Jaarverslag 2012
Inhoudsopgave 1.
Marktmonitor Digitalisering Mobiel gebruik Bundels Breedband en internet Zakelijke netwerkdiensten Post
2.
Concurrentie Marktanalyses Nummerbeheer en –uitgifte Handhaving markten Post Geschilbeslechting
3.
Consumenten ConsuWijzer Telemarketing Vaste telefonie Mobiele telefonie Netneutraliteit Transparantie en contractvoorwaarden Internetveiligheid Toezicht aanbieders gekwalificeerde certificaten
4.
Verkorte jaarrekening Controleverklaring accountant Balans Resultaatrekening Opbrengsten en kosten
5.
Kengetallen Handhaving Bezwaar en beroep Geschillen Marktanalyses Nummers en registraties ConsuWijzer en OPTA Spamklacht Budget HRM
6.
Over OPTA OPTA in bedrijf Samenwerking en advisering BEREC in 2012 Het college van OPTA Opmaat naar ACM
3 3 7 10 12 16 18 21 21 30 31 34 37 39 39 40 42 43 44 45 46 52 55 55 56 58 64 67 67 68 70 71 72 75 75 76 77 79 80 83 85 88 89
2
1. Marktmonitor De Marktmonitor 2012 geeft inzicht in de ontwikkelingen op de markten voor elektronische communicatie en post. Dit zijn technologische ontwikkelingen binnen of buiten de markten, zoals de uitrol van glasvezel. Ook spelen behoeften van gebruikers een rol, zoals het toenemende gebruik van diensten via mobiel breedband. Hierdoor ontstaat een dynamisch speelveld waarin OPTA als toezichthouder opereert. Aan de hand van deze ontwikkelingen schetst OPTA een objectief beeld van de stand van zaken van de markten waarop OPTA toezicht houdt.
Structurele Marktmonitor
De Marktmonitor is voor een groot deel gebaseerd op gegevens die OPTA via haar Structurele Marktmonitor en haar Postmonitor verzamelt. Voor de Structurele Marktmonitor verstrekken de grootste partijen periodiek gegevens over hun activiteiten. OPTA controleert deze gegevens. Daarnaast gebruikt OPTA rapporten en berichten uit de media. Zo houdt OPTA een vinger aan de pols bij de ontwikkelingen op de diverse markten. De cijfers vormen een belangrijk basis voor de driejaarlijkse marktanalyses van OPTA.
Digitalisering Met de opkomst van digitale technieken in de telecomsector is het aantal aanbieders in de verschillende markten toegenomen. Aanbieders die voorheen één dienst aanboden, bieden nu ook andere diensten aan. Het merendeel van alle televisie- en telefoonabonnementen is inmiddels digitaal.
3
Digitalisering telecomsector 100%
Aandeel digitaal
80% 60% 40% 20% 0% 2009 Q2
2009 Q4
2010 Q2 Televisie
2010 Q4
2011 Q2
2011 Q4
2012 Q2
Telefonie (consument)
Digitalisering televisie Sinds eind 2008 is het merendeel van de televisieabonnementen digitaal. Daarna heeft de groei zich doorgezet en in het tweede kwartaal van 2012 bevatten vier van de vijf televisieabonnementen digitale televisie. Het afgelopen jaar is digitale televisie gegroeid van 72 procent naar 80 procent. In die periode is het totaal aantal televisieabonnementen gestegen van 7,6 miljoen naar 7,7 miljoen aansluitingen.
Digitaal en glasvezel
In de afgelopen jaren is het aantal infrastructuren, waarmee klanten televisiediensten kunnen afnemen, toegenomen. Oorspronkelijk was de keuze beperkt tot kabel, analoge ether en satelliet. Daar zijn DVB-T (Digitenne) en televisie via DSL of glasvezel bijgekomen. In 2006 is analoge ether verdwenen. Alternatieven voor kabeltelevisie worden populairder. Minder dan 70 procent van de huishoudens met een kabelaansluiting in huis heeft nog een kabelabonnement. Het gebruik van DVBT neemt na een groei tot medio 2011 weer af. De populariteit van televisie via DSL en glasvezel neemt juist toe. Aan het eind van het tweede kwartaal van 2012 wordt 34 procent van de televisieabonnementen niet bij een kabelaanbieder afgenomen. Van de televisieabonnementen via de kabel is aan het eind van dat kwartaal 70 procent digitaal, terwijl dat een jaar eerder 60 procent was.
4
Televisieabonnementen (x 1.000) 8.000
6.000
4.000
2.000
0 2009 Q2
2009 Q4
2010 Q2
2010 Q4
Digitale kabel
2011 Q2
Kabel
2011 Q4
2012 Q2
Totaal
Na een periode waarin het aantal aanbieders van televisiediensten is gegroeid, zijn er in 2012 overnames geweest. Zo heeft KPN de service providers van Reggeborgh overgenomen en heeft CIF een aantal kabelnetwerken overgenomen. Met de toenemende digitalisering van televisie veranderen ook de verhoudingen op de markt. Zo is in de periode van medio 2011 tot medio 2012 het marktaandeel van Ziggo afgenomen van 40 tot 45 procent naar 35 tot 40 procent. Het aandeel van KPN is gestegen van 15 tot 20 procent naar 20 tot 25 procent.
Marktverhoudingen televisie in 2012 Q2 50% 40% 30% 20% 10% 0% CanalDigitaal
KPN
UPC
Ziggo
Overig DSL
Overig glasvezel
Overig kabel
Extra diensten
Door de opkomst van digitale televisie is het voor aanbieders eenvoudiger geworden extra diensten aan te bieden. Voorbeelden zijn extra pakketten en video-on-demand (VoD) diensten, zoals
5
Uitzending Gemist. Het aanbod van deze diensten leidt tot meer gebruik en daardoor een stijgende jaaromzet. De jaaromzet is in 2011 met 8 procentpunt gestegen tot 1,5 miljard euro.
Verhouding jaaromzet televisie 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2009
2010
Standaardpakket
VoD en interactief
2011 Additionele pakketten
Digitalisering vaste telefonie Al sinds medio 2010 is het merendeel van de telefoonaansluitingen digitaal. De groei bij digitale vaste telefoniediensten is in de periode medio 2011 tot medio 2012 6 procentpunt. Door de groei van digitale telefoonaansluitingen is aan het einde van het tweede kwartaal van 2012 62 procent van de telefoonaansluitingen digitaal, 11 procent ISDN en 27 procent analoog. Het totaal aantal aansluitingen is het afgelopen jaar met 0,6 procentpunt gedaald van 7,2 miljoen naar 7,1 miljoen aan het eind van het tweede kwartaal. Terwijl het aantal aansluitingen relatief constant blijft, is men minder gaan bellen. Medio 2011 werd gemiddeld 255 minuten per maand gebeld over een vaste lijn, ten opzichte van 244 minuten medio 2012.
Volume en aansluitingen van vaste telefonie 15.000 12.000 9.000 6.000 3.000 0 2010 H1
2010 H2
2011 H1
Volume per half jaar (x 1.000.000 minuten)
2011 H2
2012 H1
Aansluitingen (x 1.000)
Door de opkomst van mobiele telefonie en meerdere diensten in een bundel verandert het gebruik van het telefonieproduct. Aanbieders spelen hier op in door lage abonnementstarieven te rekenen als de consument ook andere diensten, zoals televisie of internet, afneemt (triple play). Op die manier kan de consument zelf thuis gebeld worden, zonder de behoefte te hebben zelf te bellen. Zakelijke consumenten gebruiken daarentegen als vanouds de vaste telefoonaansluiting om ook zelf te bellen. 6
Marktaandeel
Bij de verhoudingen op de markt is dan ook een verschil zichtbaar tussen marktaandeel in aansluitingen en op basis van verkeer. In beide gevallen heeft KPN halverwege 2012 een hoog marktaandeel tussen 50 en 55 procent en UPC een marktaandeel tussen 10 en 15 procent. Ziggo richt zich vooral op consumenten en heeft op basis van het aantal aansluitingen een marktaandeel tussen 20 en 25 procent. Op basis van verkeer ligt het aandeel tussen 10 en 15 procent. Bij Tele2 en de overige aanbieders ligt het aandeel op basis van verkeer juist hoger dan wanneer naar het aantal aansluitingen wordt gekeken. Ten opzichte van medio 2011 is het marktaandeel van KPN op basis van aansluitingen gedaald van een aandeel tussen 55 en 60 procent naar een aandeel tussen 50 en 55 procent. Het marktaandeel van Ziggo op basis van aansluitingen is daarentegen gestegen van 15 tot 20 procent naar 20 tot 25 procent. Op basis van verkeer blijven de verhoudingen tussen de verschillende partijen ongeveer gelijk.
Marktverhoudingen telefonie in 2012 Q2 Op basis van aansluitingen
Marktverhoudingen telefonie in 2012 Q2 Op basis van verkeer
60%
60%
50%
50%
40%
40%
30%
30%
20%
20%
10%
10%
0%
0% KPN
Tele2
UPC
Ziggo
Overig
KPN
Tele2
UPC
Ziggo
Overig
Mobiel gebruik Groei
Groei van mobiel breedband zet door
In het tweede kwartaal van 2012 worden 19,4 miljoen van de 21,7 miljoen mobiele aansluitingen gebruikt door mobiele telefoons. Daarbij blijft het totaal aantal mobiele telefoons schommelen tussen de 19 en 20 miljoen. Ruim 45 procent van de aansluitingen voor mobiele telefoons wordt ook gebruikt voor internet. De resterende 2,3 miljoen aansluitingen worden gebruikt voor tablets, dongels en machine-to-machinetoepassingen. 7
Mobiele aansluitingen (x 1.000) 20.000
15.000
10.000
5.000
0
2010 Q2 Smartphones
2010 Q4 Machine-to-machine
2011 Q2
2011 Q4
Dongels en tablets
2012 Q2 Mobiele telefoons
Waar het aantal aansluitingen voor mobiele telefonie ongeveer gelijk blijft, stijgt het aantal aansluitingen voor mobiel breedband. Aan het einde van het tweede kwartaal van 2012 zijn er 9,8 miljoen aansluitingen voor mobiel breedband. Dit aantal is met 2,1 miljoen gegroeid ten opzichte van het jaar ervoor; een stijging van 28 procent. Net als vorig jaar wordt ongeveer 12 procent van deze aansluitingen gebruikt voor een tablet of een dongel, terwijl de overige 88 procent voor een mobiele telefoon wordt gebruikt. De sterke groei van het aantal aansluitingen in mobiel breedband doet zich ook voor in andere landen. Met 58 aansluitingen per honderd inwoners halverwege 2012 scoort Nederland net boven het gemiddelde binnen de OESO van 57 aansluitingen per honderd inwoners.
Mobiele breedbandaansluitingen per 100 inwoners (OESO, 2012 Q2)
Korea Zweden Australië Finland Denemarken Japan Noorwegen Verenigde Staten Nieuw Zeeland IJsland Luxemburg Estland Ierland Verenigd Koninkrijk Nederland Tsjechië Polen Zwitserland Oostenrijk Israël Spanje Frankrijk Canada Griekenland Duitsland Portugal Slowakije Italië Slovenië België Chili Turkije Hongarije Mexico
110 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
8
Gebruik Veranderingen in het gebruik en omzet
De opkomst van mobiel breedband heeft gevolgen voor de manier waarop consumenten hun mobiele aansluiting gebruiken. Terwijl het maandelijks datagebruik toeneemt naar 182 MB per maand per aansluiting, zet de daling van sms‟en en bellen door. De daling in het gebruik van sms en belminuten begon in 2011. Dit leidt in het tweede kwartaal van 2012 tot een gemiddeld volume van 97 belminuten en 36 sms-berichten per maand per aansluiting. Ten opzichte van halverwege 2011 stijgt het gemiddeld aantal gebruikte MB per aansluiting per maand met 42 procent, van 128 MB naar 182 MB. Het aantal belminuten daalt licht met één procent van 98 minuten naar 97 minuten. Het aantal sms-berichten daalt met 27 procent van 49 naar 36. De sterke daling in het sms-volume kan worden verklaard door de opkomst van alternatieven, zoals Whatsapp.
1
Maandelijks gebruik mobiele diensten 200
150
100
50
0 2010 Q2
2010 Q4 Belminuten
2011 Q2 Sms
2011 Q4
2012 Q2
Data (MB)
Omzet De verandering in het gebruik van mobiele diensten betekent dat mobiele providers op andere manieren geld verdienen. Terwijl medio 2011 16 procent van de retailomzet in de mobiele communicatie kwam door de levering van mobiele breedbanddiensten, is dit een jaar later 20 procent. Het aandeel van sms neemt af met 5 procentpunt van 15 procent naar 10 procent. De totale retailomzet is in de eerste helft van 2012 voor het eerst teruggelopen. Ten opzichte van de tweede helft van 2011 is de retailomzet voor mobiele communicatie met 2 procent, ofwel met 42 miljoen euro,
1
Bron: OVUM, „Ovum figures indicate that operators will lose $54bn by 2016 due to smartphone messaging apps‟, 11 oktober 2012.
9
gedaald. Retail omzet per half jaar (euro x 1.000.000) 3.000
2.000
1.000
0 30-6-2010
31-12-2010 Totaal
30-6-2011 Spraak
Sms
31-12-2011 Data
30-6-2012
Overig
Markt Ondanks de veranderingen in het gebruik van de verschillende diensten blijven de posities van de marktpartijen ongeveer gelijk. Op basis van het aantal aansluitingen voor mobiele telefonie ligt het marktaandeel van KPN aan het eind van het tweede kwartaal tussen 30 procent en 35 procent, terwijl het aandeel van Vodafone tussen 25 procent en 30 procent ligt. T-Mobile volgt met een marktaandeel tussen 20 procent en 25 procent. De partijen zonder een eigen netwerk, MVNO‟s en SP‟s, hebben een gezamenlijk aandeel tussen 10 procent en 15 procent.
Marktverhoudingen mobiele diensten 2012 Q2 50%
40%
30%
20%
10%
0% KPN
T-Mobile
Vodafone
MVNO's en SP's
10
Bundels De digitalisering van netwerken maakt het voor aanbieders eenvoudiger om meerdere diensten via hetzelfde netwerk aan te bieden. Aanbieders hebben hun marketingactiviteiten hierop aangepast door gebundelde diensten zoals triple play actief te promoten. Dit levert voor de klant meestal een voordeel op in de vorm van korting, het ontvangen van één rekening en het hebben van één aanbieder. Voor aanbieders heeft het als voordeel dat een klant minder snel geneigd is om over te stappen als deze al zijn diensten bij dezelfde aanbieder afneemt.
Groei Groei triple play zet door
Halverwege 2012 neemt 72 procent van de huishoudens meerdere diensten af bij dezelfde aanbieder. Daarmee groeit het aantal abonnementen van gebundelde diensten in de periode van halverwege 2011 tot het einde van het tweede kwartaal van 2012 van 5,2 miljoen naar 5,4 miljoen. Een groeiend aantal van deze abonnementen bestaat uit triple play, abonnementen met daarin zowel breedbandinternet als televisie en telefonie. De overige typen bundels worden ten opzichte van vorig jaar minder vaak afgenomen. Aan het eind van de eerste helft van 2012 worden 3,3 miljoen triple play bundels afgenomen. Dit is een groei van een half miljoen ten opzichte van het jaar ervoor. Het aantal overige bundels is in die periode met 341.000 abonnementen gedaald van 2,5 miljoen naar 2,2 miljoen.
Gebundelde diensten op vaste netwerken (x 1.000) 4.000
3.000
2.000
1.000
0 30-6-2010
31-12-2010
30-6-2011
31-12-2011
Dual play (breedband en telefonie)
Dual play (breedband en televisie)
Dual play (telefonie en televisie)
Triple play
30-6-2012
11
Samenstelling bundels Consumenten nemen sinds het einde van 2011 het merendeel van de diensten op vaste netwerken in een bundel af. Breedband wordt met 84 procent van de aansluitingen het meest in een bundel afgenomen, terwijl telefonie en televisie in respectievelijk 65 procent en 54 procent van de gevallen in een bundel worden afgenomen. Binnen een bundel groeiden de afzonderlijke diensten als volgt: breedband met 2 procentpunt, telefonie met 4 procentpunt en televisie met 6 procentpunt. Het aantal bundels met vaste en mobiele diensten samen blijft beperkt. Breedband is van oudsher verkocht aan bestaande klanten van telefonie en televisie. Daarnaast wordt breedband via de kabel ook alleen in een bundel verkocht. Dit verklaart het hogere aandeel van breedband in bundels. De latere ontwikkeling van televisieplatformen voor DSL- en glasvezelnetwerken zorgt tot dusver voor een lager aandeel van televisie binnen een bundel.
Aandeel van diensten in bundels 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2010 Q2
2010 Q4
2011 Q2
Breedband
2011 Q4
Telefonie
2012 Q2
Televisie
De meeste aanbieders die zich richten op consumenten zijn actief in alle drie de markten en bieden triple playpakketten aan. De verhoudingen laten zien dat de aanbieders die traditioneel het grootst zijn, dit ook zijn in het triple playsegment. Zo ligt het marktaandeel van Ziggo tussen 40 en 45 procent van UPC tussen 25 en 30 procent en van KPN tussen 20 en 25 procent. De overige partijen nemen gezamenlijk 5 tot 10 procent voor hun rekening.
Marktverhoudingen triple play in 2012 Q2 50% 40% 30% 20% 10% 0% KPN
UPC
Ziggo
Overig
12
Breedband en internet Groei Investeringen in de telecomnetwerken hebben gezorgd voor een toename in de beschikbaarheid van breedbandaansluitingen en een verhoging van de snelheden van internetabonnementen. Ook zet de innovatie op het gebied van internet en mobiele telefoons door. Dit maakt het mogelijk dat naast telecomaanbieders nu ook andere partijen deze diensten kunnen aanbieden.
Breedband
Nederland is al jaren één van de landen met het hoogste aantal breedbandaansluitingen per honderd inwoners. Waar Nederland in voorgaande jaren de koppositie innam, is deze positie medio 2011 overgenomen door Zwitserland. Halverwege 2012 had iets meer dan 39 van de 100 inwoners in Nederland een breedbandaansluiting in gebruik, terwijl dit er in Zwitserland bijna 42 zijn. Breedbandaansluitingen per 100 inwoners (OESEO, 2012 Q2)
Zwitserland Nederland Denemarken Korea Noorwegen Frankrijk IJsland Duitsland Verenigd Koninkrijk België Zweden Luxemburg Canada Finland Verenigde Staten Nieuw Zeeland Japan Estland Spanje Israël Australië Oostenrijk Slovenië Griekenland Ierland Italië Portugal Hongarije Tsjechië Polen Slowakije Chili Mexico Turkije
45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
DSL
Kabel
Glasvezel
Overig
OESO-gemiddelde
Het totaal aantal breedbandaansluitingen is ook in 2012 gegroeid. Medio 2012 zijn er 6,6 miljoen aansluitingen en is het aantal met 180.000 gegroeid ten opzichte van medio 2011. Het merendeel van de abonnementen, 3,3 miljoen aansluitingen, is gebaseerd op DSL. Dit aantal is het afgelopen jaar gedaald met 5 procent.
Het aantal actieve DSL-aansluitingen daalt sinds eind 2009, terwijl het aantal actieve aansluitingen van kabel- en glasnetwerken stijgt. Halverwege 2012 zijn er meer dan 2,9 miljoen kabelaansluitingen en 302.000 glasaansluitingen in gebruik. In het afgelopen jaar is het aantal actieve kabelaansluitingen gegroeid met 10 procent en het aantal actieve glasaansluitingen met maar liefst 41 procent. 13
Breedbandaansluitingen per type (x 1.000) 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 2009 Q2
2009 Q4
2010 Q2 DSL
Kabel
2010 Q4
2011 Q2
Glasvezel
2011 Q4
2012 Q2
Totaal
De groei van het aantal abonnementen op basis van kabel is terug te zien in de marktaandelen. UPC groeit van 10 tot 15 procent medio 2011 naar 15 tot 20 procent medio 2012. Ook Ziggo rapporteert in haar kwartaalcijfers een groei in het aantal internetabonnementen. De overige marktverhoudingen zijn ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van vorig jaar. KPN blijft met een aandeel tussen 40 en 45 procent de grootste.
Marktverhoudingen breedband in 2012 Q2 50% 40% 30% 20% 10% 0% KPN
Online/T-Mobile
Tele2
UPC
Ziggo
Overig
Snelheid Naast het groeiend aantal klanten dat een internetabonnement heeft, neemt ook de gemiddelde snelheid toe. Medio 2012 is in 63 procent van de DSL- en kabelabonnementen de geadverteerde snelheid 10 Mbps of hoger en in 27 procent zelfs 30 Mbps of hoger. Dit zijn toenames van respectievelijk 4 procentpunt en 7 procentpunt ten opzichte van medio 2011. Het aantal abonnementen met snelheden van 100 Mbps of hoger is relatief constant gebleven op 2 procent.
14
Breedbandsnelheden (exclusief glasvezel) 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2010 Q2
2010 Q4 10 Mbps of sneller
2011 Q2
2011 Q4
30 Mbps of sneller
2012 Q2
100 Mbps of sneller
Halverwege 2012 is KPN van start gegaan met een veldproef waarmee hogere snelheden tot 80 Mbps mogelijk zijn op het DSL-netwerk. Op kabelnetwerken worden snelheden tot 120 Mbps aangeboden, terwijl op glasvezel snelheden tot 1 Gbps worden aangeboden. De uitrol van glasvezelaansluitingen versnelt en medio 2012 hebben meer dan 1,1 miljoen huishoudens een glasvezelaansluiting. Als gevolg van de toenemende capaciteiten van hun netwerk hebben UPC en Ziggo afzonderlijk aangekondigd de mogelijkheden te onderzoeken om een WiFi-netwerk op te zetten. Hiermee hebben hun klanten overal in hun dekkingsgebied toegang tot draadloos internet.
Gebruik en beschikbaarheid van glasvezel (x 1.000) 1.200 1.000 800 600 400 200 0 2009 Q2
2009 Q4
2010 Q2
2010 Q4
Abonnementen
2011 Q2
2011 Q4
2012 Q2
Aansluitingen
15
Invloed
Invloeden van het internet
De hogere snelheden van mobiele netwerken en ontwikkelingen op het gebied van mobiele telefoons hebben diensten als Whatsapp, Viber en Skype mogelijk gemaakt. Consumenten vervangen bestaande diensten van telecomaanbieders, zoals sms, voor dit soort alternatieven via het internet. De innovaties in vaste netwerken maken soortgelijke diensten ook op deze netwerken mogelijk. Zo zijn in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk diensten als Hulu, Netflix en LoveFilm in opmars. Deze diensten worden nog niet aangeboden in Nederland, maar alternatieven als Ximon en Pathé Thuis zijn wel beschikbaar. Door de opmars van deze diensten signaleren telecomaanbieders teruglopende inkomsten en een toenemende roep om meer te investeren in hun netwerken. Onder andere om te voorkomen dat telecomaanbieders diensten blokkeren die hun huidige verdienmodel beïnvloeden, is wettelijk vastgelegd dat vanaf 2013 dergelijke diensten voor nieuwe abonnementen niet geblokkeerd mogen worden.
Zakelijke netwerkdiensten Bedrijven maken voor hun beveiligde interne datacommunicatie en telefonie tussen verschillende vestigingen gebruik van zakelijke netwerkdiensten, zoals huurlijnen, virtual private networks (VPN‟s) en dark fiber. In het verleden hebben bedrijven voornamelijk huurlijnen afgenomen. Aanbieders verkopen echter nog nauwelijks huurlijnen en faseren deze dienstverlening in stappen uit.
Gebruik van zakelijke netwerkdiensten Bedrijven kiezen tegenwoordig voornamelijk voor VPN‟s. Door onder meer het gebruik van goedkopere IP- en ethernettechnieken zijn deze diensten lager geprijsd dan huurlijnen. Ook hebben ze het voordeel dat het netwerkbeheer bij de VPN-dienst is inbegrepen, zodat bedrijven minder interne ICT-kosten hebben. Alle vestigingen van het bedrijf kunnen toegang krijgen tot de VPN-dienst. Dit geldt ook voor thuiswerkplekken. Grotere bedrijven kiezen er soms voor om hun netwerk in eigen beheer te houden, zodat ze meer controle hebben over de kwaliteit ervan. Ze nemen dan een „kale‟ glasaansluiting (dark fiber) af en zetten daar zelf hun netwerkdienst op.
16
Gebruik van zakelijke netwerkdiensten 100%
200
80%
160
60%
120
40%
80
20%
40
0%
0
2010 Q4 Dark fiber
2011 Q2 Datacom
Klassieke huurlijnen
2011 Q4
2012 Q2
Zakelijke netwerkdiensten (x 1.000)
Markt Concurrentieontwikkelingen
KPN heeft in 2012 op de markt voor zakelijke netwerkdiensten het hoogste marktaandeel, dat ligt tussen 55 en 60 procent. Het marktaandeel van KPN is in de afgelopen jaren licht gedaald, onder meer doordat er op VPN-diensten meer concurrentie is dan op huurlijnen. Naast KPN is er een groot aantal concurrenten met een relatief klein marktaandeel. Tele2 en Vodafone zijn hiervan de grootste. Deze partijen maken overigens voor een belangrijk deel gebruik van (gereguleerde) toegang tot het netwerk van KPN om zakelijke netwerkdiensten te kunnen leveren.
Marktverhoudingen zakelijke netwerkdiensten in 2012 Q2 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
17
Glasvezel
Zakelijke netwerkdiensten worden over verschillende infrastructuren geleverd. Zo kan een relatief grote bedrijfsvestiging of een rekencentrum een glasvezelaansluiting hebben, terwijl kleinere vestigingen met minder behoefte aan bandbreedte nog op koper zijn aangesloten. Eind 2010 werd ongeveer een derde van alle zakelijke netwerkdiensten geleverd op basis van glasvezel. In 2012 is dit aantal verder toegenomen. Behalve zakelijke netwerkdiensten nemen bedrijven over hun aansluiting vaak internettoegang en, in toenemende mate, vaste telefonie af. In tegenstelling tot koper, waarvoor geldt dat KPN als enige over een eigen aansluitnetwerk beschikt, is er op glasvezel een groter aantal aanbieders met een eigen netwerk. Als het netwerk van een aanbieder in de buurt ligt van een bedrijf, kan hij dit bedrijf tegen relatief lage kosten aansluiten op zijn glasvezelnetwerk. Soms worden ook meerdere bedrijven tegelijk aangesloten. Zo vindt op bijvoorbeeld bedrijventerreinen vraagbundeling plaats. Bij voldoende inschrijvingen legt een aanbieder glasvezel naar alle bedrijven die daar belangstelling voor hebben geuit. In het tweede kwartaal van 2012 levert KPN ongeveer de helft van de glasaansluitingen aan bedrijven. Aanbieders als Eurofiber, BT, Ziggo en Tele2 leveren de andere helft.
Post Brievenbuspost In 2011 zijn in Nederland ongeveer 4,5 miljard geadresseerde poststukken bezorgd. In 2010 waren dit er nog ongeveer 4,8 miljard. De omzet in de postmarkt is in 2011 ongeveer 1,5 miljard euro. In 2010 was dit nog ongeveer 1,6 miljard euro. De krimp van de markt is hiermee ongeveer even groot als in voorgaande jaren. Volume brievenbuspost (x 1.000.000) 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 2008
2009
2010
2011
18
Ongeveer 8 procent van alle brievenbuspost wordt door consumenten verzonden. Ongeveer 60 tot 65 procent wordt verstuurd door grootzakelijke verzenders. Dit zijn verzenders die per jaar ten minste één miljoen poststukken versturen. De overige 25 tot 30 procent wordt verstuurd door andere zakelijke verzenders. OPTA beschikt bij de publicatie van het jaarverslag nog niet over openbare cijfers over 2012. Segmenten op basis van klanttype in 2011 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Particulier
Grootzakelijk
Overig zakelijk
De brievenbuspost die zakelijke verzenders versturen bestaat voor 53 procent uit brieven. Ongeveer 25 tot 30 procent is direct mail, geadresseerd reclamedrukwerk, en 20 tot 25 procent betreft periodieke uitgaven, zoals tijdschriften en bladen. Zakelijk segment op basis van inhoud in 2011 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Brieven
Direct mail
Periodieke uitgaven
Zakelijke post Ongeveer 36 procent van de zakelijke post werd in 2011 aangeboden met de afspraak de volgende dag te bezorgen. In 2011 werd 34 procent aangeboden met afgesproken bezorging twee dagen later en 29 procent met afgesproken bezorging drie dagen later. Het percentage dat voor bezorging drie dagen later werd aangeboden, is ten opzichte van 2010 sterk gestegen.
Het grootste gedeelte, ongeveer 69 procent, van de zakelijke brievenbuspost wordt ongesorteerd aangeleverd door de verzender. De rest, ongeveer 31 procent, wordt gesorteerd aangeleverd. Het percentage post dat gesorteerd wordt aangeleverd, is de laatste jaren licht gestegen.
19
Zakelijk segment op basis van bezorging in 2011
Zakelijk segment op basis van sortering in 2011
26%
31% 36%
69% 34% Volgende dag
Twee dagen later
Drie dagen later
Ongesorteerd
Gesorteerd
Markt Concurrentieontwikkelingen In 2011 heeft Sandd de activiteiten van Selekt Mail overgenomen. PostNL heeft haar dochterbedrijf Netwerk VSP Geadresseerd uit de markt gehaald. Er zijn nog twee postvervoerbedrijven landelijk actief op de Nederlandse markt voor geadresseerde brievenbuspost. Met een marktaandeel van 80 tot 90 procent blijft PostNL in 2011 het grootste postvervoerbedrijf. Sandd is met een marktaandeel van 10 tot 20 procent de grootste concurrent. Marktverhoudingen post per 2011 100% 80% 60% 40% 20% 0% PostNL
Sandd
Concurrentie vindt net als in voorgaande jaren voornamelijk plaats op de bezorging van direct mail en periodieken.
20
2. Concurrentie OPTA zorgt voor concurrentie en vertrouwen in de communicatiesector in het belang van de consument. Daartoe reguleert OPTA waar en wanneer nodig de elektronische communicatiemarkten. Doel van de regulering is de concurrentie en innovatie te stimuleren in het voordeel van de consument en de zakelijke klant. Hiervoor analyseert OPTA iedere drie jaar de markten en besluit zij welke reguleringsmaatregelen passend zijn. Het jaar 2012 staat in het teken van de marktanalyses. Tevens besteedt OPTA dit jaar veel aandacht aan de controle van de postsector, geschilbeslechting en toezicht en handhaving.
Marktanalyses Elke drie jaar analyseert OPTA Nederlandse telecommarkten. De Europese Commissie bepaalt welke markten OPTA moet onderzoeken. OPTA kan zelf beslissen om ook andere markten te analyseren.
In een marktanalyse stelt OPTA vast of er op een bepaalde markt voldoende concurrentie is of dat er bedrijven dominant zijn. Als dat zo is, legt OPTA de dominante bedrijven verplichtingen op. Voorbeelden van verplichtingen zijn: * een dominant bedrijf moet andere bedrijven toegang geven tot zijn netwerk. Dan kunnen andere bedrijven over dat netwerk diensten aan klanten aanbieden; * OPTA stelt de tarieven voor diensten van het dominante bedrijf vast (tariefregulering) * een dominant bedrijf moet alle bedrijven en zichzelf gelijk behandelen (non-discriminatie). De Europese Commissie beoordeelt de marktanalyses van OPTA. In 2012 heeft OPTA zes marktanalyses afgerond: vaste telefonie (twee marktanalyses), gespreksafgifte, breedband voor consumenten, breedband voor zakelijke klanten en ontbundelde toegang tot zakelijk glas.
Vaste telefonie In 2012 heeft OPTA twee besluiten over vaste telefonie genomen. Aanvullend besluit marktanalyse vaste telefonie (2008)
Het besluit marktanalyse vaste telefonie 2008 geldt voor de jaren 2009-2012. Tegen dit besluit zijn bedrijven in beroep gegaan bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Het CBb oordeelde in 2011 dat OPTA opnieuw moet beoordelen of de verplichtingen op de zakelijke retailmarkt voortgezet moeten worden.
21
In een aanvullende marktanalyse (https://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3583) heeft OPTA vastgesteld dat KPN dominant is op de zakelijke retailmarkt. KPN wordt een verplichting tot tariefregulering opgelegd. Dit betekent dat KPN aan zakelijke klanten een minimumprijs moet vragen voor vaste telefonie. Zo kan KPN andere bedrijven niet uit de markt drukken door te lage prijzen aan haar retailklanten te vragen. Eind 2012 heeft OPTA de minimumtarieven verlaagd.
Besluit marktanalyse vaste telefonie 2012
Het besluit marktanalyse vaste telefonie (https://www.opta.nl/nl/actueel/allepublicaties/publicatie/?id=3583) geldt voor de jaren 2012-2014. Uit het onderzoek is gebleken dat KPN dominant is op een aantal markten: * de wholesalemarkten voor enkel-, twee- en meervoudige gespreksdiensten; * de retailmarkten voor twee- en meervoudige gesprekken. OPTA heeft KPN daarom een aantal verplichtingen opgelegd. Op de wholesalemarkten moet KPN onder meer gespreksopbouw en wederverkoop van de telefoonaansluiting (WLR – wholesale line rental) leveren aan concurrenten. Andere bedrijven kunnen deze diensten inkopen en daarmee vaste telefonie leveren aan consumenten en zakelijke klanten. Op de retailmarkten moet KPN voldoen aan tariefregulering en daarbij aan consumenten een minimumprijs vragen voor vaste telefonie.
Gespreksafgifte Bij bellen geven telecombedrijven het telefoonverkeer aan elkaar door (doorgifte) en bezorgen het bij de klant (afgifte). Voor deze diensten brengen de bedrijven elkaar tarieven in rekening. OPTA analyseert de markten voor gespreksafgifte en gespreksdoorgifte en legt zo nodig verplichtingen op.
Ander rekenmodel voor kosten bij afgifte telefoonverkeer (MTA-FTA)
Uitspraak In het besluit marktanalyse afgifte telefoonverkeer bepaalt OPTA wat de maximumprijs voor gespreksafgifte mag zijn (tariefplafonds). De kosten zijn berekend met het rekenmodel „pure BULRIC‟. Hierbij worden de vaste kosten van de bedrijven niet meegerekend. Dit rekenmodel is aanbevolen door de Europese Commissie. Maar het College van Beroep voor het bedrijfsleven(CBb) heeft bepaald dat OPTA het „plus-BULRIC‟-rekenmodel moet hanteren.
Aanvullend besluit OPTA heeft het nieuwe rekenmodel toegepast in het aanvullende besluit marktanalyse gespreksafgifte (https://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3620) (FTA-MTA 3b). Dit ontwerpbesluit is bij de Europese Commissie gemeld (notificatie). De Europese Commissie stelt dat 22
het nieuwe „plus- BULRIC‟-rekenmodel zoals het CBb voorschrijft, niet past bij haar aanbeveling. De Europese telecom toezichthouders (BEREC) zijn het eens met de Europese Commissie, maar zien door de uitspraak van het CBb ook geen alternatief voor OPTA.
Lager maximum tarief OPTA heeft het besluit vastgesteld op basis van het „plus BULRIC‟-model. Dat betekent dat vanaf 1 augustus het maximumtarief voor gespreksafgifte bij vaste telefonie daalde van 0,72 naar 0,37 eurocent per minuut. Eerder was al bepaald dat de mobiele aflevertarieven per 1 september naar 2,4 eurocent per minuut zouden dalen. Een aantal bedrijven heeft tegen het besluit gespreksafgifte beroep ingesteld.
Nieuwe marktanalyse gespreksafgifte
In 2012 is een nieuwe marktanalyse voor vaste en mobiele gesprekafgifte (FTA-MTA-4) gestart. Dit besluit gaat gelden vanaf juli 2013. Hierbij is ook het rekenmodel BULRIC geactualiseerd.
Uitspraak over marktanalyse doorgifte telefoonverkeer (transit)
Een aantal bedrijven is in beroep https://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3549 gegaan tegen het besluit marktanalyse gespreksdoorgifte. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft OPTA gelijk gegeven. OPTA heeft in het marktanalysebesluit gesteld dat er voldoende concurrentie is op de markt voor doorgifte van telefoonverkeer. De verplichtingen die OPTA in eerdere marktanalysebesluiten had opgelegd, zijn hierdoor niet langer nodig.
Breedband Breedbandtoegang voor internet, televisie, vaste telefonie of zakelijke netwerkdiensten wordt geleverd over koper, coax en glasvezel. Bedrijven die geen eigen netwerk hebben, kunnen kiezen:
* een aansluiting huren op het koperen telefoonnet van KPN (ontbundelde toegang koper); * een aansluiting huren op een glasvezelnetwerk zoals Fiber to the Home (FttH) of Fiber to the Office (FttO) (ontbundelde toegang glas); * capaciteit op een netwerk inkopen met een hoge kwaliteit (gegarandeerde capaciteit) van de verbinding (hoge kwaliteit wholesale breedbandtoegang en huurlijnen, HKWBT/WHL); deze dienst wordt vooral gebruikt voor zakelijke netwerkdiensten; * capaciteit op een netwerk inkopen met een lage kwaliteit van de verbinding (lage kwaliteit wholesale breedband toegang, LKWBT); deze dienst wordt vooral gebruikt voor internet en telefonie voor consumenten.
23
In 2012 heeft OPTA nieuwe marktanalyses uitgevoerd voor ontbundelde toegang tot zakelijk glas (FttO) en voor breedbandtoegang van hoge en lage kwaliteit en huurlijnen (WBT/HL).
Ontwerpbesluiten ontbundelde toegang zakelijk glas en breedband
OPTA heeft in februari 2012 twee ontwerpbesluiten voorgelegd aan de Europese Commissie: * ontwerpbesluit marktanalyse ontbundelde toegang tot FttO-netwerken (zakelijke glasvezelnetwerken); met inkoop van deze toegangsdiensten kunnen telecombedrijven in heel Nederland telecommunicatiediensten leveren aan zakelijke afnemers; * ontwerpbesluit marktanalyse lage en hoge kwaliteit wholesalebreedband toegang en huurlijnen (WBT/HL); met deze toegang kunnen telecombedrijven netwerkdiensten leveren aan zakelijke klanten en aan andere telecombedrijven.
Na onderzoek heeft OPTA vastgesteld dat KPN niet dominant is op de markt voor FttO. Mede daarom is het ook niet nodig om KPN op de markt voor wholesale breedband toegang en huurlijnen (WBT/HL) te verplichten tot toegang tot haar glasvezelnetwerk. Maar de Europese Commissie heeft daarover „ernstige twijfels‟. OPTA moet opnieuw beoordelen of KPN dominant is en daarom gereguleerd moet worden. Ook de Europese telecomtoezichthouders (in het samenwerkingsverband dat BEREC heet) zijn het in hun advies grotendeels eens met de Europese Commissie.
OPTA heeft daarom de twee ontwerpbesluiten ingetrokken. OPTA doet aanvullend onderzoek naar de markt voor ontbundelde toegang tot FttO-netwerken en de wholesale markt voor hoge kwaliteit breedband toegang en huurlijnen (HKWBT/HL). Het deel van het besluit over de markt voor lage kwaliteit breedband toegang (LKWBT) https://www.opta.nl/nl/actueel/allepublicaties/publicatie/?id=3582 is inmiddels wel definitief. Daarover had de Europese Commissie verder geen opmerkingen.
Besluit marktanalyse lage kwaliteit wholesale breedband toegang (LKWBT)
Uit de marktanalyse van OPTA is gebleken dat de wholesale markt voor breedbandtoegang met lage kwaliteit (LKWBT) voldoende concurrerend is. Deze breedbandtoegang wordt vooral gebruikt voor internet en telefonie voor consumenten. In 2008 waren aan KPN verplichtingen opgelegd omdat zij dominant was. Nu is deze markt concurrerend. De verplichtingen zijn niet langer nodig en worden ingetrokken.
24
Besluiten marktanalyse ontbundelde toegang zakelijk glas en hoge kwaliteit wholesale breedband toegang (HKWBT) Naar aanleiding van de „ernstige twijfels‟ van de Europese Commissie heeft OPTA in september twee nieuwe ontwerpbesluiten voorgelegd aan de markt: * ontwerpbesluit marktanalyse ontbundelde toegang tot FttO-netwerken (zakelijke glasvezelnetwerken); * ontwerpbesluit marktanalyse hoge kwaliteit wholesale breedband toegang en huurlijnen (HKWBT/HL).
Verplichtingen Na aanvullend onderzoek is door OPTA vastgesteld dat KPN op beide markten dominant is. Daarom krijgt KPN op beide markten een aantal verplichtingen. KPN moet: * andere bedrijven toegang geven tot het zakelijk glasvezelnetwerk (ODF-access FttO); * andere bedrijven wholesale toegang geven tot het kopernetwerk en het zakelijk glasvezelnetwerk met hoge kwaliteit van verbindingen (HKWBT/HL); * alle bedrijven (en zichzelf) hetzelfde behandelen (non-discriminatie); * toegang geven tegen heldere voorwaarden (transparantie) en tarieven op basis van kosten (tariefregulering).
Door deze verplichtingen kunnen andere bedrijven beter concurreren op de zakelijke retailmarkten. OPTA heeft deze ontwerpbesluiten opnieuw voorgelegd aan de Europese Commissie. Na opmerkingen van de Europese Commissie zijn de besluiten op 28 december gepubliceerd. De besluiten ODF-access FTTO (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3694) en HKWBT/HL (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3695) treden op 1 januari 2013 in werking.
Besluit marktanalyse ontbundelde toegang 2011
Een aantal telecombedrijven is in 2012 in beroep gegaan tegen het besluit marktanalyse ontbundelde toegang van 2011 (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3532). Dit besluit ging over de ontbundelde toegang tot het kopernetwerk en glasvezelnetwerk (FttH) van KPN. De uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) wordt begin 2013 verwacht.
25
Televisie en radio Televisie en radio staan niet op de Europese lijst van markten die geanalyseerd moeten worden. OPTA mag de concurrentie op deze markten wel onderzoeken en vaststellen of er regels nodig zijn. Deze regels zijn alleen toegestaan als de markt voldoet aan de „drie criteriatoets‟: * Zijn er hoge en blijvende drempels voor concurrenten om toe te treden tot de markt? * Is er op termijn geen uitzicht op echte concurrentie? * Kunnen de concurrentie problemen niet worden opgelost met de Mededingingswet?
OPTA heeft in 2009 na onderzoek besloten dat er geen regels nodig zijn op de markt voor radiotransmissie. In 2011 heeft OPTA een oordeel over de televisiemarkt (https://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3524) gegeven. Tegen het marktanalysebesluit radiotransmissie (https://www.opta.nl/nl/actueel/allepublicaties/publicatie/?id=2851) en het oordeel over televisie zijn bedrijven in beroep gegaan. In 2012 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) in beide zaken uitspraak gedaan.
Besluit marktanalyse radiotransmissie 2009
In het besluit marktanalyse radiotransmissie van 2009 (https://www.opta.nl/nl/actueel/allepublicaties/publicatie/?id=2851) bleek dat de radiomarkt niet aan de drie criteriatoets voldeed. Omdat de toegang tot zendmasten al in de wet was geregeld zijn er geen regels opgesteld voor de radiomarkt. Broadcast Newco Two ging in beroep (http://www.opta.nl/nl/actueel/allepublicaties/publicatie/?id=3581) tegen dit besluit. Het CBb was het met OPTA eens dat er geen regels voor radiotransmissie nodig waren.
Oordeel over televisie
Tele2, T-Mobile, KPN en YouCa hebben OPTA in 2011 gevraagd om een marktanalyse uit te voeren van de televisiemarkt. OPTA oordeelde eerder dat er steeds meer concurrentie op de televisiemarkt komt. Er hoeven dus geen regels voor de televisiemarkt te worden gemaakt. Daarom heeft OPTA de verzoeken om een marktanalyse afgewezen.
Uitspraak CBb
De bedrijven zijn in beroep (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3671) gegaan tegen het oordeel van OPTA. Het CBb heeft OPTA in november 2012 gelijk gegeven. De televisiemarkt heeft geen regels nodig omdat er steeds meer concurrentie is. OPTA heeft de televisiemarkt juist afgebakend en de „drie criteriatoets‟ goed uitgevoerd.
26
Verplichtingen In een marktanalyse onderzoekt OPTA of er op een bepaald deel van een elektronische communicatiemarkt voldoende concurrentie is. Als er bedrijven op die markt dominant zijn, legt OPTA verplichtingen op. In 2012 heeft OPTA een aantal verplichtingen uitgewerkt.
Verkoop toegangsdiensten tegen dezelfde wholesale tarieven (non-discriminatie regel 5)
KPN levert toegangsdiensten over het KPN-netwerk aan zichzelf en aan andere bedrijven. Bij ontbundelde toegang en vaste telefonie mag KPN geen onderscheid maken in tarieven. KPN moet even veel rekenen voor diensten die zij aan zichzelf levert als voor diensten die zij aan andere bedrijven levert. Anders kunnen de andere bedrijven minder verdienen op het doorverkopen van de diensten dan KPN (marge-uitholling). En dan is er geen eerlijke concurrentie.
OPTA heeft in 2012 de telecombedrijven betrokken bij de uitwerking (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3570) van een verbod op marge-uitholling (ND-5). Er zijn toetsen ontwikkeld om de winstmarges bij ontbundelde toegang en vaste telefonie te controleren (ND-5 toets).
Dezelfde diensten tegen dezelfde prijs (verbod tariefdifferentiatie)
KPN mag dezelfde diensten niet tegen verschillende tarieven leveren. OPTA heeft KPN dit verbod opgelegd bij ontbundelde toegang en vaste telefonie. Maar er zijn uitzonderingen mogelijk. KPN mag, alleen als er geen nadelige invloed op de concurrentie is, verschillende tarieven rekenen (tariefdifferentiatie). KPN legt de tarieven voor aan OPTA en OPTA keurt de tarieven. In 2012 heeft OPTA verschillende tarieven voor WLR-nummerblokken (http://www.opta.nl/nl/actueel/allepublicaties/publicatie/?id=3624) (speciale tarieven voor doorverkopen van telefoonlijnen) en voor een speciale actie (SDF welkomactie) (http://www.opta.nl/nl/actueel/allepublicaties/publicatie/?id=3658 ) goedgekeurd.
Tarieven glasvezel (FttH) Er komen opnieuw regels voor de tarieven voor toegang tot glasvezelnetwerken. Met deze toegang kunnen bedrijven breedbanddiensten over glas aanbieden aan consumenten (FttH). In het ontwerpbesluit tariefregulering FTTH (http://www.opta.nl/nl/actueel/allepublicaties/publicatie/?id=3682) staat wat bedrijven maximaal per maand betalen voor bestaande diensten en nieuwe diensten. Nieuw is dat er voor de bedrijven die toegang afnemen ook een
27
landelijk hetzelfde tarief komt. In 2013 volgt het definitieve besluit.
Kosten gespreksafgifte berekenen (BULRIC) Om te kunnen bellen geven telecombedrijven telefoongesprekken door aan elkaars netwerk (gespreksafgifte, MTA/FTA). Voor deze diensten brengen de bedrijven elkaar kosten in rekening. Om te beoordelen of de kosten redelijk zijn, gebruikt OPTA een speciaal rekenmodel: „BULRIC‟. Samen met de telecombedrijven (Industry Group) (http://www.opta.nl/nl/actueel/allepublicaties/publicatie/?id=3615 ) en adviesbureau Analysys Mason heeft OPTA in 2012 het „BULRIC‟model geactualiseerd. Halverwege 2013 zal het besluit marktanalyse vaste en mobiele gespreksafgifte (MTA/FTA) klaar zijn. Hierin worden de maximumtarieven voor gespreksafgifte opgenomen.
Aansluiten op het netwerk van KPN (MDF referentie-aanbod) Telecombedrijven die toegang willen tot het netwerk van KPN moeten weten welke voorwaarden er gelden. KPN is verplicht om het aanbod aan toegangsdiensten en voorwaarden bekend te maken. Dit is het referentie-aanbod. Samen met de telecombedrijven heeft OPTA in een Industry Group (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3640) in 2012 bekeken welke problemen er zijn met het aanbod. Bedrijven kunnen dit samen oplossen of OPTA kan KPN een aanwijzing geven.
Hogere snelheid door gebruik van tweede koperlijn (pair bonding) Het traditionele telefoonnetwerk is een netwerk over koper. In veel huizen wordt maar één koperen lijn gebruikt terwijl er vaak twee lijnen aanwezig zijn. Die tweede lijn werd vaak niet gebruikt. KPN wil ook de tweede koperlijn gebruiken (pair bonding). Daarmee wordt de snelheid van de aansluiting verdubbeld zodat er sneller internet of HDTV geboden kan worden. Daarvoor moet een KPN-monteur de aansluiting in orde maken.
KPN is wettelijk verplicht om nieuwe diensten ook aan andere telecombedrijven aan te bieden. Bij klanten van KPN kon de KPN-monteur alles tegelijk aansluiten, maar bij klanten van andere bedrijven niet. Die moesten ook nog een andere monteur laten komen. Dat was een nadeel voor de concurrentie. Na nadere vragen hierover van OPTA, heeft KPN op 4 januari 2012 de overtreding (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3668) beëindigd. Inmiddels kunnen KPN en andere telecombedrijven pair bonding met één monteur aansluiten. De telecombedrijven hebben in 2012 met KPN gesproken over het aanbod van deze nieuwe diensten. In 2013 rondt OPTA het besluit over de tarieven voor deze diensten af.
28
Verplichtingen wederverkoop telefoonlijn (WLR) Beroepszaken wederverkoop telefoonlijn (WLR)
In 2008 heeft OPTA de markt voor vaste telefonie geanalyseerd. Naar aanleiding van deze analyse heeft OPTA KPN de verplichting opgelegd om de telefoonlijn open te stellen voor concurrenten (wholesale line rental, WLR). Zo kunnen andere telecombedrijven via het netwerk van KPN concurreren met telefoniediensten. De verplichting is verder uitgewerkt in een aantal implementatiebesluiten: het herstelimplementatiebesluit, het hersteltariefbesluit (beide in 2008), het tariefbesluit (2009) en het hersteltariefbesluit (2010). Tegen deze besluiten is een aantal partijen in beroep gegaan. In 2012 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) uitspraak gedaan.
Eerste uitspraak over wederverkoop telefoonlijn (WLR)
Het CBb heeft uitspraak gedaan in de beroepen tegen het herstelimplementatiebesluit 2008 en het hersteltariefbesluit 2008. Het CBb is het in de zaak over het hersteltariefbesluit 2008 grotendeels eens met OPTA. Alleen had OPTA niet genoeg duidelijk gemaakt dat de tarieven met terugwerkende kracht golden. Het CBb heeft het hersteltariefbesluit op dit punt aangepast. Bij het herstelimplementatiebesluit (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=2711) kreeg OPTA voor een deel gelijk en voor een deel was er geen basis voor beroep. Dit besluit is dus volledig in stand gebleven.
Tweede uitspraak over wederverkoop telefoonlijn (WLR)
Het CBb heeft uitspraak (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3674) gedaan in de beroepen tegen het tariefbesluit (2009) en het hersteltariefbesluit (2010). In het tariefbesluit zijn de maximumprijzen (tariefplafonds) vastgesteld die KPN van 2009 tot en met 2011 mag vragen voor WLR. In het hersteltariefbesluit is een wijziging van deze tarieven vastgesteld. Het CBb stelt OPTA op de meeste punten in het gelijk, maar op twee punten zal OPTA de besluiten moeten herstellen. OPTA moet het tarief voor overstappen opnieuw beoordelen en OPTA moet opnieuw bepalen wanneer de wijziging ingaat.
29
Nummerbeheer en -uitgifte Beheer van (telefoon)nummers Nieuwe regels voor medianummers
Er zijn speciale telefoonnummers voor diensten waarbij in korte tijd veel gebeld wordt: masscalling nummers en medianummers. Deze nummers worden gebruikt voor het stemmen bij tv-programma‟s. Door deze speciale nummers worden telefoonnetwerken minder snel overbelast als veel mensen tegelijk bellen.
Geen masscalling nummers meer Het enige bedrijf dat diensten voor masscalling leverde, is ermee gestopt. Op verzoek van de markt heeft OPTA de nummers voor masscalling omgezet in medianummers en gewone informatienummers. Na overleg met de markt is de bestemming masscalling opgeheven. De beleidsregels „Masscalling en medianummers‟ en „Uitgifte en beheer van achtcijferige 0909 medianummers‟ zijn vervallen. De nieuwe beleidsregels zijn „Uitgifte en beheer van medianummers‟ (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3639).
Nieuwe regels voor geografische nummers
Voor vaste telefonie geeft OPTA geografische (telefoon)nummers uit aan telecombedrijven, bijvoorbeeld 070-nummers voor Den Haag. De telefoonnummers staan in een nummerplan, dat het ministerie van Economische Zaken opstelt. Door ontwikkelingen in de markt en in de techniek van telefonienetwerken kan nu beter gebruik worden gemaakt van de nog beschikbare nummers. Daarom heeft OPTA de regels aangepast. Voortaan worden de geografische nummers uitgegeven in blokken van minstens 1.000 telefoonnummers. De nieuwe regels (http://www.opta.nl/nl/actueel/allepublicaties/publicatie/?id=3625) zijn in 2012 aan de markt voorgelegd en worden in 2013 ingevoerd.
Handhaving (telefoon)nummers Verzoeken om handhaving
Bergman Clinics versus MCXess Bergman Clinics heeft voor het telefoonnummer 0900-8099 het telecombedrijf MCXess ingeschakeld voor het leveren van telecommunicatiediensten. Bergman Clinics wilde tussentijds overstappen naar een ander telecombedrijf, maar MCXess weigerde het telefoonnummer over te dragen. Bergman 30
heeft bij OPTA een verzoek tot handhaving ingediend om het nummer te kunnen meenemen.
OPTA vindt dat houders van een telefoonnummer zelf mogen bepalen bij wie ze hun nummer aansluiten. Dat kan op elk gewenst moment zijn, los van eventuele geschillen over de overeenkomst. Door het telefoonnummer niet over te dragen, heeft MCXess in strijd gehandeld met de Telecommunicatiewet. OPTA heeft MCXess met een last onder dwangsom (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3638) gedwongen het nummer over te dragen. Dat heeft MCXess gedaan. Andere verzoeken Vier houders van telefoonnummers hebben een verzoek tot handhaving ingediend tegen hun telecombedrijf. Ze wilden overstappen naar een ander telecombedrijf, maar kregen hun telefoonnummer niet mee. Na bemiddeling van OPTA heeft het telecombedrijf de telefoonnummers alsnog vrijgegeven. De nummerhouders hebben hun verzoek tot handhaving ingetrokken.
Digitaal telefoonnummers aanvragen
Digitale formulieren voor het aanvragen van telefoonnummers De formulieren voor het aanvragen of wijzigen van telefoonnummers zijn sinds november 2012 ook digitaal beschikbaar. Dit scheelt administratie voor de aanvrager en voor OPTA. De aanvragen kunnen worden ondertekend met eHerkenning. eHerkenning is de elektronische „handtekening‟ voor bedrijven die zaken doen met de overheid, een soort DigiD. Bedrijven hoeven dan ook geen documenten van de Kamer van Koophandel met de aanvraag mee te sturen. OPTA verwacht dat steeds meer aanvragers eHerkenning gaan gebruiken. De digitale formulieren zijn te vinden op de website van OPTA: http://www.opta.nl/nl/nummers/nummers-aanvragen/.
Handhaving markten
OPTA houdt toezicht op de naleving van de Telecommunicatiewet, de Postwet en bijbehorende regels. Als bedrijven zich niet aan de regels houden, onderneemt OPTA actie. Dit heet handhaving. Om ervoor te zorgen dat bedrijven de regels naleven, kan OPTA bijvoorbeeld een mondelinge of schriftelijke waarschuwing geven of boetes opleggen. OPTA publiceert de besluiten op de website www.opta.nl. OPTA vindt het belangrijk om besluiten openbaar te maken, zodat helder is hoe OPTA over zaken beslist. Als OPTA een onderneming een boete oplegt, kan de beboete onderneming bij de rechter een verzoek om voorlopige voorziening indienen tegen de publicatie van het boetebesluit. Voor de 31
onderneming kan de publicatie namelijk tot imagoschade leiden. Zolang er een verzoek om voorlopige voorziening loopt, publiceert OPTA het boetebesluit niet. Dit brengt met zich mee dat er besluiten zijn die OPTA openbaar zou willen maken, maar waarvan zij inhoudelijk geen verslag kan doen. In die zin is het overzicht in dit jaarverslag niet volledig.
KPN onder verscherpt toezicht In heel 2012 stond KPN onder verscherpt toezicht van OPTA. KPN had meermalen de regels overtreden. OPTA achtte de kans aanwezig dat KPN nieuwe overtredingen zou begaan. Dat is schadelijk voor de consumenten en de concurrentie. Hoewel OPTA gedurende 2012 tegen de overtredingen van KPN handhavend heeft opgetreden, is er onvoldoende aanleiding om het verscherpt toezicht op te heffen.
Contract voor telefonie van de overheid (OT 2010) De overheid voert onder de naam OT2010 aanbestedingen uit voor telecomdiensten. OT2010 heeft bedrijven gevraagd een offerte uit te brengen voor het leveren van vaste telefoniediensten. Meerdere bedrijven, waaronder KPN en Tele2, hebben OT2010 een aanbod gedaan. Tele2 heeft bij OPTA geklaagd over KPN. KPN zou zich niet aan de regels hebben gehouden. OPTA heeft geen overtredingen kunnen vaststellen van de gedragsregels ND1 (verbod op selectieve prijsonderbieding), ND3 (verbod op tariefdifferentiatie) en ND5 (verbod op marge-uitholling).
Last onder dwangsom
OPTA heeft op 16 december 2011 bepaald dat KPN een actiekorting onjuist bekendgemaakt heeft, waardoor KPN de transparantieverplichting heeft overtreden. Ook heeft OPTA vastgesteld dat KPN de non-discriminatieverplichting heeft overtreden, omdat zij de actiekorting niet aan haar afnemers, waaronder Tele2, bekend heeft gemaakt.
In een last onder dwangsom heeft OPTA op dezelfde datum beslist dat KPN de offerte voor het contract van de overheid moet intrekken. KPN heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) gevraagd om de last buiten werking te stellen. Het CBb (http://www.opta.nl/nl/actueel/allepublicaties/publicatie/?id=3546) heeft het verzoek van KPN op 6 februari 2012 afgewezen. KPN heeft de offerte aan de overheid daarom moeten intrekken. De aanbesteding is uiteindelijk aan Tele2 gegund.
32
Boete TCO-contracten
Beroep TCO-contracten KPN afgewezen door rechter KPN heeft een machtspositie en is daardoor aan strenge regels gebonden bij het aanbieden van kortingen en andere vormen van klantenbinding. KPN heeft enkele jaren geleden de regels overtreden door het aanbieden van zogeheten Total Cost of Ownership-contracten (TCO). De zes grootste telecommunicatiegebruikers in Nederland ontvingen selectief korting. Bovendien kregen deze klanten te maken met een onredelijke overstapdrempel. Dit betekent dat zij niet eenvoudig van telecombedrijf konden wisselen.
KPN beëindigde de TCO-contracten op aandringen van OPTA tussen januari 2008 en april 2009. Na uitgebreid onderzoek heeft OPTA KPN op 8 februari 2010 een boete opgelegd van ruim 10 miljoen euro. Dat KPN in het verleden vaker was beboet voor vergelijkbare overtredingen, nam OPTA als boeteverzwarende factor mee. Uitspraak KPN is tegen deze boete in bezwaar gegaan. OPTA heeft dit bezwaar op 8 juni 2011 afgewezen. Vervolgens heeft KPN beroep ingesteld. De Rechtbank Rotterdam heeft het beroep van KPN op 19 juni 2012 op alle punten ongegrond verklaard. Hiertegen is KPN in hoger beroep gegaan bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
Het CBb heeft het boetebesluit op 9 januari 2013 op één punt onrechtmatig geoordeeld (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3708). Het betreft het punt van recidive (herhaling). Het CBb merkt op dat vier van de zes contracten gesloten zijn voordat KPN al eens was beboet door OPTA in een eerdere zaak voor eenzelfde soort overtreding. Daarom meent het CBb dat er in die vier zaken geen sprake is van recidive. Deze vier zaken konden daarom niet als een boeteverhogende omstandigheid worden aangemerkt. Daarom heeft het CBb de boetehoogte teruggebracht naar 8.520.000 euro.
Rechtspraak overige boetes Uitspraak boete internationaal bellen (roaming) OPTA legde Tele2 eind 2010 een boete op van 64.500 euro. Tele2 had de Europese Roaming Verordening, overtreden. De verordening bevat Europese regels voor internationaal bellen. Klanten van Tele2 betaalden te veel voor bellen binnen de Europese Unie.
Van 1 juli tot en met 30 november 2009 rekende Tele2 55 eurocent per minuut. Dat mocht in die periode maximaal 51 eurocent per minuut zijn. Tele2 tekende bezwaar aan bij OPTA. Daarop heeft OPTA de boete verlaagd naar 43.040 euro. Tele2 is in beroep gegaan, maar de rechtbank 33
(http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3609) heeft OPTA op 24 mei 2012 in het gelijk gesteld. Tele2 is in hoger beroep gegaan. Het CBb zal naar verwachting in 2013 uitspraak doen. Rechter vernietigt boete foute invoer kortingen OPTA had KPN op 20 mei 2010 een boete opgelegd van 720.000 euro, omdat KPN door fouten in de facturering per saldo te hoge kortingen verstrekte aan bepaalde zakelijke klanten. Hierdoor bracht KPN bij gelijksoortige klanten verschillende tarieven in rekening voor dezelfde dienst. KPN mag geen selectieve aanbiedingen doen vanwege haar machtspositie op de zakelijke markt (nondiscriminatieverplichting). Uitspraak KPN heeft bezwaar aangetekend bij OPTA en is vervolgens in beroep gegaan bij de Rechtbank Rotterdam. De rechter is het met OPTA eens dat het voor de vraag of er sprake is van een overtreding, niet relevant is of deze opzettelijk en bewust is gepleegd. Maar KPN heeft zich in de overeenkomst die zij met de klanten sloot wel aan de door OPTA toegestane tarieven en voorwaarden gehouden.
De verkeerde facturering heeft daarbij niet alleen tot te hoge maar ook tot te lage kortingen geleid. Ook weegt de rechter mee dat KPN, nadat zij de fouten ontdekte, actie heeft ondernomen om de fouten te herstellen door de teveel verstrekte kortingen terug te vorderen. In dit geval was er dus volgens de rechter geen sprake van een overtreding van de non-discriminatieverplichting. De rechter (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3588) heeft op 1 maart 2012 het beroep van KPN gegrond verklaard en de beslissing op bezwaar van OPTA vernietigd. OPTA is niet in beroep gegaan tegen de uitspraak van de rechter.
Post Universele postdienst Universele postdienst
De minister van Economische Zaken heeft PostNL aangewezen als verlener van de universele postdienst (UPD). Dit betekent dat PostNL verplicht is om in ieder geval de diensten aan te bieden die onder de UPD vallen. De UPD bestaat onder meer uit: * het bezorgen van poststukken, minstens zes dagen per week; * het zorgen voor plaatsen waar klanten post kunnen brengen en halen (postvestigingen). OPTA controleert of PostNL de universele postdienst volgens de regels uitvoert. PostNL rapporteert elk jaar over de uitvoering van de universele postdienst. OPTA beoordeelt die rapporten.
34
Beoordeling rapporten universele postdienst
Beoordeling rapport (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3690) over 2011 PostNL heeft in 2011 voldaan aan de eisen voor de overkomstduur van losse brieven. Deze eis houdt in dat minimaal 95 procent van losse brieven de volgende dag moet zijn bezorgd. Ook voldeed PostNL aan de eisen voor postvestigingen. Beoordeling rapport (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3540) over 2010 OPTA heeft in 2012 ook de rapportage van PostNL over 2010 gepubliceerd. PostNL heeft in 2010 voldaan aan de normen voor de postvestigingen, maar niet aan de norm voor het bezorgen van losse brieven. In het rapport over het bezorgen van losse brieven heeft PostNL anderhalve maand niet meegeteld. In die periode waren er stakingen. Maar stakingen vormen geen reden om dagen niet mee te tellen. Dit betekent dat PostNL 92,9 procent van de losse brieven de volgende dag heeft bezorgd en de bezorgnorm van 95% niet heeft gehaald. Beoordeling rapport over 2009 Ten aanzien van 2009 heeft PostNL OPTA voor de rechter gedaagd. PostNL vond dat OPTA niet juist (onrechtmatig) heeft gehandeld. De zaak ging onder meer over het bekendmaken van het oordeel van OPTA over het rapport over 2009. En over uitspraken in de pers over lopende onderzoeken van OPTA naar de postbezorging. De rechtbank (http://www.opta.nl/nl/actueel/allepublicaties/publicatie/?id=3629) heeft PostNL op alle punten ongelijk gegeven. PostNL is niet in hoger beroep gegaan.
Tarieven en vergoeding universele postdienst
Vergoeding universele postdienst PostNL heeft gemeld dat de universele postdienst in 2011 haar meer heeft gekost dan dat de dienst haar heeft opgeleverd. In 2012 heeft PostNL bij OPTA een verzoek ingediend voor een vergoeding van deze nettokosten. OPTA is in 2012 gestart met de beoordeling (http://www.opta.nl/nl/actueel/allepublicaties/publicatie/?id=3623) van dit verzoek. Deze beoordeling loopt door tot in 2013. Als PostNL de vergoeding krijgt, dan moeten andere postbedrijven daaraan meebetalen. De minister van Economische Zaken bepaalt op dat moment hoe dit zou moeten gebeuren.
Tarieven universele postdienst PostNL heeft in 2012 aangekondigd de tarieven voor de universele postdienst per 1 januari 2013 te willen wijzigen. PostNL moet de nieuwe tarieven aan OPTA voorleggen. OPTA heeft vastgesteld (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3656) dat de nieuwe tarieven binnen de wet vallen. 35
Onderzoeken Onderzoek klachten universele postdienst In 2012 heeft de Tweede Kamer gesproken over de problemen bij de postbezorging van PostNL door de reorganisatie. De toenmalige staatssecretaris van Economische Zaken heeft OPTA gevraagd om extra te letten op klachten over de universele postdienst. OPTA heeft onderzoek (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3628)gedaan en geconcludeerd dat de regels zoals die nu zijn, OPTA geen middelen en aanleiding geven om op te treden. Wel blijft OPTA aandacht geven aan de kwaliteit van de postbezorging.
Onderzoek naar postbezorging op maandag PostNL moet minimaal zes dagen per week post bezorgen. De toenmalige staatssecretaris van Economische Zaken heeft voorgesteld om dat te veranderen in vijf dagen. De Tweede Kamer wilde een onafhankelijk onderzoek naar de cijfers over de postbezorging op maandag. De staatssecretaris heeft OPTA gevraagd dit onderzoek (http://www.opta.nl/nl/actueel/allepublicaties/publicatie/?id=3657) uit te voeren. OPTA heeft vastgesteld dat er geen reden is om aan te nemen dat PostNL de hoeveelheid post op maandag kunstmatig laag houdt door op maandagen bewust post achter te houden. Ook heeft OPTA niet kunnen vaststellen dat PostNL de kwaliteit van de postbezorging op maandagen bewust lager houdt.
Oordeel OPTA over steunpunten PostNL OPTA heeft onderzoek (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3619) gedaan naar de bezorging van post door PostNL. Er is gekeken hoe de post bewaard wordt op steunpunten en (mobiele) opslagplaatsen. Dit zijn plaatsen waar post tijdelijk wordt bewaard totdat postbezorgers die bezorgen. OPTA heeft in juli 2012 vastgesteld dat PostNL de veiligheid van de post op die plaatsen moet verbeteren. OPTA heeft daarvoor een aantal eisen opgesteld. Ook gaat OPTA de postbezorging verder onderzoeken.
Postwet Advies over wijziging van de Postwet De minister van Economische Zaken heeft in 2012 een voorstel ingediend om de Postwet te wijzigen. In het voorstel krijgt OPTA meer middelen om toezicht te houden op de postmarkt. De aanleiding voor dit wetsvoorstel is deels ontstaan door een onderzoek van OPTA: „Concurrentie op de postmarkt‟. (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3521) 36
OPTA heeft het ministerie van Economische Zaken geadviseerd over het wetsvoorstel (de uitvoeringstoets). In het advies (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3685) stelt OPTA dat de voorgestelde wetswijziging helpt om beter in te spelen op wat er gebeurt in de postmarkt. Maar er is wel een risico. Want OPTA kan aan de verlener van de universele postdienst geen verplichtingen opleggen voor onderdelen van de universele postdienst.
Marktmonitor post 2012 In 2012 heeft OPTA voor de derde keer een Marktmonitor Post (http://www.opta.nl/nl/actueel/allepublicaties/publicatie/?id=3689) opgesteld voor de minister van Economische Zaken. In die monitor concludeert OPTA dat in 2011 ongeveer 4,5 miljard poststukken zijn vervoerd. De postbedrijven hebben hiervoor 1,5 miljard euro gekregen. Dat was 6 procent minder omzet dan in 2010. Het aantal poststukken daalt elk jaar ongeveer evenveel. Het grootste postbedrijf was PostNL, die 80 tot 90 procent van de post vervoerde. Sandd vervoerde 10 tot 20 procent van de post, wat meer is dan in 2010. Dat komt vooral door de overname van Selekt Mail. Er is alleen concurrentie op de zakelijke markt. De concurrentie is het grootst bij het vervoer van post die al gesorteerd is en na drie dagen bezorgd moet worden. Als de omstandigheden gelijk blijven, verwacht OPTA niet dat er concurrentie komt op de overige delen van de markt.
Geschilbeslechting Telecombedrijven kunnen geschillen voorleggen aan OPTA. OPTA doet dan een uitspraak in het geschil. In 2012 heeft OPTA tien aanvragen gehad en in vijf geschillen een beslissing genomen. Dat zijn er minder dan vorige jaren. Alle aanvragen waren op basis van de Telecommunicatiewet.
Wel of geen overeenkomst
Als er een geschil is op basis van artikel 12.2 van de Telecommunicatiewet, is het van belang of er een overeenkomst is tussen de partijen. Als er een overeenkomst is, beoordeelt OPTA of die in strijd is met de Telecommunicatiewet of bijbehorende regels. Is er geen overeenkomst, dan bepaalt OPTA hoe de partijen aan de wet of de regels moeten voldoen.
Geschil, maar wel een overeenkomst
Tele2 en KPN hadden een geschil over tarieven. OPTA heeft de overeenkomst tussen partijen getoetst aan het tariefbesluit besluit wholesale price cap 2009-2011 (WPC-IIa).
In twee andere geschillen heeft OPTA beoordeeld of de overeenkomsten in strijd waren met de plicht
37
tot interconnectie. Telecombedrijven moeten er voor zorgen dat bellers elkaar kunnen bereiken: * Tele2 en BT hadden een geschil (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3568) met KPN over tarieven voor 084/087-telefoonnummers; * CM had een geschil (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3645) met KPN over de tarieven voor het doorgeven van sms-berichten. De overeenkomsten bleken niet in strijd te zijn met de Telecommunicatiewet, de bijbehorende regels of de marktanalysebesluiten. Geschil, maar geen overeenkomst
In twee geschillen was er geen sprake van een (volledige) overeenkomst tussen partijen. OPTA heeft in die geschillen beoordeeld of de bedrijven zich aan de verplichtingen uit de wet en de onderliggende regels hielden. Zo niet, dan heeft OPTA bepaald welke afspraken tussen de partijen gelden.
Geschil CM en KPN over sms In het geschil (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3633) tussen CM en KPN heeft OPTA een tarief vastgesteld op basis van artikel 6.2 van de Telecommunicatiewet. Anders werd niet aan de plicht tot interconnectie voldaan.
Geschil Tele2 en KPN over serviceafspraken In het geschil (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3591) tussen Tele2 en KPN heeft OPTA vastgesteld dat KPN niet voldeed aan de in het besluit ontbundelde toegang 2011 opgelegde verplichtingen. OPTA heeft KPN opgedragen de afspraken over de service (de Service Level Agreement) aan te passen.
38
3. Consumenten ConsuWijzer ConsuWijzer (http://www.consuwijzer.nl/) is het informatieloket van de Consumentenautoriteit, de NMa en OPTA voor consumenten. Via de website kunnen consumenten onafhankelijke en betrouwbare informatie vinden over hun rechten. De adviseurs geven telefonisch gratis praktisch advies aan consumenten bij hun vragen. In het geval van OPTA adviseren zij over post- en telecomzaken. Consumenten kunnen ook een klacht indienen. De klachten die bij ConsuWijzer binnenkomen, worden gebruikt als signalen in onderzoek naar mogelijke overtredingen.
Via ConsuWijzer geeft OPTA consumenten nuttige informatie en bruikbare handvatten om zelf in actie te komen. In 2012 gaf OPTA via ConsuWijzer uitgebreide informatie over onder andere de volgende onderwerpen: * Wijziging van abonnementsvoorwaarden voor mobiel; * Overstappen naar een andere provider; * Het Bel-me-niet Register en het recht van verzet; * Wat te doen bij dure 0900-nummers; * Tethering (het inzetten van een mobiel als router); * Wat zijn cookies en hoe werken ze; de nieuwe cookiewetgeving; * Campagne „Smart met je phone op vakantie‟ over roaming in het buitenland.
In oktober 2012 is ConsuWijzer.nl voor de derde keer op rij door consumenten verkozen tot beste overheidswebsite van het jaar.
Klachten In 2012 heeft ConsuWijzer 80.000 keer contact met consumenten gehad. In 2011 was dit 85.000 keer. Ongeveer 23.000 vragen en klachten daarvan gaan over OPTA-zaken. De website van ConsuWijzer is in 2012 minimaal 2,2 miljoen keer bezocht. De meeste klachten op het werkterrein van OPTA gingen in 2012 over telemarketing (8.332). Vergeleken met 2011 is dat een lichte daling.
39
Waarschuwingen voor de consument OPTA heeft in 2012 een paar bedrijven boetes voor overtreding van de telemarketingregels opgelegd. Tegen de publicatie van deze boetes is bezwaar gemaakt. De rechter moet nog bepalen of OPTA de namen van de bedrijven en de overtredingen openbaar mag maken. Verder waarschuwde OPTA consumenten voor: *- Telefoonfraude: criminelen die mensen bellen om persoonlijke gegevens te ontfutselen. ConsuWijzer gaf voorbeelden van dat soort telefoontjes en legde uit wat consumenten moeten doen als ze zo‟n fraudetelefoontje krijgen; *- Sms-spam „Winnaar van de dag‟: sms‟jes die zeggen dat de consument de winnaar van de dag is, met een link naar een website om een prijs op te halen. OPTA‟s advies was: sms niet terug en volg ook de link niet. Omdat het ging om sms‟jes verstuurd via buitenlandse nummers kon OPTA hier niet tegen optreden.
Telemarketing
Eind 2012 stonden ruim 7,7 miljoen telefoonnummers van consumenten ingeschreven in het Bel-meniet Register. Bedrijven mogen deze consumenten alleen bellen als er een klantrelatie is of was. Of als de consument uitdrukkelijk en ondubbelzinnig heeft gevraagd om contact op te nemen. Maar er is een aantal bedrijven dat deze regels probeert te omzeilen. Zij gebruiken bijvoorbeeld gegevens die ze hebben gekregen via een online prijsvraag of enquête ook voor telemarketing. In 2012 heeft OPTA via ConsuWijzer 8332 klachten over ongewenste telemarketinggesprekken ontvangen. Vergeleken met 2011 is dit een lichte daling.
Bedrijven zijn verplicht om tijdens ieder telefoongesprek te vragen of ze de consument in de toekomst mogen blijven bellen. Dit heet het „recht van verzet‟. Daarnaast moeten bedrijven altijd vragen of de consument ingeschreven wil worden in het Bel-me-niet Register. Als de consument aangeeft niet meer gebeld te willen worden, dan moet het bedrijf zijn telefoonnummer uit de belbestanden verwijderen. Als de consument ingeschreven wil worden in het Bel-me-niet Register, dan moet het bedrijf hier gratis voor zorgen. In 2012 lette OPTA vooral op de naleving van het recht van verzet.
Klachten De meeste telemarketingklachten in 2012 gingen over telemarketingactiviteiten van loterijen en telefonie/televisie. De percentages per branche zijn:
Loterijen
26%
Telefonie/Televisie
17%
40
Kranten/Tijdschriften
12%
Energie
10%
Geldzaken
8%
Goede Doelen
6%
Handhavingsacties In 2012 heeft OPTA bezwaren behandeld die bedrijven hadden ingediend tegen opgelegde boetes. Daarnaast heeft de Rechtbank Rotterdam een aantal zaken van OPTA grotendeels in stand gelaten en de boete voor de Goede Doelen Loterijen helemaal. De volgende gerechtelijke uitspraken en besluiten zijn in 2012 openbaar gemaakt.
Bezwaar van Sell-it tegen boete voor telemarketing ongegrond verklaard Sell-it kreeg op 30 juni 2011 een boete van €15.000 voor overtreding van de telemarketingregels. Sell-it liet bij de verkoop van de Hotelgoldcard naar ruim 1.500 consumenten bellen die ingeschreven waren in het Bel me-niet Register. Ook heeft Sell-it 281 consumenten, die tijdens de verkooptelefoontjes aangaven ingeschreven te willen worden in het Bel-me-niet Register, niet of te laat ingeschreven. Tegen de boete had het bedrijf bezwaar gemaakt, maar dat bezwaar is op 5 januari 2012 ongegrond verklaard. Sell-it heeft tegen deze beslissing van OPTA geen beroep ingesteld.
Rechter laat telemarketingboete NLEnergie grotendeels in stand
De Nederlandse Energie Maatschappij (NLEnergie) had bij de Rechtbank Rotterdam beroep ingesteld tegen een boete van in totaal €395.000. OPTA had de boete opgelegd voor het overtreden van de telemarketingregels. NLEnergie belde consumenten, die tijdens een eerder telemarketinggesprek hadden aangegeven niet meer gebeld te willen worden. Ook vroeg NLEnergie tijdens deze telefoongesprekken niet actief aan consumenten of ze vaker mochten bellen. Op 16 februari 2012 heeft de rechtbank de boete voor een groot deel in stand gelaten (LJN: BV6137). OPTA gaf aan dat er twee boeteverhogende omstandigheden waren. De rechter heeft één daarvan niet gevolgd, die ging over het in scene zetten van telemarketinggesprekken. Daardoor werd de boete €12.500 lager. NLEnergie heeft hoger beroep ingediend bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
Rechter laat telemarketingboetes voor Goede Doelen Loterijen in stand
De BankGiro Loterij, de Nationale Postcode Loterij en de Holding Nationale Goede Doelen Loterijen (Goede Doelen Loterijen) hadden beroep ingediend tegen een totale boete van €262.500 wegens overtreding van de telemarketingregels. De loterijen hadden ongevraagd consumenten gebeld, die waren ingeschreven in het Bel-me-niet Register. Ook vroegen de Goede Doelen Loterijen tijdens
41
wervingstelefoontjes niet actief aan de consumenten of ze mochten blijven bellen. Tot slot werd hen niet goed duidelijk gemaakt dat ze zich konden inschrijven in het Bel-me-niet Register. Op 6 december 2012 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan (LJN: BY5391). De rechtbank heeft de conclusies van OPTA en de hoogte van de boete volledig in stand gelaten. Tegen deze uitspraak hebben de Goede Doelen Loterijen hoger beroep ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
Voorlichting Het Standpunt Telemarketing van OPTA is in februari 2012 op een paar punten aangepast. Begin 2012 organiseerde OPTA met branchevereniging DDMA (Dutch Dialogue Marketing Association) een voorlichtingsbijeenkomst voor marktpartijen over het in 2011 uitgebrachte Standpunt Telemarketing. Na de inbreng van de branche heeft OPTA het Standpunt Telemarketing in februari 2012 opnieuw op enkele punten aangepast. OPTA heeft een voorlichtingsfolder uitgebracht waarin de wettelijke regels kort en helder zijn weergegeven. Deze folder is een verkorte versie van het Standpunt.
Vaste telefonie Betaalde informatienummers OPTA houdt de aanbieders van diensten via betaalde informatienummers scherp in de gaten. Deze aanbieders zijn nummergebruikers. Bij het uitgeven van deze nummers kijkt OPTA goed naar de persoon die ze aanvraagt en de diensten die via het nummer worden aangeboden. OPTA kan als zij misbruik van een nummer vermoedt, het nummer tijdelijk laten afsluiten of de betaling aan de aanbieder laten uitstellen. Ook kan OPTA de toekenning van een nummer intrekken of een nieuwe aanvraag bij vermoeden van misbruik weigeren. Voorbeelden van misbruik zijn: onverwacht lange wachttijden of het verbreken van de verbinding zonder dat de dienst is geleverd.
Wet Bibob Als OPTA aanwijzingen heeft dat nummers misbruikt worden, kan zij op grond van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob) het Landelijk Bureau Bibob vragen een diepgaand onderzoek te doen naar de integriteit van de nummerhouder en/of -gebruiker. Bureau Bibob bekijkt dan onder andere of iemand in het verleden ook strafbare feiten pleegde en welke dat waren.
42
Maximumtarief per gesprek 0900-nummers Nummergebruikers en telefonieaanbieders zijn verplicht om bij 0900-nummers die meer dan €0,15 per minuut kosten een maximumtarief per gesprek aan te houden. Ook moeten consumenten van tevoren te horen krijgen wat de kosten zijn van een telefoontje naar een 0900-nummer. OPTA controleerde in 2012 bij 140 0900-nummers of de aanbieders het minuuttarief per gesprek juist meldden, en waar dat verplicht is, of zij duidelijk een maximumtarief per gesprek meldden. OPTA gaf in één geval een waarschuwing en legde in drie gevallen een „voornemen last onder dwangsom‟ op. Hierna hebben de nummergebruikers hun meldingen aangepast.
Aansluitplicht geschillencommissie OPTA controleert of nummergebruikers van 0900-, 0906-, 0909- en 18xy-nummers zich aansluiten bij de Geschillencommissie Informatiedienstaanbieders. In 2012 ontdekte OPTA 42 partijen die niet aangesloten waren. Zij kregen een „voornemen last onder dwangsom', waarna zij zich alsnog aansloten. Consumenten kunnen via de Geschillencommissie Informatiedienstaanbieders op een makkelijke manier hun recht halen. Bijvoorbeeld als ze een klacht hebben over de dienstverlening van een nummergebruiker en er zelf met de nummergebruiker niet uitkomen. Op ConsuWijzer geeft OPTA informatie over de Geschillencommissie en wat consumenten moeten doen om via de Geschillencommissie hun recht te halen.
Mobiele telefonie Nieuwe regelgeving Sinds 1 april 2011 gelden er nieuwe regels voor betaalde sms-diensten. OPTA kan vanaf deze datum optreden tegen aanbieders van mobiele telefonie die consumenten dreigen af te sluiten, omdat zij weigeren de kosten voor een ongewilde sms-dienst te betalen. Aanbieders van mobiele telefonie moeten per 1 januari 2012 abonnementen aanbieden die geen betaalde sms-diensten kunnen ontvangen. Ook tijdens de looptijd van een abonnement moeten aanbieders van mobiele telefonie de keuze bieden betaalde sms-diensten te weren.
Betaalde sms-diensten Begin 2012 heeft OPTA met aanbieders van mobiele telefonie gesproken over de uitvoering van de nieuwe regels voor betaalde sms-diensten. OPTA vindt dat mobiele aanbieders bij alle abonnementen de mogelijkheid moeten bieden om betaalde sms-diensten te blokkeren. Bij nieuwe abonnementen moet de blokkade vanaf de start van het abonnement actief zijn. 43
Daarnaast heeft OPTA in de tweede helft van 2012 gesproken met gateways. Dit zijn partijen die met aanbieders van mobiele telefonie een overeenkomst hebben voor het doorsturen van sms-diensten aan consumenten. OPTA heeft hen gewezen op hun verantwoordelijkheid bij het verzenden van betaalde sms-berichten.
Klachten Sinds het begin van de verscherpte regelgeving op het gebied van sms-diensten, is het aantal klachten dat OPTA ontving met ongeveer 80 procent gedaald. Toch krijgt OPTA nog relatief veel klachten over sms-diensten. Ook al daalde het aantal klachten vergeleken met voorgaande jaren. Een flink deel van deze klachten gaan over chat-diensten via sms- of reclameberichten (spam) uit het buitenland. In 2012 deed OPTA een aantal onderzoeken naar bedrijven die bij het versturen van smsberichten mogelijk het spamverbod overtraden. Deze onderzoeken lopen door in 2013.
Samenwerking Bij de aanpak van betaalde sms-diensten die niet aan de regels voldoen, werkt OPTA zoveel mogelijk samen met de Consumentenautoriteit. Naast OPTA zetten ook de mobiele aanbieders en de Stichting Gedragscodes Mobiele Diensten zich in om bedrijven die zich niet aan de regels houden, aan te pakken.
Netneutraliteit Op 8 mei 2012 heeft de Eerste Kamer de nieuwe Telecomwet aangenomen met daarin belangrijke bepalingen over netneutraliteit. OPTA houdt toezicht op de naleving van de netneutraliteitsbepaling en heeft zich in 2012 voorbereid op het van kracht worden van de nieuwe Telecomwet op 1 januari 2013.
Nieuwe bepalingen netneutraliteit In deze gewijzigde wet wordt vrije toegang tot het internet gegarandeerd en is het verboden diensten zoals Whatsapp of Skype te blokkeren of vertragen. Ook mag de provider voor het gebruik van deze diensten geen extra kosten in rekening brengen. Nederland is met deze wetgeving één van de eerste landen die netneutraliteit wettelijk garandeert en gaat hiermee verder dan de Europese regels op dit gebied. Brussel verbiedt vertragen of blokkeren niet, zolang de provider hierover duidelijk is naar de consument.
44
Naast het artikel dat vrije toegang tot het internet garandeert, maken de zogenaamde transparantiebepalingen ook onderdeel uit van de nieuwe regels rondom netneutraliteit. Dit betekent dat aanbieders helder en open moeten communiceren hoe ze omgaan met drukte op het internet. Als het heel druk is mogen ze namelijk bij wijze van uitzondering wel vertragen of diensten blokkeren. Het is voor consumenten belangrijk om te weten wat hun aanbieder precies doet. In de wet is opgenomen dat aanbieders duidelijk moeten aangeven of en hoe ze dit doen.
De Europese blik Het verband van Europese telecomtoezichthouders (BEREC) heeft in 2012 samen met de Europese Commissie uitgebreid onderzocht of en hoe diensten zoals Whatsapp in Europa worden geblokkeerd op het internet. Uit de resultaten blijkt dat het in de praktijk wel gebeurt, maar dat in de meeste gevallen consumenten kunnen kiezen voor een andere aanbieder die dat niet doet. Begin 2013 wordt in Slovenië, net als Nederland, het principe van netneutraliteit in de wet vastgelegd. Ook in België wordt op dit moment wetgeving voor netneutraliteit besproken in het parlement. De Europese Commissie is een onderzoek gestart om te kijken op welke manier netneutraliteit binnen Europa het best gegarandeerd kan worden. Het ministerie van Economische Zaken heeft antwoord gegeven op de vragenlijst die hiervoor is uitgestuurd. OPTA heeft hierin geadviseerd.
Transparantie en contractvoorwaarden Abonnement afrekenen per seconde
OPTA heeft op 24 oktober 2012 een brief (http://www.opta.nl/nl/actueel/allepublicaties/publicatie/?id=3677) op de website gezet met een toelichting op een nieuwe wettelijke verplichting rond telefonieabonnementen. Op 1 januari 2013 treedt het gewijzigde artikel 7.2a van de Telecommunicatiewet in werking. In dit artikel staat dat consumenten moeten kunnen kiezen voor een abonnement waarbij zij alleen betalen voor de seconden die zij echt gebruiken. Het gaat dan dus om een abonnement (vast of mobiel) zonder starttarief en met afrekenen per seconde.
Aansluitplicht Geschillencommissie
Aanbieders van vaste en mobiele telefonie zijn verplicht zich aan te sluiten bij de Geschillencommissie Telecommunicatie of de Geschillencommissie Elektronische Communicatiediensten. Consumenten kunnen via de Geschillencommissie op een eenvoudige manier hun recht halen. Bijvoorbeeld als ze een klacht hebben over de dienstverlening van de aanbieder en er met de telefonieaanbieder niet uitkomen. OPTA houdt in de gaten of telefonieaanbieders zich aansluiten bij de Geschillencommissie. Op basis van signalen en klachten bij
45
ConsuWijzer handhaaft OPTA waar nodig. In 2012 heeft OPTA drie partijen aangeschreven. Twee van deze partijen hebben zich hierna aangesloten bij de geschillencommissie. Eén partij heeft zich nog niet aangesloten. OPTA heeft deze partij in december een vooraankondiging van een last onder dwangsom‟ gestuurd om haar alsnog tot aansluiting te dwingen.
Internetveiligheid Spam
Nieuwe vormen van spam Een spambericht is een bericht dat je ongevraagd ontvangt. De inhoud van het bericht bepaalt of er daadwerkelijk sprake is van spam: die moet commercieel, ideëel of charitatief zijn. In de Telecommunicatiewet staat dat het versturen van spam in Nederland is verboden. OPTA heeft een speciale website voor klachten over spam: www.spamklacht.nl . Spam via social media (https://www.spamklacht.nl/nieuws/bericht/?id=108) Spamberichten kunnen niet alleen via mobiele telefoon (sms), e-mail of fax worden verzonden, maar ook via social media zoals Facebook, Twitter of Hyves. Facebook- of Twitterberichten met een puur commerciële boodschap kunnen onder het spamverbod vallen. Deze spam is soms moeilijk te herkennen. Het kan afkomstig zijn van personen, organisaties of bedrijven die je volgt, maar dat hoeft niet. Het kan bijvoorbeeld ook een berichtje zijn dat is doorgestuurd (forward of retweet). Bijvoorbeeld een bericht als: #handel #luxury #weekend at the most luxury #hotel in #amsterdam ? Check in at #xxx Hotel http://bit.ly/blabla #www.
Het is moeilijk om precies aan te geven wat social spam is en wat niet. Als een bericht op reclame lijkt en het is ongewenst kan men een klacht indienen bij www.spamklacht.nl. Bijvoorbeeld als de verzender nooit toestemming heeft gehad om deze boodschap te sturen. In 2012 is www.spamklacht.nl aangepast zodat er ook klachten over spam verzonden via social media kunnen worden ingediend.
Voorlichting over e-mailmarketing OPTA heeft 175 vragen van bedrijven ontvangen over het versturen van e-mail (e-mail marketing). De bedrijven willen weten hoe ze mensen om toestemming kunnen vragen om ze een bericht te sturen. Het gaat dan om berichten met een commercieel, ideëel of een charitatief doel. Klachten over spam Op Spamklacht.nl heeft OPTA 24.536 klachten ontvangen: * 22.720 klachten over e-mailberichten;
46
* 1.006 klachten over SMS of MMS berichten; * 91 klachten over faxberichten; (https://www.spamklacht.nl/nieuws/bericht/?id=109) * 26 klachten over social media; * 339 klachten over berichten verzonden via een automatisch belsysteem * 354 overige klachten. Er loopt een aantal onderzoeken naar (sms-)spam. OPTA zal in 2013 hierover besluiten nemen.
Rechtspraak Boete spam Thuiswerkcentrale OPTA legde in 2008 voor 510.000 euro aan boetes op aan twee bedrijven en twee personen die onder de naam Thuiswerkcentrale ongevraagde e-mails hadden verstuurd.
Beroep tegen boete Eén persoon ging met zijn twee bedrijven in beroep bij de rechtbank, nadat OPTA het bezwaar ongegrond had verklaard. De rechtbank heeft de boete van 240.000 euro in 2010 vernietigd. Volgens de rechter kon OPTA niet goed bewijzen dat juist deze bedrijven het verbod voor spam overtreden hadden. OPTA is toen in hoger beroep gegaan. Hoger beroep tegen boete Op 14 juni 2012 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) de boete (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3616) van 240.000 euro van OPTA vernietigd. De persoon en de bedrijven waren wel betrokken bij de Thuiswerkcentrale en wisten van de verzending van de berichten. Ze hadden er ook voordeel van, maar dat betekent niet dat ze de verzenders zijn. Dus was het oordeel van het CBb dat OPTA geen boete mocht geven voor die overtreding. De resterende boete van 270.000 euro was opgelegd aan een andere persoon. Die boete stond niet ter discussie en moet dus wel betaald worden. Er is geen beroep meer mogelijk.
Uitspraak over spam per fax
Bij spam wordt meestal gedacht aan ongevraagd verstuurde e-mailberichten. Maar spam kan ook ongevraagde sms‟jes of faxberichten zijn. OPTA heeft onderzoek gedaan naar ongevraagde faxberichten van Swiss Money Report. Volgens OPTA heeft een Duits bedrijf een deel van de faxen verzonden. De Nederlandse eigenaar van het Duitse bedrijf stelt dat een klant van het Duitse bedrijf de faxen heeft verstuurd. De eigenaar weigerde OPTA informatie te geven over de identiteit van die klant. OPTA heeft daarop een last onder dwangsom (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3544 ) opgelegd. Als de eigenaar de informatie niet zou geven, moest hij de dwangsom betalen. De eigenaar 47
heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) gevraagd om in een voorlopige voorziening de last uit te stellen. Het CBb heeft dit verzoek afgewezen. De eigenaar heeft daarop informatie gegeven.
Boete spam Companeo
OPTA heeft in 2012 Companeo een boete (http://www.opta.nl/nl/actueel/allepublicaties/publicatie/?id=3654) van 100.000 euro opgelegd voor het versturen van spam aan voornamelijk bedrijven. Companeo stuurde vanaf eind 2009 tot begin 2011 bijna 15 miljoen commerciële e-mails. Daarvoor hadden de ontvangers van de mail geen toestemming gegeven. Aan andere ontvangers had Companeo niet zorgvuldig genoeg om toestemming gevraagd.
Spamklacht OPTA is deze zaak op het spoor gekomen dankzij klachten via www.spamklacht.nl. Klagers kregen de nieuwsbrief van Companeo en mails van vraaguwofferte.com. Maar ze hadden zich hier niet voor opgegeven. Ook was het niet duidelijk dat Companeo de afzender van de mails was. Companeo heeft bezwaar gemaakt tegen de boete.
Mobiele dreigingen Mobiele apparaten zoals tablets en smartphones worden de laatste jaren steeds populairder. Daarom heeft OPTA een onderzoek uitgevoerd naar mobiele bedreigingen. Op telefoons en computers staat veel persoonlijke informatie. Gebruikers weten vaak niet dat er risico‟s zijn. Dat maakt het voor criminelen interessant om hier misbruik van te maken. OPTA heeft onderzocht wat de risico‟s zijn zoals het plaatsen van malware en het lezen van persoonlijke en financiële gegevens door criminelen. OPTA kan gebruikers bewust maken van de risico‟s, maar ook handhaven. Apparaten hebben steeds meer functies en worden voor diverse toepassingen gebruikt, bijvoorbeeld voor betalingen en sociale contacten. Daarom is het belangrijk om met andere organisaties samen te werken.
Cookies Nieuwe regels voor cookies Wat is een cookie? Een cookie is een klein tekstbestand dat tijdens het bezoek aan een website op de computer wordt geplaatst. Met cookies kan informatie worden verzameld en gebruikt. Websites worden makkelijker in gebruik omdat cookies wachtwoord, voorkeuren en winkelwagentje kunnen onthouden. Bijna elke website gebruikt cookies.
48
Bezoekers volgen op internet De meeste cookies worden gebruikt om het surfgedrag van een bezoeker op internet te volgen. Met deze informatie kan de adverteerder de advertentie dan afstemmen op de bezoeker van de website. Advertenties zijn in de meeste gevallen noodzakelijk om de (gratis) website te bekostigen. Cookies kunnen handig zijn, maar bezoekers kunnen zich onprettig voelen bij het idee dat gepersonaliseerde advertenties hen in de gaten houden zonder dat zij het weten. De cookiebepaling Een Europese richtlijn is aangescherpt om de privacy op internet beter te beschermen. Ook cookies vallen onder deze richtlijn. Sinds 5 juni 2012 zijn er nieuwe regels voor cookies opgenomen in de Telecommunicatiewet, de cookiebepaling (https://www.spamklacht.nl/nieuws/bericht/?id=107) . Websites moeten bezoekers informeren en toestemming hebben verkregen voordat zij een cookie of andere gegevens op een computer, mobiele telefoon of spelcomputer plaatsen of lezen. In de cookiebepaling staat niet concreet ingevuld hoe websites dat moeten doen. Ook wordt er geen onderscheid gemaakt naar het doel van de gebruikte cookies. Alleen functionele cookies zijn uitgezonderd. Veel websites vonden dat de nieuwe regels wat snel zijn ingevoerd. Ze waren niet goed op de hoogte en nog niet klaar om aan de regels te voldoen. Voorlichting over informatieplicht OPTA heeft actief ingezet op voorlichting over de informatieplicht. Zodat websites zich aan de informatieplicht houden en bezoekers weten welke cookies gebruikt worden en waarvoor. Met brancheorganisaties als DDMA en IAB is een bijeenkomst (http://www.opta.nl/nl/actueel/allepublicaties/publicatie/?id=3635) georganiseerd over de eerste ervaringen met de naleving van de cookiebepaling. En zijn er veel gestelde vragen over cookies gepubliceerd. Daarnaast heeft OPTA een bijdrage geleverd aan standaard informatietekst die websites kunnen gebruiken om te voldoen aan de informatieplicht. Ook het ministerie van Algemene Zaken heeft teksten gemaakt en een software-pakket voor het verkrijgen van toestemming voor websites: de Rijksoverheid Cookie Opt-in.
Handhaving cookies Cookies op websites van de overheid
OPTA heeft in september een brief (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3647) gestuurd aan 121 overheidswebsites of websites die aan de overheid gerelateerd zijn. De overheid moet namelijk het goede voorbeeld geven als het om cookies gaat. * 96 van deze websites plaatsten cookies zonder bezoekers te informeren en/of toestemming te vragen. Zij moesten OPTA laten weten hoe zij aan de wet gingen voldoen. * 10 van deze websites plaatsten alleen functionele cookies; * 15 van deze websites plaatsten helemaal geen cookies. Om te zorgen dat deze websites ook in de toekomst blijven voldoen aan de cookiebepaling, zijn zij per brief geïnformeerd over de nieuwe regels. 49
Veel websites hebben aan OPTA laten weten hoe ze zich aan de regels gaan houden. Met websites die niet hebben gereageerd of geen duidelijke planning hebben is contact opgenomen.
Malware valt ook onder cookie regels
De cookiebepaling gaat over meer dan alleen cookies. Malware is kwaadaardige software die zonder toestemming van de gebruiker op een computer terecht komt. De software haalt persoonlijke informatie van een computer af of zet er iets op, bijvoorbeeld een virus. Daarmee valt malware onder de regels voor cookies.
Cookies om websites te analyseren (first party analytics) De regels voor cookies gelden niet voor functionele cookies (nodig voor inloggen of winkelwagentje), maar wel voor analytische cookies. Met analytische cookies kan de website zien hoe bezoekers over de website surfen. Er is veel maatschappelijke discussie over analytische cookies. Veel van deze cookies maken weinig inbreuk op de privacy. De Tweede Kamer heeft de minister van Economische Zaken gevraagd of analytische cookies wel onder de regels moeten vallen. OPTA bekijkt samen met het ministerie en het College Bescherming Persoonsgegevens onder welke voorwaarden analytische cookies wel kunnen. Dit kan de naleving van de cookiebepaling voor website-eigenaren gemakkelijker maken en voor bezoekers gebruiksvriendelijker.
Handhaving van de wet OPTA wil zich in haar handhaving (https://www.spamklacht.nl/nieuws/bericht/?id=106) richten op het aanpakken van de ernstige schadelijke gevallen zoals bijvoorbeeld cookies die moeilijk te verwijderen zijn. Of op websites die stiekem gebruik maken van andere technieken die hetzelfde doen en daarmee grote inbreuk maken op de privacy.
Actie tegen malware Malware is kwaadaardige software die zonder toestemming van de gebruiker op zijn of haar computer terecht komt, bijvoorbeeld via een cookie. De software haalt persoonlijke informatie van de computer af of zet er iets op, bijvoorbeeld een virus. Malware valt onder de regels voor cookies Bij vermoeden van actieve betrokkenheid van Nederlandse partijen bij het maken en verspreiden van malware kan OPTA onderzoek doen en boetes opleggen. OPTA reageert (https://www.spamklacht.nl/nieuws/bericht/?id=106) waar mogelijk op signalen van (grootschalige) verspreiding van malware binnen Nederland. OPTA probeert dan zo snel mogelijk de bron te achterhalen en de verspreiding te helpen stoppen. OPTA monitort niet actief op de verspreiding van malware en is voor de aanpak van verspreiding van malware afhankelijk van signalen van van publieke en private partners.
50
Nederlandse websites
OPTA heeft in 2012 via de overheid en van bedrijven berichten ontvangen dat een aantal Nederlandse websites malware verspreidden. OPTA heeft dat gecontroleerd en daarna die bedrijven geholpen bij het vinden van de bron van de malware. In de meeste gevallen zat het lek in de software voor advertenties.
Malware besmetting Bezoekers kunnen besmet raken met malware zonder het te merken (de zogenaamde „drive by downloads‟). Een bezoeker hoeft zelfs soms nergens op te klikken om geïnfecteerd te raken met malware. De bekendste malware is gericht op online bankieren („banking trojans‟) en heet Zeus of Citadel. Die probeert gebruikersnamen en wachtwoorden te verzamelen. Virusscanners hebben grote moeite om malware op te sporen. De verspreiders van malware zijn moeilijk te achterhalen en werken meestal niet vanuit Nederland. OPTA kan pas in actie komen als het incident al is gebeurd. OPTA en de getroffen bedrijven wisselden ervaringen uit en OPTA gaf de bedrijven tips. Zodat in de toekomst malware nog beter kan worden opgespoord en worden voorkomen.
Meldplicht en zorgplicht
Meldplicht bij privacy incidenten
Bedrijven die diensten leveren voor telefonie en internet zijn vanaf 5 juni 2012 verplicht (http://www.opta.nl/nl/wat-doet-opta/toezichtsgebieden/zorg--en-meldplicht-beschermingpersoonsgegevens/) om bepaalde beveiligingsincidenten bij OPTA te melden. Het gaat om incidenten waarbij het risico heeft bestaan dat anderen bij de persoonsgegevens van klanten konden komen. Soms moeten de bedrijven ook de personen informeren van wie de gegevens zijn. Deze meldplicht houdt verband met de zorgplicht: bedrijven moeten de persoonsgegevens van hun klanten goed beschermen.
Voorlichting over meldplicht
OPTA en het Agentschap Telecom hebben samen een loket (http://www.opta.nl/nl/actueel/allepublicaties/publicatie/?id=3593) opgezet waar bedrijven incidenten kunnen melden. Het Agentschap Telecom beheert het loket. OPTA en Agentschap Telecom hebben op 10 april 2012 een voorlichtingsbijeenkomst gehouden over het meldloket. Alle bedrijven die bij OPTA in het register staan waren daarvoor uitgenodigd. OPTA heeft uitgelegd welke incidenten met het beveiligen van informatie moeten worden gemeld en hoe zij dat controleert. Zowel voor als na 5 juni heeft OPTA met grote bedrijven gesproken over de invoering van de meldplicht. De bedrijven konden zo hun 51
ervaringen met incidenten en met het meldloket doorgeven. OPTA heeft in die gesprekken aanwijzingen gegeven, waardoor meldingen nauwkeuriger gedaan kunnen worden.
Melding over incidenten OPTA heeft in 2012 in totaal 143 meldingen ontvangen. Hier zaten veel kleine incidenten bij die weinig gevolgen hadden voor de klant. Bijvoorbeeld omdat het alleen ging om een telefoonnummer dat iemand te weten kwam. Of om een rekening die verstuurd werd naar een verkeerd adres. * bij 60 procent van de meldingen heeft het incident helemaal geen gevolg gehad voor de privacy van de klanten. Het ging bijvoorbeeld om een gestolen laptop, waarbij de informatie over klanten zo opgeslagen was dat deze niet te lezen was; * bij 39 meldingen heeft het bedrijf de klanten ingelicht * bij 7 meldingen was er sprake van een computervirus of van een hacker die toegang had gekregen tot computers van het bedrijf. Handhaving van de regels Bij alle meldingen heeft OPTA gecontroleerd of bedrijven de juiste keuze hebben gemaakt als zij klanten niet informeerden. In alle gevallen hebben de gecontroleerde bedrijven binnen de regels gehandeld. Wel heeft OPTA een aantal keer vragen gesteld over wat een bedrijf deed om de oorzaak van het incident weg te nemen. OPTA heeft twaalf bedrijven een brief gestuurd over incidenten waar OPTA geen melding over had ontvangen. Deze bedrijven hebben het incident alsnog gemeld of toegelicht waarom zij van mening waren dat het incident niet gemeld hoefde te worden.
Toezicht op gekwalificeerde certificaten OPTA houdt toezicht op bedrijven die gekwalificeerde certificaten uitgeven. Dit zijn certificaten die vooral worden gebruikt voor rechtsgeldige elektronische handtekeningen. Deze bedrijven, ook wel certificate service providers of CSP‟s genoemd, zijn verplicht zich bij OPTA te registreren. Vaak geeft een CSP naast gekwalificeerde certificaten ook andere certificaten uit. Bijvoorbeeld voor beveiligde verbindingen naar overheidsinstanties, banken en websites. Deze laatste, niet-gekwalificeerde certificaten vallen niet onder het toezicht van OPTA.
Meer toezicht Er zijn vier commerciële en drie niet-commerciële partijen die gekwalificeerde certificaten uitgeven. De omvang van de CSP‟s verschilt sterk. In 2011 zijn er ongeveer 145.000 gekwalificeerde certificaten uitgegeven. Eind 2011 is OPTA gestart met intensiever toezicht. De belangrijkste reden was het incident met de beveiliging dat bij CSP DigiNotar plaatsvond en in augustus 2011 bekend werd. OPTA heeft niet 52
gewacht tot de onderzoeken over het toezicht op DigiNotar klaar waren. Samen met het ministerie van Economische Zaken heeft OPTA direct besloten om het toezicht te intensiveren.
Toezicht in twee delen Het toezicht op de bedrijven die gekwalificeerde certificaten uitgeven gebeurt in twee delen. De CSP laat zich vrijwillig controleren door een auditeur. De auditeur accrediteert dan de CSP. Het toezicht van OPTA vormt een aanvulling op het systeem van vrijwillige accreditatie. OPTA heeft in 2012 de rapporten van de auditeurs bekeken en is daarna bij alle CSP‟s op bezoek gegaan. Tijdens deze bezoeken is de betrouwbaarheid en de veiligheid van de CSP besproken. Zo nodig heeft OPTA extra informatie bij de CSP‟s gevraagd om te beoordelen of zij aan de regels voldeden.
Risico’s in kaart brengen OPTA maakt per CSP een analyse van de risico‟s. Zo is duidelijk waar een CSP extra risico‟s loopt en waar OPTA extra toezicht moet houden. Incidenten met de beveiliging kunnen altijd gebeuren, hoe goed een CSP zijn organisatie en systemen ook op orde heeft. Daarom is het belangrijk dat CSP‟s incidenten bij de aanmaak van gekwalificeerde certificaten direct bij OPTA melden. Op die manier kunnen de gevolgen van een incident worden beperkt. Een CSP kan verplicht worden om te stoppen met uitgeven van certificaten tot dat zeker is dat het incident geen gevolgen heeft voor de betrouwbaarheid van die certificaten. Ook afnemers van certificaten moeten maatregelen nemen om in dergelijke situaties uitval van dienstverlening te beperken. Aandachtspunten Er zijn bij de bezoeken aan de CSP‟s geen zaken naar voren gekomen die een directe bedreiging vormde voor een betrouwbare uitgifte van certificaten. Wel is er aantal aandachtspunten. OPTA heeft de CSP‟s waar nodig opgedragen maatregelen te nemen. OPTA controleert of deze maatregelen ook echt zijn uitgevoerd. Is dat niet zo, dan kan OPTA handhavend optreden. Een ander aandachtspunt is dat veel CSP‟s van dezelfde onderaannemers gebruik maken. OPTA heeft geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze onderaannemers. Maar er bestaat wel een afhankelijkheid van deze onderaannemers waardoor het stelsel kwetsbaar kan zijn.
Samenwerking
Bij intensiever toezicht hoort ook meer samenwerking met andere organisaties die een rol hebben bij het toezicht op CSP‟s, zoals Logius. OPTA houdt vanuit de Telecommunicatiewet toezicht op de aanbieders van gekwalificeerde certificaten. Logius is onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en houdt als Policy Authority toezicht op de aanbieders van PKIoverheid certificaten (onder PKIoverheid vallen zowel gekwalificeerde als niet-gekwalificeerde certificaten). Logius en OPTA werken al langer samen en hebben een samenwerkingsprotocol opgesteld. In het
53
protocol staat onder meer dat de organisaties zo veel mogelijk gezamenlijk controles en onderzoeken uitvoeren bij de CSP‟s.
54
4. Verkorte jaarrekening CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
Aan: Het College van OPTA De in dit verslag op pagina 56 tot en met 66 opgenomen samengevatte jaarrekening, bestaande uit de samengevatte balans per 31 december 2012, de samengevatte winst-en-verliesrekening en het samengevatte mutatieoverzicht eigen vermogen over 2012 met bijbehorende toelichtingen, zijn ontleend aan de gecontroleerde jaarrekening van OPTA per 31 december 2012. Wij hebben een goedkeurend oordeel verstrekt bij die jaarrekening in onze controleverklaring van 28 februari 2013. Desbetreffende jaarrekening en deze samenvatting daarvan, bevatten geen weergave van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden sinds de datum van onze controleverklaring van 28 februari 2013. De samengevatte jaarrekening bevat niet alle toelichtingen die zijn vereist op basis van in Nederland geldende van toepassing zijnde grondslagen voor de financiële verslaggeving. Het kennisnemen van de samengevatte jaarrekening kan derhalve niet in de plaats treden van het kennisnemen van de gecontroleerde jaarrekening van OPTA. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van een samenvatting van de gecontroleerde jaarrekening in overeenstemming met de grondslagen zoals beschreven op pagina 59 tot en met 61 van de toelichting. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de samengevatte jaarrekening op basis van onze werkzaamheden, uitgevoerd in overeenstemming met Nederlands Recht, waaronder de Nederlandse Standaard 810, "Opdrachten om te rapporteren betreffende samengevatte financiële overzichten". Oordeel Naar ons oordeel is de in dit verslag op pagina 56 tot en met 66 opgenomen samengevatte jaarrekening in alle van materieel belang zijnde aspecten consistent met de gecontroleerde jaarrekening van OPTA per 31 december 2012 en in overeenstemming met de grondslagen zoals beschreven op pagina 59 tot en met 61 van de toelichting. Den Haag, 28 maart 2013 BDO Audit & Assurance B.V. namens deze, w.g. J.J. Herst RA
55
Balans
Balans 31 december 2012
31 december 2011
x € 1.000
x € 1.000
ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa: Huurdersbelang
503
674
Inventaris
123
136
1.409
1.552
2.035
2.362
158
132
49.671
52.037
1.120
-
Vordering op ministerie van EZ
116
-
Overige vorderingen
913
646
3.570
2.098
55.548
54.913
57.583
57.275
Computerhardware en software
Vlottende activa Vorderingen op debiteuren Te innen boetes en lasten onder dwangsom Nog te factureren boetes
Liquide middelen
TOTAAL ACTIVA
56
PASSIVA Eigen vermogen Algemene reserve
856
826
856
826
5
35
200
200
44
44
249
279
Kortlopende schulden Te verrekenen met de markt
3.503
1.624
Schulden aan leveranciers
1.019
596
-
180
418
370
50.860
52.212
678
1.188
56.478
56.170
57.583
57.275
Voorzieningen Voorziening bezwaar en beroep Voorziening beloningen betaalbaar op termijn Voorziening jubileumuitkeringen
Schuld aan ministerie van EZ Belastingen en premies sociale verzekeringen Af te dragen boetes en lasten onder dwangsom Overige schulden
TOTAAL PASSIVA
57
Resultaatrekening
Resultatenrekening Realisatie
Begroting
Realisatie
2012
2012
2011
X € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
BATEN Opbrengst marktcategorieën Overige baten
TOTAAL BATEN
15.304
15.336
15.492
2.256
2.390
1.611
2
17.103
17.560
17.726
LASTEN Personeelskosten Salarissen en sociale lasten
8.976
10.307
9.272
Overige personeelslasten
1.113
1.234
1.193
10.089
11.541
10.465
Opdrachten aan derden
1.413
1.769
1.313
Materiële kosten
3.130
3.689
3.167
Afschrijvingen
1.039
1.150
1.161
2
Vanwege extra taken op het gebied van TTP zijn de oorspronkelijk begrote baten voor 2012 met € 339.000 verhoogd.
58
TOTAAL BEDRIJFSLASTEN
BEDRIJFSRESULTAAT
3
16.106
1.889
- 423
997
20
-
42
1.909
- 423
1.039
15.671
Rentebaten
RESULTAAT
18.149
Voorstel bestemming van het resultaat Het college heeft besloten het positieve resultaat over 2012 ad € 1.909.000 als volgt te verdelen: 1.
€ 30.000 wordt gedoteerd aan de algemene reserve; en
2.
€ 1.879.000 wordt toegevoegd aan de post „Te verrekenen met de markt‟.
Dit besluit is reeds in de jaarrekening verwerkt.
Toelichting waarderingsgrondslagen Algemeen
De jaarrekening is opgesteld conform Titel 9 Boek 2 BW, voor zover deze op basis van het Informatiestatuut OPTA van toepassing is. Bij de balans per 31 december 2012 zijn als vergelijkende cijfers de bedragen uit de balans per 31 december 2011 opgenomen. Tevens zijn bij de resultatenrekening de begrotingsbedragen over 2012 en de realisatiecijfers van 2011 vermeld. De activa en de passiva zijn, tenzij anders vermeld, gewaardeerd tegen nominale waarde. De voorgenomen fusie tot de ACM en de daarmee gemaakte (financiële) afspraken noodzaken niet tot aanpassing van de gehanteerde waarderingsgrondslagen.
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa zijn op de balans opgenomen tegen de aanschaffingswaarde, onder aftrek van de verrichte afschrijvingen tot en met december 2012. Afschrijving geschiedt lineair op basis van 3
Vanwege extra taken op het gebied van TTP zijn de oorspronkelijk begrote lasten voor 2012 met € 339.000 verhoogd.
59
de geschatte economische levensduur die varieert van 3 tot 10 jaar. De afschrijvingstermijnen zijn als volgt vastgelegd: Huurdersbelang (= onroerende zaken)
10
jaar
Inventaris (= inventaris en kantoormachines)
5
jaar
Computerhardware en –software
3-10 jaar
Vorderingen
De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale bedragen, verminderd met de noodzakelijk geachte voorziening voor mogelijke oninbaarheid.
Voorzieningen De voorziening „beloningen betaalbaar op termijn‟ wordt gewaardeerd tegen de nominale waarde van de toekomstige verplichtingen, waarbij rekening wordt gehouden met verwachte toekomstige loonstijgingen. De voorziening jubileumuitkeringen wordt gewaardeerd tegen de contante waarde van de toekomstige vergoedingen in het kader van jubileum, waarbij rekening wordt gehouden met het verwachte toekomstige verloop van werknemers en verwachte toekomstige loonstijgingen. Hierbij wordt de contante waarde berekend met een disconteringsvoet die is bepaald op basis van de marktrente van hoogwaardige ondernemingsobligaties. De voorziening bezwaar en beroep wordt gewaardeerd tegen de nominale waarde van bestreden facturen voor jaarlijks toezicht, registratie en toekennen dan wel reserveren. OPTA heeft voor haar werknemers een pensioenregeling getroffen die kwalificeert als een toegezegd-pensioenregeling, waarbij de toegezegde pensioenuitkeringen gebaseerd zijn op middelloon. Deze pensioenregeling is ondergebracht bij het ABP en wordt in de jaarrekening verwerkt als toegezegde-bijdrageregeling. Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigde premies als kosten worden verantwoord.
Grondslagen voor de bepaling van het resultaat
De opbrengsten en kosten worden verantwoord conform het baten- en lastenstelsel. Aan de marktpartijen worden de integrale kosten in de tariefstelling doorberekend, met uitzondering van de kosten van bezwaar en beroep, de kosten van uitvoeringstoetsen en de bijzondere lasten.
60
Opbrengsten en kosten marktcategorieën
De basis voor het in rekening brengen van tarieven aan marktpartijen is te vinden in de Telecommunicatiewet, het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet, de Postwet en het Besluit vergoedingen Postwet alsmede de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit. De aan marktpartijen door te berekenen kostendekkende tarieven worden jaarlijks door de minister van Economische Zaken goedgekeurd en gepubliceerd in de Staatscourant als “Regeling vergoedingen OPTA”. Uitgangspunt bij het vaststellen van de tarieven is het profijtbeginsel. De kosten van bezwaar en beroep en de kosten van uitvoeringstoetsen worden door het ministerie van Economische Zaken gedragen op basis van nacalculatie.
Te verrekenen met de markt Deze post dient ter verwerking van het resultaat van de verschillende marktcategorieën ten behoeve van de verrekening in toekomstige tarieven. Van het resultaat over 2012 ad € 1.909.000 is € 30.000 gedoteerd aan de algemene reserve (zie onderdeel 4), waarna het restant ad € 1.879.000 is toegevoegd aan de post “Te verrekenen met de markt”. In onderstaande tabel is weergegeven hoe de post “Te verrekenen met de markt” is verdeeld over de verschillende marktcategorieën (x € 1.000):
31 december 2012
31 december 2011
3.034
858
- 46
- 46
- 492
- 720
Post UD
271
326
Post Niet-UD
736
1.206
3.503
1.624
Elektronische Communicatie TTP - certificatiedienstverleners Nummers
Salaris, pensioenbijdrage en sociale lasten De specificatie van salaris, pensioenbijdrage en sociale lasten luidt als volgt (x € 1.000): 2012
2011
Salaris
7.072
7.422
Pensioenbijdrage
1.092
1.007
812
843
8.976
9.272
Sociale lasten
61
Gemiddeld aantal werknemers
Het gemiddeld aantal werknemers over 2012 is 126 (2011: 131).
Bezoldiging van bestuurders
De specificatie van de kosten voor OPTA inzake de bezoldiging van het college over 2012 luidt als volgt (x € 1.000): Salaris
Vaste toelage
Toelage representatiekosten
Pensioen-
Sociale lasten
bijdrage
Totaal
Beloningen betaalbaar op termijn
C.A. Fonteijn
27
10
1
7
1
-
46
M.W. de Jong
105
-
4
17
5
-
131
35
-
1
-
-
-
36
167
10
6
24
6
-
213
1 jan - 31 aug A.T. Ottow
Totaal
De heer Chris A. Fonteijn is voorzitter van het college van OPTA en sinds 1 juli 2011 tevens voorzitter van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). De verwerking van het salaris van de heer Fonteijn verloopt volledig via de OPTA. De NMa heeft de OPTA hiervoor naar rato vergoed. Het in de tabel vermelde bedrag van € 46.000 bestaat uit de totale kosten ad € 230.000 minus de van de NMa ontvangen vergoeding ad € 184.000. De eenmalige 4
pseudo eindheffing hoog loon 2012 maakt geen onderdeel uit van de gerapporteerde bezoldiging. De heer Mark W. de Jong was tot 1 september plaatsvervangend collegevoorzitter van OPTA. Mevrouw Annetje T. Ottow was tot 1 september non-executive (parttime) lid van het college van OPTA en is sinds het vertrek van de heer De Jong plaatsvervangend collegevoorzitter.
4
Als onderdeel van het begrotingsakkoord 2013 is een eenmalige werkgeversheffing van 16% ingesteld voor inkomens die in 2012 hoger waren dan € 150.000. 62
5
De bezoldiging van vaste leden is geregeld in de Regeling rechtpositie vaste leden van OPTA . Voor een uitgebreidere toelichting op de samenstelling van het college wordt verwezen naar hoofdstuk 6 van het jaarverslag. Over 2011 waren de kosten voor OPTA inzake de bezoldiging van het college als volgt gespecificeerd (x € 1.000): Vaste toelage
Salaris
Toelage representatiekosten
Pensioen-
Sociale lasten
bijdrage
Totaal
Beloningen betaalbaar op termijn
C.A. Fonteijn
92
29
4
17
4
-
146
M.W. de Jong
113
-
4
12
6
-
135
11
-
1
-
-
-
12
11
-
1
-
-
-
12
-
-
-
-
-
33
33
227
29
10
29
10
33
338
A.T. Ottow 1 sep - 31 dec A.P. Aris 1 jan - 31 aug L.Y. GonçalvesHo Kang You
Totaal
WOPT
Op grond van artikel 6 van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde 6
topinkomens (WOPT) is een overzicht opgenomen van de werknemers die meer verdiend hebben dan het gemiddelde belastbare loon van de ministers. Er is een overschrijding van het normbedrag aanwezig bij de heer C.A. Fonteijn, wiens rechtspositie door de minister van Economische Zaken is vastgesteld in de reeds op de vorige pagina genoemde Regeling rechtpositie vaste leden van OPTA. De eenmalige pseudo eindheffing hoog loon 2012 maakt geen onderdeel uit van de gerapporteerde bezoldiging. Aangezien de verwerking van het salaris van de heer Fonteijn volledig via de OPTA verloopt, doet
5 6
Staatscourant, 31 juli 2009, nr. 11535. Staatsblad 2006, 95.
63
OPTA de WOPT-opgave. De specificatie van de WOPT-bedragen over 2012 luidt als volgt (x € 1.000): Belastbaar loon
C.A. Fonteijn
Pensioenafdrachten
172
Overige voorzieningen betaalbaar op termijn 53
Ontslagvergoedingen
-
Totaal
225
-
De specificatie van de WOPT-bedragen over 2011 luidt als volgt (x € 1.000): Belastbaar loon
C.A. Fonteijn
Pensioenafdrachten
192
Overige voorzieningen betaalbaar op termijn 43
Ontslagvergoedingen
-
Totaal
-
235
Opbrengsten en kosten marktcategorieën en overige categorieën De opbrengsten van OPTA vloeien voort uit de wettelijke verplichting om marktpartijen vergoedingen in rekening te brengen voor jaarlijks toezicht, registratie/vergunning, toekennen dan wel reserveren, wijziging en spoedbehandeling. De vergoedingen zijn aan de marktpartijen in rekening gebracht op 7
basis van de “Regeling vergoedingen OPTA 2012” .
Teneinde na te gaan of en in hoeverre de desbetreffende marktpartijen zich conform de wettelijke verplichtingen hebben gedragen voert OPTA een handhavingsbeleid uit. Het jaarverslag biedt inzicht in de wijze waarop OPTA de toezichtactiviteiten vervult en dus omtrent de wijze waarop zekerheid wordt verkregen met betrekking tot de rechtmatigheid van de ontvangsten van de marktpartijen. De realisatie is opgenomen op basis van nacalculatie.
7
Staatscourant, 15 december 2011, nr. 22274.
64
De specificatie van baten en lasten naar marktcategorieën luidt als volgt (x € 1.000): Realisatie
Begroting
Realisatie
2012
2012
2011
BATEN Opbrengst marktcategorieën: Elektronische Communicatie
12.168
TTP - certificatiedienstverleners inclusief bijdrage EZ Nummers Post UD Post niet-UD Subtotaal marktcategorieën
12.055
12.235
8
139
2.414
2.470
2.273
350
350
350
49
49
495
15.304
15.336
15.492
2.233
2.353
1.523
23
37
84
-
-
4
2.256
2.390
1.611
17.560
17.726
17.103
9.982
12.115
11.406
9
139
2.280
2.204
323
412
Overige baten: Bezwaar en beroep Uitvoeringstoetsen Overige baten Subtotaal overige baten
TOTAAL BATEN
LASTEN Lasten marktcategorieën: Elektronische Communicatie TTP - certificatiedienstverleners Nummers
8 9
323 2.184
412
Vanwege extra taken op het gebied van TTP zijn de oorspronkelijk begrote baten voor 2012 met € 339.000 verhoogd. Vanwege extra taken op het gebied van TTP zijn de oorspronkelijk begrote lasten voor 2012 met € 339.000 verhoogd.
65
Post UD
405
490
336
Post niet-UD
521
462
414
13.415
15.759
14.499
2.233
2.353
1.523
23
37
84
2.256
2.390
1.607
15.671
18.149
16.106
1.889
-423
997
Subtotaal marktcategorieën
Overige lasten: Bezwaar en beroep Uitvoeringstoetsen Subtotaal overige lasten
TOTAAL LASTEN
BEDRIJFSRESULTAAT
De kosten van bezwaar, beroep en uitvoeringstoetsen worden anders dan de marktcategorieën jaarlijks met het ministerie van EZ op basis van nacalculatie afgerekend.
Overige gegevens Zie voor de controleverklaring pagina 55 van de jaarrekening.
66
5 Kengetallen Met de kengetallen geeft OPTA op een transparante en meetbare wijze inzicht in haar acties in 2012. Dit zijn onder andere het aantal acties voor handhaving, het aantal telefoonnummers dat is uitgegeven en de signalen van ConsuWijzer.
Handhaving Preventieve acties ingezet bij handhaving geschillen (gedoogplicht) Beantwoorde vragen per telefoon/mail Mediation
40 1
Handhaving ten behoeve van consumentenbescherming en concurrentiebevordering Aantal gepubliceerde boetebesluiten Percentage (deels) gegronde bezwaren en beroepen tegen gepubliceerde boetebesluiten Aantal lasten onder dwangsom Percentage gegronde bezwaren en beroepen tegen lasten onder dwangsom
5 22% 1 0%
Preventieve acties ingezet bij handhaving elektronische communicatie / consumentenbescherming Preventieve acties telemarketing (telefoon/e-mail)
81
Preventieve acties richting ISP‟s en hostingproviders op het gebied van malware en botnets
35
Preventieve acties richting gateways en stichting sms gedragscode
19
Waarschuwingen op het gebied van internetveiligheid
11
Waarschuwing telemarketing
9
Contact (brief / e-mail / (telefoon)gesprek) beëindigingsrecht
6
Contact (brief / e-mail / (telefoon)gesprek) tarieftransparantie
3
Informatievordering beëindigingsrecht
3
67
Contact(gesprek) over sms-regelgeving
1
Informatievordering sms-spam
1
Voorlichting over telemarketing
1
Totaal preventieve acties
170
Bezwaar en beroep Binnengekomen in 2012 Bezwaren
39
Beroepen
5
Hoger beroepen
42
Voorlopige voorzieningen
15
Stand per 31 december 2012 (werkvoorraad) Lopende bezwaren
16
Lopende beroepen
8
Lopende hoger beroepen Lopende voorlopige voorzieningen
107 15
Afgehandeld in 2012 Bezwaren
49
Beroepen
9
Hoger beroepen
23
Voorlopige voorzieningen
2
68
Resultaat afgehandelde bezwaren Aantal Ingetrokken
Percentage 28
57
Gegrond
2
4
Ongegrond
9
19
Niet ontvankelijk
3
6
Deels gegrond, deels ongegrond
1
2
Deels ongegrond, deels niet ontvankelijk
4
8
Niet in behandeling genomen
-
-
Gegrond op basis nieuwe informatie
-
-
Kennelijk ongegrond
1
2
Anders
1
2
Totaal
49
100
Resultaten afgehandelde beroepen Aantal
Percentage
Ingetrokken
3
33
Gegrond
1
11
Ongegrond
3
33
Niet ontvankelijk
-
-
Deels gegrond, deels ongegrond
-
-
Anders
2
23
Totaal
9
100
69
Resultaten afgehandelde hoger beroepen Aantal
Percentage
Ingetrokken
8
35
Gegrond
1
4
12
53
Niet ontvankelijk
1
4
Anders
1
4
Totaal
23
100
Ongegrond
Resultaten afgehandelde voorlopige voorzieningen Aantal
Percentage
Verzoek toegewezen
-
-
Verzoek afgewezen
1
50
Ingetrokken
1
50
Anders
-
-
Totaal
2
100
Geschillen Aantal geschillen Binnengekomen
10
Onderhanden
6
Afgehandeld in 2012
5
70
Afgehandelde geschillen per markt Kabel
-
Toegang van diensten
-
Post
-
Mobiel
-
Interoperabiliteit
3
Kabelverleggingen (gedogen)
1
SMS-diensten
1
Totaal
5
Marktanalyses (product marktanalyse en marktanalysebesluit)
Aantal marktanalyses (inclusief ontwerpbesluiten)
6
In 2012 afgeronde marktanalyses Marktanalysebesluiten
Aanvullend besluit marktanalyse vaste telefonie 2008
Marktanalyse vaste telefonie 2012-2014
Marktanalyse lage kwaliteit wholesalebreedbandtoegang
FTA/MTA besluit 3b
Marktanalyse ontbundelde toegang tot zakelijke glasvezelnetwerken (ODF-access (FttO))
Marktanalyse hoge kwaliteit wholesalebreedbandtoegang en wholesalehuurlijnen
6
Totaal
6
71
Beroepen tegen marktanalyses Binnengekomen
35
Onderhanden
32
Afgehandeld
14
Nummers en registraties
Registraties van marktpartijen Categorie Elektronische communicatie
Stand per Stand per 01-012012
Nieuwe registraties
Beëindiging van registratie
31-12-2012
459
51
30
480
503
105
43
565
13
8
2
19
6
1
0
7
Aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk Aanbieder van een openbare elektronische communicatiedienst Aanbieder van bijbehorende faciliteiten Aanbieder van gekwalificeerde certificaten
Aantal registraties Aantal registraties (inclusief beëindiging)
240
Percentage registraties binnen vastgestelde termijn
99,6%
Niet in behandeling genomen mededelingen
14
Registratie van postaanbieders Categorie
Aanbieder van postvervoerdiensten
Stand per 01-01-2012 138
Nieuwe registraties
Beëindiging van registratie
Stand per 3112-2012
2
3
137
72
Aantal aanbieders per omzetcategorie 2009 Categorie 1: netto-omzet > € 20 miljoen
2010
2011
2012
23
25
29
33
Categorie 2: € 2 miljoen ≤ netto-omzet ≤ € 20 miljoen
144
100
106
102
Categorie 3: netto-omzet < € 2 miljoen
299
388
449
511
Totaal
466
513
584
646
Aantallen toegekende en ingetrokken nummers Toegekend
Ingetrokken
0800
765
644
0900
808
1.434
0906
137
546
0909
216
661
303.800
67.900
Overige nummers
10.199.159
3.363.241
Totaal
10.504.885
3.434.426
Bedrijfsnummers
Aantal nummerbeschikkingen Informatienummers
2.983
Bedrijfsnummers
1.860
Overige nummers
205
Naamswijzingen
304
Totaal
5.352
73
Aantal nummerbeschikkingen verdeling over soort beschikking Toekenning
2.779
Intrekkingsbeschikking
1.182
Intrekken aanvraag
141
Afwijzing
468
Naamswijziging
303
Buiten behandeling stelling
479
Totaal
5.352
Nummerlotingen en spoedaanvragen Aantal lotingen
0
Aantal spoedaanvragen
58
Nummerschaarste van relevante reeksen
Nummerreeks
% vrije nummers
0900 kort
53%
0800/0906/0909 kort
83%
0800/0900/0906/0909 lang
99,8%
Mobiele nummers
11%
Geografische nummers
78%
Bedrijfsnummers
75%
18xy-abonnee-informatiediensten
64%
Preventieve acties ingezet bij handhaving nummers Preventieve acties op het gebied van nummeruitgifte en nummermisbruik
377
Preventieve acties op het gebied van registratie en omzetgerelateerde bijdrage van marktpartijen
431
74
ConsuWijzer en OPTA ConsuWijzer-meldingen in 2012 uitgesplitst naar onderwerp Soort
Aantal
Telemarketing
8.330
Mobiele telefonie
6.130
Vaste telefonie
2.670
Triple-/dual play
1.630
Spam (excl. formulier)
1.250
Post en pakketdiensten
1.190
Televisie
550
Internet vast
470
Glasvezel
310
Sms-diensten
190
Overig
250
Totaal
22.970
Spamklacht In de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 heeft OPTA 24.539 klachten over ongevraagde elektronische berichten ontvangen via www.spamklacht.nl. In onderstaande tabel staat het aantal klachten per categorie.
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Overig
195
152
E-mail
3.969
4.654
Sms
319
436
600
1.079
2.260
1.986
Fax
154
260
319
287
405
39
299
51
57
-
-
-
-
Telefonisch Social Media Totaal
4.676
189
131
9.911 16.477
5.801 11.070 18.031
208
307
2011
2012 354
Totalen
432
350
2.318
9.369 21.580 22.630
24.337
22.720 135.647
1.400
1.144
1.009 10.233
812
1.742
1.205
91
5.275
72
148
1.047
335
339
2.387
-
-
-
-
26
26
12.314 24.833 27.251
27.371
24.539 155.886
75
Budget Kosten per taakgebied Begroot 2012(x €
Gerealiseerd 2012
1.000)
(x € 1.000)
Concurrentiebevordering op communicatiemarkten
3.907
2.420
Eindgebruikerbelangen op communicatiemarkten
3.676
3.204
Marktanalyses
2.664
3.215
Bezwaar en beroep
2.353
2.233
Nummeruitgifte
1.405
1.708
Voorlichting
955
508
Beleidsinteractie
920
831
Eindgebruikerbelangen nummers
651
316
Post UD
419
303
TTP
405
299
Post niet-UD
392
389
Monitoring
365
222
37
23
18.149
15.671
Uitvoeringstoetsen
Totaal
Verhouding directe/indirecte kosten De verhouding tussen directe en indirecte kosten bedraagt in 2012 63/37 (begroot 74/26). Oorzaken van de gewijzigde verhouding zijn de fusie en de onderbezetting op de primaire functies (ten opzichte van de begroting).
76
HRM Personeelsuitgaven 2011
2012
(x € 1.000)
(x € 1.000)
Totale salarissom (inclusief afdrachten, exclusief toelagen, exclusief college Gemiddelde loonsom Overige personeelsuitgaven
8.678
8.590
51
52
394
334
Omvang Datum
Formatie (fte)
Medewerkers Mannen
Vrouwen
Totaal
1 januari 2012
143
60
65
125
31 december 2012
143
59
67
126
Gemiddeld 2012
143
60
66
126
Ontslag Ontslagen
1 € 8.120,00
Netto totaalbedrag ontslaguitkeringen
Leeftijdsopbouw per 31 december 2012 Leeftijdscategorie
Aantal medewerkers
Tot 25 jaar
2
25 tot en met 34 jaar
30
35 tot en met 44 jaar
54
45 tot en met 54 jaar
26
55 jaar en ouder
14
77
Ziekteverzuim 2010 Ziekteverzuimpercentage Verzuimmeldingsfrequentie
2011
2012
3,0%
3,4%
4,8%
1,3
1
1,1
Voor een toelichting op het ziekteverzuim zie het onderdeel Over OPTA. [Link naar hoofdmenu: Over OPTA, submenu OPTA in bedrijf] Schaalopbouw medewerkers per 31 december 2012 Schaal
Aantal medewerkers
3 4
2
5
1
6
4
7
14
8
10
9
9
10
9
11
27
12
18
13
19
14
9
15
2
16
2
78
6. Over OPTA
OPTA zorgt voor voldoende concurrentie op de communicatiemarkten in het belang van de consument. Dat doet OPTA door deze markten te onderzoeken en waar nodig vooraf in te grijpen. Als er bedrijven dominant zijn, legt OPTA de dominante bedrijven verplichtingen op. Waar voldoende concurrentie is en geen dominante bedrijven zijn, kan OPTA de verplichtingen afbouwen. Markten veranderen voortdurend en daardoor blijft regulering maatwerk. Daarnaast waakt OPTA over de basiskwaliteit van de postbezorging in Nederland. Beschermen van de consument en de zakelijke gebruiker OPTA beschermt de belangen van de consument en de zakelijke gebruiker. Dat doet OPTA door er voor te zorgen dat de consument en de zakelijke gebruiker op de hoogte zijn van hun rechten, door misbruik van aanbieders te bestraffen en door het internet veiliger te maken. Vertrouwen van de gebruikers in de communicatiemarkten bevordert namelijk de vraag naar communicatiediensten. Daarnaast bewaakt OPTA de beschikbaarheid van een aantal basisdiensten, zoals een vaste telefoonlijn en bezorging van post binnen 24 uur. Tot slot zorgt OPTA voor de basisvoorwaarden die maken dat communicatiemarkten goed werken, zoals voldoende beschikbare nieuwe telefoonnummers. Dit alles is vastgelegd in wet- en regelgeving. OPTA‟s missie is leidend bij de uitvoering van haar taken. Missie OPTA zorgt voor concurrentie en vertrouwen in de communicatiesector in het belang van de consument. Kaders OPTA is een zelfstandig bestuursorgaan en voert wetten en regels uit die de wetgever heeft vastgesteld. Het gaat om de Telecommunicatiewet, de Postwet en de bijbehorende Europese en lagere regelgeving. De politieke verantwoordelijkheid voor OPTA ligt bij de minister van Economische Zaken. Maar OPTA is onafhankelijk en neemt haar eigen beslissingen los van politieke of ondernemingsbelangen. De minister kan algemene aanwijzingen geven, maar niet ingrijpen in individuele dossiers.
79
OPTA in bedrijf
Algemeen Bezuinigingstaak Het is OPTA, net als in andere jaren, ook in 2012 gelukt om te voldoen aan de rijksbrede taakstelling die in 2011 door het eerste Kabinet Rutte is opgelegd. Dit betekent dat OPTA in 2012 met minder geld en minder mensen meer taken heeft uitgevoerd. OPTA heeft duidelijke keuzes gemaakt in de prioritering van haar taken. Deze keuzes zijn gemaakt in goed overleg met het ministerie van Economische Zaken. OPTA heeft sinds 2007 2,5 miljoen euro en 26 fte bezuinigd. OPTA heeft van het ministerie van Economische Zaken toestemming gekregen om € 339.000 euro extra te besteden aan de intensivering van het toezicht op gekwalificeerde certificaten.
Duurzaamheid Het is OPTA gelukt om in 2012 een duurzamere organisatie te worden. OPTA heeft minder stroom gebruikt en de gebruikte stroom was groene stroom. Ook heeft OPTA minder papier en opslagruimte gebruikt. OPTA heeft de CO2-uitstoot voor vliegreizen gecompenseerd. Tot slot heeft OPTA de doelstelling „90 procent duurzaam inkopen‟ voor goederen en diensten gehaald.
Voorbereiding op de fusie Het jaar 2012 heeft, naast de normale werkzaamheden, voor een belangrijk deel in het teken gestaan van de fusie naar de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Dit is de nieuwe autoriteit die ontstaat uit de samenvoeging van de Consumentenautoriteit (CA), de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) en OPTA. Om als ACM goed te kunnen functioneren, is een groot aantal voorbereidingen gestart, zoals:
Personeel en organisatie
Overgang van OPTA naar de nieuwe ACM-arbodienst van het ministerie van Economische Zaken ;
Overstap van OPTA naar het rijksbrede personeelsadministratiesysteem P-direkt;
Organiseren van onderlinge uitwisseling tussen medewerkers van CA, NMa en OPTA.
80
Financiën
Voorbereiding overgang naar het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB), waar ook het ministerie van Economische Zaken mee werkt. OPTA maakt gebruik van een incassobureau voor bijvoorbeeld het innen van opgelegde boetes;
Het opstellen van een begroting en financieringsstructuur voor ACM. Toen bekend werd dat de fusie niet per 1 januari 2013 doorging, is in korte tijd ook een OPTA-begroting 2013 en een tarievenvoorstel 2013 opgesteld;
Overstap naar het ERP-systeem Oracle eBs voor de financiële administratie.
ICT
Voorbereiding van nieuwe ICT-voorzieningen voor de ACM en het omzetten van alle
Consumentenautoriteit-, NMa- en OPTA-ICT-voorzieningen. Dit is een groot en ingewikkeld project geweest. Onderdelen daarvan zijn: o
bouwkundige en elektrische voorzieningen
o
verwerven, installeren, configureren en testen van hard- en software
o
aanpassen van een primair processysteem
o
realiseren van voorzieningen voor de informatiebeveiliging
o
training medewerkers
o
produceren van documentatie
o
verwerven van domeinnamen
o
extern laten beoordelen van het project.
Overig
Eén receptie voor CA, NMa en OPTA vanaf begin 2012.
Personeel Integriteit Als toezichthouder is het voor OPTA erg belangrijk dat haar medewerkers integer zijn. Medewerkers hebben namelijk de beschikking over vertrouwelijke documenten en gegevens, waarmee ze zorgvuldig om moeten gaan. OPTA heeft een integriteitscode „Hoe ben ik integer‟ en elke medewerker moet zich hieraan houden. Er waren in 2012 geen integriteitsincidenten. Samen met NMa en CA is er in 2012 een integriteitsbeleid voor de ACM gemaakt. Na een overgangsperiode gaat dit beleid voor alle ACM-medewerkers gelden.
81
Ziekteverzuim Het ziekteverzuim is in 2012 uitgekomen op 4,8 procent. Dat is hoger dan in 2011. Het doel om op 3,1 procent ziekteverzuim te blijven, is niet gehaald. Het hogere ziekteverzuim komt door een stijging van het niet-beïnvloedbaar langdurig ziekteverzuim. In 2012 is de verzuimfrequentie uitgekomen op 1,1. Dit betekent dat medewerkers niet alleen langer ziek waren, maar ook vaker. De frequentie is hoger dan het streefcijfer van één keer per medewerker per jaar. OPTA blijft veel aandacht besteden aan het verminderen van het ziekteverzuim.
Overige (personele) aangelegenheden
De functies van OPTA werden omgezet naar Functiegebouw Rijk. Dit maakte het
plaatsingsproces van medewerkers in de overgang naar de ACM makkelijker;
OPTA heeft in 2012 bij het Nationaal Archief een machtiging tot vervanging aangevraagd.
Door zo‟n machtiging hoeven stukken niet meer op papier bewaard te worden, maar kan alles digitaal. OPTA heeft de machtiging niet gekregen, maar door een wijziging van de regels per 1 januari 2013 is een afzonderlijke machtiging niet meer nodig. Het Nationaal Archief heeft aanbevelingen gedaan die OPTA in haar beleid verwerkt. In de toekomst gaat OPTA volledig digitaal werken; OPTA heeft, na instemming van de Ondernemingsraad, in 2012 een agressie- en geweldprotocol ingevoerd.
De Ondernemingsraad In 2012 bestaat de Ondernemingsraad (OR) van OPTA uit zeven medewerkers. Voor de OR stond 2012 in het teken van de voorbereiding op de samenvoeging van OPTA met de NMa en de CA. De OR van de NMa en OPTA en de personeelsvertegenwoordiging van de CA vormden samen het Platform. Het Platform bevordert informatiedeling en samenwerking. Het Platform streeft ernaar om unaniem te adviseren over gezamenlijke onderwerpen. Zo heeft het Platform bijvoorbeeld geadviseerd over het Voorlopig Organisatie Besluit (VOB) en de benoeming van de bestuurders en directeuren.
De OR heeft het college in 2012 ook geadviseerd in dossiers over OPTA-belangen. Het ging hierbij om dossiers op het gebied van HRM en arbo. De OR heeft zich in 2012 één keer gericht tot haar achterban, namelijk over het VOB. Tot slot is de OR betrokken geweest bij de invoering van het nieuwe systeem voor personeelsadministratie (P-direkt), het nieuwe beoordelingssysteem en de nieuwe arbodienst.
Informatiebeveiliging OPTA wil de risico‟s op het gebied informatiebeveiliging zo laag mogelijk houden. In 2012 is hiervoor een pakket aan maatregelen ingevoerd. De noodstroomvoorzieningen werden in 2012 getest. 82
Een externe auditor heeft in 2012 een aantal keer de naleving van OPTA op het Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst (VIR) getoetst. Uit de beoordeling van de opzet, het bestaan en de werking van de maatregelen om de risico‟s terug te dringen, bleek dat de risico‟s in 2012 voldoende waren afgedekt. Op 25 februari 2013 heeft BDO Audit & Assurance B.V. aan OPTA de verklaring afgegeven dat OPTA voldoet aan het VIR. ICT In 2012 is opnieuw een aantal ICT-onderdelen verbeterd. Het primaire processysteem dat onder meer zorgt voor de behandeling van nummeraanvragen heeft een upgrade gekregen, waarmee de betrouwbaarheid en functionaliteit is verbeterd. Op de OPTA-website kwamen e-formulieren met de daarvoor benodigde certificaten van PKI-overheid. Hiermee hebben aanvragers meer zekerheid dat zij ook echt met OPTA communiceren.
Wob-verzoeken (Wet openbaarheid van bestuur) In 2012 heeft OPTA tien Wob-besluiten genomen. Daarnaast heeft OPTA twee beslissingen op bezwaar genomen die zijn ingediend tegen eerder genomen Wob-besluiten. De rechter heeft in twee Wob-zaken uitspraak gedaan. De Rechtbank Assen heeft op 24 januari 2012 bepaald dat OPTA terecht stukken van Alticom openbaar heeft gemaakt. Volgens Alticom stonden daar vertrouwelijke gegevens in, maar de rechter was het daar niet mee eens. Op 6 juni 2012 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State bepaald dat OPTA terecht een bepaald tarief van KPN openbaar heeft gemaakt. Volgens KPN was dat „gemiddelde Carrier Pre Select‟-tarief vertrouwelijk. De Afdeling was het daar niet mee eens en gaf OPTA gelijk.
Samenwerking en advisering Nationaal en internationaal werkt OPTA samen met een aantal partners. Dit zijn onder andere Stichting Infofilter, het Commissariaat voor de Media (CvdM), het Korps landelijke politiediensten (KLPD), de Consumentenautoriteit (CA), de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP), het ministerie van Economische Zaken (EZ), het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) en het London Action Plan (LAP, over internetveiligheid). Samenwerkingsprotocollen OPTA stemt regelmatig af met deze partners. Waar nodig adviseert OPTA of wordt OPTA geadviseerd. Met een aantal toezichthouders heeft OPTA een samenwerkingsprotocol gesloten. Daarin is geregeld welke toezichthouder actie onderneemt als bevoegdheden samenlopen. Op die
83
manier wordt dubbel optreden voorkomen en worden administratieve lasten voor het bedrijfsleven beperkt. Gezamenlijk meldpunt In 2012 heeft OPTA een samenwerkingsprotocol met Logius afgesloten. Daarnaast is het samenwerkingsprotocol met Agentschap Telecom (AT) uitgebreid. OPTA en het AT hebben een gezamenlijk meldpunt voor aanbieders van openbare elektronische communicatiediensten en – netwerken geopend. Dit meldpunt wordt beheerd door het AT. Aanbieders zijn verplicht om netwerkstoringen en inbreuken op de bescherming van persoonsgegevens hier te melden.
Markttoezichthoudersberaad Het Markttoezichthoudersberaad is een samenwerkingsverband van toezichthouders die zich richten op het functioneren van markten en het gedrag van marktspelers. Deelnemers zijn: Autoriteit Financiële Markten (AFM), CBP, CA, De Nederlandse Bank (DNB), NMa en de Nederlandse Zorgautoritiet (NZa). Het Markttoezichthoudersberaad zorgt ervoor dat toezichthouders structureel met elkaar in gesprek zijn. Het doel is om in een sfeer van openheid en onderling vertrouwen kennis te delen en ervaringen over zaakoverstijgende thema‟s uit te wisselen.
Toezicht op Caribisch Nederland Op Caribisch Nederland worden zowel post- als telecomactiviteiten geregeld via een concessiestelsel. Dat betekent kort gezegd dat niemand op Caribisch Nederland zich met post of telecom mag bezighouden, tenzij de Nederlandse overheid daar toestemming voor geeft. Telecom- en postwet voor Caribisch Nederland De Telecom- en Postwet voor Caribisch Nederland bepaalt hoe bedrijven deze toestemming kunnen krijgen. Deze wet bepaalt daarnaast aan welke voorwaarden bedrijven moeten voldoen bij het leveren van post- en telecomdiensten, bijvoorbeeld aan consumenten. Ook bepaalt deze wet wat de toezichthouder kan doen als de wet overtreden wordt. Rolverdeling Caribisch Nederland: OPTA en Agentschap Telecom OPTA houdt in Caribisch Nederland toezicht op de post- en telecomdiensten. Het Agentschap Telecom (AT) is verantwoordelijk voor de uitgifte van de frequentieruimte en het toezicht daarop. In 2012 is intensief samengewerkt met AT, BT&P en het ministerie van Economische Zaken om het toezicht in Caribisch Nederland ook in de nieuwe taakverdeling vanaf 2013 goed te laten verlopen. Zo heeft OPTA op verzoek van het ministerie van Economische Zaken een uitvoeringstoets verricht op de wet waarin staat wat OPTA‟s bevoegdheden zijn. Ook heeft OPTA samenwerkingsafspraken gemaakt met het AT.
84
BEREC in 2012 OPTA is onderdeel van de Body of European Regulators for Electronic Communications (BEREC), het platform van Europese toezichthouders voor elektronische communicatie. BEREC heeft als doel om bij te dragen aan gelijke toepassing van regulering in de lidstaten en daarmee aan de interne markt in de Europese Unie als het gaat om elektronische communicatie. BEREC stelt gemeenschappelijke standpunten vast en adviseert de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Europese Raad over harmonisering van regelgeving en „best practices‟. In een aantal gevallen moet BEREC zelfs adviseren. Bijvoorbeeld als het gaat om aanbevelingen van de Europese Commissie of de marktanalysebesluiten van nationale regelgevende instanties (NRI‟s) waarover de Europese Commissie ernstige twijfels heeft uitgesproken. Bij haar adviezen leunt BEREC op de expertise van alle nationale toezichthouders.
Strategie
In februari 2012 heeft BEREC haar strategie voor de komende drie tot vijf jaar vastgesteld. Hierin identificeert BEREC drie hoofdthema‟s waarop zij zich zal richten: *het bevorderen van de uitrol van nieuwe generatie netwerken; *het mondiger maken en beschermen van consumenten; * het versterken van de interne markt door de ontwikkeling van diensten te bevorderen.
In 2012 heeft BEREC onder meer: * de gemeenschappelijke standpunten voor breedband herzien; * verschillende onderzoeken op het gebied van netneutraliteit afgerond; * geadviseerd over een groot aantal marktanalysebesluiten van individuele NRI‟s. Verder werkt BEREC aan het implementeren van de Roamingverordening.
BEREC organisatie
Het besluitvormend orgaan in BEREC bestaat uit de 27 hoofden van de toezichthouders voor elektronische communicatie van de EU-lidstaten. De Europese Commissie, de toezichthouders uit toetredende lidstaten (IJsland, Kroatië, Montenegro, Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Turkije en sinds kort Servië) en de toezichthouders uit de zogeheten EFTA-landen (Zwitserland, Noorwegen en Liechtenstein) zijn waarnemer. Eens per kwartaal is er een plenaire vergadering. De vergaderingen vinden verspreid over Europa plaats. Na iedere vergadering is er een informatiebijeenkomst voor marktpartijen, pers en andere belangstellenden in Brussel.
85
Voorzitter en bureau De voorzitter van de Board of Regulators is een jaarlijks wisselende nevenfunctie. In 2012 is deze functie vervuld door de voorzitter van de Oostenrijkse toezichthouder (RTR), Georg Serentschy. BEREC wordt ondersteund door een bureau (BEREC Office) in Riga, Letland. BEREC Office staat onder leiding van een administratief directeur, Ando Rehemaa, en wordt aangestuurd door het comité van beheer (Management Committee, MC). Dit comité bestaat uit de hoofden van de toezichthouders uit de 27 lidstaten en een hoge vertegenwoordiger van de Europese Commissie.
Evaluatie
Op basis van de Verordening op grond waarvan BEREC is opgericht, heeft de Europese Commissie in december een evaluatierapport over BEREC aan het Europees Parlement en de Raad van de EU toegestuurd. Price Waterhouse Coopers Luxemburg heeft in opdracht van de Europese Commissie gedurende 2012 een uitgebreid evaluatieonderzoek uitgevoerd. In het algemeen wordt het functioneren van BEREC en BEREC Office als positief ervaren. BEREC mag beschouwd worden als een succes als het gaat om de effectiviteit van het platform om aan haar taken te voldoen. Er is ook een aantal aanbevelingen tot verbetering gedaan. In 2013 zal BEREC, na eventuele behandeling in het Europees Parlement en/of in de Raad, besluiten hoe zij deze aanbevelingen zal oppakken.
Gemeenschappelijke standpunten breedband en huurlijnen De voorganger van BEREC heeft in 2007 gemeenschappelijke standpunten („common positions‟) voor het opleggen van verplichtingen op de wholesalemarkten voor breedband en huurlijnen opgesteld. Deze zijn in 2012 herzien. In de herziene gemeenschappelijke standpunten wordt rekening gehouden met nieuwe generatienetwerken. Bovendien zijn ze dwingender geworden, omdat BEREC wil bijdragen aan verdere harmonisatie van verplichtingen. Ten slotte zijn de principes van nondiscriminatie veel verder uitgewerkt. De gemeenschappelijke standpunten moeten NRI‟s helpen om effectieve verplichtingen op te leggen. NRA‟s dienen zo veel mogelijk rekening te houden met de gemeenschappelijke standpunten van BEREC.
Netneutraliteit BEREC zet zich in voor een open internet. Daarom onderzoekt zij de verschillende onderwerpen die samenhangen met netneutraliteit om bij te dragen aan het beleidsdebat. In 2012 doet BEREC onder meer onderzoek naar concurrentieaspecten van netneutraliteit, IP Interconnectie en traffic management. Om verkeersstromen op netwerken beheersbaar te houden, wordt gebruik gemaakt van traffic management. Als traffic management leidt tot het blokkeren van bepaalde diensten of applicaties zoals Whatsapp of Skype, kan dat negatieve gevolgen hebben voor consumenten.
86
Onderzoek BEREC doet in 2012 grootschalig onderzoek onder ISP‟s naar de praktijken op dit gebied. Het blijkt dat in de praktijk ten minste 20 procent van de mobiele internetgebruikers enige vorm van blokkering ondervindt. Wel verschilt dit per land en in de meeste gevallen kunnen consumenten een andere aanbieder kiezen. In 2012 werkt BEREC richtsnoeren uit over de nieuwe bevoegdheid voor NRI‟s om minimum kwaliteitseisen op te leggen aan internetaanbieders. Ook stelt de Europese Commissie hiervoor een procedurele ontwerpaanbeveling op waarover BEREC adviseert.
Marktanalyses en artikel 7-procedures Nationale toezichthouders moeten marktanalysebesluiten eerst voorleggen aan de Europese Commissie voordat ze een definitief besluit kunnen nemen. De Europese Commissie heeft de bevoegdheid ernstige twijfels uit te spreken over voorgenomen marktanalysebesluiten en een tweedefaseonderzoek te starten. BEREC geeft in dat geval haar advies over de ernstige twijfels van de Commissie. Als een tweedefaseonderzoek wordt gestart, stelt BEREC een werkgroep samen van experts uit verschillende lidstaten die een advies opstelt. Adviezen In 2012 blijkt de Europese Commissie bij een opvallend groot aantal marktanalysebesluiten ernstige twijfels te hebben over de verenigbaarheid van de besluiten met de interne markt. In alle gevallen lukt het BEREC om binnen de korte deadlines te adviseren. Meestal deelt BEREC de twijfels van de Europese Commissie. Ook over enkele marktanalysebesluiten van OPTA worden ernstige twijfels uitgesproken. Daarnaast werken experts van OPTA mee aan verschillende BEREC werkgroepen die adviseren over andere marktanalysebesluiten.
Roaming Roaming binnen de Europese Unie is gereguleerd. De tarieven die consumenten betalen voor bellen en gebeld worden binnen de Europese Unie zijn aan maxima gebonden. In juli 2012 is de nieuwe Verordening van kracht geworden. Hierin worden ook de tarieven voor internationaal internetten (dataroaming) gereguleerd. Daarnaast wordt een meer structurele vorm van regulering opgelegd in de vorm van verplichtingen tot wederverkoop, directe toegang en ontbundeling. De Commissie verwacht hiermee de mobiele aanbieders zo te prikkelen dat zij zelf hun tarieven gaan verlagen. BEREC heeft de Commissie geadviseerd bij de totstandkoming van de nieuwe Verordening. Naar aanleiding van deze nieuwe Verordening adviseert BEREC de Europese Commissie in september over regulering van de verplichting tot ontbundeling. Na consultatie publiceert BEREC in oktober de definitieve richtsnoeren met betrekking tot de verplichtingen tot wederverkoop en directe toegang. 87
Het college van OPTA Het college van OPTA bestaat uit drie onafhankelijke deskundigen die worden benoemd door de minister van Economische Zaken. Het college is eindverantwoordelijk voor alle besluiten die OPTA neemt. Het voltallige college is in augustus 2009 herbenoemd voor een periode van vier jaar. Collegevoorzitter Chris Fonteijn vertegenwoordigt de rechtspersoon OPTA. De dagelijkse leiding van OPTA lag sinds 1 juli 2011 in handen van plaatsvervangend collegevoorzitter Mark de Jong. Per 1 september 2012 heeft Mark de Jong zijn functie als plaatsvervangend voorzitter neergelegd. Het college bestaat sindsdien uit twee leden. Per 1 september 2012 is Annetje Ottow, tot die datum nonexecutief collegelid, benoemd tot plaatsvervangend voorzitter van het college.
Mr. Chris A. Fonteijn, voorzitter van het college van OPTA Chris Fonteijn studeerde rechten in Leiden en werd vervolgens opgeleid bij de Militaire Inlichtingendienst. Van 1980 tot aan zijn aantreden als voorzitter bij het college van OPTA op 1 september 2005, was hij werkzaam als advocaat bij NautaDutilh. Hij werd in 1988 partner. Fonteijn specialiseerde zich in ondernemings- en energierecht. Hij vervulde door de jaren heen diverse functies en werkte een aantal jaren voor NautaDutilh in het Midden Oosten. De laatste jaren gaf hij leiding aan de Energy & Utilities Group. Met ingang van 1 juli 2011 is Chris Fonteijn ook benoemd tot voorzitter van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). Hij is beoogd voorzitter van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). In 2011 was hij bovendien voorzitter van BEREC, het platform van Europese toezichthouders voor elektronische communicatie.
Prof. mr. Annetje T. Ottow, plaatsvervangend voorzitter van het college van OPTA (per 1 september 2012) Met ingang van 1 september 2011 is Annetje Ottow benoemd tot lid van het college van OPTA en per 1 september 2012 tot plaatsvervangend voorzitter. Sinds 1 april 2006 was zij al geassocieerd lid van het college van OPTA. Annetje Ottow studeerde rechten in Leiden en deed vervolgens een postacademische studie aan het Queen Mary College, University of London. Zij promoveerde in 2006 aan de Universiteit van Amsterdam.
Sinds augustus 2007 is zij hoogleraar economisch publiekrecht aan de Universiteit Utrecht. Ottow was ruim vier jaar onderzoeker bij het Instituut voor Informatierecht, Universiteit van Amsterdam. Tussen 1990 en 2006 was zij werkzaam in de advocatuur, vanaf 1998 als partner van de sectie Marktordening & Mededinging van het kantoor Houthoff Buruma en later als advocaat-adviseur.
88
Prof. dr. Mark W. de Jong, plaatsvervangend voorzitter van het college van OPTA (tot 1 september 2012) Mark de Jong was sinds 1 februari 2006 non-executief lid en van 1 juli 2011 tot 1 september 2012 plaatsvervangend voorzitter van het college van OPTA. Hij is sinds 1990 bijzonder hoogleraar „Management van diensteninnovatie‟ aan de Universiteit van Amsterdam. Tussen 1993 en 2005 was hij werkzaam bij KPN, het laatst als lid van de Raad van Bestuur bij KPN Mobile. Daarvoor gaf hij onder meer leiding aan de afdeling corporate strategy & regulatory affairs. Ook was hij algemeen directeur van Technologisch TopInstituut Novay in Enschede. Hij werkte voor de OESO in Parijs en bij TNO in Delft en is gepromoveerd in de economie.
Van 1 juli 2011 tot 1 september 2012 had hij de dagelijkse leiding binnen OPTA, samen met de afdelingshoofden. Per 1 september 2012 heeft hij OPTA verlaten en is hij toegetreden tot de Raad van Bestuur van het Diaconessenhuis Leiden.
Opmaat naar ACM In maart 2011 heeft het toenmalige Kabinet besloten om OPTA, de Consumentenautoriteit en de Nederlandse Mededingingsautoriteit samen te voegen tot een nieuwe toezichthouder. Dit voornemen vloeide voort uit het programma „compacte rijksdienst‟, dat een kleinere en slagvaardige overheid tot doel heeft.
Voor OPTA heeft het jaar 2012 voor een belangrijk deel in het teken gestaan van de voorbereiding op de start van de nieuwe toezichthouder. Een mijlpaal was de vaststelling van het Organisatiebesluit op 6 juni 2012. Hierin zijn de belangrijkste uitgangspunten van de nieuwe organisatie vastgelegd, zoals de structuur en cultuur van de nieuwe organisatie, de taakverdeling tussen de diverse onderdelen en de financiering. Ook is in 2012 de integratie van de systemen op het gebied van ICT, HRM en bedrijfsvoering voorbereid.
De samenvoeging verloopt via twee wetgevingstrajecten: de Instellingswet die de start van de nieuwe toezichthouder met de naam „Autoriteit Consument & Markt‟ mogelijk maakt en een Stroomlijningswet, waarin de stroomlijning van procedures, taken en bevoegdheden wordt geregeld. Op 26 februari 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Instellingswet. Deze vormt de wettelijke basis voor de nieuwe toezichthouder die per 1 april 2013 van start gaat.
89
Colofon
Coördinatie, tekst en redactie OPTA Vanaf 1 april 2013 vormt OPTA samen met de Consumentenautoriteit en de Nederlandse Mededingingsautoriteit de Autoriteit Consument & Markt (ACM).
Autoriteit Consument & Markt Postadres Postbus 16326 2500 BH Den Haag
Bezoekadres Zurichtoren Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Telefoon: 070 - 7222000
E-mail:
[email protected] Over ACM: www.acm.nl Voor consumenten: www.consuwijzer.nl Over spam: www.spamklacht.nl
Disclaimer De stukken in deze publicatie zijn opgesteld op grond van artikel 17 van de Wet Onafhankelijke posten telecommunicatieautoriteit. Aan de inhoud van dit drukwerk kunnen geen rechten worden ontleend. Publicatie is onder voorbehoud van druk- en typefouten. Van het jaarverslag bestaan een papieren en een digitale versie. Den Haag, maart 2013 © Copyright OPTA 2013 Overname uit deze uitgave is toegestaan, mits met bronvermelding.
90