Het Oog Eindwerkstuk cranio-sacraaltherapie van Andrea Eggen Lelystad 2009
Inhoudsopgave
2
Inleiding
3
Hoofdstuk 1: Uitdrukkingen met het woord oog
4
Hoofdstuk 2: Het gezichtsvermogen en de leermethode Bates
5
Hoofdstuk 3: De anatomie van de ogen
8
Hoofdstuk 4: Oogafwijkingen
15
Hoofdstuk 5: Kijkvaardigheden
20
Hoofdstuk 6: Therapie: a.cranio-sacraaltherapie b.oogoefeningen
22 26
Hoofdstuk 7: Oefenmateriaal en licht
30
Hoofdstuk 8: Voeding en lasertherapie
33
Hoofdstuk 9: Over a.‘het onzichtbare’ b. ‘licht en duisternis’
34 37
Literatuurlijst
38
2
Inleiding Vreemd genoeg, merkte ik dat mijn ogen slechter werden op het moment dat ik aan dit eindwerkstuk begon te werken. Tijdens het lezen werd ik snel moe. Ik ging naar een optometrist en het bleek dat mijn rechter oog een lens met +1.0 nodig had om goed te kunnen zien en mijn linker oog een lens met +1.25. Hij vertelde dat dit kwam door het verouderingsproces; de lens gaat verharden. Dit is volgens hem niet tegen te houden met oefeningen, je zou het proces hooguit kunnen vertragen. Door geen bril te gebruiken, moet je volgens hem teveel gaan inspannen, en kan je juist klachten krijgen zoals bijvoorbeeld hoofdpijn. Uit de fysiotherapie weet ik, dat je een hulpmiddel bewust moet inzetten. Te veel steunen op een hulpstuk verslapt de spieren en de functie van het gewricht gaat achteruit. En als je te weinig gebruik maakt van een hulpstuk, kan je juist overbelasting van de spieren en het gewricht veroorzaken. Bij de ogen ligt het echter iets anders: je ogen worden juist jonger en flexibeler als je leert anders te kijken. Je leert je hele visuele systeem anders te gebruiken. Het zien gaat juist beter door meer ontspannen te gaan kijken. Het verouderingsproces kan je nooit tegenhouden, maar je kunt misschien wel altijd goed blijven zien zonder bril of met een minder sterke bril. En dan gaat het ook niet meer alleen over het wel/geen bril dragen, maar over het anders leren kijken en daarmee anders in de wereld te staan. De cranio-sacrale therapie kan denk ik hierbij, en bij het beter zien, een zinvolle bijdrage leveren. Het eindwerkstuk is in de zij-vorm geschreven en kan tevens gelezen worden in de hij-vorm.
3
Hoofdstuk 1: Uitdrukkingen met het woord oog. Woorden die met het zien/kijken te maken hebben zijn: visie, inzicht, gezichtsvermogen, een visioen, voor de geest halen, innerlijke aanschouwing. In de Nederlandse taal zijn er veel uitdrukkingen met het woord oog; Met het oog op; rekening houden met Onder vier ogen; tussen twee personen zonder dat er anderen bij zijn Op het oog; op het eerste gezicht. Oog om oog, tand om tand; vergelding in verhouding tot het bedreven kwaad. Uit het oog, uit het hart; weg en daardoor uit de gedachte. Een open oog hebben voor; van belang achten. Iemand iets onder de ogen brengen; haar aandacht vestigen, het haar duidelijk maken. Een oogje dichtdoen; niet te nauw kijken, niet te streng oordelen. Haar ogen niet durven geloven; zeer verwonderd zijn over iets. Iemand knipoogjes geven; met iemand in vriendschappelijke verstandshouding zijn of trachten te komen. Haar ogen de kost geven; goed rondkijken. Een oogje op iemand hebben; bijzondere aandacht aan iemand schenken. In het oog houden; er voortdurend op letten. Zich de ogen uit het hoofd schamen; zich zichtbaar schamen. Grote ogen opzetten; zeer verbaasd kijken. De ogen sluiten; sterven.
4
Hoofdstuk 2: Het gezichtsvermogen en de leermethode Bates. a. Het gezichtsvermogen: Voor het gezichtsvermogen heb je het kijken nodig, het verstand/het denken, en het lichaam. Het gezichtsvermogen is een aspect van het zien. Het kijken bestaat uit een manier waarop we ons visuele systeem gebruiken. De ogen zelf kunnen niet zien, er gaat alleen licht door de ogen. De traditionele manier van behandeling is symptoombehandeling. De onbalans kan op die manier versterkt worden in de persoon. Zo kan iemand die een bril krijgt zich bang en angstig voelen. Zij kan zich dan ook angstig gaan voelen als zij de bril afdoet. Als je probeert minder afhankelijk van je bril te worden kan het vertrouwen meer van binnen komen, meer van het innerlijk zicht, het voelen. Je kunt het vertrouwen terugkrijgen in het voelen. Intuïtie gaat over het innerlijke gevoel, dat komt zonder te forceren en door vertrouwen te krijgen in wat we voelen. Ogen zijn zeer stressgevoelig. Dus elke stressvermindering zal zijn weerslag hebben op je ogen. Door je ogen open te houden stimuleert dat het denken/vergelijken/focussen. Als je ogen gaan focussen zijn ze op zoek naar stress. Ze richten zich ook op; is het veilig/niet veilig. Het verweg kijken, ontspant de ogen. Het kijken naar een boom op de t.v. is iets anders dan het kijken naar een echte boom. Bij de boom op de t.v. is de realiteit verloren. Een boom in het echt i s magisch, levend. Zoals een kind kijkt, dát zijn de juiste kijkgewoontes. Nieuwsgierig, bewegend, ontspannen. Kijk maar naar een klein kind en observeer hoe het kijkt. En kijk maar eens in haar ogen, je ziet dat er geen spanning op de ogen zit. Als de oorzaak van verminderd gezichtsvermogen komt door gespannen oogspieren, is daar wat aan te doen met craniosacraaltherapie omdat je daarmee de oogspieren kan leren ontspannen. En je kunt onderzoeken hoe je ogen aanvoelen, wat ze te zeggen hebben en wat een oogaandoening met je doet. Als je aan de kwaliteit van je manier van kijken en aan de ontspanning van je ogen gaat werken doet dat natuurlijk ook emotioneel, en mentaal veel. Slecht zien is een gewoonte en gewoonten veranderen is niet eenvoudig omdat deze onbewust zijn en diep in je structuur zitten. Verder is het goed om te beseffen dat het gezichtsvermogen veranderlijk is. Het kan ‘s morgens goed en ‘s avonds slecht zijn. Wie door een opticien wordt gevraagd de testkaart te lezen, wordt soms door spanning tijdelijk bijziend en op grond daarvan wordt hem dan een bril voorgeschreven. Wanneer je een onbekend of onaangenaam voorwerp bekijkt, zien de ogen gewoonlijk minder scherp dan anders. Na een lang verblijf in een museum of supermarkt kan je merken dat je blik wat wazig wordt omdat je de
5
overweldigende veelheid van voorwerpen niet kunt opnemen. Zelfs harde of ongewone geluiden kunnen je gezichtsvermogen verminderen. Ook zul je tijdelijk minder scherp zien wanneer je je bedreigd voelt of wanneer je je zorgen maakt over denkbeeldige gevaren. Elk tijdelijk verlies van de geestelijke of lichamelijke gezondheid kan oogafwijkingen veroorzaken of verergeren. Dergelijke storingen gaan zonder uitzondering gepaard met spanning en een relatieve beweegloosheid van de ogen. Terwijl gezonde ogen moeiteloos en doorlopend over het gezichtsveld dwalen, bewegen bijziende of verziende ogen zich met moeizame sprongen. Bij een oogaandoening kan er ook een verminderde integratie tussen de hemisferen van de hersenen zijn en tussen beide kanten van het lichaam. Veel oogartsen zeggen dat strabismus komt doordat èèn van de spieren die de oogbewegingen aansturen slap is. Maar holistische oogartsen werken ook op het hersengebied. Er kunnen veel psychische en emotionele factoren meespelen. Zo kunnen mensen met kruisende ogen de wereld op 1 gefixeerde manier zien. Mensen met naar buitengedraaide ogen zien de wereld met vele gezichtspunten; ze kunnen moeite hebben besluiten te maken omdat ze zich niet op 1 antwoord kunnen focussen. Als een persoon een bril krijgt kan er op dat moment iets ingrijpends gebeurd zijn, bv. een verhuizing, een gewelddadige relatie, iets waardoor de persoon haar zicht bevriest omdat ze niet wil zien of voelen wat er om haar heen gebeurd. Een belangrijke vraag is dan ‘Wat gebeurde er om je heen toen je een bril begon te dragen?’ en ‘Wat waren je ervaringen, gedachten, gevoelens toen. Was de bril een keus van de persoon zelf of een opgelegd iets?’
6
b. De leermethode Bates: W. H. Bates was oogchirurg (1860-1931) in New-York en was Wetenschapper. Hij heeft adrenaline ontdekt wat hem beroemd maakte. Hij ontdekte dat de oorzaak van de gangbare gezichtsproblemen functioneel was. Functioneel houdt in de manier waarop we ons visuele systeem gebruiken. Hij heeft de Bates-methode ontwikkeld. Dat is een manier om het gezichtsvermogen op een natuurlijke wijze te verbeteren. Het gaat over het herleren van het juiste en correcte kijkvermogen. Dr. Bates heeft ontdekt dat het normale gezichtsvermogen variabel is. Dat een aangetast gezichtsvermogen slechter of beter kan worden. Dat een aangetast gezichtsvermogen en oogziekten een relatie hebben. Dat het gezichtsvermogen een belangrijke indicator voor geestelijke, emotionele en fysieke gezondheid is. Een epidemie van oogafwijkingen, vooral bijziendheid, is ontstaan in de geïndustrialiseerde wereld terwijl in de minder ontwikkelde landen bijziendheid nauwelijks voorkomt. Het lijkt erop dat het aantal gevallen van bijziendheid binnen een generatie toeneemt, door dat mensen hoger zijn opgeleid en meer tijd binnenshuis doorbrengen. Onderzoekers stelden vast dat in Japan tussen 1945 en 1970 het aantal gevallen van bijziendheid bijna verdriedubbelde, gelijktijdig met de industrialisatie en de verwestersing van de Japanse samenleving. In de moderne wereld is het aantal gevallen van bijziendheid significant lager bij de boerenbevolking dan bij de hoogopgeleide beroepsbevolking. Je hebt meer kans op bijziendheid naarmate je hoger bent opgeleid.
7
Hoofdstuk 3: De anatomie van de ogen.
Afbeelding 1. Bron: Sobotta/Becker, Atlas of Human Anatomy
a. De oogkas is als een trechter, waar het oog in zit. Zie afbeelding 1. Reden; bescherming tegen vallen en klappen. De oogkas bestaat uit de volgende botten; Het Zygoma (jukbeen), lateraal (zijdelings) van de oogkas. Het sphenoid, posterior (hetgeen achter ligt) van de oogkas, hierdoor lopen o.a. de oogzenuwen. De ruimte die daar bestaat is van groot belang voor het goed functioneren van oog en hersenen. De Maxilla, caudaal (in de richting van de stuit) en mediaal (naar het midden toe) van de oogkas. De traanbeentjes, ook mediaal van de oogkas. Het etmoid (zeefbeen) is een bot in het midden tussen beide oogkassen. Het frontal zit craniaal (in de richting van de schedel) van de oogkas, en gaat diep naar binnen. De Pallatines (gehemelte) en de vomer (ploegschaarbeen) vormen de onderkant van de Maxilla en zijn zo een stukje onderkant van de oogkas. Ze hebben een
8
bufferfunctie bij het kauwen op iets hards. Ze beschermen het sphenoid.
Afbeelding 2. Bron: Abrahams P, De atlas van het menselijk lichaam
b. De oogbol heeft 3 lagen. Zie afbeelding 2. De totale oogbol heeft een doorsnede van 2.5 cm, ongeveer de grootte van een pingpongbal.
9
1. De eerste laag is de Cornea,(hoornvlies). Deze is hard en wit. Zij bewaart de vorm van de oogbol. De cornea is het doorschijnende deel van de buitenste oogrok die de voorkant van het oog bedekt. Het is iets boller. De sclera is de harde oogrok, het buitenste omhulsel van de oogbol. Het beschermt het oog. 2. De tweede laag is de uvea, het bevat veel bloedvaten, zenuwen en gepigmendteerde cellen. De uvea bestaat uit de choroidea, het ciliairlichaam en de iris. De choroidea loopt van de plaats waar de nervus opticus en de oogbol samenkomen tot de voorzijde van het oog, waar hij zowel het ciliair lichaam als de iris vormt. Het ciliair lichaam draagt de lens en houdt de lens op zijn plaats. De pupilverwijder is een spier van de iris die de pupil kan openen en sluiten; met veel licht wordt de iris kleiner en met weinig licht groter. De pupil in het midden van het zichtbare oog lijkt zwart omdat ze het donkere binnenste van het oog laat zien. 3. De derde laag, de binnenste laag is de Retina (netvlies). Een laag zenuwweefsel met lichtgevoelige cellen, de fotoreceptoren. Op het voorste deel na bedekt het volledig het glaslichaam. Er zijn twee soorten fotoreceptoren; de staafjes bespeuren de lichtintensiteit en liggen in het perifere deel van het netvlies, aan de zijkant. Er zijn 125 miljoen staafjes. Ze nemen licht, duisternis en grijze tinten waar. Ze kunnen ook in het donker zien, maar geen kleur. Vrouwen zijn eerder nachtblind dan mannen. Ze hebben minder staafjes. De kegeltjes nemen kleur waar en liggen voornamelijk bij de groef in het achterste deel van de oogbol. Er zijn 7 miljoen kegeltjes die rood, blauw, en groen zien. Ze hebben een bepaalde hoeveelheid licht nodig om te kunnen zien. In het donker zijn ze dus uitgeschakeld. Dat verklaart waarom je in het donker geen kleuren kunt onderscheiden. Mannen zijn eerder kleurenblind dan vrouwen, ze hebben minder kegeltjes. In het donker kan je moeilijker focussen omdat je dan kegeltjes wilt gebruiken, maar die hebben licht nodig. De oogzenuw, N. Opticus, zit niet in het midden, maar een beetje naar de neus en het sphenoid toe. De oogzenuw gaat door het bovenste gaatje van het sphenoid, boven de hypofyse, en net daarachter kruisen de zenuwen elkaar en gaan in elkaar over. Dat is het optic chiasme. Het zorgt ervoor dat je diepte kunt zien, zie tekening. Afbeelding 3. Het optic chiasme.
10
De fovea centralis is de gele vlek, de plaats waar het scherpst gezien wordt. Wanneer je gezichtsvermogen ongestoord is, ziet het midden van je gezichtsveld het duidelijkst. Bij het bekijken van een letter op deze bladzijde zie je dan bijvoorbeeld deze letter duidelijker dan de daaromheen liggende. Wanneer je een deel van deze letter nauwkeurig bekijkt, zie je de rest van de letter minder duidelijk. Men noemt dit gecentreerd zien. Het komt tot stand doordat de retina aan de binnenkant tegen de achterwand van de oogbol op een bepaalde plaats het meest gevoelig is voor licht. Deze plaats heet fovea centralis. Daarin zitten de lichtgevoelige cellen heel dicht op elkaar. Bij mensen met een normaal gezichtsvermogen valt het beeld van een bekeken voorwerp precies op de fovea centralis. Bij mensen met oogafwijkingen valt het beeld ernaast, zodat andere voorwerpen scherper worden gezien dan dat wat bekeken wordt. Men noemt dit excentrisch zien. De nervus Opticus voert informatie uit de staafjes en kegeltjes van het netvlies naar de hersenen. Lichtenergie valt op de retina, er vindt een chemische reactie plaats die lichtenergie omzet in een elektrisch signaal. Vervolgens wordt het signaal via de thalamus naar de visuele cortex geleid, waar integratie en interpretatie geschieden, of naar de amygdala. De thalamus interpreteert het signaal. Het geniculate body zit achter de thalamus. Om diepte in te schatten, heb je twee ogen nodig en een deel van de hersenen zorgt hiervoor. Kinderen moeten bijvoorbeeld bij het eten nog leren diepte te zien; van dit hersendeel moeten ze nog leren gebruik te maken. Iedereen maakt beelden anders, het heeft te maken met je ervaringen. Wat we zien zetten we om in iets wat we kennen. Als voorbeeld; de indianen zagen de boot van Columbus niet want ze kenden die niet. Het oog is niet selectief, maar de hersenen zijn selectief. En waar zit de geest ( de psyche; het denken en het voelen)?
Er zijn twee kamers; de voorste en de achterste. Ze bevatten een lymfeachtige vloeistof die lijkt op C.S.- vocht en vormen een glasachtig lichaam. Het glasachtige lichaam is de grootste oogkamer. Het is eigenlijk de hele oogbol van binnen. De voorste kamer zit tussen het hoornvlies en de lens, gevuld met kamerwater. De achterste oogkamer zit achter de iris, gevuld met kamerwater. Daar zitten kleine orgaantjes, corpus ciliaire en de ciliaire spier dat kamerwater uitscheidt. Bij stress wordt de druk in de kamers opgevoerd, waardoor het vocht niet goed afgevoerd kan worden. Er ontstaat druk op de lens (glaucoom). Druk kan ook ontstaan door ontstekingen, gezwellen, circulatiestoornissen. Als de te hoge druk komt a.g.v. stress, zou je met cranio dat kunnen behandelen i.p.v. dat iemand een bril of operatie krijgt.
11
Afbeelding 4. Bron: Abrahams P, De atlas van het menselijk lichaam
c. De oogspieren. Zie afbeelding 4. De spieren van het oog kunnen verdeeld worden in inwendige en uitwendige spieren. a. Tot de inwendige spieren worden de spiertjes van de iris en van het corpus cilaire gerekend. Accommoderen betekend dat je met je inwendige oogspieren de ooglens boller maakt als je dichtbij wilt kijken. Zoals bij lezen de afstand circa 30 cm is. b.De uitwendige oogspieren bestaan uit vier rechte en twee schuine oogspieren. De vier rechte oogspieren: • Bovenste rechte oogspier M. superior rectus, zij trekt het oog omhoog en naar de middellijn. 12
Onderste rechte oogspier, M. inferior rectus, zij trekt het oog omlaag en naar de middellijn. • Zijdelingse rechte oogspier, M. Lateral rectus, zij abduceert het oog, trekt het weg van de middellijn. • Zijdelingse rechte oogspier, M. Medial rectus, zij adduceert het oog, trekt het naar de middellijn. De twee schuine oogspieren: • De bovenste schuine oogspier, M. Superior Oblique, zij abduceert het oog en trekt het omlaag en naar voren. • De onderste schuine oogspier, M. Anterior Oblique, zij verheft het oog en draait het naar buiten. •
Alle spieren hechten zich vast door een ringetje, de annulus tendineus communis, wat vast zit op het sphenoid. Als het sphenoid scheefstaat, staan de oogspieren ook scheef en dat geeft stress. Daar kan je met cranio dus wat aan doen. Alle spieren zitten vast in een fasciazak, en die zak zit vast aan het bot. De ronde vorm van de oogbol verdwijnt door het trekken van de spieren. De stress van deze externe oogspieren wordt over het algemeen verantwoordelijk gehouden voor bijziendheid, verziendheid, astigmatisme en cylindrische afwijkingen. De samentrekking van deze buitenste (extraoculaire) spieren wordt gereguleerd door 3 hersenzenuwen: N. oculomotorius (3e hersenzenuw) innerveert de bovenste, middelste, en onderste rechte oogspier. N. trochlearis (4e hersenzenuw) innerveert de bovenste schuine oogspier. N. abducens (6e hersenzenuw) innerveert de zijdelingse rechte oogspier.
Gewoonlijk richten de ogen zich geheel onbewust en automatisch op het voorwerp dat je wilt bekijken. Je kunt de ogen echter ook willekeurig in elke gewenste richting sturen. Dit is mogelijk doordat de oogspieren gedeeltelijk vanuit het bewustzijn en gedeeltelijk vanuit het onderbewustzijn worden gestuurd. Het is te begrijpen dat daarom elk conflict tussen de bewuste en onderbewuste geest van de mensen gemakkelijk een spanning in ogen tot gevolg heeft.
d. Traanvocht en kamerwater. Zie afbeelding 5. De bolvorm van het oog wordt mede in stand gehouden doordat binnen in het oog vocht wordt geproduceerd, dat kamerwater wordt genoemd. Kamerwater is niet hetzelfde als uitwendig traanvocht. Als de afvoer van dat kamerwater wordt belemmerd, kan een te hoge interne oogdruk ontstaan. De oogbol is omringd door sinussen. Dus als je verkouden bent heeft dit invloed op je zicht. De korreltjes in de ogen ’s ochtends zijn vuil dat gekristalliseerd is.
13
Elke 4 uur wordt het oogvocht totaal vervangen, en wel druppelsgewijs. De ogen worden vochtig gehouden door de voortdurende productie van kleine hoeveelheden traanvocht door de traanklieren. Dit vocht bevat ook Afbeelding 5. Bron: Netter F.H, Atlas of Human Anatomy
De ogen worden vochtig gehouden door de voortdurende productie van kleine hoeveelheden traanvocht door de traanklieren. Dit vocht bevat ook een antibacteriële stof. Het meeste vocht, 1 ml per oog per dag, verdampt. Het restant wordt door een afvoergang naar de neus afgevoerd. De traanklier (lacrimal gland) ligt boven de buitenzijde van het oog binnen een inkeping in de oogkas. De traankliertjes bevatten elk traanbuisjes die zorgen voor de afscheiding van de klier. Traanvocht loopt via de traankliertjes naar een verzamelpunt, de saccus lacrimalis. Hiervandaan stroom het omlaag naar de neusholte.
14
Hoofdstuk 4: Oogafwijkingen. a. Bijziendheid/myoop; (zie afbeelding 7 blz. 16) Je ziet in de verte niet scherp en dichtbij alles goed. Bij dit gezichtsprobleem horen de refractiefouten. Refractie is het lichtbrekende vermogen van een medium, meestal een lens, waardoor invallende lichtstralen tijdens het passeren van richting veranderen. De totale refractie kan worden beschouwd als de som van de breking in de verschillende optische structuren van het oog. De belangrijkste variabelen zijn de corneakromming, de lenssterkte en de aslengte van het oog. Fysiek gezien, is je oogbol te lang. Hoofdzakelijk de M. Superior Oblique en M. Anterior Oblique zijn te gespannen. De lichtstralen die in het oog vallen, vallen dan voor het punt achterin het oog waar je alles mee ziet. Het focuspunt komt voor de Retina te liggen. Behalve dat de oogbol langer is, is het in vrijwel alle gevallen van bijziendheid ook zo dat de cilindrische spier die rond de lens zit te gespannen is. Daardoor wordt de lens dikker en dus sterker. Een sterke lens gebruik je om dichtbij te kijken. Dichtbij kijken is voor een bijziende ook geen probleem. Ontspannen van bovengenoemde spieren is belangrijk voor een myoop. Bijziendheid ontstaat vaak op de schoolleeftijd en neemt geleidelijk toe tot de leeftijd van ongeveer 20 jaar. Bij schoolgaande kinderen valt bijziendheid meestal snel op. Ze kunnen niet goed op het schoolbord zien en gaan thuis dichtbij de computer of tv zitten. Soms knijpen zij de ogen vrijwel dicht om goed te kunnen zien. Beginnende bijziendheid geeft meer last in de schemer en donker. Hiervan hebben volwassenen nogal eens last. Het wordt nachtbijziendheid genoemd. b. Verziend/hyperoop: (zie afbeelding 8 blz. 17). Dichtbij zie je niet scherp, en veraf kun je alles wel goed zien. Dit probleem hoort ook bij de refractiefouten. De oogbol is te kort. Dat komt dan waarschijnlijk door de rechte spieren aan de buitenkant van het oog. De M. inferior- en M. superior rectus en de M. medial- en M. lateral rectus. Die zijn wat te gespannen en trekken daarom de oogbol samen. De oogbol is korter en het focuspunt komt achter de Retina te liggen. Ontspannen van bovengenoemde spieren is belangrijk voor een hyperoop. c. Ouderdomsverziendheid. Tussen het 40e en 50e levensjaar wordt het vermogen om de ooglens boller te maken minder, doordat deze stugger wordt. De accommodatie, die al bij verziendheid is besproken, wordt minder. Om te kunnen lezen moet je de krant of boek steeds verder van je afhouden, waarbij uiteindelijk je armen te kort worden. Ook lijkt het alsof de krant steeds slechter wordt gedrukt. Dit verschijnsel heet ouderdomscheelzien of presbyopie ("presbis" is het Griekse woord voor ouderdom).
15
Afbeelding 6. Bron: Ruiter P, Zonder leesbril leren zien
16
Afbeelding 7. Bron: Ruiter P, Zonder leesbril leren zien
17
De flexibiliteit van de lens en de oogspieren kunnen beter worden door oogoefeningen en het leren ontspannen van de oogspieren. Al zijn de meningen daarover verdeeld. Sommige Bates-oogleraren geloven dat alleen de interne ciliaire oogspieren chronisch gespannen zijn bij presbyopie en dat dat goed te verhelpen is met opnieuw leren kijken, en oogontspanningsoefeningen. Maar ik denk dat het misschien te vergelijken is met artrose: je houdt het ouderdomsproces niet tegen, maar je kunt de soepelheid langer vasthouden. d.Astigmatisme/Cilindrisch oog: Bij dit probleem heb je ook refractiefouten. Onder een bepaalde hoek wordt er scherper gezien dan onder een andere hoek. Bijvoorbeeld is het mogelijk om verticaal een scherper gezichtsvermogen te hebben dan horizontaal. In een richting is de oogbol boller dan in de andere richting. Er zijn meerdere focuspunten, voor en achter de Retina. Astigmatisme kan evenals verziendheid aanleiding geven tot hoofdpijn. Astigmatisme is over het algemeen gecombineerd met bijziendheid of verziendheid en op oudere leeftijd met ouderdomsverziendheid. e.Amblyopia/Lui oog: Er zijn verschillende types van luie ogen. Het oog kan niet recht vooruit kijken, omdat een oogspier te slap kan zijn, waardoor het oog gaat draaien, of een oogspier te strak kan zijn, waardoor het oog gaat draaien. f.Glaucoom; Dit is een oogziekte waarbij de zenuwvezels van de oogzenuw geleidelijk aan verloren gaan. Deze zenuwvezels verbinden het netwerk met de hersenen. Door het verloren gaan van de zenuwvezels ontstaan blinde vlekken. Als het afvoer van het kamerwater wordt belemmerd kan er een te hoge interne oogdruk ontstaan waardoor er teveel druk op de oogzenuw komt. De oogzenuw raakt dan afgekneld en wordt beschadigd en er ontstaat gezichtsuitval. g. Strabismus/loensen/scheelzien/dubbelzien Scheel zien levert een dubbelbeeld op. Een oog kijkt naar een voorwerp en het andere oog kijkt naar iets anders. Het verschil kan heel subtiel zijn. Er zijn 4 hoofdvormen van scheelzien: 1. Esofoor, als een van de ogen de neiging heeft om naar binnen te draaien. 2. Exofoor, als een van de ogen de neiging heeft om naar buiten te draaien. 3. Hyperfoor, als een van de ogen de neiging heeft om naar boven te draaien.
18
4. Hypofoor, als een van de ogen de neiging heeft om naar beneden te draaien. Bij scheel kijken kunnen de hersenen de beelden niet samenvoegen omdat ze niet zodanig overeenkomen dat er een beeld van gemaakt kan worden. Het resultaat is dan een dubbelbeeld, het dubbel zien. h. Macula degeneratie: Het centrale gedeelte van de retina is de Macula Lutea (gele vlek).Bij Macula degeneratie is het juist dit centrale gedeelte wat beschadigd raakt. Het wordt dan moeilijk om details te zien, kleine lettertjes te lezen. Het centraliseren kan dan niet meer. Het kan dan bijvoorbeeld zijn dat je in je centrale gedeelte van je visie een vage zwarte vlek ziet. Naarmate de tijd vordert, wordt de vlek groter, vandaar dus de degeneratie. Meestal komt Macula degeneratie voor bij oudere mensen. Je hebt een droge en een natte vorm van degeneratie. 90% bestaat uit de droge vorm. In dat geval worden er afvalstoffen opgehoopt onder de macula. Dat veroorzaakt geelachtige vlekken in het centrale gedeelte van het zien. Doordat de afvalstoffen zich ophopen, wordt de bloedstroom belemmerd. Dat heeft tot gevolg dat de voedingstoffen de retina en het macula niet meer bereiken en je gaat slechter zien. i. Cataract/grijze staar en staar Ooglenstroebeling, vermindering gezichtsvermogen, zwarte afhankelijk van de plaats van de staar (centraal of perifeer).
schimmen,
19
Hoofdstuk 5: Kijkvaardigheden 1. Oogbewegingen, zorgen ervoor dat de ogen goed samen kunnen bewegen. Dit is belangrijk voor het lezen. Als iemand een vinger nodig heeft om te lezen, dus de plek verliest met haar ogen, of steeds moet herlezen om het gelezene te begrijpen dan is er een probleem met de oogbewegingen. 2. Focussen, gaat over hoe we controle hebben over de spieren in het oog. Een vaardigheid is dichtbij te focussen en dat vol te blijven houden. Een andere vaardigheid is makkelijk te wisselen in het focussen tussen dichtbij en veraf. Een goede concentratie heeft te maken met het focussen van je geest, lichaam, en de ogen samen. Exclusief focussen is op 1 punt focussen en de rest van de omgeving negeren. Omvattend focussen gaat over gewaar zijn van jezelf, van je ademhaling je lichaam je omgeving en gefocust zijn op je taak. 3. Visuele coördinatie, gaat over het samenwerken van de ogen. Als de ogen niet samenwerken is er geen diepte perceptie. Als iemand dit niet goed kan, geeft dat heel veel stress op het zenuwstelsel en verwarring in de persoon. 4. Hand-oog-lichaam-coördinatie, deze vaardigheid is een combinatie van het zien en de lichamelijke beweging. Oog-hand coördinatie is een combinatie van het zien en de lichamelijke beweging. De ooghand coördinatie is nodig voor het vangen van een bal, voor het schrijven. Als de oogbewegingen stotig of grillig zijn, dan zijn de handen lichaamsbewegingen ook grillig. Andersom, als het lichaam zich niet goed kan stabiliseren, wordt de oog-hand coördinatie bemoeilijkt. 5. Vormperceptie, gaat over het gewaar worden van de verschillende vormen, objecten, woorden. Met je aandacht bij de dingen zijn die je ziet, niet met je gedachten ergens anders zijn. 6. Bilaterale integratie, deze vaardigheid gaat over het samenwerken van de beide lichaamshelften. Dit heeft te maken met de integratie van beide ogen met de hemisferen of met het lichaam. Dyslexie is de verzamelnaam voor problemen hiermee. Dyslexie wordt veroorzaakt door stress, emotionele blokkades en soms door fysieke tekortkoming in de hersenen. Therapie voor de ogen kan goed helpen bij het opnieuw programmeren van de integratie van de ogen, de hersenen en het lichaam. 7. Visualisatie. Er zijn 3 fases. De eerste gaat over informatie opnemen door de ogen. De tweede over de informatie overbrengen naar de hersenen en de derde gaat over gebruik maken van de informatie. Het geheugen van het zien heeft te maken met de tweede fase. Hoe efficiënter en makkelijker je informatie overbrengt naar de hersenen (input) hoe sterker het visuele geheugen is. Deze vaardigheid kan vergroot worden door therapie voor de ogen.
20
Oefenen Perifeer zien Visuele coördinatie Visuele focus Controle oogbeweging Visualisatie/visueel geheugen Bilaterale integratie Hand-oog coördinatie
Verbetering Beweging/balans Diepte perceptie Concentratie Het volgen bij het lezen Leren, richtingen volgen Verhelpen dyslexie patronen Sport, schrijven
Vijf aspecten van je gezichtsvermogen trainen Dr. Hisao Ischigalei heeft een c.d. gemaakt waarbij je leert om de 5 aspecten van je gezichtsvermogen te trainen: - De visuele reactiesnelheid; het vermogen om veel informatie opeens op te nemen. - De oog-handcoördinatie; het vermogen om snel en nauwkeurig te reageren. - Het omgevingszicht; het vermogen om een breed gebied te overzien. - De oogbewegingen; het vermogen om snel je ogen te bewegen. - De dynamische gezichtsscherpte; het vermogen om de bewegende objecten scherp te zien.
21
Hoofdstuk 6: Therapie. a.Cranio-sacraalthearpie ontspant je ogen en je hele systeem. Het geeft ruimte aan de oogbol. Het bevorderen van het doorstromen van cranio-sacraalvocht rondom de ogen, zodat afvalstoffen gestimuleerd worden weg te gaan, en de voedingstoffen aangevoerd worden. Het craniosacraalvocht brengt ionen naar je zenuwcellen en ruimt afval op. Het verplaatst ook immuuncellen. Het anders naar jezelf leren kijken door cranio-sacraaltherapie. Je lichamelijke en geestelijke bewustzijn vergroten. Het in contact brengen met je oorspronkelijke energie, met je hele lichaamssysteem, wat al helend werkt.
1. Het ontwinden van het oog; opgedane indrukken kunnen ontladen worden. TV- beelden blijven plakken in het achterste gedeelte van de hersenen, de occipitale cortex, net boven de kleine hersenen. Wat je hebt laten binnenkomen breng je weer naar buiten door het ontwinden. Het plaatje wordt vanuit de ogen doorgestuurd naar de thalamus, die beslist waarheen het gaat. De thalamus doet dit niet alleen voor het zicht maar ook voor de geur etc. De thalamus neemt een beslissing ‘moet je er nu over denken of niet’. Het interpreteert het beeld zo dat zij het alleen maar doorgeeft. In de amygdala beoordelen we wat er gaat gebeuren. a. Zelf ontwinden van je ogen: Buig je hoofd een beetje voorover. Steun met je ellebogen op de tafel. Zet dan 4 vingers op elk oog en ga het hele oog ontwinden. Houd een constante zachte druk. De spanning komt los. Je raakt nu ook de uiteinden van de Dura Mater aan. Maak contact met het ritme. Laat de energie uit je ogen in je vingers stromen, door de voeten heen en geef haar af aan de aarde. Je ogen mogen zich nu eindelijk leegmaken. Ze moesten altijd alles zien. Je voelt dat je vingers en ogen steeds meer gaan ontspannen. Kom daarna terug, maar maak nog geen oogcontact. Laat de wereld nog even niet binnenkomen. b. Met begeleider ontwinden: 1 persoon zit op de kruk, de kruk staat naast een matras. Begeleider doet 2 handen op occiput, boven de oren (lateral genitual body). Welke kant trekt het meest naar je hand? Aan die kant laat je je hand liggen. De andere hand diagonaal, over het andere oog. De beweging van ontwinden volgen. De cliënt evt. begeleiden tot het liggen op de matras. Daarna gaat zij weer zitten, zonder te kijken. Ander oog hetzelfde. Als de cliënt weer op de matras ligt, pak je haar hand, en ga je doorvoelen, contact maken, tot de elleboog, schouder, sphenoid. Eindig met je vingertoppen op haar ogen. 2. Talking to the heart. Dit kan je toepassen om een oog beter te laten zien. Het oog laten praten over de frustraties, de frustraties dienen naar buiten te komen. Je kunt op die manier de emoties uit het systeem halen, zonder in je
22
emotionele toestand te gaan. Je kunt in de ogen tegen een diep verdriet aanzitten. Je ogen waren getuige van alles wat zich afspeelde in je leven. En dat vind je terug in je oogspiertjes. Het is logisch dat je een boodschap van dank stuurt naar dat ze je hielpen om getuige te zijn van alles wat zich afspeelde in je leven. Alle cellen, organen, mensen hebben behoefte aan erkenning. 3. Werken met het sphenoid. De oogzenuwen moeten door het sphenoid. Zit het sphenoid scheef, dan zitten de oogzenuwen ook scheef of kunnen beklemd raken. De zenuwbanen kunnen vrijgemaakt worden door te werken aan het sphenoïd. Het sphenoïd is als het ware de baas over je ogen. 4. Werken aan het lymfesysteem Begin met het sphenoid. Lymfe is vloeistof tussen de cellen. De beweging van het lymfevocht wordt voornamelijk door onderdruk gecreëerd. 1. Plaats 1 vinger links en rechts net onder het sleutelbeen en net naast het Manubrium van het borstbeen, daar bevindt zich de opening waar al het lymfevocht terug in de bloedsomloop geloosd wordt. 2. Maak deze openingen schoon, terwijl je er vragen over stelt aan de cliënt. 3. Volg zachtjes met de zijkant van wijsvinger en duim het vocht aan de zijkanten van de nek van achter het oor naar de basis van de nek. 4. Herhaal aan de andere kant. 5. Voel bij jezelf de Lymfebeweging achteraan nek en hoofd. 5.Masseren van de oogspieren. Dit doe je met een wattenstaafje. Een oefening die je bij jezelf kan doen. Was voor en na deze oefening je handen. De ogen zijn zeer vatbaar voor infecties. Met een wattenstokje ga je je oogspieren masseren. Ga zo zitten dat je ellebogen op een tafel steunen voor de stabiliteit en de steun. Het wattenstaafje hou je stil, en het masseren gebeurt door je oog een beetje naar links/rechts te laten kijken. Je kijkt altijd de andere kant op als waar het wattenstaafje zit. Leg het wattenstaafje dwars op de bovenste rechte oogpier, m. superior rectus, en duw een beetje tegen de oogbol aan. Het wattenstaafje ligt plat in het horizontale vlak. Je ogen zijn gesloten en het wattenstaafje ligt op het ooglid. Kijk nu naar beneden en iets naar links en rechts. De oogbol wordt naar beneden gedraaid en door het iets naar links en rechts te kijken masseer je de bovenste rechte oogspier. Je ogen blijven gesloten. Hetzelfde geldt voor de onderste rechte oogspier, alleen kijk je dan juist naar boven en iets naar links en rechts bewegen van je ogen.
23
Voor de overige spieren geldt hetzelfde, alleen houd je het wattenstaafje recht op je ogen, je wijst met het staafje recht naar je ogen toe. Het wattenstaafje ligt in het saggitale vlak. En als je b.v. de M. superior oblique masseert van dit linkeroog, ga je naar linksonder kijken, en dan een beetje naar rechts en links. Zoek subtiel met het wattenstaafje naar daar waar het scherp aanvoelt. Als het bij een spiertje scherp voelt, betekent dat, dat deze spier het juist nodig heeft om gemasseerd te worden. Probeer te ontspannen en denk eraan dat er een relatie is tussen de Dura Mater en het oog. Voorbeeld van een craniosacraal sessie: 1. Cliënt ligt op haar rug. Ga aan het hoofdeinde zitten nadat je je handen hebt gewassen. Met 4 vingers de zygoma pakken. Het heeft 4 kanten. De duim zit aan de binnenkant van het oog. Vraag aan je cliënt of de druk o.k. is. De zygoma draaien alternerend. Waar het wat klem zit, ga je er langzaam doorheen. Als je klaar bent eindig je in neutraal, zo breng je de zygoma weer in evenwicht. 2. Voorhoofd stabiliseren. Je duim op frontal. Vingers op maxilla, naast de neus. Je duim en wijsvinger maken een denkbeeldige verticale lijn door het midden van het oog. Er is ook een alternerende beweging.De beweging is van craniaal naar caudaal en terug. De beweging die er is een tikkeltje groter maken. Eerst de ene kant, en dan de andere kant. Naar neutraal, en wachten tot je de opzij-beweging voelt. Je beweegt nu van mediaal naar lateraal en terug. 3. Een hand, vingers, op frontal, volg het ritme. Andere hand, vingers, pakken de neuswortel. Maak ruimte tussen frontal en neuswortel. Dit geeft ruimte aan tent. 4. Maxilla vastpakken met 4 vingers. Volg het ritme. Je wilt de flexibiliteit teruggeven. Intuïtief de juiste plek vinden om los te laten is vaak rond neutraal. 5. Traankliertjes goed vastpakken, door het bot heen. Duim bovenop, 2-3 vingers proberen onder het frontal vast te pakken. De traankliertjes zitten boven het oog, en lateraal. 6. Vrijmaken traanwegen. Eerst de ene kant en dan de andere kant. Het heeft met afvoer van lymfevocht te maken. Duim op maxilla, schuif mee onder het oog naar het putje aan de neuskant. Daarna richting de keel zachtjes duwen/schuiven. Een mooie trage beweging. Het gevoel van traag vocht verplaatsen. Als het te droog is, beetje aan de zijkant traanvocht erbij pakken. Kan liefkozend aanvoelen. Dat mag. 7. Ogen ontwinden. Drie vingertoppen op oogbol. Zuignapjes maken van je vingers. Evt. contact maken met oogzenuw. Tweede voorbeeld sessie: 1. atlas-occiput 2. sphenoid 3. Vomer is ook belangrijk dat hij recht staat.
24
4. Zeefbeen/etmoid. 5. Zygoma/jukbeen bewegen, alternerend 6. Neusbrug en frontal Frontal en maxilla Frontal en zygoma 7. Traankliertjes, eerst pakken en daarna van putje naar keel. 8. Ontwinden oog 9. Oren 10. Sacrum Voorbeeld derde sessie: 1. Atlas-occiput. 2. Vrijmaken van de Transverse en Sigmoïd Sinus via het vrijmaken van de myofasciale band die tussen de 2 Nuchal Lines over de occiput en slaapbeen loopt. Tent en sphenoid ontspannen, oogzenuwkernen zitten daar. 3. 2 handen omvatten de schedel. Voel laagje voor laagje dieper; Huid/haar, lymfe, fascia spieren en bot, dura mater, c.s.-vocht, pia mater, glia terminalis. 4. Ga naar sphenoid, wacht tot bewegingen zich aandienen. Volg ze. Als je meegaat met een kant, daarna niet vergeten het ook de andere kant op te draaien. Eindig met compressie-decompressie. 5. Een vinger rust ontspannen op de neuswortel, en wijst naar etmoid, om energie af te voeren. Je voelt het bewegen van de neusbotjes. De andere hand, duim omvat de tent. 6. Frontal-maxilla 7. Een duim in het hoekje van het oog, aan de neuskant. Je fixeert het frontal met duimmuis tegen de neus. Andere hand pakt zygoma vast en volg dit. Of andere hand beweegt de maxilla met 4 vingers, zacht draaiende bewegingen. Je hebt twee ogen; eerst de ene, dan de andere. 8. Traankliertjes. Doel: energie geven of ontladen van energie, zodat de traankliertjes er iets mee kunnen. 9. Een hand duim op de maxilla, en schuif mee onder het oog naar het putje van het oog (neuskant). Daarna helpt de andere hand de duim zachtjes richting de keel te duwen. Je doet dit in een beweging. 10. Putjes lymfe boven sleutelbeen openen en schoonmaken. 11. De knieën van je cliënt een klein beetje optillen.
25
b. Oogoefeningen 1. Gemiddeld knipper je 20 keer per minuut je ogen, dus elke 3 seconden. Steeds wanneer je aan het knipperen van je ogen denkt; knipper dan en adem bewust erbij. Het ontspant de ogen. Bijvoorbeeld makkelijk en goed om te doen als je achter de computer werkt. Zie ook ademen en knipperen. 2. Palmeren; Maak eerst je schouders en nek los. Draai je nek los, kijk naar rechts over je schouder en naar links over je schouder. Kijk dan naar het plafond en daarna naar beneden; je kin op je borst. Beweeg je rechter oor naar je rechter schouder en dan je linker oor naar je linker schouder. Herhaal nog wat bewegingen waar je het gevoel hebt dat je nek het extra nodig heeft. De bovenste nekwervel, de atlas, is ook belangrijk om los te maken. Er is een verbinding tussen je ogen en de atlas. Maak deze los door je een penceel voor te stellen die aan je kruin zit en waarmee je kleine cirkeltjes tekent op het plafond. Maak daarna kleine rondjes met je nek in het saggitale vlak, dus met je neus naar voren en terug. Houdt bij elke nekoefening je nek recht op je romp; denk je kruin naar het plafond toe. Draai je schouders los door je schoudergordel op te trekken, dus door je schouders naar je oren te bewegen. Laat ze de ene keer langzaam naar beneden vallen, de andere keer sneller. Beweeg je schouders naar voren en naar achter, draai rondjes vooruit en achteruit met je schoudergordel. Steun dan met je ellebogen op een tafel, houd je schouders en nek ontspannen en maak kommetjes van je handpalmen. Leg je handpalmen op je ogen en kijk ontspannen in de donkerte van je handpalmen. Je aandacht gaat dan een voor een naar elk oogspiertje. Adem in een oogspier en adem uit een oogspier zodat ze nog meer kunnen ontspannen. Doe dit een aantal keer per oogspier, je voelt zelf wanneer het genoeg is. 3. Glimlachen. Als je een heel klein beetje glimlacht, kunnen je ogen niet gaan spannen. Voel de glimlach ook van binnen. De innerlijke glimlach begint in beide ogen en het derde oog en beweegt zich naar beneden naar het hart. Als je het hart activeert, zal de liefdevolle energie gaan stromen en zul je de energie van de innerlijke glimlach in je hele lichaam voelen. 4. Een half uur of uur buiten lopen met een ooglapje op. Zie hulpmiddelen. 5. Buiten lopen en zie dat alles beweegt eigenlijk. Als je niet denkt ‘ ik loop en de rest staat stil’ maar loopt en gaat zien dat alles beweegt. Einstein zei: ‘Loopt de kip over de aardbol of gaat de aardbol onder de kip door?’ Doordat je bewust bent dat de omgeving schijnbaar beweegt, verhoog je de mobiliteit van de ogen en daarmee schep je voorwaarden om beter te kunnen zien.
26
6. We kijken 80% centraal, en gebruiken maar 20% van het zien in de periferie. Het is daarom goed om meer het zien aan de buitenkant van ons gezichtsveld te stimuleren. Bv. als je achter de computer zit, houd je handen 20 cm naast je oren en beweeg je vingers. Kan je je vingers nog zien? We zouden een blikveld van 180 graden moeten hebben. Je kunt dit testen door je handen 30 cm voor je neus te houden, je vingers te bewegen, en dan op ooghoogte je handen naar de zijkant bewegen. Kan je je handen nog zien als ze ter hoogte van de oren komen? Je kunt het perifeer kijken ook oefenen als je buiten loopt en aandacht richt op het zien van de zijkanten van je blikveld. Ook kan je een bril opzetten en het centrale gedeelte afplakken. 7. Houd je duimen 30 cm voor je, kijk naar je duimen, dan naar iets wat net wat verder weg is, dan naar iets wat weer wat verder weg is tot je in 5 stapjes of meer in de verte kijkt. Daarna ga je stapje voor stapje terug naar je duimen. Deze oefening is goed om je ogen flexibel te houden. 8. Wandel buiten, of zit binnen en denk een penceel aan je neus. Met dat penceel omtrek je denkbeeldige lijnen om alles wat je ziet. Het kan van je voet op de grond, naar een stoel naar een plant die je omtrekt, via je vensterbank naar een boom buiten etc. Deze oefening is om je oogspieren te ontspannen en de bewegelijkheid van je oogspieren te oefenen. Door het lange en te gefixeerd naar een ding te kijken bouw je teveel spanning op in je ogen. 9. Zwaaioefening. Deze oefening is goed voor je ogen en voor angstige mensen. Je doet de oefening voor het slapen gaan, omdat het belangrijk is dat je met ontspannen ogen gaat slapen. Als je met gespannen ogen gaat slapen gaan ze in de nacht niet vanzelf goed ontspannen. Je staat met je voeten op heupbreedte. Zwaai en draai met je bovenlichaam naar rechts. Je armen zwaaien ontspannen langs je romp mee. Als je naar rechts draait, komt je linker hiel van de grond, je bal van je voet blijft op de grond. Daarna zwaai en draai je naar links, nu komt je rechter hiel van de grond. Terwijl je zo heen en weer zwaait kijken je ogen steeds recht vooruit. Maar kijk ontspannen. Probeer niet iets heel goed te zien. Als je zo heen en weer draait, zul je zien dat als je naar rechts draait, de wereld om je heen naar links draait en andersom. Doe dit een paar minuten voor het slapen gaan. Vergeet niet rechtop te staan, met je kruin naar het plafond gericht. En adem altijd goed door bij de oogoefeningen. 10. Het 3-Dimensionaal kijken oefenen. Deze oefening is om het divergeren (het naar buiten draaien van je ogen) en het convergeren ( het naar binnen draaien van je ogen) te oefenen. Als je bijziend bent, dus goed dichtbij kan kijken, is het divergeren van je ogen moeilijker. Als je verziend bent, dus verweg goed kunt kijken, is het convergeren van je ogen moeilijker.
27
Plaats je duimen op ooghoogte 30 cm voor je. Kijk een beetje scheel, en wacht tot je 4 duimen ziet. Beweeg dan je duimen zo, totdat de middelste duimen op elkaar komen en je nog 3 duimen ziet, je stimuleert het convergeren. Dit is inspannend. Voor het divergeren kijk je ontspannen tussen je duimen in, in de verte. Tot je 4 duimen kunt zien. Beweeg je duimen tot de middelste duimen op elkaar komen. Als een oog wat dominanter is dan het andere zie je misschien 3 duimen. Kijk dan naar de middelste duim. Voor deze oefening zijn speciale 3-D kaarten gemaakt. Zie hulpmiddelen. 11. Duim rotaties. Doel: Je ogen op een ontspannen manier te leren bewegen. Sluit 1 oog met je hand, de andere arm is gestrekt voor je, elleboog gestrekt, duim opgestoken voor je neus. Neem een vorm (bv. het raam, een poster, een lampenschaduw) en omlijn met je duim de omtrek. Kijk naar je duimnagel, en blijf ademen. Volg een minuut de ene richting en dan een minuut de andere richting. Daarna wissel je van oog. 12. Duim rotaties. Linker arm uitstrekken, je duim op ooghoogte houden. Draai een liggende 8 (lemniscaat) begin tegen de richting van de klok in. Na 4 keer wissel je van hand. Maak de 8 groot genoeg om je blikveld te vullen. Deze oefening helpt je met de coördinatie, het centeren, en de balans. 13. Oogdialoog. Doel; bewuster te worden van je onbewuste filters die je meeneemt in je zien van vandaag. Dit aspect werkt op een dieper aspect van je zien. a. Eet een maaltijd met een oog bedekt. Observeer jezelf als je eet. Praat niet, kijk geen tv, lees niet als je eet. Kijk naar je gedachten, je gevoelens en je waarnemingen als je eet. Herhaal het eten van dezelfde maaltijd met het andere oog. b. Wandel buiten, eerst met ene dan met het andere oog afgedekt. c. Kijk 10 minuten in een spiegel omstebeurt met elk oog. Neem waar hoe je jezelf ziet met elk oog. d. Spendeer 10 minuten met het beantwoorden van de volgende vragen per oog; • Hoe oud voelt elk oog? • Vraag je rechter oog hoe het voelt over je linker oog. Vraag je linker oog hoe het voelt over je rechter oog. • Wat voel je in je lichaam als je deze oogconversatie hebt? • Ben je bang voor blindheid? • Hoe voel je over je oogartsen? • Hoe voel je over leren, lezen en school? • Linker oog dicht; hoe voel je over je vader? Rechter oog dicht, hoe voel je over je moeder?
28
•
•
•
Teken, schilder, zing, maak muziek met elk oog afwisselend bedekt. Neem waar wat je zelfexpressie is met elk oog. Wees samen met een vriend, lover of kennis met elk oog 10 minuten dicht. Neem waar hoe je bent met elk oog en vraag aan je partner om feedback over je gedrag met elk oog. Breng de dag denkend en voelend over de samenwerking van je ogen. Ze zijn in een intieme relatie.
Ademen en knipperen Meestal proberen we meer te zien dan er is. Angst om het niet te kunnen lezen of niet te begrijpen wat we zien maakt dat we onze ogen gaan aanspannen voor de details en vergeten het geheel. Als konijnen in de koplampen van een auto bevriezen we en staren en zoeken naar de verborgen gevaren. Zelfbewustzijn verdwijnt en het natuurlijk knipperen van je ogen stopt. Je houdt je adem in en je nek- en schouderspieren raken verkrampt. Het verlies van mentale flexibiliteit creëert onbewuste stress, een mentale blindheid die uiteindelijk resulteert in een verstoord gezichtsvermogen. Van slecht zien ben je niet bewust tot het een feit is. Staren is de vijand. De beste manier om op te merken of je aan het staren bent is het letten op je ademhaling. Het is gemakkelijker om gewaar te worden dat je jouw adem inhoudt dan dat je ogen gespannen zijn. • Wordt je bewust dat je kunt knipperen en ademen, doe dit eerst een korte tijd tijdens een makkelijke bezigheid, en daarna blijf je bewust van het knipperen en ademhalen tijdens een veeleisende situatie.
29
Hoofdstuk 7: Oefenmateriaal en licht. a. Oefenmateriaal. • Het ooglapje: Wanneer er een verschil is in sterkte tussen je linker en rechter oog is je visuele systeem uit balans. Een oog is dominant en waarschijnlijk gebruik je dit oog meer dan het zwakkere oog. Door je dominante oog tijdelijk af te dekken ga je je zwakkere oog meer gebruiken. Hierdoor wordt dit oog sterker en komt je visuele systeem meer in balans. Het doel is dat beide ogen even sterk zijn. Het in balans zijn van je visuele systeem is belangrijk voor het goed 3 dimensionaal (3D) zien. Voor het 3D zien heb je twee beelden van gelijke kwaliteit nodig. • Rasterbril De rasterbril is een uitvinding van ingenieur Miguel Salia Munoz. Hij heeft in 20 landen het patent voor de ‘The Salia optical grid”. De natuurkundige werking wordt beschreven in zijn boek ‘Optical Grid the light and the eyes”. De functie van de rasterbril is scherper zien, ontspannen goed zien, kleur waarneming en contrast verbetert en het verbetert de functie van je ogen o.a. de accommodatie, de scherpzien-functie.
• Driedimensionale kaarten en boeken Een voorbeeld van een boek waarmee je het driedimensionale zien kan verbeteren is: ‘Het magisch oog, driedimensionale afbeeldingen’ van N.E. Thing.
b. Licht Naast de staafjes en de kegeltjes beschikt het netvlies over een derde type lichtgevoelige cel. Dat zijn de zogenaamde retinale ganglioncellen. Ze meten de helderheid van onze omgeving. De informatie over deze helderheid gaat naar de suprachiasmatische kernen (SCN). De SCN kernen zijn fundamentele onderdelen van onze biologische klok. De lichtinformatie is nodig om de biologische klok in fase te houden van de dag-nachtcyclus. SCN zenuwcellen reageren op lichtpulsen. Door licht kan je de klok resetten. De SCN ligt boven de plek waar beide oogzenuwen elkaar kruisen. Verder bereikt informatie over licht en donker de pijnappelklier in de hersenen. In de pijnappelklier wordt als het donder wordt, melatonine geproduceerd. Deze beïnvloedt ook de biologische klok. Er zijn ook klokgenen in andere weefsels dan de hersenen alleen zijn die ongevoelig voor licht. Veel biologische processen zijn aan de klok gekoppeld. Zie tekening.
30
Afbeelding 8. Voorbeeld van een biologische klok:
Ploegendienst en nachtwerk druisen in tegen onze biologische klok. Ploegendienst en chronische jetlag leiden tijdelijk tot vermoeidheid, concentratieverlies, slapeloosheid. Op lange termijn geeft het een verhoogde kans op kanker omdat de blauwdruk voor onze biologische klok opgeslagen ligt in ons DNA. En schade aan het DNA veroorzaakt kanker en ouderdom. Omgekeerd is de biologische klok ook gevoelig voor ouderdomsziekten. Als je ouder wordt krijg je meer behoefte aan middagdutjes en je kunt slechter tegen jetlags en ploegendiensten. Mensen met Midwinter Blues (Seasonal Affected Disorder) gaan zich steeds miserabeler voelen bij kortere dagen. Dit heeft te maken met hun biologische klok en het te weinig lichtintensiteit binnen krijgen. Ook stress kan de biologische klok verstoren. Extravisuele effecten van licht zijn o.a.: - Zonlicht werkt als een natuurlijke sterilisator - UV-licht helpt vit. D aan te maken. - Uv-licht kan leiden tot huidkanker. - Chronotoxiteit is het verschijnsel dat een stof op het ene moment van de dag meer vergiftigingsverschijnselen in onze cellen opwekt dan op een ander
31
moment van de dag. Chemo- of radiotherapie werken daardoor op bepaalde momenten van de dag effectiever en geven minder bijwerkingen. De lichtintensiteit wordt uitgedrukt in Lux. (eenheid van lichtsterkte). Bij zonsondergang heeft het zonlicht een intensiteit van 500 lux. De intensiteit van licht kan oplopen tot 100.000 lux. Gemiddeld daglicht heeft 5-10.000 lux. Stoornissen in het slaap/waakritme kunnen worden behandeld door toediening van licht en/of melatonine op het juiste tijdstip. Dit is per persoon verschillend. Hulpmiddelen kunnen zijn: a.Een zonnebad is goed voor je ogen: ga in de zon zitten en kijk met gesloten ogen richting de zon. Dit zonnebad geeft je ogen extra warmte en energie. b.Wake-up light (van Philips).Het licht van de wake-up lamp wordt langzaam sterker en gedurende een half uur neemt de lichtintensiteit toe en bereidt het apparaat je lichaam voor op het vanzelf natuurlijk wakker worden. Het licht zendt een boodschap naar je hersenen om de productie van het energiehormoon op te voeren. Hierdoor word je vanzelf en aangenamer wakker. Dageraadsimulatie zorgt voor meer energie, een beter humeur, hogere productiviteit, verbetert de kwaliteit van de slaap en maakt het makkelijker om wakker te worden. c.Dynamic Light (van Philips). Lampen voor op de werkvloer voor een aangenaam werkklimaat.
32
Hoofdstuk 8: Voeding en lasertherapie. Voeding: In worteltjes zitten provitaminen A, dat zet ons lichaam om in vitamine A. Onze ogen bevatten de hoogste concentratie aan vitamine A van ons hele lichaam. Nachtblindheid is bijvoorbeeld vaak een tekort aan vitamine A. Achterin de ogen zit een fijnmazig stelsel van allemaal bloedvaatjes. Die hebben zuurstof en voedingsmiddelen nodig. Als dat stelsel niet genoeg krijgt gaat het degeneren. Vers fruit en groenten zijn goed voor onze ogen. Dierlijke vetten zijn slecht voor de ogen. Lasertherapie (refractiechirurgie/ooglaseren). Wanneer refractiechirurgie of ooglaseren een verbetering in het zicht op afstand produceert zonder het gebruik van een bril, zal die dit niet de onderliggende bijziendheid hebben veranderd, maar alleen de mate van refractie. De verandering is alleen van het hoornvlies, terwijl de diepte van de oogkamer te groot blijft, alsook de lengte van de oogbal. Dus is de persoon nog altijd bijziend en blijft zij onderworpen aan alle risico’s van bijziendheid. Ooglaseren bij refractiefouten raadt het Amsterdam Medisch Centrum af, zie: www.lasikdisaster.nl
33
Hoofdstuk 9: Over ‘het onzichtbare’en ‘licht en duisternis’.
De volgende stukjes tekst heb ik gehaald uit artikelen of Cd’s van Vidjai Shankar. Dr. Shankar legt uit dat de waarheid niet gekend, noch beoefend kan worden. Daarentegen is het juist de illusie die kan worden begrepen, en dat is de wereld, de mensen en de geest, zoals de wijzen ons hebben verkondigd. (zie www. acadun.com). a. Het onzichtbare Uit; ‘invisible”, cd van de lezing op 24-8-2004, Lelystad van Vidjai Shankar. Het gaat niet om de hoeveelheid van wat je begrijpt, het gaat om de kwaliteit van wat je begrijpt. Zelfs een klein beetje kan wonderen doen. Als je naar het leven kijkt zie je niet alleen het mooie van het leven, maar ook de betekenis van het leven. De betekenis van het leven zit hem in dat wat onzichtbaar is. Het onzichtbare houdt de mens altijd in een staat van schoonheid en respect. Neem het voorbeeld van een willekeurig object, bijvoorbeeld een boom. Het mooie zit niet in de boom, het mooie zit in je visie. In je inzicht. Je visie is onzichtbaar. Zonder visie heeft het plaatje van een boom geen betekenis. De boom zal alleen als een naam overblijven. B.v. een appel voor je kan er heel goed uitzien, maar alleen als je hem proeft geeft het je de schoonheid ervan. De smaak is onzichtbaar. De schoonheid ligt in het onzichtbare, niet in het zichtbare. Door de smaak van het eten gebeurd er iets met je wat je niet beschrijven kunt. Je kan naar een muziekinstrument kijken, maar het zal je geen plezier geven tot je het geluid hebt gehoord. Dan pas komt de schoonheid van het leven naar boven. Kijk naar een bloem. Een bloem heeft niet zoveel schoonheid tot je haar onzichtbaarheid hebt geproefd en dat is haar geur. Als de mens zichtbaar is, ligt daarin niet de schoonheid, maar als de mens onzichtbaar wordt, daarin ligt de schoonheid. Als de mens onzichtbaar wordt, zal het de tijd zijn dat zij haar eigen schoonheid begrijpt. Niet zonder vorm maar met de vorm. Dat is de schoonheid van het leven. Het is niet in dat wat je ziet, neem het voorbeeld van de bloem. De bloem komt van het zaad. Een zaad is alleen maar een naam voor je. Maar dat wat onzichtbaar is, de boom in het zaad, is aantrekkelijk. Het aantrekkelijke zit ook niet in de bloem van de boom, maar in de geur. Dat wat je niet kan zien. Het moment als je je ego niet kan zien, wordt je onzichtbaar voor jezelf. Het zaad is heel zeker. Het is hard en kan elk weertype weerstaan. Stel dat het zaad zegt:’Ik ben heel zeker, geen storm of zon kan me breken’. Het zal nooit onzichtbaar worden. Alles rondom het zaad zal wachten op het onzichtbare.
34
Ze zullen het zaad ontkennen. Maar het zaad zal zeggen: ‘Ja, ik ben hier, de mensen kijken naar me, ze geven me aandacht’. Hetzelfde in het leven. Als je je ego hebt, ben je iemand en je denkt dat mensen je aandacht geven maar dat is niet zo. Ze willen je zien zoals ze denken over je in hun geest. Iedereen wil de ander anders zien. Dat komt omdat ieder van ons nog steeds een zaad is. Hard. Omdat we ons zeker voelen. Het zaad voelt zich zeker met haar schil. De mens voelt zich zeker met haar ideeën van haar zekerheid. Er zijn ideeën over werk, familie, god, spiritualiteit. Dat is o.k., maar je moet je bewust zijn dat ze niet meer zijn dan een harde schil rond je. Die je zichtbaar maken voor anderen. Het zaad breekt en wordt een plant, de plant wordt een boom en een bloem. De bloem gaat automatisch geur afgeven. De bloem doet niks. De bloem zegt toch niet: ‘O, ik wil geen geur afgeven, alleen als iemand voorbij loopt?’ Zij geeft simpel, het gebeurt met haar. Kijk naar de geest van de mens. Zij wil opstaan, haar ontbijt krijgen, naar haar werk gaan, haar werk doen, thuis komen en bij haar familie zijn. Zij verwacht dat haar partner leuk met haar praat, de kinderen geen lawaai maken er goed eten op de tafel staat, en er moet een leuk televisieprogramma zijn. En zij gaat slapen. De volgende dag hetzelfde. Als je goed observeert wil de mens dit doen op precies dezelfde manier. Het werk moet gaan zoals zij wil, en als zij naar huis gaat, wil zij geen file en zij verwacht zonder ongeluk thuis te komen. Thuis wil zij dat iedereen haar groet. Uiteindelijk heeft iedereen haar eigen ideeën erover. Maar als zij blijft bij haar ideeën, blijft zij als een zaadje, haar hele leven. Maar als zij open is voor het nieuwe ’laat me zien, hoe ik opsta vandaag, laat me zien wat ik ontvang op mijn werk, laat me zien hoe het werk gaat vandaag, we zien wel hoe de reis naar huis gaat’, heeft ze haar schil gebroken. Ze heeft ruimte gegeven om het leven te ontvangen. Als de schil het leven heeft ontvangen breekt zij. Maar we zijn niet in staat het leven te ontvangen. We worden rigide. We zijn niet in staat ons door het leven te laten raken. Als je blijft hangen in hoe je werk moet gebeuren, alleen op 1 bepaalde manier, dan word je een zaadje. Je wordt hard. Je wordt niet onzichtbaar. Kijk naar je ideeën, hoe rigide ben je in het leven. ‘Ik moet het op deze manier doen…, iedereen moet naar me luisteren...’ Je bent niet open voor het leven. Dat is de eerste stap. Kijk ook naar de volgende stap. Als je bidt, zal je je goed voelen. Dus begrijp dat het een opstapje voor je is. Maar ‘ik zal voor alles bidden in mijn leven’ opent de deur en kraakt de schil. Dan zal je zien ‘mijn hele leven is een gebed’. Dan kan je altijd bidden en niet met een idee in je hoofd. De meditatie kan als een harde schil voor ons worden. Net als een zaad, het wordt er heel zeker in. Als je je meditatie of gebed observeert, ben je alert. 100 % van je aandacht is op de handeling; ‘Ik zit op deze manier, ik sluit mijn ogen, ik herhaal een mantra, ’. Wat het ook is, je geeft het 100% van je aandacht. En dan voel je je er goed bij, voor die bepaalde tijdsperiode. Als je wilt dat de deur opengaat, wees dan meditatief in al je handelingen. De schil
35
zal openbreken. Maar we missen het, omdat we niet elk moment meditatief zijn. Een gerealiseerde is heel alert geworden, heel gewaar, heel wakker tot het leven. Je wilt dat het leven zo gaat als je wilt, maar dan ben je gesloten, je bent hard als het zaad. Maar niet als het leven er voor zorgt dat je open bent ’laat me zien wat het leven me geeft vandaag’. Kijk terug en zie ‘al mijn dagen, hoe is het gebeurd, ik heb geen controle gehad over het komen en gaan. Ik heb het niet gezien, geproefd, gehoord. Ik was rigide in mijn ideeën.’ Laat me van nu af aan open zijn, maakt niet uit wat er op mijn weg gebeurd. Meditatie is niet onze keus, het gebeurt met ons. Zodat we kunnen leren om in een meditatieve staat te zijn. Maar als je open bent voor het leven zullen ook je gedachten er zijn die zullen zeggen: ’Dit is gekte, dit is niet redelijk, dit is goed, slecht…” De mening is de bloem voor de mens. Voorbij de mening word je stil. Stilte is de geur voor de mens. Stilte gebeurt bij de mens op het moment dat zij begrijpt dat alles in god is. Je zult zien, hoe zekerder je zult zijn, hoe onzekerder je je zult voelen omdat je je zult afvragen: ‘Is onze zekerheid genoeg?’. Het leven zal niet stoppen. Het zal ons alles geven in verschillende vormen. Als je de stilte wordt, word je onzichtbaar voor jezelf. Je zult niet je gedachten zijn die zeggen: ‘ Ik ben zo en zo’. Als je de stilte wordt, is je aandacht gericht op je levendigheid. Dat wat levend is in je. Als je precies observeert zie je dat het leven steeds nieuw is. Het is fris.
36
b. Licht en duisternis. Uit ‘Light and Darkness”, artikel van Vidjai Shankar. Tweevoudigheid betekent dat elk woord bestaat door de betekenis van haar andere helft. Tweevoudigheid betekend dat elk woord half is en niet heel, en dat de andere helft gemaakt is uit haar tegenstelling. Als twee zijden van een muntje. Een muntje kan niet bestaan uit een kant. Zo kan een woord niet bestaan zonder haar tegenhanger. Van een muntje kunnen we begrijpen dat het uit 2 kanten bestaat, omdat elke kant aan elkaar verbonden is. Maar elk woord, geschreven of gehoord, is ook maar half, en haar betekenis daarom ook. B.v. het woord licht, bestaat alleen maar vanwege het woord donker. Kan de mens licht zien? De mens kan gereflecteerd licht zien en niet puur licht. Als licht alles is wat er is in het leven, hoe zou het donker dan kunnen bestaan? Als het donker de afwezigheid is van licht, hoe is het dan mogelijk dat te zien, omdat men licht nodig heeft om te zien. Als licht nodig is om te zien, waar is dan het eindpunt tussen licht en het donker? Duisternis is niets anders dan intens licht dat de ogen niet kunnen opvangen. De mens zijn visuele vermogen is begrensd net als de rest van zijn mentale concepten en zintuigen. De geest kan alleen de afwezigheid van verschillende golflengtes van licht beoordelen en voor de geest is het niet mogelijk om golflengtes van licht te herkennen voorbij een bepaald spectrum. Het onvermogen om licht te zien wordt door de mens ervaren als duisternis. Licht dat de mens ervaart is daarom het donker dat de ogen kunnen opvangen, het donker is intens licht dat de ogen niet kunnen opvangen. Dit is paradox en zo is het leven. Als het donker echt was, dan zouden zelfs dieren niet kunnen zien maar het is bekend dat bepaalde dieren in totale duisternis in totale vrijheid kunnen rondzwerven. Het is belangrijk te realiseren dat het leven meer in het donker dan in het licht begint. De zaden lopen uit in het donker onder de grond. De spermacel bevrucht de eicel in het donker in het voortplantingsorgaan. Eieren komen uit in het donker uit de eischaal. Het leven begint in het donker, omdat donker licht is! Vrijheid van de etiketten ‘licht’en ‘donker’ is puur licht, licht dat niet gezien, gedacht of over geschreven kan worden en het donker dat niet gezien, over gedacht of geschreven kan worden!
37
Literatuurlijst Abrahmas, Peter. De atlas van het menselijke lichaam. Utrecht, Veltman Uitgevers, 2003. Berne, A. Samuel. Creating your personal vision. Santa Fe, Color Stone Press, 2005. Ischigalei, H. Sight training Cd. Jonge, de T. Eindwerkstuk het Oog, Amsterdam, 2002. Netter, F.H. Atlas of Human Anatomy, Philadelphia: Saunders Elsevier; 2006 Peirsman, E. Lesmateriaal opleiding Cranio-sacraaltherapie. Amsterdam, 2007/2008. Ruiter, P. Lesmateriaal cursus Zonder leesbril leren zien. Utrecht, 2008. Ruiter, P.www.eye-tools.info. Shankar, V.S. Invisible. C.d. Towards Enlightenment, Lelystad, 2004 Shankar, V.S. Light and Darkness. Artikel religie en mystiek, 2004. www.acadun.com Sobotta/Becker. Atlas of Human Anatomy. Munchen, Berlin, Wien, Urban en Schwarzenberg, 1979.
38