INHOUDSOPGAVE blz. Hoofdstuk Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
1
1.
1
Resultaten vooroverleg ex artikel 10 BRO
Provincie Gelderland
1
VROM Inspectie
11
Vitens Gelderland
12
Hydron Midden Nederland
13
Waterschap Vallei & Eem
13
Gemeente Bunschoten
13
Gemeente Amersfoort
13
NV Nederlandse Spoorwegen
14
Gemeente Putten
14
Gemeente Barneveld
14
Rijksdienst voor de Monumentenzorg,
15
Ministerie van Defensie, dienst Vastgoed Defensie,
16
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
16
Hulpverlening Gelderland Midden
17
ProRail
17
LTO Noord
18
Gelderse Milieufederatie e.a.
21
Gemeentelijke Monumentencommissie Nijkerk
25
2.
29
Resultaten Inspraak
Verzamelreactie agrariërs
29
Individuele reacties burgers c.a.
34
0
Maatschappelijke Uitvoerbaarheid In dit hoofdstuk worden de resultaten verwerkt van de gehouden inspraak met de bevolking, het vooroverleg ex artikel 10 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening met overheidsinstanties. 1.
Resultaten vooroverleg ex artikel 10 BRO
In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke Ordening is aan de overlegpartners verzocht om een reactie op het voorliggende plan. Het plan is op 16 augustus 2006 toegezonden aan de volgende instanties: • NV Nederlandse Spoorwegen • KPN • NV Nederlandse Gasunie • Rijksdienst voor de Monumentenzorg • Vitens Gelderland • Provincie Gelderland • Rijkswaterstaat • Gemeente Putten • Gemeente Amersfoort • Gemeente Bunschoten • Gemeente Barneveld • LTO Noord • LTO Noord, afd. Veluwerand • NUON NV • Gelderse Milieufederatie • Waterbedrijf Gelderland • Hydron Midden Nederland • VROM-Inspectie • SVGV • Waterschap Vallei & Eem • Ministerie van Defensie • Railinfrabeheer, district Noordoost • IVN, afd. Nijkerk • Hulpverlening Gelderland Midden • Gemeentelijke Monumentencommissie Van een 19tal is een reactie ontvangen, te weten: Gemeentelijke Monumentencommissie, Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Commando DienstenCentra, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Gemeente Barneveld, Hulpverlening Gelderland Midden, ProRail, Gemeente Putten, Nederlandse Spoorwegen NV, LTO Noord, Gemeente Amersfoort, Gemeente Bunschoten, Waterschap Vallei & Eem, GMF Milieufederatie, Hydron Midden Nederland, Vitens Gelderland, VROM-Inspectie en Provincie Gelderland. In de onderstaande tekst worden deze reacties samengevat weergegeven en van een beantwoording voorzien. Provincie Gelderland, Postbus 9090 te Arnhem 6800 GX 1. De diensten missen een retrospectieve toets. Dit knelt temeer daar het thans vigerende plan zeer oud is en de gemeente zelf in het bestemmingsplan aangeeft dat “De vestiging van niet agrarische bedrijven in het buitengebied is een sluipend proces geweest, waarbij deze bedrijven zowel legaal als illegaal in de loop der jaren zijn gerealiseerd”, en “Dit sluipende proces stelt de overheid voor grote handhavingsproblemen”. Het kan niet zo zijn dat met het vaststellen van voorliggend bestemmingsplan alle illegaal gerealiseerde activiteiten, zowel m.b.t. wonen als werken, d.m.v. een “generaal pardon” gelegaliseerd worden. In een retrospectieve toets dient inzichtelijk gemaakt te worden welke veranderingen legaal tot stand gekomen zijn, en welke veranderingen illegaal tot stand gekomen zijn. Indien de gemeente over wil gaan tot legalisering dienen dan onderzoeken uitgevoerd te worden die bij die functie passen. Reactie: In het bestemmingsplan zal duidelijk gemaakt worden of en in hoeverre illegale situaties gelegaliseerd zullen worden. Uitgangspunt bij het opstellen van het bestemmingsplan is niet geweest dat illegale
1
situaties gelegaliseerd dienen te worden. Slechts voor locaties waarvoor de Raad van State in het verleden een uitspraak over gedaan heeft zijn ten opzichte van het vorige bestemmingsplan aangepast. Daarnaast is een enkel perceel aangepast indien deze reeds geruime tijd onder het overgangsrecht valt en niet is voorzien dat het gebruik binnen de planperiode beëindigd zal worden. Als uitgangspunt voor de retrospectieve toets zal echter niet uitgegaan worden van het vigerende bestemmingsplan, maar van de bestemmingsplannen uit 2001 aangezien deze door de gemeenteraad zijn vastgesteld en door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd. De in dat plan opgenomen wijzigingen ten opzichte van het bestemmingsplan uit 1975 zijn reeds door partijen geaccordeerd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Toelichting wordt aangepast en aangevuld met retrospectieve toets 2.
In de toelichting van het bestemmingsplan wordt in het plan ingegaan op woningbouw rond Holkerveen / Nijkerkerveen. Ook op de in het plan opgenomen Ontwikkelingskaart zijn deze en overige stedelijke ontwikkelingen opgenomen. De diensten beschouwen deze ontwikkeling als niet relevant voor de beoordeling van voorliggend plan, mede gezien de ontwikkelingstermijn van een aantal van deze gebieden. Woningbouw dient dan ook passend te zijn binnen het provinciale (en regionale) functieveranderingenbeleid en het beleid met betrekking tot niet-agrarische bedrijvigheid ten aanzien van het landelijk gebied.
Reactie: De ontwikkelingskaart is uitsluitend bedoeld als toetsingskader voor de gemeente om te voorkomen dat eventueel medewerking verleend zou worden aan activiteiten die strijdig kunnen zijn met de beoogde toekomstige ontwikkelingen. Woningbouw kan slechts worden uitgevoerd indien deze passen binnen de uitwerkingen van het streekplan. Binnen het plan zijn dan ook geen zelfstandige woningbouwlocaties opgenomen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 3.
In de artikelen 4, 5 en 6 inzake de agrarische bestemmingen worden kwekerijen uitgesloten tenzij zij aanwezig zijn bij het onherroepelijk worden van het plan. Hiermee kan er middels het plan gerealiseerd worden, tenzij er nog geen legale kwekerij aanwezig is. Het voorschrift dient dan ook aangepast te worden dat het dient te gaan om legaal aanwezige bedrijven. In relatie hiermee dient ook het aantal toegestane woningen gebaseerd te zijn op het legaal aanwezig aantal woningen. Hetzelfde geldt voor de overig in het plan opgenomen bestemmingen.
Reactie: Het dient inderdaad alleen te gaan om legale bouwwerken en activiteiten. Deze doelstelling wordt dan ook onderschreven. De voorschriften zullen voor zover noodzakelijk worden aangepast of worden aangevuld.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing voorschriften waarbij aangegeven wordt dat het legale bouwwerken en activiteiten betreffen. 4.
Het is de diensten opgevallen dat een aantal zaken niet goed op de plankaart staan aangegeven. De diensten wijzen op een aantal percelen als voorbeeld. Daarnaast wordt aangegeven dat bij een nieuw landgoed minimaal 5 ha nieuwe natuur gerealiseerd dient te worden. Gezien de plankaart zijn de diensten van mening dat hier veel minder dan 5 ha wordt toegevoegd. De diensten constateren dat de bestemmingsvlakken voor wonen excessief groot zijn. De diensten adviseren de oppervlakte van de bestemming af te stemmen op de werkelijkheid en niet zondermeer bij voormalige agrarische bouwpercelen, het gehele perceel de bestemming wonen te geven. De diensten vragen dan ook duidelijk aan te geven wat de bestaande toestand is en wat gewenste ontwikkelingen zijn. Indien er sprake is van nieuwe ontwikkelingen dienen die vergezeld te gaan van de benodigde onderzoeken en afwegingen.
2
Reactie: Opzet van het bestemmingsplan is dat alle werkelijke aanwezige legale functies ook als zodanig bestemd dienen te worden. Geconstateerd wordt en zoals de diensten terecht opmerken, dat er op de plankaart onjuistheden zijn vermeld. Deze onjuistheden dienen bij de vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad gecorrigeerd te zijn. Voor wat betreft het opgenomen nieuwe landgoed wordt opgemerkt dat dit landgoed beoordeeld is zoals in het voorontwerp is aangegeven. Naar ons oordeel wordt dan ook meer dan 5 ha aan nieuwe natuur toegevoegd. De aangegeven omvang op de plankaart zal nader onderzocht worden om te bezien of dit foutief is weergegeven. De bestemmingsvlakken voor woningen zullen nader bezien worden. Dit is afhankelijk van de feitelijke situatie. De gemeente streeft er niet naar om opstallen e.d. buiten het bouwperceel te plaatsen en daarmee onder het overgangsrecht te brengen. Ook worden voor zover mogelijk de reeds aanwezige rijbakken binnen de bestemmingsvlakken geplaatst. Het kan daarom lijken dat de bestemmingsvlakken excessief groot zijn. Voor de bestaande/nieuwe ontwikkelingen wijzen wij naar hetgeen onder punt 1 is opgenomen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Plankaart wordt op onderdelen aangepast 5.
De diensten waarderen de aandacht in het plan voor het natuur. Zij zijn evenwel van mening dat het provinciaal beleid in deze niet geheel tot zijn recht komt in het huidige plan. Geadviseerd wordt, gezien het feit dat het nee-tenzij beleid m.b.t. de EHS een essentiële beleidsuitspraak is, om de natuurfunctie voorzover die gelegen is binnen in de provinciale EHS-natuur én EHS-verweving, in de toegekende bestemmingen duidelijk tot uiting te laten komen. Hiertoe adviseren de diensten om de bestaande natuurgebieden en grotere natuurelementen (ook binnen EHS-verweving) de bestemming Natuur conform artikel 8 van de voorschriften toe te kennen. Voor de overige delen van EHS-verweving wordt geadviseerd om de bestemming agrarisch gebied met landschaps- en natuurwaarden toe te kennen. Een behoorlijk deel van de EHS-verweving heeft echter de bestemming agrarisch gebied met landschapswaarden gekregen. De diensten wijzen erop dat het weidevogelgebied volgens het Streekplan groter is dan hetgeen op de plankaart is opgenomen. Geadviseerd wordt dit aan te passen.
Reactie: Naar ons oordeel zijn alle belangrijke en de grotere natuurelementen binnen het plangebied opgenomen binnen de bestemming natuur. Het beleid van de provincie inzake de EHS wordt onderschreven en binnen het bestaande en toekomstige beleid van de gemeente opgenomen en uitgevoerd. De voorschriften en de plankaart zullen op onderdelen worden aangepast om dit beleid beter tot uitdrukking te brengen. Onderkend wordt dat het weidevogelgebied groter is dan hetgeen op de plankaart is ingetekend. Op de plankaart is alleen rekening gehouden met het vogelrichtlijngebied. De plankaart zal op dit punt worden aangevuld en een extra aanduiding zal worden opgenomen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Voorschriften en plankaart wordt aangepast voor EHS en natuur 6.
In het bestemmingsplan wordt onvoldoende aandacht besteed aan het feit dat grenzend aan/liggend binnen het plangebied de volgende beschermingszones aanwezig zijn: Arkemheen, Veluwe, Veluwerandmeren Wolderwijd en Nijkerkernauw. Het feit dat deze beschermingszones in het plangebied gelegen zijn heeft terdege consequenties voor het voorliggende plan. De diensten adviseren om in de beleidsbeschrijving en systematiek van het plan de bijbehorende toetsing aan natuurbeleid onderscheid te maken tussen het beleid met betrekking tot de Nb-wet en de EHS. Het voorliggend bestemmingsplan maakt ontwikkelingen mogelijk die kunnen leiden tot effecten op Natura-2000 gebieden. Daarbij kan het gaan om directe werking, maar ook om externe werking. Indien uit ecologisch onderzoek volgt dat significante effecten niet uit te sluiten zijn, dient een passende beoordeling te worden uitgevoerd. Indien een passende beoordeling wordt uitgevoerd, dient het plan te worden voorzien van een Strategische Milieubeoordeling.
3
Reactie: In de beleidsbescherming zal een onderscheid worden gemaakt tussen het beleid met betrekking tot de Natuurbeschermingswet en de Ecologische Hoofdstructuur. Een van de elementen die inderdaad niet zijn opgemerkt is het Natura-2000 gebied Nuldernauw. Dit gebied zal dan ook uit het plangebied gehaald worden en toegevoegd worden aan het plan Nieuw Hulckesteijn, waarvoor al een plan-MER is opgestart. In de toelichting zijn een aantal onderwerpen opgenomen waaruit mogelijk kan worden afgeleid dat er ontwikkelingen in het plan mogelijk gemaakt worden zonder dat er een afweging c.q. vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet heeft plaatsgevonden c.q. is verleend. In de toelichting zullen deze onderwerpen weggelaten worden of zodanig worden aangevuld waaruit zal blijken dat eerst een passende beoordeling in het kader van de Natuurbeschermingswet moet plaatsvinden. Tevens zullen de voorschriften in het plan aangepast worden waardoor de ontwikkelingen die strijdig zijn met de Natura2000-wetgeving niet direct mogelijk gemaakt kunnen worden. Het bestemmingsplan is in hoofdzaak conserverend van aard. Nieuwe ontwikkelingen zijn slechts mogelijk na een totale afweging van alle belangen en dan slechts nog via een artikel 11 WRO-procedure of een planherziening. Hiermee worden ook de belangen in het kader van de Natuurbeschermingswet gediend. Verdere uitvoering in beheersplannen voor de Natura2000 gebieden vindt niet plaats in het kader van het bestemmingsplan buitengebied. Dit is een traject dat bij verdere invulling van het betreffende gebied pas aan bod komt en daarmee ook het onderzoek naar de gevolgen voor het betreffende gebied.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: De toelichting, de voorschriften en de plankaart worden op onderdelen aangepast en aangevuld en in overeenstemming gebracht met Nb-wet. 7.
Conform artikel 19j Nb-wet behoeft een plan of activiteit waarvan niet op voorhand aangegeven kan worden dat het geen effect heeft op Natura 2000 gebied verder goedkeuring in het kader van de Nb-wet.
Reactie: Voor een reactie verwijzen wij naar hetgeen onder punt 6 is opgenomen. 8.
De diensten merken op dat ook voor iedere ingreep die de instandhoudingsdoeleinden voor het Nb-wetgebied mogelijk kunnen aantasten een vergunning op grond van artikel 19d Nbwet noodzakelijk is. Zo is bijvoorbeeld het versterken van recreatieve routes in de polder Arkemheen een activiteit waarvoor een passende beoordeling noodzakelijk is. Voor wat betreft de beschrijving van het Natuurbeleid in de toelichting hebben de diensten een aantal opmerkingen.
Reactie: Voor een reactie verwijzen wij naar hetgeen onder punt 6 is opgenomen. Voor de onjuistheden in de tekst en plankaart zullen de opmerkingen worden overgenomen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing toelichting, voorschriften en plankaart waarbij mogelijke belemmeringen in het kader van de Nb-wet zullen worden weggenomen en onjuistheden worden gecorrigeerd..
9.
De diensten achten de volgende ontwikkelingen strijdig met de Natura-2000 wetgeving: nieuwe bouwpercelen in EU-beschermingszone; wijziging/vergroting bouwperceel binnen EUbeschermingszone; verbouwen maïs niet aan aanlegvergunning gekoppeld; omzetting grondgebonden naar iv niet getoetst aan Natura-2000.
Reactie: Voor een reactie verwijzen wij naar hetgeen onder punt 6 is opgenomen. Op een aantal onderdelen zullen de voorschriften worden aangepast en in de toelichting zal nadrukkelijker worden verwezen naar de Natuurbeschermingswet.
4
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing toelichting met nadrukkelijk opname gevolgen Nb-wet en aanvulling/aanpassing voorschriften aanlegvergunning en nadere eisen.. 10.
In het bestemmingsplan wordt gesproken over 2 zoeklocaties in de Arkemheense polder. Hiervoor zal een passende beoordeling noodzakelijk zijn. Gezien de kwetsbaarheid van het gebied adviseren de diensten dit middels een eventuele aparte RO- en Nb-wet procedure te onderzoeken. Aansluitend hebben de diensten een aantal opmerkingen met betreft de voorschriften in relatie tot de Nb-wet.
Reactie: In de toelichting is aangegeven dat de 2 boerderij-inplaatsingen niet bij recht kunnen plaatsvinden, maar dat deze slechts gerealiseerd kunnen worden na afweging van alle belangen en waarbij een planherziening noodzakelijk is, aangezien dit maatwerk vereist. Een van de aspecten welke bij de overwegingen onderzoekt dienen te worden is de invloed van de inplaatsing op het kwetsbare gebied. In de toelichting zal het aspect Natuurbeschermingswet duidelijk opgenomen worden. Dit aspect geldt overigens ook voor alle overige werken en werkzaamheden welke in het gebied kunnen plaatsvinden. De betreffende voorschriften en de toelichting zullen op dit punt worden aangevuld.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing toelichting voor boederij-inplaatsing en opname toetsing Nb-wet in voorschriften 6,8,11 en 14.. 11.
Het plan behoeft goedkeuring op grond van artikel 19j Natuurbeschermingswet. Er ontbreekt nu nog een passende beoordeling. Deze is nodig voordat het plan kan worden goedgekeurd. Er dient een plan-MER/SMB te worden uitgevoerd. Deze dient te zijn uitgevoerd voordat de gemeenteraad het plan vaststelt. Het plan behoeft goedkeuring in het kader van de Nb-wet. GS Flevoland voor zover het betreft het plangedeelte dat lig binnen het Natura 2000-gebied Wolderwijd-Nuldernauw of voorzover er sprake is van goedkeuring als gevolg van de externe werking van voornoemd gebied.
Reactie: Naar ons oordeel zijn de voorgestelde aanpassingen voor wat betreft de toelichting, de voorschriften en de plankaart van dien aard, dat het plan in ieder geval geen goedkeuring meer behoeft van GS Flevoland. Daarnaast zal onderzocht worden of de aanpassingen voldoende zijn om tegemoet te komen aan de eisen welke de Natuurbeschermingswet stelt. Mocht blijken dat ondanks alle maatregelen een plan-MER noodzakelijk is, dan zal deze zijn uitgevoerd voordat de gemeenteraad het plan vastgesteld heeft. Met de diensten zal in overleg getreden worden om te bezien of de voorgestelde aanpassingen voldoende zijn.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Zie eerder genoemde aanpassing toelichting, voorschriften en plankaart. 12.
In de uitwerking van het streekplan “Kernkwaliteiten waardevolle landschappen” zijn de waardevolle landschappen onderverdeeld in een groot aantal eenheden waarbij per eenheid de landschappelijke kernkwaliteiten zijn benoemd. Een aantal van deze kernkwaliteiten zijn reeds in vergelijkbare termen genoemd in het bestemmingsplan, maar ook een aantal niet of deze zijn in de streekplanuitwerking meer uitgewerkt. Vanuit het provinciaal beleid spelen de in de streekplanuitwerking genoemde landschappelijke kernkwaliteiten derhalve een belangrijke rol ter bescherming en ontwikkeling van het landschap. Deze kernkwaliteiten dienen bij eventuele ingrepen in het landschap als ontwerpopgave en zijn kaderstellend bij de beoordeling. Derhalve adviseren de diensten de genoemde kernkwaliteiten en de onderscheiden deelgebieden – binnen de huidige plansystematiek, met aanduidingen – op te nemen.
5
Reactie: Voor zover de kernkwaliteiten en de aanduidingen niet in het plan zijn opgenomen, zullen deze alsnog worden toegevoegd. Wel dient rekening gehouden te worden met de leesbaarheid van de plankaart. Eventueel zal gezocht moeten worden naar andere aanvullingen op de plankaart, waarbij de leesbaarheid gehandhaafd kan blijven.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing c.q. aanvulling toelichting, voorschriften en plankaart met kernkwaliteiten streekplan. 13.
In het voorliggende plan wordt onder de definitie intensieve veehouderij een onjuiste definitie gebruikt. Hiermee wordt ingegaan tegen de definitie die gebruikt wordt in de deelnotitie 1, reconstructie zonering intensieve veehouderij. In deze notitie wordt uitgegaan van de milieuwetgeving bij het bepalen van de definitie. Daarnaast wordt ook in de reconstructieplannen Veluwe en Achterhoek blijkens de definitie mede het houden van pelsdieren verstaan. Verzocht wordt om de definitie aan te passen zodat het houden van pelsdieren er onder valt.
Reactie: De verwarring met het gebruik van de begripsbepaling wordt onderkend. De begripsbepaling zal op dit punt worden aangepast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing voorschrift 1. 14.
Uit de toelichting wordt niet geheel duidelijk of bij het toekennen van de agrarische bouwpercelen is uitgegaan van de omvang van het bouwperceel in het vigerende bestemmingsplan. Uit het reconstructieplan vloeit voort dat de 30% uitbreiding van de bouwkavel bij iv-bedrijven berekend dient te worden uitgaande van de vigerende bouwkavel. De diensten verzoeken dan ook duidelijk te maken of de omvang en uitbreidingsmogelijkheden van iv-bedrijven aan dit uitgangspunt voldoen. Mocht dit niet het geval zijn, dan verzoeken de diensten de betreffende bouwkavels hernieuwd te begrenzen conform de oppervlakte binnen het vigerend bestemmingsplan.
Reactie: Voor het intekenen van de agrarische bouwpercelen is uitgegaan van hetgeen in het Reconstructieplan is opgenomen (omvang huidige bouwperceel + vigerende bouwmogelijkheden). Daarbij moet rekening gehouden worden met de 2 verschillende plansystematieken waar in Nijkerk sprake van is (verbale en omgrenzende bouwpercelen). Er is daarom voor gekozen om de bouwpercelen te begrenzen in het nieuwe bestemmingsplan en tevens gerelateerd aan het te hanteren bebouwingspercentage. Naar ons oordeel voldoen de bouwpercelen aan de eisen welke de reconstructiewetgeving stelt. Om misverstanden te voorkomen zal een lijst aan het plan worden toegevoegd waarop de omvang van de bouwpercelen is aangegeven.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Toevoegen lijst omvang bouwpercelen van iv-bedrijven (hoofd en neventak) 15.
In het bestemmingsplan wordt gesproken over het oprichten van paardenbakken. Aangegeven is dat het “beperkt” is tot een aantal bestemmingen, maar in feite betreft dit alle bouwpercelen in alle deelgebieden, met uitzondering van niet-agrarische bedrijvigheid. De diensten achten dit een te ruime mogelijkheid en verwachten dat onderscheid wordt gemaakt naar verschillende gebieden vanwege het effect op landschapswaarden.
Reactie: Het oprichten van paardenbakken is aangemerkt als strijdig gebruik en daarmee beperkt tot alle bestemmingen. Een paardenbak kan slecht worden opgericht middels een vrijstelling waarbij alle belangen overwogen moeten worden, waarbij in de overwegingen bij enkele bestemmingen reeds is aangegeven dat de ter plaatse voorkomende landschaps- en natuurwaarden niet onevenredig worden
6
aangetast. Deze bepaling kan in elke vrijstellingsmogelijkheid worden opgenomen, waardoor de beschermende werking duidelijker wordt.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing voorschrift 4, 5, 6 en 14 voor wat betref vrijstelling paardenbakken. 16.
In het plan wordt gesproken over teeltondersteunende kassen. De diensten merken op dat het bij deze kassen niet alleen gaat om een beperkt oppervlakte van kassen maar ook om het gebruik van de kassen dat gericht moet zijn op het ondersteunen van de teelt op het bedrijf en het niet mag gaan om een nevenactiviteit. De diensten adviseren om in de begripsbepalingen een beschrijving van het begrip “teeltondersteunende kassen” op te nemen, en de voorschriften daar ook op aan te passen.
Reactie: In het bestemmingsplan wordt geen ruimte geboden voor glastuinbouw zoals omschreven in het streekplan. In de toelichting zal ten aanzien van teeltondersteunde kassen een aanvulling opgenomen worden zodat een verwarring over begripsbepalingen niet kan plaatsvinden. Eveneens zal de suggestie met betrekking tot de begripsomschrijving worden overgenomen en de voorschriften zullen worden aangepast en worden aangevuld. Voorkomen moet worden dat begripsverwarring kan optreden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Aanpassing toelichting en voorschriften 1, 4, 5, 6 en 7. 17.
In het voorliggende plan wordt gesteld t.a.v. het aspect niet-agrarische bedrijvigheid, dat de ruimtelijke kwaliteitswinst die op sommige bestaande locaties geboekt kan worden niet opweegt tegen de kosten van lange procedures. Dit doet geen recht aan het provinciale beleid inzake niet-agrarische bedrijvigheid. Niet kan worden ingestemd met de gekozen systematiek om alle bedrijven zondermeer te bestemmen. Geadviseerd wordt een analyse op de bestaande bestemmingen uit te voeren en eventuele legalisatie/uitbreiding van bedrijven te koppelen aan de uitgangspunten van functieverandering. De diensten adviseren de betreffende illegale bedrijven niet te bestemmen, waarbij legalisatie van de bedrijven wel mogelijk gemaakt kan worden middels toepassing van de wijzigingsbevoegdheid van artikel 30 van de voorschriften. Daarmee kan bijvoorbeeld sloop van overtollige bebouwing zeker worden gesteld.
Reactie: Zoals reeds onder punt 1 is aangegeven is met het bestemmingplan niet beoogd de illegale aanwezigheid van bedrijven te gedogen en positief te bestemmen. Aangezien de aangegeven passage tot dit misverstand kan leiden, zal de passage worden aangevuld en worden gewijzigd. Slechts bij nieuwe verzoeken om functieverandering zal bezien worden overeenkomstig de uitwerking van het streekplan of en in hoeverre aan de gevraagde verandering medewerking kan worden. Wel dient de gemeente in het kader van een goede ruimtelijke ordening te bezien welke bestemming aan een perceel gegeven moet worden. Daarbij spelen alle belangen een rol bij de noodzakelijke afweging.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing toelichting. 18.
In het streekplan is aangegeven dat het provinciale beleid met betrekking tot windturbines is gericht op clustering en niet op solitaire windturbines. In de toelichting is aangegeven dat kleinschalige solitaire windmolens tot een maximale hoogte van 12 meter wel mogelijk is op agrarische bouwpercelen. De diensten adviseren ook bij de mogelijkheid voor deze molens het effect op het landschap mee te wegen en de oprichting van solitaire molens uit te sluiten in waardevol open gebieden en waardevol landschap.
Reactie: Het is juist dat in de toelichting de mogelijkheid voor solitaire windmolens is opgenomen. Echter bieden de voorschriften deze mogelijkheid niet. Aangezien de belangen voor het landschap hoger
7
geacht worden zal de mogelijkheid niet in het plan worden opgenomen. De toelichting zal op dit punt worden aangepast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Aanpassing toelichting. 19.
Het verbaast de diensten dat in de toelichting aangegeven wordt dat de gemeente nog altijd inzet op een doortrekking van de A30 naar de A28 terwijl de gemeente samen met andere betrokken gemeenten en provincie bezig is met omleggingen bij Voorthuizen en Putten als alternatief voor de doortrekking van de A30.
Reactie: De gemeente heeft als beleidsuitgangspunt dat gestreefd moet worden naar de doortrekking van de A30. Dat de gemeente betrokken is bij de omleggingen doet aan de wens van de gemeente niet af.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 20
Bij artikel 20 adviseren de diensten om op te nemen dat bij de verlening van een aanlegvergunning voor activiteiten op of in gronden met de aanduiding “hydrologische beschermingszones” of “natte natuur” advies in gewonnen wordt bij het Waterschap. Binnen de aangegeven hydrologische beschermingszone is een aantal gebieden niet als natte natuur aangeduid, terwijl deze dat wel zijn in het streekplan.
Reactie: De suggestie van de provincie kan worden overgenomen aangezien dit aansluit bij de belangen die de gemeente voor ogen heeft. De plankaart zal in overeenstemming gebracht worden met het streekplan.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing plankaart met natte natuur elementen..
21.
In het plan is een functieveranderingsregeling opgenomen. Voor de regio de Vallei zal begin 2007 uitwerking van het streekplan inzake functieverandering worden vastgesteld. Het functieveranderingsbeleid in het plan dient hier dan ook aan te voldoen. Vooralsnog hebben de diensten een aantal opmerkingen met betrekking tot de nu in het plan opgenomen regeling. Dit betreft het gedeeltelijk wijzigen van een agrarisch bouwperceel, het omzetten in woningbouw en de functieverandering naar bedrijven.
Reactie: Geconstateerd is dat de opgenomen regeling met betrekking tot functieverandering niet meer volledig aansluit bij de vastgestelde uitwerking van het streekplan inzake functieverandering. De regeling zal dan ook op dit punt worden aangepast en in overeenstemming worden gebracht met het streekplan.
Gevolgen voor het streekplan: Aanpassing voorschriften 30 en vrijstellingsregeling in voorschriften 4,5, en 6. 22.
Middels artikel 30, lid 1 is wijziging van de verschillende (agrarische) gebiedsbestemmingen naar de bestemming “natuur, bos of water” mogelijk. De diensten constateren evenwel dat de betreffende wijzigingsbevoegdheid is gerelateerd aan gebieden met een natuurdoelstelling uit de in het plan opgenomen ontwikkelingskaart. Deze komt echter niet geheel overeen met de provinciale EHS. De diensten adviseren dan ook de bevoegdheid te verruimen zodat deze toepasbaar is in de gehele op het streekplan aangegeven EHS.
Reactie: De genoemde beperking is inmiddels onderkend en het voorschrift wordt op dit punt aangepast.
8
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Aanpassing voorschrift 30. 23.
In de toelichting wordt gesproken over notitie zonering verblijfsrecreatie. Dit wordt in het bestemmingsplan alleen middels zoneringsgebieden op de kaart aangegeven. Wat er in de gebieden kan is beperkt tot alleen opsomming van kleinschalige- en natuurkampeerterreinen. Naar de mening van de diensten moet de zonering om meer accommodatievormen gaan. De diensten stellen dan ook voor de zonering integraal in het bestemmingsplan op te nemen en dit te vertalen in een adequaat kaartbeeld met bijpassende voorschriften.
Reactie: Voor de overige accommodatievormen is dit reeds in het plan geregeld via de vrijstellingsmogelijkheid voor kleinschalige nevenactiviteiten. Onderkend wordt dat de voorschriften het beleid onvoldoende tot uiting brengen. De voorschriften zullen op dit punt worden aangepast evenals de plankaart.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing voorschriften 4,5,6 en opname aanduiding zonering op plankaart.
24.
Voor de ontwikkeling van gronden naar kleinschalige kampeerterreinen in EHS-natuur geldt de nee-tenzij benadering. Dit betekent dat indien een initiatiefnemer ontwikkelingen wil binnen de EHS of binnen een gebied waar mogelijk sprake is van externe werking van de Nb-wet, er een goede afweging gemaakt dient te worden conform het streekplan en de Nb-wet. Dit komt onvoldoende naar voren in het plan. De diensten adviseren dit aan te passen.
Reactie: De toelichting en de voorschriften zullen zodanig worden aangepast dat het beleid met betrekking tot het streekplan en de Natuurbeschermingswet beter tot uitdrukking komen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing toelichting en voorschriften 4,5, 6, 8 en 9. 25.
De in het kader van de bestemming recreatieve doeleinden opgenomen begrippen zijn niet opgenomen in de begripsbepalingen. De diensten adviseren dit in artikel 1 op te nemen. In artikel 19 lid 4 wordt permanente bewoning uitgesloten. Wel dient te term “het laten gebruiken” toegevoegd worden, een boeteclausule kan opgenomen worden en een plan van aanpak handhaving moet vermeld worden. Het provinciale beleid is: bedrijfsmatige exploitatie geldt voor alle verblijfsrecreatieterreinen, de nadere eis van wisselende verhuur geldt alleen voor recreatiewoningen, waaronder begrepen chalets en stacaravans (incl. bijgebouw) > 55m². De diensten adviseren de betreffende passages aan te passen. Voor wat betreft de maatvoering van stacaravans wordt in de toelichting aangegeven dat de omvang van een stacaravan groter is dan 55m². De diensten vragen zich af of dit ook bedoeld is. Stacaravans hebben in de regel een kleinere oppervlakte.
Reactie: Het beleid met betrekking tot de recreatieve doeleinden zal nader worden verduidelijkt. Eveneens zullen de voorschriften worden aangepast naar aanleiding van de gemaakte opmerkingen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: De toelichting en voorschriften 1 en 19 worden aangepast. 26.
Het is de diensten onduidelijk of de aantallen recreatieverblijven en maximale oppervlakte gebouwen bestaande legale recreatiebedrijven of gebouwen betreft. De diensten adviseren dit inzichtelijk te maken. Niet bij alle accommodatievormen wordt bedrijfsmatige exploitatie als
9
eis gesteld. Bedrijfsmatige exploitatie hoort in principe aan alle verblijfsrecreatieterreinen gesteld te worden, mits hiervan gemotiveerd afgeweken kan worden, gezien de voorgeschiedenis en/of feitelijk andere situatie. Deze motivatie is niet in het plan opgenomen. Reactie: De motivatie voor zover noodzakelijk zal in het plan worden opgenomen. De opgenomen aantallen recreatieverblijven betreffende legale bedrijven en gebouwen. Illegale recreatieverblijven zijn in dit plan niet positief bestemd en verzoeken daaromtrent worden ook niet gehonoreerd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing toelichting en voorschrift 19. 27.
In de archeologische paragraaf in de toelichting van het bestemmingsplan staat beschreven welke archeologische waarden er in het plangebied bekend zijn. Hierbij wordt naar de Archeologische Monumenten Kaart verwezen. Deze kaart is echter niet bijgevoegd of afgebeeld waardoor het niet duidelijk is om welke terreinen het gaat en waar deze gelokaliseerd zijn. In dezelfde paragraaf staat beschreven dat voor de terreinen binnen het plangebied met een middelhoge en hoge trefkans of verwachtingswaarde geldt dat bodemverstorende werkzaamheden archeologisch begeleid dienen te worden. In de aanbevelingen staat echter dat voor deze terreinen bodemberoeringen vermeden moeten worden en indien dat onvermijdelijk is er archeologisch (voor)onderzoek moet plaatsvinden. Dit spreekt elkaar tegen.
Reactie: De archeologische monumenten kaart zal in de toelichting van het bestemmingsplan worden opgenomen. Dit is reeds onderkend. De toelichting zal worden aangepast om te voorkomen dat in het plan tegenstrijdigheden zijn opgenomen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Aanpassing toelichting voor wat betreft archeologie. 28.
In de archeologische paragraaf staat op blz. 102 dat in de voorschriften nauw wordt aangesloten op de bedoeling en de bepaling van de toekomstige Wet op de Archeologische Monumentenzorg. Vermeld staat: voor de gebieden met de desbetreffende aanduiding is geen rapportageplicht opgenomen. Deze opmerkingen kunnen de diensten echter niet plaatsen.
Reactie: De toelichting zal op dit punt worden verduidelijkt.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; De toelichting wordt voor archeologie aangepast.
29.
Artikel 26 van de voorschriften heeft betrekking op gebieden met archeologische waarde of verwachtingswaarde. In lid 2 ontbreken enkele grondverstorende, archeologische waarden bedreigende werkzaamheden welke in het aanlegvergunningstelsel toegevoegd moeten worden.
Reactie: Ingestemd kan worden met de werkzaamheden welke de provincie in het bestemmingsplan toegevoegd wil zien in het aanlegvergunningstelsel, aangezien dit ook de belangen zijn welke de gemeente beoogt te beschermen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; De toelichting en de voorschrift 26 worden aangepast en aanlegvergunningstelsel wordt aangevuld.
10
30.
Op de plankaart staan de gebieden met archeologische waarde of verwachtingswaarde aangegeven met een dunne rode stippellijn. Door deze weergave zijn de gebieden niet duidelijk en zeer slecht zichtbaar op de kaart. Tevens is het niet helder welke terrein AMK terreinen zijn aangezien dit onderscheid niet is gemaakt. De diensten verzoeken de gebieden met archeologische waarden/verwachtingswaarden duidelijker op de plankaart aan te geven.
Reactie: De gemaakte opmerking wordt begrepen, alleen is er voor gekozen om het kaartbeeld zo rustig mogelijk te houden. Er is daarom gekozen voor een stippellijn. Aangezien gebleken is dat deze vorm niet duidelijk leesbaar is, zal de aanduiding worden aangepast. Tevens zullen de AMK-terreinen worden aangegeven.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: De plankaart wordt aangepast met AMK-terreinen en begrenzing archeologisch gebied.. 31.
De in het Nijkerkse deel van het Nationaal Landschap toegekende bestemmingen voorzien onvoldoende ten aanzien van het behoud van de cultuurhistorische waarden. Artikel 29 roept vragen op aangezien dergelijke antennemasten in dit gebied zeker niet overal geplaatst zouden moeten kunnen worden. De ruimtelijke randvoorwaarden ontbreken in dit artikel. Op de plankaart ontbreekt de aanduiding “beschermde historische buitenplaats” voor Salentein en de Berencamp terwijl deze wel als zodanig zijn aangewezen.
Reactie: Onderkend wordt dat de aangegeven bestemmingen onvoldoende voorzien in het behoud van de cultuurhistorische waarden. De voorschriften zullen op dit punt worden aangepast. Tevens zal er een aanvulling plaatsvinden voor wat betreft de voorwaarden voor het verlenen van een vrijstelling van antennemasten. De plankaart zal worden aangepast voor Salentein en de Berencamp aangezien deze ontbreken op de plankaart.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: De toelichting, de plankaart en de voorschriften worden aangevuld voor wat betreft cultuurhistorische waarden. 32.
Naar aanleiding van de gemaakte opmerkingen merken de diensten op dat het bestemmingsplan een basis kan vormen voor het verlenen van vrijstelling op grond van artikel 19. lid 2 WRO voor de bijgevoegde limitatieve lijst.
Reactie: De lijst wordt voor kennisgeving aangenomen. De aanvragen zullen verder in behandeling genomen worden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen.
VROM-Inspectie, Postbus 136 te Arnhem 6800 AC 1. Externe Veiligheid In het plan wordt beperkt aandacht besteed aan het onderwerp externe veiligheid. Geadviseerd wordt om de ligging van de plaatsgebonden risicocontour en het eventuele groepsrisico van inrichtingen op de plankaart en in de toelichting te vermelden. Dit geldt ook voor eventuele routes (A28 en A1) van gevaarlijke stoffen.
11
Reactie: Contouren worden op plankaart opgenomen en in de toelichting zal verder ingegaan worden op het aspect externe veiligheid. 2.
Luchtkwaliteit In het plan wordt summier aandacht besteed aan de luchtkwaliteit. Van belang is dat een onderzoek wordt uitgevoerd op basis van het nieuwe Besluit Luchtkwaliteit 2005
Reactie: In de toelichting zal extra aandacht besteed worden aan het aspect luchtkwaliteit. In de toelichting zal duidelijk worden aangegeven dat uit de jaarlijkse rapporten blijkt dat er geen sprake is van overschrijdingsgebieden, noch dat uit regionaal onderzoek blijkt dat voor de belangrijkste ruimtelijke ontwikkelingen geen problemen ontstaan met de BLK grenswaarden. Tevens zal nadrukkelijker worden aangegeven dat in het voorliggende plan geen concrete ontwikkelingsmogelijkheden aanwezig zijn waardoor de luchtkwaliteit alsnog onder druk komt te zijn. Voor alle opgenomen wijzigingsbevoegdheden geldt dat deze daadwerkelijk pas kunnen worden toegepast indien blijkt dat voldaan kan worden aan de eisen met betrekking tot onder meer de luchtkwaliteit.
Gevolgen bestemmingsplan: Toelichting wordt aangepast m.b.t. externe veiligheid en luchtkwaliteit. Op de plankaart worden de contouren voor de diverse risico’s opgenomen.
Vitens Gelderland, Postbus 2137 te Arnhem 6802 CC 1. tekstuele aanpassingen Blz. 9, drinkwaterwinning: tekst vervangen in “in de Arkemheemsepolder is een waterwingebied met een boringsvrije zone aanwezig” Blz. 27, waterwinning: tekst vervangen in “ Ten noordwesten van de kern Nijkerk ligt een waterwingebied met een boringsvrije zone. Het waterwingebied is in het vigerende plan ter signalering opgenomen door middel van een aanduiding op de plankaart. De bescherming vindt plaats via de Provinciale Milieuverordening Gelderland. Het belang van waterwinning is zo evident dat het projecteren van andere bestemmingen hier niet mogelijk is. Uitbreiding van reeds aanwezige bebouwing dient tot een minimum te worden beperkt.” Blz. 30, blauw op kaart: grondwaterbeschermingsgebied vervangen in waterwingebied Blz. 71, 2de alinea: tekst vervangen in “speciale aandacht behoeft het waterwingebied van Vitens, met bijbehorende boringsvrije zone” Blz. 94, 3de alinea: tekst vervangen in “Het waterwingebied ten noordwesten van de kern Nijkerk heeft een maatschappelijke bestemming gekregen. Daaromheen ligt een boringsvrije zone. De bescherming van het waterwingebied en de boringsvrije zone vindt plaats via de Provinciale Milieuverordening Gelderland. Tevens zijn beide begrenzingen ter signalering op de plankaart opgenomen. Plankaart: grondwaterbeschermingsgebied vervangen door waterwingebied Reactie: De voorgestelde tekstuele aanpassingen zullen in de toelichting worden opgenomen. 1.
De (drink)watertransportleiding die recentelijk is aangelegd in nauwe samenwerking tussen Vitens en Hydron is niet op de kaart aangeduid. Verzocht wordt deze leiding alsnog op de plankaart aan te duiden.
Reactie: De betreffende leiding zal alsnog op de kaart worden ingetekend. 3.
Verzocht wordt om bij nadere uitwerkingen van onderdelen uit dit plan, stroken openbare grond waarin nutsleidingen zijn- of daarin dienen te worden aangelegd hiervoor te reserveren en te allen tijde vrij te houden van gesloten verhardingen en/of funderingen, alsmede boomen heesterbeplantingen, opstallen en obstakels.
12
Reactie: De voorwaarden welke Vitens stelt zijn bekend. Afstemming over de aanleg van de nutsvoorzieningen vind plaats binnen het projectoverleg nutsbedrijven.
Gevolgen bestemmingsplan: De toelichting zal tekstueel worden aangepast en de betreffende leiding wordt op de plankaart opgenomen
Hydron Midden Nederland, Postbus 40205 te Utrecht 3504 AA Verzocht wordt om in paragraaf 3.10 de transportleiding die loopt van Flevoland naar Amersfoort op te nemen. Reactie: De transportleiding zal in de toelichting bij de geëigende paragraaf worden opgenomen en op de plankaart worden aangeduid.
Gevolgen bestemmingsplan: De toelichting zal tekstueel worden aangepast en de betreffende leiding wordt op de plankaart opgenomen
Waterschap Vallei & Eem, Postbus 330 te Leusden 3830 AJ Verzocht wordt de term “hoofdwaterkering”in artikel 21 lid 1 sub a te veranderen in “waterkering” Reactie: Voorschrift wordt in overeenstemming met verzoek aangepast.
Gevolgen bestemmingsplan: Voorschrift wordt tekstueel aangepast
Gemeente Bunschoten, Postbus 200 te Bunschoten 3750 GE In het algemeen geeft het voorontwerp geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Wel wordt aandacht gevraagd voor de vertaling van het project Ontwikkelingsvisie Laakzone. Reactie: Aandacht zal worden gegeven aan een duidelijke vertaling van het project Laakzone in de toelichting van het bestemmingsplan.
Gevolgen bestemmingsplan; De toelichting zal op het punt Laakzone worden aangevuld.
Gemeente Amersfoort, Postbus 4000 te Amersfoort 3800 EA 1. Gewaardeerd wordt de opgenomen wijzigingsbevoegdheid voor (kantoor)landgoederen in de planvoorschriften. Wanneer de situatie zich voordoet wil de gemeente Amersfoort graag in contact treden om een ruimtelijk goed inpasbaar plan te ontwikkelen aangezien de plannen van Rijkswaterstaat een van hun opgenomen landgoederen aldaar onmogelijk maakt. Reactie: Indien de noodzaak daartoe aanleiding is willen wij graag met de gemeente Amersfoort in overleg treden. De voorschriften maken het vestigen van een landgoed door middel van een wijzigingsbevoegdheid niet mogelijk.
13
2.
Als gevolg van de verkeersovereenkomst Vathorst zullen de verkeersstromen tussen Amersfoort, Nijkerk en Hoevelaken wijzigen. De verkeersintensiteit op een deel van de N201 verandert daardoor. Aandacht in het plan voor deze ontwikkeling ontbreekt.
Reactie: In de toelichting zal rekening gehouden worden met deze ontwikkelingen en de eventuele gevolgen daarvan. 3.
Bij de afbeelding “integrale ontwikkelingsvisie” op pag. 16 ontbreekt in de legenda nog een groene kleur.
Reactie: De lichtgroene kleur wordt alsnog in de legenda opgenomen.
Gevolgen bestemmingsplan: De toelichting wordt op onderdelen aangepast. NV Nederlandse Spoorwegen, Postbus 2025 te Utrecht 3500 HA Het plan geeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen Gemeente Putten, Postbus 400 te Putten 3800 AK In de toelichting wordt vermeld dat de EHS en de Robuuste Ecologische Verbindingszones inmiddels in het Streekplan zijn opgenomen en uitgewerkt. Op de in de toelichting opgenomen beleidskaart en visiekaart staat ook op het grondgebied van Putten een begrenzing aangegeven van de Robuuste Ecologische Verbindingszone Utrechts Heuvelrug – Veluwe. De begrenzing van deze verbindingszone moeten evenwel nog plaatsvinden. In het ontwerp van Gebiedsplan Natuur en Landschap Gelderland wordt opgemerkt dat de robuuste verbindingen via herzieningen van het Streekplan in 2007 aan de EHS worden toegevoegd. Omdat de begrenzingen van de verbindingzone nog moet worden vastgesteld, wordt verzocht op de beleidskaart en visiekaart de aangegeven begrenzing op het Puttens grondgebied te laten vervallen. Reactie: De toelichting zal op dit punt worden aangepast. Aangezien de aangegeven grenzen van de verbindingszones slechts als indicatie bedoeld zijn, zal op de kaarten duidelijk worden gemaakt dat deze niet de definitief vastgestelde begrenzingen zijn. Voor de beoogde indicatie van de betreffende gebieden is het echter wel wenselijk dat deze op de kaart vermeld blijven.
Gevolgen bestemmingsplan: De toelichting wordt op dit punt aangepast alsmede de beleidskaart en visiekaart.
Gemeente Barneveld, Postbus 63 te Barneveld 3770 AB 1. Op de IOV kaart op blz. 16 wordt bedrijventerrein Harselaar ten onrecht aangeduid als woongebied. Reactie: De kaart op blz. 16 zal worden aangepast naar de werkelijke situatie. 2.
Een locatie bij Hoevelaken langs de A1 is op de IOV kaart aangeduid als “uitbreidingslocatie werken” terwijl op de visiekaart (blz. 66) dit gebied valt binnen de aanduiding “voorkeursgebied nieuwe landgoederen”.
Reactie: Het hele grondgebied van de gemeente Nijkerk ten oosten van de A28 is aangemerkt als voorkeursgebied nieuwe landgoederen. Dit hoeft echter geen nieuwe ontwikkelingen die zich mogelijk na de planperiode afspelen onmogelijk te maken of in strijd met elkaar te laten zijn.
14
3.
In paragraaf 3.8 wordt een zeer terughouden beleid t.a.v. niet-agrarische bedrijven geformuleerd. Anderzijds wordt er in paragraaf 5.3.9. en in de planvoorschriften (artikel 30 sub p e.v.) wel ruimte geboden voor nieuwvestiging van niet-agrarische bedrijvigheid waarbij zal worden aangesloten op de ontwikkeling zijnde Regiovisie. Het verdient aanbeveling om de tekst van paragraaf 5.3.9 daarmee in overeenstemming te brengen.
Reactie: De tekst in paragraaf 5.3.9 zal zodanig verduidelijkt worden dat aansluiting gezocht wordt bij het terughoudende beleid zoals dat in paragraaf 3.8 is omschreven. De gemeente Nijkerk is geen voorstander van vestiging van niet-agrarisch bedrijvigheid in het buitengebied. Met de opgenomen wijzigingsbevoegdheid zal dan ook zeer terughoudend mee worden omgegaan.
Gevolgen bestemmingsplan: De kaart op blz. 16 zal worden aangepast evenals tekstuele wijzigingen van paragraaf 5.39.
Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Postbus 1001 te Zeist 3700 BA
Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland 1.
De toegekende bestemmingen voorzien onvoldoende ten aanzien van de cultuurhistorische waarden. In artikel 6 ontbreekt cultuurhistorie in de bestemmingsdoeleinden. De bestemming Natuur wordt voor dit gebied onjuist geacht en kan beter aan artikel 6 worden toegevoegd. In die vorm kan artikel 6 in voldoende mate voorzien in zowel cultuurhistorische, landschappelijke als natuurwaarden die in hun samenhang van belang zijn in het Nationaal Landschap.
Reactie: Cultuurhistorie zal worden toegevoegd aan artikel 6. Natuurwaarden dienen echter een nadere bescherming die naar ons oordeel beter opgenomen kunnen worden in een eigen voorschrift dan worden toegevoegd aan een voorschrift betrekking hebbende op het agrarisch gebied met landschaps- en natuurwaarden. Wel zal aan artikel 8 cultuurhistorie worden toegevoegd aan de doeleindenomschrijving. 2.
Artikel 29 lid 1 sub d roept vraagtekens op. Antennemasten moeten niet overal in het Nationaal Landschap geplaatst worden. De noodzakelijke ruimtelijke randvoorwaarden ontbreken.
Reactie: Antennemasten van de omvang zoals omschreven in het betreffende voorschrift zijn van dien aard dat zij niet overal geplaatst kunnen worden. Het plaatsen is daarom niet als recht in het plan opgenomen maar als vrijstelling. 3.
Vanuit het Nationaal Landschap wordt een aanlegvergunning voor werkzaamheden onder “c” op gronden met de aanduidingen “o” en “v” wenselijk geacht.
Reactie: De gemeente is van mening dat de gevraagde werkzaamheden per definitie niet mogen plaats vinden. Slechts waar een afwijking van dit beleid kan plaatsvinden, geldt het systeem van aanlegvergunning. De gemeente is van mening dat juist ter bescherming van het Nationaal Landschap de betreffende werkzaamheden niet mogen worden uitgevoerd. 4.
Op de plankaart ontbreekt de aanduiding “beschermde historische buitenplaats”voor Salentein en De Berencamp; Hoevelaken is wel aangeduid maar niet in bijlage 2 opgenomen.
Reactie: De aanduiding zal op de plankaart worden toegevoegd. De monumenten in Hoevelaken zullen nog aan bijlage 2 worden toegevoegd.
15
5.
Bij vrijstellings- en wijzigingsbepalingen in artikel 20 ontbreekt het inwinnen van advies (met name van de Monumentencommissie) wat in geval van de beschermde historische buitenplaatsen van belang wordt geacht.
Reactie: Bij vrijstellingen en wijzigingen dienen alle belangen te worden onderzocht voordat een vrijstellings- of wijzigingsbesluit genomen kan worden. Het is dan ook vanzelfsprekend dat rekening gehouden wordt met de cultuurhistorische waarden van de buitenplaatsen. Een aparte adviseursrol opnemen in het voorschrift is dan ook overbodig. Deze rol is reeds ingebed in de gemeentelijke procedures. Wel zal in de toelichting aandacht besteedt worden aan deze rol. 6.
De regeling voor de molenbiotoop is niet conform de gangbare regeling. Zo is 1:30 regel te royaal en is de onderste punt van de verticaal staande wiek niet het referentiepunt voor berekeningen.
Reactie: De opgenomen regeling zal zonodig op punten worden aangepast.
Gevolgen bestemmingsplan: De voorschriften zullen op de aangegeven onderdelen worden aangevuld evenals de toelichting en de plankaart.
Ministerie van Defensie, dienst Vastgoed Defensie, postbus 40184 te Zwolle 8004 DD Verzocht wordt om de radarzone op de plankaart op te nemen en voor het radarverstoringsgebied een maximale bouwhoogteregeling met vrijstellingsbevoegdheid op te nemen zodanig dat er niet hoger gebouwd kan worden dan NAP-hoogte van de radar plus 45 meter. Reactie: De radarzone zal op de plankaart worden opgenomen. Het bestemmingsplan biedt geen mogelijkheden voor het bouwen dergelijke hoogtes. Het aanbevolen bouwvoorschrift zal dan ook niet worden opgenomen omdat dit voor het buitengebied nadelige effecten met zich mee kan brengen.
Gevolgen bestemmingsplan: De plankaart zal worden aangevuld met de radarzone.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Postbus 9070 te Arnhem 6800 ED 1. Doel van de watertoets is dat in overleg met alle waterbeheerders waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen in het ruimtelijke planproces. De watertoets is echter alleen doorlopen met het Waterschap Vallei en Eem. Reactie: Het Waterschap heeft aangegeven dat zij, na overleg, ALLE waterbeheerders vertegenwoordigt in het wateroverleg. Een apart overleg met Rijkswaterstaat werd daarom niet noodzakelijk geacht. 2.
In paragraaf 2.1 wordt het rijksbeleid voor water in het algemeen en buitendijkse ontwikkelingen in het bijzonder gemist. Ten aanzien van buitendijkse ontwikkelingen worden door het rijk (water)uitgangspunten gehanteerd. Verzocht wordt deze op te nemen in hoofdstuk 2 om vervolgens in de waterparagraaf uiteen te zetten hoe de gemeente met dit beleid wenst om te gaan. Daarnaast wordt verzocht dit te verwerken in de planvoorschriften met name in artikel 23.
Reactie: De beleidsuitgangspunten zullen worden opgenomen in de toelichting. Deze zullen tevens verder worden uitgewerkt in de waterparagraaf. Mocht dit leiden tot aanpassingen van de voorschriften, dan zullen ook deze worden aangepast.
16
3.
Door klimaatverandering deze eeuw treedt er een stijging op van de zeespiegel en worden er grotere hoeveelheden en langdurigere neerslag verwacht in het rijnstroomgebied wat leidt tot een hogere afvoer van de IJssel. Ook het IJsselmeergebied krijgt te maken met structureel hogere waterstanden. Geadviseerd wordt bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen rekening te houden met een scenario van waterstanden van maximaal 1 meter hoger in 2100.
Reactie: Het punt wordt voor kennisgeving aangenomen. Het plan voorziet niet in nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen noch voorzienbare ruimtelijke ontwikkelingen binnen de planperiode. 4.
Uitgegaan moet worden van vrijwaringzones langs primaire waterkeringen. In het plan is voorzien in zones van 30 meter en 50 meter. In de Nota Ruimte is aangegeven dat deze zones 100 meter binnendijks en 175 meter buitendijks dienen te bedragen. De definitieve omvang van de zones moet worden bepaald in overleg met de waterkeringbeheerder, de provincie en het rijk. Verzocht wordt de vrijwaringzones op te nemen zoals deze voortvloeien uit de Nota Ruimte.
Reactie: Na overleg met het Waterschap Vallei & Eem als vertegenwoordiger van alle waterbeheerders zijn de vrijwaringzones van 100m en 175m teruggebracht naar 30m en 50m. De zones zullen na overleg worden aangepast. In de toelichting zal de uitkomsten van de variantenstudie “Veiligheid Zuidelijke Randmeren” worden opgenomen in paragraaf 3.2. 5.
Niet helder is of de watersportrecreatie in de huidige situatie of bij verwachte ontwikkelingen ook in rijkswater binnen het plangebied wordt gefaciliteerd. In de toelichting wordt expliciet gesproken over Nieuw- Hulkestein terwijl dit buiten het plangebied wordt gehouden.
Reactie: Alle watersportrecreatie activiteiten worden in het nieuwe bestemmingsplan Nieuw-Hulkestein opgenomen en niet in het plan buitengebied Nijkerk. Voor Nieuw-Hulckestein is vanwege de complexiteit gekozen voor een apart bestemmingsplan met een MER.
Gevolgen bestemmingsplan: De toelichting van het bestemmingsplan zullen op de nodige punten worden aangevuld c.q. worden aangepast. De vrijwaringzones zullen na overleg op de plankaart worden gewijzigd.
Hulpverlening Gelderland Midden, Postbus 5364 te Arnhem 6802 Mede gedeeld wordt dat een advies conform artikel 13 lid 3 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen niet mogelijk is vanwege het ontbreken van informatie Reactie: De risicocontouren worden op plankaart opgenomen en in de toelichting zal verder ingegaan worden op het aspect externe veiligheid.
Gevolgen bestemmingsplan Zowel de toelichting als de plankaart worden aangevuld op het gebied van externe veiligheid.
ProRail, Postbus503 te Zwolle 8017 JZ 1. In de toelichting wordt gesproken over mogelijke bouw van woningen. Het plan heeft deels betrekking op gronden die binnen de in artikel 3 van het Besluit Geluidhinder Spoorwegen genoemde zone liggen. Verzocht wordt om rekening te houden met de voorkeursgrenswaarde.
17
Reactie: Het plan voorziet niet in nieuwe bouwlocaties in het buitengebied. Slechts via functiewijziging kan beperkt voorzien worden in nieuwe woningen. Aan deze wijziging is een aantal voorwaarden verbonden. Mocht er sprake zijn van bouw van geluidgevoelige objecten binnen de daarvoor geldende zone dan zal voldaan moet worden aan de wettelijke eisen. 2.
In het plan wordt summier aandacht besteed aan externe veiligheid. Onduidelijk is in hoeverre rekening is gehouden met de huidige en geprognosticeerde vervoersstromen. Graag worden de berekeningen ontvangen waaruit geconcludeerd is dat er geen overschrijding c.q. toename plaatsvindt van de risiconormen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor.
Reactie: In de toelichting zal verder worden ingegaan op het aspect externe veiligheid inclusief de risicocontouren. 3.
Binnen het plangebied zijn een aantal overwegen gesitueerd. Het streven van ProRail is er op gericht daar waar mogelijk in overleg met de wegbeheerder de veiligheid ter plaatse van gelijkvloerse kruisingen van de weg met het spoor te verbeteren en het voorkomen van nieuwe onveiligheid. In het plan wordt een aantal ontwikkelingen beschreven die m.b.t. de overwegveiligheid nadere aandacht nodig hebben. Gevraagd wordt naar het standpunt in hoeverre deze ontwikkelingen invloed hebben op de overwegveiligheid. Dit wordt als een belangrijk aspect gezien van de in het plan opgenomen paragraaf over verkeersveiligheid.
Reactie: De in het plan genoemde ontwikkelingen hebben betrekking op activiteiten die na de planperiode pas aan de orde zullen komen. In de paragraaf verkeersveiligheid zal nader worden ingegaan op het aspect overwegveiligheid. 4.
Gewezen wordt dat bij uitwerking van de plannen rekening gehouden dient te worden met de artikel 19 t/m 25 van de Spoorwegwet.
Reactie: De betreffende wet is bij ons bekend evenals de aspecten waarbij rekening gehouden moet worden.
Gevolgen bestemmingsplan: De toelichting zal nader worden aangevuld met het aspect externe veiligheid en in de paragraaf verkeersveiligheid zal nader ingegaan worden op de overwegveiligheid.
LTO Noord, Postbus 126 te Deventer 7400 1. De schaalvergroting gaat in hoog tempo door. Dit betekent dat de bedrijven die doorgaan de komende jaren fors zullen moeten uitbreiden. Van belang is dat de gemeente op z’n minst 10 jaar vooruit kijkt en rekening houdt met deze trend, LTO Noord is het niet eens met de gemeente dat agrarische schaalvergroting moeilijk inpasbaar is. De beleidsvrijheid die de gemeente hierin heeft moet benut worden. Het bestemmingspan zal de schaalvergroting moeten faciliteren wil de sector perspectief blijven houden en als drager van het landschap kunnen fungeren. De conclusie is dat het uitgangspunt om een volwaardig bedrijf een bouwperceel van maximaal 1ha te geven al lang achterhaald is. Dit uitgangspunt moet 1.5 ha zijn. Reactie: Het bestemmingsplan biedt met de opgenomen wijzigingsbevoegden voldoende perspectief voor de agrariërs om de eerste noodzaak van schaalvergroting te kunnen opvangen. Zoals ook in het plan is aangegeven heeft de gemeente een positieve grondhouding ten behoeve van schaalvergroting. Aangezien schaalvergroting maatwerk betekent wordt een verdere uitbreiding gefaciliteerd middels een planherziening. Het opnemen van ongebreidelde uitbreidingsmogelijkheden voor de agrariërs getuigt van geen goede ruimtelijk ordening. Uitbreiding c.q. schaalvergroting is mogelijk maar daar dienen wel alle belangen bij betrokken te worden.
18
2.
LTO Noord is van mening dat het uitgangspunt van een bouwperceel 1,5 ha moet zijn voor volwaardige agrarische bedrijven en niet de opgenomen 1ha. Op de plankaarten zijn verschillende percelen kleiner ingetekend dan 1ha. Dit is niet meer van deze tijd zeker niet wanneer binnen dit bouwperceel ook de opslag van mest, voer en gras gerealiseerd moet worden. Het gegeven dat het terrein 100% bebouwd mag zijn is niet reëel. Naast ruimte voor schaalvergroting moet er, zonder wijzigingsbevoegdheid, voldoende ruimte zijn voor het toepassen van innovatieve ideeën.
Reactie: De algemene stelling dat een agrarisch bouwperceel 1,5 ha dient te zijn is in strijd met het Reconstructieplan. Het Reconstructieplan schrijft voor dat gerekend moet worden met de bestaande omvang van de bouwpercelen uit de vigerende bestemmingsplannen en met de daarbij bestaande bouwmogelijkheden. Slechts met het toepassen van wijzigingsbevoegdheden kan in sommige situaties het bouwperceel vergroot worden. Voor de intensieve veehouderij in extensiveringsgebieden is er vrijwel geen mogelijkheid meer voor uitbreiding. Uitbreiding van het aantal dierplaatsen is niet toegestaan. Voor grondgebonden bedrijven biedt het plan voldoende mogelijkheden voor groei. 3.
In het reconstructieplan is voor de intensieve veehouderij in de verwevingsgebieden bepaald dat eenmalig met max. 30% kan worden uitgebreid. Voor grondgebonden bedrijven is dit niet van toepassing. In het plan wordt de 30% regime ook van toepassing verklaard op de grondgebonden bedrijven. Dit is onterecht en onnodig. De grondgebonden landbouw wordt zo nodeloos beperkt in haar ontwikkeling. Dit wordt onacceptabel gevonden.
Reactie: Het 30% regime dat geldt voor de intensieve veehouderij in verwevingsgebieden is niet van toepassing verklaard op de grondgebonden bedrijven. Naast andere wijzigingsmogelijkheden t..b.v. aanpassen en vergroting van het bouwperceel is er ook een extra wijzigingsbevoegdheid opgenomen t.b.v. grondgebonden bedrijven. Naast deze 30% vergroting wordt bij verdere uitbreiding een planherziening noodzakelijk geacht aangezien dit absolute maatwerk vereist. Het is echter niet bezwaarlijk om dit percentage te verhogen naar 50%. Het bestemmingsplan zal op dit punt worden aangepast. 4.
Het reconstructieplan kent een samenvoegingsregeling. Intensieve veehouderijen kunnen meerdere locaties samenvoegen, waarbij het bouwperceel 130% van de oppervlakte van de gezamenlijke bouwpercelen mag bedragen. Deze regeling moet in het plan worden opgenomen.
Reactie: De concentratieregeling dient inderdaad opgenomen te worden in het plan. Wel wordt erop gewezen dat het Reconstructieplan praat over intensieve veehouderij-onderdelen van één bedrijf die minimaal 3 jaar hebben gefunctioneerd als deel van dit bedrijf. Vergroting van het bouwperceel kan alleen plaatsvinden in verwevingsgebieden en de overige onderdelen van het bedrijf dienen te worden beëindigd. 5.
Het reconstructieplan kent een hardheidsclausule. Als toepassing van de 30% regeling onbillijk en onredelijk uitpakt bij individuele bedrijven dan kan deze clausule worden toegepast. Opname van deze regeling is gewenst.
Reactie: In de toelichting zal nader worden ingegaan over het aspect onbillijk en onredelijk. Voorts wordt er op gewezen dat toepassing van de hardheidsclausule alleen mogelijk gemaakt zal worden via een planherziening aangezien goedkeuring van Gedeputeerde Staten hiervoor vereist is. 6.
Nieuwvestiging van grondgebonden agrarische bedrijven is uitgesloten. Nieuwe bedrijven kunnen alleen via planherziening gerealiseerd worden. Dit is te zwaar en zou ook kunnen via een artikel 11 WRO procedure.
19
Reactie: Nieuwvestiging van grondgebonden bedrijven is maatwerk en vereist daarvoor een andere afweging. Om deze reden wordt daarom niet overwogen om zoekgebieden voor nieuwe vestigingen op te nemen. Overigens zal eerst naar bestaande agrarische bedrijven omgezien moeten worden voordat nieuwbouw overwogen kan worden. 7.
LTO Noord is van mening dat genuanceerd gekeken moet worden naar bouwpercelen voor bedrijven tussen 20-70 nge’s. Er dient een duidelijk onderscheid gemaakt te worden tussen een hobbyboer en een startende ondernemer. Voor de ondernemer moet ruimte geboden worden.
Reactie: In het bestemmingsplan is opgenomen dat bij meer dan 20 nge’s het bedrijf aangemerkt wordt als agrarisch. In het plan zijn voldoende waarborgen opgenomen voor startende ondernemers om door te kunnen groeien naar volwaardig agrarische bedrijven. 8.
LTO Noord is van mening dat het bestemmingsplan niet beperkend mag zijn ten aanzien van de vestiging van een 2de bedrijfswoning.
Reactie: Een 2de bedrijfswoning is heden ten dage niet direct meer noodzakelijk. Het vestigen van een 2de bedrijfswoning is daarom als recht uitgesloten. Pas na het overleggen van de noodzakelijk gegevens, waaronder een bedrijfsplan, waaruit blijkt dat een 2de bedrijfswoning een absolute noodzaak is voor de bedrijfsvoering, kan een 2de bedrijfswoning overwogen worden. Aangezien dit maatwerk vereist, is ervoor gekozen om dit te realiseren middels een planherziening. 9.
LTO Noord staat achter de constructie dat het kleinschalig kamperen wordt gekoppeld aan de agrarische sector. 25 kampeereenheden is echter te weinig voor de verdiencapaciteit. Verzocht wordt om het aantal op te hogen naar 40.
Reactie: Bij ophoging naar 40 kampeereenheden is naar ons oordeel geen sprake meer van kleinschalig kamperen. Het ruimtebeslag dat dit aantal vraagt is dermate ruim dat een verantwoorde inpasbaarheid in het landschap niet meer gewaarborgd kan worden. 10.
LTO Noord is van mening dat het beleid met betrekking tot functieverandering verruimd moet worden. Aangesloten moet worden bij het regionale beleid. 300 m² voor nevenfuncties is te weinig. Het streekplan staat bij recht 350m² toe. Het bij volledige functieverandering rigide toepassen van een sloop van minimaal 50% zal ertoe leiden dat er helemaal niet gesloopt wordt. Sloop moet geen doel op zich zijn. Gewezen wordt naar de benadering die de Regio Achterhoek gekozen heeft. Verzocht wordt in artikel 4 lid 8 i.p.v. “de agrarische functie mag niet onevenredig worden aangetast” te veranderen in”de bedrijfsontwikkeling van agrarische bedrijven in de omgeving mag niet worden belemmerd.
Reactie: Gestreefd wordt zowel door de gemeente als de regio en de provincie naar een verdere ontstening van het buitengebied. Om dit te bewerkstelligen is een sloopregeling een vereiste. Daarnaast zijn niet alle functieveranderingen in het buitengebied van Nijkerk wenselijk. Er is daarom voor gekozen om te kiezen voor het regionale beleid in hoofdlijnen maar gespecificeerd naar de Nijkerkse situatie. Het behoud en versterking van de kwaliteit van het buitengebied staat voorop bij de afweging 11.
Realisatie van de EHS gebeurt op vrijwillige basis. Voorwaarde is dat agrarische bedrijven niet worden belemmerd door realisatie van de EHS. De tekst op blz. 93 heeft de sfeer dat beperkingen voor de landbouw acceptabel zijn als ze maar niet te groot zijn. Verzocht wordt om aansluiting te kiezen bij de tekst van het streekplan op blz 96 en 97.
20
Reactie: Naar ons oordeel sluit de tekst in de toelichting naadloos aan bij de tekst van het streekplan. De doelstellingen zijn gelijk, de bewoording is op onderdelen verschillend maar is in de toelichting niet beperkender omschreven dan zoals het is opgenomen in het streekplan. 12.
Grote delen van het buitengebied zijn aangeduid als archeologisch waardevol of met een hoge of middelhoge verwachtingswaarde. Voor deze delen geldt een aanlegvergunningstelsel waaraan een onderzoeksplicht is gekoppeld. Dit wordt buitenproportioneel gevonden. Gebieden waar archeologische waarden aanwezig zijn moeten worden beschermd. Het gaat te ver om alle gebieden, waar mogelijk waarden aanwezig zijn te beschermen. Veel te ver gaat de plicht om zelfs het bouwperceel onder het aanlegvergunningstelsel te brengen.
Reactie: Opname van gebieden met een archeologisch waardevol of met een hoge of middelhoge verwachtingswaarde is een verplichting dat voorkomt uit verdragen en opgenomen is in de nieuwe archeologie/monumenten wet. Het plan biedt een wijzigingsbevoegdheid 13.
De schaalvergroting in de landbouw gaat door. Agrarische gebouwen worden groter. Een nokhoogte van 10 meter is tegenwoordig niet meer toereikend. 12 meter is zeker nodig. Kijkend naar de toekomst is het verstandig om de nokhoogte op 15 meter te leggen.
Reactie: Gelet op de aard en de vormgeving van het buitengebied achten wij een hoogte van 15 meter niet acceptabel, zeker als daar het toegestane bebouwingspercentage in ogenschouw genomen wordt. Bedrijfshallen van een dergelijke omvang worden in dit gebied onwenselijk geacht en dienen eigenlijk gerealiseerd te worden op bedrijfsterreinen. Een hoogte van 10 meter voor de opstallen wordt voldoende geacht voor een efficiënte en toereikende bedrijfsvoering.
Gevolgen bestemmingsplan: De voorschriften worden aangevuld met een concentratieregeling, een aanpassing van het aanlegvergunningenstelsel voor archeologie binnen bouwpercelen en een verhoging naar 50% voor vergroting van het bouwperceel bij grondgebonden bedrijven. Daarnaast wordt de toelichting op enige onderdelen aangepast en aangevuld.
Gelderse Milieufederatie mede namens Staatsbosbeheer, Vereniging Natuurmonumenten, het Geldersch Landschap en de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap, Jansbuitensingel 14 te Arnhem 6811 AB 1.
Verzocht wordt om de EHS-natuur/EHS-verweving/verbindingszones/waardevol op gebied overeenkomstig het Streekplan, alsmede de Vogel-Habitatrichtlijngebieden vast te leggen op de kaart. Gevraagd wordt om een expliciete vermelding van de speciale beschermingszones Arkemheen en Wolderwijd bij het aanlegvergunningstelsel. Op de Streekplankaart is een groter gebied aangegeven als EHS dan op de plankaart is aangegeven. Verzocht om de plankaart hierop aan te passen.
Reactie: Voor zover de begrenzingen op de plankaart niet overeenstemmen met het Streekplan worden deze aangepast. Wolderwijd wordt uit het plangebied gehaald en onderbracht bij Nieuw Hulckesteijn. Het opgenomen aanlegvergunningstelsel gecombineerd met de aanduidingen op de plankaart bieden naar ons inziens voldoende waarborgen om het gebied Arkemheen te beschermen. Een extra vermelding in het stelsel voegt daaraan niets toe. 2.
Op de Streekplankaart is een groot gebied dat valt binnen het bestemmingsplan aangeduid als Waardevol Landschap. Delen hiervan zijn op de plankaart aangeduid als agrarisch gebied met landschapswaarden. Graag wordt gezien dat het plan aansluit op het Streekplan.
Reactie: Het ruimtelijk beleid voor waardevolle landschappen is: behouden en versterken van de landschappelijke kernkwaliteiten. Dit beleid is vertaald in de voorschriften waaronder “agrarisch
21
gebied met landschapswaarden en agrarisch gebied met landschaps- en natuurwaarden. In deze voorschriften en middels aanduidingen op de plankaart is het aangegeven provinciale beleid vertaald en sluit het hierbij aan. 3.
t.a.v. masten, antennes e.d. wordt gevraagd om specifieke voorschriften zodat in ieder geval open gebieden ontzien worden en ook zodat natuurgebieden en een bufferzone hieromheen (250m) vrij blijven van antennes, masten e.d. (zoneringsbeleid)
Reactie: Met betrekking tot masten, antennes e.d. voorziet het plan in voldoende sturingsmogelijkheden om ervoor te zorgen dat in specifieke situaties het open landschap wordt ontzien. Een bufferzone van 250 meter is niet realistisch aangezien de EHS aan de kern grenst. Dit zou kunnen inhouden dat een deel van de kern gesloopt zou moeten worden om aan het verzoek te kunnen voldoen. 4.
Ter bescherming van bestaande landschapselementen wordt aanbevolen om monumentale bomen te inventariseren en op bestemmingsplanniveau een bescherming te geven.
Reactie: Bescherming van monumentale bomen via een aanduiding op de plankaart zou zinvol zijn indien er geen beleid binnen de gemeente is ontwikkeld voor het behoud van deze elementen. Het beleid en de uitvoering ten aanzien van de bescherming van deze bomen is reeds in het Groenbeleidsplan en het Landschapsbeleidsplan opgenomen en vertaald in de vastgestelde bomenlijst en de kapverordening. 5.
Ter bescherming van landschapselementen, zoals houtwallen c.a. verdient het aanbeveling om te verwijzen naar inventarisatiebestand, luchtopnamen of kaart. Verder dienen deze beschermd te worden middels het aanlegvergunningstelsel. Houtwallen/singels e.d. rond Nijkerkerveen/Hoevelaken in het agrarisch gebied verdienen ook bescherming via het bestemmingsplan. Doordat deze niet op kaart zijn aangegeven is handhaving bij mogelijk illegale kap een probleem.
Reactie: Er is voor gekozen, om de plankaart zo eenvoudig leesbaar te houden, de bescherming van alle landschapselementen te regelen via de doeleindenomschrijving van de betreffende voorschriften en deze te combineren met een aanlegvergunningstelsel. Op deze wijze kan doeltreffend en effectief de bescherming van de elementen gewaarborgd worden. Een specifieke aanduiding op de plankaart is daardoor overbodig geworden en heeft geen extra toegevoegde waarde. 6.
Verharding van zandwegen in het buitengebied dient voorkomen te worden. Verzocht wordt om te beschermen zandwegen ook op de kaart aan te geven.
Reactie: De bescherming van de zandwegen is reeds via een aanlegvergunningstelsel gewaarborgd. Het toevoegen van een specifieke bestemming zandwegen op de plankaart is daardoor overbodig en heeft geen extra toegevoegde waarde. 7.
Ten aanzien van het verbeteren van bepaalde natuurlijke habitats, landschappelijke kwaliteit of voor landschappelijk inpassing van gebouwen wordt voorgesteld om dit mogelijk te maken via een aanlegvergunningstelsel.
Reactie: Voor zover de specifieke voorschriften voor de betreffende bestemmingen daarvoor geen regels bieden, zijn de gevraagde mogelijkheden reeds opgenomen in het opgenomen aanlegvergunningstelsel gekoppeld aan de mogelijkheid voor het stellen van nadere eisen. 8
Paardenbakken dienen alleen mogelijk te zijn indien direct gekoppeld aan het bouwperceel. Verder dienen voorwaarden gesteld te worden wat betreft type en kleur hek en het eventuele gebruik van lichtmasten.
Reactie: In het plan is opgenomen dat paardenbakken binnen de bouwpercelen dienen te worden aangelegd en slechts met vrijstelling kunnen worden aangelegd op een maximum van 25m van het bouwperceel.
22
Voor wat betreft het type hek en kleur zijn dit voorwaarden die niet kunnen worden opgenomen in een bestemmingsplan aangezien zij betrekking hebben op bouwen en redelijke eisen van welstand. Hiervoor is de Welstandsnota van toepassing. Buiten het bouwvlak kunnen bij paardenbakken slechts andere bouwwerken opgericht worden met een maximale hoogte van 2 meter. Lichtvervuiling e.d. wordt hiermee reeds voorkomen. Daarnaast biedt het stellen van nadere eisen voldoende mogelijkheden om lichtvervuiling te voorkomen. 9.
Verzocht wordt om voorschriften op te nemen ter voorkoming van verhekking van het buitengebied.
Reactie: Naar ons oordeel biedt het bestemmingsplan voldoende beperkende maatregelen in de voorschriften om de gevraagde verhekking tegen te gaan. Opgemerkt wordt dat het bestemmingsplan geen voorschriften kan opnemen ter verkoming wat wettelijk onder vergunningsvrije bouwwerken is toegestaan. 10.
Voor gebieden ten noorden van Nekkerveld en in eigendom van Staatsbosbeheer kan voor een aantal percelen de kaart worden aangepast t.b.v. bestemming natuur.
Reactie: De plankaart zal naar aanleiding van de opgeven percelen worden aangepast. 11.
Voor wat betreft de gebieden die gewaardeerd zijn vanwege hun openheid, natuur en landschapswaarden dan wel beiden wordt verzocht geen vrijstelling op te nemen voor de mogelijke bouw van kassen.
Reactie: In de beperkte vrijstelling zijn reeds de openheid, natuur en de landschapswaarden gewaarborgd doordat de vrijstelling voor een beperkte bouw van kassen binnen bouwpercelen, niet verleend kan worden indien de genoemde waarden onevenredig worden aangetast. Een algeheel verbod is derhalve niet noodzakelijk. 12.
Verzocht wordt om het bestemmingsplan te toetsen aan de Natuurbeschermingswet en de Flora en Faunawet. Nieuwe ontwikkelingen dienen onderzocht te worden op mogelijke effecten op de aanwezige natuurwaarden. Van groot belang is om goed inzicht te krijgen welke gebieden buiten Arkemheen ook van belang zijn voor weidevogels en deze afdoende te beschermen. Daarnaast is in het plan een aantal vrijstellingsmogelijkheden aangegeven voor ontwikkelingen van nieuwe activiteiten in het buitengebied. Ook deze dienen getoetst te worden aan de natuur- en landschapswaarden. Verzocht wordt deze expliciet in de voorwaarden op te nemen.
Reactie: Het bestemmingsplan is voorzover noodzakelijk getoetst aan de Natuurbeschermingswet en de Flora en Faunawet. Daarnaast worden nieuwe ontwikkelingen in het gebied niet mogelijk gemaakt met vrijstellingen, maar in enkele situaties via een wijziging ex artikel 11 WRO of ander via een planherziening. Wij zijn van mening dat ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de waarden die het plan beoogd te beschermen niet via een vrijstelling kunnen plaatsvinden, maar slechts mogelijk gemaakt kunnen worden via een wijziging of herziening van het plan. Op deze manier zullen alle noodzakelijke elementen eerst onderzocht moeten worden voordat een nieuwe ontwikkeling mogelijk gemaakt kan worden. Een betere bescherming van de waarden is niet mogelijk. In de vrijstellingsbepalingen is reeds opgenomen dat deze slechts verleend kunnen worden indien de betreffende waarden niet onevenredig worden aangetast. Een onderzoek is derhalve noodzakelijk voordat de vrijstelling pas verleend kan worden. 13.
In het bestemmingsplan wordt een toetsing op grond van de Kaderrichtlijn Water gemist. Dit is van groot belang zeker met het al of niet mogelijk zijn van nieuwe bouwwensen en mogelijke effecten op waterstromen zowel kwaliteit als kwalitatief.
Reactie: Met het Waterschap Vallei & Eem, als vertegenwoordiger van alle waterbeheerders, heeft overleg plaatsgevonden over het onderhavige plan en de daarvoor noodzakelijk onderzoeken. De resultaten
23
zijn naar ons oordeel goed verwerkt in het betreffende plan. Nieuwe ontwikkelingen worden niet als recht toegestaan maar slechts via een wijziging ex artikel 11 WRO of via een planherziening. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat alle noodzakelijke afwegingen daadwerkelijk zullen plaatsvinden. 14.
Gemist wordt een toetsing van het bestemmingsplan op grond van het besluit Luchtkwaliteit.
Reactie: Dit wordt onderkend. Het bestemmingsplan zal op dit punt worden aangevuld. 15.
Gezien het gevaar voor versnippering wordt de voorkeur gegeven voor een beleid dat zich richt op aaneengesloten gebieden waarbij landgoederen een veelvoud van de oppervlakte van 5 ha hebben. Clustering van bebouwing voorkomt versnippering. Gezien het streekplan kunnen geen landgoederen worden toegestaan in EHS natuur. De ontwikkelingskaart dient hierop te worden aangepast.. Landgoederen dienen verder geen afbreuk te maken op bestaande landschapskwaliteiten. Landgoederen dienen geen dekmantel te zijn voor realiseren van nieuwe functies zoals kantoren, hotels, restaurant c.a.
Reactie: Het stichten van nieuwe landgoederen vereist naar oordeel van de gemeente maatwerk. Het kan daarom voorkomen dat landgoederen een grotere omvang kunnen krijgen dan de opgenomen 7,5 ha zonder dat gerekend zal worden als zijnde een veelvoud van de oppervlakte met daaraan gekoppeld een veelvoud van landhuizen. De clustering van bebouwing wordt onderschreven. Ook zal de ontwikkelingskaart zal op dit punt aangepast worden, zodat de gebieden met EHS natuur buiten de zoekgebieden nieuwe landgoederen komen te liggen. Slechts een kantoorfunctie als zijnde ongeschikt aan de woning kan bij een landgoed worden toegestaan. Alle overige functies zijn uitgesloten en hiervoor zal een eventuele herziening van het bestemmingsplan ook niet in voorzien. 16.
Het buitengebied wordt steeds meer en vaak onnodig verlicht. Het bestemmingsplan kan beleidsuitgangspunten opnemen als beleid, zoals beperking in hoogtes, lichtsterkte, het verplicht stellen van gebruik speciale lampen en armaturen, zonering en alleen uit strikte noodzaak vanuit veiligheid.
Reactie: Het beleid tot het voorkomen van lichtvervuiling wordt onderschreven. Het bestemmingsplan is echter niet het beleidsdocument waarin enkele zaken zoals deze zijn omschreven verplicht kunnen worden voorgeschreven. Wel zijn in het plan enkele beperkende maatregelen opgenomen, zoals een beperking in hoogte. Daarnaast kan door het stellen van nadere eisen eventueel optredende lichtvervuiling worden voorkomen of worden beperkt. De aanleg van lichtmasten binnen de gevoelige gebieden zal onderworpen worden aan een aanlegvergunning waarbij een enkele uitzondering zal gelden. 17.
De begrenzing voor intensieve landbouwbedrijven waarbinnen uitbreiding mogelijk is plaatselijk zeer ruim getrokken om de bestaande bebouwing. Verzocht wordt om deze begrenzing nauwer te laten aansluiten op bestaande bebouwing.
Reactie: De begrenzing voor de agrarische bouwpercelen moeten voldoen aan de eisen van het Reconstructieplan met peildatum maart 2005. Het Reconstructieplan stelt dat de vigerende bouwmogelijkheden voor de agrariërs niet beperkt mogen worden. De nieuwe bouwpercelen voldoen aan deze eis. Aan de gevraagde verdere beperking kan dan ook niet worden ingegaan. Overigens staat niet alle bebouwing en sleufsilo’s c.a. op de plankaart ingetekend. Mogelijk dat hierdoor de begrenzing van de bouwpercelen ruimer lijkt dan wat de feitelijke situatie is. 18.
Voor recreatiebedrijven/terreinen wordt verzocht een voorschrift op te nemen dat sprake moet zijn van bedrijfsmatige exploitatie van kampeermiddelen bedoeld voor wisselende bezetting conform het streekplan.
Reactie: Deze beperking aan het gebruik is reeds in de voorschriften opgenomen.
24
19.
Verzocht wordt om in het aanlegvergunningstelsel drainage en reconstructie van sloten vergunningsplichtig te stellen. Dit in het kader van de bescherming van de waterhuishouding van Arkemheen en Natuurgebied de Bunt.
Reactie: Het aanlegvergunningstelsel zal op dit punt worden aangevuld. Voor een deel is dit in het plan al opgenomen. 20.
Verzocht wordt om een wrakings/inventarisatielijst op te stellen van situaties die niet in overeenstemming zijn met het bestemmingsplan en die beëindigd moeten worden. Verzocht wordt om tevens de restruimte weg te bestemmen. Tevens wordt gevraagd om een voorbereidingsbesluit.
Reactie: Gelet op de interne proceduretijd voor het nemen van een voorbereidingsbesluit en het ter visie leggen van het ontwerp-bestemmingsplan wordt het nemen van een hernieuwd voorbereidingsbesluit niet overwogen. Voor ontwikkelingen bij agrariërs geldt reeds op basis van het Reconstructieplan een aanhoudingsplicht. De gemeente hanteert een actief handhavingsbeleid. Illegale situaties zijn reeds geïnventariseerd en in kennis gesteld. In het plan zal nog een retrospectieve toets worden opgenomen waaruit zal blijken hoe de gemeente met deze situatie omgaat en is omgegaan. Een aparte lijst opnemen in het bestemmingsplan heeft echter geen toegevoegde waarde. Het wegbestemmen van restruimte kan alleen aan de orde zijn als deze excessief is. Goede ruimtelijke ordening houdt ook in dat enige uitbreiding in principe mogelijk dient te zijn.
Gevolgen bestemmingsplan: De toelichting zal op een aantal punten worden aangevuld, met name het aspect luchtkwaliteit. Het aanlegvergunningstelsel zal op een paar onderdelen worden aangevuld. De plankaart wordt voor enkele natuurgebieden aangepast. Op de ontwikkelingskaart wordt de zoekzones landgoederen in overeenstemming gebracht met EHS natuur.
Gemeentelijke Monumentencommissie Nijkerk 1. De commissie adviseert in het plan op te nemen dat bij functieverandering van voormalige agrarische bedrijven, vaak t.g.v. een woonfunctie, eerst onderzoek te doen naar de waarde van bijgebouwen, niet-monument zijnde bij monumentale boerderijen voordat vergunning voor de nieuwe functie wordt verleend. Reactie: Is reeds in het plan opgenomen en vloeit voort uit de regionale uitwerking van het streekplan. 2.
De commissie adviseert om op de plankaart de rijks- en gemeentelijke monumenten duidelijk aan te geven. De opgenomen lijst van monumenten blijkt niet compleet te zijn, tevens ontbreken archeologische monumenten.
Reactie: Inderdaad is de lijst niet compleet gebleken, deze zal worden aangevuld. Er is voor gekozen om de monumenten niet specifiek op de kaart aan te geven om de plankaart inzichtelijk en duidelijk leesbaar te houden. De aanduiding op de plankaart heeft daarbij geen extra toegevoegde waarde. 3.
De commissie is geen voorstander van het automatisch positief bestemmen van nietagrarische bedrijven vanwege een handhavingsprobleem. Zij adviseert om aan de hand van een inventarisatie van de bestaande niet-agrarische bedrijven beleid te ontwikkelen leidend tot selectie en sanering. Het overgangrecht zou als instrument daarbij gebruikt kunnen worden.
Reactie: De gemeente onderschrijft het standpunt van het niet automatisch positief bestemmen. Wel dient rekening gehouden te worden met vaste jurisprudentie op dit punt. Het blindelings onder
25
overgangsrecht brengen is niet mogelijk. Er zal aangegeven moeten worden op welke wijze en in welk tijdsbestek de sanering kan plaatsvinden. Indien dit niet binnen de planperiode mogelijk is dan dient aan het perceel een passende bestemming gegeven te worden. Handhavingsproblemen zijn van uitvoerende aard en kunnen niet automatisch leiden tot een positieve bestemming. 4.
De commissie adviseert onderzoek te doen naar de mogelijkheden tot het instellen van stiltegebieden.
Reactie: Het instellen van stiltegebieden betreft een provinciale aangelegenheid dat opgenomen moet worden in het Streekplan en valt derhalve buiten de reikwijdte van het bestemmingsplan. 5.
De commissie adviseert te onderzoeken hoe het verkrijgen van de wetlandstatus voor de polder Arkemheen bevorderd kan worden.
Reactie: Het aanmelden van de polder Arkemheen als wetland, voor opname in de Lijst van internationaal belangrijke wetlands, dient te geschieden door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en valt derhalve buiten de reikwijdte van het bestemmingsplan. 6.
De commissie adviseert om het oude historische wegen- en padenpatroon op een kaart aan te geven. De commissie vraagt zich af waarop de selectie van cultuurhistorische en waardevolle linten en lintbebouwingen is gebaseerd en of andere stukjes lint in de afweging zijn meegenomen. Extra aandachtpunten zijn de instandhouding van zandwegen en de overweging dat niet alle recreatieve voorzieningen per definitie per auto bereikbaar hoeven te zijn.
Reactie: Indien en voorzover de oude historische wegen- en padenpatroon beschikbaar is, kan deze op een kaart worden toegevoegd bij paragraaf 3.5 uit de toelichting van het plan. Niet elk lint heeft een dermate hoog cultuurhistorisch aspect dat zij beschermd dienen te worden. Alleen die linten die cultuurhistorisch waardevol worden geacht dienen beschermd te worden en zijn geselecteerd. Voor zover noodzakelijk is de bescherming van zandwegen geregeld via het bestemmingsvoorschrift en het aanlegvergunningstelsel. Een apart voorschrift voor deze bescherming is daardoor niet noodzakelijk. Het plan spreekt bij de recreatieve voorzieningen zich niet uit dat alle recreatieve voorzieningen per definitie per auto bereikbaar dienen te zijn. Bereikbaarheid kan per voorziening verschillen. Het specifiek benoemen van de bereikbaarheid per auto kan juist negatief werken. 7.
In de opsomming van historische linten of lijnen mist de commissie de benoeming van het strand of de waterlijn van het Randmeer als historisch kustlijn. Verzocht wordt dit nader aan te geven.
Reactie: In het plan wordt alleen gesproken over belangrijke ontginningslinten. De “kustlijn” is echter geen ontginningslint en heeft daarom in de opsomming geen plaats. 8.
De commissie adviseert een lijst van geraadpleegde bronnen aan het plan toe te voegen.
Reactie: Bij de kaarten dient de bronvermelding nog opgenomen te worden. In het hoofdstuk beleidskaders zijn de meest belangrijke bronnen reeds vermeld. 9.
Mede naar aanleiding van de voorstellen tot (woon)functieverandering adviseert de commissie terughoudend te zijn in het toelaten van nieuwe vormen van woningbouw in het buitengebied. Ontsluiting van nieuwe functies dient zoveel mogelijk plaats te vinden binnen de bestaande wegenstructuur.
Reactie: De gemeente onderschrijft het standpunt van de commissie. Het is juist daarom dat het functieveranderingbeleid op deze wijze is vormgegeven.
26
10.
Verpaarding van het buitengebied dient te worden tegengegaan. De driedeling lijkt redelijk maar biedt toch veel ruimte voor vestiging van nieuwe bedrijven. Met name sterk verkeersaanzuigende bedrijven zoals maneges of paardensportbedrijven zouden slechts aan de uiterste randen van het gebied en onder strikte voorwaarden kunnen worden toegelaten.
Reactie: Slechts de bestaande bedrijven zijn positief bestemd. Nieuwvestiging kan slechts via een herziening van het bestemmingsplan, behalve voor die bedrijven die daadwerkelijk agrarisch zijn, aangezien nieuwvestiging maatwerk vereist. Op deze wijze zijn wij van mening dat de verpaarding op een juiste wijze gereguleerd kan worden. 11.
Er wordt veel zoekgebied aangegeven voor toekomstige landgoederen. Dit kan ongewenste gevolgen hebben voor de ruimte en open karakter van het landschap. De commissie adviseert per gebied een norm aan te geven voor het toegestane aantal landgoederen. Bovendien dient het nieuwe landgoed een grote toegevoegde waarde hebben voor de landschappelijk c.q. cultuurhistorische betekenis van het gebied.
Reactie: Het zoekgebied bevat ook het gebied met de aanduiding EHS natuur volgens het Streekplan. Dit is onjuist en het zoekgebied zal verkleind worden. Een norm voor het aantal landgoederen achten wij overbodig. De aanleg van nieuwe landgoederen vereist maatwerk en een aparte overweging of een landgoed wel op de betreffende locatie gerealiseerd kan worden. Het noemen van een aantal landgoederen schept verwachtingen die mogelijk niet waar gemaakt kunnen worden. 12.
In het plan mist de commissie met name de cultuurhistorische betekenis van de kleine kernen. Gevraagd wordt waarom hierover niet is gezegd.
Reactie: De kleine kernen zijn niet gelegen binnen het plangebied en vallen derhalve buiten de reikwijdte van het bestemmingsplan. 13.
Dijkverbetering dient volgens de commissie zoveel mogelijk plaats te vinden m.i.v. de historische kustlijn.
Reactie: Voor dijkverbetering kan de gemeente alleen faciliterend zijn. Dijkverbetering is een zaak van de waterbeheerders. 14.
De druk van verstedelijking met alle bijbehorende functies en nieuwe doorgaande wegen zoals de A30 hebben grote gevolgen voor natuur en landschap met name in de kwetsbare gebieden zoals de polder Arkemheen en het Hoevelakense Bos. Noodzakelijke overgangszones dienen dan ook zodanig te worden ingericht dat met een fijnmazige structuur directe verbindingen worden tegengegaan. Bij de eventuele aanleg van de A30 dient deze zoveel mogelijk landschappelijk ingepast te worden met aandacht voor flora en fauna. De recreatieve functie van het Hoevelakense Bos dient niet verder uitgebreid dan wel geïntensiveerd te worden.
Reactie: De doortrekking van de A30 valt buiten de planperiode van het Streekplan en de looptijd van het bestemmingsplan en derhalve buiten de reikwijdte van het bestemmingsplan. Het Hoevelakense bos maakt onderdeel uit van de in het Streekplan opgenomen zone “groen in en om de stad”. Het gebied is aangewezen om in aanvulling op de uitbreiding van het stedelijk gebied recreatief in te richten. Naast de recreatieve functie van het Hoevelakense Bos zal het bos ook uitgebreid worden met nieuw bos dat niet of nauwelijks toegankelijk zal zijn voor het publiek en zal dienen als rustgebied voor de fauna. Het plan voorziet niet in aanleg van nieuwe verbindingen met de kwetsbare gebieden. Mochten er nieuwe ontwikkelingen zich voortdoen dan zullen deze moeten voldoen aan de Natuurbeschermingswet alvorens kan worden overgegaan tot een planherziening. Hiermee zijn voldoende waarborgen in het plan opgenomen om de kwetsbare gebieden te beschermen. 15.
De commissie mist de historische waterlopen op de kaart. Ook de EHS moet op de kaart worden aangegeven.
27
Reactie: Voor zover de historische waterlopen bescherming behoeven zijn deze opgenomen op de plankaart en via de voorschriften beschermd. Niet alle waterlopen behoeven bescherming en daarmee een specifieke aanduiding op de plankaart. Via een aanlegvergunningstelsel vindt aanvullende bescherming plaats. De begrenzing van de EHS is nog niet definitief vastgesteld. Daarnaast dient een vertaling van het Streekplan plaats te vinden in het bestemmingsplan. Opname van de EHS begrenzing is daarom niet noodzakelijk. 16.
Beschrijvingen van de verschillende landschapstypen komen volgens de commissie niet geheel overeen met bijbehorende kaartjes. Verzocht wordt dit aan te passen.
Reactie: De opgenomen kaarten zijn afkomstig uit het Streekplan Gelderland en deze zijn globaler van opzet dan wat in de toelichting is omschreven. Op lokaal niveau kan, in de toelichting, dieper worden ingegaan op de verschillende landschapstypen. Dit is een bewuste keuze geweest. 17.
De commissie vraagt zich af of de zoeklocaties voor twee nieuwe agrarische bedrijven in de Arkemheense polder door allerlei nieuwe ontwikkelingen nog in het bestemmingsplan moet worden opgenomen en verzoekt om heroverweging.
Reactie: De opname in de toelichting van de twee nieuwe agrarische bedrijven in de polder vloeit voort uit de Landinrichting Nijkerk-Putten. Er is voor gekozen om deze inplaatsing slechts mogelijk te maken via een planherziening en niet via een wijzigingsbevoegdheid. Om deze reden zijn de specifieke zoeklocaties dan ook niet in het plan opgenomen. Pas nadat voldaan kan worden aan alle voorwaarden die in de toelichting zijn opgenomen inclusief het voldoen aan de Natuurbeschermingswet kan overwogen worden of meegewerkt kan worden aan nieuw vestiging.
Gevolgen bestemmingsplan: De toelichting wordt aangevuld met een totale monumentenlijst. Tevens wordt een kaartje toegevoegd met het historisch wegen/paden patroon
28
2.
Resultaten inspraak
Ingevolge de inspraakprocedure van de gemeente Nijkerk en het besluit van het college van burgemeester en wethouders zijn ingezetenen en belanghebbenden in de gelegenheid gesteld hun mening inzake het onderhavige bestemmingsplan kenbaar te maken. Het ontwerpbestemmingsplan “Buitengebied Nijkerk 2006” heeft daartoe vanaf 17 augustus 2006 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegen. Belanghebbenden zijn daarbij uitgenodigd om op- of aanmerkingen schriftelijk aan het college van burgemeester en wethouders voor te leggen. Gedurende bovengenoemde termijn zijn 316 inspraakreacties ontvangen. In de onderstaande tekst worden deze reacties samengevat weergegeven en van een beantwoording voorzien. Gelijkluidende inspraakreacties van: H.W. van der Gugten, Oosterdorpsstraat 141 te Hoevelaken 3871 AC H. Worst, Bulderweg 2 en 4 te Nijkerk 3862 PV A.J.H. van Haverveld, Palissaden 2 te Nijkerk 3861 PJ E.A. van de Pol, Olevoortseweg 8 te Nijkerk 3861 MH F. Ruiter, Fliersteeg 19 te Nijkerk 3861 PX O.J. Bosch, Nw. Voorthuizerweg 13 a te Nijkerk 3862 PV H. Bouwman, Appelsestraat 12 te Nijkerk A. van de Braak, Den Akker 16 te Nijkerk O. van Essen, Schoenlapperweg 7a te Nijkerk J. Overeem, ’t Woud 6B te Nijkerk 3862 PM W. Zandbergen, Schoenlapperweg 12 te Nijkerk L. Kraay, Akkerweg 16 te Nijkerk Maatschap H.J.M., W.M.N. Verhoef en M.S. Verhoef-Bouw, Bulderweg 11 te Nijkerk 3862 PK P. van Esveld, Bloemendaalseweg 13 te Nijkerk H.S. Looijen, Bunschoterweg 29 te Nijkerk H. van Dasselaar, Spochthoornseweg 3 te Nijkerk 3862 RP G. Top, Barneveldseweg 188 te Nijkerk 3862 PD G. van den Ham, Domstraat 69 te Nijkerkerveen D. van de Bunt, Korte Holk 4 te Nijkerk 3861 MJ P. Dekker, Nw. Voorthuizerweg 10 te Nijkerk B. Bouw, Nw. Voorthuizerweg 9B te Nijkerk T. Bouw, Woudweg 1 te Nijkerk B. Liefting-v.d. Veen, Schoenlapperweg 2 te Nijkerk 3862 PL R. Batterink, Nw. Voorthuizerweg 30 te Nijkerk A.H. den Hartog, Prinsenweg 39 te Nijkerk W.H. van Ruitenbeek, Bunschoterweg 52 te Nijkerk 3861 ML G. van Drie, Fliersteeg 21 te Nijkerk L.G. van Kasteel, Domstraat 73 te Nijkerkerveen W. Lokhorst, Palestinaweg 1 te Nijkerk H. van Hierden, Nw. Voorthuizerweg 32 te Nijkerk E. Pleizier, Nw. Voorthuizerweg 13 te Nijkerk J.C. Pleizier, Nw. Voorthuizerweg 11a te Nijkerk J.R. Pleizier, Schoenlapperweg 2b te Nijkerk A. Priem, Van Dijkhuizenstraat 1 te Nijkerkerveen 3864 AS A. van Laar, Nw. Voorthuizerweg 26B te Nijkerk W. Timmer, Slichterhorsterweg 45 te Nijkerk H. van de Vis, Schoenlapperweg 19 te Nijkerk 3862 PL E. van de Brink, Bulderweg 25 te Nijkerk 3862 PK D. Davelaar, Schoolstraat 113 te Nijkerkerveen J. Rozendaal, Appelsestraat 25 te Nijkerk VOF J.C. en G. van Hierden, Nw. Voorthuizerweg 15 te Nijkerk 3862 RV G. Waaijenberg, Korte Holk 7 te Nijkerk A.J. van Drie, Nw. Voorthuizerweg 6 te Nijkerk 3862 RW L. van Donkelaar, De Veenhuis 3 te Nijkerk W.J. van Nijhuis, Zelderseweg 24 te Nijkerk F. Lozeman, 1ste Kruishaarseweg 2 te Nijkerk 3862 RT
29
N.A. van Mispelaar, de Veenhuis 8 te Nijkerk G. van Dasselaar, Keienweg 9 te Nijkerk 3861 J.H. Ridder, Keienweg 17 te Nijkerk 3861 MS W. van Korlaar, Appelsestraat 15 te Nijkerk 3862 PG F.J. Lozeman, Nw. Voorthuizerweg 3 te Nijkerk 3862 RV G.P. Kok en C.H. Kok-van Hierden, Prinsenweg 28 te Nijkerk 3862 PW G. van Mispelaar, De Veenhuis 6 te Nijkerk 3861 MN J.T. van Galen, Voorthuizerweg 7 te nijkerk 3862 TZ J.G.A. van de Grootevheen, Keienweg 12 te Nijkerk 3861 MT J.G. van de Brink, Hoevelakerveenweg 10 te Hoevelaken 3871 KK VOF van Ramshorst, Brandweg 4+5 te Nijkerk VOF van Ramshorst, Bunschoterweg 50 te Nijkerk J.G.J. van Esveld, Bloemendaalseweg 15 te Nijkerk H. Bouwman, Slichterhorsterweg 67 te Nijkerk 3862 NP Van den Brink, Slichterhorsterweg 63 te Nijkerk W.A. den Hartog, Bunschoterweg 32 te Nijkerk 3861 PG G. van Meerveld, Slichterhorsterweg 59 te Nijkerk S. Gerssen, Slichterhorsterweg 28 te Nijkerk M.J. van Hennekeler, Slichterhorsterweg 27 te Nijkerk J. Vos, Slichterhorsterweg 47 te Nijkerk H. van Dasselaar, Bremerseweg 1 te Nijkerk 3861 MG A. Kraaij, Keienweg 1a te Nijkerk 3861 MS P. Kok, Bunschoterweg 45b te Nijkerk 3861 MK M. de Mols, Palestinaweg Oost 7 te Nijkerk 3861 PK T. van Putten, Domstraat 68 te Nijkerkerveen 3864 PR D.M. van Hierden, Schoenlapperweg 9 te Nijkerk 3862 PL M.T.C. Versteeg, Schoenlapperweg 2a te Nijkerk 3862 PL E. Blokhuis, Schoolstraat 145 te Nijkerkerveen 3864 ME C. van Hierden, Nw. Voorthuizerweg 15a te Nijkerk 3862 RV N. Landman, Schoolstraat 20 te Nijkerkerveen 3864 MG G. Wolfswinkel, Penningweg 9 te Nijkerkerveen 3871 KS R. van de Bunt, Klaarwaterweg 12 te Nijkerkerveen 3864 MP G. Morren, Laakweg 78b te Nijkerkerveen 3864 LD G. de Groot, Hoevelakenseweg 14 te Nijkerkerveen 3864 MN G.L. Teeuwissen, Veenwal 46 te Hoevelaken 3871 KG M.G. van Ravenhorst, Oosterdorpsstraat 131 te Hoevelaken 3871 AC J. van Drie, Buntwal 9b te Nijkerkerveen 3864 MX M. Davelaar, Schoolstraat 75 te Nijkerkerveen 3864 MC A. van de Bunt, Schoolstraat 19 te Nijkerkerveen 19 3864 MA W. van Duinkerken, Middelaarseweg 4 te Hoevelaken 3871 KR A.M. van Grootveld, Hoevelakerveenweg 15 te Hoevelaken 3871 KK J.H. Voskuilen, Veenwal 6a te Hoevelaken 3871 KG J.G.C. Middelaar, Weldammerlaan 16 te Hoevelaken 3871 KN T. van Tamelen, Nijkerkerstraat 32 te Hoevelaken 3871 KC K. Meerveld, Weldammerlaan 9 te Hoevelaken 3871 KH W. Doornekamp, Weldammerlaan 6 te Hoevelaken 3871 KH W.H. en A. Torsius, Beulekamperweg 9 te Nijkerk 3862 NV F.S. Visscher, Hoef 3 te Nijkerk 3862 NT B. Dokter, Barneveldseweg 106 te Nijkerk 3872 PD P. van de Pol, Barneveldseweg 132 te Nijkerk C. Snapper, Bloemendaalseweg 2 te Nijkerk G.J. Verhoef, Spochthoornseweg 4 te Nijkerk E. Woudenberg, Bloemendaalseweg 11 te Nijkerk W. van de Veen, Spochthoornseweg 2 te Nijkerk H.J. van Mispelaar, de Veenhuis 6 te Nijkerk 3861 MN VOF Lozeman, Slichterhorsterweg 57 VOF Ark, Arkerweg 4 te Nijkerk H.J. van Misoelaar-van Odijk, Colenbranderstraat 30 te Nijkerk 3861 VD H. van de Veer en P.J. van de Veer, Spochthoornseweg 1 te Nijkerk G. van de Bunt, Van Dijkhuizenstraat 6 te Nijkerkerveen 3864 DV L. Cousijnsen, Slichterhorsterweg 32 te Nijkerk 3862 NS
30
J.W. de Lange, Middelaarseweg 7B te Hoevelaken 3871 KR J. van der Haar, Hogebrinkerweg 57 te Hoevelaken 3871 KM G. van Wikselaar, Prinsenweg 55a te Nijkerk 3862 PV E. Blokhuis, Slichterhorsterweg 65 te Nijkerk 3862 NP A. Buijtenhuis, Barneveldseweg 35a te Nijkerk 3861 MK P. van Dusschoten, Fliersteeg 17 te Nijkerk 3861 PX H. van de Beek, Bunschoterweg 28 te Nijkerk 3861 PG J.L.V. Hamersveld, Keienweg 6+8 te Nijkerk 3861 MT A.P. van Dronkelaar, Korte Holk 1 te Nijkerk 3861 MJ J.J. v.d. Grootevheen, Keienweg 21 te Nijkerk 3861 MS R. Dasselaar, Arkersluis 30 te Nijkerk 3861 NG D. van Hierden, Schoenlapperweg 13a te Nijkerk 3862 PL H. van Hierden-Geurts, Schoenlapperweg 13a te Nijkerk 3862 PL M. Verhoef, Bulderweg 18 te Nijkerk 3862 PK P. Groenendaal, Prinsenweg 27 te Nijkerk 3872 PV L. van Middendorp, Woudweg 3 te Nijkerk 3862 PN H. Worst, Bulderweg 6 + 8 te Nijkerk 3862 PK R. Brouwer, Appelsestraat 4c te Nijkerk 3882 PH H.J. van Duinen, Slichterhorsterweg 43 te Nijkerk 3862 NN 1.
Bouwpercelen zijn te klein zeker wanneer ook opslag van mest en voer gerealiseerd moet worden. De omvang van bouwpercelen moet minimaal 1,5 ha zijn voor volwaardige agrarische bedrijven. Redenen voor deze omvang is gelegen onder meer in de schaalvergroting, innovatieve ideeën, milieu, dierwelzijn, aan- en afvoer.
Reactie: Het Reconstructieplan schrijft een aantal beleidsuitgangspunten c.q. eisen voor die doorwerken naar de bestemmingsplannen. Deze uitgangspunten c.q. eisen moeten door de gemeente vertaald worden in voorschriften. Zolang de gemeente het bestemmingsplan buitengebied niet in overeenstemming heeft gebracht met het Reconstructieplan, geldt voor het gebied een wettelijk voorbereidingsbesluit voor onbepaalde tijd. Een bouwvergunning kan slechts via een speciale procedure verleend worden indien de activiteit in overeenstemming is met het Reconstructieplan. In het Reconstructieplan zijn 3 gebieden opgenomen met elk een eigen regime voor wat betreft de aanwezigheid van intensieve veehouderij. Voor Nijkerk zijn de extensiveringsgebieden en de verwevingsgebieden van toepassing. Op bladzijde 122 van het Reconstructieplan is de doorwerking van het Reconstructieplan naar het bestemmingsplan opgenomen. In het kort houdt dit beleid het volgende in:
Extensiveringsgebied:
Het beleid houdt in hoofdlijnen het volgende in: - nieuwvestiging van intensieve veehouderij is onmogelijk - omschakeling van volledig grondgebonden bedrijven naar intensieve veehouderij is onmogelijk - uitbreiding van bebouwing t.b.v. intensieve veehouderij bij bestaande bedrijven blijft beperkt tot de mogelijkheden die de geldende agrarische bouwblokken bieden, zoals die concreet begrensd op de plankaarten zijn aangegeven of verbaal zijn gedefinieerd in de vigerende bestemmingsplannen - alle bepalingen in vigerende gemeentelijke bestemmingsplannen die meer mogelijkheden bieden aan de intensieve veehouderij dan hierboven is vermeld, kunnen niet meer worden toegepast. Voor bedrijven zonder restcapaciteit op het bouwperceel zal t.b.v. ontwikkelingen in het kader van dierwelzijn een uitzondering worden gemaakt. Dit laatste mag niet leiden tot een uitbreiding van het aantal dierplaatsen.
Verwevingsgebied:
Het beleid houdt in hoofdlijnen het volgende in: - nieuwvestiging van intensieve veehouderij is onmogelijk - omschakeling van volledig grondgebonden naar intensieve veehouderij is toegestaan mits duidelijk is dat de omschakeling zich verdraagt met de van belang zijnde omgevingskwaliteiten
31
-
vergroting van het bouwperceel vanwege de uitbreiding van intensieve veehouderij is alleen toegestaan als duidelijk is dat de uitbreiding zich verdraagt met de ter plaatse zijnde omgevingskwaliteiten (landschap, natuur en/of water). Om die nadere afweging te kunnen maken wordt de voorkeur gegeven aan een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 WRO. Bij deze toets zullen de mogelijkheden van landschappelijke inpassing en een te overleggen ondernemingsplan worden betrokken. Eventuele vergroting van het bouwperceel zal in ieder geval worden beperkt tot een éénmalige uitbreiding van maximaal 30% van het bestaande bouwperceel. Indien toepassing van deze 30%-bepaling kennelijk onredelijk en onbillijk uitpakt voor individuele bedrijven, kunnen Gedeputeerde Staten hiervan afwijken. Voor ontwikkelingen in het kader van dierwelzijn (AMvB-huisvesting) zal een uitzondering gemaakt worden mits deze niet leidt tot vergroting van het aantal dierplaatsen. Aangezien er een afweging van alle belangen moet plaatsvinden kan deze vergroting van het bouwperceel niet als recht in het plan worden opgenomen.
Het reconstructieplan geeft aan dat voor intensieve veehouderij de mogelijkheden beperkt blijven tot de vigerende bebouwingsgrenzen met de daaraan gekoppelde bouwmogelijkheden. De mogelijkheid om standaard een bouwperceel van 1,5ha op te nemen voor elke agrariër ongeacht het bedrijfstype en de locatie binnen het reconstructiegebied is dan ook in strijd met de wet en kan niet gehonoreerd worden. In de gemeente Nijkerk zijn twee bestemmingsplan voor het buitengebied vigerend, ieder met een eigen systematiek. Er is voor gekozen om de beleidsuitgangspunten uit het Reconstructieplan en de beide bestemmingsplannen om te zetten in één nieuw plan waarbij vooral voor een praktische invulling gekozen is. Er is dan ook gekozen voor een wat afwijkende regeling voor de bouwblokken ten opzichte van het Reconstructieplan, zodat er een duidelijk en hanteerbare regeling voor het hele buitengebied gaat gelden. Uitgangspunt blijft dat de betreffende agrariërs niet benadeeld mogen worden, maar wel dat niet aan de verplichte uitgangspunten van het Reconstructieplan getornd wordt. Uitgangspunt bij het vormgeven van het bouwperceel is de huidige omvang van het agrarisch bedrijf. Hierbij worden ook alle mestplaten, sleufsilo’s e.d maar ook paardenbakken binnen het bouwperceel gebracht en niet zoals nu in sommige situaties zich voordoet dat deze buiten de bouwpercelen zijn aangelegd. Daarnaast wordt ook rekening gehouden met de reeds bekende concrete uitbreidingsplannen. Algemeen geldt namelijk dat in een bestemmingsplan voor een agrarisch bouwperceel de omvang en het bebouwingspercentage afgestemd is op de huidige bedrijfsomvang en de reëel te verwachten toekomstige ontwikkelingen. Ontwikkelingen die zich mogelijk kunnen gaan voortdoen over een onbekend aantal jaren worden dan ook niet als reëel en concreet beschouwd en kunnen niet leiden tot een aanpassing van het bouwperceel. Dit laatste wil natuurlijk niet inhouden dat er geen medewerking verleend zou kunnen worden aan een verdere uitbreiding van het agrarisch bedrijf. Zolang voldaan kan worden aan de voorwaarden uit het Reconstructieplan, Streekplan en/of de uitbreiding ruimtelijk en milieutechnisch inpasbaar is, dan zal de gemeente een positieve grondhouding hebben bij de beoordeling van de verzoeken. De gemeente heeft voor dit doel vrijstellings- en wijzigingsmogelijkheden opgenomen in het bestemmingsplan. Er zullen echter situaties voortdoen waarbij er een andere afweging gemaakt moet worden. Er is daarom gekozen voor het systeem van partiële herzieningen. Hierdoor kan beter en doeltreffender maatwerk geleverd worden.
Conclusie:
De gemeente is gehouden om de doorwerking van het Reconstructieplan te regelen in de bestemmingsplannen. Het Reconstructieplan maakt een standaard bouwperceel van 1,5 ha waarom verzocht wordt niet mogelijk.
Gevolgen voor bestemmingsplan: Geen
32
2.
Het is onterecht, onnodig en niet volgens afspraken dat de 30% regeling voor intensieve veehouderijen ook wordt toegepast op grondgebonden bedrijven. De grondgebonden landbouw wordt zo nodeloos beperkt in haar ontwikkeling.
Reactie: Het is onjuist om te stellen dat de 30% regeling zoals deze geldt voor intensieve veehouderij bedrijven in verwevingsgebieden van toepassing is verklaard voor de grondgebonden bedrijven. De opgenomen maatvoering heeft een geheel andere doelstelling en is specifiek opgenomen voor bedrijven die reeds een agrarisch bouwperceel hebben van meer dan 1 ha. Indien een wijzigingsbevoegdheid te beperkend zou zijn voor het specifieke agrarisch bedrijf kan overwogen worden het bestemmingsplan voor dit bedrijf te herzien. Maatwerk voor bedrijven vraagt een andere aanpak. Het is echter niet bezwaarlijk om dit percentage te verhogen naar 50%. Het bestemmingsplan zal op dit punt worden aangepast.
Gevolgen voor bestemmingsplan: Aanpassing voorschrift (30%-50%) 3.
Het reconstructieplan kent een samenvoegregeling. Intensieve veehouderijen kunnen meerdere locaties samenvoegen, waarbij het bouwperceel 130% van de oppervlakte van de gezamenlijke bouwpercelen mag bedragen. Deze ontbreekt in het plan.
Reactie: De concentratieregeling van intensieve veehouderij-onderdelen zal in het plan worden opgenomen. Wel dient rekening gehouden te worden met het reconstructieplan. Het reconstructieplan spreekt over een concentratie van intensieve veehouderij-onderdelen van één bedrijf die minimaal drie jaar hebben gefunctioneerd als deel van dit bedrijf op één locatie in verwevingsgebieden. Het concentratiebouwperceel mag in totaliteit niet groter zijn dat wat er op de diverse te sluiten onderdelen mogelijk was, zonder toepassing van de “30%-regeling”. Op het aldus geconcentreerde bouwperceel blijft de 30%-regeling van toepassing. Een bouwperceel creëren van 130% van de oppervlakte is dan alleen mogelijk indien gebruik gemaakt wordt van de eenmalige 30%-regeling.
Gevolgen voor bestemmingsplan: In de toelichting en voorschriften zal de concentratieregeling worden toegevoegd. 4.
Naast de uitbreidingsmogelijkheden van bedrijven met een omvang van 20-70 nge moet genuanceerd gekeken worden. Er moet duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen hobbymatige bedrijven en bedrijven van bijv. jonge ondernemers die stap voor stap vooruit willen gaan. Het bestemmingsplan moet deze agrarische ondernemers de ruimte bieden.
Reactie: In het bestemmingsplan is opgenomen dat bij meer dan 20 nge’s het bedrijf aangemerkt wordt als agrarisch. In het plan zijn voldoende waarborgen opgenomen voor startende ondernemers om door te kunnen groeien naar volwaardige agrarische bedrijven.
Gevolgen voor bestemmingsplan: Geen. 5.
Het reconstructieplan kent een hardheidsclausule. Als toepassing van de 30%-regeling onbillijk en onredelijk uitpakt bij individuele bedrijven, dan kan deze clausule worden toegepast.
Reactie: In de toelichting zal nader worden ingegaan over het aspect onbillijk en onredelijk. Voorts wordt er op gewezen dat toepassing van de hardheidsclausule alleen mogelijk gemaakt zal worden via een planherziening aangezien voor deze toepassing de goedkeuring van Gedeputeerde Staten vereist is.
Gevolgen voor bestemmingsplan: De toelichting zal worden aangevuld t.b.v. de toepassing van de hardheidsclausule uit het Reconstructieplan in het kader van het aspect onredelijk en onbillijk.
33
6.
Nieuwvestiging van grondgebonden agrarische bedrijven is uitgesloten. Dit kan alleen via een planherziening. Dit wordt als onnodig zwaar ervaren en er wordt gepleit voor een artikel 11 WRO wijzigingsbevoegdheid.
Reactie: Nieuwvestiging van grondgebonden bedrijven is maatwerk en vereist daarom een andere afweging. Om deze reden wordt daarom niet overwogen om zoekgebieden voor nieuwe vestigingen op te nemen. Overigens zal eerst naar bestaande agrarische bedrijven omgezien moeten worden voordat nieuwbouw overwogen kan worden.
Gevolgen voor bestemmingsplan: Geen
Inspraakreactie van J. Graaskamp namens Van den Ham betreffende Woudweg 18a te Nijkerk 1. In 2000 heeft er een aanslag OZB plaatsgevonden waarin is aangegeven dat er gewoond kan worden. In 2006 is dit aangepast. Appellant is derhalve van mening dat dit betekent dat er gewoond kan worden. Reactie: Een aanslag OZB heeft volgens vaste jurisprudentie geen betekenis noch geeft dit een indicatie van de planologische mogelijkheden en een correct bestemmingsplan. Slechts het bestemmingsplan is maatgevend.
Gevolgen voor bestemmingsplan: Geen 2.
De familie wil bij wijziging bestemmingsplan het perceel gebruiken voor de opvang van gehandicapten/kinderen. De locatie zou hiervoor uitermate geschikt zijn. Men heeft tekort aan gezinsvervangende opvang voor gehandicapten/kinderen die tijdelijk moet worden opgevangen.
Reactie: De gevraagde wens moet worden beschouwd als een verdere uitbreiding van burgerbebouwing in het buitengebied wat in strijd is met zowel het gemeentelijk als provinciaal beleid. Medewerking kan daarom niet worden verleend. Wel biedt het bestemmingsplan de mogelijkheid voor het vergroten van de bestaande woning. Wellicht kan dit een oplossing bieden voor het verzoek.
Gevolgen voor bestemmingsplan: Geen Inspraakreactie van G.J. van de Beek, Deuverdenseweg 1 en H. en M.E. van den Burg-van de Beek, Deuverdenseweg 3 te Nijkerk. In verband met de verzorging van de aanvrager wordt verzocht om het bedrijf voort te zetten door de 2 dochters waarvoor uiteindelijk 2 extra woningen nodig zijn; een aanleunwoning en één extra woning. Daarnaast zullen enkele oude stallen gesloopt worden en dient een nieuwe hal gebouwd moeten worden. Reactie: Aangezien er geen bedrijfsplan is ingediend, kan niet beoordeeld worden of de hal noodzakelijk is voor het bedrijf en/of er sprake is van functieverandering. Het verzoek om nieuwbouw voldoet niet aan de eisen ten aanzien van functieverandering waarbij eerst onderzocht dient te worden of deze woningen binnen de bestaande opstallen gerealiseerd kunnen worden. Gelet op de ingediende inspraakreactie heeft het verzoek betrekking op verdere uitbreiding van burgerbebouwing in het buitengebied, hetgeen in strijd is met zowel het gemeentelijk als provinciaal beleid.
Gevolgen voor bestemmingsplan: Geen
34
Inspraakreactie van Westeneng Makelaars namens J. van de Bunt betreffende Penningweg 2 te Hoevelaken In verband met een mogelijke toebedeling wil de toekomstige eigenaar de bestemming veranderd hebben van wonen in wonen met agrarische nevenactiviteiten. Dit is verband met de aanwezigheid van een open loods. Verzocht wordt tevens of de vrachtwagen gestald mag worden in de nieuw te bouwen schuur. Reactie: De bestemming wonen met agrarische activiteiten kan gegeven worden aan voormalige agrarische bedrijven waarbij het aantal nge’s tussen de 5 en 20 ligt. Bij dit perceel is geen sprake meer van een agrarisch bedrijf noch is er sprake van het houden van vee. Gelet op de inspraakreactie zal er sprake zijn van niet gewenste activiteiten en activiteiten die plaats dienen te vinden op een bedrijventerrein. Er kan derhalve geen medewerking plaatsvinden aan het verzoek.
Gevolgen voor bestemmingsplan: Geen
Inspraakreactie van D. Blom, Hessenweg 201 te Achterveld 3791 PG Verzoeker heeft het perceel Buntwal 2a gekocht en wil graag zijn schildersbedrijf vestigen. De aanwezige loods wordt voornamelijk gebruikt voor de opslag van materialen. Reactie: Het perceel heeft de bestemming wonen met opslag. Aangezien er sprake zal zijn van voornamelijk opslagactiviteiten voor het bedrijf en dit past in het beleid ten aanzien van bedrijfs- en/of beroepsactiviteiten bij woningen, is een wijziging van het bestemmingsplan niet noodzakelijk. Wel dient aan de voorwaarden van het betreffende beleid te worden voldaan.
Gevolgen voor bestemmingsplan: Geen
Inspraakreactie van K. ter Beek, Domstraat 10 te Nijkerkerveen 3864 PP Gevraagd wordt naar de mogelijkheden voor de percelen Palissade 6 en 6a. Verzoeker wil graag een mini-camping realiseren, een windmolen plaatsen, de kleine woning vergroten/vernieuwen en de schuur vergroten. Reactie: Het realiseren van een mini-camping behoort niet tot de mogelijkheden aangezien de panden een normale woonbestemming hebben. Ook is het plaatsen van een windmolen niet toegestaan en deze mogelijkheid zal ook niet voor dit gebied in het plan worden opgenomen. De kleine woning kan alleen aangepast worden indien dit noodzakelijk is om te voldoen aan het Bouwbesluit. Gelet op de bestaande omvang van de schuur kan deze niet vergroot worden, aangezien het maximaal toegestane aantal vierkante meters reeds is overschreden.
Gevolgen voor bestemmingsplan: Geen
Inspraakreactie van L. Bolier namens Gebr. De Groot, Hoevelakenseweg 14 te Nijkerkerveen 1. Verzocht wordt om te voorkomen dat het perceel onder het overgangsrecht komt te vallen. Het bedrijf was al aanwezig en in werking en viel onder de beschermende werking van de overgangsbepaling van het vigerende bestemmingsplan. Het bedrijf is al meer dan 20 jaar op deze locatie in werking.
35
Reactie: Tijdens een bedrijfsbezoek is – naar aanleiding van een aanvraag om een 2e bedrijfswoning bij het agrarische bedrijf - gebleken, dat de houthandel ter plaatse in 1975 vrijwel is beëindigd. In verband hiermede is door de gemeenteraad bij de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied in augustus 1975 de in het ontwerpplan opgenomen bestemming “dienstverlenend agrarisch bedrijf” geschrapt en ter plaatse de bestemming “agrarisch gebied met bouwperceel ” opgenomen. Hiertegen is geen bezwaar aangetekend. Het vermelde bestemmingsplan is onherroepelijk goedgekeurd op 13 april 1983. Op dat tijdstip en ook nog geruime tijd daarna werd het timmerbedrijf/de houthandel incidenteel ten behoeve van het agrarische bedrijf gebruikt. Er was géén sprake van strijdig gebruik, zodat het overgangsrecht niet van toepassing is. Vervolgens is er vanaf 1995, maar in ieder geval medio 1998/1999 tot heden sprake van een zelfstandig en niet aan het agrarische bedrijf gerelateerde vestiging van een machinaal houtbewerkingbedrijf met buitenopslag van hout (door zoon J. de Groot). In deze situatie is er wel sprake van (niet onder het overgangsrecht vallend) strijdig gebruik met de agrarische bestemming. Evenals in 1975 is het houtbewerkingbedrijf ook in het voorontwerp niet positief. Ter plaatse is een agrarisch bouwperceel (t.b.v. de andere zoon G. de Groot) opgenomen. Vergelijking van de op 12 februari en 18 augustus 2003, 15 januari en 24 november 2004 en 5 september 2006 door de gemeente gedane constateringen leert dat in het kader van de uitoefening van het houtbewerkingbedrijf de navolgende clandestiene activiteiten hebben plaatsgevonden: 1. Uitbreiding van werkplaats. Blijkens de luchtfoto was deze uitbreiding in ieder geval in 2000 reeds aanwezig. Later is deze in ieder geval in 2003 gedeeltelijk voorzien van lichtdoorlatende platen. 2. De bouw van een overdekte opslagruimte (met vakken) voor planken e.d., haaks op deze uitbreiding (in ieder geval 2003); 3. Plaatsing van een unit direct nabij de uitbreiding (in ieder geval 2003); 4. In toenemende mate gestapelde houtopslag (2003 tot heden). Deze in strijd met de agrarische bestemming zijnde (bouw- en gebruiks) activiteiten kunnen dan ook niet worden gelegaliseerd. De betreffende bebouwing en de houtopslag dienen dan ook te worden verwijderd. Voor het houtbewerkingbedrijf is nooit een hinderwet/milieuvergunning verleend, wel voor een af en toe in gebruik zijnde onderhoudswerkplaats t.b.v. het agrarische bedrijf (hinderwetvergunning dd. 3 mei 1983). Het houtbewerkingbedrijf wordt ook in het kader van de milieuwetgeving illegaal uitgeoefend en zal worden aangeschreven.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 2.
Het agrarisch bouwblok strekt niet uit over bestaande kalverenschuur en wil ter bescherming van agrarische bedrijfsvoering geen onterechte burgerwoningen.
Reactie: De plankaart zal worden aangepast naar de werkelijke situatie.
Gevolgen voor bestemmingsplan: De plankaart dient te worden aangepast.
Inspraakreactie van M. Doppenberg, Penningweg 3a te Hoevelaken 3871 KS De bestaande opstallen achter het perceel komen te vervallen in verband met een verplaatsing van het bouwbedrijf. Verzocht wordt om het mogelijk te maken dat een schuur van 84m² gebouwd kan worden voor de opslag van hooi en schapen. 36
Reactie: Niet kan worden ingestemd met de bouw van een schuur buiten het aangegeven bouwvlak. Doelstelling van het bestemmingsplan is ook het tegengaan van verdere verstening in het buitengebied. Binnen het bouwperceel kan een schuur gebouwd worden welke moet voldoen aan de maatvoering zoals dit is opgenomen in het bestemmingsplan en voorzover daar nog planologische ruimte voor is.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van H. Geurts, namens H. Worst BV, Bulderweg 2,4,6 en 8 te Nijkerk 3862 PK 1. Heeft bedenkingen tegen het feit dat voor verruiming van het bouwperceel via een vrijstelling leges betaald moeten worden en dat dit gepaard gaat met extra vertraging. Reactie: In het kader van een goede ruimtelijke ordening dienen grenzen gesteld te worden aan de omvang bouwperceel. Afwijking c.q. verruiming van deze grenzen kan overeenkomstig het gestelde in de Wet op de Ruimtelijke Ordening alleen plaatsvinden indien daarvoor een procedure gevolgd wordt. Voor het voeren van deze procedure heeft de gemeenteraad in de legesverordening opgenomen dat hiervoor kosten verschuldigd zijn.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 2.
Verzocht wordt op het perceel niet op te nemen in het extensiveringsgebied maar in het verwevingsgebied. Dat de minister dit in maart 2005 heeft bepaald maakt geen indruk. Voor de bedrijven kan dit beperkingen hebben en daar wordt de overheid voor aansprakelijk gesteld.
Reactie: De grenzen van de extensiveringsgebieden vloeien voort uit het Reconstructieplan Gelderse Vallei / Utrecht-Oost dat in maart 2005 door de Rijksoverheid is vastgesteld. Er is voor de gemeente geen mogelijkheid aanwezig om van deze grenzen af te wijken en het bedrijf in een andere zonering op te nemen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 3.
Verzocht wordt om het bedrijf op te nemen in de bestemming agrarisch gebied met landschapswaarden in plaats van agrarisch gebied met landschaps- en natuurwaarden.
Reactie: De gebiedskenmerken zijn die van Agrarisch gebied met landschaps- en natuurwaarden en niet van Agrarisch gebied met landschapswaarden. Dat mogelijk een klein perceel die gebiedskenmerken niet heeft doet daar niet aan af. Het gaat om een aaneengesloten gebied van redelijke omvang waaraan waarden worden toegekend.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 4.
Verzocht wordt om een index op te nemen waaruit blijkt op welke wijze de nge’s zijn samengesteld.
37
Reactie: Een bijlage zal worden opgenomen waaruit blijkt op welke wijze de nge’s zijn samengesteld. Wel dient gerealiseerd te worden dat de samenstelling van nge’s een dynamisch proces is en dit in de loop van de planperiode aangepast kan worden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Opname index samenstelling nge’s als bijlage 5.
Verzocht wordt om het bouwperceel in noordelijke richting te vergroten in verband met de slachterij en de stal welke op het naastgelegen perceel staat ingetekend te voegen bij het bouwperceel aangezien dit de werkelijke situatie is.
Reactie: Aan het verzoek kan worden meegewerkt. Uitgangspunt van het plan is ook dat de werkelijke situatie goed moet zijn ingetekend en dat concrete aanvragen gehonoreerd kunnen worden indien blijkt dat er geen belemmeringen aanwezig zijn.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing plankaart 6.
Voor het agrarisch bedrijf Bulderweg 4 is het aangegeven bouwperceel niet in overeenstemming met de milieuaanvraag en op de kaart ontbreken stallen.
Reactie: Dat op de ondergrond stallen ontbreken is inderdaad mogelijk, maar dat heeft geen gevolgen voor de omvang het bouwperceel noch aan de functie. Het ontbreken van opstallen is een zaak waarin de gemeente geen invloed kan uitoefenen omdat deze gegevens door andere overheden/partijen worden aangeleverd. Het bouwperceel zal in overeenstemming gebracht worden en aansluiten op de milieuaanvraag.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing plankaart 7.
Voor het agrarisch bedrijf op het perceel Bulderweg 8 ontbreekt op de ondergrond een veestal.
Reactie: Verwezen wordt naar hetgeen onder punt 6 is opgenomen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 8.
Verzocht wordt om de kleine bedrijfswoning te vernieuwen, te verplaatsen en te vergroten naar 400m³
Reactie: Aan het verzoek kan geen medewerking worden verleend. De bestaande kleine woning kan slechts aangepast worden als dit noodzakelijk is om te kunnen voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit. Kleine woningen zijn van oorsprong noodwoningen c.q. bakhuisjes. De opgenomen regeling moet beschouwd worden als een uitsterfconstructie
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van T. Oeben, Schoolstraat 13 te Nijkerkerveen 3864 MA Onduidelijk is waarom de grens van het plangebied dwars over zijn eigendom loopt en waarom de grens verschoven is om het gebied Nijkerkerveen groter te maken. Hierdoor zou de geplande groene zone uit het IOV in 2 verschillende plannen komen te liggen.
38
Reactie: Bij het bepalen van de plangrens voor het buitengebied is rekening gehouden met de toekomstige ontwikkeling van Nijkerkerveen in het kader van de IOV. Hierbij zijn de natuurlijke en/of kadastrale en/of visuele grenzen/elementen gebruikt. Bouwmogelijkheden worden bepaald door omvang bouwperceel. Dit hoeft niet gelijk te zijn aan erf/eigendom. Deze situatie doet zich vooral voor in het buitengebied en vindt plaats in het kader van goede ruimtelijke ordening. Of groene zone uit IOV in 2 bestemmingsplannen zou komen te liggen is ruimtelijk/planologisch niet relevant. Detailkaart van precieze plangrens wordt meegestuurd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen
Haro Tuin en Vijvertechniek, Schoolstraat 28a te Nijkerkerveen 3864 MG Verzocht wordt om naast een kwekerijbestemming ook een hoveniersbedrijf te mogen uitoefenen. Tevens wordt de beschikbare mogelijkheid van 50m² aan detailhandel als te beperkend ervaren en niet realistisch voor de uitoefening van de bedrijfsactiviteiten. Verwezen wordt naar een bestemming tuincentrum. Reactie: Het hoveniersbedrijf is wel opgenomen in toegestane activiteiten in de voorschriften, maar is niet specifiek als aparte bestemming aangeduid op de plankaart. Hoveniersbedrijf heeft geen aparte aanduiding op plankaart gekregen vanwege de gekozen systematiek van het bestemmingsplan. De hoveniersactiviteiten zijn op basis van het onderhavige plan dan ook toegestaan. Een specifieke bestemming tuincentrum sluit niet aan bij de uit te oefenen activiteiten. Wel zal in de detailhandel een vrijstellingsbepaling worden opgenomen waarbij de detailhandel vergroot kan worden tot maximaal 150m² + gelieerde producten naast eigen kweek, zodat dit beter aansluit bij de bedrijfsactiviteiten.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing van de voorschriften m.b.t. het aspect detailhandel
Amnicus Architecten BV, namens H.J. van Kommer, Schoolstraat 42 te Nijkerkerveen Verzocht wordt om dezelfde bebouwingsmogelijkheden op te nemen zoals in het oorspronkelijke plan. In totaal dient 3009m² bebouwing mogelijk te zijn, met een goothoogte van 8 meter en een nokhoogte van 12 meter, zodat voldaan kan worden aan de gestelde milieueisen. Voorts wil het bedrijf 1 bedrijfswoning van 800m³ in plaats van de toegestane 2 bedrijfswoningen met ieder 600m³. Reactie: De hoogtebepaling zal voor het specifieke bedrijf niet worden aangepast. Het aantal vierkante meters zal worden aangepast naar de werkelijke situatie zijnde 2850m². Een bedrijfswoning van 800m³ wordt uit oogpunt van het gelijkheidsbeginsel als onwenselijk geacht. Aangezien er geen 2 bedrijfswoningen meer aanwezig zijn, zal één van de bedrijfswoningen omgezet worden in de kantoorfunctie behorende bij het bedrijf.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Het aantal vierkante meters zal worden aangepast naar het legaal aanwezige aantal. Bedrijfswoning wordt omgezet in kantoorfunctie.
LTO Noord namens H. Bouwman, Slichterhorsterweg 67 te Nijkerk 3862 NP 1. Inspreker is van mening dat het bedrijf een bouwperceel heeft toegerekend gekregen, waarbij de bestaande bebouwing binnen het bouwperceel is gesitueerd, maar waarbij geen enkele rekening is gehouden met enige uitbreiding van het bedrijf. In het bestemmingsplan 2001/2003 had het bedrijf de bestemming Ag en kon zich ontwikkelen.
39
Reactie: De aangegeven omvang van het bouwperceel is (vrijwel) gelijk met hetgeen onder het bestemmingsplan 2001/2003 mogelijk was. Het verschil is dat in het voorontwerp gewerkt wordt met begrenzende bouwpercelen en niet met verbale bouwpercelen. De bebouwingsmogelijkheden binnen het bouwpercelen zijn echter toegenomen. In het voorgaande plan was een bebouwingspercentage van 50% opgenomen en in het voorontwerp 100%. Uitbreiding van bedrijfsactiviteiten is daarom mogelijk. Het bouwperceel kan worden aangepast bij concrete bouwplannen aangezien maatwerk vereist is.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen 2.
Het bouwperceel is gelegen binnen een van de gebieden die zijn aangeduid als gebied met archeologische waarde of verwachtingswaarde. De grens loopt dwars door het bouwperceel heen. Nu voor werken binnen een bouwperceel een aanlegvergunning vereist wordt betekent dit een forse beperking.
Reactie: In de voorschriften zal worden opgenomen dat het aanlegvergunningstelsel niet zal gelden voor werken en werkzaamheden binnen het aangegeven bouwperceel aangezien deze gronden in het algemeen al dieper geroerd zijn dan de aangegeven 30 cm en waarbij de nodige opstallen reeds zijn gebouwd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Voorschrift met betrekking tot archeologie wordt aangepast. 3.
Aan de Schoolstraat staat een schuur van inspreker, maar deze is niet opgenomen in het bestemmingsplan. Verzoekt om voor deze schuur een bouwperceel op te nemen.
Reactie: Onbekend is welke schuur bedoeld wordt en wat de aard en functie van de schuur is. Een bouwperceel voor een schuur opnemen zonder enige verdere relatie getuigd niet van een goede ruimtelijke ordening. Indien de opstal bedoeld is als schuilgelegenheid voor vee, dan valt deze schuur binnen de mogelijkheden welke het bestemmingsplan biedt zonder dat daarvoor een apart bouwperceel noodzakelijk is.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen.
Inspraakreactie van H. en P.G. van de Veen, Spochthoornseweg 1 te Nijkerk 3862 RP 1. De omvang van het bouwperceel is niet toereikend om met de toekomstige ontwikkelingen in de agrarische sector mee te gaan. Verzocht wordt om een uitbreiding van het bouwperceel tot minimaal 1 ha. Reactie: Het bestemmingsplan biedt mogelijkheden voor een groei van het bouwperceel naar 1 ha. De huidige omvang van het bouwperceel kan als voldoende groot beschouwd worden voor de huidige activiteiten. Er zijn geen concrete plannen aanwezig welke een groter bouwperceel rechtvaardigen. Voor grondgebonden bedrijven heeft de gemeente een positieve grondhouding om medewerking te verlenen indien er zicht is op noodzakelijke aanpassingen c.a. uitbreidingen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 2.
Het bedrijf is ingedeeld in een gebied met archeologische waarde of verwachtingswaarde. Hiermee kan niet worden ingestemd aangezien het gebied niet anders is dan andere delen van Nijkerk.
40
Reactie: De gebiedsindeling is gebaseerd op de Archeologische Monumenten Kaart en de Indicatieve kaart van archeologische waarde. Met de regeling wordt aangesloten bij de (toekomstige) Wet op de archeologische monumentenzorg. Op deze kaarten is het betreffende gebied aangegeven en is daarom als zodanig opgenomen. In de voorschriften zal worden opgenomen dat het aanlegvergunningstelsel niet zal gelden voor werken en werkzaamheden binnen het aangegeven bouwperceel aangezien deze gronden in het algemeen al dieper geroerd zijn dan de aangegeven 30 cm en waarbij de nodige opstallen reeds zijn gebouwd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Voorschrift met betrekking tot archeologie wordt aangepast.
Inspraakreactie van P.J.L.M. van der Lugt en A.J.M. de Vette, Bulderweg 17 te Nijkerk 3862 PK Verzoekt om aanpassing van de bestemming in wonen met agrarische nevenactiviteiten in plaats van wonen. Het aantal nge’s zou meer zijn dan 5. Reactie: Voor het perceel is geen milieuvergunning afgegeven noch wordt op andere wijze door middel van opgave van het aantal dieren en diersoorten aangetoond dat het aantal nge’s daadwerkelijk hoger zou zijn dan 5 nge’s. Er is dan geen reden aanwezig om af te wijken van het beleidsuitgangspunt om een andere bestemming op te nemen dan wonen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen.
Inspraakreactie van W.M. van den Hazel, Vrouwenweg 5 te Nijkerkerveen 3864 DX Inspreker is tegen de opname van een vrijstelling voor paardenbakken buiten bouwperceel omdat er te weinig rekening gehouden wordt met omwonenden. Reactie: Bij de beoordeling om een verzoek om vrijstelling voor het plaatsen van een paardenbak buiten het bouwperceel wordt onderzocht of deze hinder voor de naaste omgeving kan opleveren. Als blijkt dat er directe hinder voor de omgeving kan optreden dan kan besloten worden om de vrijstelling niet te verlenen. Juist de systematiek van een vrijstelling leent zich voor een goede afweging van belangen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van I. van den Berg, Overhorsterweg 56 te Voorthuizen 3781 ND De toegangsweg naar de het nieuw te vormen landgoed De Gemoedelijkheid is ingetekend als nieuwe natuur zodat er een afwijking ontstaat ten opzichte van een eerder besluit. Reactie: De betreffende voorschriften in het bestemmingsplan sluiten de aanleg van de toegangsweg niet uit. Het aangegeven gebied op de plankaart is ook groter dan alleen toegangsweg. Een aanpassing van de plankaart is daarom niet noodzakelijk.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen.
41
Inspraakreactie van R. van Ee, Veenwal 51 te Hoevelaken 3871 KE Verzocht wordt om het overige aansluitende deel van de gronden ook te bestemmen tot volkstuinen. Reactie: De opgenomen locatie voor de volkstuinen is overeenkomstig het vigerende plan. Uitbreiding van het volkstuinencomplex wordt op dit moment en in het kader van het bestemmingsplan buitengebied als een ongewenste ontwikkeling beschouwd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen.
Inspraakreactie van E.a. van den Hoven, Schoolstraat 71 te Nijkerkerveen 3864 MC Inspreker kan niet instemmen met de beperkte bouwmogelijkheden voor bijgebouwen welke zijn opgenomen in de bestemming wonen. In het voorgaande plan uit 2001 had het perceel de bestemming “wonen plus” gekregen waarbij 150m² aan bijgebouwen mogelijk was. Verzoekt om wijziging in “wonen met agrarische nevenactiviteiten” aangezien deze bestemming gelijke bouwmogelijkheden biedt. Reactie: De bestemming wonen met agrarische nevenactiviteiten is volgens de plansystematiek alleen weggelegd indien dieren gehouden worden en waarbij het aantal nge’s boven de 5 ligt. Inspreker heeft dit niet aangetoond en komt daarom niet voor wijziging in aanmerking. De bestaande rechten voor bijgebouwen, voor zover deze gerealiseerd zijn, blijven gehandhaafd. Bij vervanging dient voldaan te worden aan de opgenomen sloopregeling. Deze regeling is een voortvloeisel uit het Streekplan beleid waarin gestreefd wordt naar een verdere ontstening van het buitengebied.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen.
Inspraakreactie van LTO Noord, namens J.G. van de Bunt, Hoevelakerveenweg 10 te Hoevelaken 3871 KK 1. De kalverhouderij wordt verder ontwikkeld en hiervoor is reeds een milieuvergunning aangevraagd. De ondergrens van 20 nge’s is voor dit bedrijf te arbitrair en belet de groei van het bedrijf. De aanwezige diersoorten en aantal zijn niet meer als hobbymatig te bestempelen en inspreker is dan ook een agrariër. Verzocht wordt om aanpassing bestemming met agrarisch bouwperceel. Reactie: Geconstateerd kan worden aan de hand van de milieuaanvraag dat het bedrijf aangemerkt moet worden als een agrarisch bedrijf en dat de bestemming verandert dient te worden van Wonen met agrarische nevenactiviteiten naar agrarisch met bouwperceel.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Een agrarisch bouwperceel wordt opgenomen op de plankaart. 2.
De huisnummeringen van de woningen Hoevelakerveenweg 10 en 10a is onjuist. Hoevelakerveenweg 10 zou moeten vallen in het agrarisch bouwperceel en nummer 10a moet de woonbestemming krijgen.
Reactie: Aan het verzoek zal medewerking worden verleend. De feitelijke situatie hoort goed op de plankaart te worden vermeld.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: De plankaart zal voor de huisnummers worden aangepast.
42
3. Het bestemmingsvlak voor het perceel Hoevelakerveenweg 8 is te groot ingetekend en komt binnen de 50 meter van de bestaande kalverenstal. Eventuele nieuwbouw kan dan belemmerend werken voor het agrarisch bedrijf. Verzocht wordt om de eventuele uitbreiding van de woonbestemming anders te situeren. Onduidelijk is wat de bouwmogelijkheden zijn met een bestemming Wg. Reactie: Vergroting van het bestemmingsvlak wordt veroorzaakt door het beleid om de aanwezige paardenbakken binnen de bestemming te brengen. Naar ons oordeel heeft de vergroting van het bestemmingsvlak geen invloed om de bedrijfsvoering van het bedrijf, noch zal dit in de toekomst belemmerend werken. Wg heeft alleen betrekking op de inhoud van de bestaande woning en het maximaal toegestane aantal vierkante meters aan bijgebouwen en niet op eventuele uitbreidingsmogelijkheden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen 4.
Ten noorden van het bedrijf ligt de dierenbegraafplaats. Uit het bestemmingsplan blijkt niet duidelijk welke invloed dit bedrijf heeft op het bedrijf en de voorgenomen ontwikkeling.
Reactie: De aanwezigheid van een dierenbegraafplaats heeft geen invloed op het bedrijf noch op de beoogde ontwikkeling. Een dierenbegraafplaats wordt niet aangemerkt als een stankgevoelig object.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen
Inspraakreactie van LTO Noord, namens F. Lozeman, 1ste Kruishaarseweg 2 te Nijkerk 3862 RT 1. De omvang van het bouwperceel is niet toereikend om met de toekomstige ontwikkelingen in de agrarische sector mee te gaan. Het bedrijf is gemengd. Inspreker is van mening dat voor het IV-deel de mogelijkheden van het reconstructieplan (30% uitbreiding) niet goed in het plan is weergegeven. Ook dit deel van het bedrijf dient uit te groeien tot een gesloten neventak waarvoor uitbreiding in de vleesvarkens dient plaats te vinden. De omvang van het bouwperceel is niet in overeenstemming met de plankaart uit 2003. Er is tevens geen reden om het grondgebonden deel van het bedrijf te beperken. Reactie: In het bestemmingsplan is niet 6000m² opgenomen voor het bedrijf maar een bouwperceel van 8500m² hetgeen in overeenstemming is met het voorgaande plan en hetgeen voldoende moet worden geacht voor de huidige bedrijfsvoering mede gelet op de opgenomen bouwmogelijkheden. Uitbreiding van het bouwperceel is mogelijk via de opgenomen wijzigingsmogelijkheden. De wijzigingen kunnen worden toegepast indien er concreet zicht bestaat op een noodzakelijke uitbreiding. Voor grondgebonden bedrijven heeft de gemeente een positieve grondhouding om medewerking te verlenen indien er zicht is op noodzakelijke aanpassingen c.a. uitbreidingen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 2.
Het bedrijf is gelegen in één van de gebieden die zijn aangeduid met archeologische waarde of verwachtingswaarde. De grens loopt dwars door het bouwperceel hetgeen een beperking betekent voor de mogelijkheden binnen het bouwperceel aangezien voor de werken en werkzaamheden een aanlegvergunning wordt vereist.
Reactie: De gebiedsindeling is gebaseerd op de Archeologische Monumenten Kaart en de Indicatieve kaart van archeologische waarde. Met de regeling wordt aangesloten bij de (toekomstige) Wet op de
43
archeologische monumentenzorg. Op deze kaarten is het betreffende gebied aangegeven en is daarom als zodanig opgenomen. In de voorschriften zullen worden opgenomen dat het aanlegvergunningstelsel niet zal gelden voor werken en werkzaamheden binnen het aangegeven bouwperceel aangezien deze gronden in het algemeen al dieper geroerd zijn dan de aangegeven 30 cm en waarbij de nodige opstallen reeds zijn gebouwd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Voorschrift met betrekking tot archeologie wordt aangepast.
Inspraakreactie van LTO Noord, namens S. Gerssen, Slichterhorsterweg 28 te Nijkerk 3862 NR Het bouwperceel is door de bestaande situering van de gebouwen en bouwwerken niet toereikend voor de toekomstige ontwikkelingen. Verzocht wordt om een bouwperceel van 1,5 ha om toekomstige ontwikkelingen mogelijk te maken. Reactie: De huidige omvang van het ingetekende bouwperceel is reeds 1,3 ha. Er bestaat geen concreet zicht op mogelijke uitbreidingsplannen waardoor het bouwperceel vergroot moeten worden. Mocht blijken dat de vormgeving van het bouwperceel moet worden aangepast bij ontwikkeling dan voorziet het plan in de nodige wijzigingsmogelijkheden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van M.A.J. Smink en G.J. Smink, Domstraat 70 te Nijkerkerveen 1. Het perceel ligt in een gebied waar recreatie en het oprichten van landgoederen mogelijk gemaakt wordt. Deze mogelijkheid betekent een achteruitgang in het woongenot en ook een waardevermindering van de woning. Reactie: Dat in het bestemmingsplan mogelijkheden zijn opgenomen voor recreatiemogelijkheden en eventueel voor nieuwe landgoederen betekent niet per definitie dat het woongenot zal worden aangetast en de waarde van het eigendom zal worden verminderd. Voor de genoemde mogelijkheden moet of vrijstelling van de voorschriften plaatsvinden of het bestemmingsplan moet worden aangepast. Er zal altijd een afweging plaats moeten vinden of de geboden mogelijkheden geschikt zijn voor de locatie. Daarbij zal ook de afweging gemaakt worden of de gewenste activiteit geen belemmering betekent voor de omgeving. Het buitengebied dient ook toegankelijk te zijn voor anderen dan alleen de bewoners van het gebied en deze bezoekers dienen ook te kunnen recreëren, zij het natuurlijk onder voorwaarden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 2.
Onduidelijk is wat nu precies verstaan dient te worden onder de verschillende definities zoals GIOS en groene buffer(zone)
Reactie: De verschillende definities kunnen inderdaad voor meerdere uitleg vatbaar zijn en/of geven onvoldoende weer wat er precies mee bedoeld wordt.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: De toelichting zal op dit punt verduidelijkt worden.
44
Inspraakreactie van LTO Noord, namens R. van Dijkhuizen, Bunschoterweg 47 te Nijkerk 3861 MK 1. Het bouwperceel (7500m²) is door de smalle, langgerekte vorm geen praktische vorm voor een melkveehouderij. Daarnaast biedt het bestemmingsplan geen mogelijkheden voor toekomstige ontwikkelingen. Verzocht wordt om het bouwperceel aan te passen in verband met concrete bouwplannen. Reactie: Het ingetekende bouwperceel heeft een omvang van 9000m² wat voor de huidige bedrijfsvoering als voldoende moet worden beschouwd. Het aanpassen van de vorm van het bouwperceel is als mogelijkheid reeds in het bestemmingsplan opgenomen evenals een verdere doorgroeimogelijkheid bij concrete plannen. Aangezien bij inspreker sprake is van concrete plannen zal het bouwperceel met 10 meter vergroot worden. 2.
Het bedrijf is gelegen in één van de gebieden die zijn aangeduid met archeologische waarde of verwachtingswaarde, wat een beperking betekent voor de mogelijkheden binnen het bouwperceel aangezien voor de werken en werkzaamheden een aanlegvergunning wordt vereist.
Reactie: De gebiedsindeling is gebaseerd op de Archeologische Monumenten Kaart en de Indicatieve kaart van archeologische waarde. Met de regeling wordt aangesloten bij de (toekomstige) Wet op de archeologische monumentenzorg. Op deze kaarten is het betreffende gebied aangegeven en is daarom als zodanig opgenomen. In de voorschriften zal worden opgenomen dat het aanlegvergunningstelsel niet zal gelden voor werken en werkzaamheden binnen het aangegeven bouwperceel aangezien deze gronden in het algemeen al dieper geroerd zijn dan de aangegeven 30 cm en waarbij de nodige opstallen al zijn gebouwd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Voorschrift met betrekking tot archeologie wordt aangepast.
Inspraakreactie van LTO Noord, namens J.W. de Lange, Middelaarseweg 7b te Hoevelaken 3871 KR Inspreker exploiteert een melkveebedrijf. Het toegekende bouwperceel is zodanig krap dat alle gebouwen en bouwwerken er binnen liggen maar dat er geen enkele ruimte is voor een nieuwe ontwikkeling. Het voorstel om het bouwperceel te begrenzen tot 1 ha is niet acceptabel in verband met de toekomstige ontwikkelingen. Reactie: Opgenomen is de huidige omvang van het bedrijf. Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid om het perceel te wijzigen tot 1 ha en dit moet voldoende geacht worden gelet op de huidige bedrijfsvoering en omvang het bedrijf. Indien er sprake zal zijn van concrete aantoonbare uitbreidingplannen dan kan het plan op dit punt herzien worden, aangezien het maatwerk vereist.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van Groenlandbeheer BV, namens C. van de Bor, Amersfoortseweg 41 te Nijkerk 1. Inspreker is voornemens over te gaan tot bedrijfsbeëindiging en verzoekt om de bouw van 2 woningen op het perceel mogelijk te maken waarbij de bestaande bedrijfswoning met de nieuwe uitbreiding één architectonisch ensemble zal vormen.
45
Reactie: Het verzoek voldoet niet aan de eisen die gesteld worden in het kader van functieverandering als zijnde de vastgestelde uitwerking van het Streekplan Gelderland. Pas na een deugdelijke onderbouwing (financieel, landschappelijk, bouwkundig e.d) kan het verzoek beoordeeld worden en waarbij niet op voorhand er van uit gegaan kan worden dat bij sloop van opstallen op deze locatie de mogelijkheid zal worden geboden tot de bouw van vrijstaande woningen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van Interfacet Bouwontwikkeling BV, namens Fam. Laseur, Laakweg 57 te Nijkerkerveen. 1. De bestemming wonen plus is verdwenen, feitelijk moet de bestemming omschreven worden als wonen met agrarische nevenactiviteiten. Reactie: De oude bestemming wonen plus heeft niet betrekking op de inhoud van de woning maar op het maximaal toegestane aantal vierkante meters aan bijgebouwen. Gelet op het aantal aanwezige nge’s komt het perceel volgens de gekozen plansystematiek niet in aanmerking voor wonen met agrarische nevenactiviteiten. Aangegeven bestemming blijft daarom gehandhaafd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 2.
Bijgebouwen kunnen niet binnen een straal van 20m van de gevel blijven en moeten dus specifiek uitgesloten worden.
Reactie: Uit ruimtelijk oogpunt is het wenselijk dat bijgebouwen op maximaal redelijke afstand van de woning blijven en niet onbeperkt. De gekozen afstand wordt als algemeen redelijk ervaren. Uitsluiting kan daarom niet plaatsvinden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 3.
De hoogte van overig erf- en perceel afscheiding van 1 meter is te laag. De hoogte moet worden aangepast naar de bestaande hoogte.
Reactie: De opgenomen hoogte van 1 meter heeft betrekking op het erf dat gelegen is voor de woning en binnen aangegeven bouwvlak en niet voor de gronden gelegen binnen de bestemming agrarisch. Het is een standaardvoorschrift dat in de gehele gemeente wordt toegepast. Er is dan ook geen noodzaak aanwezig om de hoogtebepaling aan te passen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 4.
De opgenomen vrijstelling voor het vergroten van de woning moet mogelijk zijn zonder de sloop van bijgebouwen.
Reactie: Een van de doelstelling van het bestemmingsplan buitengebied is om verdere verstening en het vergroten van de bouwmassa tegen te gaan. Een sloopvoorwaarde is daarvoor een vereiste.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 46
5.
Op opgenomen verbod tot gebruik als paardenbak zou in strijd zijn met het overgangsrecht, maar nog meer omdat de paardenbak naast het bouwvlak is gesitueerd, welke nu verboden zou zijn.
Reactie: Het bouwvlak zal op de plankaart worden aangepast zodat de aanwezige paardenbak binnen het aangegeven bestemmingsvlak wordt opgenomen, overeenkomstig de doelstelling van het bestemmingsplan. Overigens zou de bepaling niet in strijd zijn met het overgangsrecht aangezien dit toeziet op het kunnen handhaven van het bestaande gebruik.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Bestemmingsvlak aanpassen op plankaart 6.
In de opgenomen vrijstellingsregeling is aangegeven dat de paardenbak op maximaal 25 meter van de woning moet liggen. Dit is geen realistische maat.
Reactie: De vrijstellingsregeling ziet op het gebruik van gronden buiten het bestemmingsvlak ten behoeve van een paardenbak en niet op de afstand tot de woning. Een afstand van maximaal 25 meter moet als voldoende worden beschouwd en beperkt hiermee de mogelijk optredende overlast voor de directe omgeving.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen.. 7.
Verzocht wordt om een opname van een extra bouwvlak naast het perceel ten behoeve van de bouw van een kapschuur.
Reactie: Het opgenomen bestemmingsvlak is van een zodanige grootte dat dit voldoende geacht moet worden voor de gewenste bouw van een kapschuur mits het maximaal toegestane aantal vierkante meters aan bijgebouwen nog niet is bereikt. Uit landschappelijk oogpunt is een vergroting van het bouwperceel in de gewenste richting niet wenselijk.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 8.
De opgenomen definitie voor een hooiberg is niet evenredig met de vergunningsvrij te bouwen carport, welke dan juist met zijn platte dak e.d. het landschappelijk beeld verstoort. Daarnaast wordt de definitie van een zwembad en semi-permanente lichtdoorlatende overkapping gemist.
Reactie: Voor zover nodig of noodzakelijk zullen de opgenomen definities worden opgenomen, aangevuld of worden aangepast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing voorschrift.
Inspraakreactie van Bouwbedrijf Doppenberg BV, Penningweg 3a te Hoevelaken 3871 KS In verband met de verplaatsing van het bedrijf naar de Oosterdorpsstraat 107 wordt verzocht om aanpassing van de toegestane goothoogte naar 6,5m + peil. Reactie: De in het bestemmingsplan opgenomen combinatie van goot- en nokhoogte moet voldoende zijn om gewenste ontwikkelingen te kunnen realiseren. Een hogere goothoogte is voor het buitengebied, gelet op de niet agrarische bedrijfsactiviteiten, esthetisch niet verantwoord.
47
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen
Inspraakreactie van K. van der Beek, Veenwal 20 te Hoevelaken 3871 KG Heeft een verzoek ingediend voor functieverandering. Alle voormalige agrarische opstallen worden gesloopt en het installatiebedrijf wordt verplaatst. In totaal worden er 6 vrijstaande woningen gebouwd waarvan een aantal buiten het aangegeven bouwvlak. Reactie: Een eventuele planontwikkeling kan alleen worden toegestaan op basis van het functieveranderingsbeleid als uitwerking van het Streekplan Gelderland. Het verzoek voldoet niet aan de eisen die gesteld worden in het kader van functieverandering als zijnde de vastgestelde uitwerking van het Streekplan Gelderland. Pas na een deugdelijke onderbouwing (financieel, landschappelijk, bouwkundig e.d) kan het verzoek beoordeeld worden en waarbij niet op voorhand er vanuit gegaan kan worden dat bij sloop van opstallen op deze locatie de mogelijkheid zal worden geboden tot de bouw van vrijstaande woningen. Daarnaast dient het nieuwe woongebouw gebouwd te worden binnen het huidige bouwperceel. Aangezien uit het overlegde plan blijkt dat de woningen ook buiten het bouwperceel gebouwd gaan worden, kan geen medewerking verleend worden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van LTO Noord, namens J.G.A. van de Grootevheen, Keienweg 12 te Nijkerk 3861 MT 1. Het perceel beschikt over een smal langgerekt bouwperceel ten westen van de Keienweg. Een deel van het bedrijf ligt aan de andere zijde van de weg. Gelet op de vormgeving en de mogelijkheden voor het gebruik wordt verzocht om een groter bouwperceel van minimaal 1.5 ha, waarbij rekening gehouden kan worden met de toekomstige ontwikkelingen. Reactie: De huidige omvang van het ingetekende bouwperceel is reeds 11.400 ha. Er bestaat geen concreet zicht op mogelijke uitbreidingsplannen waardoor het bouwperceel vergroot moeten worden. Mocht blijken dat de vormgeving van het bouwperceel moet worden aangepast bij ontwikkeling dan voorziet het plan in de nodige wijzigingsmogelijkheden waarbij vergroting van het bouwperceel tot de mogelijkheden behoort.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 2.
Het bedrijf is gelegen in één van de gebieden die zijn aangeduid met archeologische waarde of verwachtingswaarde, wat een beperking betekent voor de mogelijkheden binnen het bouwperceel aangezien voor de werken en werkzaamheden een aanlegvergunning wordt vereist.
Reactie: De gebiedsindeling is gebaseerd op de Archeologische Monumenten Kaart en de Indicatieve kaart van archeologische waarde. Met de regeling wordt aangesloten bij de (toekomstige) Wet op de archeologische monumentenzorg. Op deze kaarten is het betreffende gebied aangegeven en is daarom als zodanig opgenomen. In de voorschriften zal worden opgenomen dat het aanlegvergunningstelsel niet zal gelden voor werken en werkzaamheden binnen het aangegeven bouwperceel aangezien deze gronden in het algemeen al dieper geroerd zijn dan de aangegeven 30 cm en waarbij de nodige opstallen reeds zijn gebouwd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Voorschrift met betrekking tot archeologie wordt aangepast.
48
Inspraakreactie van LTO Noord, namens J.T. van Galen, Voorthuizerweg 7 te Nijkerk 3862 PZ Inspreker exploiteert een gemengd bedrijf. De ruimtebehoefte voor het bedrijf is groter dan hetgeen nu mogelijk is gemaakt. Niet alle bedrijfsonderdelen vallen op dit moment binnen het bouwperceel. De gemeente zal een ruimer en reëler beleid moeten voeren bij de toekenning van agrarische bouwpercelen, waarbij rekening gehouden kan worden met de toekomstige ontwikkelingen. Reactie: Het bouwperceel zal worden aangepast om alle bedrijfonderdelen binnen het bouwperceel te laten vallen. De huidige omvang van het bouwperceel moet voldoende geacht worden voor de huidige bedrijfsvoering en er is geen concreet zicht op directe uitbreidingsplannen. Wijzigingsmogelijkheden voor toekomstige uitbreiding mogelijk te maken zijn reeds in plan opgenomen. Mochten deze mogelijkheden bij concrete uitbreidingsplannen onvoldoende blijken te zijn dan kan een herziening van het bestemmingsplan worden overwogen, waarbij de gemeente Nijkerk een positieve grondhouding heeft voor de agrarische ontwikkelingen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: De plankaart zal voor het bouwperceel worden aangepast.
Inspraakreactie van H.J. van Duinen, Slichterhorsterweg 43; J. Vos, Slichterhorsterweg 47 en W. Timmer, Slichterhorsterweg 45 te Nijkerk 3862 NN In het plan heeft de groenstrook gelegen aan de Chopinlaan/Slichterhorsterweg de bestemming bos gekregen. Dit kan wellicht voor de uitoefening van het bedrijf beperkingen opleveren. Verzocht wordt de groenstrook niet als bos maar als groenstrook te bestemmen. Reactie: De groenstrook met de bestemming bos heeft geen enkele beperkende invloed op de bedrijfsvoering. Gelet op de omvang van deze strook kan de aangegeven bestemming veranderd worden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Op de plankaart wordt de aangegeven bestemming gewijzigd in groen.
Inspraakreactie van W. en J. en C. van den Brink, p/a Evert van der Veerlaan 1 te Hoevelaken 3871 Verzocht wordt om de bouw van 3 nieuwe woningen ter vervanging van de bestaande woning en de diverse bijgebouwen. Reactie: Nieuwbouw van 3 vrijstaande woningen ter vervanging van de bestaande woning en de sloop van de overige opstallen past niet binnen het functieveranderingsbeleid zoals dat is vormgegeven in de uitwerking van het Streekplan Gelderland. Er is in deze situatie uitbreiding van burgerbebouwing in het buitengebied wat strijdig is met het gevoerde ruimtelijk beleid.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. Inspraakreactie van T.J.H. Pohle, Oosterdorpsstraat 125 te Hoevelaken 3871 AC Inspreker is van mening dat het gebied waarbinnen zijn perceel gelegen is niet behoort tot het buitengebied maar binnen de bebouwde kom van Hoevelaken hoort te liggen. Verzocht wordt om aanpassing van de plangrens. Reactie: Naar ons oordeel behoort het betreffende gebied tot het buitengebied en is er geen enkele noodzaak om de bebouwde kom grens op basis van de Wegenverkeerswet aan te passen. Voor wat betreft de
49
bouwmogelijkheden zijn er tussen de bestemmingsplannen voor de bebouwde kom en het buitengebied nauwelijks verschil.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van Agra-Matic, namens L. Kraay, Akkerweg 16 te Nijkerk. Het in het bestemmingsplan opgenomen bouwperceel biedt aan de zijde waar de geplande uitbreiding gewenst is geen mogelijkheden. Verzoekt om een verschuiving van het bouwperceel en om een uitbreiding van de mogelijkheden. Reactie: Er bestaat geen bezwaar om het bouwperceel aan te passen mits alle bedrijfsonderdelen binnen het bouwperceel blijven vallen. Deze mogelijkheid is reeds in het bestemmingsplan opgenomen. Vergroting van het bouwperceel kan pas worden toegestaan bij concrete uitbreidingsplannen omdat dit naar ons oordeel maatwerk vereist.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing bouwperceel op plankaart.
Inspraakreactie van E. de Vries en G.E.R. de Bruin, Prinsenweg 14 te Nijkerk 1. Het terrein bestaat uit 13 ha en heeft de status landgoed in het kader van de natuurschoonwet 1928. Verzocht wordt als opname als zijnde een landgoed in plaats van de aangegeven bestemming. Reactie: Het eigendom is niet aan te merken en voldoet niet aan de eisen die gesteld worden in het bestemmingsplan om aangemerkt te worden als een landgoed. Dat het perceel valt onder de Natuurschoonweg 1928 doet daar niets aan af.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 2.
Gelet op de omvang en inhoud van de woning wordt verzocht om deze aan te merken als een grote woning in plaats van wonen.
Reactie: Er zijn geen bijzondere redenen aanwezig om aan deze woning een andere status toe te kennen dan wonen. De voorschriften van het bestemmingsplan staan de inhoud van de woning toe.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 3.
Een aantal opstallen en paardenbakken zijn reeds gebouwd buiten het op de plankaart aangegeven bouwperceel. Verzocht wordt om een aanpassing van het bouwperceel. Daarnaast wordt verzocht om de bouw van een loods voor machines mogelijk te maken.
Reactie: Uitgangspunt van het bestemmingsplan is dat alle opstallen e.d. binnen het aangegeven bouwperceel horen te komen liggen. Het bouwperceel zal op dit punt worden aangepast. De bouw van een loods is slechts mogelijk indien de maximale bebouwing overeenkomstig de voorschriften nog niet is bereikt.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Plankaart wordt voor bouwperceel aangepast.
50
4.
Enkele opstallen zijn niet op de ondergrond weergegeven terwijl deze legaal zijn gerealiseerd.
Reactie: Dat op de ondergrond opstallen ontbreken is inderdaad mogelijk, maar dat heeft geen gevolgen voor de omvang het bouwperceel noch aan de functie. Het ontbreken van opstallen is een zaak waarin de gemeente geen invloed kan uitoefenen omdat deze gegevens door andere overheden/partijen worden aangeleverd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van J. Graaskamp, De Cotelaer 67 te Barneveld 3772 BS 1. Tijdens de informatieavond zou zijn toegezegd dat de toegangswegen tot de agrarische bouwblokken buiten de bouwblokken mogen liggen. Wil deze toezegging graag op papier hebben. Reactie: Het mogen hebben van toegangswegen buiten de bouwblokken is een bestendiging van de huidige situatie en als zodanig in het plan opgenomen. Het bevestigen van een “toezegging” voor zover deze al gedaan zou zijn, is dan ook overbodig.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 2.
Een bedrijf dat over de opstallen de grens van het extensiveringsgebied heeft liggen kan volgens de toezegging tijdens de informatieavond kiezen of zijn bedrijf in het extensiveringsgebied ligt of in het verwevingsgebied.
Reactie: In het kader van de uitvoering van het Reconstructieplan is eenmalig de mogelijkheid geboden, voor zover dit noodzakelijk was, om aanpassing van de grenzen van de gebiedsindeling. De keuzes zijn reeds gemaakt en kunnen niet meer worden aangepast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van LTO Noord, namens H. van Esveld, Bloemendaalseweg 15 te Nijkerk 3862 RN. 1. Het bedrijf exploiteert een gemengd bedrijf. In het plan is opgenomen dat een volwaardig bedrijf slechts 1 ha als bouwperceel kan worden toegekend. Dit is voor het bedrijf niet acceptabel. Gelet op de bijzondere omstandigheden en de toekomstige ontwikkelingen wordt verzocht om een groter bouwperceel. Reactie: Het bedrijf heeft een ingetekend bouwperceel van meer dan 1.2 ha waarbij de bebouwingsmogelijkheden voor het bedrijf zijn groter ten opzichte van het plan uit 2001/2003. Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheden om het bouwperceel aan te passen wanneer er concrete bouwplannen aanwezig zijn aangezien dit maatwerk vereist. Het opgenomen bouwperceel moet voldoende geacht worden voor de huidige bedrijfsvoering.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 2.
Het bedrijf is gelegen in één van de gebieden die zijn aangeduid met archeologische waarde of verwachtingswaarde, wat een beperking betekent voor de mogelijkheden binnen het bouwperceel aangezien voor de werken en werkzaamheden een aanlegvergunning wordt vereist.
51
Reactie: De gebiedsindeling is gebaseerd op de Archeologische Monumenten Kaart en de Indicatieve kaart van archeologische waarde. Met de regeling wordt aangesloten bij de (toekomstige) Wet op de archeologische monumentenzorg. Op deze kaarten is het betreffende gebied aangegeven en is daarom als zodanig opgenomen. In de voorschriften zal worden opgenomen dat het aanlegvergunningstelsel niet zal gelden voor werken en werkzaamheden binnen het aangegeven bouwperceel aangezien deze gronden in het algemeen al dieper geroerd zijn dan de aangegeven 30 cm en waarbij de nodige opstallen reeds zijn gebouwd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Voorschrift met betrekking tot archeologie wordt aangepast.
Inspraakreactie van Dhr. Vlietstra, Laakweg 9 te Nijkerkerveen Verzocht wordt om 2 percelen te bestemmen als bouwgrond. In de toekomst wil inspreker mogelijk op deze grond een woning laten bouwen. Tevens zou het nu niet mogelijk zijn om het verblijf van dieren te verplaatsen naar het andere perceel. Reactie: De gevraagde mogelijkheid betekent een uitbreiding van burgerbebouwing in het buitengebied wat in strijd is met het vigerende beleid van zowel de gemeente als de provincie. Medewerking aan het verzoek kan dan ook niet verleend worden. In principe zou het mogelijk moeten zijn om een schuilhok voor (agrarisch) vee te verplaatsen naar het andere perceel op basis van de voorschriften van het bestemmingsplan.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen.
Inspraakreactie van C.V. Sheard, Vrouwenweg 10 te Nijkerkerveen 3864 DZ In het kader van de IOV heeft de gemeente besloten om de sloot voor de woning te verbreden. Gevraagd wordt hoe breed de Nieuwe Laak wordt en wanneer deze verbreding plaats gaat vinden. Daarnaast wordt gevraagd op welke wijze de Structuurweg langs Nijkerkerveen gaat lopen en wat daarvan de consequenties zijn. Reactie: De gestelde vragen hebben betrekking op de uitvoering van de IOV. Deze uitvoering staat gepland na afloop van de planperiode van het bestemmingsplan buitengebied en hebben ook geen relatie met het voorliggende plan. Op dit moment vinden er voorbereidingen plaats om te komen tot een ontwikkeling van de kern Nijkerkerveen. Dit gebied maakt echter geen onderdeel uit van het onderhavige plangebied. Het is nog onduidelijk of er gevolgen zullen zijn voor het onderhavige plangebied voortvloeiende uit deze ontwikkeling.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van Rentmeesterkantoor Witte te Hoog-Keppel, namens A.J.H, Barones van Lynden Een van de pachtboeren op het landgoed Appel-Zuid stopt met het bedrijf, zijnde de locatie Appelsestraat 1 te Nijkerk. Verzocht wordt om een nieuwe planologische invulling aangezien het pand zich niet zou lenen voor de hervestiging van een nieuw bedrijf. Reactie: In het bestemmingsplan zijn de mogelijkheden opgenomen voor functieverandering op basis van de uitwerking van het Streekplan Gelderland. Slechts de in de voorschriften genoemde mogelijkheden
52
voor functieverandering zijn mogelijk mits deze voldoende worden onderbouwd en passend zijn in de omgeving.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van Cumela, namens C. Buitenhuis, Beulekamperweg 4 te Nijkerk 1. Verzocht wordt om in de opgenomen definitie voor “agrarisch loonwerkbedrijf” het woord “agrarisch” niet op te nemen en de definitie aan te passen naar de aard van de activiteiten welke door loonbedrijven nu en in de toekomst uitgevoerd worden. Reactie: De definitie zal niet kunnen worden aangepast. Loonwerkbedrijven c.q. grondverzetbedrijven die niet gelieerd zijn aan het buitengebied zijn bedrijven die zich horen te vestigen op bedrijfsterreinen. Voor het vestigen van loonwerkbedrijven in het buitengebied is het een vereiste dat het merendeel van de werken verricht worden in en voor de opgenomen doeleinden in het buitengebied. Een agrarische binding is dan een vereiste.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 2.
Verzocht wordt om het bedrijf voor de komende jaren “niet op slot” te zetten qua vestigingsen stallingsmogelijkheden. Verzocht wordt om, gemakshalve op voorhand uitgaande van de 20%-uitbreiding, de maximale oppervlakte aan gebouwen en overkappingen, op 3.000m² vast te stellen.
Reactie: De gevraagde 3000m² is meer dan bestaande situatie. Uitgangspunt voor het bestemmingsplan is dat de bestaande situatie kan worden opgenomen en slechts bij aangetoonde noodzaak kan het plan op dit punt worden aangepast en niet op basis van eventuele toekomstige en mogelijk ongewenste ontwikkelingen. De in het streekplan opgenomen 20%-regeling gaat uit van een vrijstellingsregeling waarbij alle belangen overwogen dienen te worden bij concrete verzoeken om uitbreiding. Op voorhand kan dan ook niet worden uitgegaan dat de 20% vrijstelling dan ook wel verleend zal worden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 3.
Verzocht wordt om het artikel 15, lid 5 aan te passen waarin vermeld is dat buitenopslag slechts mogelijk is na verlenen van een vrijstelling. Uitgegaan moet worden dat buitenopslag inherent is aan de aard van de activiteiten welke overeenkomstig de bestemming zijn toegestaan of voor zover zijn vergund overeenkomstig de Wet Milieubeheer.
Reactie: Er is geen noodzaak aanwezig om de vrijstellingsbepaling aan te passen. Doelstelling van het bestemmingplan is dat in principe alle opslag overkapt dient te worden. Slechts bij uitzondering en als blijkt dat de buitenopslag kan worden ingepast in de omgeving kan buitenopslag onder voorwaarden worden toegestaan. Verdere verrommeling van het buitengebied dient te worden voorkomen. Bestaande rechten worden door opnamen van deze vrijstellingsbepaling niet aangetast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen.
Inspraakreactie van P. Bettink, Voorthuizerweg 13b te Nijkerk 3862 PZ Het pand is gelegen binnen de bestemming “Recreatieve doeleinden” zijnde het park “de Mezenhof” Inspreker is van mening dat het pand niet onder recreatieverblijf geschaard moet worden, maar de bestemming wonen moet krijgen, gelet op het ongestoorde gebruik.
53
Reactie: Zoals inspreker zelf aangeeft is in het verleden reeds gesproken over de illegale bewoning van het recreatieverblijf. Permanente bewoning van recreatieverblijven behoort niet tot de mogelijkheden binnen het bestemmingplan en binnen het beleid van hogere overheden. Het bestemmingsplan zal op dit punt dan ook niet aangepast kunnen worden. Slechts via persoonlijke gedoogbeschikking kan het bestaande gebruik gehandhaafd blijven. Dit is een afweging die niet in het kader van het bestemmingsplan gemaakt wordt aangezien daarvoor de relatie ontbreekt en blijft hierdoor buiten beschouwing.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van Midden Nederland Makelaars, namens W.A. den Hartogh, Bunschoterweg 32 te Nijkerk 3861 PG Het agrarisch bouwperceel wordt te klein geacht voor de uitvoering van het bedrijf. Verzocht wordt het bouwperceel te vergroten naar 1,5ha in verband met de toekomstige ontwikkelingen. Reactie: De omvang van het huidige bouwperceel moet voldoende geacht worden voor de huidige bedrijfsvoering en mogelijkheden. Slechts bij zicht op concrete en aantoonbare bouwplannen kan bouwperceel worden aangepast. Het bestemmingsplan biedt daarvoor ook de mogelijkheden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van A de Lange, Middelaarseweg 6 te Hoevelaken Verzocht wordt om naast de bestemming wonen nevenactiviteiten toe te staan en daarvoor een recreatieve bestemming op te nemen als vorm van functieverandering. Reactie: De gevraagde activiteiten passen niet binnen bestemming. Aanpassing van deze bestemming zal leiden tot ongewenste ontwikkelingen binnen dit gebied en kunnen de toekomstige voorziene ontwikkelingen belemmeren. Medewerking kan dan ook niet worden verleend. De gevraagde recreatieve mogelijkheden vallen niet onder de functieveranderingmogelijkheden die in de uitwerking van het streekplan zijn voorzien aangezien het hiervoor uitsluitend gaat om agrarische bedrijven en niet voor particulieren.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van H.J. van Duinen, Slichterhorsterweg 43 te Nijkerk Het voormalige agrarisch bedrijf aan de Slichterhorsterweg heeft de bestemming wonen gekregen. Inspreker is bezorgd dat door deze bestemming de bedrijfsvoering van zijn agrarisch bedrijf geschaad kan worden. Acht het niet redelijk dat de bestemming gewijzigd is omdat het stoppen van het bedrijf maar zeer kort geleden is. Reactie: Inspreker geeft aan dat het bedrijf gestopt is en dat er geen agrarische activiteiten meer worden uitgeoefend en dat het pand tijdelijk wordt verhuurd. De gemeente is gehouden om in het kader van een goede ruimtelijke ordening passende bestemmingen op te nemen. Nu er geen agrarisch bedrijf meer is gevestigd kan wonen als een passende bestemming worden beschouwd. De voormalige bedrijfswoning wordt sinds 1 januari 2007 niet meer aangemerkt als een stankgevoelig object en heeft daarom geen beperkingen voor het eigen agrarisch bedrijf.
54
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van J. Vos, Slichterhorsterweg 45 te Nijkerk 3862 NN In het bestemmingsplan is aangegeven dat een deel van het bouwperceel ligt in het gebied met archeologische waarde of verwachtingswaarde. Om beperkingen in de toekomst te voorkomen wordt verzocht dit aan te passen. Reactie: De gebiedsindeling is gebaseerd op de Archeologische Monumenten Kaart en de Indicatieve kaart van archeologische waarde. Met de regeling wordt aangesloten bij de (toekomstige) Wet op de archeologische monumentenzorg. Op deze kaarten is het betreffende gebied aangegeven en is daarom als zodanig opgenomen. In de voorschriften zal worden opgenomen dat het aanlegvergunningstelsel niet zal gelden voor werken en werkzaamheden binnen het aangegeven bouwperceel aangezien deze gronden in het algemeen al dieper geroerd zijn dan de aangegeven 30 cm en waarbij de nodige opstallen reeds zijn gebouwd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Voorschrift met betrekking tot archeologie wordt aangepast.
Inspraakreactie van KWA Bedrijfsadviseurs, namens Wittenburg BV, Koolhaaspark 15 te Nijkerkerveen. Op de in het plan opgenomen ontwikkelingskaart en visie kaart is in de directe omgeving van het bedrijf woningbouw geprojecteerd. De aanwezigheid van woningbouw kan belemmerend werken voor het voortbestaan van het bedrijf. De rechten van het bedrijf zijn in dit plan daarmee niet zekergesteld. Reactie: De toekomstige mogelijke ontwikkelingen welke worden aangegeven hebben geen betrekking op het plangebied. De op de kaarten aangegeven ontwikkelingen vinden plaats in het kader van de verdere uitwerking van de IOV welke na afloop van de planperiode van het bestemmingsplan is voorzien. Er is daarom geen noodzaak voor aanpassing van de kaarten, noch zullen deze belemmerend werken voor het bedrijf binnen de planperiode aangezien deze ontwikkelingen niet in het plan zijn voorzien.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van J. Walet, Veenwal 28 te Hoevelaken 3871 KG Geconstateerd is dat de grootte van het bouwblok en de begrenzing van de bestemmingen niet correct op de plankaart zijn aangegeven. Verzocht wordt om een aanpassing. Reactie: Het bouwblok en de begrenzing van de bestemmingen zijn inderdaad niet correct weergegeven op de plankaart. Dit zal in het ontwerpplan worden aangepast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing van de plankaart voor zowel de grootte als de begrenzingen
Inspraakreactie van Prinsen Advies, namens Van Soeren-Hijwegen, Hoevelakenseweg 1 en 1a te Nijkerkerveen 3864 MN Op de plankaart is het perceel Hoevelakenseweg 1 bestemd voor wonen terwijl beide percelen gebruikt worden voor het loonwerkbedrijf, alsmede voor opslagbedrijf en caravanstalling. Door deze
55
bestemming worden de bedrijfswoning en de bedrijfsgebouwen onder het overgangsrecht gebracht, waarmee niet kan worden ingestemd. Verzocht de bestemming te wijzigen overeenkomstig de verleende milieuvergunning. Reactie: Uitgangspunt van het bestemmingsplan is dat de werkelijke legale situatie correct bestemd dient te worden. Het plan zal op dit punt worden aangepast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: De plankaart zal worden aangepast evenals de tabel in voorschrift 15
Inspraakreactie van J. Berens, Hofweg 2 te Hoevelaken 3871 KT Verzocht wordt om aanpassing van de bestemming van wonen naar wonen met agrarische nevenactiviteiten. Het maximaal toegestane aantal vierkante meters aan bijgebouwen bij wonen wordt als onvoldoende aangemerkt voor de nevenactiviteiten die mogelijk in de toekomst ontwikkeld gaan worden. Reactie: De bestemming wonen met agrarische nevenactiviteiten is volgens de plansystematiek alleen weggelegd indien dieren gehouden worden en waarbij het aantal nge’s boven de 5 ligt. Inspreker heeft dit niet aangetoond en komt daarom niet voor wijziging in aanmerking. Toekomstige ontwikkelingen kunnen pas aan de orde komen bij goede onderbouwing van de gevraagde gegevens waaronder een bedrijfsplan inbegrepen en voor zover deze activiteiten te beschouwen zijn als passend binnen het gebied.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen.
Inspraakreactie van S. Arnoldussen en G.W.M. Pinners, Hogebrinkerweg 56 te Hoevelaken 3871 KN Naast de woning is een stuk grond aangekocht waar in de toekomst mogelijk een paardenstal op gebouwd wordt. Verzocht wordt dit op te nemen in het bestemmingsplan. Reactie: Het bestemmingsplan biedt geen mogelijkheden voor de bouw van een paardenstal buiten het bouwvlak. Slechts een schuilhut voor dieren is toegestaan. Voor zover het aantal vierkante meters aan bijgebouwen nog niet is gerealiseerd kan de paardenstal binnen het opgenomen bestemmingsvlak worden gebouwd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van Firma Kreikamp, Hofweg 5 te Hoevelaken 3871 KT De aangeven bestemming is alleen opslag. Inspreker is van mening dat deze bestemming niet representatief is voor de uitgevoerde werkzaamheden. Verzocht wordt om aanpassing van de bestemming en de mogelijkheid voor uitbreiding van de opstallen. Reactie: De bestemming opslag is inderdaad te beperkend voor de uitgeoefende werkzaamheden. Het plan zal op dit punt worden aangepast. Uitbreidingsmogelijkheden kunnen pas overwogen worden bij zicht op concrete plannen. Pas dan kan na afweging het plan worden aangepast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Bestemming zal worden aangepast naar uitgeoefende werkzaamheden
56
Inspraakreactie van B. en M. van de Braak, Boegbeeld 1 te Nijkerk 3863 VE Het perceel Den Akker 16 heeft een woonbestemming gekregen terwijl een milieuvergunning nog op het perceel rust. Verzocht wordt om handhaving van de agrarische bestemming. Daarnaast wordt verzocht op opnamen van een bouwkavel. In ruil daarvoor zullen de voormalige agrarische opstallen gesloopt worden. Reactie: Zoals inspreker aangeeft worden er geen dieren meer gehouden en er wordt een andere ontwikkeling beoogd. Dat er nog een milieuvergunning op rust ontslaat de gemeente niet van de verplichting om in het kader van een goede ruimtelijke ordening een juiste bestemming te geven aan het betreffende perceel. Aangezien er geen agrarisch bedrijf wordt uitgeoefend is een woonfunctie een juiste bestemming. Aan de bouw van een vrijstaande woning kan pas medewerking worden verleend als kan worden aangetoond dat voldaan kan worden aan de uitwerking van het Streekplan Gelderland betreffende functieverandering. Dit is niet de situatie, daarom kan geen bouwkavel worden opgenomen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van G. van den Brink, Amersfoortseweg 55a te Nijkerkerveen Verzocht wordt om de bouw van 4 nieuwe woningen ter vervanging van de bestaande woning en de diverse bijgebouwen. Reactie: Nieuwbouw van 4 vrijstaande woningen ter vervanging van de bestaande woning en de sloop van de overige opstallen past niet binnen het functieveranderingsbeleid zoals dat is vormgegeven in de uitwerking van het Streekplan Gelderland. Er is in deze situatie uitbreiding van burgerbebouwing in het buitengebied wat strijdig is met het gevoerde ruimtelijk beleid.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van Roordink Architecten BNA, namens R. van de Mheen, Westerdorpsstraat 97 te Hoevelaken. Verzocht wordt om een juiste weergave van de gebouwen en de bestemmingen op het terrein in overeenstemming te brengen met de huidige situatie en het huidige gebruik. Tevens wordt verzocht om een verschuiving van het bouwperceel aangezien er bebouwing voor de gevel niet aan de orde zal zijn. De aanduiding paardenhouderij toegestaan wordt gemist. Reactie: Uitgangspunt van het bestemmingsplan is dat de werkelijke legale situatie correct bestemd dient te worden. Het plan zal op dit punt worden aangepast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: De plankaart zal worden aangepast Inspraakreactie van Roordink Architecten BNA, namens B. van Breda, Beulekamperweg 1 te Nijkerk. Verzocht wordt om een heroverweging van het besluit van 11 mei 2006 waarin is aangegeven dat de gevraagde ontwikkeling niet past binnen de beleidslijnen. Verzocht wordt om een bedrijfsbestemming op te nemen ten behoeve de muziekindustrie evenals de mogelijkheid voor een bedrijfswoning.
57
Reactie: De overwegingen zoals deze verwoord zijn bij het besluit van 11 mei 2006 blijven van kracht en de aangegeven motivering van inspreker leiden niet tot een heroverweging. De gevraagde activiteiten zijn geen activiteiten welke gerelateerd zijn aan het buitengebied. Nieuwvestiging van bedrijven inclusief bedrijfswoning is in strijd met het vastgestelde en (provinciaal)beleid en dienen op bedrijfsterreinen plaats te vinden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen
Inspraakreactie van Accon Avm, namens E.H. Rozendaal, Schoenlapperweg 7 te Nijkerk. Inspreker voert een klein agrarisch bedrijf en heeft een woonbestemming gekregen. De bestemming zal direct enkele opstallen onder het overgangsrecht brengen en deze wijze belemmert de eventuele toekomstige ontwikkelingen. Daarnaast zou zijn toegezegd dat op het perceel 2 woningen gebouwd kunnen worden wat niet op de plankaart is terug te vinden. Reactie: Het bedrijf voldoet niet aan normen zoals deze gesteld zijn in de plansystematiek om als agrarisch bedrijf te kunnen worden aangemerkt. De voorgestelde diersituatie met de bijbehorende milieuvergunning is niet in overeenstemming met de werkelijkheid. Er is een beschikking van 28 september 2005 voor het houden van 80 vleesvarkens en 9 schapen. Voor de overige in de reactie vermelde diersoorten is niet langer een vergunning aanwezig Een aanpassing van het bestemmingsplan wordt dan ook niet overwogen. Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid om door te kunnen groeien naar een volwaardig bedrijf indien daar concrete plannen aan ten grondslag liggen. Mogelijke ontwikkelingen in de toekomst kunnen op dit moment niet gehonoreerd worden. De bouw van een tweede woning kan niet worden overwogen omdat dit een verdere uitbreiding van burgerbebouwing in het buitengebied betekent wat als ongewenst moet worden beschouwd. Van een toezegging in welke vorm dan ook is niets gebleken.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen.
Inspraakreactie van Accon Avm, namens G. Geitenbeek, ’t Woud 6a te Nijkerk. Inspreker voert een klein agrarisch bedrijf en heeft een wonen met agrarische nevenactiviteiten gekregen. De bestemming zal direct enkele opstallen onder het overgangsrecht brengen en deze wijze belemmert de eventuele toekomstige ontwikkelingen. Het bedrijf is gesplitst en verkocht waardoor nu een foutieve bestemming op de gronden/opstallen van inspreker is gelegd. Reactie: Het bedrijf voldoet niet aan normen zoals deze gesteld zijn in de plansystematiek om als agrarisch bedrijf te kunnen worden aangemerkt. Een aanpassing van het bestemmingsplan wordt dan ook niet overwogen. Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid om door te kunnen groeien naar een volwaardig bedrijf indien daar concrete plannen aan ten grondslag liggen. Mogelijke ontwikkelingen in de toekomst kunnen op dit moment niet gehonoreerd worden. Wel zal het bouwperceel en aanduiding ten behoeve voor het perceel 6b aangepast worden aan de werkelijke situatie.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Plankaart wordt aangepast t.b.v. aanduiding perceel 6b
Inspraakreactie van Van Veen Advocaten, namens E. de Lange/Evert de Lange BV, Middelaarseweg 9 te Hoevelaken 1. De Raad van State heeft in haar uitspraak met betrekking tot het bestemmingsplan Buitengebied Hoevelaken 2001 aangegeven dat aan de loodsen een bestemming dient toegekend te worden die recht doet aan het bestaan van de loodsen. Slechts een opslagbestemming is dit niet aangezien er ook een werkplaats en een zagerij aanwezig is.
58
Reactie: De bestemming zal aangepast worden in een bedrijfsbestemming opslag/aannemersbedrijf.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Op plankaart wordt aanduiding aangepast en tevens verwerkt in voorschriften 2.
Op het perceel rust ook de bestemming Agrarisch gebied met landschapswaarden deze gronden in gebruik geweest zijn en nog worden gebruikt voor doeleinden zoals deze onder 1 zijn omschreven. Verzocht wordt om aanpassing.
Reactie: De bestemmingsgrenzen c.q. bouwgrenzen zullen worden aangepast
Gevolgen voor het bestemmingsplan: De begrenzingen op de plankaart worden aangepast.
Inspraakreactie van Midden Nederland Makelaars, namens A. van Deuveren-Hendriksen, Prinsenweg 34 te Nijkerk 3862 PW In het voorgaande bestemmingsplan heeft het perceel de bestemming houthandel gekregen en in dit voorontwerp de bestemming wonen. Weliswaar is de houthandel afgebouwd en niet meer aanwezig, maar inspreker wil het perceel verkopen. Huidige bestemming kan leiden tot een waardevermindering. Verzocht wordt de oude bestemming te handhaven. Reactie: Zoals inspreker aangeeft worden er op het perceel geen bedrijfsactiviteiten uitgeoefend en is inspreker voornemens het perceel te verkopen. De gemeente is gehouden om in het kader van een goede ruimtelijke ordening passende bestemmingen op te nemen. Nu er geen bedrijf meer is gevestigd kan wonen als een passende bestemming worden beschouwd. Slechts andere activiteiten die opgenomen zijn in de uitwerking van het Streekplan Gelderland betreffende functieverandering kunnen voor de betreffende locatie overwogen nadat het verzoek is onderbouwd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen
Inspraakreactie van Prinsen Advies, namens C. Top, Amersfoortseweg 103 te Nijkerkerveen 3862 ND Verzocht wordt om het bebouwingsvlak met de bestemming wonen (Amersfoortseweg 101) te verplaatsen naar de locatie grenzend aan het perceel Amersfoortseweg 107. Reactie: Verplaatsing van het woonvlak wordt in deze situatie planologisch niet verantwoord geacht. De situering van de nieuw te bouwen woning zal niet binnen en/of in overeenstemming met de al aanwezige zichtlijnen kunnen plaatsvinden gelet op de verschillende milieuaspecten. Hierdoor ontstaat er een verstoord bebouwingsbeeld wat niet acceptabel geacht wordt.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen.
Inspraakreactie van R.J. Bokkers, Hoef 12 te Nijkerk 3862 NT Verzocht wordt om aanpassing van de gebieden met betrekking tot de archeologische waarde of verwachtingswaarde. Op het naburige perceel is in het verleden onderzoek geweest en hebben er bouwwerkzaamheden plaatsgevonden waarbij niets is aangetroffen.
59
Reactie: De gebiedsindeling is gebaseerd op de Archeologische Monumenten Kaart en de Indicatieve kaart van archeologische waarde. Met de regeling wordt aangesloten bij de (toekomstige) Wet op de archeologische monumentenzorg. Op deze kaarten is het betreffende gebied aangegeven en is daarom als zodanig opgenomen. In de voorschriften zal worden opgenomen dat het aanlegvergunningstelsel niet zal gelden voor werken en werkzaamheden binnen het aangegeven bouwperceel aangezien deze gronden in het algemeen al dieper geroerd zijn dan de aangegeven 30 cm en waarbij de nodige opstallen al zijn gebouwd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Voorschrift met betrekking tot archeologie wordt aangepast.
Inspraakreactie van F.S. Visscher, Hoef 3 te Nijkerk 3862 NT 1. In het bestemmingsplan is opgenomen dat uitgegaan wordt van een agrarisch bouwperceel met een maximale omvang van 1ha. Dit wordt als volstrekt onvoldoende beschouwd voor de huidige omvang van het bedrijf met 2 verschillende veehouderijtakken. Daarnaast is in de milieuvergunning reeds rekening gehouden met een uitbreiding welke nu buiten het aangegeven bouwvlak valt. Reactie: Uitgangspunt bij het bestemmingsplan is dat alle activiteiten binnen het bouwperceel worden opgenomen. De uitbreiding van de bebouwing heeft plaatsgevonden na het opstellen van het voorontwerp en is aan te merken als een concrete uitbreiding. Het bouwperceel zal aangepast worden in overeenstemming met de milieuvergunning.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Bouwperceel zal op plankaart worden vergroot 2.
Het perceel is opgenomen in het gebied met archeologische waarde of verwachtingswaarde. In het verleden zijn al ontgravingen gedaan waaruit bleek dat er geen sprake is van enige archeologische waarde. Verzocht wordt om aanpassing gebiedsaanduiding.
Reactie: De gebiedsindeling is gebaseerd op de Archeologische Monumenten Kaart en de Indicatieve kaart van archeologische waarde. Met de regeling wordt aangesloten bij de (toekomstige) Wet op de archeologische monumentenzorg. Op deze kaarten is het betreffende gebied aangegeven en is daarom als zodanig opgenomen. In de voorschriften zal worden opgenomen dat het aanlegvergunningstelsel niet zal gelden voor werken en werkzaamheden binnen het aangegeven bouwperceel aangezien deze gronden in het algemeen al dieper geroerd zijn dan de aangegeven 30 cm en waarbij de nodige opstallen al zijn gebouwd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Voorschrift met betrekking tot archeologie wordt aangepast.
Inspraakreactie van K. Batterink, Nw. Voorthuizerweg 30 te Nijkerk 3862 1. De Ingetekende situatie is niet in overeenstemming met de werkelijkheid. De grens van het bouwblok loopt dwars door het erf en hierdoor vallen 2 schuren buiten het bouwblok. Het bestemmingsplan biedt te weinig mogelijkheden voor verdere uitbreiding. Verwacht wordt dat in de toekomst een omvang nodig is van 1.5 ha. Reactie: Doelstelling van het bestemmingsplan is inderdaad om alle legale bebouwing binnen het bouwvlak te brengen. Dit heeft bij het perceel niet op een correcte wijze plaatsgevonden en zal worden gecorrigeerd. De omvang van het bouwperceel moet voldoende geacht worden voor de huidige
60
bedrijfsvoering. Pas bij concrete ontwikkeling kan het plan aangepast worden. Hiervoor biedt het plan meerdere mogelijkheden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Op de plankaart zal het bouwperceel aangepast worden 2.
Het bestemmingsplan dient ruimte te bieden aan nieuwe activiteiten. Het bestemmingsplan biedt daarvoor te weinig mogelijkheden.
Reactie: Functieverandering kan plaatsvinden op basis van de vastgestelde uitwerking van het Streekplan Gelderland. Daarnaast biedt het bestemmingsplan nog andere mogelijkheden om te komen tot een versterking van het platteland en mogelijkheden voor vernieuwing.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 3.
De woning 28a is in de milieuvergunning aangemerkt als bedrijfswoning maar is op de plankaart verplaatst naar het aangrenzende bos.
Reactie: Het pand 28a is inderdaad op een verkeerde locatie ingetekend. Dit zal in het ontwerpplan gecorrigeerd worden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Plankaart wordt aangepast voor 28a 4.
Het plan is om een schuur om te bouwen naar opvang van jongeren met ontwikkelingsproblematiek. Hiervoor biedt het plan slechts 300m². Afgevraagd wordt waar deze norm vandaan komt.
Reactie: Het streekplan biedt de mogelijkheid om voor agrarische bedrijven in bestemmingsplannen te regelen dat een maximaal begrensde oppervlakte van de bedrijfsgebouwen te gebruiken is voor niet agrarische nevenfuncties. Randvoorwaarde is dat de nevenfunctie qua oppervlakte en inkomensvorming ondergeschikt moet blijven aan de hoofdfunctie. Het staat de gemeente dan ook niet vrij om ongelimiteerde mogelijkheden voor de opvang van zorg op te nemen in het bestemmingsplan.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen 5.
Een tweede bedrijfswoning is gepland in het licht van uitbreiding van activiteiten in het verlengde van het agrarische bedrijf. Het wonen van meer generaties op een erf met behoud van privacy moet mogelijk gemaakt worden.
Reactie: Een tweede bedrijfswoning is slechts mogelijk indien dit aantoonbaar noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering van het bedrijf. Pas nadat dit is aangetoond kan de tweede bedrijfswoning mogelijk gemaakt worden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 6.
Verzocht wordt om aan te geven welke ruimte de gemeente inplant in het bestemmingsplan met betrekking tot nieuwe landbouwkundige ontwikkelingen.
Reactie: De gemeente beoogt een versterking van de landbouw in de gemeente Nijkerk. In het bestemmingsplan zijn meerdere mogelijkheden opgenomen om deze ontwikkelingen te ondersteunen. Mocht blijken dat deze mogelijkheden onvoldoende zijn en de beoogde natuurontwikkeling niet wordt
61
belemmerd dan kan aan nieuwe ontwikkelingen, na afweging van alle belangen, medewerking worden verleend door het bestemmingsplan te herzien. Gelet op de verschillende kwetsbare gebieden in Nijkerk kunnen geen onbeperkte mogelijkheden worden opgenomen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. Inspraakreactie van Maatschap H.J.M. en W.M.M. Verhoef en M.S. Verhoef-Bouw, Bulderweg 11 te Nijkerk 3862 Over enige tijd zal het melkquotum verdwijnen. Dit zal tot gevolg hebben dat er een forse kaalslag onder melkveebedrijven gaat plaatsvinden. Anderzijds zullen bedrijven die het overleven en verder willen met hun bedrijf moeten gaan opschalen. De in het plan genoemde 1 ha voor een bouwperceel is te klein. Verzocht wordt om een vergroting naar 1.5 ha. Reactie: Het bedrijf heeft al een bouwperceel van 1,25 ha en dit mag als voldoende omvang beschouwd worden voor de huidige bedrijfsvoering. Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid voor een verdere doorgroei. Deze wijzigingsbevoegdheid kan worden toegepast bij concrete bouwplannen. Mocht deze onvoldoende blijken te zijn dan zal een planherziening overwogen worden omdat dit maatwerk vereist. Het perceel Bulderweg 9 wordt in het bouwperceel opgenomen. Deze was nu nog als afzonderlijk bouwperceel opgenomen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Bouwperceel wordt aangepast
Inspraakreactie van Cumela, namens Eijva Hoogland V.O.F., Domstraat 65 te Nijkerkerveen. 1. Verzocht wordt om in de opgenomen definitie voor “agrarisch loonwerkbedrijf” het woord “agrarisch” niet op te nemen en de definitie aan te passen naar de aard van de activiteiten welke door loonbedrijven nu en in de toekomst uitgevoerd worden. Reactie: De definitie zal niet kunnen worden aangepast. Loonwerkbedrijven c.q. grondverzetbedrijven die niet gelieerd zijn aan het buitengebied zijn bedrijven die zich horen te vestigen op bedrijfsterreinen. Voor het vestigen van loonwerkbedrijven in het buitengebied is het een vereiste dat het merendeel van de werken verricht worden in en voor de opgenomen doeleinden in het buitengebied. Een agrarische binding is dan een vereiste.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 2.
Verzocht wordt om het bedrijf voor de komende jaren “niet op slot” te zetten qua vestigingsen stallingsmogelijkheden. Verzocht wordt om, gemakshalve op voorhand uitgaande van de 20%-uitbreiding, de maximale oppervlakte aan gebouwen en overkappingen, op 2.800m² vast te stellen. Het opgenomen aantal vierkante meters is niet in overeenstemming met de gemaakte afspraken uit 2002/2003 en de al vergunde vierkante meters op basis van de vergunning Wet Milieubeheer.
Reactie: De gevraagde 2800m² is meer dan bestaande situatie. Uitgangspunt voor het bestemmingsplan is dat de bestaande situatie kan worden opgenomen en slechts bij aangetoonde noodzaak kan het plan op dit punt worden aangepast en niet op basis van eventuele toekomstige en mogelijk ongewenste ontwikkelingen. De in het streekplan opgenomen 20%-regeling gaat uit van een vrijstellingsregeling waarbij alle belangen overwogen dienen te worden bij concrete verzoeken om uitbreiding. Op voorhand kan dan ook niet worden uitgegaan dat de 20% vrijstelling dan ook wel verleend zal worden. Opgenomen in de voorschriften is wat vergund is en conform de eerder gemaakte afspraken, zijnde 2500m².
62
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 3.
Verzocht wordt om het artikel 15, lid 5 aan te passen waarin vermeld is dat buitenopslag slechts mogelijk is na verlenen van een vrijstelling. Uitgegaan moet worden dat buitenopslag inherent is aan de aard van de activiteiten welke in overeenstemming met de bestemming zijn toegestaan of voor zover zijn vergund in overeenstemming met de Wet Milieubeheer.
Reactie: Er is geen noodzaak aanwezig om de vrijstellingsbepaling aan te passen. Doelstelling van het bestemmingplan is dat in principe alle opslag overkapt dient te worden. Slechts bij uitzondering en als blijkt dat de buitenopslag kan worden ingepast in de omgeving kan buitenopslag onder voorwaarden worden toegestaan. Verdere verrommeling van het buitengebied dient te worden voorkomen. Bestaande rechten worden door opnamen van deze vrijstellingsbepaling niet aangetast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 4.
De bedrijfslocatie ligt in het gebied dat op de visiekaart is aangewezen als “toekomstig werkgebied”. Onduidelijk is wat de gevolgen voor het bedrijf zijn. Verzocht wordt om op voorhand activiteiten zoals “biomassa”, de opwekking van energie en warmte en de op- en overslag c.q. bewerking van biomassa op te nemen in het bestemmingsplan.
Reactie: De gevraagde activiteiten vragen om een locatie onderzoek en is zodanig specialistisch dat deze activiteiten niet als recht in het bestemmingsplan kan worden opgenomen. Bij concrete plannen zal onderzocht moeten worden of het bestemmingsplan voor deze activiteiten herzien kan worden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 5.
Per schrijven d.d. 3 augustus 2006 heeft uw college kenbaar gemaakt niet bereid te zijn medewerking te verlenen aan het verzoek voor een extra bedrijfswoning op het perceel Domstraat 65. Verzocht wordt om deze mening te herzien. Inspreker is bereid om een vorm van compensatie/verevening ten aanzien van de landschappelijke inpassing te realiseren.
Reactie: Een herziening van het besluit wordt niet overwogen. Het faciliteren van een tweede bedrijfswoning kan pas worden overwogen indien de bedrijfseconomische noodzaak aangetoond kan worden. Dat is in deze situatie niet aangetoond.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen.
Inspraakreactie van T. Bouw, Woudweg 1 te Nijkerk 3862 PN. Inspreker heeft een gemengd bedrijf en wil de melkveehouderij in de toekomst uitbreiden. Het aangegeven bouwperceel is te klein voor de toekomstige ontwikkelingen. Verzocht wordt om een aangepast bouwperceel. Reactie: Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheden voor uitbreiding van grondgebonden bedrijven. Slechts bij aantoonbare uitbreidingsplannen kan het bouwperceel in deze procedure worden aangepast. Er zijn geen plannen overlegd zodat aan het verzoek niet kan worden voldaan.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen.
63
Inspraakreactie van P. Mulder, Veenwal 34 te Hoevelaken 3871 KG Gelet op het feit dat vanwege diverse redenen de bestaande woning niet kan worden aangepast, wordt verzocht om een extra bouwkavel voor de bouw van een aangepaste woning. Reactie: Een tweede woning moet worden aangepast als verdere uitbreiding van burgerbebouwing in het buitengebied, die in overeenstemming met het vigerende beleid niet kan worden toegestaan. Een aangepaste woning kan gerealiseerd worden door middel van aanpassing van de bestaande woning of door sloop en herbouw van de bestaande woning.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van I. van den Berg, Overhorsterweg 56 te Voorthuizen, 3871 ND Gebleken is dat de woning 28a, welke als bedrijfswoning behoort bij nr. 30 en destijds gebouwd is als mantelzorg woning, verplaatst is en als volwaardige woning herbouwd kan worden op 100 meter van de huidige locatie. Met deze verplaatsing kan niet worden ingestemd. Reactie: De woning nummer 28a is op een verkeerde locatie in het plan ingetekend. Het is niet het voornemen om verplaatsing van de woning mogelijk te maken. De plankaart wordt op dit punt aangepast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing plankaart locatie nr. 28a
Inspraakreactie van VOF van Ramshorst, Bunschoterweg 50 te Nijkerk 3861 ML. 1. Het aangegeven bouwperceel biedt geen mogelijkheden om uitbreidingen in de toekomst te ontwikkelen. Verzocht wordt om met deze ontwikkelingen rekening te houden en een bouwperceel van voldoende omvang op te nemen. Reactie: Het aangegeven bouwperceel moet van voldoende omvang worden beschouwd gelet op de huidige bedrijfsvoering. Het plan biedt mogelijkheden voor vergroting van het bouwperceel indien er concrete uitbreidingsplannen zijn. Bij concrete plannen kan het bouwperceel vergroot worden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 2.
Voor het perceel is geen bedrijfswoning opgenomen. Dit is onjuist. De woning nummer 50 is de bedrijfswoning.
Reactie: Gebleken is dat inderdaad de woning niet als bedrijfswoning is aangegeven. Dit zal alsnog plaatsvinden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Bouwkavel wordt aangepast met woning nr. 50 inclusief de aanduiding. 3.
De nabij gelegen woningen worden aangemerkt als burgerwoning. Hiermee kan niet worden ingestemd omdat dit het bedrijf qua milieuvergunning op slot zet. Dit is ongewenst.
64
Reactie: Voormalige agrarische bedrijfswoningen worden in het kader van de nieuwe “stankwet” welke per 1 januari 2007 in werking is getreden niet meer aangemerkt als een stankgevoelig object. Overigens dient de gemeente in het kader van een goede ruimtelijke ordening een juiste bestemming te geven aan een perceel. Voormalige agrarische bedrijfswoningen welke de functie hebben verloren dienen dan ook een juiste bestemming te krijgen, in casu de bestemming “wonen”.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen . 4.
Het bedrijf heeft niet de aanduiding “iv” gekregen terwijl dit vanwege de te houden diersoorten wel dient te geschieden.
Reactie: Aanduiding is inderdaad niet opgenomen. De kaart wordt aangepast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Iv aanduiding wordt opgenomen. 5.
Het huisnummer voor de betreffende percelen kloppen niet.
Reactie: De aanduidingen zijn inderdaad niet correct.
Gevolgen voor bestemmingsplan: Huisnummers worden aangepast. Inspraakreactie van VOF Van Ramshorst, Brandweg 4 te Nijkerk 3861 MV. 1. Het aangegeven bouwperceel biedt geen mogelijkheden om uitbreidingen in de toekomst te ontwikkelen. Verzocht wordt om met deze ontwikkelingen rekening te houden en een bouwperceel van voldoende omvang op te nemen. Reactie: Het aangegeven bouwperceel (1,25 ha) moet van voldoende omvang worden beschouwd gelet op de huidige bedrijfsvoering. Het plan biedt mogelijkheden voor vergroting van het bouwperceel indien er concrete uitbreidingsplannen zijn. Bij concrete plannen kan het bouwperceel vergroot worden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen.
Inspraakreactie van Stal de Driesprong, Nw. Voorthuizerweg 6 te Nijkerk 3862 RW. 1. De ruitershop is komen te vervallen, terwijl deze in het voorgaande plan wel was opgenomen. Reactie: Er zal een beperkte vrijstellingsregeling in het plan worden opgenomen voor deze activiteiten.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Beperkte vrijstellingsregeling voor detailhandel opnemen. 2.
De agrarische bestemming is komen te vervallen wat inhoudt dat er geen recreatiemogelijkheden, geen tweede bedrijfswoning, geen kampeermogelijkheden en geen mogelijkheden voor het houden van dieren meer mogelijk zijn.
Reactie: Het opnemen van een agrarische functie is pas mogelijk indien het bedrijf ook aantoonbaar een agrarisch bedrijf is en deze niet slechts als hobbymatige activiteiten moeten worden beschouwd. Voor agrarische bedrijven zijn een aantal bepalingen opgenomen ter ondersteuning en verbreding van de agrarische sector. Deze zijn niet voor niet-agrarische bedrijven omdat deze uit maatschappelijk
65
oogpunt ongewenst zijn. Een 2de bedrijfswoning is slechts mogelijk indien aangetoond kan worden dat deze uit bedrijfseconomische oogpunt noodzakelijk is. Dit is niet aangetoond.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 3.
In verband met mogelijk optredende geluidsoverlast wordt verzocht om het bouwperceel op te schuiven zodat de toekomstig te bouwen woning als geluidsbuffer kan dienen.
Reactie: Het bestemmingsplan biedt voldoende mogelijkheden om bij concrete plannen het bouwvlak te kunnen verschuiven. Verschuiving van het bouwblok wordt op dit moment dan ook niet overwogen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. Inspraakreactie van Adviesbureau Haver Droeze, namens A.W.J. Buning, M.R.J. Buning en J.W. Buning voor het perceel Slichterhorsterweg 41 te Nijkerk. 1. Verzocht wordt om handhaving van de vigerende agrarische bestemming. Er is een pachtovereenkomst met J. Davelaar, deze houdt momenteel geen vee maar er kan niet uitgesloten worden dat de stallen binnenkort in gebruik genomen gaan worden. Reactie: Het bedrijf staat leeg en is niet meer als zodanig in gebruik. De boerderij wordt tijdelijk verhuurd aan particulieren. Uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening wordt ervoor gekozen om het perceel een passende bestemming te geven, in casu de bestemming wonen. Het omliggende land behorende bij het voormalige agrarisch bedrijf behoudt de bestemming agrarisch.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 2.
Verzocht wordt om een wijzigingsbevoegdheid in het plan op te nemen ten behoeve van de in de diverse beleidsplannen opgenomen ontwikkelingsrichtingen zoals het realiseren van nieuwe landgoederen.
Reactie: De in de diverse beleidsplannen opgenomen ontwikkelingsrichtingen zoals landgoederen vereisen naar ons oordeel een andere werkwijze aangezien maatwerk is vereist. Er is daarom gekozen voor planherzieningen en niet voor wijzigingsmogelijkheden aangezien de impact van deze ontwikkelingen een diepgaande afweging vereisen en nader onderzoek. Een wijzigingsbevoegdheid wordt hiervoor als een onjuiste werkwijze beschouwd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 3.
Verzocht wordt beleid te formuleren voor het realiseren van nieuwe landgoederen en dit over te nemen in het bestemmingsplan.
Reactie: In de toelichting is al globaal aangegeven in welke situaties de gemeente mogelijkheden ziet voor de realisatie van nieuwe landgoederen. Voor het overige wordt verwezen naar wat onder ad 2 is opgenomen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 4.
Verzocht wordt om rekenschap te geven van het feit dat de beoogde ingrepen een forse investering vragen die niet altijd terugbetaald kunnen worden uit de ontwikkeling van één woning. Teneinde het beoogde beeld op termijn te realiseren en in stand te kunnen houden
66
dient ruimte te worden geboden aan plannen met een bredere solide (financiële) basis zodat initiatieven daadwerkelijk van de grond kunnen komen. Reactie: Juist vanwege de mogelijke investeringen kan niet volstaan worden met wijziging/functieverandering bevoegdheid in het bestemmingsplan. De genoemde ingrepen vereisen maatwerk en dat vereist een andere aanpak. De gemeente is ook gebonden aan de uitwerking van het Streekplan op dit punt.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen.
Inspraakreactie van H.W. van der Gugten, Oosterdorpsstraat 141 te Hoevelaken 3871 AC. Inspreker is van mening dat het huidige aangegeven bouwblok te klein is voor de beoogde groei van het bedrijf. Verzocht wordt om het bouwperceel uit te breiden zodat een emissiearme stal voor 1800 vleesvarkens gebouwd kan worden. Reactie: De gewenste uitbreiding is geprojecteerd buiten bestaand bouwperceel uit het vigerende bestemmingsplan. Het aangegeven bouwperceel kan slechts met 30% worden uitgebreid. Deze maatvoering vloeit voort uit het Reconstructieplan. Binnen de in dit bestemmingsplan opgenomen mogelijkheden dient de gewenste uitbreiding gevonden te worden. Gevraagd wordt echter meer dan op basis van het reconstructieplan kan worden toegestaan. Bouwblok kan wel worden aangepast binnen opgegeven maatvoering.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van VanWestreenen, namens H. van den Burg en G.J. van Beek, Deuverdenseweg 1 en 3 te Nijkerk. 1. Op de plankaart wordt Deuverdenseweg nr. 3 niet aangemerkt als bedrijfswoning bij nr. 1. Aangegeven wordt dat gelet op de voorgenomen doorstart van het bedrijf het wenselijk is de woning te bestemmen als bedrijfswoning en niet als burgerwoning ongeacht dat de woning niet meer aan te merken is als bedrijfswoning. Reactie: Zoals is aangegeven is de woning geen bedrijfswoning meer maar een burgerwoning. In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient een perceel dan ook als zodanig bestemd te worden. De voormalige agrarische woning wordt in de per 1 januari 2007 inwerking getreden nieuwe “stankwet” niet meer aangemerkt als stankgevoelig object. De woning heeft dan ook geen nadelige invloeden voor de agrarische bedrijfsvoering.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 2.
Gelet op de toekomstige ontwikkelingen wordt verzocht om toevoeging paardenhouderij en rijhal op te nemen bij de agrarische bestemming.
Reactie: Een paardenfokkerij valt onder de agrarische bestemming en behoeft geen nadere aanduiding. De toevoeging paardenhouderij en rijhal kan pas worden overwogen bij concrete plannen waarbij een bedrijfsplan noodzakelijk is. Het bestemmingsplan biedt hiervoor de mogelijkheden indien dit in de toekomst gewenst is.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
67
Inspraakreactie van VanWestreenen, namens J.C. en E. Plezier, Nw. Voorthuizerweg 11a en 13 en Bulderweg 22 te Nijkerk. 1. Insprekers vormen een maatschap. Op de plankaart wordt geconstateerd dat de woning van één van de insprekers aangemerkt is als wonen terwijl dit een bedrijfswoning is. Doordat de woning niet is opgenomen in het bouwperceel worden de toekomstige ontwikkeling beperkt. Reactie: De afstand tussen de beide woningen is dermate groot dat niet gesproken kan worden over een functionele relatie met het bedrijf. Ook vinden er geen agrarische activiteiten plaats. In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient aan een perceel een juiste bestemming gegeven te worden, in casu een woonbestemming.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 2.
Op het perceel Bulderweg 22 is een agrarisch bedrijf aanwezig dat niet als zodanig is bestemd. De stal achter de Bulderweg 22 is niet binnen een bouwperceel opgenomen.
Reactie: Het bedrijf aan de Bulderweg 22 heeft een zodanige omvang dat het als hobbymatige activiteiten aan te merken is. Een agrarische bestemming is dan niet de juiste keuze. De stal bij Bulderweg 22 kan als schuilgelegenheid aangemerkt worden. Een aparte bestemming is dan niet noodzakelijk noch gewenst.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van VanWestreenen, namens H.J. van de Haar, Schoenlapperweg 11 te Nijkerk. Inspreker heeft een kweekcentrum voor het fokken van postduiven. Inspreker is van mening dat de aangegeven bestemming niet aansluit bij de agrarische activiteiten welke op het perceel worden uitgevoerd. Reactie: Het kweken c.q. fokken van postduiven kan niet aangemerkt worden als een agrarische activiteit maar slechts als hobbymatig. Een agrarische bestemming is dan niet de geëigende bestemming.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen.
Inspraakreactie van Westeneng Makelaars Taxateurs, namens J. van de Bunt, Penningweg 2 te Hoevelaken. In verband met mogelijke toebedeling van de gronden wordt verzocht om op een perceel grond bouwmogelijkheden op te nemen voor de bouw van een schuur. Reactie: Bouwmogelijkheden worden slechts mogelijk gemaakt binnen de bestemmingsvlakken en niet er buiten. De extra schuur dient dan ook binnen het bouwvlak gerealiseerd te worden indien hiervoor qua meters ruimte voor is. Pas bij definitieve toedeling kan bezien worden of bouwvlak aangepast moet worden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
68
Inspraakreactie van A. Kraay, Diemontlaan 1 te Putten 3881 MJ en H. Kraay, Jan Plassensteeg 18 te Nijkerk 3862 NL. Verzocht wordt om heroverweging van het besluit om geen medewerking te verlenen aan het verzoek voor verplaatsing van de woning aan de Jan Plassensteeg naar gronden gelegen aan de Slichterhorsterweg. Reactie: Een heroverweging zal niet leiden tot een ander standpunt betreffende het verzoek. Verplaatsing van de woning naar de Slichterhorsterweg is o.m. stedenbouwkundige en landschappelijke redenen ongewenst. Daarnaast moet het beschouwd worden als verdere uitbreiding van burgerbebouwing in het buitengebied wat in strijd is met het vigerende (provinciaal)beleid.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. Inspraakreactie van Polinder Advies, namens H. Woudenberg, Nieuwe Kerkstraat 16 te Nijkerk 3864 ED. Volgens het bestemmingsplan heeft een deel van het perceel de bestemming bedrijven gekregen en een deel Maatschappelijke Doeleinden. In het vigerende bestemmingsplan heeft een deel van de opgenomen gronden voor Maatschappelijke Doeleinden de bestemming bedrijven. Daarnaast zijn op het perceel 2 woningen aanwezig terwijl er maar één vermeld is. Verzocht wordt voor de 2de woning elders een bouwlocatie neer te leggen. Reactie: Voor wat betreft de bedrijfsbestemming en de bestemming maatschappelijke doeleinden kan met de gemaakte opmerking worden ingesteld. De plankaart zal op dit punt worden aangepast. Voor de woning zal geen aparte bouwlocatie worden opgenomen omdat dit aangemerkt moet worden als verdere uitbreiding van burgerbebouwing in het buitengebied. Wel zal de aanduiding voor de woningen worden aangepast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; De plankaart zal worden aangepast. Inspraakreactie van Polinder Advies, namens R.L. den Hengst, Slichterhorsterweg 30 te Nijkerk 3862 NS 1. Verzocht wordt om de woonbestemming voor de Slichterhorsterweg 30 te wijzigen in wonen met agrarische nevenactiviteiten aangezien er diverse diersoorten gehouden worden ten behoeve van het beheer van de gronden. Reactie: Uitgangspunt van de plansystematiek is dat vanaf 5 nge’s de bestemming voor wonen aangepast kan worden in wonen met agrarische nevenactiviteiten. Inspreker heeft niet overlegd of kunnen aantonen dat er sprake is van meer dan 5 nge’s. Inspreker beschikt ook niet over een vergunning in het kader van de Wet Milieubeheer. De huidige bestemming blijft dan gehandhaafd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 2.
De woning Slichterhorsterweg 30a is aangemerkt als kleine woning en zou geen recht doen aan het al jarenlange gebruik. Verzocht wordt deze om te zetten in een gewone woning.
Reactie: Aan het verzoek kan geen medewerking worden verleend. De bestaande kleine woning kan slechts aangepast worden als dit noodzakelijk is om te kunnen voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit. Kleine woningen zijn van oorsprong noodwoningen c.q. bakhuisjes. De opgenomen regeling moet beschouwd worden als een uitsterfconstructie.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen.
69
3.
Uit de toelichting blijkt dat voor bestaande landgoederen en buitenplaatsen de dubbelbestemming “buitenplaats / landgoed” is opgenomen. De Neusde heeft deze dubbelbestemming niet gekregen. Feitelijk is er sprake van een buitenplaats van grote cultuurhistorische waarde. Op dit moment worden gronden verworven om het landgoed verder uit te bouwen. Verzocht wordt om opname van de dubbelbestemming.
Reactie: Indien onder meer voldaan kan worden aan de opgenomen eisen uit de toelichting van het bestemmingplan en het Streekplan, dan kan overwogen worden tot een planherziening om te komen tot de stichting van een landgoed. Omdat dit maatwerk vereist kan niet zonder meer worden overgegaan tot opname van de dubbelbestemming.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. Inspraakreactie van Polinder Advies, namens J. Looijen, Bunschoterweg 29 te Nijkerk 3861 PD. 1. Inspreker exploiteert een melkrundveebedrijf. Op het perceel is geen bouwperceel ten behoeve van het bedrijf opgenomen. Verzocht wordt voor opname bouwperceel. Reactie: Er is bewust geen bouwperceel opgenomen en het bedrijf wordt onder het overgangsrecht gebracht. Het perceel is reeds verworven door de gemeente en binnen de planperiode is voorzien dat gestart zal worden met ontwikkelingen in het kader van de IOV en waarvoor de gronden noodzakelijk zullen zijn.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 2.
Verzocht wordt om voor het perceel Pallisaden 10 een agrarisch bouwperceel op te nemen in verband met de mogelijke aankoop.
Reactie: Er zijn geen concrete aanvragen voor het betreffende perceel ingediend en er is geen zicht op concrete plannen. Pas bij daadwerkelijke aankoop en planvorming kan overwogen worden het bestemmingplan voor deze locatie te herzien.
Gevolgen voor het bestemmingsplan. Geen.
Inspraakreactie van Polinder Advies, namens A.F. Daniëls, Barneveldseweg 174 te Nijkerk 3862 PD. Inspreker exploiteert een kwekerij op het betreffende perceel, deze is niet in het bestemmingsplan opgenomen. Verzocht wordt om opname van deze bestemming met een mogelijkheid voor de bouw van een beperkte loods van max. 100m². Reactie: Geconstateerd is dat de kwekerij bestemming niet op een juiste wijze op de plankaart is weergegeven. Gelet op deze bestemming zal ook een beperkte bouwmogelijkheid worden opgenomen in de voorschriften.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing van de plankaart en voorschrift. Inspraakreactie van Polinder Advies, namens L. Bouwman, Barneveldseweg 115 te Nijkerk 3862 PS. 1. Het in het plan opgenomen vierkante meters aan bebouwing is minder dan reeds aanwezig aangezien ook de bedrijfswoning en bijgebouwen meegerekend moeten worden. Daarbij is de
70
oppervlakte van de luifel van het benzinestation niet betrokken. Verzocht wordt om de werkelijke situatie te bestemmen. Reactie: Het opgenomen aantal vierkante meters is wat bedrijfsmatig aan bebouwing aanwezig is. In deze opgenomen vierkante meters wordt echter gerekend zonder bijgebouwen en bedrijfswoning en dit is ook als zodanig in het voorschrift verwoord. Geconstateerd is dat de luifel van het benzinestation als apart onderdeel ontbreekt. Deze zal nog worden toegevoegd. De plankaart zal op onderdelen worden aangepast om alle bedrijfsonderdelen binnen bouwvlak te brengen
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Opnamen bouwmogelijkheid luifel in voorschrift en aanpassing begrenzing perceel. 2.
De hoogtebepalingen zijn niet geschikt voor de bouw van een luifel. Een minimale bouwhoogte van 5.5m is noodzakelijk.
Reactie: De hoogtebepaling wordt geschikt geacht voor een normale bedrijfsvoering. Mocht blijken dat bij vervangende nieuwbouw een hogere maat noodzakelijk is, dan zijn in het plan vrijstellingsmogelijkheden opgenomen welke een hogere maatvoering mogelijk maken.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 3.
In het plan zijn nauwelijks uitbreidingsmogelijkheden voor het bedrijf opgenomen. Feitelijk betekent dit een uitsterfconstructie wat niet wenselijk is gelet op de toekomstige marktontwikkelingen.
Reactie: In het plan zijn voorschriften opgenomen op basis waarvan een beperkte uitbreiding mogelijk is. Mocht deze uitbreiding onvoldoende zijn, dan zal het bedrijf zich dienen te verplaatsen naar een bedrijfsterrein. Uitgangspunt van het ruimtelijk beleid voor het buitengebied is om niet-agrarische bedrijven te weren.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van VanWestreenen, namens A. van Laar, Nw. Voorthuizerweg 26b te Nijkerk. 1. Op de plankaart staat als huisnummer 26c ingetekend, terwijl deze 26b moet zijn. Reactie: Huisnummering wordt conform werkelijke situatie op de plankaart verwerkt.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Plankaart aanpassen voor huisnummering 2.
Het bedrijf voert een melkveehouderij en krijgt in dit bestemmingsplan een woonbestemming. Verzocht wordt om oude bestemming weer op te nemen.
Reactie: Gebleken is dat de juiste bestemming voor het perceel niet goed is ingetekend. Dit zal in het ontwerp worden aangepast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: De plankaart wordt aangepast voor bestemming en bouwblok.
71
Inspraakreactie van VanWestreenen, namens Maatschap J. van der Haar en A. van der Haar-van de Kleut, Hogebrinkerweg 57 te Hoevelaken. Het opgenomen bouwperceel doet geen recht aan de mogelijkheden van het vigerende bestemmingsplan. Het opgenomen bouwperceel biedt geen mogelijkheden voor verdere uitbreiding van het bedrijf en zoals deze ook in het kader van dierwelzijn gerealiseerd moeten worden. Verzocht wordt om handhaving bestaande situatie en bestaande bebouwingsmogelijkheden. Reactie: Het bouwperceel zoals dat is opgenomen is een weergave van de bestaande situatie en deze moet als voldoende worden beschouwd voor de huidige bedrijfsvoering. Het bestemmingsplan biedt mogelijkheden tot vergroting van het bouwperceel indien er concrete plannen voor uitbreiding of aanpassing van de stallen aanwezig zijn. Uiteindelijk biedt dit plan betere bebouwingsmogelijkheden voor de inspreker dan het vigerende bestemmingsplan.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van VanWestreenen, namens J.H. Ridder, Keienweg 17 te Nijkerk. Verzocht wordt om een woonbestemming voor het perceel Keienweg 19. Dit perceel is aangekocht met de intentie de bestaande woning te renoveren of te herbouwen. Het perceel valt reeds onder het overgangsrecht en zou door het opnieuw niet te bestemmen onder het overgangsrecht blijven vallen. In beginsel zou een pand niet tweemaal onder het overgangsrecht gebracht mogen worden. Reactie: Zoals inspreker aangeeft heeft het pand nimmer de bestemming woning gekregen aangezien er in dit pand niet gewoond mag worden. Het permanent bewonen van perceel is in strijd met de voorschriften van het vigerende bestemmingsplan en handhavend zal daar tegen worden opgetreden. De aanwezigheid van de opstal blijft vallen onder het overgangsrecht, maar kan niet positief bestemd worden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van Interfacet Bouwontwikkeling BV, Postbus 83 te Hoevelaken 3870 CB. 1. De vertaling van het streekplan naar het bestemmingsplan is onduidelijk. Reactie: De vertaling streekplan/reconstructieplan is in toelichting op relevante onderdelen uitgewerkt. Op enkele onderdelen zal een nadere verduidelijking worden opgenomen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Op enkele onderdelen wordt de toelichting aangevuld. 2.
Vraag is wat door IMRO gecodeerd en “DURP-PROOF” moet worden uitgevoerd.
Reactie: Imro en DURP hebben betrekking op de technische vormgeving van het bestemmingsplan en de wijze waarop de structuur wordt weergeven en niet op de inhoud. De toelichting zal worden verduidelijkt.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanvulling toelichting 3.
Twijfel is er aan de helderheid voor de burgers in het algemeen en beroepshalve aan de overzichtelijkheid van de juridische uitgangspunten, vooral omdat er geen duidelijk overzicht van de overgangsregeling en opgebouwde jurisprudentie is weergegeven in dit plan.
72
Reactie: In het voorontwerp ontbreekt nog een retrospectieve toets welke nog moet worden opgenomen voor de vaststelling van het bestemmingsplan. Deze kan pas vormgegeven worden nadat alle wijzigingen in het voorontwerp bekend zijn.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Retrospectieve toets opnemen. 4.
Het slagenlandschap in Hoevelaken neemt in kwaliteit af. Beschreven wordt niet op welke wijze hieraan herstel of beleid wil voeren.
Reactie: In onder meer het groenstructuurplan en het Landschapsontwikkelingplan zijn uitvoeringsmaatregelen opgenomen ter bevordering van het landschap. De beleidsuitgangspunten zijn verwerkt in het bestemmingsplan. Bij vrijstelling, wijziging, herziening en nieuwe planontwikkeling geldt de bescherming en herstel van het landschap als voorwaarde. Het beschermen en instandhouding van de karakteristieke landschapelementen is dan ook als doeleinde in de bestemmingomschrijving opgenomen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 5.
Onduidelijk is de status van de voorgenomen nieuwbouw van het Bouwfonds.
Reactie: De voorgenomen nieuwbouw van het Bouwfonds is geregeld is een apart bestemmingsplan dat geen onderdeel uitmaakt van dit bestemmingsplan.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 6.
De omzetting van de agrarische boerderij naar wonen c.q. dubbele bewoning is beschreven maar er ontbreekt de beleidsnotitie van 23 november 1999 over inwoning. Gevraagd wordt of deze notitie niet meer van toepassing is.
Reactie: Het bestemmingsplan regelt in de voorschriften de situatie wanneer er sprake is van inwoning en op welke wijze hiermee dient te worden omgegaan. De notitie is daarom niet meer van toepassing en is al achterhaald door het vigerende bestemmingsplan.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 7.
Gevraagd wordt waarom er een maximum aan inhoud is opgenomen voor woningen en waarom is er niet gekozen voor de landschappelijke kwaliteit en gebonden aan de omvang van het perceel.
Reactie: Het vrijlaten van de inhoudsmaat en dit koppelen aan de omvang van perceel kan leiden tot ongewenste ruimtelijke implicaties. Er zal dan altijd een beperking opgenomen moeten aan de omvang van de woning. Een inhoudsmaat is daarvoor het meest geëigende instrument.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 8.
De inhoud van maximaal 600m³ voor een woning is te weinig en loopt niet parallel met de gemeente Barneveld.
73
Reactie: Een inhoud van 600m³ voor een woning moet voldoende worden geacht voor een woning in het buitengebied en wordt ook in regioverband afgesproken en gehanteerd. Een grotere inhoudsmaat kan leiden tot ongewenste ruimtelijke implicaties in het buitengebied.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 9.
Een beperking naar 60 m² aan bijgebouwen is een vergaande vermindering in meters ten opzichte van de huidige maatstaven. De maat zou minimaal op het huidige niveau teruggebracht moeten worden.
Reactie: 60m² aan bijgebouwen is voldoende gelet op vergunningsvrije bouwwerken. Een grotere maatvoering heeft ruimtelijke implicaties welke negatief kunnen uitpakken. Overigens is in het vigerende bestemmingsplan deze maatvoering ook opgenomen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 10.
Het aanmerken van aanbouwen bij de inhoud van de woning geeft geen juiste veronderstelling van de feiten weer en is ook niet realistisch.
Reactie: Het optellen van de inhoud van aangebouwde bijgebouwen bij de inhoud van de woning vindt alleen plaats indien er een directe verbinding is van het aangebouwde bijgebouw naar de woning. Er wordt dan geen functioneel onderscheidt gemaakt en het gebruik kan gelijk zijn. Het aangebouwde bijgebouw wordt dan beschouwd als uitbouw gelet op de ruimtelijke implicaties.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 11.
De sloop van overtollige bijgebouwen is achterhaald aangezien de ruimte voor ruimte regeling zo goed als afgerond is. De 50% sloopregeling dient beperkt te worden.
Reactie: Met de sloop van overtollige opstallen wordt de gewenste sanering gestimuleerd. De regeling vloeit voort uit vigerend beleid en zal bij functieverandering als uitwerking van het streekplan verscherpt worden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 12.
Niet teruggevonden wordt het kleine kantoorgebruik van de woning. Verzocht wordt dit terug te brengen in het bestemmingsplan en dit los te koppelen aan de inhoud van de woning.
Reactie: Verwezen wordt naar artikel 14, lid 14. Het kantoor mag ook in bijgebouwen plaatsvinden. Er kan geen aparte regeling voor de bouw van kantoren bij woningen worden opgenomen aangezien de toename van gebouwen kan leiden tot ongewenste situaties die nadelig voor het betreffende gebied kunnen zijn.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 13.
Omschrijving van hooibergen, voor burgerwoning als of niet met onderbouwing van opslag schuur op beleidsniveau ontbreekt.
Reactie: De begripsbepaling voor een hooiberg is in art. 1 opgenomen. In de toelichting van het bestemmingsplan zijn de overige elementen uitgebreid opgenomen.
74
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 14.
Kapschuren en mestopslag bij burgerwoningen met agrarische nevenactiviteit ontbreekt.
Reactie: Het gevraagde is opgenomen in artikel 14 lid 2.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 15.
Kuilgras opslag, wat is hier het beleid
Reactie: Het beleid is om de locatie voor kuilgras binnen het bouwperceel te brengen. Eventueel kan later een vrijstelling verleend worden voor de opslag buiten het agrarisch bouwperceel.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 16.
Paardenbakken, in het bouwvlak, doelstelling onduidelijk weegegeven, over bijvoorbeeld een tredmolen wordt niets geschreven.
Reactie: Verwezen wordt naar blz. 84 van toelichting
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 17.
Tennisbanen kunnen nog hogere hekken hebben.
Reactie: Afhankelijk van de situatie en vormgeving kan het hekwerk onder overige andere bouwwerken vallen, waardoor er geen belemmering behoeft op te treden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 18.
Zwembaden, al of niet tijdelijk overkapt worden niet omschreven.
Reactie: Dit is al onderkend, de definitie van een zwembad wordt opgenomen in de begripsbepaling.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Definitie wordt opgenomen in het voorschrift. 19.
Aanleg van paddenpoelen, waterlopen, verhoogde talud vorming en wijzigingen van weiland naar tuininrichting zijn niet duidelijk.
Reactie: Naar ons oordeel is dit duidelijk in de toelichting opgenomen
Gevolgen voor het bestemmingsplan: geen.
75
Inspraakreactie van Stichting Natuur- en Milieuzorg Noordwest-Veluwe, Van Kluijvevelaan 16 te Nijkerk 3862 XG 1. De opgenomen bepalingen voor de hydrologische beschermingszone hebben geen herkenbaar effect op de waterhuishouding. Reactie: De opgenomen plansystematiek geeft voor doeleindenomschrijving alleen aan waarvoor gronden bestemd zijn en wat wel/niet kan. Specifieke beschermingsmaatregelen zijn opgenomen in aanlegvergunningstelsel. Overigens is de waterhuishouding zaak van de waterbeheerders zijnde de provincie en het waterschap.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 2.
Verzocht wordt om aanpassing van de hydrologische beschermingszone aangezien enige percelen in het gebied ten noorden van de Nekkeveldseweg ontbreken. Voorgesteld wordt de begrenzing te corrigeren tot langs de Nekkeveldse weg.
Reactie: De begrenzing van de hydrologische beschermingszone wordt niet door de gemeente aangegeven maar door de waterbeheerders en overige instanties. Wij kunnen het voorstel wel begrijpen maar een verdere uitbreiding van deze zone kan onnodig bezwarend werken voor de agrarische bedrijfsvoering.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 3.
Verzocht wordt om de beide genoemde zoeklocaties voor de agrarische bouwpercelen te laten vervallen.
Reactie: De opname van de 2 zoeklocaties vloeit voort uit het Landinrichting Putten-Nijkerk. Er zijn op de plankaart geen zoeklocaties opgenomen aangezien wij van mening zijn dat er sprake moet zijn van maatwerk en dat eerst onderzocht moeten worden bij concrete plannen of de locaties wel ontwikkeld kunnen worden en of voldaan kan worden aan de in de toelichting genoemde voorwaarden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 4.
Niet alle landschapselementen zijn op de kaart opgenomen en dit wekt verwarring gelet op de voorschriften.
Reactie: Onderkend wordt dat de regeling met betrekking tot landschapselementen onduidelijk kan overkomen. De regeling voor de landschapselementen zal in de toelichting worden aangepast en verduidelijkt.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; De toelichting zal worden aangevuld.
Inspraakreactie van Prinsen Advies, Arnhemseweg 100 te Amersfoort 3817 CK. 1. In het plan wordt alleen gesproken over een functieveranderingsregeling voor agrarische bedrijven en niet voor diverse andere bestemmingen. Dit leidt tot extra herzieningen terwijl wijzigingen ook mogelijk kunnen zijn. Reactie: In het plan is gekozen voor een beperkte opname van bedrijven welke in aanmerking kunnen komen voor functieverandering. De regeling sluit aan op de uitwerking van het streekplan voor functieverandering. Er is gekozen voor een beperkte regeling aangezien functieverandering bij andere
76
bedrijven maatwerk vereist en vaak een andere aanpak vergt die niet via artikel 11 WRO tot stand kunnen komen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 2.
Bij de bestemming bedrijven is de oppervlakte voor bijgebouwen bij bedrijfswoningen niet gedefinieerd. Daarnaast wordt er geen uitbreidingsmogelijkheid voor bedrijven toegestaan wat als te beperkend moet worden aangemerkt.
Reactie: Voor eventuele uitbreiding van de betreffende bedrijven kan in het algemeen gebruik gemaakt worden van artikel 29 lid 1 onder c. Er is geen specifieke vrijstellingsregeling opgenomen aangezien de gemeente een terughoudend beleid wil voeren voor niet-agrarische functies in het buitengebied. Bij verdere groei van het bedrijf zal het bedrijf moeten overwegen om zich te verplaatsen naar de daarvoor geschikte bedrijfsterreinen. Voor de bijgebouwen wordt onderkend dat het betreffende artikel niet volledig is. De oppervlakten van bijgebouwen bij bedrijfswoningen wordt gelijk getrokken aan die van de bestemming wonen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aan voorschrift voor bedrijven wordt oppervlakte voor bijgebouwen toegevoegd. 3.
In de tabel bij bedrijven staan een noot 2 “caravanstalling toegestaan” waarvan geen verwijzing gevonden kan worden bij een van de genoemde bedrijven.
Reactie: De noot heeft betrekking op B79, de verwijzing zal worden toegevoegd.
Gevolgen voor bestemmingsplan; Aanpassing tabel in voorschrift. 4.
De definitie grote woning en de daarbij behorende voorschriften zijn onduidelijk of niet aanwezig.
Reactie: De voorschriften met betrekking tot grote woningen zijn: art. 14 lid 3 onder g sub 2, Wg heeft betrekking op bijgebouwen en de inhoud is geregeld in lid 3 onder b.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 5.
In het plan wordt bij wonen met agrarische nevenactiviteiten een minicamping toegestaan. Dit wordt als onwenselijk aangemerkt zonder dat de belangen van derden kunnen worden afgewogen.
Reactie: Wonen met agrarische nevenactiviteiten wordt gelet op uitstraling (voormalige agrarische bedrijven) gelijk getrokken aan agrarische bedrijven voor wat betreft deze activiteiten. In het algemeen heeft perceel mogelijkheden voor deze beperkte activiteiten, terwijl percelen met de bestemming wonen deze niet hebben.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 6.
Verzocht wordt om in het bestemmingsplan een regeling op te nemen voor het stichten van nieuwe landgoederen.
Reactie: Voor het stichten van een nieuw landgoed is in de toelichting al aangegeven aan welke voorwaarden tenminste moet worden voldaan om in aanmerking te kunnen komen voor het stichten van een nieuw landgoed. Het stichten van een nieuw landgoed vereist maatwerk en daarmee ook een andere aanpak
77
Slechts in beperkte mate zijn nieuwe landgoederen in Nijkerk mogelijk. Naar ons oordeel is dan een planherziening de meest geëigende vorm.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 7.
Geconstateerd wordt dat in de diverse tabellen de opgenomen vierkante meters aan bebouwing niet kloppen. Hierdoor komen opstallen onder het overgangsrecht en dat moet voorkomen worden.
Reactie: Uitgangspunt is dat de tabellen de werkelijk aanwezige legale bebouwing behoren weer te geven. Mocht deze niet correct blijken te zijn, dan zal dit in de betreffende tabel aangepast moeten worden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Zonodig aanpassing tabellen. 8.
Voor bijgebouwen bij woningen wordt afgevraagd of de regeling wel voldoende is. Wat te doen bij een bestemming met meerdere woningen indien één eigenaar meer bouwt of reeds aanwezig heeft dan de opgenomen 60 m² aan bijgebouwen?
Reactie: In deze situatie is al voorzien door opname van artikel art. 14 lid 3 onder g. De voorgestelde splitsing 3w in 3x w is daardoor overbodig en plantechnisch niet noodzakelijk.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 9.
De plankaart vertoont een aantal witte vlekken rond de kernen Nijkerk, Holkerveen, Nijkerkerveen en Hoevelaken. Hierdoor ontstaan twee verschillende planologische regimes voor ogenschijnlijk hetzelfde buitengebied, hetgeen onwenselijk is.
Reactie: Voor de genoemde witte vlekken wordt op korte termijn gestart met een planherziening dat voorziet in de beoogde ontwikkelingen voor deze gebieden. Voor korte termijn kan daarom volstaan worden met 2 planologische regimes, voor zover deze (nog) van toepassing zijn.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van VanWestreenen, namens H. van Dronkelaar, Brandweg 1 te Nijkerk. Perceel heeft een woonbestemming gekregen terwijl het een kalverhouderij is met een aanwezige milieuvergunning. Verzocht wordt op opname agrarisch bedrijf met een aanpassing van het bouwperceel aangezien de uitbreiding buiten het bouwperceel komt te liggen. Reactie: Gebleken is dat de juiste bestemming voor het perceel niet goed is ingetekend. Dit zal in het ontwerp worden aangepast, inclusief aanduiding IV.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Agrarisch bouwperceel met IV wordt opgenomen
Inspraakreactie van VanWestreenen, namens A. Kraay, Keienweg 1a te Nijkerk. Inspreker runt op de percelen Keienweg 1 en 1a een melkrundveehouderij. Voor deze percelen wordt echter een woonbestemming toegekend. Verzocht wordt om een agrarische bestemming op te nemen.
78
Reactie: Gebleken is dat de juiste bestemming voor het perceel niet goed is ingetekend. Dit zal in het ontwerp worden aangepast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Agrarisch bouwperceel wordt opgenomen
Inspraakreactie van W.J. van Middelaar en M.P.J.M. van Middelaar-Hilhorst, Veenwal 14 te Hoevelaken 3871 KG Insprekers zijn eigenaar van percelen met een omvang van 1,9ha en deze percelen zijn al jarenlang in gebruik voor agrarische doeleinden, namelijk het houden van rundvee. Verzocht wordt om de bestemming “wonen met agrarische nevenactiviteiten”. Reactie: De omvang en ligging van het perceel is niet bepalend voor de toekenning van de bestemming. Er is geen milieuvergunning verleend voor het houden van rundvee. Er mag dus van uit worden gegaan dat het hier gaat om het hobbymatig houden van rundvee. Ook onder een woonbestemming is het mogelijk om maximaal 4 koeien te houden
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van M. en B. van Beek, Den Akker 10 te Nijkerk 3862 RB Verzocht wordt om een verschuiving/verandering van het bouwblok. Bij de reactie in hiervoor een schets bijgevoegd. Verzocht wordt om met de begrenzing rekening te houden met de lopende milieuvergunningprocedure. Reactie: Het bouwperceel zal aangepast worden in overeenstemming met het verzoek. Dit is in overeenstemming met de mogelijkheden die het bestemmingsplan al biedt.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Bouwperceel wordt op plankaart aangepast.
Inspraakreactie van Kniestedt, Jacobs & Duijs Advocaten, namens F.K. Bins, Buntwal 14 te Nijkerkerveen 3864 MZ Verzoekt om aanpassing van de aangegeven bestemming van wonen in wonen met agrarische nevenactiviteiten. Inspreker houdt op het betreffende perceel een kleine paardenfokkerij met gemiddeld 10 paarden. Hoewel het bestemmingsplan een paardenfokkerij beschouwd als een agrarische activiteit wordt een agrarische bestemming te zwaar geacht aangezien een paardenfokkerij niet de hoofdactiviteit is. Reactie: Gelet op het aantal nge’s dat bij deze fokkerij aanwezig is en gelet op het verzoek zal de bestemming aangepast worden in wonen met agrarische nevenactiviteiten.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanduiding op plankaart wijzigen in Wa
Inspraakreactie van VOF Lozeman, Slichterhorsterweg 57 te Nijkerk 3862 NP Het ingetekende bouwperceel is niet in overeenstemming met de werkelijke situatie en de verleende milieuvergunning. Verzocht wordt om aanpassing.
79
Reactie: De vergunde situatie is inderdaad niet goed op de plankaart verwerkt. Het bouwblok zal worden aangepast naar de verleende vergunning uit 2005.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Bouwblok aanpassen op plankaart
Inspraakreactie van J. Haverkamp, Meerkoetstraat 24 te Putten 3882 HZ Verzoekt om bedrijfsbestemming voor het perceel Beulekamperweg 14 te Nijkerk. Heeft in verleden melding gedaan voor houtverwerkende bedrijven bij milieubeheer. Is van mening dat, gelet op deze melding, de bestemming wonen onjuist is. Ook zou het bouwblok verkeerd zijn ingetekend aangezien niet alle bebouwing binnen het bouwblok valt. Reactie: Tijdens controles is gebleken dat de activiteiten alleen als hobbymatig zijn aan te merken en dat er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden. Er is dan ook geen reden om de bestemming te wijzigen. Bestemmingsvlak kan aangepast worden om de 2 kleine opstallen binnen het vlak te brengen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing plankaart, geen wijziging bestemming
Inspraakreactie van A. van Meerveld, Prinsenweg 30a en B. Wouters, Prinsenweg 30 te Nijkerk 3862 PW 1. De huisnummering op de plankaart correspondeert niet met de gebouwen. Deze zijn verwisseld. Reactie: Huisnummering blijkt inderdaad niet juist op de plankaart te zijn opgenomen. Deze zal worden aangepast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Plankaart wordt aangepast 2.
Aan de percelen is een verkeerde bestemming toegekend. Het bedrijf heeft een recente milieuvergunning en is agrarisch. Verzocht wordt de werkelijke situatie op te nemen: een agrarisch bedrijf met 2 bedrijfswoningen. De caravanstalling is waarschijnlijk tijdelijk van aard en zal mogelijk worden afgestoten.
Reactie: Inderdaad is bij de opname op de plankaart geen rekening gehouden met de recente milieuvergunning. De werkelijke situatie zal op de plankaart worden opgenomen in overeenstemming met de verleende milieuvergunning. Gelet op de tijdelijkheid van de caravanstalling zal deze niet meer worden opgenomen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Een agrarisch bouwperceel opnemen overeenkomstig milieuvergunning
Inspraakreactie van A.Th. van Hamersveld, Palissaden 2 te Nijkerk 3861 PJ Verzoekt op opname met bestemming wonen met agrarische nevenactiviteiten in plaats van wonen, gelet op het aantal aanwezige stuks jongvee. Reactie: Gelet op de aanwezige milieuvergunning met 5,5 nge is inderdaad de bestemming Wonen met
80
agrarische nevenactiviteiten, gelet op de gehanteerde plansystematiek, de juiste bestemming. De plankaart zal aangepast worden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Bouwblok wordt overeenkomstig milieuvergunning ingetekend met aanpassing bestemming.
Inspraakreactie van LTO Noord, namens W.J. Doornekamp, Veenwal 18 te Hoevelaken 3871 KG Perceel heeft Wa bestemming gekregen terwijl er een milieuvergunning aanwezig was voor een agrarisch bedrijf. Er is slechts wegens omstandigheden een tijdelijk verminderd veeaantal. Er is nog steeds sprake van een reële activiteit en de locatie heeft de uitstraling van een agrarisch bedrijf. De omvang is zodanig groot dat niet gesproken kan worden van een hobbymatig karakter. Reactie: Tijdens meerdere controles is gebleken dat er geen agrarische activiteiten meer plaatsvinden. In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient een juiste bestemming aan het pand gegeven te worden indien blijkt dat de vroegere functie niet meer wordt uitgeoefend. Naar aanleiding van de inspraakreactie heeft op 10 mei 2007 een controle plaatsgevonden. De uitkomsten van deze controle zijn zodanig dat de bestemming gewijzigd zal worden in agrarisch.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Bouwperceel wordt op plankaart opgenomen.
Inspraakreactie van LTO Noord, namens A. van Laar, Voorthuizerweg 26b te Nijkerk 3862 RW 1. Op het perceel is een agrarisch bedrijf gevestigd dat gelet op het aantal nge’s en de milieuvergunning als een volwaardig bedrijf moet worden aangemerkt. Op de plankaart ontbreekt het agrarisch bedrijf. Verzocht wordt om opname van een agrarisch bouwperceel met groeimogelijkheden voor de toekomst. Reactie: Gebleken is dat het bedrijf niet goed vermeld staat op de plankaart. Dit zal gecorrigeerd worden. Ingetekend zal worden als bouwperceel hetgeen op de milieuvergunning is aangegeven. Vergroting van het bouwperceel kan plaatsvinden bij aantoonbare plannen. Deze mogelijkheid is in het plan opgenomen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Agrarisch bouwperceel op plankaart opnemen. 2.
Het perceel Prinsenweg 7 heeft geen nadere aanduiding of bestemming gekregen terwijl er wel een opstal staat en de mogelijkheid voor de bouw van een woning aanwezig is geweest. Verzocht wordt om opname woonbestemming.
Reactie: In de voorgaande plannen heeft het perceel geen woonbestemming gehad noch gekregen. Er is een geen reden aanwezig om een woonbestemming op te nemen. Opname van een woonbestemming moet aangemerkt worden als een verdere uitbreiding van burgerbebouwing in het buitengebied, hetgeen ongewenst is.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen.
81
Inspraakreactie van LTO Noord, namens P. van Leeuwen Boomkamp, Slichterhorsterweg 69 te Nijkerk 1. Voor het perceel Slichterhorsterweg 69 ontbreekt het agrarisch bouwperceel terwijl op dit perceel een akkerbouwbedrijf gevestigd is met meer dan 100 nge’s. Verzocht wordt om opname van een bouwperceel voor alle bedrijfsonderdelen. Reactie: Geconstateerd is dat voor dit perceel het agrarisch bouwblok ontbreekt. Plankaart zal worden aangepast naar de situatie in overeenstemming met de werkelijke bedrijfsvoering, inclusief de inpassing van de paardenbak.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Agrarisch bouwperceel opnemen op plankaart. 2.
Voor de woning Slichterhorsterweg wordt verzocht om deze aan te merken als Wg of voor de aanduiding “landgoed” aangezien dit meer recht zou doen aan de bestaande situatie.
Reactie: Er zijn geen redenen aanwezig om een afwijkende bestemming voor het pand op te nemen. Dat het pand een afwijkend karakter heeft behoeft niet te betekenen dat een afwijkende bestemming toegekend moet worden indien het pand voldoet aan de eisen welke in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Aan het opnemen van de aanduiding landgoed zijn nadere eisen verbonden. Inspreker heeft niet aangetoond dat voldaan kan worden aan de voorwaarden welke zijn opgenomen in de toelichting van het bestemmingsplan.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van R.H.W. van Dusschoten, Keienweg 10 te Nijkerk 3861 MT In het bestemmingplan heeft het perceel een woonbestemming gekregen terwijl het een agrarisch bedrijf is. Verzoekt om aanpassing plankaart. Reactie: De omvang van de veestapel volgens de aanvraag om een milieuvergunning is niet zodanig dat gesteld kan worden dat er sprake is van een agrarisch bedrijf. Volgens de plansystematiek dient echter wel de bestemming wonen met agrarische nevenactiviteiten opgenomen te worden. Mocht blijken dat inspreker door kan groeien naar een agrarisch bedrijf bij concrete aanvragen, dan biedt het plan de mogelijkheid om dit te realiseren.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Plankaart wordt aangepast, perceel krijgt Wa bestemming.
Inspraakreactie van J. Graaskanp, namens K. Meerveld, Weldammerlaan 9 te Hoevelaken De aanduiding P van paardenhouderij ontbreekt op de plankaart terwijl deze wel in de milieuvergunning uit 2005 is opgenomen. Tevens ontbreken bestaande opstallen op de plankaart. Reactie: De bestemming zal in overeenstemming gebracht worden met de milieuvergunning. Dat op de ondergrond opstallen ontbreken is inderdaad mogelijk, maar dat heeft geen gevolgen voor de omvang het perceel noch aan de functie. Het ontbreken van opstallen is een zaak waarin de gemeente geen invloed kan uitoefenen omdat deze gegevens door andere overheden/partijen worden aangeleverd.
Gevolgen voor de plankaart: Letter P op plankaart opnemen.
82
Inspraakreactie van G. van Meerveld, Slichterhorsterweg 59 te Nijkerk 3862 NP Op de plankaart is het bedrijf opgenomen als zijnde 2 burgerwoningen, terwijl er sprake is van een agrarisch bedrijf. Reactie: De opname van 2 burgerwoningen is niet correct. Er zal een agrarisch bouwperceel ingetekend worden in overeenstemming met de verleende milieuvergunning inclusief de 2 bedrijfswoningen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Agrarisch bouwperceel opnemen op plankaart.
Inspraakreactie van A.H. Eskamp, Hoevelakenseweg 12 te Nijkerkerveen 3864 MN Op de plankaart is een woonbestemming opgenomen terwijl het perceel aangekocht is op basis van de oude bestemming zijnde agrarisch. De aankoop houdt verband met de agrarisch activiteiten die ontwikkeld gaan worden, zijnde de aankoop, het beleren en de verkoop van paarden. Tevens wordt verzocht om vergroting van het bouwblok in verband met de voorgenomen bouw van een paardenhal. Reactie: Gezien de ingediende milieuvergunning en de voorgaande bestemming kan de aangegeven bestemming gewijzigd worden. Het bouwperceel zal ingetekend worden in overeenstemming met de milieuvergunning.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Agrarisch bouwperceel opnemen overeenkomstig milieuvergunning
Inspraakreactie van J. Ridderhof, Geerstuk 18 te Barneveld 3773 DC Voor het perceel Den Akker 13 is de bestemming gewijzigd van agrarisch naar wonen. Weliswaar is er nu geen agrarisch bedrijf actief maar het perceel kan verkocht worden als agrarisch. Verzocht wordt om handhaving agrarisch bestemming. Reactie: Voor het bedrijf is nooit een milieuvergunning afgegeven voor het bedrijfsmatig houden van dieren. De hoeveelheid grond is niet bepalend in de toekenning van de bestemming. In het voorgaande plan uit 2001 was aan het perceel een Wonen plus bestemming toegekend. Gelet op de toenmalige voorschriften konden er hobbymatig dieren gehouden worden. Onder de woonbestemming is dit nog steeds mogelijk tot 5 nge’s. Mocht het perceel verkocht kunnen worden aan een agrariër dan kan overwogen worden om de bestemming te herzien. Er dient dan wel sprake te zijn van onder meer een volwaardig agrarisch bedrijf.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen.
Inspraakreactie van H. van Esveld, Buntwal 12 te Nijkerkerveen 3864 MZ Bestemming van perceel is veranderd van wonen met agrarische nevenactiviteiten naar wonen. Gelet op de milieuvergunning zou dit niet correct zijn. Reactie: Er zit een milieuvergunning op voor het houden van 8 zoogkoeien. Dit komt overeen met 2,2 nge. Onder een woonbestemming mag 5 nge gehouden worden wat als hobbymatig wordt aangemerkt. Gelet op de gehanteerde plansystematiek is er geen noodzaak aanwezig om de bestemming te veranderen in wonen met agrarische nevenactiviteiten.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen.
83
Inspraakreactie van Accon Avm, namens G. van Wikselaar, Prinsenweg 55a te Nijkerk Bedrijf heeft geen agrarische bestemming meer gekregen aangezien de omvang te klein zou zijn om als agrarisch te worden aangemerkt. Middels berekeningen wordt aangetoond dat er sprake zou zijn van meer dan 20 nge’s. Inspreker verzoekt om opname van agrarisch bedrijf met vermelding IV. Reactie: Gelet op de aanwezige milieuvergunning en de berekeningen voor de nge’s wordt de bestemming gewijzigd in agrarisch. Omvang van het bouwperceel wordt in overeenstemming met de verleende milieuvergunning.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Agrarisch bouwperceel met iv wordt opgenomen op plankaart.
Inspraakreactie van J. Graaskamp, namens T. van Laar, Voorthuizerweg 2 te Nijkerk Verzocht wordt om vergroting van het bouwblok met 25 meter en 50 meter in verband met de plannen voor uitbreiding van het aantal paarden. Reactie: Agrarisch bouwperceel hoort in overeenstemming te zijn met de verleende milieuvergunning. Bij concrete ontwikkelingen kan het bouwperceel aangepast en vergroot worden. Het bestemmingsplan biedt hiervoor voldoende mogelijkheden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van J. van Dijk, Slichterhorsterweg 18c te Nijkerk Het perceel heeft een woonbestemming gekregen terwijl het agrarische bedrijf normaal in werking is. Verzoekt opname bouwperceel conform milieuvergunning. Reactie: Het aanmerken van het perceel voor wonen is niet correct en zal gewijzigd worden in agrarisch met aanduiding iv.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Op plankaart wijzigen in agrarisch met bijbehorend bouwperceel
Inspraakreactie van R. Baatje, Hoevelakerveenweg 14 te Hoevelaken. De agrarische bestemming is gewijzigd in wonen. Het bedrijf is echter nog in werking. Verzocht wordt om agrarische bestemming op te nemen. Reactie: Aan het perceel zal geen agrarische bestemming worden toegekend. De gehanteerde plansystematiek geeft aan dat bij een omvang van minder dan 20 nge’s wel de bestemming wonen met agrarische nevenactiviteiten kan worden opgenomen. De bestemming wonen is dan onjuist en zal gewijzigd worden in wonen met agrarische nevenactiviteiten.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Aanduiding op plankaart wijzigen van W in Wa
84
Inspraakreactie van J. Graaskamp, namens R. Baatje, Hoevelakerveenweg 14 te Hoevelaken De agrarische bestemming is gewijzigd in wonen. Het bedrijf is echter nog in werking. Verzocht wordt om agrarische bestemming op te nemen. Reactie: Aan het perceel zal geen agrarische bestemming worden toegekend. De gehanteerde plansystematiek geeft aan dat bij een omvang van minder dan 20 nge’s wel de bestemming wonen met agrarische nevenactiviteiten kan worden opgenomen. De bestemming wonen is dan onjuist en zal gewijzigd worden in wonen met agrarische nevenactiviteiten.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Aanduiding op plankaart wijzigen van W in Wa
Inspraakreactie van J. Graaskamp, namens J.C. van Hierden, Nw. Voorthuizerweg 15 te Nijkerk Verzocht wordt om uitbreiding van het bouwperceel in verband met de toekomstplannen en vanwege het uitgangspunt dat de kuilplaten en sleufsilos binnen het bouwperceel dienen te liggen. Het bouwperceel is hierdoor niet in overeenstemming met de milieuvergunning Reactie: Gelet op de concrete plannen welke al verwerkt zijn in de milieuaanvraag, kan op basis van de uitgangspunten van het bestemmingsplan, het bouwperceel vergroot worden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Omvang bouwperceel aanpassen
Inspraakreactie van J. Graaskamp, namens D. van Hierden, Schoenlapperweg 13a te Nijkerk 3862 PL 1. Het agrarisch bouwblok tegenover het perceel Schoenlapperweg 13a is uit het bestemmingsplan gehaald terwijl deze wel in het plan van 2001 is opgenomen. Dit bouwblok moet behouden blijven in verband met de expansiemogelijkheden. Reactie: Het reconstructieplan bepaald dat slecht het bouwblok met de daarbij behorende bebouwingsmogelijkheden die als recht zijn opgenomen in het vigerende bestemmingsplan overgenomen moet worden in het thans in procedure zijnde plan. Een verwijzing naar een bestemmingsplan dat vernietigd is door de Raad van State kan dan ook niet gehonoreerd worden. Overigens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden om het bouwperceel aan te passen bij concrete uitbreidingsplannen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 2.
Het agrarisch bouwblok Schoenlapperweg 9 is te klein ingetekend. Het bouwblok dient ten minste 1,5 ha te worden. De vergroting is noodzakelijk omdat gedacht wordt om in de toekomst bijproducten te gaan voeren aan de vleesvarkens en daarvoor kuilplaten en sleufsilo’s moeten komen.. Deze dienen zoals het bestemmingsplan aangeeft binnen het bouwblok te worden aangelegd.
Reactie: Er kunnen geen bouwblokken worden toegewezen op basis van gedachtes van bedrijven. Als er geen concrete plannen zijn met een bijbehorende milieuvergunningsaanvraag wordt het bouwblok niet gewijzigd. Uit onze stukken is gebleken dat het bouwblok voldoende groot moet worden geacht voor de opstallen behorende bij de milieuvergunning en daarmee in overeenstemming is.
85
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van W. de Greef, ’t Woud 4 te Nijkerk 3862 PM Er is een fout geconstateerd in de bestemming. Er is alleen de bestemming wonen aangeduid terwijl dit wonen met agrarische nevenactiviteiten dient te zijn. Er zijn meer dan 5 nge’s aanwezig. Reactie: Hoewel de veebezetting niet in overeenstemming met de milieuvergunning is zal de bestemming aangepast worden in overeenstemming met de geldende milieuvergunning. Een agrarisch bouwperceel zal worden opgenomen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Agrarisch bouwperceel opnemen op plankaart.
Inspraakreactie van VanWestreenen, namens dhr. Niebeek, Achterduyst 4 te Nijkerk Het bouwperceel heeft voldoende omvang echter is het ongunstig vormgegeven op te plankaart. Verzocht wordt om aanpassing van de vormgeving in verband met de concrete bouwplannen. Reactie: Het bouwperceel kan worden aangepast aan de gewenste situatie.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Bouwperceel zal op plankaart worden aangepast
Inspraakreactie van T.J. de Kruijff, Penningweg 10 te Hoevelaken 3871 KS Heeft bestemming wonen gekregen terwijl dit volgens de plansystematiek wonen met agrarische nevenactiviteiten moet zijn. Het aantal nge’s bedraagt tussen de 5 en 20 aangezien er 4 paarden aanwezig zijn. Voorst wordt verzocht om de begrenzing van de bouwpercelen tussen Penningweg 10 en 12 te wijzigen. Reactie: De aangegeven bestemming is niet in overeenstemming met de gekozen plansystematiek en behoort te worden gewijzigd in wonen met agrarische nevenactiviteiten. Tevens zal het bestemmingsvlak gewijzigd worden om de paardenbak binnen het bestemmingsvlak te brengen overeenkomst de uitgangspunten van het bestemmingsplan.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Bestemming + perceel wordt gewijzigd op plankaart.
Inspraakreactie van Makelaardij Aart van den Bor, namens H. Hijwegen, Schoolstraat 113a te Nijkerkerveen. Verzocht wordt om handhaving van de bestaande bestemming. Op de plankaart zijn de eigendommen toegevoegd aan de buren. Reactie: Inderdaad is het perceel niet goed bestemd opgenomen op de plankaart. Dit zal worden gecorrigeerd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Bestemmingsvlak aanpassen
86
Inspraakreactie van VanWestreenen, namens D.M. Davelaar, Schoolstraat 113 te Nijkerkerveen. Een gedeelte van het agrarische bouwperceel is gelegd op gronden die niet in eigendom zijn. Verzoekt om aanpassing bouwperceel. Reactie: Inderdaad is het perceel niet goed bestemd opgenomen op de plankaart. Dit zal worden gecorrigeerd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Bestemmingsvlak aanpassen
Inspraakreactie van Van Westreenen, namens R.J. Hiensch, Vrouwenweg 8 en 8a te Nijkerkerveen. 1. Op de plankaart blijkt de kleine woning die naast de hoofdwoning aanwezig is niet bestemd te zijn. Verzocht wordt om opnamen kleine woning. Reactie: Inderdaad blijkt de kleine woning niet te zijn opgenomen. Deze wordt alsnog toegevoegd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Kleine woning opnemen op plankaart. 2.
In augustus 2006 is voor het bedrijf een nieuwe milieuvergunning afgegeven. Echter er ontbreekt een agrarisch bouwperceel op de plankaart. Er is alleen een bestemming wonen met agrarische nevenactiviteiten toegekend.
Reactie: Gelet op de recente milieuvergunning zal de bestemming gewijzigd worden en een bouwperceel wordt toegekend in overeenstemming met de milieuvergunning.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Agrarisch bouwperceel op plankaart opnemen
Inspraakreactie van VanWestreenen, namens J.R. Plezier, Schoenlapperweg 2b te Nijkerk. 1. De huidige vorm van het bouwperceel staat de realisatie van de voorgenomen uitbreiding in de weg waarvoor al een milieuvergunning is aangevraagd. Reactie: De vorm van het bouwperceel kan worden aangepast in overeenstemming met de milieuaanvraag.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing vorm bouwperceel op plankaart. 2.
Op de plankaart is het bouwperceel kleiner ingetekend dan wat op het vigerende plan is ingetekend. Verzoekt om gelijke omvang.
Reactie: Niet alleen de omvang van het bouwperceel maar ook de bebouwingsmogelijkheden uit het vigerende plan zijn maatgevend voor de opname in het onderliggende plan. Het bouwperceel zal worden aangepast gelet op de aanwezige milieuvergunning.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing omvang bouwperceel op plankaart.
87
Inspraakreactie van VanWestreenen, namens Maatschap E.J. en W. Versteeg, Schoenlapperweg 2a te Nijkerk Op de plankaart is een ontoereikend bouwperceel ingetekend gelet op de vergunde rechten. Verzoekt om aanpassing bouwperceel. Reactie: Het bouwperceel zal aangepast worden en in overeenstemming worden gebracht met de verleende milieuvergunning.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing omvang bouwperceel op plankaart
Inspraakreactie van VanWestreenen, namens Maatschap W. en G. de Graaf, Palissaden 12 te Nijkerk De nieuwe reeds gerealiseerde stal is niet opgenomen in het bouwperceel. Verzocht wordt om aanpassing van het bouwperceel. Reactie: Inderdaad is het perceel niet goed bestemd opgenomen op de plankaart. Dit zal worden gecorrigeerd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Bouwperceel aanpassen op plankaart
Inspraakreactie van VanWestreenen, namens E. van Dronkelaar, Veenhuis 3 te Nijkerk. De nieuwe reeds gerealiseerde stal is niet opgenomen in het bouwperceel. Verzocht wordt om aanpassing van het bouwperceel. Reactie: Inderdaad is het perceel niet goed bestemd opgenomen op de plankaart. Dit zal worden gecorrigeerd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Bouwperceel aanpassen op plankaart.
Inspraakreactie van E. Vos en J. Koller, Laakweg 47 te Hoevelaken 3871 LB. Toegezegd is dat het bouwperceel te verleggen zodat de bouw van een garage mogelijk gemaakt zou worden. Dit heeft niet plaatsgevonden. Reactie: Inderdaad is toegezegd dat het bouwperceel verlegd zou worden. Dit is echter niet goed op de plankaart verwerkt en zal alsnog dienen plaats te vinden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing bestemmingsvlak op plankaart.
Inspraakreactie van VOF C. en M. van Hierden, Nw. Voorthuizerweg 15a te Nijkerk Verzoekt om aanpassing van het bouwperceel. Er ligt een aanvraag om een milieuvergunning voor het uitbreiden van de varkenshouderij. In de komende jaren is voorzien in een verdere uitbreiding. Reactie: Het bouwperceel kan worden aangepast en in overeenstemming gebracht worden met de lopende milieuaanvraag. Het bouwperceel zal echter niet worden aangepast voor mogelijke toekomstige
88
uitbreidingen. Pas bij concrete plannen kan het plan worden aangepast. Het bestemmingsplan biedt daarvoor voldoende mogelijkheden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassen bouwperceel op plankaart Inspraakreactie van J. Graaskamp, namens VOF C. en M. van Hierden, Nw. Voorthuizerweg 15a te Nijkerk. Verzoekt om aanpassing van het bouwperceel. Er ligt een aanvraag om een milieuvergunning voor het uitbreiden van de varkenshouderij. In de komende jaren is voorzien in een verdere uitbreiding.
Reactie: Het bouwperceel kan worden aangepast en in overeenstemming gebracht worden met de lopende milieuaanvraag. Het bouwperceel zal echter niet worden aangepast voor mogelijke toekomstige uitbreidingen. Pas bij concrete plannen kan het plan worden aangepast. Het bestemmingsplan biedt daarvoor voldoende mogelijkheden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassen bouwperceel op plankaart
Inspraakreactie van W.W. van Beek, Vrouwenweg 11 te Nijkerkerveen 3864 DX. Verzocht wordt om aanpassing van het bestemmingsvlak wonen, zodat de begrenzing gelijk getrokken kan worden met de naastgelegen woningen. Reactie: Er is geen bezwaar tegen de aanpassing van het bestemmingsvlak zodat dit gelijk wordt aan de naastgelegen woningen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing bestemmingsvlak op plankaart
Inspraakreactie van C. en R. van Dijkhuizen, Bunschoterweg 47 te Nijkerk. In verband met de bouw van een nieuwe loods blijkt dat het bouwblok te kort is. Verzocht wordt om aanpassing bouwblok. Reactie: Aangezien het plan past binnen het opgenomen bouwperceel is er geen noodzaak voor aanpassing plankaart.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van H. van de Braak, Den Akker 12 te Nijkerk. 1. In het kader van de Ruimte voor Ruimte regeling is het bedrijf beeindigd en opgekocht. Er is toegezegd dat 2 stallen van 100m² per stuk zou mogen worden teruggebouwd. Dit is niet mogelijk gemaakt in het plan. Verzocht wordt om aanpassing. Reactie: Bij bedrijfsbeëindiging en sloop van de agrarische opstallen worden de voorschriften voor wonen van toepassing verklaard, aangezien de bestemming gewijzigd dient te worden. Bij nieuwbouw zijn alleen opstallen mogelijk met een maximum oppervlakte van 60m² wat verhoogd kan worden naar 75m² na het verlenen van een vrijstelling. Van een toezegging door of namens het college is niet gebleken.
89
Daarnaast moet het houden van 20 paarden aangemerkt worden als een volwaardig agrarisch bedrijf. Gelet op de beëindiging van het agrarische bedrijf in het kader van de Ruimte voor Ruimte regeling, kan er geen nieuw agrarisch bedrijf gevestigd worden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 2.
In mei 2006 is er vergunning aangevraagd voor een kwekerij. Deze is niet op de plankaart opgenomen.
Reactie: De kwekerij zal alsnog op de plankaart worden opgenomen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Kwekerij opnemen op plankaart en in voorschriften.
Inspraakreactie van P.J. Smit, Klaarwaterweg 9 te Nijkerkerveen. Op de plankaart staan 3 woningen vermeld terwijl in het kader van de Nijkerkerveenregeling een vierde gebouwd is. Verzoekt om opname nr. 15. Reactie: Inderdaad is de woning niet goed bestemd opgenomen op de plankaart. Dit zal worden gecorrigeerd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aantal toegestane woningen aanpassen op plankaart.
Inspraakreactie van Amnicus Architecten, namens Van den Bor Pluimveeslachterij, Amersfoortseweg 118 te Nijkerkerveen Verzocht wordt om aanpassing bestemmingsvlak. Het naastgelegen terrein is in gebruik als bedrijfsterrein ten behoeve van het parkeren van vrachtwagens. Reactie: Het naastgelegen terrein is niet opgenomen in de verleende milieuvergunning en kan niet worden opgenomen gelet op de naastgelegen woningen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen.
Inspraakreactie van J. Overeem, ’t Woud 6b te Nijkerk 3862 PM Verzocht wordt om het mogelijk te maken dat 2 van de 3 bedrijfsonderdelen op de verschillende locaties gesloten worden en dat via de concentratieregeling uit het Reconstructieplan op de derde locatie een groot bouwblok opgenomen kan worden. Voor de leegkomende locaties zullen de agrarische opstallen gesloopt worden en verzocht wordt om 2 extra bouwkavels. De locatie Schoenlapperweg 15 is een burgerwoning en 15a is legale woning. Deze staan niet goed ingetekend. Reactie: Ingestemd kan worden met de concentratie van het agrarische bedrijf op één locatie. Via de concentratieregeling zal het agrarisch bouwperceel op Schoenlapperweg 17 vergroot worden. De voorgestelde ontwikkeling met de daarbij behorende opstallen kunnen dan binnen het bouwperceel gerealiseerd worden. Met de 2 nieuwe woningen kan niet worden ingestemd. De uitwerking van het streekplan Gelderland betreffende functieverandering spreekt over bedrijfsbeëindiging. In deze situatie is niet sprake van bedrijfsbeëindiging maar van verplaatsing van bedrijfsonderdelen naar een nieuwe locatie, waarbij op de nieuwe locatie het agrarisch bouwperceel extra vergroot kan worden.
90
Gevolgen voor het bestemmingplan: Voor Schoenlapperweg 15, 15a en ’t Woud 6b een woonbestemming opnemen en geen nieuwe kavels en voor Schoenlapperweg 17 een vergroot agrarisch bouwperceel opnemen.
Inspraakreactie van J. Graaskamp, namens D. van Hieden, Schoenlapperweg 9 te Nijkerk Verzocht wordt om uitbreiding van het bouwperceel in verband met toekomstige ontwikkelingen. Reactie: Er kunnen geen bouwblokken worden toegewezen op basis van gedachtes van bedrijven. Als er geen concrete plannen zijn met een bijbehorende milieuvergunningaanvraag wordt het bouwblok niet gewijzigd. Uit onze stukken is gebleken dat het bouwblok voldoende groot moet worden geacht voor de opstallen behorende bij de milieuvergunning en daarmee in overeenstemming is.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. Inspraakreactie van J. Graaskamp, namens R. Baatje, Hoevelakerveenweg 14 te Hoevelaken 1. Voor de veehouderij ontbreekt de aanduiding iv. Reactie: Aan het perceel zal geen agrarische bestemming worden toegekend. De gehanteerde plansystematiek geeft aan dat bij een omvang van minder dan 20 nge’s wel de bestemming wonen met agrarische nevenactiviteiten kan worden opgenomen. De bestemming wonen is dan onjuist en zal gewijzigd worden in wonen met agrarische nevenactiviteiten.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Aanduiding op plankaart wijzigen van W in Wa 2.
Verzocht wordt om aanpassing van de begrenzingen van de dierenbegraafplaats en het bestemmingsvlak wonen. Tevens zijn de hondenkennels niet ingetekend.
Reactie: De begrenzingen tussen de verschillende bestemmingen zullen worden aangepast en op de plankaart worden ingetekend. Dat niet alle bebouwing op de plankaart is opgenomen is correct. Dat is echter een zaak waar de gemeente geen invloed op kan uitoefenen. Overigens is het voor het bestemmingsplan niet direct een noodzakelijkheid om alle opstallen ingetekend te hebben. De verleende rechten komen niet te vervallen.
Gevolgen voor het bestemmingplan: Aanpassing van de plankaart voor wat betreft de begrenzingen. 3.
Verzocht wordt om een familiegraf op de dierenbegraafplaats mogelijk te maken.
Reactie: Het betreft een begraafplaats voor dieren en is geen algemene begraafplaats. Het opnemen van een familiegraf binnen de bestemming dierenbegraafplaats kan niet overwogen worden en valt buiten de reikwijdte van het bestemmingsplan buitengebied.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van W.J. van Soeren, Klaarwaterweg 13 te Nijkerkerveen Aangegeven wordt dat op het perceel een elektrotechnisch bedrijf gevestigd is, dit is echter onjuist, het is een loodgietersbedrijf. Niet alle bebouwing is op de kaart aangegeven.
91
Reactie: De aanduiding binnen het voorschrift zal op dit punt gewijzigd worden. Dat niet alle bebouwing op de plankaart is opgenomen is correct. Dat is echter een zaak waar de gemeente geen invloed op kan uitoefenen. Overigens is het voor het bestemmingsplan niet direct een noodzakelijkheid om alle opstallen ingetekend te hebben. De verleende rechten komen niet te vervallen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Voorschrift wordt aangepast. Inspraakreactie van J. Graaskamp, namens J. van de Haar, Hogebrinkerweg 57 te Hoevelaken Het opgenomen bouwperceel doet geen recht aan de mogelijkheden van het vigerende bestemmingsplan. Het opgenomen bouwperceel biedt geen mogelijkheden voor verdere uitbreiding van het bedrijf en zoals deze ook in het kader van dierwelzijn gerealiseerd moeten worden. Verzocht wordt om handhaving bestaande situatie en bestaande bebouwingsmogelijkheden. Reactie: Het bouwperceel zoals dat is opgenomen is een weergave van de bestaande situatie en deze moet als voldoende worden beschouwd voor de huidige bedrijfsvoering. Het bestemmingsplan biedt mogelijkheden tot vergroting van het bouwperceel indien er concrete plannen voor uitbreiding of aanpassing van de stallen aanwezig zijn. Uiteindelijk biedt dit plan betere bebouwingsmogelijkheden voor de inspreker dan het vigerende bestemmingsplan.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van J.R.N. Westhof, Schoolstraat 63 te Nijkerkerveen 3864 MB Op de plankaart is 5w aangegeven terwijl deze 6w moet zijn. Tevens wordt verzocht om een kleine aanpassing van het bouwblok. Reactie: De plankaart zal op beide punten worden aangepast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Aanpassing plankaart.
Inspraakreactie J. Grasskamp, namens D. van Hierden, Schoenlapperweg 13a te Nijkerk Tegenover het bedrijf is het bouwblok verwijderd. Op deze locatie zou men graag een derde bedrijfswoning willen realiseren. Verzocht wordt om opname bouwblok. Reactie: Het opnemen van een extra bedrijfswoning is pas mogelijk indien door middel van onder andere een bedrijfsplan is aangetoond dat deze bedrijfswoning noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering. Omdat dit niet is aangetoond kan geen medewerking verleend worden aan het verzoek.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. Inspraakreactie van Cumela, namens K. Moster, Domstraat 60 te Nijkerkerveen 1. Verzocht wordt om in plaats van alleen de transportbestemming ook de andere activiteiten van het bedrijf zoals deze in de naam zijn genoemd op te nemen in het bestemmingsplan. Reactie: Uit de milieuvergunning blijkt dat er sprake is van een handels- en transportonderneming maar niet van een loonbedrijf of machinehandel. De bestemmingsaanduiding zal dan niet gewijzigd worden.
92
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen 2.
Verzocht wordt om het bedrijf voor de komende jaren “niet op slot” te zetten qua vestigingsen stallingsmogelijkheden. Verzocht wordt om, gemakshalve op voorhand uitgaande van de 20%-uitbreiding, de maximale oppervlakte aan gebouwen en overkappingen, op 3.000m² vast te stellen.
Reactie: De gevraagde 3000m² is meer dan de bestaande situatie. Uitgangspunt voor het bestemmingsplan is dat de bestaande situatie kan worden opgenomen en slechts bij aangetoonde noodzaak kan plan op dit punt worden aangepast en niet op basis van eventuele toekomstige en mogelijk ongewenste ontwikkelingen. De in het streekplan opgenomen 20%-regeling gaat uit van een vrijstellingsregeling waarbij alle belangen overwogen dienen te worden bij concrete verzoeken om uitbreiding. Op voorhand kan dan ook niet worden uitgegaan dat de 20% vrijstelling dan ook wel verleend zal worden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. 3.
Verzocht wordt om het artikel 15, lid 5 aan te passen waarin vermeld is dat buitenopslag slechts mogelijk is na verlenen van een vrijstelling. Uitgegaan moet worden dat buitenopslag inherent is aan de aard van de activiteiten welke overeenkomstig de bestemming zijn toegestaan of voor zover zijn vergund overeenkomstig de Wet Milieubeheer.
Reactie: Er is geen noodzaak aanwezig om de vrijstellingbepaling aan te passen. Doelstelling van het bestemmingplan is dat in principe alle opslag overkapt dient te worden. Slechts bij uitzondering en als blijkt dat de buitenopslag kan worden ingepast in de omgeving kan buitenopslag onder voorwaarden worden toegestaan. Verdere verrommeling van het buitengebied dient te worden voorkomen. Bestaande rechten worden door opname van deze vrijstellingsbepaling niet aangetast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen. Inspraakreactie van E. Blokhuis, Slichterhorsterweg 65 te Nijkerk 3862 NP Opgemerkt wordt dat niet alle bouwwerken en sleufsilo's binnen het bouwperceel liggen. Verzocht wordt om aanpassing. Reactie: Uitgangspunt is dat alle bouwwerken en sleufsilo’s binnen het bouwperceel dienen te liggen. Bouwperceel zal hiervoor worden aangepast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Aanpassing bouwperceel op plankaart. Inspraakreactie van P.H. Verbeek, C.W. Verbeek-Bos en E.G. Verbeek, Woudweg 16a te Nijkerk 3862 PN 1. verzocht wordt om gelet op de toekomstplannen de omvang van het bouwperceel te vergroten. Reactie: De begrenzing van het bouwperceel zal op kleine onderdelen kunnen worden aangepast. Bij toekomstige uitbreiding biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting c.q. aanpassing van het bouwperceel.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing bouwperceel
93
2.
In het plan is 250m² voor sleufsilo’s buiten het bouwperceel opgenomen. Dit is te weinig en verzocht wordt om 750m² op te nemen.
Reactie: Uitgangspunt is dat alle bestaande sleufsilo’s worden opgenomen en dat nieuwe sleufsilo’s in principe binnen het bouwperceel moeten worden aangelegd. De vrijstellingsregeling is een aanvulling indien mocht blijken dat er geen voldoende ruimte binnen het bouwperceel aanwezig is. Hiervoor wordt 250m² voldoende geacht.
Gevolgen voor het bouwperceel: geen
Inspraakreactie van LTO Noord, namens A. van Drie, Buntwal 14a te Nijkerkerveen 3864 MZ Een deel van de bestaande melkveestal wordt gebruikt als caravanstalling. Verzocht wordt om deze aanduiding op te nemen bij de bestemming. Voorts wordt verzocht om een wijzigingsbevoegdheid op te nemen om een Wa bestemming om te zetten in een agrarisch perceel. Reactie: Gelet op de aanwezigheid van een caravanstalling kan aan het perceel een aanduiding Caravanstalling worden toegekend. Het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid voor het omzetten naar agrarisch wordt niet overwogen omdat dit maatwerk vereist. Een herziening van het plan wordt hiervoor noodzakelijk geacht.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanduiding caravanstalling toevoegen.
Inspraakreactie van H.R. Hop, Nekkeveld 5 te Nijkerk 1. Verzocht wordt om aanpassing van het bestemmingsvlak aangezien niet alle bebouwing binnen het aangegeven vlak valt Reactie: Bebouwingsvlak zal aangepast worden zodanig dat alle bebouwing binnen het bestemmingsvlak zal vallen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Bestemmingsvlak wordt aangepast. 2.
Verzocht wordt om handhaving van de agrarische bestemming in plaats van de aanduiding natte natuur.
Reactie: De bestemming natte natuur is gelet op de aanwezigheid van het water een juiste bestemming. De bestemming natte natuur houdt niet in dat het gebruik niet agrarisch zou kunnen zijn.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 3.
Verzocht wordt om de aanduiding wonen met agrarische nevenactiviteiten in plaats van wonen aangezien het een voormalige agrarisch bedrijf was en er nog vee gehouden wordt.
Reactie: Er is geen milieuvergunning aanwezig. Volgens de plansystematiek kan alleen de bestemming wonen met agrarische nevenactiviteiten worden toegekend indien er meer dan 5 nge’s aan diersoorten gehouden wordt. Hier is niets van gebleken. Er kan dan ook geen gevolg gegeven worden aan het verzoek.
94
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Geen.
Inspraakreactie van L. Buijtendijk en T.P. Köster, Prinsenweg 49 te Nijkerk 3862 PV Verzocht wordt om aanpassing van de bestemming wonen naar wonen met agrarische nevenactiviteiten gelet op de aankoop van het pand in het verleden en de opname van het perceel als Wonen met nevenactiviteiten in het voorontwerp uit 2003. Reactie: In het voorontwerp bestemmingsplan buitengebied Nijkerk 2006 is er voor gekozen om slechts percelen te bestemmen als wonen met agrarische nevenactiviteiten indien uit de milieuvergunning blijkt dat op het perceel meer dan 5 nge’s aan diersoorten aanwezig is. Aangezien niet is gebleken van het houden van dieren met deze omvang volgt uit de gekozen plansystematiek de bestemming wonen. Een aanpassing zal dan ook niet plaats kunnen vinden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen
Inspraakreactie van H. Hijwegen, klaarwaterweg 1 te Nijkerkerveen. Een aantal loodsen is niet ingetekend op de plankaart. Reactie: De omvang van het bouwperceel blijkt inderdaad niet goed te zijn ingetekend. Dit zal worden gecorrigeerd. Dat niet alle opstallen op de ondergrond vermeld zijn is mogelijk, maar dit heeft geen consequenties voor de bouwmogelijkheden en het gebruik. De gemeente kan helaas geen invloed uitoefenen op de door andere instanties (bijv. kadaster) aan te leveren ondergronden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Bouwperceel wordt aangepast op plankaart.
Inspraakreactie van Prinsen Advies, namens Van Soeren, Buntwal 4a te Nijkerkerveen 3864 WZ 1. Verzocht wordt om een aanpassing van de uit te oefenen activiteiten in de voorschriftentabel. Reactie: De tabel zal overeenkomstig worden aangepast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Tabel in voorschrift aanpassen. 2.
Verzocht wordt om het maximaal toegestane aantal vierkante meters aan overkappingen en gebouwen te wijzigen in de tabel en deze in overeenstemming te brengen met de al verleende bouwvergunning.
Reactie: De tabel zal overeenkomstig worden aangepast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Tabel in voorschrift aanpassen. 3.
Voor het maximaal aantal vierkante meters aan bijgebouwen bij bedrijfswoningen is geen regeling in het bestemmingsplan opgenomen.
95
Reactie: Deze omissie in het plan is al onderkend en zal worden aangepast en gelijkgetrokken worden analoog aan de bestemming wonen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Wordt reeds aangepast. Inspraakreactie van Prinsen Advies, namens Eierhandel W. van de Bunt, Laakweg 10a te Nijkerkerveen 3864 LC Het perceel heeft de bestemming wonen gekregen terwijl het bedrijf er al 35 jaar gevestigd is. In het voorgaande bestemmingsplan had het bedrijf de bestemming eierhandelaren en pluimveeslachterij. Reactie: Het bestemmingsplan zal aangepast worden en qua bestemming in overeenstemming gebracht worden met het plan uit 2001 (groothandel)
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Plankaart en voorschrift wordt aangepast.
Inspraakreactie van Prinsen Advies, namens Schoolstraat 35 te Nijkerkerveen. 1. Het op de plankaart ingetekende bebouwingsvlak voor de winkel in dierenbenodigdheden te klein is ingetekend waardoor bedrijfsgebouwen buiten het vlak komen te liggen. Verzocht wordt om het vlak aan te passen zodanig dat ook de vernieuwbouwplannen gerealiseerd kunnen worden. Reactie: Het bebouwingsvlak is inderdaad te krap ingetekend en zal in overeenstemming gebracht worden met het plan uit 2001.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing plankaart. 2.
Sinds 1993 is al op het perceel een kwekerij gevestigd en deze kwekerij is niet positief bestemd in het voorliggende bestemmingsplan. Verzocht wordt om deze kwekerij alsnog op te nemen.
Reactie: De kwekerij evenals de daarvoor bestemde bedrijfsbebouwing zal niet onder het overgangsrecht gebracht worden. Het plan zal op dit punt worden aangepast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing plankaart en voorschrift t.b.v. kwekerij.
Inspraakreactie van P. Mulder, Veenwal 34 te Hoevelaken 3871 KG. Voor het perceel Veenwal 36a te Hoevelaken is een bedrijfswoning opgenomen. Gevraagd wordt of en door wie deze is aangevraagd en onder welke voorwaarden de gemeente medewerking heeft verleend. Reactie: De gemeente heeft geen medewerking verleend voor de bouw van een bedrijfswoning op deze locatie en de bedrijfswoning is ook in strijd met het gemeentelijk en provinciaal beleid. De aanduiding bedrijfswoning is dan ook abusievelijk opgenomen en zal worden verwijderd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing plankaart en voorschrift.
96
Inspraakreactie van Prinsen Advies, namens G. Franken BV, Laakweg 11a te Nijkerkerveen 3864 LA Inspreker kan zich niet verenigen met het aantal opgenomen vierkante meters aan bedrijfsbebouwing. Dit dient verhoogd te worden naar 410 m² in plaats van de opgenomen 375m². Tevens wordt verzocht een regeling op te nemen voor bijgebouwen behorende bij de bedrijfswoning. Reactie: Het aantal vierkante meters zal niet worden aangepast. Met het bepalen van de vierkante meters is tevens rekening gehouden met de mogelijkheid voor vergunningsvrije bouwwerken. Daarnaast wordt de regeling aangepast voor de bijgebouwen bij bedrijfswoningen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van E. Blokhuis, Schoolstraat 145 te Nijkerkerveen. Verzocht wordt om aanpassing van de begrenzing van het bouwblok aangezien dit noodzakelijk is voor de bouw van een kapschuur en de aanleg van een paardenbak. Reactie: Het bouwperceel kan worden aangepast aangezien er geen ruimtelijke belemmeringen zijn.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassen plankaart
Inspraakreactie van M. Verhoef, Bulderweg 18 te Nijkerk 3862 PK Verzocht wordt om vergroting van de bouwmogelijkheden tot 3500m². Tevens is inspreker bereidt om op andere locaties in Nijkerk 500m² op te kopen en te slopen. Reactie: In 2004 is al besloten en aan inspreker schriftelijk medegedeeld dat op deze locatie maximaal 3000m² als maximum bebouwing kan worden opgenomen. Een heroverweging wordt niet overwogen, gelet op de geldigheid van de destijds aangegeven redenen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van C.J.M. van ’t Klooster, Arkerweg 4 te Nijkerk. Verzoekt om aanpassing van het bouwperceel gelet op de concrete plannen en de opslag van ruwvoer. Reactie: Uitgangspunt is dat alle opstallen, sleufsilo’s e.d. binnen het bouwperceel gebracht dienen te worden en bij concrete plannen het bouwperceel kan worden aangepast. Omdat dit voldoende concreet is gemaakt kan het bouwperceel worden aangepast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassen bouwperceel op plankaart.
Inspraakreactie van P. van Dronkelaar, Korte Holk 1 te Nijkerk 3861 MJ. Verzoekt om de schuur op het perceel Bunschoterweg 34 te mogen slopen en hiervoor een kleinere terug te bouwen.
97
Reactie: In het bestemmingsplan is een sloopregeling opgenomen. Indien de schuur groter is dan wat volgens de voorschriften is toegestaan, dan kan met gebruik maken van deze sloopregeling een nieuwe schuur gebouwd worden. De schuur zal dan wel kleiner worden in omvang.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. Inspraakreactie van B. van Laar, Nw. Voorthuizerweg 26c te Nijkerk 3862 RW. Verzoekt om aanpassing van het huisnummer aangezien deze verwarring oplevert met de huisnummers in de gemeente Putten. Reactie: Het toekennen van huisnummers valt buiten de reikwijdte van het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan is slechts volgend en de huisnummers zijn alleen ter indicatie op de plankaart aangegeven. Pas na het toekennen van een ander huisnummer in de basisadministratie van de gemeente kan het huisnummer op de plankaart gewijzigd worden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van J. van Deuveren, Damweg 7 te Zwartebroek 3785 LJ. 1. Verzoekt om aanpassing van het ingetekende bouwblok voor het perceel Veenwal 26 te Hoevelaken, omdat deze niet in overeenstemming is met eerdere toezeggingen en het bestemmingsplan buitengebied Hoevelaken 2001. Reactie: Het bouwblok is inderdaad niet correct ingetekend en zal in overeenstemming gebracht worden met het bouwblok zoals dat op de plankaart van het plan buitengebied Hoevelaken 2001 is opgenomen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassen bouwblok op plankaart. 2.
De aanduiding voor het pand Veenwal 26 a is niet goed ingetekend. Tevens wordt verzocht om de bestemming voor deze woning zijnde Kleine woning te veranderen in de bestemming wonen. Insprekers zijn bereid om hiervoor diverse opstallen af te breken.
Reactie: De aanduiding voor het pand zal in overeenstemming worden gebracht met de werkelijke situatie. Aan het verzoek om de kleine woning te mogen vervangen door wonen kan niet op worden ingegaan. Doelstelling van het bestemmingsplan buitengebied is dat slechts de bestaande kleine woningen gehandhaafd kunnen worden en slechts vergroot kunnen worden indien het Bouwbesluit dit vereist. De regeling voor de kleine woningen is een uitsterfconstructie.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van G. van Doornik, Schoolstraat 123a te Nijkerkerveen 3864 MD. Op de plankaart staat de dubbele woning aangemerkt als één woning. Verzocht wordt om dit aan te passen in 2W. Reactie: Gelet op de werkelijke situatie en dat de werkelijke situatie geheel legaal is zal de plankaart worden aangepast.
98
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Aanduiding op plankaart aanpassen.
Inspraakreactie van A. van den Heuvel en M. van de Beek, Klaarwaterweg 5 te Nijkerkerveen. 1. Verzocht wordt om aanpassing van het bouwperceel in verband met de toekomstige bouwplannen. Reactie: Aangezien het verzoek geen nadelige ruimtelijke gevolgen heeft, kan aan het verzoek tegemoet gekomen worden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing bestemmingsvlak op plankaart 2.
Verzocht wordt om opname van mogelijke recreatieve functies. Er zijn nog geen concreet uitgewerkte plannen voor recreatie aanwezig, het is slechts een idee.
Reactie: Pas bij concreet uitgewerkte plannen kan bezien worden of de locatie geschikt is voor de beoogde functies. Een algemeen voorschrift opnemen om recreatie mogelijk te maken kan niet gehonoreerd worden omdat dit maatwerk vereist.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van G.B.M. Bast-Nieuwenburg, H. Bast en G.G. Nieuwenburg, Buntwal 21 en 21a te Nijkerkerveen. 1. Verzocht wordt om aanpassing van de bestemming wonen in wonen met agrarische nevenactiviteiten aangezien het aantal gehouden diersoorten omgerekend 7 nge’s bedraagt. Reactie: Voor het perceel is geen milieuvergunning verleend waaruit zou moeten blijken dat het aantal nge’s meer bedraagt dan 5. Er is daarom volgens de gehanteerde plansystematiek geen reden aanwezig om tegemoet te komen aan het verzoek.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 2.
Verzocht wordt om voor de woningen Buntwal 21 en 21a beide de bestemming wonen toe te kennen omdat dit al vele jaren bestaat.
Reactie: Uit de gemeentelijke informatie blijkt dat voor dit perceel één woning is opgenomen en dat voor het splitsen van de woning geen vergunning is verleend. De situatie zal dan niet via het bestemmingsplan gelegaliseerd kunnen worden omdat slechts de bestaande woning opgenomen kan worden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 3.
Op het perceel bevindt zich een paardenbak. Verzocht wordt deze paardenbak binnen het bestemmingsvlak op te nemen.
99
Reactie: De paardenbak kan worden opgenomen binnen het bestemmingsvlak. De plankaart zal hiervoor worden aangepast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassen bestemmingsvlak op plankaart. 4.
Op het perceel bevinden zich opstallen met een totale oppervlakte van 180m². Verzocht wordt om deze in het bestemmingsplan te accorderen.
Reactie: Het bestemmingsplan hanteert als uitgangspunt dat als recht 60m² aan bijgebouwen gebouwd mogen zijn of indien dit meer is de aanwezige opstallen. Het betreft echter wel de legaal gebouwde opstallen. Mocht er nieuwbouw dienen plaats te vinden dan is hiervoor in het plan een apart voorschrift opgenomen indien er sprake is van een situatie waarin meer opstallen aanwezig zijn dan wat als recht is toegestaan.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van A. Priem, Van Dijkhuizenstraat 1 te Nijkerkerveen 3864 DS. 1. Het ingetekende agrarisch bouwperceel in te klein ingetekend c.q. geeft een onjuiste weergave van de werkelijkheid. Verzocht wordt om aanpassing. Daarnaast is een poeliersbedrijf gevestigd op het bedrijf welke niet in het plan terug te vinden is. Reactie: Het bouwperceel zal worden aangepast naar de werkelijke situatie waarbij tevens de mestopslag en sleufsilo’s binnen het bouwvlak worden opgenomen. Voor het poeliersbedrijf zal een aanduiding op de plankaart worden opgenomen.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Aanpassing bouwperceel + aanduiding bedrijf op plankaart en voorschriften 2.
De woning 1 en 1a zijn niet goed op de plankaart aangegeven en bestemd. Nummer 1a is een burgerwoning. Verzocht wordt deze als zodanig te bestemmen.
Reactie: De plankaart zal op dit punt volgens verzoek worden aangepast. Nummer 1a krijgt een woonbestemming.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Plankaart wordt aangepast.
Inspraakreactie van B. van Schijndel-Waaijenberg, Isaac Sweerstraat 15 te Nijkerk 3861 EA. Inspreker heeft bezwaar tegen de beperking van de huidige mogelijkheden. Zo is de schuur en rijbak niet goed opgenomen. Reactie: Het bestemmingsvlak Wa zal worden vergroot waarbij de schuur en de rijbak binnen het vlak worden gebracht. Op deze wijze blijven de bestaande rechten van het gehele perceel gehandhaafd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassen bestemmingsvlak op plankaart.
100
Inspraakreactie van W. en M. van Nijhuis, Zelderseweg 24 te Nijkerk 3862 PE. Op de plankaart zijn niet alle aanwezige opstallen binnen het bouwperceel opgenomen. Reactie: Uitgangspunt van het bestemmingsplan is dat alle aanwezige legale opstallen binnen een bouwperceel dienen te worden gebracht. Bij dit perceel zal het plan dan ook moeten worden gecorrigeerd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing begrenzing op plankaart.
Inspraakreactie van LTO Noord, namens Groot Ehrental CV, Barneveldseweg 123 te Nijkerk 3862 PB. Verzocht wordt om aanpassing van het bouwperceel omdat dit noodzakelijk is voor de gewenste ontwikkeling van het bedrijf. Medebepalend is dat de gemeente als uitgangspunt kiest dat alle gebouwen, bouwwerken en werken op het bouwperceel uitgevoerd moeten worden. Reactie: Gebleken is dat niet alle opstallen, bouwwerken en opstallen binnen het bouwperceel zijn opgenomen. Het bouwperceel zal op dit punt dan ook worden aangepast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassen bouwperceel op plankaart.
Inspraakreactie van D. Dekker, Nw. Voorthuizerweg 10 te Nijkerk 3862 RW 1. Verzocht wordt om aanpassing van de begrenzing van het bouwblok. De wijze waarop het bouwperceel is opgenomen stemt niet overeen met de aangevraagde milieuvergunning. Reactie: Het is inderdaad correct dat het bouwperceel niet goed is ingetekend op de plankaart. Dit zal worden aangepast.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Bouwperceel wordt op plankaart aangepast. 2.
Voor het perceel Bulderweg is alleen de aanduiding caravanstalling opgenomen terwijl er ook houtopslag en een werktuigberging aanwezig is. Verzoekt om aanpassing aanduiding.
Reactie: Gelet op de vergunde activiteiten zal de aanduiding caravanstalling aangevuld worden met opslag.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanduiding op plankaart toevoegen.
Inspraakreactie van Midden Nederland Makelaars, namens E. Liefting, Schoenlapperweg 2 te Nijkerk 3862 PL. Het opgenomen bouwperceel geeft de werkelijke situatie niet meer. Er is vergunning verleend voor de bouw van een varkensstal en deze is niet opgenomen. Daarnaast wordt verzocht om vergroting van het bouwperceel voor toekomstige ontwikkelingen. Reactie: Het bouwperceel zal worden aangepast en in overeenstemming gebracht met de verleende vergunningen. Het opnemen van een vergroot bouwperceel in verband met toekomstige ontwikkelingen wordt niet gehonoreerd. Pas bij concrete plannen kan het plan worden aangepast. Het
101
bestemmingsplan biedt hiervoor voldoende mogelijkheden, mits voldaan kan worden aan de eisen uit het reconstructieplan.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Bouwperceel wordt aangepast op plankaart.
Inspraakreactie van T.G.M. Wientjes, Prinsenweg 32 te Nijkerk 3862 PW. Gelet op de inhoud van de woning en het aantal aanwezige vierkante meters aan bijgebouwen wordt verzocht het perceel aan te merken als Wg. In het plan is tevens opgenomen dat een paardenbak niet groter mag zijn dan 1000m². De aanwezige paardenbak is echter al 1200m². Verzocht wordt ook om opname van de paardenbak binnen het bouwperceel. Reactie: De bestemming zal niet worden aangepast aangezien het geen karakteristieke woning betreft. De bestaande inhoud en bijgebouwen kunnen worden gehandhaafd. Bij vervanging zijn echter de reguliere bestemmingsplan voorschriften van toepassing. Het is niet direct noodzakelijk om de paardenbak binnen het bouwperceel te brengen. Gelet op de situatie kan het opnemen binnen het bouwperceel leiden tot ongewenste ruimtelijke invloeden, zoals het bouwen van bijgebouwen op deze locatie. De bestaande omvang blijft gehandhaafd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van Roordink Architecten, namens J. van de Veen, Schoolstraat 37a te Nijkerkerveen. Het perceel heeft op de plankaart 2 bestemmingen gekregen die niet stroken met de situatie ter plaatse. Vooral het bestemmingsvlak met de aanduiding detailhandel is over een te klein gedeelte geprojecteerd. De huidige bedrijfsbebouwing bevindt zich buiten dit vlak. Daarnaast bedraagt het in gebruik genomen aantal vierkante meters aan bedrijfsruimte meer dan wat in het plan is opgenomen. Reactie: De plankaart zal op deze onderdelen worden aangepast. In het voorschrift zal 375m² aan bedrijfsbebouwing worden opgenomen. Eventuele verdere uitbreiding kan pas worden opgenomen bij concrete plannen omdat dit maatwerk vereist.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing bestemmingen op plankaart en in voorschrift.
Inspraakreactie van A. Visscher-Kraay, Deuverdenseweg 9 te Nijkerk 3862 RS. Op het perceel is een woning en kleine woning aanwezig terwijl op de plankaart 1 woning is opgenomen. De nulinventarisatie geeft echter wat anders aan. Daarnaast staat het perceel nog 150m² aan bijgebouwen toe. Deze moeten blijven bestaan in het nieuwe bestemmingsplan. Reactie: In het plan is inderdaad de kleine woning niet goed op de plankaart aangegeven. Dit zal worden gewijzigd. De bestaande bijgebouwen kunnen blijven gehandhaafd, dit is ook aangegeven in de voorschriften. Bij vervanging zijn de reguliere bestemmingsplan voorschriften van toepassing.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Aanduiding kleine woning opnemen op plankaart.
102
Inspraakreactie van K.J. van den Berg, Barneveldseweg 116 te Nijkerk 3862 PD. 1. Het landgoed Balkenschoten is op de plankaart niet aangemerkt als landgoed en heeft niet de dubbelbestemming gekregen. Reactie: De bestemming landgoed wordt toegekend aan percelen welke een openbaar landgoed betreffen waar natuurwaarden aanwezig zijn en een erkenning onder de Natuurschoonwet hebben. In dit geval is er geen sprake van een openbaar landgoed. De bestemming landgoed is dan ook niet mogelijk.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 2.
Het aantal aangegeven vierkante meters is onjuist. Ook zijn de genoemde bestemmingen niet juist.
Reactie: De oppervlaktes bijgebouwen is berekend op basis van de aanwezige en vergunde opstallen. Dit klopt met wat in het voorontwerp is opgenomen. In het besluit van het college van 6 juni 2006 is de bestemming paardenkliniek opgenomen. Hier is ook de milieuvergunning voor verleend. Deze bestemming zal dan ook worden gehandhaafd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van VanWestreenen, namens K.J. van den Berg, Barneveldseweg 116 te Nijkerk 3862 PD. 1. Het landgoed Balkenschoten is op de plankaart niet aangemerkt als landgoed en heeft niet de dubbelbestemming gekregen. Reactie: De bestemming landgoed wordt toegekend aan percelen welke een openbaar landgoed betreffen waar natuurwaarden aanwezig zijn en een erkenning onder de Natuurschoonwet hebben. In dit geval is er geen sprake van een openbaar landgoed. De bestemming landgoed is dan ook niet mogelijk.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 2.
Het aantal aangegeven vierkante meters is onjuist. Ook zijn de genoemde bestemmingen niet juist.
Reactie: De oppervlaktes bijgebouwen is berekend op basis van de aanwezige en vergunde opstallen. Dit klopt met wat in het voorontwerp was opgenomen. In het besluit van het college van 6 juni 2006 is de bestemming paardenkliniek opgenomen. Hier is ook de milieuvergunning voor verleend. Deze bestemming zal dan ook worden gehandhaafd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van E. van den Brink, Bulderweg 22 te Nijkerk 3862 PK Verzocht wordt om aanpassing van het agrarisch bouwperceel in verband met toekomstige ontwikkelingen. Daarnaast is al lange tijd een fouragehandel en diervoeders aanwezig. Verzocht wordt om een dubbelbestemming.
103
Reactie: Het bouwperceel kan pas worden aangepast indien er sprake is van concrete plannen. Het bestemmingsplan biedt hiervoor voldoende mogelijkheden indien de noodzaak daarvoor aanwezig is. Voor de fouragehandel zal het bestemmingsplan worden aangevuld.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Opname fouragehandel ca. op plankaart en voorschriften
Inspraakreactie van Architectenburo Van Den Brink, namens T. van de Burg, Domstraat 57 te Nijkerk Verzocht wordt om vergroting van het bestemmingsvlak in verband met het vergroten van het buitenopslagterrein. Er dient voor werkzaamheden een nieuwe loods te worden gebouwd. Dit vloeit voort uit de vergunning van de provincie. Reactie: De bestemming voor het perceel zal worden aangepast om te kunnen voldoen aan de eisen welke door de provincie gesteld zijn. Verdere uitbreiding van buitenopslag wordt echter niet gehonoreerd. Doelstelling van het plan is om zoveel mogelijk overdekt plaats te laten vinden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassen plankaart en voorschriften
Inspraakreactie van MTS Kok en C.H. Kok-van Hierden, Prinsenweg 28 te Nijkerk 3862 PW. Op het perceel bevinden zich 2 bedrijfswoningen terwijl één woning als burgerwoning is aangemerkt. Dit is niet terecht aangezien er mogelijk in de toekomst een belemmering kan ontstaan. Daarnaast is de omvang van het bouwperceel te klein en is een al gebouwde stal niet ingetekend. Verzocht wordt om uitbreiding tot 1.5. ha. Reactie: Hoewel onder de nieuwe regelgeving een voormalige bedrijfswoning niet meer als stankgevoelig object wordt aangemerkt, zal het perceel worden aangepast omdat het een bedrijfswoning betreft. Het bouwperceel zal niet worden aangepast aangezien er geen concrete plannen aanwezig zijn. Het bestemmingsplan biedt voldoende mogelijkheden voor het vergroten van het bouwperceel.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Wonen omzetten in agrarisch op plankaart.
Inspraakreactie van D.S. Terporten-Hop, Slichterhorsterweg 38 te Nijkerk. Verzocht wordt om vergroting van het bestemmingsvlak in verband met de beoogde nieuwe ontwikkelingen. Reactie: Aangezien de vergroting geen nadelige ruimtelijke implicaties heeft kan met het verzoek worden ingestemd.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing bouwvlak op plankaart.
104
Inspraakreactie van Ruitersportcentrum Kraaij, Blokhuizersteeg 9 te Nijkerk 3862 MS. 1. In het plan is aangegeven dat slechts 50m² aan verkoopruimte kan worden toegestaan. In het verleden was al 300m² aan verkoopruimte aanwezig. Verzocht wordt deze uit te breiden naar 350m². Reactie: Gelet op het voorgaande bestemmingsplan zal de verkoopruimte voor dit perceel vergroot worden naar 300m². Het meerdere kan niet worden toegestaan aangezien er geen concrete plannen aanwezig zijn en dit maatwerk vereist.
Gevolgen voor het bestemmingsplan; Aanpassen tabel in voorschriften. 2.
De tweede woning is aangemerkt als kleine woning. Gelet op de omvang van het bedrijf is een tweede volwaardige woning noodzakelijk.
Reactie: Aan het verzoek om de kleine woning te mogen vervangen door wonen kan niet op worden ingegaan. Doelstelling van het bestemmingsplan buitengebied is dat slechts de bestaande kleine woningen gehandhaafd kunnen worden en slechts vergroot kunnen worden indien het Bouwbesluit dit vereist. De regeling voor de kleine woningen is een uitsterfconstructie.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen. 3.
Verzoekt om uitbreiding c.q. wijziging van het bouwperceel en maatvoering in verband met toekomstige ontwikkelingen.
Reactie: Aan het verzoek kan geen medewerking worden verleend. Slechts bij concrete plannen kan bezien worden om medewerking mogelijk is, aangezien maatwerk vereist is. Het bestemmingsplan biedt hiervoor voldoende mogelijkheden.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Geen.
Inspraakreactie van J. van Meerveld en H.J. van Meerveld, Beulekamperweg 5a en 5 te Nijkerk. Het ingetekende bouwperceel is te klein en niet in overeenstemming met de werkelijkheid en noodzaak, gelet op de concrete plannen. Reactie: Gelet op de concrete plannen en de verleende milieuvergunning zal het bouwperceel worden aangepast in overeenstemming met de bedrijfsvoering.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassen bouwperceel op plankaart.
Inspraakreactie van H. Sandel, Klaarwater 2 te Hoevelaken. Het pand is een monument en in het plan niet als zodanig aangemerkt. Daarnaast is het bouwvlak verkleind en had in het vorige plan de bestemming wonen plus. Verzoekt om opname als wonen groot. Reactie:
105
In de bijlage bij de toelichting is inderdaad gebleken dat de monumenten uit Hoevelaken niet zijn opgenomen. Dit zal nog plaatsvinden in de toelichting. Bij de bestemming wonen mogen de huidige bijgebouwen gehandhaafd worden. Bij eventuele nieuwbouw zijn de reguliere voorschriften van toepassing. Wonen groot heeft betrekking op het karakteristieke beeld en omvang van de woning en niet voor het aantal bijgebouwen. Er is geen noodzaak om deze aan te passen. Het bouwperceel is ten opzicht van het vorige plan verkleind met het oog op het landschap. Het wordt ongewenst geacht om mogelijkheden te creëren voor de bouw van opstallen op locaties die daarvoor niet geschikt of wenselijk zijn.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassing toelichting i.v.m. monument
Inspraakreactie van J. van ’t Veld, Amersfoortseweg 130 te Nijkerk. De bedrijfsbestemming is van het pand afgehaald en heeft nu alleen een woonbestemming. Dit betekent dat de oppervlakte aan bijgebouwen teruggaat van 190m² naar 60m². Het perceel wordt verkocht en wil graag deze bestemming houden. Reactie: Hoewel er geen enkele noodzaak aanwezig is voor opname van een kantoorbestemming aangezien het bestemmingsplan beroep aan huis toestaat en dit ook niet de aanwezigheid van de opstallen belemmert, zal een kantoorbestemming (of vergelijkbaar) aan het pand opgenomen worden in het bestemmingsplan.
Gevolgen voor het bestemmingsplan: Aanpassen plankaart en voorschrift t.b.v. kantoor
106