbeek regionaal in
Naast bedrijven uit eigen gemeente ook regionale bedrijven die de pro-
beeld als vestigingslocatie.
ductiestructuur versterken faciliteren in Laarbeek.
Burgemeester
Beleid & Projecten
12-2014
In 2013 hebben zich al een aantal regionale bedrijven gevestigd op Bemmer IV, waaronder Ilfari, ebm-Papst en Mymicro. In 2014 hebben zich nog geen nieuwe kandidaten gemeld. De gemeente acquireert niet actief bij bedrijven in de regio. Een partij die ook namens de gemeentes regionaal nieuwe bedrijvigheid aantrekt is Brainport Development. Dit beperkt zich nog teveel rondom Eindhoven. De Peel wil in 2015 deze organisatie ook voor De Peel inzetten.
76
Een duurzame economische ontwikkeling van de gemeente en versterking sociaaleconomische ontwikkelingen en arbeidsmarkt. (begroting 2013) Indicator
Meetbaar doel
Groeiend aandeel van de
Continuïteit vanuit 2012 in de realisatie van toeristisch-recreatieve pro-
recreatieve sector in de
jecten.
arbeidsmarkt.
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Weth.Briels
Beleid & Projecten
12-2014
De volgende aanvragen/informatieverzoeken zijn tot nu toe ingekomen: Boerderijwinkel bij schapenfokkerij in Beek en Donk, camping voor campers op de Heikant, Paintballterrein Bakelseweg, wandelroute ‘Pak de Biezen’, Bed & Breakfast Ptr. Eustachiuslaan 15 te Aarle-Rixtel.
Toegankelijkheid arbeids-
Toename deelname aan de arbeidsmarkt door Atlantgroep ten opzichte
markt.
van 2012.
Weth.Buter
Beleid & Projecten
12-2014
De bedrijven die in 2013 aan de excursie bij de Atlantgroep hebben deelgenomen, zijn daarna actief benaderd door economische zaken. Een aantal heeft een traject met de Atlantgroep opgestart.
In het kader van de Participatiewet en de huidige Wwb zetten de ge-
Weth.Buter
Beleid & Projecten
1-2015
meenten in het Werkplein Helmond in op het bevorderen van uitstroom
Enkele werkgeversprojecten in Helmond bieden hiertoe mo-
van cliënten naar reguliere arbeidsplaatsen bij werkgevers.
gelijkheden. De Participatiewet zet daarbij het instrument van loonkostensubsidie in om uitkeringsgerechtigden aan regulier werk te helpen. Deze groep is zelf niet in staat om minimaal het minimumloon te verdienen. Een tweede instrument is het gebruik van de no riskpolis om het ziekterisico bij werkgevers af te dekken. Daarnaast kan van uitkeringsgerechtigden een tegenprestatie voor hun recht op een bijstandsuitkering gevraagd worden. Het heeft de voorkeur om zoveel mogelijk lokaal invulling te geven aan de tegenprestatie, waarbij wel meegenomen dient te worden dat de tegenprestatie geen compensatie mag zijn voor bezuinigingen op regulier personeel of concurrentie mag vormen voor vrijwilligerswerk. Onder de Participatiewet verandert de visie op het verkrijgen van een bijstandsuitkering. Uitgangspunt zal namelijk het motto ‘werk boven inkomen’ zijn. Vanuit dit uitgangs-
77
punt heeft het rijk aangegeven, dat:
De nadruk niet meer kan liggen op het inzetten van uitgebreide re-integratietrajecten ten behoeve van bijstandsgerechtigden;
De gemeenten moeten inzetten op het vaststellen van de loonwaarde, die iedere cliënt heeft. In het verlengde daarvan stelt de gemeente aan werkgevers uit het BUIG-budget (het deel waaruit de gemeente de uitkeringen betaalt) loonkostensubsidie beschikbaar en heeft daarom geen groot re-integratiebudget nodig;
Voor niet-arbeidsgerelateerde trajecten moet de gemeente in het kader van de drie transities aansluiting zoeken bij de werkvelden van de WMO en Jeugdzorg.
In 2014 is er sprake van een tekort op het Participatiebudget. Dit is veroorzaakt door afspraken uit 2011. Met het management van het Werkplein heeft overleg plaatsgevonden om intern op het Werkplein de regie op uitgaven voor de gemeente Laarbeek te vergroten en budgettaire risico’s uit te sluiten in 2015 en volgende jaren. Er vindt nog overleg plaats over de financiële consequenties voor het jaar 2014. Een divers en uitgebreid vrijetijdsaanbod maakt Laarbeek tot een aantrekkelijke gemeente om te wonen, te bezoeken ne te verblijven en leidt tot hogere bestedingen van bezoekers van Laarbeek. (begroting 2014) Indicator
Meetbaar doel
Naamsbekendheid Water-
Realisatie van beeldmerk voor de positionering Laarbeek als Waterpoort
poort van de Peel binnen
van de Peel.
en buiten Laarbeek.
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Burgemeester
Beleid & Projecten
12-2014
De planvorming voor het uitrollen van het thema is goedgekeurd door het college. Het zichtbaar maken van onze positionering als Waterpoort van de Peel wordt meegenomen in een algehele herziening van de gemeentelijke huisstijl.
78
Draagvlak van het thema
Adoptie van het thema door ondernemers, maatschappelijke organisa-
bij ondernemers, maat-
ties en verenigingen.
Weth.Briels
Beleid & Projecten
12-2014
De betrokkenheid van het werkveld (zowel maatschappelijk
schappelijke organisaties
als commercieel) is expliciet meegenomen in de planvor-
en verenigingen.
ming voor het programma ‘Laarbeek, Waterpoort van de Peel’ en zal in de uitvoering van de projecten nader gestalte moeten krijgen. VVV Laarbeek heeft het thema inmiddels al vermeld op haar briefpapier en de homepage www.vvvlaarbeek.nl. Ook bij de deelnemers van Juni Watermaand (o.a. verenigingen en de gemeente Helmond) zit het thema tussen de oren en wordt het gedragen. In opvolgende jaren zal ‘adoptie van het thema’ onder de aandacht blijven. Uitvoering programma: ‘Laarbeek, Waterpoort van de Peel’.
Weth.Briels
Beleid & Projecten
12-2014
De planvorming voor het uitrollen van het thema is gereed en op 4 februari 2014 vastgesteld door het college. Verschillende projecten in het kader van Waterpoort van de Peel zijn uitgevoerd en afgerond, andere projecten worden verder uitgewerkt en variëren van Waterboulevard tot verplaatsing van de blauwe kraan van Thibo. Realisatie van minstens één project dat inhoud geeft aan het thema.
Weth.Briels
Beleid & Projecten
12-2014
Het programma ‘Laarbeek, Waterpoort van de Peel’ behelst een groot aantal projecten en werkzaamheden, waaronder het educatiebord over de functie van de kanalen in de tweede wereldoorlog en de juni Watermaand. Het programma voor Juni Watermaand is vastgesteld door het college en de plaatsing van het educatiebord ‘Operatie Chastise’ heeft plaatsgevonden op 16 mei. Gerealiseerde projecten
Vasthouden van het huidige aantal evenementenbezoekers en stimule-
binnen het programma
ren van nieuwe evenementen door helder en stimulerend evenementen-
Vanuit ‘Laarbeek, Waterpoort van de Peel’ wordt ingezet op
Laarbeek, Waterpoort van
beleid.
de evenementen in de Juni Watermaand, dat inmiddels is
de Peel.
Weth.Briels
Beleid & Projecten
12-2014
uitgevoerd. Daarnaast worden particuliere initiatieven verwelkomd. Door een herziening van het bestemmingsplan
79
Buitengebied wordt een duurzame oplossing gecreëerd voor het evenemententerrein ‘Wish’. Het plan is op 6 november 2014 door de raad ongewijzigd vastgesteld en bevat voorwaarden verbonden aan de organisatie van een evenement. Het plan maakt de continuering van dit jaarlijkse festival mogelijk. Ondersteuning van actief
Drie begeleide particuliere initiatieven.
Weth.Briels
Beleid & Projecten
12-2014
burgerschap: particuliere
In 2014 zijn de volgende particuliere initiatieven ontwik-
initiatieven.
keld: wandelroute Pak de Biezen (Brabantse Kluis i.s.m. Staatsbosbeheer en IVN Laarbeek), B&B De Tomaat, digitale informatiezuilen in alle kernen door VVV Laarbeek, Bed & Breakfast Ginderdoor 37 te Mariahout, Bed & Breakfast Donkervoortsestraat 3 te Beek en Donk. Verder zijn er nog diverse initiatieven in oriënterende fase ingediend.
Toerisme en recreatie moeten de bekendheid van Laarbeek vergroten; tevens zullen de toeristische activiteiten ook aantrekkelijk zijn voor de inwoners van Laarbeek. (begroting 2013) Indicator
Meetbaar doel
Helder en stimulerend
Vasthouden van het huidige aantal evenementenbezoekers en stimule-
evenementenbeleid.
ren van nieuwe evenementen.
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Weth.Briels
Beleid & Projecten
6-2014
Het beleid is enerzijds gericht op het bevorderen van de veiligheid met betrekking tot evenementen, anderzijds richt het zich op de mogelijkheid tot groei van evenementen.
De landschappelijke en cultuurhistorische waarde in het buitengebied behouden en bevorderen. (begroting 2014) Indicator
Behoud van het areaal bos
Meetbaar doel
Het aantal m² bos en natuur neemt niet af.
en natuur.
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Weth.Meulensteen
Beleid & Projecten
12-2014
2
Het aantal m bos en natuur is tot op heden niet verminderd en zal naar verwachting in de nabije toekomst ook niet verminderen.
Aantal m² gerealiseerde
Toename met 10.000 m² ecologische verbindingszone ten opzichte van
ecologische verbindings-
2013.
zone.
Weth.Meulensteen
Beleid & Projecten
12-2014
2
Er is een toename van 21.000 m ecologische verbindingszone ten opzichte van 2013 gerealiseerd. Het betreft de uit-
80
breiding van de EVZ Goorloop-Voorbeemd. Daarnaast komt er in 2015 bij de Goorloop-Croy ongeveer 3,5 hectare EVZ bij, waarvan zo’n 2,5 hectare op Laarbeeks grondgebied. Het kavelruilproject verkeert in een afrondende fase en de voorbereidingen voor de inrichting zijn gestart. Aantal uitvoeringspro-
Minimaal 3 uitvoeringsprojecten uit het Landschapsontwikkelingsplan
jecten uit het Landschaps-
opgestart.
ontwikkelingsplan.
Weth.Meulensteen
Beleid & Projecten
12-2014
Er zijn in 2014 5 uitvoeringsprojecten uitgevoerd. Het betreft akkerranden, natuurmonitoring, poelenproject, het snoeien van hoogstamfruitbomen en de vervanging van diverse populierenlanen door gebiedseigen soorten.
Mate van biodiversiteit.
De afname van het aantal plant- en diersoorten wordt gestopt.
Weth.Meulensteen
Beleid & Projecten
12-2014
De natuurmonitoring is ook in 2014 met behulp van vrijwilligers van het IVN Laarbeek uitgevoerd. In 2014 is een rapportage gemaakt en gepresenteerd aan de commissie BOR. Streven is om elk jaar te monitoren en om elke raadsperiode een rapportage te verzorgen. In 2014 werd een methodiek ontwikkeld om monitoringsresultaten uit meerdere jaren met elkaar te kunnen vergelijken. Op die manier kunnen we voortaan ook voor- of achteruitgang van plant- en diersoorten vaststellen en daarmee de effectiviteit van beleid. Deze methodiek wordt in de eerste helft van 2015 opgeleverd. Iedere bewoner van Laarbeek in staat stellen te kunnen participeren in de maatschappij. Niemand zal sociaal worden uitgesloten. (begroting 2014) Indicator
Peelsamenwerking
Meetbaar doel
Binnen de Peelsamenwerking wordt uitvoering gegeven aan de transities AWBZ, Jeugdzorg en Participatiewet.
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Weth.Briels
Beleid & Projecten
1-2015
De transities dienen vanaf 1 januari 2015 op gemeentelijk niveau geïmplementeerd te zijn. Vooruitlopende op deze datum wordt reeds met de ambulante Jeugdzorg op SREniveau ‘proefgedraaid’ (de versnelling). Gemeenten zijn dan voor dit onderdeel al bestuurlijk en financieel verantwoordelijk. Per 1 juli 2014 werken de WMO-consulenten vanuit Peel
81
6.1. Per 1 januari 2015 wordt de regionale toegang tot vormen van jeugdhulp uitgevoerd door jeugdconsulenten. Een van de belangrijkste succesfactoren is de wijze waarop de uitvoeringsorganisatie aansluiting realiseert op het lokale veld. Behoefte inventarisatie en
Het onderzoek wordt uitgevoerd in 2014.
Weth.Buter
Beleid & Projecten
1-2015
haalbaarheidsonderzoek
In maart 2014 is gestart met een project gericht op het ko-
algemene voorzieningen.
men tot praktische verbetervoorstellen met betrekking tot de exploitatie en het beheer van gemeenschapshuizen, sporthallen en gymzalen in Laarbeek. Het onderzoek is gereed.
Met professionals wordt de
Met professionals worden resultaatafspraken gemaakt.
Weth.Briels
Beleid & Projecten
12-2014
werkwijze afgestemd van
In 2014 is het proces opgestart met aanbieders van zorg om
één kind, één gezin dus
te komen tot resultaatafspraken die het doel van de trans-
één plan.
formatie dekken. Voor de op peelniveau ingekochte vormen van zorg wordt dat in 2015 op Peelniveau voortgezet. Voor de lokaal ingekochte vormen van zorg wordt hier lokaal aan gewerkt. Het aantal hulpverleners in multi-probleemgezinnen neemt af.
Weth.Briels
Beleid & Projecten
12-2014
In het proces dat in 2014 start en in 2015 zijn beslag zal krijgen wordt er naar gestreefd om de hulpverlening onder andere vorm te geven op basis van het uitgangspunt één gezin, één plan, één coördinator. Inzet buurtsportcoach.
Voor minimaal twee doelgroepen uit het programma ‘Sport en bewegen
Weth.Briels
Beleid & Projecten
12-2014
in de Buurt’ zijn er activiteiten, bij voorkeur op eigen (burger)initiatief.
In 2014 zijn buurtverenigingen gestimuleerd tot het opne-
Een daarvan is structureel.
men van sportieve activiteiten in hun jaarprogramma. Mi-
nimaregelingen werden onder de aandacht gebracht bij huishoudens met een minimum inkomen, met als doel dat kinderen kunnen gaan sporten. Scholen werden gestimuleerd om mee te doen aan de Koningsspelen. Meerdere malen is aandacht besteed aan het stimuleren van het gebruik van trimbanen en inwoners werden geatten-
82
deerd op mogelijkheden met betrekking tot burgerinitiatieven op het gebied van sport en bewegen. Er is een overzicht van sport en beweegaanbod, voor samenwerking en doorverwijzing met o.m. zorg en onderwijs.
Weth.Briels
Beleid & Projecten
12-2013
De ‘Wegwijzer voeding en bewegen’ is beschikbaar via www.gezondheidsrace.nl. In 2014 worden zorg en onderwijs aangemoedigd om gebruik te maken van de wegwijzer.
Iedere bewoner van Laarbeek in staat stellen te kunnen participeren in de maatschappij. Niemand zal sociaal worden uitgesloten. (begroting 2013) Indicator
Meetbaar doel
Aantal (gesubsidieerde)
Aantal burgerinitiatieven op terrein van leefbaarheid en gezondheidsbe-
burgerinitiatieven.
vordering neemt toe ten opzichte van 2012.
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Weth.Briels
Beleid & Projecten
12-2014
De dorpsraden hebben veel initiatieven ondersteund. Daarnaast heeft ook de gemeente burgerinitiatieven ondersteund, zoals de vorming van een zelfhulpgroep en wordt het opstarten van buurthulp nader uitgerold. Ook vanuit de Gezondheidsrace zijn weer veel vernieuwende activiteiten georganiseerd (www.gezondheidsrace.nl).
Aanwezigheid van multi-
De nabijheid van zorg in de wijk voor kwetsbare groepen neemt toe ten
disciplinair wijkteam oude-
opzichte van 2012.
Weth.Briels
Beleid & Projecten
12-2014
Dit maakt onderdeel uit van de pilot Zorg Dichtbij. Dit heeft
ren. Geregistreerde inzet
geleid tot een vorming van een multidisciplinair wijkteam
van informele zorg.
dat de verbinding legt tussen het medische en sociale domein. De wijkverpleegkundige maakt deel uit van dit team. Om het team in dit omdenken te faciliteren, hebben zij een scholing aangeboden (GG-methode) gekregen, waarin zij hebben geleerd hoe je een cliënt kunt motiveren om met eigen (gezondheids)doelen aan de slag te gaan. In AarleRixtel is dit team op 1 januari 2015 daadwerkelijk gestart.
Aantal gebruikers algeme-
Het algemeen/collectief voorzieningenaanbod voor mensen met een be-
ne/collectieve voorzienin-
perking neemt toe ten opzichte van 2012.
gen.
Weth.Briels
Beleid & Projecten
12-2014
Naar behoefte faciliteert Vierbinden bij het opzetten van nieuwe voorzieningen en (dagbestedings)activiteiten. De dorpsondersteuners spelen daarin een belangrijke rol. Er zijn diverse projecten in oprichting/gestart: kledingbank, digitale ruildienst en lotgenotencontacten. In de ophaalsessies
83
voor het nieuwe Wmo-beleidsplan zijn veel suggesties genoemd, die richting 2015 nader uitgewerkt worden. Aantal digitale aanvragen.
De toegang tot digitale informatievoorziening Wmo wordt verbeterd.
Weth.Briels
Beleid & Projecten
12-2015
Binnen de peelregio is een proeftuin informele zorg voorbereid. Dit is een project waarbinnen kleinschalige innovatieve hulpmiddelen worden uitgerold in de Peelgemeenten. Duur van de pilot is 2 jaar. Eind oktober heeft de lancering plaats gevonden van de website ‘Laarbeek voor Elkaar’. Op deze site zijn in totaal per maand ongeveer 95 hulpvragen uitgezet en 25 hulpaanbieders actief. De periode is nog te kort om daar conclusies aan te verbinden. Daarnaast worden voorbereiding getroffen tot Guido Laarbeek. Adequate huisvesting en integratie van inwoners van niet-Nederlandse afkomst. (begroting 2014) Indicator
Inburgeringsniveau.
Meetbaar doel
90% realisering geraamde trajecten.
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Weth.Buter
Beleid & Projecten
12-2014
Vanaf 1-1-2013 zijn inburgeringsplichtigen zelf verantwoordelijk voor hun inburgering. Alleen voor mensen die voor 11-2013 inburgering plichtig waren, heeft de gemeente nog een plicht. Een drietal inburgeringstrajecten lopen nog door tot in 2014. Daarnaast ontvangt de gemeente Laarbeek voor 2014 e.v. € 390,- per inburgering plichtige voor handhaving (totaal € 11.321,-) Taakstelling huisvesting statushouders.
100% realisering geraamde trajecten.
Weth.Buter
Beleid & Projecten
12-2014
De taakstelling over het gehele jaar 2014 is inmiddels bekend: 21 statushouders. Op 1 oktober 2014 is hiervan reeds een 20-tal statushouders gehuisvest, resteert er nog één. Gelet op het bekend geworden woningaanbod zal ook deze laatste statushouder gehuisvest worden in 2014.
84
De samenwerking bevorderen tussen maatschappelijke- en welzijnsorganisaties om effectiever en efficiënter te werken en daardoor tot betere resultaten te komen. (begroting 2014) Indicator
Meetbaar doel
Aantal informele zorg ini-
In elke kern is een netwerk actief waarin de leefdomeinen wonen, zorg
tiatieven.
en welzijn zijn vertegenwoordigd.
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Weth.Briels
Beleid & Projecten
12-2014
De dorpsondersteuners hebben een taak in het aanjagen van informele zorg. Zij maken deel uit van een netwerk/wijkteam. Het lukt het dorpsondersteuners steeds vaker om het netwerk in te zetten. Een onderbouwing hiervan volgt uit het jaarverslag over 2014. In Aarle-Rixtel is een wijkteam operationeel. In de loop van 2015 krijgen ook de andere kernen een dergelijk team.
Met de welzijnsorganisa-
De resultaatafspraken worden benoemd in de contractafspraken met
ties zijn resultaatafspra-
professionele instellingen.
Weth.Briels
Beleid & Projecten
12-2014
Alle lokale gesubsidieerde instellingen hebben in hun op-
ken gemaakt over het
drachtverlening staan dat zij risicogericht dienen te werken,
mobiliseren van het infor-
uit dienen te gaan van het principe één gezin, één plan, de
mele circuit en het ver-
zelfredzaamheid van burgers stimuleren, de zorg daar waar
strekken van de eigen
mogelijk dichtbij organiseren en een verbinding leggen met
kracht (zelf redzaamheid).
het sociale netwerk van de cliënt. Om professionals in dit ‘omdenken’ te faciliteren, krijgen zij een scholing aangeboden (GG-methode) waarin zij leren hoe een cliënt te motiveren om met eigen (gezondheids)doelen aan de slag te gaan.
Lasten Baten Saldo (exclusief reserve mutaties) Reservemutatie Saldo (inclusief reserve mutaties)
primitieve raming 2014 16.390.680 7.489.490 -8.901.190 2.469.849 -6.431.341
actuele raming 2014 21.509.002 13.196.209 -8.312.793 2.090.043 -6.222.750
realisatie 2014 24.763.200 15.778.015 -8.985.185 3.329.157 -5.656.028
85
Programma 5
Burger als wijk- / dorpsbewoner
Wat wilden we bereiken en wat hebben we daarvoor gedaan ? Maatschappelijke effecten
Een effectieve en efficiënte inrichting en idem beheer van de openbare ruimte in overleg met de betrokken inwoners. De openbare ruimte is goed toegankelijk (voor ouderen en mensen met een beperking). (begroting 2014) Indicator
Meetbaar doel
Aantal meldingen via het
Het aantal terugkerende meldingen (met betrekking tot de openbare
KCC.
ruimte) is niet hoger dan in 2013.
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Weth.van Zeeland
Onderhoud & Middelen
continu
In 2013 is overgegaan naar het MOR-systeem (= meldingen openbare ruimten) van Dimpact, waaruit op dit moment geen management informatie beschikbaar is. Wanneer de klachten over de hele linie en het hele jaar bekeken worden, bestaat het gevoel dat het aantal terugkerende klachten niet hoger is dan vorig jaar.
Afhandelen meldingen.
85% van de meldingen (met betrekking tot de openbare ruimte) wordt binnen 5 werkdagen verholpen.
Weth.van Zeeland
Onderhoud & Middelen
continu
In 2013 is overgegaan naar het MOR-systeem (= meldingen openbare ruimten) van Dimpact, waaruit op dit moment geen management informatie beschikbaar is. Wanneer de klachten over de hele linie bekeken worden, bestaat het gevoel dat verreweg het merendeel van de klachten in de openbare ruimten binnen de gestelde termijn worden verholpen.
Onderhoudsplannen.
Het onderhoud is uitgevoerd volgens de kwaliteit die omschreven werd in de diverse bestekken.
Weth.van Zeeland
Onderhoud & Middelen
12-2014
De kwaliteit zoals omschreven in de bestekken is leidend voor de wijze waarop het onderhoud wordt uitgevoerd. In het toezicht wordt hier ook op gecontroleerd.
Aantal gemeentelijke ge-
Bij nieuw- of verbouw van openbare gebouwen wordt altijd aandacht be-
bouwen wat gecertificeerd
steed aan toegankelijkheid.
is ‘Land zonder drempels’.
Weth.Buter
Onderhoud & Middelen
12-2014
Vormt een vast aandachtspunt bij nieuw- en of verbouw van openbare gebouwen.
86
Een effectieve en efficiënte inrichting en idem beheer van de openbare ruimte in overleg met de betrokken inwoners. De openbare ruimte is goed toegankelijk (voor ouderen en mensen met een beperking). (begroting 2013) Indicator
Integraal beleidsplan
Meetbaar doel
Vastgesteld Integraal beleidsplan openbare ruimte. (begroting 2010)
openbare ruimte.
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Weth.van Zeeland
Beleid & Projecten
12-2014
Er wordt naar gestreefd om dit plan actief met de raad en/of commissie te gaan maken. Zaken als gewenste kwaliteit, mate van participatie, differentiatie in onderhoudsniveaus moeten een plaats krijgen in deze fundamentele discussie. Inmiddels is een eerste aanzet gemaakt door een bezoek te brengen aan de gemeente Veghel waar een gelijksoortig initiatief is gestart in Boerdonk.
Een goede en veilige doorstroming van het verkeer. Groei van niet gemotoriseerd verkeer. (begroting 2014) Indicator
Meetbaar doel
Aantal
Aantal (brom)fietsongevallen met letsel verminderen met 10% in 2014
(brom)fietsongevallen met
ten opzichte van 2010.
letsel.
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Weth.van Zeeland
Beleid & Projecten
3-2015
Het grootste deel van de stijging van het aantal ernstig gewonden in het verkeer is te verklaren uit een toename van het aantal eenzijdige ongevallen onder oudere fietsers. Van alle ernstig gewonden in 2010 was 60% fietser. Hiervan bleek het in 86% om een eenzijdig ongeval te gaan. Hiervan was in de helft van alle gevallen was het slachtoffer ouder dan 54 jaar. De gemeenten Laarbeek heeft jaarlijks een budget beschikbaar voor mensgerichte verkeersveiligheid. Een deel hiervan wordt beschikbaar gesteld aan Vierbinden voor het organiseren van een cursus ‘Veilig Fietsen voor Senioren”. De cijfers over 2014 zullen begin 2015 beschikbaar zijn.
87
Stimuleren dat Laarbeekse jongeren in Laarbeek blijven wonen. (begroting 2014) Indicator
Aantal inwoners onder de
Meetbaar doel
Starterwoningen in de nieuwbouwprojecten.
30 jaar.
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Weth.van Zeeland
Beleid & Projecten
12-2014
In het plan De Hoge Regt zijn 10 starterswoningen gerealiseerd en opgeleverd. Afspraken woningstichting Laarbeek.
Weth.van Zeeland
Beleid & Projecten
12-2014
Met de Woningstichting zijn in 2014 prestatieafspraken gemaakt om invulling te geven aan de Woonvisie, waarbij rekening wordt gehouden met afspraken die gemaakt zijn in het kader van het woonakkoord. Door de Woningstichting worden huurwoningen voor de verkoop beschikbaar gesteld met een koopgarantregeling om deze aantrekkelijker te maken voor jongeren. Bouwen naar behoefte. (begroting 2014) Indicator
Match tussen vraag en aanbod.
Meetbaar doel
Bouwen conform vastgestelde woonvisie.
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Weth.van Zeeland
Beleid & Projecten
12-2014
De in 2012 vastgestelde woonvisie is leidend bij bouwprojecten en bouwafspraken tussen de gemeente en woningstichting. De economische situatie maakt het lastig om de Woonvisie op alle onderdelen te volgen. Voor 2014 staan volgens de woonvisie de volgende woningen gepland: De Hoge Suute 6, De Beekse Akkers 13, Nieuwenhof Noord 4, De Klumper/Nieuwstraat 24 en De Hoge Regt 22.
88
Beleidsvoornemens
Opstellen herinrichtingsplan Lieshoutseweg Beek en Donk. (begroting 2012) Omschrijving
De Lieshoutseweg is nu nog een randweg en wordt in de toekomst een dorpsas tussen Beek en De
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Weth.van Zeeland
Beleid & Projecten
12-2014
Beekse Akkers. Door de Lieshoutseweg als een laan in te richten, ontstaat een vriendelijke uitstraling
De provincie is gestart met een planstudie naar oplossingen.
naar beide zijden van de weg. Ook in het kader van het project 'Voorzieningencluster Beek' staan er
Hierbij wordt de verkeersvisie N615 geïntegreerd. Laarbeek
ontwikkelingen op de rol die reden zijn om eens kritisch te kijken naar de gewenste toekomstige in-
participeert met ingang van mei 2014 in de planstudie.
richting van de Lieshoutseweg. In de ruimtelijke onderbouwing bij het voorzieningencluster Beek is aangegeven dat de komgrens verlegd kan worden in de nabije toekomst. Ook is de vraag aan de orde of de bestaande bushalte aan 't Laar verplaatst kan worden naar de kruising op de hoek Muzenlaan-Lieshoutseweg. In de begroting 2012 is hiervoor een investeringsbedrag geraamd van € 35.000,-.
Lasten Baten Saldo (exclusief reserve mutaties) Reservemutatie Saldo (inclusief reserve mutaties)
primitieve raming 2014 13.592.621 1.921.286 -11.671.335 197.618 -11.473.717
actuele raming 2014 13.704.546 1.498.222 -12.206.324 171.771 -12.034.553
realisatie 2014 13.469.436 1.554.557 -11.914.879 155.669 -11.759.210
89
Programma 6
Burger als belastingbetaler
Wat wilden we bereiken en wat hebben we daarvoor gedaan ? Maatschappelijke effecten
Een gezonde financiële positie. (begroting 2014) Indicator
Oordeel provincie.
Meetbaar doel
Repressief provinciaal toezicht.
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Weth.Meulensteen
Onderhoud & Middelen
11-2014
De begroting 2015 is op 30 oktober 2014 behandeld in de raad, waarna deze is ingediend bij de provincie. In de begroting is de jaarschijf 2018 sluitend. De provincie heeft voor onze begroting dan ook wederom een verklaring afgegeven voor continuering van het repressieve provinciale toezicht op onze gemeente. Kanttekeningen die door de provincie gemaakt zijn bij taakstellingen of risico’s in onze begroting, zullen worden betrokken bij de opstelling van de kadernota 2016. Oordeel accountant.
Goedkeurende accountantsverklaring voor zowel getrouwheid als rechtmatigheid.
Weth.Meulensteen
Onderhoud & Middelen
6-2014
De accountant heeft een goedkeurende verklaring voor getrouwheid en rechtmatigheid voor de jaarrekening 2013 afgegeven.
Weerstandsvermogen.
Kwantificering van de risico’s.
Weth.Meulensteen
Onderhoud & Middelen
continu
De actualisatie van de risico’s inclusief kwantificering heeft begin 2014 plaatsgevonden. In de tweede helft van het jaar wordt ook bekeken wat er nodig is voor het management van de risico’s binnen de grondexploitatie. Hiervoor zijn concrete voorstellen opgenomen in het advies bij de bespreking van de Grondnota, zoals onder andere een Monte Carlo analyse. Deze analyse is inmiddels ook uitgevoerd.
90
Evenwichtige ontwikkeling van de lokale lastendruk. (begroting 2014) Indicator
Meetbaar doel
Ontwikkeling van de hoog-
De tariefontwikkeling is maximaal 2,62% (=1,12%, verhoogd met infla-
te van de rioolheffing.
tiecorrectie 1,5%).
Ontwikkeling van de hoog-
De tariefontwikkeling is maximaal 1,5% (= inflatiecorrectie).
te van de afvalstoffenhef-
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Weth.Meulensteen
Onderhoud & Middelen
11-2014
Met de vaststelling van de tarieven 2014 is dit gerealiseerd. Weth.Meulensteen
Beleid & Projecten
2014
Afhankelijk van het aanbod aan afval. Tarief staat vast.
fing. Ontwikkeling van de hoog-
De opbrengststijging is maximaal 3%.
te van de opbrengst OZB.
Weth.Meulensteen
Onderhoud & Middelen
11-2014
Met de vaststelling van de tarieven 2014 is dit gerealiseerd.
Efficiënte en effectieve bedrijfsvoering. Verbetering van de continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening. (begroting 2014) Indicator
Zaakgericht werken.
Meetbaar doel
In 2014 is de overgang naar Dimpact gerealiseerd.
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke
Planning
Portefeuillehouder
Pijler
(maand-jaar)
Burgemeester
Onderhoud & Middelen
12-2014
Eerst zal de overgang naar Dimpact door Gemert-Bakel plaatsvinden en daarna zal Laarbeek volgen. Gegeven de complexiteit en de benodigde voorbereidingstijd is de ingangsdatum voor Gemert-Bakel al meerdere malen naar achteren verschoven. Het ligt niet in de lijn der verwachtingen dat in 2015 door Laarbeek al overgegaan kan worden naar Dimpact, zaakgericht werken. Hiervoor moeten eerst cruciale onderdelen vanuit Dimpact gerealiseerd worden binnen het systeem, zoals bijvoorbeeld een digitale handtekening. Resultaatgericht werken.
Met elke medewerker zijn resultaten voor het jaar 2014 vastgelegd en worden gemonitord.
Weth. Buter
Onderhoud & Middelen
12-2014
Aan het begin van het jaar worden met alle medewerkers resultaatgesprekken gevoerd. De voortgang van de resultaten wordt in het midden van het jaar besproken, veelal in combinatie met het functioneringsgesprek. Aan het eind van het jaar wordt de realisatie van de afspraken geëvalueerd, vaak in combinatie met een beoordelingsgesprek. De gehanteerde systematiek is door het management in
91
samenspraak met de OR geëvalueerd om te komen tot implementatie van eventuele verbeteringen. Deze worden pas in 2016 geïmplementeerd, zodat 2015 gebruikt kan worden voor de nadere uitwerking van de verbetervoorstellen. Ziekteverzuim.
Het verzuim over het jaar 2014 blijft minimaal onder het landelijk gemiddelde en streven is onder de 4%.
Weth. Buter
Onderhoud & Middelen
12-2014
Het totaal ziekteverzuimpercentage over 2014 tot nu toe komt uit op 6,4%. Vorig jaar bedroeg dit nog 7,68%. Bij het vergelijken van deze percentages moet acht geslagen worden op het feit dat het vertrek van de vrijwillige brandweer zorgt voor een vertekend beeld. (Het aantal medewerkers wordt namelijk minder door dit vertrek, waardoor de bestaande langdurig zieken in de rekensom zorgen voor een relatief hoger percentage.) Er is sprake van een groot aantal langdurig zieken, waarvan de oorzaak niet werkgerelateerd is. Als speerpunt van het verzuimbeleid zijn door het management gesprekken met medewerkers gevoerd, die frequenter (> 3 keer) in een periode van 12 maanden verzuimen om oorzaken vroegtijdig te signaleren. Dit heeft geresulteerd in een daling van de verzuimfrequentie (= gemiddeld aantal verzuimmeldingen per werknemer) van 1,14 naar 0,84 en een relatief laag kort verzuim en laag middel verzuim. Het verzuimpercentage voor kort verzuim (< 7 dagen) is 0,52%, voor middel verzuim (7-42 dagen) bedraagt dit 0,59% en voor langdurig verzuim 5,29% (>42 dagen). Tezamen leidt dit derhalve tot een totaal ziekteverzuimpercentage van 6,4% over 2014 tot nu toe.
92
Vermindering eenper-
Er wordt een nieuwe inventarisatie opgesteld met daarbij behorende
soonsfuncties.
maatregelen om het aantal eenpersoonsfuncties te verminderen, dan wel
Eind 2014 is dit voorstel voorbereid en begin 2015 vastge-
achtervang te regelen.
steld.
Achtervang.
Weth. Buter
Voor de groep secretariaat en KCC zijn concrete afspraken gemaakt om elkaar te vervangen, zodat de dienstverlening is gewaarborgd.
Weth. Buter
Onderhoud & Middelen
Onderhoud & Middelen
Lasten Baten Saldo (exclusief reserve mutaties) Reservemutatie Saldo (inclusief reserve mutaties)
gereed
Concrete afspraken zijn gemaakt en de naleving wordt ook frequent geëvalueerd.
primitieve raming 2014 1.066.095 3.099.163 2.033.068 177.009 2.210.077
12-2014
actuele raming 2014 440.059 24.019.727 23.579.668 -50.082 23.529.586
realisatie 2014 1.275.304 28.357.087 27.081.783 -2.432.460 24.649.323
93
Kostenverdeelstaat
Lasten Baten Saldo (exclusief reserve mutaties) Reservemutatie Saldo (inclusief reserve mutaties)
primitieve raming 2014 16.595.490 16.595.490 0 -0 0
actuele raming 2014 15.922.745 15.922.745 0 -0 0
realisatie 2014 16.982.238 16.982.238 0 -0 0
94
Recapitulatie Programmarekening 2014
Programma 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Burger als kiezer Burger als klant Burger als inwoner Burger als partner Burger als wijk- /dorpsbewoner burger als belastingbetaler
lasten € 3.002.318 € 1.023.463 € 2.367.118 € 26.073.074 € 13.716.372 € 4.552.655
baten € 173.686 € 357.747 € 161.872 € 20.417.046 € 1.957.162 € 29.201.978
Saldo -€ 2.828.632 -€ 665.716 -€ 2.205.246 -€ 5.656.028 -€ 11.759.210 € 24.649.323
€ 50.735.000
€ 52.269.491
€ 1.534.491
95
5. Jaarrekening 2014
5.1 Balans per 31 december
96
Activa
Vaste activa Immateriële vaste activa - Kosten van onderzoek en ontwikkeling
Ultimo 2014
309.840 309.840
Financiële vaste activa - Leningen aan: - deelnemingen - overige verbonden partijen - Overige langlopende leningen u/g - Overige uitzettingen met looptijd > 1 jaar - Bijdragen aan activa in eigendom van derden
Uitzettingen met een looptijd korter dan een jaar - Vorderingen op openbare lichamen - Overige vorderingen - rekening courant Exploitatiemij De Hoge Regt - uitzetting in 's Rijks schatkist Liquide middelen - Kassaldi - Banksaldi
Overlopende activa - Nog te ontvangen posten
45.103.825
8.083.553 35.386.225
7.189.856 35.471.794
1.611.745
2.442.175 6.185.401
4.554.309 727.702 211.258 692.132 0
Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden - Gronden en hulpstoffen: - niet in exploitatie genomen gronden - diverse gronden - overige grond- en hulpstoffen - Onderhanden werk inzake grondexploitatie
319.905 319.905
45.081.523
Materiële vaste activa - Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven - Overige investeringen met een economisch nut - Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
Ultimo 2013
6.402.258 4.564.473 848.986 217.877 770.922 0
51.576.764
51.825.987
31.204.985
26.036.302
1.839.469 364.004 6.512 28.995.000
1.716.578 727.961 2.929 23.588.834 6.030.747
2.345.165 1.153.491 2.108 2.529.983
7.792.192 3.198.265 1.572.531 -3.604 3.025.000
3.354 3.354
36.197 8.862 27.335
1.950.737 1.950.737
1.596.061 1.596.061
Totaal vlottende activa
39.189.823
35.460.752
Totaal generaal
90.766.587
87.286.739
97
Passiva
Vaste passiva Eigen vermogen - Algemene reserve - Bestemmingsreserves - Nog te bestemmen resultaat
Voorzieningen - Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's - Onderhoudsegalisatievoorzieningen
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van een jaar of langer - Onderhandse leningen van: - binnenlandse banken en overige financiële instellingen - overige binnenlandse sectoren - Waarborgsommen
Ultimo 2014
45.412.988 10.481.494 33.397.003 1.534.491
5.891.247
Overlopende passiva - Nog te betalen posten - Vooruitontvangen bedragen - Kruisposten Totaal vlottende passiva Totaal generaal Waarborgsommen en garanties (x 1.000)
6.720.209 3.536.411 3.183.798
34.026.371
33.969.213 55.377 1.781
24.826.750
24.684.768 122.301 19.681
85.330.606
76.733.139
3.972.575 1.500.000 2.472.575
Liquide middelen - Banksaldi
45.186.180 8.892.080 35.225.949 1.068.151
3.924.647 1.966.600
Totaal vaste passiva Vlottende passiva Netto vlottende schulden met een looptijd korter dan een jaar - Kasgeldlening - Overige schulden
Ultimo 2013
8.595.607 5.500.000 3.095.607
116.974 116.974
954.139 954.139
1.346.432 1.123.347 223.085 0
1.003.854 915.585 87.506 763
5.435.981
10.553.600
90.766.587
87.286.739
36.889
51.034
98
5.2 Overzicht van baten en lasten
Raming begroting Programma Burger als kiezer Burger als klant Burger als inwoner Burger als partner Burger als wijk- / dorpsbewoner Burger als belastingbetaler totaal programma's
Baten 28.805 320.637 75.099 13.196.209 1.498.222 3.252.994 18.371.966
Lasten 2.712.191 991.566 2.375.094 21.509.002 13.704.546 440.059 41.732.458
Saldo -2.683.386 -670.929 -2.299.995 -8.312.793 -12.206.324 2.812.935 -23.360.492
Omschrijving algemene dekkingsmiddelen OZB Algemene uitkeringen Dividend Renteopbrengst van eigen vermogen Rente van voorzieningen Kosten geldleningen Saldo Financieringsfunctie totaal algemene dekkingsmiddelen
3.138.000 16.595.762 26.540 745.836 182.670
3.138.000 16.595.762 26.540 745.836 182.670
77.925 20.766.733
77.925 20.766.733
Onvoorzien -2.593.759
Gerealiseerd totaal van baten en lasten
Toevoeging/onttrekking aan reserves: Burger Burger Burger Burger Burger Burger
als als als als als als
kiezer klant inwoner partner wijk- / dorpsbewoner belastingbetaler
totaal mutaties reserves Gerealiseerd resultaat
435.483
120.950
314.533
105.784 3.346.606 346.356 692.144
1.256.563 174.585 742.226
105.784 2.090.043 171.771 -50.082
4.926.373
2.294.324
2.632.049 38.290
99
Realisatie begrotingsjaar Lasten
Baten 29.655 357.747 40.588 15.778.015 1.554.557 7.386.025 25.146.587
Saldo
2.992.318 1.023.463 2.367.118 24.763.200 13.469.436 1.275.304 45.890.839
3.145.515 16.818.460 12.642 600.825 226.296 7.001 160.323 20.971.062
-2.962.663 -665.716 -2.326.530 -8.985.185 -11.914.879 6.110.721 -20.744.252
3.145.515 16.818.460 12.642 600.825 226.296 7.001 160.323 20.971.062
226.810
144.031
10.000
134.031
121.284 4.639.031 402.605 844.891
1.309.874 246.936 3.277.351
121.284 3.329.157 155.669 -2.432.460
6.151.842
4.844.161
1.307.681 1.534.491
100
5.3.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft. Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als baten genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop zij betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen , dan wel schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (reorganisaties) dient wel een verplichting gevormd te worden. Vaste activa Artikel 59 BBV beschrijft het onderscheid tussen investeringen met uitsluitend maatschappelijk nut in de openbare ruimte en investeringen met een (beperkt) economisch nut. Investeringen die op enigerlei wijze kunnen leiden tot of bijdragen aan het verwerven van inkomsten zijn investeringen met economisch nut. De vraag of de investering geheel kan worden terugverdiend is niet relevant voor de classificatie. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- , dan wel vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in 5 jaar afgeschreven. De afschrijving van de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling vangt aan bij ingebruikneming van het gerelateerde materiële vast actief. Afsluitkosten van opgenomen geldleningen worden afgeschreven in de looptijd van de betrokken geldlening. Materiële vaste activa In erfpacht uitgegeven gronden De in erfpacht uitgegeven percelen zijn gewaardeerd tegen de uitgifteprijs (dit is de waarde die bij eerste uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking is genomen). Percelen waarvan de erfpacht eeuwigdurend is afgekocht zijn tegen een geringe registratiewaarde opgenomen. Overige investeringen met economisch nut Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Slijtende investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam zijn. In het begrotingsjaar heeft een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken. De afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de door de gemeenteraad vastgestelde "Financiële verordening gemeente Laarbeek". Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut. De infrastructurele werken in openbare ruimte, zoals wegen, pleinen, bruggen geactiveerd en afgeschreven. De ondergrond van deze werken wordt daarbij als integraal onderdeel van het werk beschouwd (en dus ook afgeschreven). Voor zover in voorkomende gevallen een snellere dekking mogelijk is, wordt op dergelijke activa overigens (resultaatafhankelijk) extra afgeschreven. De boekwaarden moeten dus nadrukkelijk als nog te
101
dekken investeringrestanten worden gezien. Financiële vast activa Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zonodig is een verwachte oninbaarheid in mindering gebracht. Participaties in het aandelenkapitaal van NV's en BV's (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijk afwaardering gelukkig niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt ruim boven de verkrijgingsprijs. Op grond van artikel 36 BBV worden in de balans onder de financiële vaste activa afzonderlijk opgenomen: Kapitaalverstrekking aan: - deelnemingen - gemeenschappelijke regelingen - overige verbonden partijen Langlopende leningen aan: - deelnemingen - woningcorporaties - overige verbonden partijen Overige langlopende leningen Overige uitzettingen met een rentetype looptijd van een jaar of langer Bijdragen aan activa in eigendom van derden Het begrip rentetype looptijd verdient een toelichting. Het gaat bij dit begrip om de definitie vanuit de Wet fido en is ingegeven door beheersing van renterisico's. De definitie luid: het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de leningsvoorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening beïnvloedbare constante rentevergoeding. Voor een uitzetting die een looptijd kent van tien jaar met een vaste rente, geldt dat deze altijd als vast activum dient te worden opgenomen ook al resteert er minder dat 1 jaar van de oorspronkelijke looptijd. Van een deelneming is krachtens artikel 1d BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV. Vlottende activa Voorraden De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, dan wel lagere marktwaarde. De overige grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd tegen standaard verrekenprijzen die zijn gebaseerd op de gemiddelde betaalde inkoopprijs. Verschillen tussen de standaard verrekenprijs en betaalde inkoopprijs worden als resultaat verantwoord. Incourante voorraden worden afgewaardeerd naar marktwaarde. De als "onderhanden werken" opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijpmaken), alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten. Winsten uit grondexploitatie worden slechts genomen indien en voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Zolang daarvan geen sprake is worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht. Gerede producten worden gewaardeerd tegen de kostprijs of tegen de marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de kostprijs. Dat laatste doet zich met name voor indien voorraden incourant worden. De kostprijs bestaat uit de verrekenprijzen van grond- en hulpstoffen en de loon- en machinekosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.
102
Liquide middelen en overlopende posten Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen. Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting , dan wel het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders is echter op de contante waarde van de toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. De onderhoudsegalisatievoorzieningen stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die ter zake geformuleerd zijn. In de paragraaf "onderhoud kapitaalgoederen" die is opgenomen in het jaarverslag is het beleid ter zake nader uiteengezet. Voorzieningen worden op grond van artikel 44 BBV gevormd door: a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op balansdatum onzeker is doch redelijkerwijs te schatten. b. bestaande risico's op balansdatum ter zake van verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijk te schatten is. c. kosten die in een volgend begrotingsjaar worden gemaakt maar de oorsprong hebben in het begrotingsjaar of een eerder begrotingsjaar en de voorziening strekt tot kostenegalisatie. d. van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. Vaste schulden Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van een jaar of langer. Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Borg- en garantiestellingen Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.
103
5.3.2 Toelichting op de balans per 31 december 2014
(bedragen X € 1.000,00)
Activa Vaste activa Immateriële vaste activa De post immateriële activa wordt onderscheiden in: Boekwaarde Kosten van onderzoek en ontwikkeling
Boekwaarde
1-1-2014
31-12-2014
320
310
320
310
Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de immateriële vast activa gedurende het jaar 2014. Boekwaarde 1-1-2014
Inves-
Desinves-
teringen
teringen
320
Kosten van onderzoek en ontwikkeling
483
Afschrijvingen
Boekwaarde 31-12-2014
53
440
310
Boekwaarde
Boekwaarde
1-1-2014
31-12-2014
Materiële vaste activa De materiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen:
- Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven - Overige investeringen met economisch nut - Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
7.190 35.472 2.442 45.104
8.083 35.387 1.612 45.082
De investeringen met economisch nut kunnen als volgt worden onderverdeeld: Boekwaarde 1-1-2014 Gronden en terreinen Woonruimten Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële activa
664 30 32.796 7.898 7 1.218 49 42.662
Investeringen
71
Desinvesteringen
2.179 579
Afschrijvingen
5 1.443 280 5 254 4 1.991
39 115
123 2.952
154
Boekwaarde 31-12-2014
735 25 33.493 8.082 2 1.087 45 43.469
De investeringen met maatschappelijk nut kunnen als volgt worden onderverdeeld: Boekwaarde 1-1-2014 Gronden en terreinen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Machines, apparaten en installaties,maatsch.nut Overige materiële vaste activa
2.465 6 -29 2.442
Investeringen
16 3.573 65 3.654
Desinvesteringen
Bijdrage derden
Afschrijvingen
2.085
16 2.347
8 2.093
28 2.391
Boekwaarde 31-12-2014
1.606 6 1.612
104
Financiële vaste activa Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het verslagjaar wordt in onderstaand overzicht weergegeven: Boekwaarde 1-1-2014
4.564 849 218 771
Langlopende leningen aan deelnemingen Langlopende leningen overig verbonden partijen Overige langlopende leningen Overige uitzettingen met looptijd >= 1 jaar Bijdragen aan activa van derden
6.402 Een nadere specificatie van de financiële activa is als volgt: Deelnemingen
Overige verbonden partijen Overige langlopende leningen Overige uitzettingen
Investeringen
Desinvesteringen
Aflossing/ afschrijving
10 121 44
38 97 135
79 6 95
91 256
Boekwaarde 31-12-2014
4.554 728 212 692 0 6.186
Boekwaarde Boekwaarde 1-1-2014 31-12-2014 10 2 2 43 43 9 9 4.500 4.500
Grootboekinschrijving Nationale Schuld Aandelen Brabant Water Aandelen BNG Aandelen SOK Laarsche Velden Noord Geldlening Exploitatiemij De Hoge Regt Deze geldlening dient contractueel door de tegenpartij in 2018 afgelost te worden. Vanwege de vertragingen aangaande de woningbouwuitgifte is het niet de verwachting, dat deze gelden in 2018 terugvloeien naar de gemeente. Of en wanneer de lening wordt afgelost is afhankelijk van de looptijd van het complex en het daaruit te verwachten resultaat. Gezien de onzekerheden hieromtrent is het college van mening dat op het moment van het opstellen van de jaarrekening er nog geen sprake is van een duurzame waardevermindering, zoals bedoelt in artikel 65 lid 1 van het BBV. Bouwfonds ivm overname HNG door BNG (hiertegenover 849 staat een bestemmingsreserve) Leningen personeel gemeente 218 Uitvoering startersleningen 771 6.402
728 212 692 6.186
105
Vlottende activa
Voorraden De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën: Boekwaarde
Boekwaarde
1-1-2014
31-12-2014
Gronden en hulpstoffen, gespecificeerd naar: -Niet in exploitatie genomen gronden -Diverse gronden
1.717
1.839
728
364
-Overige grond- en hulpstoffen -Onderhanden werk inzake grondexploitatie
3
7
23.589
28.995
26.036
31.205
Specificatie Niet in exploitatie genomen gronden: Oppervlakte
Boekwaarde
Inves-
Boekwaarde
Prijs per
m2
1-1-2014
teringen
31-12-2014
m2
Complex Nieuwenhof Noord Voorziening gevormd i.v.m niet sluiten exploitatie 12.914
2.310 593 1.717
123
1.839 1.839
142
Specificatie Diverse gronden: Kavel
Oppervlakte
Boekwaarde
Inves-
Verkopen/
Boekwaarde
Prijs per
m2
1-1-2014
teringen
afwaardering
31-12-2014
m2
Beek en Donk B.157
Pater de Leeuwstraat
11.257
24
24
B.2130
Pater de Leeuwstraat
15.060
93
93
6,21
I.974
Zwinkelweg
11.290
62
62
5,50
B.2283
Rietkampen
36
36
B.2284
Rietkampen
54
54
B.2285
Rietkampen
14
14
B.2287
Rietkampen
25
25
B.2293
Rietkampen
21
21
B.2306
Rietkampen
56
56
B.2310
Rietkampen
5
5
B.2318
Rietkampen
18
18
A.2119
Molenstraat
8.863
53
53
6,01
0
2,13
Aarle-Rixtel G.167
Bakelseweg
19.350
25
25
1,28
C.3171
Buizerdstraat
6.460
97
97
15,00
C.2288
Buizerdstraat
4.825
3
0,56
A.2896
Heinderdweg
77.105
3 144
728
5
8
142
372
Van de bouwgronden in exploitatie kan van het verloop in het verslagjaar het volgende overzicht worden gegeven: Boekwaarde InvesBaten Complex 1-1-2014 teringen Laarsche Velden 788 38 2 Beekseweg-Zuid 569 38 591 Beekse Akkers 7.510 1.082 307 Bedrijventerrein Bemmer fase 4 10.632 6.362 1.136 D'n Hoge Suute 2.779 154 285 Beekseweg-Zuid 1e herziening -7 0 Landbouwontwikkelingsgebied Mariahout 1.547 65 16 23.819 7.739 2.336 230 Voorzieningen gevormd i.v.m niet sluiten exploitaties 23.589 Totaal gecorrigeerde boekwaarde
7
364
Winstuitname
4,72
Boekwaarde 31-12-2014 824
-16 8.285 15.859 2.648 7 -9
1.596 29.212 217 28.995
Toelichting bouwgronden in exploitatie De waardering van de in exploitatie genomen gronden is gebaseerd op de inzichten van medio mei 2015 en de daarbij behorende inschatting van uitgangspunten, parameters en risico’s. Uiteraard betreft dit een inschatting die omgeven is door onzekerheden, die periodiek wordt herzien en waarbij de waardering in het komende jaar zowel positief als negatief kan uitvallen. Het college is van mening dat op basis van de huidige informatie en inzichten de beste schatting is gemaakt voor de waardering van de in exploitatie genomen gronden. De risico’s zijn nader toegelicht in de paragraaf Grondbeleid en de paragraaf Weerstandsvermogen in het jaarverslag en worden jaarlijks uitgebreid aan de raad gerapporteerd in de vorm van de grondnota. De grootste risico’s ten aanzien van de huidige schattingen en de mogelijke uitkomst daarvan zijn gelegen in de complexen Bemmer IV en Beekse Akkers, wat niet wegneemt dat ook in de andere complexen financiële risico’s voor de gemeente Laarbeek aanwezig zijn. Ten aanzien van de grootste complexen merken wij het volgende op: Bemmer IV De boekwaarde van het complex Bemmer IV bedraagt per 31 december 2014 € 15,9 miljoen, waarbij in totaliteit nog 18,5 hectare bedrijventerrein is uit te geven. Deze plancapaciteit van 18,5 ha (wat een opbrengstwaarde van € 26,1 miljoen vertegenwoordigd) is gepland om in de periode tot en met 2027 verkocht te worden. Indien er vertraging in deze afzet ontstaat dan heeft de gemeente nog een buffer ter hoogte van € 1,5 miljoen in de vorm van de met de raad afgesproken dotaties aan de bovenwijkse reserves en fondsen. Verdere vertraging leidt tot een beroep op de reserve grondexploitatierisico’s. Beekse Akkers De boekwaarde van het complex Beekse Akkers bedraagt per 31 december 2014 € 8,3 miljoen. De gemeente verwacht in de
106 periode tot 2030 met een jaarlijks ongeveer gelijkblijvend volume 220 woningen (wat een opbrengstwaarde van € 14,6 miljoen vertegenwoordigd) te verkopen. Indien er vertraging in deze afzet ontstaat dan heeft de gemeente nog een buffer ter hoogte van € 2,2 in de vorm van de met de raad afgesproken dotaties aan de bovenwijkse reserves en fondsen. Verdere vertraging leidt tot een beroep op de reserve grondexploitatierisico’s.
Uitzettingen korter dan een jaar De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van een jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden: Gecorrigeerd saldo Vorderingen op openbare lichamen Overige vorderingen Debiteuren Belastingdebiteuren Debiteuren sociale zaken Rekening courant Expl.mij De Hoge Regt BNG Schatkistbankieren
Saldo
1-1-2014 31-12-2014 3.198 2.345 1.043 636 344 367 186 710 -4 2 3.025 2.530 7.792 6.590
Voorziening Gecorrigeerd oninbaarheid saldo 31-12-2014 2.345 41 595 367 518 191 2 2.530 559 6.030
107
Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000) Verslagjaar 2014 (1) Drempelbedrag (2) (3a) = (1) > (2) (3b) = (2) > (1) (1) Berekening drempelbedrag Verslagjaar 2014 (4a) (4b) (4c) (1) = (4b)*0,0075 + (4c)*0,002 met een minimum van €250.000
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen Ruimte onder het drempelbedrag Overschrijding van het drempelbedrag
Begrotingstotaal verslagjaar Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat Drempelbedrag
279,82 Kwartaal 1 Kwartaal 2
Kwartaal 3
Kwartaal 4
233 94 396 167 47 186 ‐ 112 ‐ ‐ 116 ‐
37.309 37.309 ‐ 279,82
(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen Kwartaal 1 (5a) (5b) (2) ‐ (5a) / (5b)
Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aange‐ houden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil) Dagen in het kwartaal Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen
Kwartaal 2
Kwartaal 3
Kwartaal 4
20.957 8.577 36.427 15.399 90 91 92 92 233
94 396 167
Liquide middelen Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten: Kassaldo Banksaldi
Leges afdeling publiekszaken Bank Nederlandse Gemeenten Rabobank, beleggersrekening
Saldo 1-1-2014 31-12-2014 9 3 24 4 36 3
Overlopende activa De post overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden: Saldo 1-1-2014 31-12-2014 Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen
1.596
1.951
1.596
1.951
108
Passiva Eigen vermogen Het in de balans opgenomen Eigen Vermogen bestaat uit de volgende posten: Saldo 1-1-2014 Algemene reserve
31-12-2014
8.892
10.481
Bestemmingsreserves
35.226
33.397
Resultaat na bestemming
1.068 45.186
1.534 45.412
Het verloop in het verslagjaar wordt in onderstaand overzicht per reserve weergegeven. Saldo
Toe-
Onttrek-
Bestemming
Saldo
1-1-2014
voeging
kingen
resultaat
31-12-2014
2013 Algemene reserves Algemene reserve Algemene reserve ter dekking van financiële risico's
8.356 536 8.892
829 16 845
261 63 324
1.068
9.992 489 10.481
1.068
Toelichting algemene reserves Algemene reserve Doel: De ‘algemene reserve’ wordt gebruikt voor het opvangen van risico’s in de meest ruime zin. Naast het opvangen van algemene risico’s wordt de reserve in de toekomst voor een groot deel besteed aan het vernieuwen van de onderwijsgebouwen (voorzieningenclusters) in de verschillende kernen. Voeding: Allerlei incidentele voordelen (meevallers). De ‘algemene reserve’ wordt ook gevoed door overschotten in de jaarrekening waaraan geen bijzondere bestemming wordt gegeven. Mogelijke nadelige rekeningsaldi worden aan de ‘algemene reserve’ onttrokken. Gewenste omvang: Het minimale niveau van de ‘algemene reserve’ bedraagt de berekende weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit wisselt per jaar en bedraagt op dit moment ongeveer € 1.800.000,-. Algemene reserve ter dekking van financiële risico's Doel: Deze reserve dient de risico’s die de gemeente loopt te kunnen dekken. De reserve wordt gebruikt voor het opvangen van eenmalige financiële risico’s; voor structurele tegenvallers moet dekking worden gevonden binnen de begroting (exploitatie). Dit deel van de ‘algemene reserve’ is vrij besteedbaar, en kan daarom zonder gevolgen voor de begroting Voeding: Gewenste omvang:
worden aangewend voor het opvangen van incidentele tegenvallers. Aan deze reserve wordt jaarlijks rente toegevoegd. Het maximum voor deze reserve is door uw raad bepaald op € 1.000.000,-. Saldo 1-1-2014
Toevoeging
Onttrekkingen
Saldo 31-12-2014
Bestemmingsreserves Afschrijvingsreserves
24.132
-141
1.011
Incidenteel nieuw beleid
678
357
418
22.980 617
Reserve Verkoopsom HNG
849
121
728
Reserve Startersleningen
1.200
Reserve Grondexploitatierisico
3.750
123
533
420
13
13
420
1.154
37
93
1.098
Reserve Bovenwijkse voorzieningen Reserve Kwaliteitsverbetering buitengebied
1.200 3.340
Reserve BTW Compensatiefonds
66
2
33
35
Reserve Organisatieontwikkeling (pr.1)
88
13
2
99
105
3
13
95
46
1
Reserve Opwaardering Zuid-Willemsvaart
306
9
81
234
Reserve Reconstructiewet
258
8
-46
312
26
16
31
11
Reserve Monumentenbeleid
185
13
3
195
Reserve Volkshuisvesting
Reserve Kunst- en Cultuurfonds Reserve Welzijnsfonds
Reserve Landschapsontwikkelingsplan
47
502
15
Reserve Recreatie en toerisme
87
3
2
Reserve Sociale activering
52
2
8
46
120
24
40
104
Reserve Accommodatiebeleid
44
16
29
Reserve Bomenfonds
86
54
Reserve Huisvesting voortgezet onderwijs
69
Reserve Dorpsontwikkelingsplannnen
Reserve Voorzieningenclusters Laarbeek Reserve herstructurering Wsw
517
31 140
37 3.258
88
106 3.258
22
1
Reserve flexibele beloning
344
10
105
249
Reserve Opleidingen
307
9
28
288
Reserve NUP-gelden (e-overheid)
309
39
52
296
20
78
35.225
4.000
5.828
33.397
Reserve WW-verplichtingen Totaal bestemmingsreserves
23
98
109 Toelichting bestemmingsreserves Reserve Kapitaallasten nieuwbouw gemeentehuis Reserve Kapitaallasten nieuwbouw gemeentewerf Reserve Kapitaallasten aanpassingen gemeentehuis Reserve Kapitaallasten voorzieningencluster Beek Reserve Kapitaallasten nieuwbouw brandweerkazerne Lieshout Reserve Kapitaallasten realisatie Scouting Aarle-Rixtel Doel:
Bovenstaande reserves worden in stand gehouden ter dekking van de kapitaallasten van de bijhorende activa.
Voeding:
Goedkeuring door de gemeenteraad van het investeringskrediet.
Gewenste omvang:
De hoogte van deze reserve is gelijk aan de boekwaarde van deze activa.
Reserve Grondexploitatierisico Doel:
De ‘reserve Grondexploitatierisico’ fungeert als bedrijfsbuffer voor het opvangen van risico’s die inherent zijn aan de bouwgrondexploitatie.
Voeding:
Bij het realiseren van winst uit de diverse bestemmingsplannen wordt deze winst toegevoegd aan deze reserve. Verliezen worden uiteraard hieraan onttrokken. Daarnaast wordt jaarlijks rente aan deze reserve toegevoegd.
Gewenste omvang:
De provinciale richtlijn voor de hoogte van deze reserve is vervallen. Jaarlijks wordt bij de grondnota aangegeven wat de gewenste omvang van de reserve moet zijn. Het is gemeenten vrij om te bepalen hoe hoog de reserve moet zijn, de motivatie van de rekenmethode (nu 25% van de boekwaarde van de bouwgrond) wordt eveneens geboden bij de grondnota.
Reserve Bovenwijkse voorzieningen Doel:
De ‘reserve bovenwijkse voorzieningen’ biedt ruimte voor eenmalige dekking van investeringen, die vallen binnen de context van bovenwijkse voorzieningen.
Voeding:
Per verkochte m2 bouwgrond wordt een bedrag toegevoegd aan deze reserve. Bij de jaarlijkse vaststelling van de Grondnota wordt de hoogte van het m2 -bedrag bepaald. Naast de voeding ten laste van de gemeentelijke grondverkopen wordt de reserve gevoed door het vragen van een bijdrage aan derden. De bijdrage die van derden gevraagd wordt heeft een relatie met de te realiseren bovenwijkse voorzieningen.
Gewenste omvang:
Er is geen maximum gesteld aan deze reserve.
Reserve BTW-compensatiefonds Doel:
Bij de invoering van het BTW-compensatiefonds is een reserve ingesteld, die kan worden aangewend om in een aantal jaren het dekkingsprobleem van de BTW over de vóór 1 januari 2003 gedane investeringen op te lossen. De onttrekking uit de reserve wordt elk jaar € 6.000,- kleiner, om op termijn (na 2017) te vervallen. De gedachte hierbij is dat het nadeel van het invoeren van het BTW-compensatiefonds dan structureel in de begroting kan worden opgevangen.
Voeding:
Deze reserve is in 2003 éénmalig gevoed met de door het rijk één jaar vertraagde uitname uit het gemeentefonds. Daarnaast wordt jaarlijks rente aan deze reserve toegevoegd.
Gewenst omvang:
Nu bekend is hoeveel er in de toekomst aan de reserve onttrokken zal worden kan het maximum van deze reserve bepaald worden op € 200.000,-.
Reserve Organisatieontwikkeling Doel:
De reserve heeft als doel het financieren van diverse ontwikkelingstrajecten, er kunnen verschillende oorzaken zijn waardoor het nodig is een ontwikkeltraject in gang te zetten. Denk bijvoorbeeld aan de kosten van studie van medewerkers die een andere taak krijgen door de bezuinigingsoperatie. Ook kan deze reserve ingezet worden ter bestrijding van (aanloop) kosten van gemeentelijke samenwerkingsverbanden.
Voeding:
Jaarlijks wordt rente aan deze reserve toegevoegd. Naast de rente worden niet bestede budgetten aan deze reserve toegevoegd, om te voorkomen dat ze via het jaarrekeningsaldo aan de algemene reserve worden toegevoegd.
Gewenste omvang:
Er is geen maximum gesteld aan deze reserve.
Reserve Kunst- en cultuurfonds Doel:
De doelstelling van deze reserve is het (mede)financieren van beeldende kunstopdrachten en/of vormgeving in de openbare ruimte en het financieel ondersteunen van incidentele activiteiten/projecten of vernieuwende initiatieven in het kader van de culturele infrastructuur.
Voeding:
Per verkochte m2 bouwgrond wordt een bedrag toegevoegd aan deze reserve. Bij de jaarlijkse vaststelling van de Grondnota wordt het m2-bedrag bepaald. Daarnaast wordt jaarlijks rente aan deze reserve toegevoegd.
Gewenste omvang:
Het maximum voor deze reserve is door uw raad bepaald op € 500.000,-.
Reserve Welzijnsfonds Doel:
Deze reserve is bedoeld om incidentele welzijnactiviteiten te kunnen uitvoeren.
Voeding:
De reserve is eenmalig gevoed. Jaarlijks wordt rente aan deze reserve toegevoegd.
Gewenste omvang:
Er is geen maximum gesteld aan deze reserve. De reserve zal op termijn komen te vervallen.
Reserve Opwaardering Zuid-Willemsvaart Doel:
De reserve is bedoeld voor het uitdiepen van de Zuid-Willemsvaart. Door het uitdiepen van de Zuid-Willemsvaart werd deze begaanbaar voor schepen van beperkte klasse IV. Voorafgaand aan de uitvoering van het project is de bijdrage van Laarbeek bepaald op € 800.000,-. In 2010 is een bijdrage betaald van € 470.000,-. De financiële afrekening van het project volgt binnenkort. Op 25 januari 2013 heeft het college ingestemd met het inzetten van het restantkrediet sluizen 4-5-6 voor verdere optimalisering van de kanalen op basis van de BERZOB-studie.
Voeding:
Jaarlijks wordt rente aan deze reserve toegevoegd.
Gewenste omvang:
De omvang is afhankelijk van de geplande werkzaamheden. Na het betalen van de bijdrage kan de reserve opgeheven worden.
Reserve Reconstructiewet Doel:
Deze reserve wordt besteed voor het uitvoeren van diverse reconstructie- en gebiedsplannen. De projecten vloeien voort uit de bestuursovereenkomst met de provincie, in het kader van de uitvoering van reconstructie- en gebiedsplannen ex artikel 12, tweede lid, van de Reconstructiewet concentratiegebieden.
110 Met verschillende projecten wordt ingespeeld op de actualiteit. In overleg met diverse partners komen projecten tot stand die voor financiering aan de gemeente worden voorgelegd. Het krediet kan flexibel ingezet worden om als cofinanciering te dienen bij het realiseren van diverse plannen met betrekking tot reconstructie. Voeding:
Jaarlijks wordt rente aan deze reserve toegevoegd.
Gewenste omvang:
Er is geen maximum gesteld aan deze reserve. De reserve zal na uitvoering van de projecten komen te vervallen.
Reserve Landschapsontwikkelingsplan Doel:
De doelstelling van deze reserve is het financieren van projecten die voortvloeien uit het door de raad vastgestelde Landschapsontwikkelingsplan (LOP). Het plan moet als visiedocument gezien worden, omdat het aantal genoemde projecten de beschikbare middelen overstijgt.
Voeding:
Per verkochte m2 bouwgrond wordt een bedrag toegevoegd aan deze reserve. Bij de jaarlijkse vaststelling van de Grondnota wordt het m2-bedrag bepaald.
Gewenste omvang:
Het maximum voor deze reserve is door uw raad bepaald op € 500.000,-.
Reserve Monumentenbeleid Doel:
De doelstelling van deze reserve op basis van de ‘Nota monumentenbeleid’ is het subsidiëren van (aangewezen) gemeentelijke monumenten. Door de subsidie kunnen de monumenten in stand gehouden worden en blijven ze duurzaam beschikbaar voor de samenleving van Laarbeek.
Voeding:
Per verkochte m2 bouwgrond wordt een bedrag toegevoegd aan deze reserve. Bij de jaarlijkse vaststelling van de Grondnota wordt het m2-bedrag bepaald. Daarnaast wordt jaarlijks rente aan deze reserve toegevoegd.
Gewenste omvang:
Het maximum voor deze reserve is door uw raad bepaald op € 500.000,-.
Reserve Volkshuisvesting Doel:
Deze reserve is ingesteld om diverse knelpunten op te lossen met betrekking tot volkshuisvesting in Laarbeek, onder andere voor het realiseren van inbreidingslocaties. Naast de relatief dure inbreidingslocaties kan deze reserve aangewend worden voor het aanpassen van de diverse woonwagenlocaties in Laarbeek, zodat deze overgedragen kunnen worden aan de woonstichting.
Voeding:
Per verkochte m2 bouwgrond wordt een bedrag toegevoegd aan deze reserve. Bij de jaarlijkse vaststelling van de Grondnota wordt de hoogte van het m2 -bedrag bepaald. Daarnaast wordt jaarlijks rente aan deze reserve toegevoegd.
Gewenste omvang:
Het maximum voor deze reserve is door uw raad bepaald op € 500.000,-. Tijdelijk is de reserve gevoed met een bedrag van € 700.000,- voor het oplossen van knelpunten met betrekking tot volkshuisvesting voorzieningenclusters. Het is de verwachting dat de incidentele voeding in de komende jaren volledig besteed zal gaan worden.
Reserve Recreatie en toerisme Doel:
Deze reserve is ingesteld om eenmalige projecten in het kader van uitvoering van de ‘Nota recreatie en toerisme’ te kunnen realiseren.
Voeding:
De reserve is eenmalig gevoed. Daarnaast wordt jaarlijks rente aan deze reserve toegevoegd.
Gewenste omvang:
Er is geen maximum gesteld aan deze reserve. De reserve zal in de loop van de komende jaren afhankelijk van de uitvoering van projecten zoals mede gesteld in de ‘Nota recreatie en toersime’ komen te vervallen.
Reserve Sociale activering Doel:
Deze reserve is ontstaan uit de opheffing Stichting Banenpool Gemert. De reserve wordt besteed voor diverse projecten in het kader van armoedebeleid.
Voeding:
Jaarlijks wordt rente aan deze reserve toegevoegd.
Gewenste omvang:
Er is geen maximum gesteld aan deze reserve. De reserve zal op termijn komen te vervallen.
Reserve Dorpsontwikkelingsplannen Lieshout Reserve Dorpsontwikkelingsplannen + accommodatiebeleid Doel:
Deze reserves hebben tot doel om een aantal projecten te financieren die opgenomen zijn in de vastgestelde Idop-plannen.
Voeding:
Jaarlijks wordt rente aan deze reserve toegevoegd.
Gewenste omvang:
Er is geen maximum gesteld aan deze reserve.
Reserve Accommodatiebeleid Doel:
Deze reserve is ingesteld om uitvoering te kunnen geven aan de ‘nota accommodatiebeleid welzijnsinstellingen’ (raadsbesluit 2008). Bij de besteding van deze reserve draait het om een tegemoetkoming in de oplossen van knelpunten met betrekking tot accommodatievraagstukken.
Voeding:
Jaarlijks wordt rente aan deze reserve toegevoegd. Naast de rente wordt jaarlijks € 15.000,- toegevoegd voor incidentele welzijnsdoelen
Gewenste omvang:
Er is geen maximum gesteld aan deze reserve.
Reserve Bomenfonds Doel:
De reserve is bedoeld voor het compenseren van boomschades.
Voeding:
Jaarlijks wordt het exploitatiesaldo van bomenonderhoud aan deze reserve toegevoegd. Daarnaast wordt jaarlijks rente aan deze reserve toegevoegd.
Gewenste omvang:
Voor deze reserve is geen maximale omvang benoemd. Dit is ook niet nodig, immers er ligt een directe relatie tussen de omvang van de boomschade en de omvang van de herplantverplichting.
Reserve Huisvesting voortgezet onderwijs Doel:
Het doel van deze reserve is het financieren van de huisvesting van het voortgezet onderwijs.
Voeding:
De voeding 2010 bedraagt € 111.000,- Tot en met 2016 wordt de storting jaarlijks met € 5.000,- verhoogd.
Gewenste omvang:
Er is geen maximum gesteld aan deze reserve.
Reserve Voorzieningenclusters Laarbeek Doel:
Het doel van deze reserve is het financieren van de voorzieningenclusters in de verschillende kernen van Laarbeek.
Voeding:
Jaarlijks wordt rente aan deze reserve toegevoegd.
Gewenste omvang:
Er is geen maximum gesteld aan deze reserve. Na het realiseren van alle voorzieningenclusters komt deze reserve te vervallen.
111 Reserve Incidenteel nieuw beleid Doel:
Deze reserve is in het leven geroepen om het saldo van de stelpost ‘incidenteel nieuw beleid’ beschikbaar te houden, als beleidswensen niet in het huidige dienstjaar tot realisatie komen.
Voeding:
De mutatie op deze reserve betreft het saldo van de stelpost ‘incidenteel nieuw beleid’. Per jaar wordt het restantbudget bepaald. Dit budget wordt in een volgend dienstjaar weer beschikbaar gesteld voor de bedoelde incidentele beleidswensen.
Gewenste omvang:
De maximale omvang van deze reserve is het saldo van de stelpost ‘incidenteel nieuw beleid’ aan het eind van elk dienstjaar.
Reserve Verkoopsom HNG Doel:
Deze reserve is bedoeld om het wegvallen van dividend inkomsten te compenseren. De reserve wordt jaarlijks € 121.000,besteed ten gunste van de exploitatie.
Voeding:
Eenmalige voeding door storting van de opbrengst van de verkoopsom HNG.
Gewenste omvang:
Rond 2021 is de reserve besteed en ontstaat een gat in de begroting van € 121.000,-.
Toelichting:
Bij de verkoop van het Hypotheekfonds Nederlandse Gemeenten in 1996 is de tot op dat moment structurele uitkering van de ledenrekening van € 121.000,- komen te vervallen. De door de gemeente ontvangen verkoopsom is in zijn totaliteit in de ‘reserve Verkoopsom HNG’ gestort. Hieraan kan in principe jaarlijks tot en met 2020 een bedrag ter hoogte van de vervallen uitkering worden onttrokken.
Reserve Starterleningen Doel:
De uitvoering gebeurt door het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn). Doel van deze reserve is het zichtbaar maken van de rekening-courantverhouding met het SVn.
Voeding:
De reserve is gevoed ten laste van de ‘algemene reserve’.
Gewenste omvang:
Voor deze reserve is geen maximale omvang bepaald.
Reserve Flexibele beloning Doel:
Deze reserve is ingesteld om het personeel flexibel te belonen. Flexibele beloning wordt alleen toegekend als een uitzonderlijke prestatie geleverd is. Met het Georganiseerd Overleg (GO) is overeengekomen dat een dergelijke (extra) beloning kort na de geleverde prestatie wordt uitgekeerd om de relatie tussen prestatie en waardering tot uiting te brengen. Met het GO is afgesproken dat de budgetten die niet uitgekeerd zijn beschikbaar blijven voor het belonen in de toekomst, hiermee zijn de budgetten dus gelabeld.
Voeding:
De reserve wordt jaarlijks gevoed ten laste van de exploitatie met het overschot van het budget voor flexibele beloning.
Gewenste omvang:
Voor deze reserve is geen maximum bepaald.
reserve Opleidingen Doel:
Deze reserve is ingesteld om te voorkomen dat beschikbare opleidingsgelden die in enig jaar niet besteed worden invloed hebben op het rekeningsresultaat. Dit heeft ook te maken met het feit dat de begroting over kalenderjaren gaat en veel opleidingen met schooljaren werken, waardoor de studie op een ander tijdstip betaald moet worden. Met de Ondernemingsraad is overeengekomen dat als het opleidingsbudget in enig jaar niet volledig besteed wordt, het restant aan deze reserve wordt toegevoegd. Er is sprake van een planmatige besteding via het opleidingsplan.
Voeding:
De reserve wordt jaarlijks gevoed ten laste van de exploitatie met het overschot van het opleidingsbudget.
Gewenste omvang:
Voor deze reserve is geen maximum bepaald. Saldo
Toevoeging
Aanwending
1-1-2014
Saldo 31-12-2014
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's Voorziening Egalisatie rioolheffing
2.794
238
230
1
32
33 17
3
722
535
137
1.120
3.537
805
417
3.925
Voorziening Gemeentelijke gebouwen
473
941
467
947
Voorziening Onderwijshuisvesting basisonderwijs
630
149
779
1.831
1.233
2.044
250
43
293
3.184
2.366
3.583
1.967
6.721
3.171
4.000
5.892
Voorziening Voormalig personeel Voorziening WMO-PGB
20
Voorziening Wachtgeld/pensioen voorm. wethouders
2.802
Voorziening bodemsanering Onderhoudsegalisatievoorzieningen
Voorziening Onderhoud wegen Voorziening Onderhoud/vervanging inventaris binnensportacc. Totaal generaal voorzieningen
1.020
Toelichting Voorzieningen Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's Voorziening Egalisatie rioolheffing Doel:
Voor het onderhoud en de vervanging van de riolering is een onderhouds- en vervangingsplan opgesteld. Deze voorziening is ter egalisatie ingesteld om grote schommelingen binnen de exploitatie te voorkomen.
Voeding:
Overschotten op het product riolering in enig jaar worden aan deze voorziening toegevoegd, tekorten worden hier aan onttrokken. Daarnaast wordt jaarlijks rente aan deze voorziening toegevoegd.
Gewenste omvang:
De omvang is afhankelijk van de geplande werkzaamheden conform het onderhouds- en vervangingsplan.
Voorziening Voormalig personeel Doel:
De voorziening is ingesteld om aan de wachtgeldverplichtingen, ontstaan door afvloeiing van voormalig personeel, te kunnen voldoen.
Voeding:
Deze verplichte voorziening is eenmalig gevoed ten laste van de ‘algemene reserve’. Elk jaar bij het maken van de jaarrekening wordt beoordeeld of aanvullende voeding nodig is.
Gewenste omvang:
De omvang van deze voorziening is gerelateerd aan de bestaande de verplichtingen.
112 Voorziening Wachtgeld/Pensioenverplichtingen voormalige wethouders Doel:
Deze voorziening is ingesteld om aan de toekomstige wachtgeld- en pensioenverplichtingen van voormalig wethouders te kunnen voldoen. Naast deze toekomstige verplichtingen wordt via deze voorziening ook lopende pensioenen van voormalige wethouders betaald.
Voeding:
De voorziening wordt jaarlijks gevoed ten laste van de exploitatie. De noodzakelijke omvang van deze voorziening wordt om de twee jaar herberekend door een accountant.
Gewenste omvang:
De omvang is afhankelijk van de toekomstige verplichtingen en de beëindiging van de lopende verplichtingen.
Voorziening Bodemsanering Doel:
Deze voorziening is gevormd voor het saneren van bodemverontreiniging. Dergelijke saneringen zijn niet structureel in de begroting op te nemen, omdat omvang en intensiviteit van de saneringswerkzaamheden niet jaarlijks gelijk zijn.
Voeding:
De voeding geschiedt door een deel van de bijdragen die van de provincie worden ontvangen wordt aan deze voorziening toegevoegd. Daarnaast wordt de voorziening gevoed door het aframen van overschotten bij verschillende grondexploitaties.
Gewenste omvang:
De gewenste omvang bedraagt € 150.000,-. Het saneren mag zo min mogelijk vertraging oplopen.
Onderhoudsvoorzieningen: Voorziening Onderhoud gemeentelijke gebouwen Doel:
Voor het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is een meerjarenonderhoudsplan opgesteld voor een periode van 10 jaar. Het plan wordt jaarlijks geactualiseerd. Het plan is nog niet definitief door uw raad vastgesteld.
Voeding:
De voeding geschiedt door een jaarlijkse storting in de voorziening ten laste van de producten in de exploitatie waar de diverse gemeentelijke gebouwen onder zijn verantwoord.
Gewenste omvang:
De omvang is afhankelijk van de geplande werkzaamheden conform het meerjarenonderhoudsplan.
Voorziening Onderwijshuisvesting BO (buitenkant) Doel:
Voor het onderhoud buitenkant van het basisonderwijs is geen actuele onderhoudsplanning gemaakt in verband met de realisatie van de voorzieningenclusters. Na realisatie van de nieuwe huisvesting wordt ook weer een onderhoudsplan gemaakt.
Voeding:
De voeding geschiedt door een jaarlijkse storting in deze voorziening ten laste van de desbetreffende producten in de exploitatie.
Gewenste omvang:
De omvang is afhankelijk van de geplande werkzaamheden conform het meerjarenonderhoudsplan.
Voorziening Onderhoud wegen Doel:
Voor het onderhoud van de wegen is een beleidsplan verhardingenbeheer opgesteld. Dit plan is de basis voor de planning van het wegenonderhoud. Deze voorziening is ter egalisatie ingesteld om grote schommelingen binnen de exploitatie te voorkomen.
Voeding:
Overschotten in de exploitatie op het product wegen in enig jaar worden aan deze voorziening toegevoegd, tekorten worden hieraan onttrokken.
Gewenste omvang:
De omvang is afhankelijk van de geplande werkzaamheden conform het meerjaren onderhoudsplan.
Voorziening Onderhoud/vervanging inventaris binnensportaccommodaties Doel:
Voor het onderhoud en de vervanging van de inventaris van de binnensportaccommodaties is een meerjarenonderhoudsplan opgesteld voor een periode van 11 jaar (2009 t/m 2020). De kosten van onderhoud en vervanging worden rechtstreeks ten laste van deze voorziening gebracht.
Voeding:
De voeding geschiedt door een jaarlijkse storting in de voorziening ten laste van de producten in de exploitatie waaronder de diverse binnensportaccommodaties zijn verantwoord.
Gewenste omvang:
De omvang is afhankelijk van de geplande werkzaamheden conform het meerjarenonderhoudsplan.
Vaste schulden met een looptijd langer dan een jaar In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden over het verslagjaar
Binnenlandse banken en overige financiële instellingen Overige binnenlandse sectoren Waarborgsommen
Saldo
Vermeer-
1-1-2014
deringen
Aflossingen
Saldo 31-12-2014
24.685
12.000
2.716
33.969
122
1
68
55
18
2
2.802
34.026
20 24.827
12.001
113
Vlottende passiva Kortlopende schulden De in de balans opgenomen kortlopende schulden kunnen als volgt gespecificeerd worden: Saldo 1-1-2014 31-12-2014 3.096 2.473 5.500 1.500 8.596 3.973
Crediteuren Kasgeldlening
Liquide middelen Banksaldi:
Rabobank BNG
954
104 13 117
954 Overlopende passiva De specificatie van de post overlopende passiva is als volgt:
Saldo 1-1-2014 31-12-2014 88 223 916 1.123 1.004 1.346
Vooruitontvangen bedragen Nog te betalen bedragen
SPECIFICATIE VOORUITONTVANGEN BEDRAGEN
Saldo
Mutaties
Saldo
1-1-2014
31-12-2014
7 15 4 62
Vooruitontvangen: onderwijsachterstandenbeleid(OAB Vooruitontvangen:SRE budget stedelijke vernieuwing Vooruitontvangen: RGSHG Vooruitontvangen: Planschadevergoedingen BIO Bijdrage provincie Goorloop Noord
88
7 15 4 62 135 223
135 135
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Waarborgen en garanties Het niet in de balans opgenomen bedrag voor verstrekte garanties bestaat uit de volgende garantiestellingen: Onderdeel Verenigingen woningbouw
Garantierisico 48 36.841 36.889
In 2014 is er niets betaald wegens verstrekte borg- en garantiestellingen. Eigen bijdrage op grond van de WMO Een aanvrager van een voorziening, hulp in de huishouding of een financiële tegemoetkoming (persoonsgebonden budget) is op grond van de WMO een bijdrage verschuldigd. De wetgever heeft bepaald dat de berekening, oplegging en incasso van deze eigen bijdrage wordt uitgevoerd door het CAK. De informatie van het CAK (om privacyredenen beperkt) is ontoereikend om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen op grond van de WMO geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dit betekent dat door de gemeenten geen zekerheden omtrent omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen.
WNT-verantwoording 2014 Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op de gemeente Laarbeek van toepassing zijnde regelgeving WNT-maximum. Het bezoldigingsmaximum in 2014 voor de gemeente Laarbeek is € 230.474. Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband. Bezoldiging topfunctionarissen
naam beloning sociale verzekeringspremies belastbare vaste onkostenvergoeding belastbare variabele onkostenvergoeding belastbare variabele reiskosten / parkeer) onbelast variabel (reiskosten) voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn functie duur van het dienstverband in het boekjaar omvang van het dienstverband in het boekjaar
Heijnsbergen MLM van € 66.077,60 € 8.108,04 n.v.t € € 44,06 € 106,85 € 10.013,40 griffier 01-01 t/m 31-12 36 uur
Liebrecht CA € 92.514,47 € 8.108,04 n.v.t. € € 282,24 € 225,88 € 16.409,64 gemeentesecretaris 01-01 t/m 31-12 38 uur
114
115
5.3.3 Toelichting op overzicht van baten en lasten Voor een inhoudelijke toelichting op de belangrijkste verschillen tussen de begroting en de jaarrekening wordt verwezen naar de inleiding op de programmarekening.
Programma 1: Burger als kiezer Raming Realisatie begrotingsjaar begrotingsjaar
Baten Lasten Resultaat voor bestemming Toevoeging/onttrekking aan reserves Resultaat na bestemming
28.805 2.712.191 -2.683.386 314.533 -2.368.853
29.655 2.992.318 -2.962.663 134.031 -2.828.632
raming 273.207 12.102 704.376 883.559 238.591 63.702 233.847 274.002 -314.533 2.368.853
realisatie 246.873 3.377 985.050 912.618 232.020 68.358 261.000 253.367 -134.031 2.828.633
Als volgt te specificeren over de beleidsproducten: 001 002 003 004 005 006 007 008 101
Raad Raadscommissies College van burgemeester en wethouders Bestuursondersteuning Overige bestuurskosten Verkiezingen Bestuurlijke samenwerking Griffie Mutaties reserves programma 1
saldo 26.334 8.725 -280.674 -29.059 6.571 -4.656 -27.153 20.635 -180.502 -459.780
116
Programma 2: Burger als klant Raming Realisatie begrotingsjaar begrotingsjaar
Baten Lasten Resultaat voor bestemming Toevoeging/onttrekking aan reserves Resultaat na bestemming
320.637 991.566 -670.929 0 -670.929
357.747 1.023.463 -665.716 0 -665.716
raming 521.462 50.846 98.621 670.929
realisatie 521.416 47.131 97.170 665.717
Als volgt te specificeren over de beleidsproducten: 010 Burgerzaken 011 Kadaster 012 Archief
saldo 46 3.715 1.451 5.212
117
Programma 3: Burger als inwoner Raming Realisatie begrotingsjaar begrotingsjaar
Baten Lasten Resultaat voor bestemming Toevoeging/onttrekking aan reserves Resultaat na bestemming
75.099 2.375.094 -2.299.995 105.784 -2.194.211
40.588 2.367.118 -2.326.530 121.284 -2.205.246
raming 1.269.004 251.990 646.942 132.059 -105.784 2.194.211
realisatie 1.277.954 253.627 655.356 139.594 -121.284 2.205.247
Als volgt te specificeren over de beleidsproducten: 014 015 016 017 103
Regionale brandweer Bijzondere wetten Handhaving Openbare orde en veiligheid Mutaties reserves programma 3
saldo -8.950 -1.637 -8.414 -7.535 15.500 -11.036
118
Programma 4: Burger als partner Raming Realisatie begrotingsjaar begrotingsjaar
Baten Lasten Resultaat voor bestemming Toevoeging/onttrekking aan reserves Resultaat na bestemming
13.196.209 21.509.002 -8.312.793 2.090.043 -6.222.750
15.778.015 24.763.200 -8.985.185 3.329.157 -5.656.028
raming 157.405 13.593 100.847 227.513 107.523 293.982 20.000 441.780 123.944 369.212 696.400 51.892 0 203.646 50.000 102.904 333.605 165.243 3.244.190 1.200 915.941 691.973 0 -2.090.043 6.222.750
realisatie 226.027 10.252 100.846 280.769 102.005 736.841 -17.380 464.814 77.697 364.176 729.755 210.175 18.252 280.956 64.901 111.735 316.508 95.599 2.775.731 1.678 951.193 617.145 465.510 -3.329.157 5.656.028
Als volgt te specificeren over de beleidsproducten: 018 019 020 021 022 023 024 025 026 028 029 030 031 032 033 034 035 036 037 038 039 040 041 104
Economische aangelegenheden Eigendommen niet voor openbare dienst bestemd Huisvesting openbaar basisonderwijs Huisvesting bijzonder basisonderwijs Bijzonder voortgezet onderwijs Onderhoud onderwijshuisvesting Onderwijsbegeleiding Leerlingenvervoer Lokaal educatiebeleid Sociaal beleid Inkomensvoorziening Participatiebudget Werkgelegenheidsvoorziening Minimabeleid Schuldhulpverlening Kwijtscheldingen Maatschappelijk werk Ouderenbeleid Wmo voorzieningen Maatschappelijke zorg en begeleiding Gezondheidszorg Ruimtelijke ordening Grondexploitatie Mutaties reserves programma 4
saldo -68.622 3.341 1 -53.256 5.518 -442.859 37.380 -23.034 46.247 5.036 -33.355 -158.283 -18.252 -77.310 -14.901 -8.831 17.097 69.644 468.459 -478 -35.252 74.828 -465.510 1.239.114 566.722
119
Programma 5: Burger als wijk- / dorpsbewoner Raming Realisatie begrotingsjaar begrotingsjaar Baten Lasten Resultaat voor bestemming Toevoeging/onttrekking aan reserves Resultaat na bestemming
1.498.222 13.704.546 -12.206.324 171.771 -12.034.553
1.554.557 13.469.436 -11.914.879 155.669 -11.759.210
raming 1.568.776 60.270 368.511 -33.377 225.894 3.360 169.466 11.360 342.016 442.590 272.079 124.524 103.687 212.330 100.671 17.544 245.246 3.095.779 110.526 31.212 5.006 138.551 150.671 49.872 14.336 716.522 -45.768 115.330 206.140 1.219.272 1.331.435 739.300 128.506 -35.313 -171.771 12.034.553
realisatie 1.569.115 59.694 333.244 28.888 200.795 -662 147.979 10.924 337.551 459.530 243.403 117.626 103.517 167.059 101.705 16.934 262.730 3.059.043 93.747 29.498 99.815 165.817 148.207 48.631 14.336 714.229 -51.936 109.475 157.617 1.063.358 1.358.945 653.151 132.195 -41.281 -155.669 11.759.209
Als volgt te specificeren over de beleidsproducten: 042 043 044 045 046 047 048 049 050 051 052 053 054 055 056 057 058 059 060 061 062 063 064 065 066 067 068 069 070 071 072 073 074 075 105
Wegen Sneeuw- en gladheidsbestrijding Openbare verlichting Bruggen Verkeer en vervoer Parkeervoorzieningen Sloten en vijvers Weekmarkt Bibliotheken Binnensportaccommodaties Buitensportaccommodaties Overige kosten sport Subsidies sportverenigingen Kunst en cultuur Oudheidkunde en musea Monumentenzorg Natuur en landschap Openbaar groen Bevordering toerisme en recreatie Recreatie Passantenhaven Volksfeesten/evenementen Welzijnsbeleid Speeltuinen, speelplaatsen e.d. Mediabeleid Gemeenschapshuizen Kinderopvang Peuterspeelzaalwerk Jeugdbeleid Inzameling huishoudelijk afval Riolering Milieu Volkshuisvesting Bouwzaken Mutaties reserves programma 5
saldo -339 576 35.267 -62.265 25.099 4.022 21.487 436 4.465 -16.940 28.676 6.898 170 45.271 -1.034 611 -17.484 36.736 16.779 1.714 -94.809 -27.266 2.464 1.241 0 2.293 6.168 5.855 48.523 155.914 -27.510 86.149 -3.689 5.968 -16.102 275.344
120
Programma 6: Burger als bealstingbetaler Raming Realisatie begrotingsjaar begrotingsjaar Baten Lasten Resultaat voor bestemming Toevoeging/onttrekking aan reserves Resultaat na bestemming
24.019.727 440.059 23.579.668 -50.082 23.529.586
28.357.087 1.275.304 27.081.783 -2.432.460 24.649.323
raming -88.366 -12.794 -745.836 -182.670 0 -16.595.762 425.666 -3.100.260 -148 -256.362 -1.461.156 -1.561.980 50.082 -23.529.586
realisatie -3.250.651 -12.642 -600.825 -226.296 -7.001 -16.818.460 427.892 -3.145.515 -298 -485.061 -1.419.998 -1.542.926 2.432.459 -24.649.323
Als volgt te specificeren over de beleidsproducten: 076 077 078 079 080 081 086 087 088 089 092 093 106
Algemene lasten en baten Deelnemingen Renteopbrengst van eigen vermogen Rente van voorzieningen Kosten geldleningen Algemene uitkering Waardering onroerende zaakbelastingen Onroerende zaakbelastingen Baatbelasting Saldo kostenplaatsen Afvalstoffenheffing Rioolheffing Mutaties reserves programma 6
saldo 3.162.285 -152 -145.011 43.626 7.001 222.698 -2.226 45.255 150 228.699 -41.158 -19.054 -2.382.377 1.119.737
5.3.4. Algemene dekkingsmiddelen
121
Lokale heffingen De gemeente Laarbeek kent de volgende niet bestedingsgebonden gemeentelijke heffingen: Realisatie begrotingsjaar
Raming begrotingsjaar Onroerende-zaak belastingen
3.138.000
3.181.833
Algemene uitkeringen De verantwoorde algemene uitkeringen uit het Gemeentefonds zijn gebaseerd op de ten tijde van het opstellen van de jaarrekening bekende informatie ter zake, zijnde de maartcirculaire 2013. De raming in de primitieve begroting was gebaseerd op de septembercirculaire van het vorig begrotingsjaar. Dividend Verantwoord zijn de navolgende dividenden:
Ministerie van Financiën Bank Nederlandse Gemeenten
Raming begrotingsjaar
Realisatie begrotingsjaar 240
90
26.300
26.300
26.540
26.390
Overige algemene dekkingsmiddelen De gemeente rekent de rentelasten aan de diverse programma's toe, zodat die programma's een integraal beeld geven van de kosten die met de uitvoering gemoeid zijn. Daarbij wordt ook een rente gecalculeerd over het werkzame eigen vermogen van de gemeente. Aangezien de gecalculeerde rente over het eigen vermogen niet daadwerkelijk betaald hoeft te worden, vloeit deze terug in de gemeentelijke baten. De rente over de vrije componenten van het eigen vermogen wordt daarbij als algemeen dekkingsmiddel verantwoord.
122
5.3.5. Overzicht aanwending post Onvoorzien/incidentele baten en lasten/ structurele mutaties reserves Volgens BBV-artikel 28, lid b moet in de toelichting op de baten en lasten een overzicht van de aanwending van de het begrotingsbedrag voor onvoorzien worden opgenomen. Begr.wijz.nr. 1 4 5 6
Primitieve begroting 1e Kwartaalbegrotingswijziging 2014 Zienswijze op de eerste wijziging begroting 2014 VRBZO Verwacht exploitatiesaldo 2e Tussenrapportage 2014
begroot onvoorzien 60.000 -2.550 -7.831 25.522 -75.141
Volgens BBV-artikel 28, lid c moet in de toelichting op de baten en lasten een overzicht van de incidentele baten en lasten worden opgenomen.
Incidentele baten Programma 6 Algemene uitkering Aanvulling BTW-Compensatiefonds ivm woonwagencentrum Schadevergoeding basis vaststellingsovereenkomst Woningstichting Laarbeek Verkoopopbrengst grond De Klumper Nabetaling Bijdrage Ministerie van Soza en Werkgelegenheid Vrijval voorziening inventaris sportaccommodaties Vrijval voorziening huisvesting onderwijs
Incidentele lasten Programma 1 Extra toevoeging voorziening wachtgeld/pesioen voormalig B&W Extra toevoeging voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen
Realisatie begrotingsjaar 185.500 110.000 2.300.000 507.200 71.600 268.000 653.000 4.095.300 Realisatie begrotingsjaar
308.000 536.500 844.500
Volgens BBV-artikel 28, lid d moet in de toelichting op de baten en lasten een overzicht van de structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves worden opgenomen. Toelichting Reserve Afschrijvingsreserve totale reserve wordt besteed aan het afschrijven van diverse activa. Reserve accommodatiebeleid jaarlijkse voeding van € 15.000,- ten laste van exploitatie. Reserve bomenfonds jaarlijkse dotatie exploitatiesaldo bomen ad. € 5.000,Reserve BTW compensatiefonds jaarlijkse onttrekking volgens plan, totdat reserve leeg is. (2014: 33.000, 2015: 22.000,- en 2016: 15.000,-) jaarlijkse mutatie afhankelijk van saldo Reserve flexibele beloning beloningsbudget in dienstjaar. 2 structurele mutaties: a) exploitatievoordeel Reserve grondexploitatierisico verhuur P.v.Thielpijn 2 t.w.v. € 3.774,- en b) exploitatiesaldo grondexploitatie t.w.v. jaarlijks verschillend bedrag jaarlijkse dotatie ten laste van exploitaie. Bedrag Reserve huisv. voortgezet ond. 2014: € 35.000,- bedarg 2015: € 40.000,- en vanaf 2016: € 45.000,jaarlijkse voeding van € 7.500,- ten laste van Reserve monumentenbeleid exploitatie. totale reserve wordt besteed aan het afschrijven Reserve NUP-gelden (e-overheid) van diverse activa. jaarlijkse mutatie afhankelijk van saldo Reserve opleidingen opleidingsbudget in dienstjaar. jaarlijkse onttrekking bedraagt € 121.284,Reserve verkoopsom HNG (laatste jaar is 2020) jaarlijkse dotatie kinderopvang (verschil tussen huur en kapitaallast) begroot 2015: 32.818,Res. voorzieningenclusters Laarbeek
123
124
5.3.6. Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid
Programma 1 2 3 4 5 6
Burger Burger Burger Burger Burger Burger
als als als als als als
kiezer klant inwoner partner wijk- / dorpsbewoner belastingbetaler
Subtotaal programma's
Baten 28.805 320.637 75.099 13.196.209 1.498.222 3.252.994 18.371.966
Raming begrotingsjaar na wijziging Lasten 2.712.191 991.566 2.375.094 21.509.002 13.704.546 440.059 41.732.458
Saldo -2.683.386 -670.929 -2.299.995 -8.312.793 -12.206.324 2.812.935 -23.360.492
Omschrijving algemene dekkingsmiddelen OZB Algemene uitkeringen Dividend
Renteopbrengst van eigen vermogen Rente van voorzieningen Kosten geldleningen
Saldo Financieringsfunctie Subtotaal algemene dekkingsmiddelen
3.138.000 16.595.762 26.540 745.836 182.670
3.138.000 16.595.762 26.540 745.836 182.670
77.925 20.766.733
77.925 20.766.733
Resultaat voor bestemming
-2.593.759
Toevoeging/onttrekking aan reserves: 1 2 3 4 5 6
Burger Burger Burger Burger Burger Burger
als als als als als als
kiezer klant inwoner partner wijk- / dorpsbewoner belastingbetaler
Subtotaal mutaties reserves
435.483
120.950
314.533
105.784 3.346.606 346.356 692.144
1.256.563 174.585 742.226
105.784 2.090.043 171.771 -50.082
4.926.373
2.294.324
2.632.049
Resultaat na bestemming
Analyse begrotingsafwijkingen Hiervoor is reeds per programma en voor algemene dekkingsmiddelen ingegaan op de verschillen tussen de realisatie en de begrotingscijfers na wijziging.
Analyse begrotingsrechtmatigheid Op grond van BBV-artikel 28, lid a, moet in de toelichting op de programmarekening een analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en programmarekening worden gemaakt. Op grond van artikel 189, lid 3 Gemeentewet (GW) zijn alle begrotingsoverschrijdingen op de lasten en daarmee overeenstemmende balansmutaties) onrechtmatig. Bij de afweging van de relevantie van deze onrechtmatige lasten is het criterium "passend binnen het door de raad uitgezette beleid" van belang. In geval van strijd met een wettelijke bepaling of met een door de raad genomen beslissing is duidelijk dat e.e.a. niet "passend" is. Maar voor vele andere situaties is dit minder duidelijk. Daarom is het noodzakelijk dat de gemeenteraad nader omschrijft op welke wijze dan wel onder welke omstandigheden overschrijdingen op de begrote lasten als "passend binnen het door de raad uitgezette beleid" kunnen worden beschouwd. Naar ons oordeel passen de hiervoor geanalyseerde overschrijdingen binnen het door de raad uitgezette beleid. De overschrijdingen van de lasten op programma's 1, 2, 4 en 6 worden grotendeels gecompenseerd door hogere opbrengsten.
38.290
125
Realisatie Begrotingsjaar Baten 29.655 357.747 40.588 15.778.015 1.554.557 7.386.025 25.146.587
Lasten 2.992.318 1.023.463 2.367.118 24.763.200 13.469.436 1.275.304 45.890.839
3.145.515 16.818.460 12.642 600.825 226.296 7.001 160.323 20.971.062
Begrotingsafwijkingen Saldo -2.962.663 -665.716 -2.326.530 -8.985.185 -11.914.879 6.110.721 -20.744.252
Baten -850 -37.110 34.511 -2.581.806 -56.335 -4.133.031 -6.774.621
3.145.515 16.818.460 12.642 600.825 226.296 7.001 160.323 20.971.062
-7.515 -222.698 13.898 145.011 -43.626 -7.001 -82.398 -204.329
Lasten -280.127 -31.897 7.976 -3.254.198 235.110 -835.245 -4.158.381
Saldo -279.277 5.213 -26.535 -672.392 291.445 3.297.786 2.616.240
7.515 222.698 -13.898 -145.011 43.626 7.001 82.398 204.329
226.810
2.820.569
144.031
10.000
134.031
291.452
110.950
-180.502
121.284 4.639.031 402.605 844.891
1.309.874 246.936 3.277.351
121.284 3.329.157 155.669 -2.432.460
-15.500 -1.292.425 -56.249 -152.747
-53.311 -72.351 -2.535.125
15.500 1.239.114 -16.102 -2.382.378
6.151.842
4.844.161
1.307.681
-1.225.469
-2.549.837
-1.324.368
1.534.491
1.496.201
126
5.3.7 Overzicht specifieke uitkeringen (SISA)
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2014 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa - d.d. 2 januari 2015 Besteding (jaar T) Besteding (jaar T) Opgebouwde Onderwijsachtersta Besteding (jaar T) aan voorzieningen aan overige aan afspraken over reserve ultimo (jaar O D9 ndenbeleid 2011voor voorschoolse activiteiten (naast voor- en T-1) C 2015 (OAB) educatie die voldoen VVE) voor leerlingen vroegschoolse W aan de wettelijke met een grote educatie met Deze indicator is kwaliteitseisen achterstand in de bevoegde bedoeld voor de (conform artikel 166, Nederlandse taal gezagsorganen van tussentijdse Gemeenten eerste lid WPO) (conform artikel 165 scholen, houders afstemming van de WPO) van kindcentra en juistheid en peuterspeelzalen volledigheid van de (conform artikel 167 verantwoordingsinfor WPO) matie
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 01
Wet sociale SZ G werkvoorziening W 1 (Wsw)_gemeente 2014 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of er in (jaar T) geen, enkele of alle inwoners werkzaam waren bij een Openbaar lichaam o.g.v. de Wgr.
Wet sociale SZ G werkvoorziening W 1A (Wsw)_totaal 2013 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Alle gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G1B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G1C-1) na controle door de gemeente.
€ 40.162 Het totaal aantal geïndiceerde inwoners van uw gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking Aard controle R Indicatornummer: G1 / 01
0 Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinfor matie voor die gemeente invullen
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 02 €0 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 03 €0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1 / 02
Nee Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (jaar T1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief deel openbaar lichaam inclusief deel openbaar lichaam
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 04 €0
127
Gebundelde SZ G uitkering op grond W 2 van artikel 69 WWB_gemeente 2014
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: G1A / 01
Indicatornummer: G1A / 02
Indicatornummer: G1A / 03
1 61659 Laarbeek Besteding (jaar T) algemene bijstand
122,65 Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk)
10,67 Besteding (jaar T) IOAW
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.1 Wet werk en bijstand (WWB) I.1 Wet werk en Alle gemeenten bijstand (WWB) verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar Aard controle R Aard controle R lichaam opgericht Indicatornummer: Indicatornummer: op grond van de G2 / 01 G2 / 02 Wgr. € 2.473.780 Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
€ 49.618 Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
Gemeente
Gemeente
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
Baten (jaar T) Besteding (jaar T) IOAW (exclusief Rijk) IOAZ
Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk)
Gemeente
Gemeente Gemeente
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 03 € 136.009 Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 04 € 126 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 05
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 06
€ 19.990
€0
Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob)
Besteding (jaar T) Bob
Gemeente
Besluit SZ G bijstandverlening W 3 zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_gem eente 2014
I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: G2 / 07
Indicatornummer: G2 / 08
Indicatornummer: G2 / 09
Indicatornummer: G2 / 10
€ 1.725 Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) Aard controle R Indicatornummer: G3 / 01
Besluit bijstandverlening € 27.577 zelfstandigen (Bbz)
€ 1.677 Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 02 € 14.200
€0 Baten (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk) Aard controle R Indicatornummer: G3 / 03 € 16.584
Ja Baten (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 04 € 24.379
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 05 € 7.284
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 06 €0
128 zelfstandigen (Bbz) Baten (jaar T) Bob 2004 (exclusief Rijk) Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
Wet SZ G participatiebudget W 5 (WPB)_gemeente 2014 Wet participatiebudget (WPB) Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
Besteding (jaar T) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: G3 / 07
Indicatornummer: G3 / 08
Indicatornummer: G3 / 09 Ja
€0 €0 Het aantal in (jaar T) bij een ROC ingekochte contacturen Let op: Dit is de enige gelegenheid om verantwoording af te leggen over deze taakuitvoering Let op: Deze verantwoording kan niet door een gemeenschappelijke regeling worden uitgevoerd, ongeacht de keuze van de gemeente bij indicator G5/07
Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 01 227 Besteding (jaar T) participatiebudget
Waarvan besteding Baten (jaar T) (niet(jaar T) van educatie Rijk) participatiebudget bij roc's
Reservering Waarvan baten (jaar T) van educatie besteding van bij roc’s educatie bij roc’s in jaar T voor volgend kalenderjaar (jaar T+1 )
Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee De zelfstandige uitvoering betreft de indicatoren G5/02 tot en met G5/06
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: G5 / 02
Indicatornummer: G5 / 03
Indicatornummer: G5 / 04
Indicatornummer: G5 / 05
Indicatornummer: G5 / 06
Indicatornummer: G5 / 07
€ 465.093
€ 31.862
€ 515
€0
€0
Ja
5.3.8 Stand van zaken lopende projecten (kredieten) 129 Krediet
Port.houder
Pijler
Jaar
Raadsbesl.
Krediet
Uitgaven t/m 2013
Uitgaven + verplichtingen 2014
Saldo
2014: Deelname traineeship-traject 7.001.0007
Buter
Secretaris
2013
4-12-2013
60.000
-
-
60.000
Als onderdeel van het nieuw te ontwikkelen HRM-beleid zal ook aandacht worden besteed aan het zogenaamde generatiebeleid. Verjonging van de organisatie komt daar ook in aan de orde. De aanstelling van een trainee draagt daar aan bij. In de loop van 2015 zal hier een keuze in worden gemaakt. Het budget blijft dan ook gereserveerd. 2014: geplande diverse inhuur 2014 7.001.0008
Buter
Secretaris
2013
4-12-2013
123.000
-
114.989
8.011
Dit krediet wordt belast met diverse inhuur van expertise in 2014. Na afsluiting van het jaar 2015, wordt het restant toegevoegd aan de post personeel incidenteel. Uitbreiding Software 2011 (gedeelte BAG-WOZ) 7.001.4034
Burgemeester
B&B (ICT)
2011
7-7-2011
75.000
66.559
4.921
3.520
113.000
-
6.236
106.764
69.992
135.008
Dit project kan van de lijst worden afgevoerd. 2014: Investeringen software 7.001.4040
Burgemeester
B&B (ICT)
2014
10-07-2014
Uitgaven conform het vervangings- en uitbreidingsplan hard- en software 2014-2018. 2014: Investeringen hardware 7.001.4041
Burgemeester
B&B (ICT)
2014
10-07-2014
205.000
-
Uitgaven conform het vervangings- en uitbreidingsplan hard- en software 2014-2018. 2014: realisatie opslagruimte Centra in MF de Dreef 7.001.8007
Buter
B&P
2014
17-4-2014
20.000
-
13.855
6.145
200.000
-
-
200.000
Bouwwerkzaamheden gereed eind november 2014. Voorbereiding uitvoering nieuw beleid 7.002.1001
Meulensteen
O&M (Fin.)
2003
27-3-2003
Het betreft een voortdurend voorbereidingskrediet op basis van de financiële verordening. Eventuele beschikking over dit krediet wordt vervolgens meegenomen bij de definitieve vaststelling van het betreffende krediet. Uitvoeringsbudget organisatieontwikkeling 7.002.1803
Buter
Secretaris
2003
Diverse
428.084
403.718
2.031
22.335
Het nu nog aanwezige budget wordt ingezet voor intergemeentelijke samenwerking en incompany activiteiten ter ondersteuning van de interne mobiliteit en kwaliteitsverbetering. Hierbij ligt de focus op Peel 6.1. De stuurgroep Peel 6.1 heeft de afspraak gemaakt dat elke gemeente ten behoeve van de voorbereidingskosten een bedrag van € 50.000,- bijdraagt. Hieruit wordt o.a. de programmamanager bekostigd, maar ook externe inhuur (specifieke deskundigheid). Bij ons is dit ten dele bekostigd uit deze post (30.000,-) en voor het overige deel uit de post nieuw beleid incidenteel. Naast deze bijdrage worden allerlei activiteiten ontwikkeld. Afgesproken is dat de gastgemeente, waar de activiteit gehouden wordt, deze kosten op zich neemt. Er wordt gerouleerd, zodat elke gemeente eenzelfde inbreng heeft. Het gaat dan om activiteiten als bijeenkomsten managementteams van de Peel, workshops, etc.
Stand van zaken lopende projecten (kredieten) Krediet
Port.houder
Pijler
Jaar
Raadsbesl.
130
Krediet
Uitgaven t/m 2013
Uitgaven + verplichtingen 2014
Saldo
Reconstructie Otterweg (weg en riolering) + reconstructie Ptr. Becanusstraat + 2011: Herstraten Nieuwstraat Beek en Donk 7.210.1103 7.210.1103 7.210.1103
Van Zeeland Van Zeeland Van Zeeland
O&M (Beh) O&M (Beh) O&M (Beh)
2009 2009 2012
5-2-2009 5-2-2009 12-4-2012
196.000 14.000 I 86.000
128.104 -/- 10.000 -
90.355 -/- 26.437 -
-/- 22.459 22.437 -
Het project is afgerond. Meerkosten werden gecompenseerd door extra ontvangen subsidie.
Dit project kan van de lijst worden afgevoerd. 2012: Extern adviseur Noordoost Corridor 7.210.1146
Van Zeeland
B&P
2012
31-5-2012
50.000
44.056
-
5.944
Het bureau Ecorys/Movares is in de arm genomen om Laarbeek te ondersteunen en te adviseren inzake het te doorlopen traject met betrekking tot de NOC. In het kader van het geven van een reactie op de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) is gebruik gemaakt van de diensten van Accent Adviseurs. Afhankelijk van de besluitvorming op regionaal-, provinciaal- en rijksniveau in de 2e helft van 2014 over o.a. het voorkeursalternatief en de rijksbijdrage, zal bezien moeten worden in hoeverre het noodzakelijk is om gebruik te maken van de diensten van de extern adviseur. Daarbij zal bezien moeten worden in hoeverre de financiële ruimte binnen het bestaande krediet toereikend is. 2013: Onderhoud aan aansluitingen N615 7.210.1150
Van Zeeland
O&M (Beh)
2013
4-4-2013
125.000
-
7.203
117.797
Voor de aansluitingen N615 zijn in 2014 nog geen werkzaamheden opgestart, aangezien deze gekoppeld worden aan de werkzaamheden van de provincie aan deze weg. Op dit moment wordt ingeschat dat de uitvoering plaats zal vinden in 2016. 2013: Onderzoek wegen en inspecties 7.210.1151
Van Zeeland
O&M (Beh)
2013
4-4-2013
32.500
14.182
7.480
10.838
47
-
9.953
De onderzoeken 2013, die deels doorliepen in 2014 zijn afgerond.
Dit project kan van de lijst worden afgevoerd. 2013: Advisering onderhoud wegen 7.210.1152
Van Zeeland
O&M (Beh)
2013
4-4-2013
10.000
Het grootste deel van deze werkzaamheden zijn verricht binnen de kredieten van de verschillende deelprojecten.
Dit project kan van de lijst worden afgevoerd. 2013: Verplaatsing bushalte ’t Laar 7.210.1153
Van Zeeland
O&M (Beh)
2013
4-4-2013
29.794
-
-
29.794
Wordt betrokken bij de aanpak van de N615 Lieshoutseweg door de provincie. Op dit moment wordt ingeschat dat de uitvoering plaats zal vinden in 2016. 2013: Reconstructie Oranjelaan BD, openbare verlichting Oranjelaan en onderhoud Kanaaldijk 7.210.1154 7.210.1156 7.210.5064 7.722.1116
Van Van Van Van
Zeeland Zeeland Zeeland Zeeland
O&M O&M O&M O&M
(Beh) (Beh) (Beh) (Beh)
2013 2014 2013 2013
4-4-2013 17-4-2014 4-4-2013 4-4-2013
960.000 325.000 35.000 450.000
23.273 3.840 -
1.466.832 -/- 3.840 -
-/- 530.105 325.000 35.000 450.000
Het totaal van het krediet bedraagt € 1.770.000 en de uitvoering van het werk is zeer voorspoedig van maart tot en met mei 2014 uitgevoerd. De werkzaamheden zijn afgerond voor een bedrag van € 1.484.059,-. In dit eindbedrag is rekening gehouden met een totaal bedrag van
Stand van zaken lopende projecten (kredieten) Krediet
Port.houder
Pijler
Jaar
Raadsbesl.
131
Krediet
Uitgaven t/m 2013
Uitgaven + verplichtingen 2014
Saldo
€ 40.000,- aan subsidies van SRE en MRE. In de tweede helft van 2015 wordt dit project ook financieel volledig afgerond, na ontvangst van de laatste facturen van Brabant Water en van de subsidie van MRE. 2014: (plaatselijk) herstraten 7.210.1157
Van Zeeland
O&M (Beh)
2014
17-4-2014
68.500
-
55.873
12.627
Het werk is afgerond in de eerste helft van 2014. Binnenkort volgt de laatste factuur. Daarna kan dit krediet medio 2015 financieel worden afgesloten met een positief saldi van ca. € 10.000,-. 2014: Onderhoud asfaltwegen 7.210.1158
Van Zeeland
O&M (Beh)
2014
Diverse
471.600
-
440.943
30.657
Het onderhoud van de asfaltwegen is afgerond en de financiële balans is opgemaakt. Na verwerking van de eindafrekening en nadat een bedrag van € 10.000,- ten laste is gebracht van bestemmingsplan Beekse Akkers (conform collegebesluit van 3 juni 2014) kan het krediet worden afgesloten met een positief saldo van € 41.000,-. 2014: Onderzoek wegen en inspecties 7.210.1159
Van Zeeland
O&M (Beh)
2014
17-4-2014
32.500
-
18.248
14.252
175.000
48.130
13.164
113.706
De werkzaamheden zijn uitgevoerd.
Dit project kan van de lijst worden afgevoerd. 2011: Verlichten van fietspaden 7.210.5056
Van Zeeland
B&P
2011
3-11-2011
Het betreft 6 fietsverbindingen, waarvan er inmiddels 5 zijn verlicht. Het laatste fietspad ligt langs de N615. Daar wordt de verlichting zo mogelijk aangebracht als onderdeel van de werkzaamheden die de provincie naar verwachting in 2016 zal uitvoeren aan deze weg.
2011: Aanschaf en implementatie van een beheerpakket voor openbare verlichting 7.210.5057
Van Zeeland
B&P
2011
3-11-2011
45.000
-
-
45.000
Aanschaf van beheerpakket openbare verlichting wordt gecombineerd met vervanging overige beheerpakketten openbare ruimte. Deze vervanging vindt naar verwachting halverwege 2015 plaats. 2014: Vervangingen openbare verlichting 2014 7.210.5066
Van Zeeland
O&M (Beh)
2014
17-4-2014
154.000
-
89.570
64.430
De vervangingen zijn uitgevoerd en afgerekend met de aannemer. In de eerste helft van 2015 volgen nog de facturen van het netwerkbedrijf Enexis. 2014: Vervanging armaturen Kapelstraat BD 7.210.5067
Van Zeeland
O&M (Beh)
2014
11-12-2014
8.000
-
10.017
-/- 2.017
De werkzaamheden zijn uitgevoerd. Doordat de op de werf geleverde armaturen zijn gestolen, zijn er extra kosten gemaakt voor de bestelling van nieuwe armaturen. De factuur van deze nieuwe levering volgt naar verwachting in de eerste helft van 2015. Momenteel wordt met de verzekering bekeken of deze kosten terug te ontvangen zijn. Aanpassingen Kerkplein Aarle-Rixtel 7.210.6004
Van Zeeland
O&M (Beh)
2013
20-2-2013
43.615
945
-
42.670
Stand van zaken lopende projecten (kredieten) Krediet
Port.houder
Pijler
Jaar
Raadsbesl.
132
Krediet
Uitgaven t/m 2013
Uitgaven + verplichtingen 2014
Saldo
Gewacht wordt op een reactie van het parochiebestuur. Groot onderhoud Kerkgracht Lieshout 7.210.8002
Van Zeeland
O&M (Beh)
2010
7-4-2011
70.000
-
-
70.000
Op basis van een collegebesluit van 7 februari 2012 zullen de werkzaamheden uitgevoerd worden door de parochie. Een concept-overeenkomst is voorgelegd aan het parochiebestuur. Het parochiebestuur heeft de benodigde goedkeuring van het bisdom nog niet ontvangen; het is de verwachting dat deze nog geruime op zich zal laten wachten. 2014: aanleg brug en afscheiding evenemententerrein BD 7.210.8003
Van Zeeland
O&M (Beh)
2014
10-7-2014
19.700
-
15.624
4.076
6.925
33.286
De brug is geplaatst. In het voorjaar van 2015 wordt de voorziene beplanting aangebracht. Economisch Actieplan Laarbeek 7.310.0102
Burgemeester
B&P
2007
diverse
75.000
34.789
Het krediet Economisch Actieplan Laarbeek is een krediet voor verschillende acties uit het plan. Pilot is opgeleverd, restant moet blijven staan voor nieuwe of nog lopende meerjarige projecten. Bijdrage opwaardering Zuid-Willemsvaart 7.310.0105
Van Zeeland
B&P
2010
10-12-2010
800.000
601.564
80.897
117.539
Het resterende bedrag wordt ingezet ten behoeve van projecten met betrekking tot de Zuid-Willemsvaart en het Wilhelminakanaal. Dit jaar wordt gestart met de bochtverruiming Zuid-Willemsvaart – Wilhelminakanaal. Voorzieningenclusters Laarbeek Dit project bestaat uit 9 deel-projecten, vanaf de 1e tussenrapportage 2012 wordt op de volgende wijze over de voorgang gerapporteerd. Deelproject 1: algemene Kosten - Voorzieningenclusters 7.480.6003 7.480.6014
Buter Buter
B&P B&P
diverse 4-12-2013
1.022.000 326.000
984.970 133.014
119.349 178.864
-/- 82.319 14.122
Hier worden alle algemene kosten verantwoord. Bijvoorbeeld kosten haalbaarheidsonderzoeken, ambtelijke uren en gemeentelijke financieringskosten. Deelproject 2: Beek – openbare ruimte 7.560.1013
Buter
B&P
2012
diverse
1.409.868
1.100.668
460.521
-/- 151.321
De aanleg van de openbare ruimte is nagenoeg gereed. Deelproject 3: Beek – Primair onderwijs (project is inmiddels afgerond) Deelproject 4: Beek – Commanderijcollege en D’n Ekker (project is inmiddels afgerond) Deelproject 5: Donk – openbare ruimte 7.560.1014
Buter
B&P
2012
Diversen
540.000
587.398
88.837
-/- 136.235
Dit project is in februari 2014 afgerond, echter de financiële afwikkeling loopt nog enige tijd door. Dit heeft ook te maken met nog enkele werk-
Stand van zaken lopende projecten (kredieten) Krediet
Port.houder
Pijler
Jaar
Raadsbesl.
133
Krediet
Uitgaven t/m 2013
Uitgaven + verplichtingen 2014
Saldo
zaamheden c.q. voorzieningen (riolering, verlichting en groenaanplant) die gekoppeld zijn aan de aanpassingen van het naastgelegen evenemententerrein. Deelproject 6: Donk – Primair onderwijs (project is inmiddels afgerond) Deelproject 7: Aarle-Rixtel – Primair onderwijs 7.480.6009 7.480.6013 7.650.0004
Buter Buter Buter
B&P B&P B&P
diverse 12-9-2013 12-9-2013
236.156 3.120.838 1.049.455
372.380 47.654 10.556
401.116 930.073 33.268
-/- 537.340 2.143.111 1.005.631
De nieuwbouw is gestart in mei 2014 en zal volgens planning worden opgeleverd in november 2015. Deelproject 8: Lieshout – Primair onderwijs (project is inmiddels afgerond) Deelproject 9: Lieshout – openbare ruimte (project is inmiddels afgerond) 2013: Privatiseringsovereenkomst TV de Raam Lieshout 7.530.3303
Briels
B&P
2013
4-12-2013
33.030
30.030
303
2.697
2.000
4.000
De overeenkomst is getekend. Notariële afhandeling volgt na overleg met belastingdienst . Kunst door en in de buurt; social sofa’s 7.540.0005
Briels
B&P
2010
10-12-2010
22.000
16.000
Planning 10 social sofa’s 2011 t/m 2014 totaal € 20.000,-. In 2011,2012 en 2013 zijn acht social sofa’s gerealiseerd; bijdrage gemeente € 2.000,per social sofa. De 10e en laatste sociale sofa komt in Lieshout te staan en wordt in 2015 opgeleverd. 2014: Vormgevingsobject bergingsvijver Beekse Akkers 7.540.0007
Briels
B&P
2014
11-12-2014
15.000
-
-
15.000
In de vijver aan de Lieshoutseweg is een berkenboom voorzien als kunstvorm object. De Kunstadviescommissie heeft positief geadviseerd. De verwachting is dat plaatsing in het voorjaar 2015 kan geschieden. 2014: Onderhoud kunst- en culturele objecten 7.540.0008
Briels
B&P
2014
11-12-2014
15.000
-
-
15.000
In 2015 zal het éénmalig onderhoud/reparatie geeffectueerd worden aan een aantal kunstwerken/vormgevingsobjecten. Monumentensubsidie Pater de Leeuwstraat 19 te Beek en Donk 7.541.3011
Van Zeeland
B&P
2012
27-6-2012
7.089
-
-
7.089
De aanvraag voor subsidie is goedgekeurd. De bewoners kunnen het bedrag declareren, na uitvoering en controle door de gemeente. Uitvoering voor 2016. Monumentensubsidie Dorpsstraat 18 te Aarle-Rixtel 7.541.3013
Van Zeeland
B&P
2013
4-4-2013
2.904
-
-
2.904
Stand van zaken lopende projecten (kredieten) Krediet
Port.houder
Pijler
Jaar
Raadsbesl.
134
Krediet
Uitgaven t/m 2013
Uitgaven + verplichtingen 2014
Saldo
De aanvraag is goedgekeurd. Uitvoering voor 2017. Digitalisering bouwvergunningen RHC 7.541.6001
Burgemeester
O&M (Div)
2010
25-11-2010
70.000
-
-
70.000
Opdracht is verstrekt aan M & R micro-imaging B.V. te Kampen om onze dossiers van bouwvergunningen scanklaar te maken. Alle interne voorbereidingen zijn afgerond, maar door alle gemeenten moest gewacht worden op goedkeuring van het RHCE. Hierdoor heeft het project enige vertraging opgelopen. Streven is nog steeds om het project van het scannen van de bouwvergunningen in 2015 af te ronden. Uitvoering natuur- en landschapsprojecten 2013 7.550.2007
Meulensteen
B&P
2013
24-1-2013
430.000
40.989
92.960
296.051
De uitvoering loopt volgens planning. Contract voor de volgende periode Stimuleringskader Groen-Blauwe diensten is ondertekend en projecten worden momenteel voorbereid en in uitvoering genomen. Een deel EVZ langs de Goorloop ter hoogte van de Voorbeemd in Beek en Donk is uitgevoerd. Het kavelruilproject Croy is in een vergevorderd stadium. Een eerste perceel van 1,5 hectare is aan de gemeente overgedragen. Via een tweede fase van de kavelruil zijn er inmiddels nog enkele hectares grond beschikbaar gekomen langs de Goorloop voor inrichting van de EVZ. De uitvoering loopt volgens planning. Diverse projecten LOP 2014 7.550.2009
Meulensteen
B&P
2014
17-4-2014
25.000
-
21.905
3.095
De gebruikelijke projecten zoals akkerranden, natuurmonitoring en het poelenproject van IVN en Laarbeeks Landschap zijn weer uitgevoerd.. Daarnaast is een succesvolle cursus snoeien van fruitbomen gehouden waaruit een actieve vrijwilligersgroep is ontstaan die in de toekomst fruitbomen gaat snoeien. De vervanging van populierenlanen van slechte kwaliteit door gebiedseigen beplanting is uitgevoerd.. 2014: Beeldmerk ‘Laarbeek, Waterpoort van de Peel’ 7.560.0018
Briels
B&P
2014
11-12-2014
8.000
-
-
8.000
Het proces om te komen tot een gedragen ontwerp voor het beeldmerk wordt betrekken bij de herziening van de gemeentelijke huisstijl. 2014: Informatiepanelen historie Zuid-Willemsvaart en Wilhelminakanaal 7.560.0019
Briels
B&P
2014
11-12-2014
9.500
De plaatsing van de panelen is gepland voor de 1e helft van 2015.
-
-
9.500
1.118 -
109.630 -/- 6.230
-/- 36.748 -/- 67.770
2012: Pilot verkoop groenstroken / aanpak illegaal gebruik 7.560.1015 7.560.1015
Meulensteen Meulensteen
B&P B&P
2012 2012
27-6-2012 27-6-2012
74.000 74.000 I
Dit project is in december 2013 met een voorlichtingsavond definitief van start gegaan en inmiddels nagenoeg afgerond. Een evaluatie en analyse volgt in het 1e kwartaal 2015 Opstellen bomenbeleidsplan 7.560.1102
Van Zeeland
B&P
2010
10-12-2010
28.805
20.285
4.526
3.994
Het bomenbeleidsplan is op 20 februari 2013 door de raad vastgesteld. Ook de ‘Groene Kaart’ is inmiddels vastgesteld. Nog enkele met betrekking tot waardevolle bomen moeten worden afgerond, daarna kan het krediet in de loop van 2015 afgesloten worden. Uitbreiding passantenhaven Aarle-Rixtel
Stand van zaken lopende projecten (kredieten) Krediet 7.560.2101
Port.houder Briels
Pijler B&P
Jaar 2011
Raadsbesl. Diversen
135
Krediet 90.000
Uitgaven t/m 2013 117.420
Uitgaven + verplichtingen 2014 -/- 20.389
Saldo -/- 7.031
Rijkswaterstaat heeft vergunning verleend voor de uitbreiding van de passantenhaven. In september 2013 is gestart met de uitvoering. De uitbreiding is gerealiseerd. BTW-verrekening heeft inmiddels plaatsgevonden. 2014: Voorbereidingskrediet Businesscase Waterboulevard 7.560.2104
Briels
B&P
2014
17-4-2014
10.000
-
499
9.501
Het startdocument business case recreatie vaart oude Zuid-Willemsvaart is de onderlegger voor de samenwerking met de gemeente Helmond om te komen tot een gezamenlijke business case voor de kop van Aarle-Rixtel. Ten behoeve hiervan heeft een aantal ambtelijke werksessies samen met de gemeente Helmond plaats gevonden. In de tussentijd wordt ook bij beide gemeentes gewerkt om per gemeente het huiswerk op orde te krijgen door voor het eigen gebied een plan of business case te ontwikkelen, dat als input dient voor de gezamenlijke business case. Om een volgende stap te kunnen maken in het inventariseren van plannen, wensen en mogelijkheden en het uitwerken van onze eigen visie en scenario’s is een voorbereidingskrediet noodzakelijk. Deze middelen zijn nodig voor externe begeleiding van een externe bijeenkomst en financieel en ruimtelijk onderzoek van implicaties van mogelijke scenario’s. Dit traject loopt door tot in 2015. Inmiddels is gestart met een marktconsultatie. Projecten armoedebeleid 7.614.1201
Buter
B&P
2007
13-12-2007
60.837
46.044
7.780
7.013
Het bedrag ad € 14.793,- is het restant van het oorspronkelijke bedrag voor armoedebestrijding groot € 50.000,-. Het restantbedrag dient beschikbaar te blijven om waar mogelijk oplossingen te kunnen bieden aan: - incidentele situaties die buiten het bereik van het minimabeleid of het Solidariteitsfonds vallen en waar een oplossing nodig is; - eenmalige projecten die voortkomen uit samenwerking met het beleidsterrein van de Wmo. Van het bedrag ad € 14.793,- is € 7.780,- als eenmalige tegemoetkoming in de opstartkosten ter beschikking gesteld aan de Kledingbank. Er resteert voor overige projecten armoedebeleid dus nog € 7.013,-. Project Mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid 7.620.4004
Briels
B&P
2010
10-12-2010
33.088
11.037
-
22.051
Op 18 mei 2010 heeft het college ingestemd met project mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid en bijbehorende financiering. Dit project is na de zomer (2010) gestart en loopt nog steeds. Diverse grote werkgevers uit Laarbeek waaronder ook de gemeente hebben deelgenomen aan het project. Het aantal individuele ondersteuningsvragen dat voortkomt uit het project, is lager dan verwacht. Daardoor zijn ook de uitgaven lager dan verwacht. Medio 2015 zal bezien worden in welke vorm dit project een vervolg dient te krijgen. Transitiekosten decentralisatie AWBZ-begeleiding 7.620.6001
Briels
B&P
2012
diversen
180.164
22.934
102.195
55.035
De uitvoering van de WMO geschiedt met ingang van 1 juli 2014 vanuit Peel 6.1. er moeten nog enkele verrekeningen plaatsvinden. 2014: procesbegeleider onderzoek exploitatie gemeenschapshuizen en sporthallen 7.630.0005
Buter
B&P
2014
17-4-2014
8.600
-
10.000
-/- 1.400
151.000
-
14.438
136.562
De onderzoeksresultaten worden in het 1e kwartaal 2015 aan het college voorgelegd. Invoeringskosten decentralisatie Jeugdzorg 7.630.3005
Briels
B&P
2013
Diversen
De uitvoering vindt vanuit peel 6.1 plaats. Er moeten nog enkele verrekeningen plaats vinden.
Stand van zaken lopende projecten (kredieten) Krediet
Port.houder
Pijler
Jaar
Raadsbesl.
136
Krediet
Uitgaven t/m 2013
Uitgaven + verplichtingen 2014
Saldo
Project Samen Gezond in Laarbeek (ZonMw) 7.714.0002
Briels
B&P
2012
12-12-2012
62.590
40.934
19.235
2.421
ZonMw heeft een subsidie beschikbaar gesteld voor de Gezondheidsrace 2011-2012. Doel van de subsidie is het project te beschrijven en overdraagbaar te maken. Inmiddels is subsidie inhoudelijke en financieel vastgesteld. Restant bedrag is bedoeld voor de verdere borging van initiatieven die bijdragen aan gezondheidsbevordering. 2012: Verbindingsleiding Tuindersweg-Rooijseweg 7.722.1102
Van Zeeland
O&M (Beh)
2012
diverse
135.000
11.726
71.404
51.870
Werk is afgerond, maar deel bestrating moet nog in definitieve vorm worden gelegd. Zodra dat is gemaakt, zal krediet worden afgesloten. 2012: Verplaatsen overstort De Zicht (incl. aanleg stamriool) 7.722.1109
Van Zeeland
O&M (Beh)
2013
4-4-2013
100.000
-
-
100.000
6.136
91.864
Dit project is in afwachting van de ontwikkelingen rondom Nieuwenhof Noord. 2013: Hemelwaterriool Lieshoutseweg Beek en Donk 7.722.1110
Van Zeeland
O&M (Beh)
2013
4-4-2013
98.000
-
Voor dit project werden in 2013 geen werkzaamheden opgestart, aangezien deze gekoppeld zijn aan de werkzaamheden van de provincie aan de Lieshoutseweg. Op dit moment wordt ingeschat dat de uitvoering plaats zal vinden in 2016. Krediet moet worden doorgeschoven. 2013: Re-lining riolering 7.722.1111
Van Zeeland
O&M (Beh)
2013
4-4-2013
395.000
-
75.235
319.765
Uitvoering van de re-lining van het riool aan het Thiboterrein zijn begin 2014 afgerond. Voor het overige programma is een gezamenlijke aanbesteding in Peelverband in afronding. De uitvoering zal plaatsvinden in 2015. 2013: Hemelwaterriool 2e overstortleiding Voorbeemd 7.722.1112
Van Zeeland
O&M (Beh)
2013
4-4-2013
300.000
-
191.936
108.064
Werk is nagenoeg afgerond. Er moet nog een sluiter geplaatst worden en bekeken wordt op welke wijze speelveld de Ratel kan worden ingezaaid. Daarna zal de financiële afrekening gemaakt worden, waarbij waarschijnlijk een onderschrijding van het krediet verwacht wordt als gevolg van aanbestedingsvoordeel en de ontvangst van subsidie. 2013: Verlengen overstortleiding naar Vogelzang 7.722.1113
Van Zeeland
O&M (Beh)
2013
4-4-2013
100.000
-
-
100.000
-
7.000
Dit project is in afwachting van de ontwikkelingen rondom Nieuwenhof Noord. 2013: Onderzoeken riolering 7.722.1114
Van Zeeland
O&M (Beh)
2013
4-4-2013
7.000
-
Deze onderzoeken zijn uitgevoerd, maar de kosten zijn ten laste van de exploitatie gebracht, zodat dit krediet hier kan worden afgevoerd.
Dit project kan van de lijst worden afgevoerd.
2014: Aanleg HW riool en maken overstort Crommenacker 7.722.1124
Van Zeeland
O&M (Beh)
2014
17-4-2014
De voorbereidingen voor dit werk zijn opgestart.
60.000
-
5.377
54.623
Stand van zaken lopende projecten (kredieten) Krediet
Port.houder
Pijler
Jaar
Raadsbesl.
137
Krediet
Uitgaven t/m 2013
Uitgaven + verplichtingen 2014
Saldo
2014: Groot onderhoud en vervangen pompen en gemalen 7.722.1125
Van Zeeland
O&M (Beh)
2014
17-4-2014
56.700
-
8.729
47.971
-
13.485
1.515
Voorbereidingen voor deze werkzaamheden zijn opgestart. 2014: Drukopnemers plaatsen in probleemgemalen 7.722.1126
Van Zeeland
O&M (Beh)
2014
17-4-2014
15.000
Werkzaamheden zijn grotendeels afgerond. Nog twee of drie meters worden in 2015 nog geplaatst en dan kan het krediet worden afgesloten. 2014: Groot onderhoud en vervangen drukrioolgemaal en pompen 7.722.1127
Van Zeeland
O&M (Beh)
2014
17-4-2014
84.000
-
79.026
4.974
Het grote vervangingskrediet is verdeeld over vijf jaren, waardoor er elk jaar € 84.000,- beschikbaar is. Voor de jaarschijf 2014 hebben alle onderhoudswerkzaamheden en vervangingen plaatsgevonden.
Dit project kan van de lijst worden afgevoerd. 2014: Vervangen riolering Schoolstraat Beek en Donk 7.722.1128
Van Zeeland
O&M (Beh)
2014
17-4-2014
195.000
-
14.473
180.527
De voorbereidingen voor dit werk zijn gestart en alle voorbereidende onderzoeken zijn gereed inclusief de boomeffectanalyse. In 2015 wordt een collegevoorstel voorbereid met keuzemogelijkheden voor deze vervanging in de afweging tussen verkeer alsmede groene en civiele elementen. 2015: Vervangen en bijleggen riolering Goossenstraat/Wilhelminalaan Aarle-Rixtel 7.722.1129
Van Zeeland
O&M (Beh)
2014
17-4-2014
380.000
-
16.228
363.772
120.000
-
7.591
112.409
-
-
208.000
-
34.203
-/- 2.903
Voorbereidingen voor deze werkzaamheden zijn opgestart. 2015: Bijleggen HW riool Grotenhof Lieshout 7.722.1130
Van Zeeland
O&M (Beh)
2014
17-4-2014
Voorbereidingen voor deze werkzaamheden zijn opgestart. 2015: Verruimen riool en aanpassen gemaal Meerven Mariahout 7.722.1131
Van Zeeland
O&M (Beh)
2014
17-4-2014
208.000
Voorbereidingen voor deze werkzaamheden zijn voorlopig uitgesteld. 2014: Aanleg retentievoorziening evenemententerrein BD 7.722.1132
Van Zeeland
O&M (Beh)
2014
11-12-2014
31.300
De werkzaamheden met betrekking tot de aanleg van de retentievijver zijn afgerond. Financiële afronding volgt halverwege 2015, zodra ook de overige werkzaamheden aan het evenemententerrein gereed zijn. 2014: Renovatie rioolgemaal De Peppel in Beek en Donk 7.722.1133
Van Zeeland
O&M (Beh)
2014
11-12-2014
40.000
-
14.800
25.200
158.000
76.785
1.434
79.791
Dit werk is afgerond.
Dit project kan van de lijst worden afgevoerd. Uitvoeringsprogramma Klimaatbeleid 2009-2012 7.723.2027
Van Zeeland
B&P
2009
10-12-2009
Stand van zaken lopende projecten (kredieten) Krediet
Port.houder
Pijler
Jaar
Raadsbesl.
138
Krediet
Uitgaven t/m 2013
Uitgaven + verplichtingen 2014
Saldo
In het coalitieakkoord is gesteld werk te maken van duurzaamheid. Op basis van het restant bedrag klimaatbeleid zal nog dit jaar een eerste aanzet aangereikt worden. Inmiddels is wel een subsidieaanvraag ingediend, tezamen met de overige 20 voormalige SRE-gemeenten, voor een bijdrage op basis van het Energieakkoord bij de VNG. Deze aanvraag is op 14 juli gehonoreerd. Voor de periode tot 1 januari 2017 is (voor 21 gemeenten) procesgeld beschikbaar gesteld voor een totaalbedrag van € 473.691,-. Inmiddels is gestart met de voorbereiding om een duurzaamheidsbeleid op te stellen. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de (on)mogelijkheden Cittaslow. Voor de zomer willen wij een plan voorleggen aan de raad. Daarbij willen wij ook de mogelijkheid van nieuwe subsidiemogelijkheden bekijken. Vooruitlopend daarop is de bestaande subsidieregeling voor zonnepanelen per 01-01-2015 beëindigd. 2013: Saneren onverharde sintelwegen in Laarbeek 7.723.3005
Van Zeeland
O&M (Beh)
2013
4-12-2013
130.000
-
-
130.000
472.683
197.017
-/- 47.321
322.987
Saneringen zijn in uitvoering. Uitvoering van reconstructie- en gebiedsplannen 7.810.1001
Van Zeeland
B&P
Div
diverse
Inmiddels is er duidelijkheid over de voortgang van de verplaatsing van agrarische ondernemers naar het LOG. Voor vier locaties is geen belangstelling meer om daar nieuwvestiging te realiseren. Met één ondernemer worden afsluitende besprekingen gevoerd. Met de provincie zijn de besprekingen geopend om een vergoeding voor de door de gemeente geleden schade. Harmoniseren en afstemmen bestemmingsplannen 7.810.1002
Van Zeeland
B&P
2006
diverse
155.000
121.448
17.544
16.008
Het Komplan Mariahout is op 15 oktober 2009 vastgesteld door de raad en het komplan Beek en Donk op 14 december 2011. Beide komplannen zijn onherroepelijk. Het komplan Lieshout is op 27 juni 2013 vastgesteld. De provincie heeft ten aanzien van dit plan een aanwijzingsbesluit genomen. Tegen dat besluit alsmede de vaststelling is beroep ingesteld. De uitspraak van de Raad van State ter zake heeft inmiddels geleid tot een hernieuwde vaststelling van het bestemmingsplan Kom Lieshout door de gemeenteraad op 29 januari 2015. Publicatie van dit besluit heeft plaatsgevonden op vrijdag 13 februari 2015. In deze publicatie wordt mededeling gedaan van de mogelijkheid om tegen dit besluit beroep in te stellen bij de Raad van State van 18 februari t/m 1 april 2015. De procedure voor het komplan Aarle-Rixtel is opgestart. Het bestemmingsplan is (gewijzigd) vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2015. Publicatie van dit besluit heeft plaatsgevonden op vrijdag 13 februari 2015. In deze publicatie wordt mededeling gedaan van de mogelijkheid om tegen dit besluit beroep in te stellen bij de Raad van State van 18 februari t/m 1 april 2015. 2013: Bestemmingsplan Wish Outdoor 7.810.1006
Van Zeeland
B&P
2013
Diverse
18.500
6.031
9.718
2.751
Het bestemmingsplan is door de raad op 6 november 2014 ongewijzigd vastgesteld. Er is door één appellant beroep ingesteld. De gemeente is in afwachting van een uitnodiging voor een zitting bij de Raad van State. De appellant heeft geen voorlopige voorziening aangevraagd, zodat het bestemmingsplan wel rechtskracht heeft.
139
Afkortingen Bij de raadsbehandeling van de Programmarekening 2012 hebben verschillende raadsleden aandacht gevraagd voor het gebruik van afkortingen in de tekst. Om de leesbaarheid van de Programmarekening te verbeteren wordt vanaf 2013 een lijst met afkortingen aan het document toegevoegd. We vinden het belangrijk dat documenten als de Programmarekening ook voor burgers leesbaar zijn. Daarom zijn ook afkortingen waarvan de betekenis voor geoefende lezers meteen duidelijk is toch aan dit overzicht toegevoegd.
a.s.
= aan staande
AB
= Algemeen Bestuur
ABL
= Algemeen Belang Laarbeek
AO
= Administratieve Organisatie
APV
= Algemene Plaatselijke Verordening
AR
= Aarle-Rixtel
Arbo
= Arbeidsomstandigheden
AWBZ
= Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
B&B
= Pijler Burgers en Bedrijven
B&P
= Pijler Beleid en Projecten
B&W
= Burgemeester en Wethouders
BAG
= Basisregistratie Adressen en Gebouwen
BBV
= Besluit Begroting en Verantwoording
BBZ
= Bijzondere Bijstand aan Zelfstandigen
BD
= Beek en Donk
BIO
= Bijdrage in ontwikkeling
BLS
= Besluit Locatie gebonden Subsidie
BNG
= Bank Nederlandse Gemeenten
BOR
= raadscommissie Beheer Openbare Ruimte
BP
= Bestemmingsplan
BRO
= Basisregistratie ondergrond
BS
= Basisschool
BTB
= Bereikbaarheid, Toegankelijk en Beschikbaarheid
BTW
= Belasting Toegevoegde Waarde
BV
= Besloten Vennootschap
BZK
= Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
c.q.
= casu quo / in welk geval
CAK
= Centraal Administratie Kantoor
CDA
= Christen Democratisch Appèl
CJG
= Centrum voor Jeugd en Gezin
d.d.
= de datum
DB
= Dagelijks Bestuur
DigiD
= persoonlijke inlog-code waarmee burgers zich bij de overheid kunnen identificeren
Div
= Documentaire informatie voorziening
140
d.m.v.
= door middel van
DVO
= Dienstverleningsovereenkomst
e.e.a.
= een en ander
EMU
= Europese Monetaire Unie
EONIA
= Eendaags interbancair rentetarief voor het eurogebied
Etc
= Et cetera / en zo voort
EU
= Europese Unie
EVZ
= Ecologische verbindingszone
Excl.
= exclusief
Expl.mij
= Exploitatie Maatschappij
FBV
= Fonds Bovenwijkse Voorzieningen
Fte
= fulltime equivalent
GB
= gemeente Gemert-Bakel
GBA
= Gemeentelijke Basis Administratie
GHOR
= Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio
GO
= Georganiseerd overleg
GR
= Gemeenschappelijke regeling
GVOP
= Gemeenschappelijke voorziening officiële publicaties
GW
= Gemeente Wet
Ha
= hectare
HNG
= Hypotheekfonds Noord-Brabantse Gemeenten
HNW
= Het Nieuwe Werken
i.c.
= in casu / in het geval dat
i.v.m.
= in verband met
ICT
= Informatie en Communicatie Technologie
iDOP
= integraal Dorpsontwikkelingsplan
IOAW
= wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers
IOAZ
= wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Zelfstandigen
IVN
= Instituut voor natuurbeschermingseducatie
KCC
= Klant Contact Centrum
Km
= kilometer
LB
= gemeente Laarbeek
LH
= Lieshout
LOG
= Landbouw ontwikkelingsgebied
LOP
= Landschapsontwikkelingsplan
m.b.t.
= met betrekking tot
Mer
= Milieu effect rapportage
MF
= Multifunctionele accommodatie
MH
= Mariahout
MOR
= Meldingen Openbare Ruimte
MRE
= Metropool Regio Eindhoven
MT
= managementteam
141
n.a.v.
= naar aanleiding van
n.v.t.
= niet van toepassing
NAR
= Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement
NHR
= Nieuw Handels Register
NOC
= Noord-Oost corridor
NRD
= Notitie Reikwijdte en Detailniveau
NUP
= Nationaal uitvoeringsprogramma
NV
= Naamloze Vennootschap
NWB
= Nederlandse Waterschap Bank
O&M
= Pijler Onderhoud en Middelen
o.a.
= onder andere
OAB
= Onderwijs achterstandsbeleid
OBS
= Openbare basisschool
ODZOB
= Omgevingsdienst Zuid-Oost Brabant
OJA
= Open jongerencentrum Aarle-Rixtel
OZB
= onroerende zaakbelasting
P.M.
= pro memorie / om niet te vergeten
PNL
= Partij Nieuw Laarbeek
Pr.
= programma
PVDA
= Partij van de Arbeid
RAV
= Regionaal Ambulance Vervoer
rb.
= raadsbesluit
RGSHG
= Regeling Geldelijke Steun Huisvesting Gehandicapten
RNI
= basisregistratie Registratie Niet Ingezetenen
RO
= Ruimtelijke Ontwikkeling
RSS
= Really Simple Syndication / eenvoudige gelijktijdige publicatie
RUD
= Regionale uitvoeringsdienst
Ruddo
= Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden
SAN
= Dataopslagsysteem
SLOK
= Stimulering lokale klimaatinitiatieven
SOK
= Samenwerking overeenkomst
Soza
= Sociale Zaken
SRE
= Samenwerkingsverband Regio Eindhoven
SVn
= Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten
t.b.v.
= ten behoeve van
t.o.v.
= ten opzichte van
TV
= Tennisvereniging
t.z.t.
= te zijner tijd
u/g
= uitgegeven geldlening
vGRP+
= verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan inclusief gemeentelijke watertaken
VVD
= Volkspartij voor Vrijheid en Democratie
VVV
= vereniging voor vreemdelingen verkeer
WABO
= Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht
Wet Fido
= Wet Financiering Decentrale Overheden
142
Wet WOZ
= Wet Waardering Onroerende Zaken
WIJ
= Werk Investering Jongeren uitkering
Wmo
= Wet Maatschappelijke Ondersteuning
WNT
= Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen in de (semi)publieke sector
WSL
= Woning Stichting Laarbeek
WSW
= Wet Sociale Werkvoorziening
WW
= Werkloosheids Wet
WWB
= Wet Werk en Bijstand
ZO
= Zuid-Oost
143