INHOUDSOPGAVE 1. Introductie 2. Studieprogramma master GNMC 3. Vakbeschrijvingen 4. Research Workshop 5. Master Thesis 6. Organisatie en Procedures

INHOUDSOPGAVE 1. Introductie 2. Studieprogramma master GNMC 2.1. Programmaoverzicht 2.2. Studieschema 2.3. Indeling studiejaar 2010-2011 2.4. Overzicht met belangrijke data en 2.5. Roosters 2.6. Honours Degree 3. Vakbeschrijvingen 3.1. Nederland, eender en anders: 1600-1800 3.2. Nederland, Europa, Amerika 1800-2000 3.3. Historical Culture in a Globalizing World 3.4. Dutch International Relations in Historical Perspective 3.5. Keuzevakken 3.6. Leeronderzoekstage 4. Research Workshop 4.1. Beschrijving 4.2. Research Workshop thema’s 4.3. Historiografisch debat 4.4. Beoordelingscriteria historiografisch debat 5. Master Thesis 5.1. Thesis procedure 5.2. Thesis Eisen 5.3. Beoordelingscriteria thesis 5.4. Procedure inleveren master thesis 5.5. Aanvraag master diploma 6. Organisatie en Procedures 6.1. Inschrijven voor vakken en tentamens 6.2. Regels met betrekking tot aanwezigheid 6.3. Regels met betrekking tot werkstukken 6.4. Studiehandleidingen, literatuur 6.5. MyEUR, Blackboard, SIN-Online en Bibliotheek 6.6. Plagiaat 6.7. Onderwijs- en Examenregeling (OER) 6.8. Onderwijsevaluaties 6.9. Studentenvertegenwoordiging 7. Service en faciliteiten 7.1. Bureau Onderwijs 7.2. Erasmus Studenten Service Center (ESSC) 7.3. Studieadviseur 7.4. Studentendecanen en –psychologen 7.5. Studeren met een functiebeperking 7.6. Beurzen en fondsen 7.7. Adreswijzigingen 8. Contactinformatie Adressen Docenten

Studiewijzer Master Maatschappij Geschiedenis, specialisatie Geschiedenis van Nederland in Mondiale Context, 2010-2011

2 3 4 5 6 7 7 8 9 9 9 10 10 11 11 12 12 13 15 17 18 18 18 19 20 20 22 22 22 23 23 24 24 24 25 25 27 27 27 27 28 28 28 28 29 31

1

Studiewijzer 2010-2011 – Master Maatschappij Geschiedenis Specialisatie Geschiedenis van Nederland in een Mondiale Context

1. Introductie In onze veranderende samenleving kan oriëntatie op het verleden veel helderheid bieden. In allerlei aspecten van het leven – wetenschap, technologie, media, internationale contacten en ideologie – gaan de ontwikkelingen zo snel en zijn ze zo alomvattend dat mens en maatschappij van hun wortels lijken te zijn geslagen. De grote ideologieën van het Westen – christendom, liberalisme en socialisme – hebben hun aantrekkingskracht goeddeels verloren en zelfs de nationale staat biedt nauwelijks nog houvast. Het lijkt steeds moeilijker verleden, heden en toekomst zinvol te verbinden. Niettemin, of juist daardoor, vragen overheid, bedrijfsleven en de culturele sector historici dat verband te leggen. Geschiedenis is populair en zowel een breed publiek als de overheid geeft er blijk van behoefte te hebben aan inzicht, maar vooral ook aan de zekerheden die – zo wordt gehoopt – de historicus kan bieden. Binnen de master Maatschappijgeschiedenis kunnen studenten kiezen uit twee specialisaties: Geschiedenis van Nederland in een Mondiale Context (GNMC) en de Engelstalige Global History and International Relations (GHIR). Deze studiewijzer is geschreven voor studenten GNMC. Met deze studiewijzer willen we alle studenten van de master specialisatie Geschiedenis van Nederland in een Mondiale Context snel wegwijs maken in de opzet en inhoud van de opleiding en de diverse voorzieningen en regelingen. Er wordt in de studiewijzer vaak verwezen naar de website, omdat daar altijd de meest actuele informatie te vinden is. Sommige gegevens in deze studiewijzer zijn aan verandering onderhevig. Check dus regelmatig www.fhk.eur.nl/geschiedenis/mamg Bij Bureau Onderwijs kun je het hele jaar terecht met vragen rondom je studie. We wensen iedereen een plezierig en succesvol studiejaar toe. Email: Telefoon: BalieL: Openingstijden: Website:

[email protected] +31 10 408 2482 room L3-33 maandag t/m vrijdag van 9-12 en 13-16 www.fhk.eur.nl


2

2. Studieprogramma master Geschiedenis van Nederland in een Mondiale Context Kenmerkend voor deze specialisatie is het Rotterdamse profiel waarin het verleden mondiaal, comparatief en multidisciplinair wordt benaderd. Met andere woorden, grote maatschappelijke vraagstukken worden vanuit lange lijnen door de tijd en de ruimte onderzocht. Het gaat bijvoorbeeld om achtergronden van tolerantie en multiculturele samenlevingen, historische legitimaties van politiek leiderschap, functies van grote steden voor de wereldeconomie, crisis van het historisch besef en erfenissen van het kolonialisme. Met de master specialisatie Geschiedenis van Nederland in een Mondiale Context wordt ingegaan op de behoefte aan een nationale geschiedschrijving zoals die in de media en de politiek steeds sterker wordt gehoord en tegelijk ontwikkelen studenten een kritische kijk op de Nederlandse geschiedschrijving. De nadruk ligt enerzijds op het verrichten van historisch onderzoek, anderzijds op het kritisch beoordelen van de omgang met het verleden. In breed opgezette seminars wordt een complex maatschappelijk verschijnsel probleemgericht en vergelijkenderwijs bestudeerd (Hoofdstuk 3). Daarnaast biedt de opleiding gespecialiseerde, ondersteunende keuzevakken (Hoofdstuk 3.5). Grote nadruk ligt op het schrijven van de master thesis (Hoofdstuk 5). In een Research Workshop worden studenten het gehele jaar intensief begeleid bij deze activiteit (Hoofdstuk 4). In nauwe samenwerking met diverse culturele, educatieve en archiefinstellingen van overheid, bedrijfsleven en stichtingen kunnen studenten voor hun master thesis een leeronderzoek verrichten (Hoofdstuk 3.5).


3

2.1 Programmaoverzicht GESCHIEDENIS VAN NEDERLAND IN EEN MONDIALE CONTEXT

EC

Thematische Seminars - Nederland, Eender en Anders: 1600-1800 - Nederland, Europa en Amerika: 1800-2000

5 5

•

Historical Culture in a Globalizing World

5

•

Dutch International Relations in Historical Perspective

5

•

Research Workshop Geschiedenis van Nederland In 2010-2011 keuze uit: - Zelfbeeld en Representatie in Egodocumenten - Sociale Bewegingen en Protest in de Massacultuur, 1900-heden - History, Memory and the Nation State - Life Cycle in the Past: Birth, Migration and Death; International Historical Databases

10

•

Twee Keuzevakken In 2010-2011 keuze uit: - Early Modern Political Thought - Narrative Analysis: Orality and Biography - Japan: From Isolation to World Power - Diversity in Dutch History - De Onderkant van Erfgoed - Keuzevakken bij FSW of ISS

10

•

Leeronderzoekstage naar keuze (facultatief onderdeel; de student die hiervoor kiest, kan één of twee keuzevakken laten vervallen)

•

Master Thesis

•

20 Totaal EC


5 of 10

60

4

2.2 Studieschema De opleiding start in september en kan zowel in voltijd als in deeltijd gevolgd worden. De voltijdopleiding duurt een jaar, de deeltijdvariant duurt twee jaar. Voor beide varianten geldt dat het onderwijs overdag wordt aangeboden en dat het programma 60 EC omvat. Hieronder vind je het voltijd programma, het deeltijd programma vind je op de website: http://www.fhk.eur.nl/mamg/gnmc/deeltijd/

Blok 1

• Nederland, Eender en Anders: 1600-1800 • Nederland, Europa en Amerika: 1800-2000 • Historical Culture in a Globalizing World • Thesis Markt

5 5 5

Blok 2

• Research Workshop: Geschiedenis van Nederland

10

Keuze 2010-2011 - Zelfbeeld en Representatie in Egodocumenten - Sociale Bewegingen en Protest in de Massacultuur, 1900-heden - History, Memory and the Nation State - Life Cycle in the Past: Birth, Migration and Death

• Dutch International Relations in Historical Perspective 5 Blok 3


---

(vervolg van blok 2)

• Eén of twee Keuzevakken en/of Leeronderzoekstage *

10

- Early Modern Political Thought - Narrative Analysis: Orality and Biography - Japan: From Isolation to World Power - Diversity in Dutch History - De Onderkant van Erfgoed - Keuzevakken bij FSW of ISS

• Master Thesis Onderzoek en Schrijven Blok 4


---

(vervolg van blok 2&3)

• Master Thesis Afronding

20 Totaal EC

60

* Er zijn verschillende mogelijkheden: - Twee keuzevakken van elk 5 EC - Eén keuzevak (5 EC) en een leeronderzoekstage van 5 EC - Een leeronderzoekstage van 10 EC De omvang van de leeronderzoekstage wordt in overleg met de docenten bepaald. Externe keuzevakken en een leeronderzoekstage kunnen eventueel ook in blok 4 worden gevolgd.


5

2.3 Indeling studiejaar 2010-2011 Weeknummer

Periode

Onderwijs- en toetsweken

06-09-10 t/m 10-09-10 13-09-10 t/m 17-09-10 20-09-10 t/m 24-09-10 27-09-10 t/m 01-10-10 04-10-10 t/m 08-10-10 11-10-10 t/m 15-10-10 18-10-10 t/m 22-10-10 25-10-10 t/m 29-10-10 01-11-10 t/m 05-11-10 08-11-10 t/m 12-11-10

Diverse introductiebijeenkomsten nieuwe studenten Onderwijs (1) Onderwijs (2) Onderwijs (3) Onderwijs (4) Onderwijs (5) Onderwijs (6) Onderwijs (7) Onderwijs (8) Zelfstudie/Toetsing/Opdrachten

15-11-10 t/m 19-11-10 22-11-10 t/m 26-11-10 29-11-10 t/m 03-12-10 06-12-10 t/m 10-12-10 13-12-10 t/m 17-12-10 20-12-10 t/m 24-12-10 27-12-10 t/m 31-12-10 03-01-11 t/m 07-01-11 10-01-11 t/m 14-01-11 17-01-11 t/m 21-01-11 24-01-11 t/m 28-01-11

Onderwijs (1) Onderwijs (2) Onderwijs (3) Onderwijs (4) Onderwijs (5) Kerstvakantie Kerstvakantie Onderwijs (6) Onderwijs (7) Onderwijs (8) Zelfstudie/Toetsing/Opdrachten

31-01-11 t/m 04-02-11 07-02-11 t/m 11-02-11 14-02-11 t/m 18-02-11 21-02-11 t/m 25-02-11 28-02-11 t/m 04-03-11 07-03-11 t/m 11-03-11 14-03-11 t/m 18-03-11 21-03-11 t/m 25-03-11 28-03-11 t/m 01-04-11

Onderwijs (1) Onderwijs (2) Onderwijs (3) Onderwijs (4) Onderwijs (5) Onderwijs (6) Onderwijs (7) Onderwijs (8) Zelfstudie/Toetsing/Opdrachten

04-04-11 t/m 08-04-11 11-04-11 t/m 15-04-11 18-04-11 t/m 22-04-11 25-04-11 t/m 29-04-11 02-05-11 t/m 06-05-11 09-05-11 t/m 13-05-11 16-05-11 t/m 20-05-11 23-05-11 t/m 27-05-11 30-05-11 t/m 03-06-11 06-06-11 t/m 10-06-11

Onderwijs (1) Onderwijs (2) Onderwijs (3) vr geen onderwijs ivm Goede Vrijdag Onderwijs (4) ma geen onderwijs ivm Tweede Paasdag Onderwijs (5) do geen onderwijs ivm Bevrijdingsdag Onderwijs (6) Onderwijs (7) Onderwijs (8) Onderwijs (9) alleen onderwijs op ma en vr Zelfstudie/Toetsing/Opdrachten

13-06-11 t/m 17-06-11 20-06-11 t/m 24-06-11 27-06-11 t/m 01-07-11 04-07-11 t/m 08-07-11

ma di wo: zelfstudie / do vr: hertentamens blok 1, 2, 3 hertentamens blok 1, 2, 3 (+ zelfstudie) hertentamens blok 1, 2, 3, 4 (+ zelfstudie) hertentamens blok 4

Blok 1 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45

Blok 2 46 47 48 49 50 51 52 1 2 3 4

Blok 3 5 6 7 8 9 10 11 12 13

Blok 4 14 15 16 17 18 29 20 21 22 23

Hertentamenperiode 24 25 26 27


6

2.4 Overzicht met belangrijke data en deadlines 22 oktober 2010: 14 april 2011: 31 augustus 2011: Oktober 2011:

Master Thesis Markt Workshops Arbeidsmarktstrategie en Arbeidsoriëntatiedagen Uiterste datum aanvragen master diploma (indien afstuderen op collegekaart 2010-2011) Afstuderen / buluitreiking voor studenten die de master binnen 1 jaar afronden. (Daarna is er een plenaire sessie in februari 2012 en juni 2012)

Onderwijsvrije en toetsvrije dagen 2010-2011 Kerstvakantie : 20-12-2010 t/m 31-12-2010 Goede Vrijdag : vr 22-04-2011 Tweede Paasdag : ma 25-04-2011 Bevrijdingsdag : do 05-05-2011 Hemelvaartsdag : do 02-06-2011 Tweede Pinksterdag : ma 13-06-2011

2.5 Roosters De master studenten hebben tijdens de introductiebijeenkomst een rooster uitgereikt gekregen. Dit rooster is bedoeld als een eerste overzicht, maar de ervaring leert dat er in de loop van het jaar wel eens wijzigingen plaatsvinden. Ook staan alleen voor de eerste weken de zalen vermeld. Het is daarom belangrijk dat je altijd het actuele rooster opzoekt op SIN-Online. De roosters van de vakken kun je als volgt vinden. • • • • •

Ga naar het vakkenoverzicht: http://fhk.sin-online.nl/studiegids/index.html Zoek het betreffende vak op (je kunt sorteren op cursuscode of op cursusnaam door te klikken) op ‘sort by’ Klik op op een cursuscode om de vakbeschrijving te openen Klik binnen de vakbeschrijving op de link ‘timetable’. Je ziet vervolgens het rooster van het vak met de zaalaanduiding

Roosterwijzigingen Roosterwijzigingen worden gepubliceerd in het channel van het vak in SIN-Online. Zorg er daarom voor dat je je abonneert op het channel van de vakken die je volgt. Ingrijpende wijzigingen die een vak overstijgen, worden gepubliceerd in het channel van de master Maatschappij Geschiedenis. Zorg ook dat je daarop geabonneerd bent. (Voor meer informatie zie 7.3.)


7

2.6 Honours Degree Studenten met hoge cijfers kunnen een zogeheten Honours Degree programma van 20 EC extra volgen en zich voorbereiden op een promotietraject. Dit programma komt bovenop het gewone programma van de gekozen master specialisatie. In totaal gaat het dan om 60 + 20 EC. Een Honours Degree programma strekt tot aanbeveling, maar is geen noodzakelijke voorwaarde voor een promotietraject. Het Honours Degree programma (20 EC) omvat: • Een of twee extra seminars (totaal 10 EC) op het gebied van de gekozen specialisatie bij master opleidingen aan een Nederlandse universiteit óf een met een seminar gelijk te stellen activiteit, die leidt tot een afzonderlijk herkenbaar en toetsbaar product. • Een uitbreiding van de master thesis met 10 EC in de vorm van een afzonderlijk herkenbaar en toetsbaar product Daarnaast worden aan de master thesis toegevoegd (10 EC): • Een kritische verhandeling over het bestaande onderzoek op het betreffende gebied en verkenning van de mogelijkheden voor nieuw onderzoek; • Een onderzoeksvoorstel voor een Ph.D. thesis. Studenten die in aanmerking willen komen voor een Honours Degree moeten halverwege het tweede blok een voorstel indienen, daarbij aangeven welke extra vakken zullen worden gevolgd en op welke wijze de master thesis zal worden verbreed en verdiept in de richting van een onderzoeksvoorstel voor een promotietraject. Dit voorstel wordt beoordeeld door de opleidingsdirecteur en bij goedkeuring wordt tevens afgesproken binnen welke termijn het extra programma moet zijn afgerond. De Honours Degree wordt alleen toegekend aan studenten die: • de verzwaarde master weten af te ronden binnen de vastgelegde termijn; • minimaal het cijfer 8 hebben behaald voor hun master thesis.


8

3. Vakbeschrijvingen 3.1 Nederland, eender en anders: 1600-1800 Doel In dit college worden de gevolgen van de onafhankelijkheidsstrijd van de Nederlandse gewesten tegen Spanje geanalyseerd. Inhoud De bewogen geschiedenis van Nederland in de 'lange' Gouden Eeuw (1575-1725) heeft veel belangwekkends opgeleverd voor het denken over politiek en maatschappij. In de Nederlandse gewesten waren bestuurders en schrijvers actief die door hun daden of geschriften wereldgeschiedenis hebben geschreven. In dit college worden het leven en/of de werken van ‘nationale’ kopstukken, zoals Justus Lipsius, Johan van Oldenbarnevelt, Hugo Grotius, Baruch de Spinoza en de gebroeders De Witt in de context van de ontwikkelingen in de Gouden Eeuw geplaatst. De bijzondere positie van de Republiek als een door de omstandigheden opgelegd samenvoegsel van bijna volledig autonome staatjes komt uitgebreid aan de orde, evenals de fenomenale economische opbloei die deels op koloniale expansie was gebaseerd en die gezien kan worden als de basis van een in Europa ongekende hausse op het gebied van de wetenschap, kunst en cultuur. Speciale aandacht gaat uit naar de veranderingen die aan het eind van de eeuw de Verlichting aankondigden. Van de studenten wordt verwacht dat zij door intensieve bestudering van de tijdens het college uitgereikte artikelen een paper voorbereiden over onderwerp dat in de collegereeks aan de orde is geweest.

3.2 Nederland, Europa, Amerika 1800-2000 Doel Het verwerven van inzicht in de verschillen en overeenkomsten tussen de Verenigde Staten en Europa wat betreft de historische ontwikkeling van hun systemen van bestraffing en sociale controle en daarmee in het onderscheiden karakter van deze twee samenlevingen en de historische wortels daarvan; beantwoording van de vraag in hoeverre de huidige Amerikaanse samenleving bepaald is door een eigen afwĳkende cultuur. Inhoud De Verenigde Staten is thans het enige westerse en geïndustrialiseerde land dat de doodstraf kent. In Europa daarentegen geldt het niet-toepassen van de doodstraf als een fundamenteel mensenrecht, dat een voorwaarde is voor toetreding tot de Europese Unie. Ook het enorme aantal gevangenen per hoofd van de bevolking wordt vaak genoemd als uiting van een hoge mate van repressie in het huidige Amerika. Op dit punt echter is het verschil met de Europese landen veel kleiner. In Europa, met Nederland in het voorste gelid, is het aantal gevangenen per hoofd van de bevolking de laatste decennia eveneens flink toegenomen. Een en ander roept de vraag op of de Verenigde Staten en Europa op het terrein van bestraffing en sociale controle fundamenteel verschillen of slechts gradueel. Die vraag is alleen te beantwoorden door de geschiedenis van beide continenten op dit punt onder de loupe te nemen. Dat gebeurt in dit vak. Het gaat dan met name om de doodstraf, de gevangenis en vormen van informele sociale controle. Studiewijzer Master Maatschappij Geschiedenis, specialisatie Geschiedenis van Nederland in Mondiale Context, 2010-2011

9

3.3 Historical Culture in a Globalizing World Aims Students can explain the meanings of historical culture in the context of a globalising world, based on relevant concepts of time and theories on historical consciousness. They are able to recognize articulations of transforming social relations to the past in various sources and to present their interpretations with philosophical and historical arguments. Contents Historical culture refers to diverse material and immaterial past relationships. The concept is both related to the (re)production of historical knowledge and interpretations, and to the infrastructure of the historical field itself, which makes it possible for people and communities to deal with the past. The social frameworks in which the past in Western society has received meaning since Early Modern times offers less cohesion today, due to increasing cultural diversity. The familiarity of tradition has disappeared. The rapidly changing world with cultural globalization, migration and the arrival of internet creates new (transnational and transcultural) identity frames, whereas other frameworks seem to erode. Recent public and political debate on the crisis of national identity indicates that this situation creates feelings of uncertainty and even feelings of panic in many countries. Experiences of people increasingly transform into a 'foreign past' that has become ‘unfamiliar’, which cedes far from the society it originated from. In this seminar we first explore the philosophical and socio-cultural backgrounds of the concept of historical culture. Using a number of cases, we will next discuss some effects of the changing awareness of time and collective experiences of ruptures.

3.4 Dutch International Relations in Historical Perspective Aims The students will get insight in the position of a small country in its international surrounding and knowledge in the position of the Netherlands in the 20th century world. Contents As Master’s students following a program History of International Relations and Global History at ad Dutch University, you should learn something about the Dutch History of international relations. Therefore we organize a series of lectures by scholars from diverse Dutch universities on diverse topics concerning Dutch international political and economic relations, decolonization, migration, and Dutch participation in international and transnational organizations.


10

3.5 Keuzevakken Iedere master student volgt 2 keuzevakken (totaal 10 EC), waarvan 1 keuzevak verplicht is, namelijk het nader te bepalen keuzevak van de gasthoogleraar (5 EC). Daarnaast kunnen studenten kiezen de volgende keuzevakken (5 EC): • Early Modern Political Thought • Narrative Analysis: Orality and Biography • Japan: From Isolation to World Power • Diversity in Dutch History • De Onderkant van Erfgoed • Keuzevakken bij FSW of ISS Studenten kunnen als keuzevak ook kiezen voor een Leeronderzoek stage (5 EC). In overleg kan deze stage eventueel worden uitgebreid tot 10 EC. In geval van een Leeronderzoek stage kan het keuzevak komen te vervallen.

3.6 Leeronderzoek stage In de master krijg je via een leeronderzoek de gelegenheid je te oriënteren op het beroepsveld waarnaar je interesse uitgaat. Met circa 20 nationale en internationale archieven, musea, documentatiecentra en educatieve instellingen zijn afspraken gemaakt over concrete onderzoeksprojecten die studenten kunnen kiezen als onderwerp voor hun master thesis. In samenwerking met een instelling naar keuze verrichten studenten onderzoek en schrijven zij op basis daarvan hun master thesis. Bij diverse instellingen bestaat ook de mogelijkheid tot het volgen van een wetenschappelijke stage. Het gaat nadrukkelijk niet om een beleidsmatige stage maar om een wetenschappelijk onderzoeksproject dat zowel de master thesis van de student als de instelling ondersteunt. Het eindproduct kan bestaan uit een publicatie, radiodocumentaire, website, objectanalyse of verhaallijn van een tentoonstelling. Deze ondersteunende activiteit duurt maximaal 36 volle werkdagen die over een langere periode verspreid kunnen worden. De begeleiding van de leeronderzoeken en de stages gebeurt in samenspraak met de instelling, maar de eindverantwoordelijkheid ligt bij de docenten.


11

4. Research Workshop In the Research Workshop leren studenten historisch wetenschappelijk onderzoek op een adequate en efficiënte manier op te zetten en uit te voeren. Centraal staat het kritisch beoordelen en bespreken van de onderzoeksopzet, de gegevensverzameling en de methodologie. Daarnaast is er veel aandacht voor de analyse, de rapportage en de presentatie van de bevindingen.

4.1 Beschrijving De Research Workshop strekt zich uit over de blokken 2 t/m 4 en is erop gericht de studenten voor te bereiden op en te begeleiden bij het schrijven van hun master thesis. Deze workshop omvat alle fasen van het schrijven van de thesis tot en met het presenteren van het eindresultaat. Studenten kiezen binnen het brede thema van de Research Workshop een eigen onderzoeksonderwerp. Vóór het begin van blok 2 wordt een thesismarkt georganiseerd waarna studenten een keuze maken voor één van de aangeboden Research Workshops. Elke Research Workshop kent dezelfde opzet: Blok 2: plenaire bijeenkomsten en tussentijdse (individuele) sessies met de thesis begeleider • bespreking van literatuur als inleiding op het thema van de Research Workshop • schrijven van een onderzoeksvoorstel • schrijven van een historiografische studie Blok 3: plenaire bijeenkomsten en tussentijdse (individuele) sessies met de thesis begeleider • kritische bespreking van de onderzoeksvoorstellen • bespreking van en informatie over mogelijke onderzoeksmethoden • uitvoeren van onderzoek Blok 4: plenaire bijeenkomsten en tussentijdse (individuele) sessies met de thesis begeleider • afronding onderzoek • bespreking van case studies • presentatie van de thesis tijdens congres per master specialisatie • participatie aan discussies na afloop van presentaties Het maximum aantal deelnemers per Research Workshop bedraagt 8. Het eindcijfer met het tentamenbriefje voor de Research Workshop wordt gegeven aan het einde van blok 4, in week 23.


12

4.2 Research Workshop thema’s Master studenten Geschiedenis van Nederland in een Mondiale Context hebben de keuze uit vier Research Workshops. Thema: Zelfbeeld en Representatie in Egodocumenten De overtuiging dat mensen zelf vorm kunnen geven aan hun persoon en aan de samenleving waarin zij leven, won veld in de 18e eeuw. Mensen konden daarbij leren van voorbeelden en adviezen. In toenemende mate kon men zich daarover informeren in boeken, variërend van (auto)biografieën tot etiquetteboeken, opvoedkundige adviesboeken en, later, romans. Ook de confrontatie met andere volkeren leidde tot een duidelijker definitie van het eigene. Daarover kon wie niet zelf op reis ging geïnformeerd worden door reisverslagen, een steeds populairder genre. Omgekeerd werden Nederlanders en het Nederlandse volk bekeken door buitenlandse ogen. Dat beeld werd eveneens vastgelegd in reisverslagen en reisgidsen, waarvan er steeds meer verschenen dankzij de opkomst van het moderne toerisme. Dezelfde ontwikkelingen deden zich voor in andere Europese landen. De late 18e eeuw was hierbij een cruciale periode met ook de opkomst van de moderne pedagogie en psychologie, en de groeiende populariteit van vormende kinderliteratuur en adviesboeken. Het is de periode waarin een modern toekomstgericht lineair tijdsbesef ontstond en het daarmee verbonden idee dat de geschiedenis onomkeerbaar is, dat het utopisch denken sterk stimuleerde en waarin de gedachte van een maakbare samenleving werd ontwikkeld. Op grond van diverse bronnen - egodocumenten, adviesboeken, biografieën, reisverslagen en utopieën - zal getracht worden greep te krijgen op deze door historici nog nauwelijks in kaart gebrachte ontwikkeling. Thema: Sociale bewegingen en protest en de rol van de media 1900-heden Belangrijke kenmerken van de 20e eeuw zijn emancipatie, democratisering en technische vooruitgang. De opkomst van de ‘massacultuur’ ging gepaard met botsingen met de bestaande orde, of het nu ging om de politieke, culturele, sociale of economische orde. Om dit protest te uiten, en in het doel te slagen, zijn middelen nodig: een petitie, een demonstratie, een vlammend pamflet of boek, een opera, een tv-actie etc. Er zijn dus diverse manieren om (individueel of collectief) protest te laten horen en desgewenst medestanders te verwerven. Zoals Charles Tilly heeft aangetoond is er voor de meer massale vormen van protest een, weliswaar veranderend, patroon te signaleren. Hierin zijn o.a. waardigheid, eenheid, aantallen en betrokkenheid kenmerkende elementen. In de loop van de 20e eeuw zijn twee relevante ontwikkelingen van invloed (geweest) op de uitingen van protest: de komst van steeds meer media, en de internationalisering. Zo is er een bonte stoet van protestuitingen te bestuderen, sommige lokaal van aard, sommige nationaal en sommige wereldwijd. Sommige protestuitingen waren/zijn politiek van aard (van pacifisme tot Greenpeace en Bono), sommige sociaal-cultureel (zoals Rock & Roll, Provo) en sommige maatschappelijk (Zinloos Geweld én de Goede Doelenacties). Op basis van de bestaande theorieën worden bijzondere acties in Nederland besproken en bediscussieerd. Voor de werkstukken moeten verschillende vormen van onderzoek worden gehanteerd (van schriftelijk en audiovisueel tot oral history en internet), en verschillende presentatievormen.


13

Theme: History, Memory and the Nation States History and memory are overlapping concepts. The significance of both concepts is closely related to the emergence of the nation-states and its colonial empires. In this course we discuss the relationship between history and memory, and how this relationship has changed over time due to fundamental changes in society, such as the French Revolution, the emergence of mass culture, secularization, two world wars, the new media, and the globalizing world. Next we study specific applications of these concepts in (popular) historical culture: historical tourism and the search for authenticity; the construction of the nation-state and the publication of autobiographies; presentism in history education; heritage and public history. Theme: Life Cycle in the Past; Birth, Migration and Death The life course is becoming one of the main perspectives from which societal changes are studied. Aspects like social mobility, marriage mobility, migration, fertility, mortality are more and more studied from this micro-perspective. This change in perspective has been made possible by the growing number of large historical databases like the Historical Sample of the Netherlands. Specific topics are based on students’ own choices of research. Students learn to work with historical databases by identifying and selecting necessary data given their specific research topics. Depending on each student’s preference emphasis will be put on the historiographical aspects of the life course approach or on the practical aspects of large databases.


14

4.3 Historiografisch debat Het doel van het historiografisch debat is dat studenten getraind worden om het historiografische en/of conceptueel theoretische kader te beschrijven, gerelateerd aan de historische context van hun master thesis onderwerp. In dit individuele onderdeel van de Research Workshop gaan studenten zich verdiepen in het historiografische en conceptuele kader; zij relateren dit kader aan de historische context van het onderwerp dat onderzocht wordt (tijd, plaats, sociaal-culturele omgeving). Studenten dienen zich grondig in te lezen via een literatuurstudie van circa 600 pagina's. De neerslag daarvan in de vorm van een werkstuk komt neer op circa 6.000 woorden, waarbij met name de historiografische positionering centraal staat. Wat is historiografie en een historiografisch debat? De term 'historiografie' kent drie betekenissen: • letterlijk geschiedschrijving; we spreken van de liberale historiografie of socialistische historiografie; van stadshistorici of wereldhistorici; • plaatsing van het te onderzoeken historisch onderwerp in (meestal) recente wetenschappelijke literatuur (laatste 20-30 jaar); • reflectie op de geschiedenis van de geschiedschrijving (verwetenschappelijking van de geschiedbeoefening; historische beeldvorming; 'grote' historici als Ranke, Michelet en Fruin) Voor dit cursusonderdeel gaat het om de tweede betekenis. Studenten gaan via wetenschappelijke bibliografieën, monografieën en tijdschriften onderzoeken wat en wanneer er over (aspecten) van hun onderwerp al geschreven is en door wie. Zij speuren via J-store en/of de UB in wetenschappelijke (nationale en internationale) tijdschriften systematisch vanaf heden tot 20-30 jaar terug in de tijd. Het probleem is dat er niet altijd een expliciet debat plaatsvindt, maar dat historici andere perspectieven of andere aspecten belichten. Vaak ook schrijft men langs elkaar heen. De kunst is dat studenten een samenhangend geheel van deze standpunten en aspecten leren maken om vervolgens hun onderwerp in deze historiografische context te plaatsen. Zij bepalen of bepaalde onderdelen van hun onderwerp van de master thesis: • nog niet zijn onderzocht (historiografische lacune), en/of • onjuist zijn beoordeeld (correctie) en/of, • vanuit een ander perspectief nieuwe inzichten oplevert (andere interpretatie). Benadering van het historiografisch debat Het historiografisch debat wordt chronologisch weergegeven, dus op jaar van de publicatie. Geen alfabetische volgorde, want het historiografisch debat dient om de probleemstelling van de thesis te onderbouwen en uit te diepen. Historici hebben het onderwerp (of aspecten daarvan) uitgezocht, standpunten ingenomen die in de loop der tijd zijn veranderd. Voorbeelden Onderwerp: De nationalisering van de Nederlandse monarchie in de negentiende eeuw. Het historiografisch debat wat hierbij past heeft te maken met de geschiedenis van de natiestaten. De geschiedschrijving over de natiestaat kent de volgende cesuren: • 1860-1960 nationaal georiënteerde historiografie (Fruin, Blok, Colenbrander, Geyl); • 1960-1980 afbraak van het nationale kader (de Annalesschool; Van der Woude); Studiewijzer Master Maatschappij Geschiedenis, specialisatie Geschiedenis van Nederland in Mondiale Context, 2010-2011

15

•

1980-heden revival van de nationale historiografie vanuit het constructieperspectief (Anderson; Hobsbawm; Van der Veer; Nora).

Onderwerp: De plaats van Europa in het Duitse geschiedenisonderwijs (1980-2000). Waar leg je hier de grenzen? Alleen al over de geschiedenis van het geschiedenisonderwijs enerzijds en over Europa anderzijds zijn kasten vol geschreven, zeker recentelijk. Daarnaast bewerkstelligt de vergelijking van twee landen een uitbreiding van het historiografisch debat. De student zal in overleg met de begeleider het debat heel goed moeten afbakenen. Onderwerp: Generaal C.J. Snijders (1852-1939) en de koloniale politiek. Dit is een biografisch onderzoek. Het historiografisch debat kan gaan over: • het genre van de biografie (metaniveau) • de koloniale geschiedenis (verbonden met nationale geschiedenis) • militaire geschiedenis Plaats van het historiografisch debat in de master thesis Nadat het historiografisch debat is geschreven en goedgekeurd, wordt deze in de master thesis opgenomen. Er zijn diverse mogelijkheden, afhankelijk van het onderwerp en de compositie van de master thesis: • als onderdeel van het inleidende eerste hoofdstuk • als separaat tweede hoofdstuk • verdeeld over enkele hoofdstukken Begeleidende docent In principe de begeleiders van de Research Workshop die ook betrokken zijn bij de begeleiding van de master thesis. Beoordeling Het historiografisch debat wordt separaat in de vorm van een werkstuk (voorkant, kaftje, paragraafindeling, literatuurlijst) bij de docent ingeleverd. Een exemplaar wordt aan de coördinator van dit studieonderdeel gegeven i.v.m. onderwijsvisitaties. De docent van de Research Workshop geeft na overleg met de thesisbegeleider een cijfer voor dit studieonderdeel dat voor 1/3 meetelt in het eindcijfer van de Research Workshop. Dit cijfer preludeert in principe niet op het eindcijfer van de master thesis. Voor meer informatie zie verder hoofdstuk 4.4. Elke student zorgt ervoor dat één exemplaar van het werkstuk wordt ingeleverd bij de thesisbegeleider en één exemplaar bij de coördinator van dit vak, prof.dr. M. Grever, i.v.m. de archivering voor visitaties.


16

4.4 Beoordelingscriteria Historiografisch Debat A. Probleemstelling • Heldere afbakening onderwerp • Vraagstelling Helderheid vraag (deelvragen) Inbedding in wetenschappelijk en maatschappelijk debat

•

Omschrijving kernbegrippen

B. Onderzoeksactiviteit HD • Voldoende materiaal verwerkt (600 p. literatuur) • Kritische beschouwing literatuur: Eigen beoordeling debat Koppeling naar en motivatie eigen onderzoek en concepten

C. Compositie en rapportage • Titel, kopjes, logische indeling • Spelling en stijl, leesbaarheid • Annotatie • Vormgeving, verzorging


17

5. Master Thesis Het schrijven van de master thesis staat centraal tijdens de master opleiding. De master thesis is een individueel te verrichten activiteit die een apart onderdeel vormt van de Onderwijs- en Examenregeling ter waarde van 20 EC. Hierin laten studenten zien dat zij op basis van eigen, oorspronkelijk onderzoek een bijdrage kunnen leveren aan het wetenschappelijke debat over een bepaald onderwerp uit het eigen vakgebied.

5.1 Thesis procedure De thesis wordt door de individuele thesisbegeleider begeleidt. Op basis van een goedgekeurd onderzoeksvoorstel dat in het tweede blok van het studiejaar komt maken student en begeleider afspraken over de aard en de frequentie van de thesis begeleiding. De diverse bijeenkomsten van de Research Workshop, verspreid over drie blokken, zijn bedoeld ter ondersteuning van het thesis onderzoek en het schrijfproces (zie § 4). Uitgangspunt is dat er eind juni 2011 een conceptversie bij de begeleider wordt ingeleverd die in een zodanige staat is, dat naar het oordeel van de begeleider de thesis half augustus naar de tweede lezer kan en eind augustus kan worden ingeleverd, zodat afstuderen in het najaar mogelijk is. De begeleidingsduur van de master thesis bedraagt maximaal een half studiejaar (voltijdstudenten) respectievelijk één studiejaar (deeltijdstudenten) na goedkeuring van het onderzoeksvoorstel door de begeleidende docent.

5.2 Thesis eisen Aan de volgende punten met de master thesis voldoen: • het onderzoek is gebaseerd op een helder geformuleerde probleemstelling en daaruit afgeleide onderzoeksvragen; • het onderzoek is gestoeld op theorieën en methoden uit het vakgebied, dan wel theorieën en methoden die voor dit specifieke onderwerp relevant zijn; • deze theorieën en methoden worden in de thesis besproken en beargumenteerd ten aanzien van de probleemstelling; • eerder onderzoek rond het gekozen onderwerp wordt aangegeven, samengevat en besproken voor zover relevant voor het eigen onderzoek; • gebruikte literatuur, primaire en secundaire bronnen, overige gegevens en data worden systematisch gepresenteerd en aan elkaar gerelateerd; • het onderzoek mondt uit in een heldere, bondig geschreven conclusie; • de thesis bestaat uit een inleiding, diverse hoofdstukken waarin de bevindingen worden besproken, conclusie, literatuurlijst en (eventueel) bijlagen; • literatuur, bronnen en overige gegevens en data worden nauwkeurig opgegeven in voetnoten, eventueel in aparte bijlagen; • de thesis is geschreven in verzorgd en accuraat Nederlands of Engels; • de thesis kent een omvang van 25.000 – 30.000 woorden, exclusief titelblad, inhoudsopgave, voorwoord en bijlagen Studiewijzer Master Maatschappij Geschiedenis, specialisatie Geschiedenis van Nederland in Mondiale Context, 2010-2011

18

5.3 Assessment Criteria 1. • • •

Definition of the Problem Clear presentation of the question and research questions Question embedded in scientific and societal debate Scientific/societal relevance

2. Incorporation of Literature • Scope and choice of literature studied (Information taken from relevant scientific literature in the context of the question presented?)

•

Critical handling of literature

• •

Application of theoretical insights to the student’s research Original/ creative with respect to theory

3. • • • • • • • •

Accountability and Design of Research Making the question presented operational Systematic description of methodology used Accountability of methodological choices Effective method of data collection Suitable analytical method? Sufficient in-depth analysis of material Proper rendering of results? Original/Creative with respect to methodology

4. • • •

Conclusion and Discussion Answering the question presented Do the conclusions/recommendations refer to the results? Critical reflection on the research done:

(Various positions distinguished and mutually compared?)

Feedback to theory and previous research Reflection on scientific/societal consequences/relevance

5. Structure & Argumentation • Clear organisation of chapter, subsection and paragraph divisions • Argumentation FORMAL CRITERIA The three aspects below will not be weighed in the final mark, but have to be correct. If this is not the case, then the student should first make sure to meet with these criteria. A. Use of language • Use of language: precision, clarity, readability, tone (not too popular) • Spelling and punctuation B. Lay-out • Attention to layout and design C. • • •

Verifiability Sources and literature mentioned Citation, paraphrasing, accountable calculations References to tables, appendices, figures and the like Studiewijzer Master Maatschappij Geschiedenis, specialisatie Geschiedenis van Nederland in Mondiale Context, 2010-2011

19

PROCESS / ATTITUDE • Independence and creativity • Thoroughness • Coping with criticism and feedback from supervisors • Tempo • Coping with deadlines

5.4 Procedure Inleveren thesis Er is een speciaal channel voor de master thesis (CH4050). Dit channel staat in het linker menu onder "My papers". Zodra met de thesis is begonnen en de begeleider bekend is, is de naam van de student vermeld samen met de naam van de begeleider. De volgende onderdelen dienen te worden ingeleverd via SIN-Online: • onderzoeksvoorstel • concept eindversie • definitieve eindversie • abstract (ca 500 woorden) • trefwoordenlijst Hoe stukken moeten worden ingeleverd, staat in de handleiding. (zie http://www.fhk.eur.nl/fileadmin/ASSETS/fhk/Examencommissie/Master_examens/Scripti evolgsysteem/Studenten_Handleiding_Scriptievolgsysteem.pdf) Van de definitieve versie dienen tevens twee hard copies te worden ingeleverd bij de begeleider (bestemd voor hem/haar en de tweede lezer).

5.5 Aanvraag master diploma Als de thesis voor 31 augustus is afgerond en goedgekeurd kun je nog afstuderen op de collegekaart van het huidige studiejaar. Het eindgesprek zal dan in september plaatsvinden en de buluitreiking van de master opleiding Maatschappij Geschiedenis in oktober. Andere afstudeermomenten zijn in februari en in juni. Zie hieronder het schema. (de exacte data zullen t.z.t. op de website verschijnen.) Afstudeerdata Maatschappijgeschiedenis 2010-2011

buluitreiking

eindgesprek/ examendatum

aanvragen buluitreiking

definitieve versie

conceptversie

februari

januari

vóór 1 jan

vóór 1 jan

vóór 1 dec

juni

mei

vóór 1 mei

vóór 1 mei

vóór 1 april

oktober

september (ex.datum =31 aug)

vóór 31 aug

vóór 31 aug

In overleg met begeleider


20

Na het inleveren van je thesis volgt er een gesprek (de verdediging) met de twee begeleiders. De datum van het eindgesprek is tegelijkertijd de examendatum die op het diploma wordt vermeld. Nadat het eindgesprek heeft plaatsgevonden kan de student zich uitschrijven bij de universiteit per de eerste dag van de daaropvolgende maand. De aanvraag voor de buluitreiking wordt gedaan bij Bureau Onderwijs. Er wordt een aanvraagformulier ingeleverd aan de balie (L3-033). Dat formulier wordt, als alles is ingevuld en aan de voorwaarden is voldaan (thesis op SIN-Online), samen met een uitdraai van de cijfers uit Osiris, ingeleverd. Bureau Onderwijs controleert het formulier en kijkt of de thesis daadwerkelijk op SIN-Online staat (zee hoofdstuk 5.4). Als alles in orde is zal Bureau Onderwijs de complete aanvraag overdragen aan de examenadministratie.


21

6. Organisatie en Procedures 6.1 Inschrijven voor vakken en tentamens Via Osiris Student (te bereiken via MyEUR) moet je je inschrijven voor de vakken (in Osiris heet het ‘cursussen’) die je gaat volgen. Een uitzondering hierop vormen de vakken in blok-1. Voor deze vakken hoef je je niet in te schrijven; dat doet Bureau Onderwijs voor je. Per blok gelden de volgende inschrijfperiodes die ook bij de afzonderlijke vakbeschrijvingen staan vermeld: Blok 1: 01-08-2010 t/m 01-09-2010 Blok 2: 10-10-2010 t/m 31-10-2010 Blok 3: 12-12-2010 t/m 16-01-2011 Blok 4: 27-02-2011 t/m 20-03-2011 Tentamens Bij inschrijving voor een vak in Osiris Student (via MyEUR) word je automatisch ingeschreven voor de toets(en) en/of het tentamen die bij die cursus horen. Ook word je tegelijkertijd vanzelf ingeschreven (‘enrolled’) in Blackboard. Wanneer je vergeten bent je aan te melden voor de cursus, kan eventueel nog later worden aangemeld voor het schriftelijk tentamen. Dit kan in de periode van 35 tot 7 dagen voor het betreffende tentamen. Voor het eventuele hertentamen moet je altijd zelf inschrijven (in juni, via Osiris Student). Let op de sluitingsdata! Indien je je niet tijdig hebt aangemeld, word je niet toegelaten tot het tentamen, tenzij je je alsnog inschrijft bij het Erasmus Studenten Service Centrum tegen betaling van € 13,50 per tentamen en voor zover er nog plaats is. Om tot de tentamens of examenonderdelen te kunnen worden toegelaten, moet je zijn ingeschreven voor het studiejaar waarin de examenonderdelen worden afgelegd. De data van de schriftelijke tentamens staan vermeld in het rooster van de vakken. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de Regels en Richtlijnen van de Examencommissie.

6.2 Regels met betrekking tot aanwezigheid Voor mastervakken geldt dat studenten alle bijeenkomsten dienen bij te wonen. Wanneer een student om zwaarwegende redenen een bijeenkomst moet missen, dient hij/ zij de docent vooraf in te lichten, telefonisch of via e-mail. De docent beslist over de geldigheid van de redenen voor afwezigheid en heeft het recht vervangende opdrachten verstrekken ter compensatie van de afwezigheid. Wanneer een student meer dan twee bijeenkomsten mist, wordt niet aan de verplichtingen van het vak voldaan en moet het gehele vak opnieuw worden gevolgd. De student wordt dan dus uitgesloten van de cursus in het betreffende collegejaar. Deze regel geldt altijd, ongeacht de reden van afwezigheid. Alvorens over te gaan tot uitsluiting van de student, overlegt de docent met de studieadviseur. Studiewijzer Master Maatschappij Geschiedenis, specialisatie Geschiedenis van Nederland in Mondiale Context, 2010-2011

22

6.3 Regels met betrekking tot werkstukken Voor tussentijdse en afsluitende schriftelijke opdrachten, bijvoorbeeld in de vorm van een recensie, essay of werkstuk, geldt de deadline die door de docent is opgegeven. In ieder geval ligt deze deadline vóór het einde van het blok waarin het onderwijs is aangeboden. Studenten die een schriftelijke opdracht met een onvoldoende afsluiten, krijgen één herkansingsmogelijkheid. De student heeft 15 werkdagen de tijd om een verbeterde versie in te leveren, geteld vanaf het moment dat de onvoldoende opdracht door de docent aan hem of haar is geretourneerd. Te laat ingeleverde opdrachten worden niet beoordeeld. In dat geval heeft een student niet aan de verplichtingen van het vak voldaan en moet het vak opnieuw worden gevolgd.

6.4 Studiehandleidingen, literatuur Bij alle vakken zal tijdens het eerste college een studiehandleiding worden uitgereikt dan wel voorafgaand aan het eerste college op Blackboard worden gepubliceerd. Daarin wordt onder meer het volgende beschreven. • Doelstellingen van het vak • Organisatie en werkwijze • Wijze van toetsing • Verplichte literatuur en weekrooster • Spreekuurtijden van de docent In de vakbeschrijvingen (http://fhk.sin-online.nl/studiegids/index.html) wordt de verplichte literatuur vermeld. Eventuele aanbevolen literatuur wordt in de studiehandleiding vermeld. Daarnaast wordt studenten dringend aangeraden gebruik te maken van: • De syllabus Historisch Ambacht (wordt aan het begin van het master jaar gratis aan studenten verstrekt). • De portal Geschiedenis, met onder meer links naar catalogi en databases, bibliotheken en archieven, kranten en tijdschriften, collecties en kenniscentra, statistieken en cijfers. Deze portal is te vinden via de website van de opleiding (www. fhk.eur.nl/geschiedenis/mamg) • Woordenlijst Nederlandse taal, ‘Groene Boekje’, Den Haag (Sdu Uitgevers) 2005 of de digitale versie op http://woordenlijst.org/. • Een goed en uitvoerig woordenboek Engels-Nederlands en Nederlands-Engels, bij voorkeur Van Dale.

6.5 MyEUR, Blackboard, SIN-Online en Bibliotheek MyEUR is de ingang tot de belangrijkste onderwijsinformatiesystemen van de Erasmus Universiteit Rotterdam. De portal biedt studenten waar ook ter wereld toegang tot faciliteiten als web-mail, Osiris, Blackboard, SIN-Online en de Universiteitsbibliotheek. Om in te loggen op MyEUR is een Erna-gebruikersnaam en -wachtwoord nodig. De Erna-gebruikersnaam bestaat uit zes cijfers gevolgd door twee letters. Daarachter komt altijd @student.eur.nl. Studenten hebben deze gegevens per brief ontvangen. Studiewijzer Master Maatschappij Geschiedenis, specialisatie Geschiedenis van Nederland in Mondiale Context, 2010-2011

23

Iedereen die niet op tijd beschikt over een studentnummer wordt geadviseerd contact op te nemen met Bureau Onderwijs (kamer L3-33, tel: 010 408 2482, [email protected]). Alle eerstejaars studenten krijgen in de eerste collegeweek een instructie ‘MyEUR’. Blackboard is de digitale leeromgeving, die door veel docenten wordt gebruikt bij het onderwijs. De onderwijsfuncties zijn per cursus georganiseerd. Blackboard biedt de mogelijkheid cursusmateriaal aan te bieden, de communicatie en feedback tussen docenten en studenten te organiseren, opdrachten elektronisch in te leveren en virtuele discussieplatforms op te zetten. SIN-Online is de portal naar relevante informatie voor studenten. SIN staat voor Studie Informatie Netwerk. Roosterwijzigingen en andere belangrijke berichten worden via ‘channels’ van SIN-Online bekendgemaakt. Je kunt deze channelberichten alleen ontvangen als je je daar zelf op abonneert (‘subscribe’). We raden iedereen dringend aan dit te doen! Er zijn channels voor de afzonderlijke vakken en er is een channel voor de master opleiding Maatschappijgeschiedenis. Daarnaast is er nog een algemeen channel (fhk-studenten) waarop berichten worden geplaatst die voor (vrijwel) alle studenten van belang zijn. Hier hoef je je niet op te abonneren; deze berichten ontvang je automatisch. Voor alle mogelijkheden die de Universiteitsbibliotheek biedt (informatiebronnen, zoekfaciliteiten, cursussen informatievaardigheden etc.) zie de website van de UB: www.eur.nl/ub.

6.6 Plagiaat Plagiaat is streng verboden en wordt, zodra dit geconstateerd wordt door de docent, door de Examencommissie bestraft! Van plagiaat is sprake als in werkstukken, theses en andere schriftelijke toetsen van bekwaamheid teksten geheel of gedeeltelijk zijn overgenomen van andere auteurs zonder vermelding van de bron (boek, tijdschriftartikel, rapport, internetsite, etc.). Onder het overnemen van teksten valt ook het citeren of parafraseren zonder dat dit duidelijk is aangegeven in de tekst. In een werkstuk dient een student in eigen woorden zijn/haar gedachten weer te geven. Zie ook de syllabus Historisch Ambacht over dit onderwerp en de uitgebreide informatie op de website.(www.fhk.eur.nl/mamg/wetenschappelijkschrijven/)

6.7 Onderwijs- en Examenregeling (OER) In de Onderwijs- en Examenregeling staan de formele regels die bij tentamens en andere examenonderdelen worden gehanteerd. Daarnaast vaardigt de Examencommissie Regels en Richtlijnen uit voor de examens. In deze Regels en Richtlijnen wordt op een groot aantal punten toelichting gegeven op de Onderwijs- en Examenregeling. De Onderwijs- en Examenregeling (OER) voor de master Maatschappij Geschiedenis en de Regels en Richtlijnen (R&R) zijn te vinden op de website Studiewijzer Master Maatschappij Geschiedenis, specialisatie Geschiedenis van Nederland in Mondiale Context, 2010-2011

24

(www.fhk.eur.nl/geschiedenis/mamg/examen/oer). Van beide documenten ligt een exemplaar ter inzage bij Bureau Onderwijs (kamer L3-33). Deze studiewijzer vormt samen met de website het opleidingsdeel van het studentenstatuut. Het zgn. instellingsdeel van het studentenstatuut informeert over zaken die op universitair niveau zijn geregeld en beschrijft het wettelijk kader van de facultaire regelingen. Dit deel is te raadplegen op de website: www.eur.nl/essc/statuut.

6.8 Onderwijsevaluaties Het onderwijsevaluatiesysteem is een belangrijk instrument om de kwaliteit van het onderwijs te meten. De uitkomsten en interpretatie van de evaluatiegegevens vormen mede de basis voor het bereiken of het handhaven van een optimale kwaliteit van het onderwijs. De belangrijkste pijlers binnen het onderwijsevaluatiesysteem zijn: Vakevaluaties Bij vakevaluaties gaat het om vragenlijsten die betrekking hebben op één vak. Alle vakken worden regelmatig geëvalueerd. De uitkomsten van deze enquêtes gaan naar de onderwijsdirecteur en naar de desbetreffende docenten. Studentenpanel Een panel van studenten evalueert jaarlijks of per semester het onderwijs op de onderdelen organisatie, vakinhoud en de samenhang tussen de vakken. De verslagen van de panelgesprekken gaan naar de onderwijsdirecteur.

6.9 Studentenvertegenwoordiging Studenten kunnen op verschillende manieren invloed uitoefenen op het beleid van de universiteit. In het bestuur van de faculteit hebben een of twee studenten zitting. Deze vervullen tevens de rol van ombudsstudent. Daarmee beschikt de faculteit over een uniek arrangement voor de bemiddeling van klachten en opmerkingen van studenten over het onderwijs, het curriculum en de faculteit in het algemeen. De ombudsstudenten oefenen hun taak onafhankelijk uit. Klachten en opmerkingen worden door hen vertrouwelijk behandeld. Zij verwijzen studenten met hun klachten naar de juiste persoon of helpen hen met het oplossen van het probleem. De ombudsstudenten coördineren ook de studentenvertegenwoordiging. Voor contactgegevens, zie hoofdstuk 8 van deze studiewijzer. In de opleidingscommissie kunnen de studentleden algemene zaken met betrekking tot de opleiding aandragen en problemen in het onderwijs aan de orde stellen. Als zodanig vormen deze commissies een directe lijn met het afdelingshoofd en de onderwijsdirecteur. Jaarlijks vinden verkiezingen plaats voor de vijf zetels die door de studenten in de faculteitsraad bezet worden. De faculteitsraad beschikt over het advies- en Studiewijzer Master Maatschappij Geschiedenis, specialisatie Geschiedenis van Nederland in Mondiale Context, 2010-2011

25

instemmingsrecht en mag over alle aangelegenheden die de faculteit betreffen voorstellen doen en standpunten kenbaar maken. Om effectief invloed uit te kunnen oefenen is het noodzakelijk dat de studenten die actief zijn in de faculteit regelmatig contact met elkaar hebben en informatie uitwisselen. Daarvoor dient het Algemeen Studenten Overleg (ASO). Hierin worden lopende zaken en op- en aanmerkingen van studenten besproken. Om het studentenoverleg zinvol en democratisch te houden is het belangrijk dat studenten de vertegenwoordigers zoveel mogelijk op de hoogte brengen van hun mening over de studie en de faculteit.


26

7. Service en faciliteiten

7.1 Bureau Onderwijs (BOS) De organisatie en administratie van de bachelor en master opleidingen worden verzorgd door Bureau Onderwijs (BOS). Studenten kunnen er met algemene vragen rondom hun studie terecht en voor het maken van afspraken met de studieadviseurs.

7.2 Erasmus Studenten Service Center (ESSC) Het Erasmus Studenten Service Centrum (ESSC) is het centrale servicepunt voor alle startende en ingeschreven studenten van de Erasmus Universiteit Rotterdam voor onder andere: • • • • • • • •

Studielink: inschrijving, wijzigen van opleiding, het beëindigen van de inschrijving en teruggave van collegegeld. Aanvragen van diverse verklaringen, bewijs van betaald collegegeld en duplicaat collegekaart. Aanmelden voor: schriftelijke tentamens ná de deadline van aanmelding, mondelinge tentamens, werkstukken en scripties. Praktische zaken voor studie in het buitenland, zoals vergoeding van de OVjaarkaart, verzekeringen en de Erasmusbeurs Info over: taaltoetsen, taalcursussen, workshops en trainingen op het gebied van studieondersteuning en voorbereiding op de arbeidsmarkt. Aanvragen van afstudeersteun en individuele bestuursbeurzen. Visa en verblijfsvergunningen regelen voor de internationale studenten. Afspraken maken voor: studentendecaan, vertrouwenspersoon, universiteitspsycholoog en de loopbaanadviseur.

Op de website van het ESSC (www.eur.nl/essc) staat uitgebreide informatie en de banner van de kennisbank “ASK Erasmus” , waarbinnen je vragen met antwoorden aantreft en ook de mogelijkheid hebt om vragen te stellen.

7.3 Studieadviseur Tijdens de studie kunnen problemen ontstaan of vragen rijzen ten aanzien van het studieprogramma. In dat geval kun je terecht bij de studieadviseur Geschiedenis. Studenten die – om welke reden dan ook – studievertraging of -stagnatie ondervinden, wordt ten sterkste aangeraden contact op te nemen met de studieadviseur. De studieadviseur kan ook zelf studenten uitnodigen voor een gesprek in verband met gesignaleerde studievertraging of slechte studieresultaten. Zie voor contactgegevens hoofdstuk 8 van deze studiewijzer.


27

7.4 Studentendecanen en –psychologen Studentendecanen geven raad, bijstand en informatie aan studenten over problemen die samenhangen met de studie en de omstandigheden waaronder gestudeerd wordt. Dit gebeurt in een persoonlijk gesprek of via schriftelijke voorlichting. Studentendecanen bieden ook allerlei cursussen aan op het gebied van studievaardigheden en zij kunnen de weg wijzen naar andere personen en instellingen waar studenten met bepaalde vragen en problemen terecht kunnen. Let wel, het gaat hier om meer algemene vragen die zich rondom de studie en het studeren kunnen voordoen. Voor vragen over het studieprogramma, de studieplanning etc. kunnen studenten zich wenden tot de studieadviseur van de opleiding. De doelstelling van de universiteitspsychologen is het bieden van hulp aan studenten bij het oplossen van problemen die goed studeren in de weg staan. Vaak is het niet precies duidelijk of studieproblemen en persoonlijke problemen oorzaak dan wel gevolg zijn. Wel bestaat het gevaar dat persoonlijke moeilijkheden en tegenvallende studieresultaten elkaar versterken. Afspraken kunnen worden gemaakt via het Erasmus Studenten Service Centrum.

7.5 Studeren met een functiebeperking Als je een functiebeperking (handicap) hebt, dan kun je gebruik maken van diverse voorzieningen. Of het nu dyslexie, ADHD, CANS (RSI) of een andere handicap betreft. Voor voorlichting en begeleiding, zie: www.eur.nl/szd. Neem in ieder geval ook contact op met de studieadviseur.

7.6 Beurzen en fondsen Informatie over beurzen en fondsen is te vinden op de volgende website: http://www.fhk.eur.nl/english/outgoingexchange/info/finances/

7.7 Adreswijzigingen Adreswijzigingen moeten zo spoedig mogelijk worden doorgegeven via Studielink: www.eur.nl/essc/in_en_uitschrijven/wijzigingen/adreswijziging_doorgeven/


28

8. Contactinformatie Bureau Onderwijs (BOS) Voor algemene vragen over je studie en het maken van afspraken met de studieadviseur kun je terecht bij Bureau Onderwijs medewerkers: mw. drs. G.M.A. Fleuren, mw. M. Lefeber, mw. mr. C.J.M. Verel e-mail: [email protected] telefoon: (010) 408 2482 balie: kamer L3-33 openingstijden: maandag t/m vrijdag van 09:00-12:00 en 13:00-16:00 uur Erasmus Studenten Service Centrum (ESSC) lokatie: E-Hal, Burgemeester Oudlaan 50, 3062 PA Rotterdam telefoon: 010-4082323 openingstijden: maandag t/m vrijdag van 09.30-17.00 uur website: www.eur.nl/essc Studieadviseur Geschiedenis Voor meer specifieke vragen en adviezen over het studieprogramma, je studieplanning, persoonlijke omstandigheden e.d. kun je terecht bij de studieadviseur naam: mw. drs. E.J. Hazewinkel e-mail: [email protected] telefoon: (010) 408 2512 kamer: L3-41 telefonisch spreekuur:maandag 10:00-11:00 uur inloopspreekuur: donderdag 13:00-14:00 uur aanwezig: maandag, dinsdag, woensdag en donderdag Buiten het inloopspreekuur kunnen studenten ook op afspraak terecht. Afspraken worden gemaakt via Bureau Onderwijs (tel: 408 2482). Examencommissie Voor korte informatieve vragen: e-mail: [email protected] telefoon: (010) 408 2501 (ma, di, do tussen 10 en 12 uur) Met vragen of problemen op het gebied van tentamens en examens, toelatingsregelingen, vrijstellingen e.d. kun je terecht bij de secretaris van de Examencommissie naam: mw. drs. P.C. van der Houwen. spreekuur: donderdag van 14:00-15:00 uur kamer L3-57 telefoon: (010) 408 2446 Een formeel verzoek moet schriftelijk worden ingediend, voorzien van alle relevante stukken. Het adres is: Examencommissie FHKW T.a.v. mw. drs. P.C. van der Houwen, kamer L3-57 Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam


29

Master coördinator naam: email: kamer: telefoon:

Mw. dr. B.F. van Eekelen, [email protected] L3-14 (010) 408 8838

Ombudsstudent Met klachten en opmerkingen over het onderwijs kun je terecht bij de ombudsstudent naam: Jorien van Driel. kamer: L3-11 telefoon: (010) 408 2477 e-mail: [email protected] Studentenhelpdesk LIA Voor ondersteuning bij computergebruik. telefoon: (010) 408 1850 e-mail: [email protected] Adres van de faculteit bezoekadres: Locatie Woudestein, Burgemeester Oudlaan 50, L-gebouw, 3e etage, 3062 PA Rotterdam postadres: Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam tel: (algemeen): (010) 408 2487 tel: Bureau Onderwijs:(010) 408 2482 fax: (010) 408 9135 website: www.fhk.eur.nl


30

Adresgegevens Adriaansen, drs. R.J. room L3-007, tel: 408 8688 [email protected]

Goey, dr. F.M.M. de room L3-05, tel: 408 8613 [email protected]

Altena, dr. L.J. room L3-30, tel: 408 8629 [email protected]

Grever, mrs. prof.dr. M.C.R. room L3-61, tel: 408 2466 [email protected]

Baggerman, mrs. dr. J.A. room L3-10, tel: 408 8724 [email protected]

Hartman, drs. J.J.G. room L3-17, tel: 408 2490 [email protected]

Beunders, prof.dr. H.J.G. room L2-36, tel: 408 2470 [email protected]

Hogervorst, ms. drs. S.M. room L3-07, tel: 408 8688 [email protected]

Boxtel, prof.dr. C.A.M. van room L3-18, tel: 408 2483 [email protected]

Huisman, mrs. dr. M.H. room L3-07, tel: 408 8688 [email protected]

Boon, drs. M. room L4-62, tel: 408 8608 [email protected]

Jong, drs. H. de room L3-45, tel: 408 2487 [email protected]

Campo, dr. J.N.F.M. à room L2-49, tel: 408 2457 [email protected]

Karrouche, N.F.F. room L3-18, tel: 408 2516 [email protected]

Dekker, dr. R.M. room L3-12, tel: 408 2901 [email protected]

Klemann, prof.dr. H.A.M. room L3-15, tel: 408 2449 [email protected]

Douwes, prof.dr. D. room L3-21, tel: 408 2497 [email protected]

Laan, dr. A.H. van der room L3-02, tel: 408 2515 [email protected]

Eekelen, dr. B.F. van room: L3-14, tel: 408 8838 [email protected]

Laar, prof.dr.P.T. van de room L2-47, tel: 408 2456 [email protected]

Euwe, drs. J.J. room L3-73, tel: 408 2476 [email protected]

Lak, drs. M. room L3-73, tel: 408 2483 [email protected]

Friedeburg, prof.dr. R.C.F. von room L3-02, tel: 408 2515 [email protected]

Lente, dr. D. van room L4-69, tel: 408 2509 [email protected]


31

Mandemakers, dr. C.A. room L3-49, tel: 408 2488 [email protected] Nieuwstraten, drs. J.T. room L3-17, tel: 408 2490 [email protected] Noordzij, drs. G.A. room L3-17, tel: 408 2490 [email protected]

Waszink, dr. J.H. room L3-14, tel: 408 8892 [email protected] Willemse, mrs. dr. K. room L3-69, tel: 408 2517 [email protected] Wubs, dr. B. room L3-18, tel: 408 2516 [email protected]

Oonk, dr. G. room L3-48, tel: 408 2496 [email protected] Paardenkoop, K.M. MA room L4-62, tel: 408 8893 [email protected] Reinders, drs. M.H.P. room L3-17, tel: 408 2490 [email protected] Savenije, G.M. MA room L4-54, tel: 408 8895 [email protected] Spierenburg, prof.dr. P.C. room L2-45, tel: 408 2492 [email protected] Stipriaan-Luïscius, prof.dr. A.A. van room L3-63, tel: 408 2493 [email protected] Trapman, prof.dr. J. room L2-47, tel: 408 2456 [email protected] Valk, mrs. dr. L.A. van der room L3-55, tel: 408 2502 [email protected] Verburg, dr. R.M. room L3-007, tel: 408 8688 [email protected] Vroomen, drs. I.H. room L3-17, tel: 408 2490 [email protected] Studiewijzer Master Maatschappij Geschiedenis, specialisatie Geschiedenis van Nederland in Mondiale Context, 2010-2011

32

INHOUDSOPGAVE 1. Introductie 2. Studieprogramma master GNMC 3. Vakbeschrijvingen 4. Research Workshop 5. Master Thesis 6. Organisatie en Procedures

Recommend Documents