Inhoudsopgave 1.
Inleiding
4
1.1
Kader
4
1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3
Planomschrijving Context Beschrijving uitkijktoren Verkeer en parkeren
5 5 7 8
1.3
Vigerend bestemmingsplan
9
1.4
Procedure en leeswijzer
9
2.
Ruimtelijk beleidskader
10
3.
Milieuaspecten
11
3.1
Externe veiligheid
11
3.2
Bodem
12
3.3
Geluid
12
3.4
Luchtkwaliteit
12
3.5
Ecologie
13
3.6
Archeologie
14
4.
Water
15
4.1
Inleiding
15
4.2 4.2.1 4.2.2
Beleidskader Rijkswaterstaat Provincie Zuid-Holland
15 15 15
4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4
Effecten van de ontwikkeling Waterveiligheid Bouwen rond waterkeringen Bouwen in stroomvoerend regime Afstromend hemelwater
16 16 16 17 17
5.
Uitvoerbaarheid
18
5.1
Financiële uitvoerbaarheid
18
GRO uitkijktoren
Projectcode
Status
Datum
Pagina
Landtong Rozenburg
2003-0348
Definitief
juli 2012
2 van 23
5.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
18
Bijlage 1 Afstand uitkijktoren tot buisleidingen
20
Bijlage 2 Advies BOOR
22
GRO uitkijktoren
Projectcode
Status
Datum
Pagina
Landtong Rozenburg
2003-0348
Definitief
juli 2012
3 van 23
1.
Inleiding
1.1
Kader In 2003 hebben negen samenwerkende partijen – gemeente Rotterdam, gemeente Rozenburg, provincie Zuid-Holland, Stadsregio Rotterdam, Rijkswaterstaat, Recreatieschap Voorne-PuttenRozenburg, ROM Rijnmond, Wereld Natuur Fonds en Deltalinqs – het Masterplan Landtong Rozenburg vastgesteld en een samenwerkingsovereenkomst getekend waarin afspraken zijn vastgelegd over de uitvoering van het plan. Toen het Havenbedrijf in 2004 verzelfstandigde, heeft deze de verantwoordelijkheid voor de herinrichting van de Landtong Rozenburg op zich genomen. Het havenbedrijf is dan ook de initiatiefnemer van dit plan. Het programma Herinrichting Landtong Rozenburg werd in 2003 gestart en is opgedeeld in vijf deelprojecten. De eerste vier deelprojecten zijn in de periode 2005-2008 uitgevoerd: - inrichting van de Boomweide, grenzend aan de Scheurhaven; - inrichting van het voormalige vliegasdepot op de uiterste kop van de Landtong; - vervangen van de begrenzing van de Begrazingsweide; - aanleggen van een fiets- en skatepad langs de Nieuwe Waterweg en door de Begrazingsweide.
Kop
Fiets- en skatepad
Boomweide
Begrazingsweide
Fiets- en skatepad
CEMP
HTC
Figuur 1 Herinrichting landtong Rozenburg Het laatste te realiseren onderdeel van dit programma, deelproject CEMP, wordt nu gerealiseerd. CEMP is de afkorting van de vier onderdelen van het deelproject: Calandweide, Evenemententerrein, Manege en Parkheuvel. Het plangebied van CEMP ligt tussen het Educatief Informatie Centrum (EIC) en de Boulevard van Rozenburg en omvat ruim 20 hectare. Het terrein wordt ingericht met openbare recreatieve voorzieningen (wegen, paden en parkeervoorzieningen, weides, groen, inrichtingselementen, bouwkundige elementen en straatmeubilair). Daarnaast bevinden zich een ruitervereniging en hondenschool binnen het plangebied. Deze ontwikkelingen
GRO uitkijktoren
Projectcode
Status
Datum
Pagina
Landtong Rozenburg
2003-0348
Definitief
juli 2012
4 van 23
passen grotendeels binnen het bestaande bestemmingsplan. Alleen de bouw van een uitkijktoren past hier niet in. In de planomschrijving wordt hier nader op ingegaan.
1.2
Planomschrijving
1.2.1
Context Een onderdeel van het CEMP-project dat nog gerealiseerd moet worden is de uitkijktoren De uitkijktoren is gepland op een knikpunt in het smalle schiereiland dat de Landtong is. Er is hier al sprake van een hoge ligging van het terrein (7,70 tot 9,80 meter + NAP) maar door het omringende bos komt het uitzicht niet optimaal tot zijn recht. Op dit moment bevindt zich op de plek van de te realiseren uitkijktoren een rijbak van de ruitervereniging Rozenburg en wat spontane boom- en struikbegroeiing. Het is een reliëfrijk terrein opgebouwd uit diverse gronddepots. Het terrein grenst aan het voorterrein van het EIC waar zich een draaicirkel en parkeerplaatsen bevinden. In het plan voor het deelgebied CEMP (Figuur 2) is het bestaande reliëf en beplanting zoveel mogelijk gehandhaafd of geaccentueerd. Na herinrichting heeft het gebied delen met verschillende gebruiksintensiteit. Het voorterrein van het EIC/evenemententerrein kent door de week het meest intensieve gebruik. Dagelijks komen hier werknemers en bezoekers. Bezoekers zijn vooral bussen met scholieren en studenten. Tijdens evenementen kan het hier zeer druk zijn. Direct ten oosten hiervan ligt een terrein dat bij mooi weer intensief gebruikt zal worden vanwege het mooie uitzicht, de attracties en de nabijheid van parkeren. De rest van het gebied kent een fijnmazig netwerk voor wandelen, struinen, ATB en paardrijden en zal vooral in het weekend gespreid en extensief gebruikt worden. De locatie van de uitkijktoren (Figuur 3) krijgt in de nieuwe situatie een belangrijke schakelfunctie tussen het voorterrein EIC/evenemententerrein en het park. De bezoeker komt hier in het intensieve parkdeel met hoogteverschillen, speelweides en speelobjecten. De te realiseren voorzieningen komen op deze plek ook ten goede aan bezoekers van het EIC; de haven van modellen en kaarten binnen het EIC, ontrolt zich vanaf de toren voor je ogen. De schakel bestaat uit een tribunetrap en een flauwere grastrap en nodigt bezoekers uit om het park in te gaan. Tussen de twee trappen staat de uitkijktoren. De uitkijktoren is geplaatst op de plek waar een schanskorfkeermuur eindigt. Hiermee is de toren een geïntegreerd onderdeel van het grotere geheel van trappen en keermuren. De toren ontsluit het uitzicht dat op deze plek zowel naar oost als naar west fantastisch is. Door de bocht in de Nieuwe Waterweg kijkt men in oostelijke richting over het water tot aan Vondelingenplaat. In westelijke richting biedt de toren uitzicht over de Landtong en het Calandkanaal en geeft inzicht in het systeem van parallelle waterwegen. De bezoeker ervaart het contrast tussen de ruige spontane natuur op de Landtong en het technisch-logistieke landschap van de haven. De vormgeving van de toren ten opzichte van zijn directe omgeving gaat mee in dit contrast. Op een lager schaalniveau kan de toren op deze plek ook een functie vervullen bij evenementen. Door de hoge omringende vegetatie zal de toren zich niet als een vrijstaand element manifesteren maar onderdeel zijn van het park. Daar waar het EIC duidelijk een gebouw is, is de uitkijktoren veel meer een ijle open technische constructie. Het zoekt geen aansluiting met het EIC noch gaat het er de concurrentie mee aan. Als element is het meer een technisch onderdeel van de haven en in zijn robuuste materialisering van verzinkt staal onderdeel van het ruige terrein met schanskorven en pioniervegetatie.
GRO uitkijktoren
Projectcode
Status
Datum
Pagina
Landtong Rozenburg
2003-0348
Definitief
juli 2012
5 van 23
Figuur 2 Het ontwerp voor deelgebied CEMP
GRO uitkijktoren
Projectcode
Status
Datum
Pagina
Landtong Rozenburg
2003-0348
Definitief
juli 2012
6 van 23
Figuur 3 Locatie van de uitkijktoren 1.2.2
Beschrijving uitkijktoren De toren bestaat uit een open vakwerk zoals dat ook wordt gebruikt bij chemische installaties in de haven (Figuur 4). Het heeft een grondplan van 10 bij 10 meter en is 14,40 meter hoog ten opzichte van het maaiveld. Het hoogste punt bevindt zich op 22,10 meter + NAP. Het hoogste balkon bevindt zich op 18,10 meter +NAP. In dit open vakwerk zijn drie balkons op drie niveaus geplaatst. De langgerekte balkons van 2,20 meter bij 12 meter benadrukken met hun oriëntatie het uitzicht. De balkons zijn schuin geplaatst ten opzichte van het vakwerk en door afstandhouders van 10 cm lijken ze autonoom te ‘zweven’ binnen het vakwerk, vergelijkbaar met industriële installaties. Bij het beklimmen van de toren zijn er voortdurend wisselende vergezichten. Op de drie niveaus kan men vrij heen en weer lopen zodat de uitzichtervaring meer is dan alleen maar omhoogklimmen, kijken en weer naar beneden. Onder in de balkons is een groene verlichting geïntegreerd. Deze is zo aangebracht dat het uitzicht in het donker niet overstraald wordt. Er is bewust gekozen voor groen licht omdat deze niet concurreert met gebruikte lichtsoorten in de haven. Er is ook geen sprake van een puntbron maar meer van een lichtuitstralende ‘hemel’. Verwarring of verstoring met de groene vaarwegmarkering is uitgesloten. De toren wordt voor volledig uitgevoerd in verzinkt staal. Dit materiaal past goed in de stoere omgeving en is onderhoudstechnisch gunstig in deze regelmatig zilte omgeving. Het vergt in feite geen onderhoud behalve eventueel verwijderen van graffiti. De detaillering is zorgvuldig zodat het
GRO uitkijktoren
Projectcode
Status
Datum
Pagina
Landtong Rozenburg
2003-0348
Definitief
juli 2012
7 van 23
duidelijk is dat er niet sprake is van een ‘verdwaald’ stuk industrie maar van een recreatieve constructie. De balken van het vakwerk zijn dan ook geen I-profielen maar vierkante koker profielen. Het geheel is hufterproof zonder mensvijandig te worden. De balkons zijn voor het constructieve deel uitgevoerd in polyester. De slijtlaag bestaat uit fijn zwart grit. De holle onderkant met verlichting wordt afgewerkt met strekmetaal. De hekwerken hebben een verticale lamelstructuur van 8 cm brede strips waardoor de balkons meer massa krijgen.
Figuur 4 Ontwerp uitkijktoren 1.2.3
Verkeer en parkeren De uitkijktoren is onderdeel van het recreatiegebied en wordt niet direct gezien als een zelfstandig verkeergenererend object. In de omgeving heeft het voorterrein van het EIC een zeer grote parkeercapaciteit en ook is er parkeergelegenheid in de Calandweide (aan de overzijde van
GRO uitkijktoren
Projectcode
Status
Datum
Pagina
Landtong Rozenburg
2003-0348
Definitief
juli 2012
8 van 23
de Noordzeeweg). Verwacht wordt dat de parkeercapaciteit die door de week gebruikt wordt voor het EIC in het weekend beschikbaar is voor het recreatieve gebruik.
1.3
Vigerend bestemmingsplan Voor het deel van de Landtong dat binnen de deelgemeente Rozenburg ligt geldt het bestemmingsplan Rozenburg – Landtong, vastgesteld: 14-10-1982, onherroepelijk: 20-06-1986; 2e Herziening, vastgesteld: 20-06-1995. De locatie van de uitkijktoren heeft de bestemming ‘dagrecreatieve voorzieningen’ met dubbelbestemming ‘primair waterstaatsdoeleinden II’. Het plaatsen van de uitkijktoren past niet binnen de voorwaarden van het bestemmingsplan; het is in strijd met artikel 7, lid 4, omdat een bouwwerk, geen gebouwen zijnde, maximaal 4 meter hoog mag zijn. De overige onderdelen van het CEMP-project passen wel in het vigerende bestemmingsplan. Een nieuw bes temmingsplan ‘Rotterdam Europoort’ waarbinnen het projectgebied gaat vallen is in voorbereiding, maar zal niet tijdig gereed zijn om deze ontwikkeling mogelijk te maken.
1.4
Procedure en leeswijzer Om de realisatie van de uitkijktoren mogelijk te maken wordt een procedure doorlopen op grond van art. 2.12 lid 1, onderdeel a, onder 3 van de Wabo. Dit artikel maakt het mogelijk om van het bestemmingsplan af te wijken bij omgevingsvergunning indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Deze ruimtelijke onderbouwing dient bij het indienen van de digitale aanvraag om een omgevingsvergunning beschikbaar te zijn. Dit rapport bevat de goede ruimtelijke onderbouwing voor de uitkijktoren. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op het ruimtelijk beleidskader. In hoofdstuk 3 worden de relevante milieuaspecten besproken. De watertoets is opgenomen in hoofdstuk 4. Tot slot wordt in hoofdstuk 5 ingegaan op de financiële en maatschappelijke uitvoerbaarheid.
GRO uitkijktoren
Projectcode
Status
Datum
Pagina
Landtong Rozenburg
2003-0348
Definitief
juli 2012
9 van 23
2.
Ruimtelijk beleidskader De Landtong Rozenburg is in de provinciale, regionale en gemeentelijke beleidsplannen opgenomen als recreatiegebied: In de PKB (planologische kernbeslissing) Project Mainportontwikkeling Rotterdam is een samenhangend pakket aan maatregelen beschreven dat zowel het ruimtetekort van de haven moet oplossen als de leefbaarheid van de regio Rijnmond moet verbeteren. Het bekendste onderdeel van PMR is de aanleg van Maasvlakte 2, maar het totale pakket omvat tevens compensatiemaatregelen voor de aanleg van Maasvlakte 2, een betere benutting van de ruimte in het bestaande havengebied en diverse projecten om de kwaliteit van de leefomgeving te verhogen. Laatstgenoemde projecten zijn enerzijds gericht op het wegnemen van hinder (met name geluidhinder) en anderzijds het aanleggen of verbeteren van groengebieden. De herinrichting Landtong Rozenburg is zo’n groenproject. Op de kwaliteitskaart en de functiekaart bij de provinciale Structuurvisie is de Landtong Rozenburg aangeduid als stedelijk groen buiten de bebouwingscontour. Stedelijk groen biedt ruimte voor (intensieve) openluchtrecreatie, sport en natuur. De bijbehorende provinciale Verordening Ruimte geeft aan dat hier functies toelaatbaar zijn ‘passend bij stedelijk groen, waarbij gebouwen zijn toegestaan die in relatie staan tot de functie met een omvang en verschijningsvorm passend in de omgeving.’ In het Regionaal Groenblauw Structuurplan 3 is de Landtong opgenomen als buitenstedelijk natuur- en recreatiegebied met een parkboskarakter. Een van de doelen voor deze gebieden is de verbetering van het recreatieve programma. Het contrast tussen de Landtong Rozenburg en het zicht op de haven vanaf de Landtong vormen kwaliteiten van het gebied. In het Ruimtelijk Plan Regio Rotterdam 2020 (RPRR 2020) is de Landtong aangeduid als parklandschap met een recreatieve functie. Ook het RPRR 2020 benadrukt de bijzondere positie van de Landtong in zijn omgeving. De recreatieve functie wordt voornamelijk bepaald door fiets-, wandel- en skatepaden en uitzichtpunten over de haven.
GRO uitkijktoren
Projectcode
Status
Datum
Pagina
Landtong Rozenburg
2003-0348
Definitief
juli 2012
10 van 23
3.
Milieuaspecten
3.1
Externe veiligheid Risico’s en toetsing Aangezien het bestemmingsplan de herinrichting tot het gewenste recreatiegebied reeds toestaat is alleen de uitkijktoren onderwerp van de toetsing. Een uitkijktoren van 4 meter hoogte zou binnen het bestemmingsplan passen, nu echter de toren hoger wordt dan 4 meter moet een art. 2.12 Wabo (afwijken van het vigerende bestemmingsplan) worden doorlopen om de bouw mogelijk te maken. Gelet hierop is er geen toename van populatie in het gebied en dus verandert het groepsrisico van de hierboven genoemde risicobronnen niet. Deze paragraaf beperkt zicht daarom tot het plaatsgebonden risico en afstandsnormeringen. Inventarisatie risicobronnen externe veiligheid In en om de landtong van Rozenburg komen de volgende risicobronnen externe veiligheid voor: scheepvaart over de Nieuwe Waterweg; bedrijven in de Europoort; olieleidingen langs de locatie voor de uitkijktoren. Nieuwe waterweg Het transport van gevaarlijke stoffen over de Nieuwe Waterweg kent geen plaatsgebonden risicocontour (10-6/jr) die tot over de oever strekt (bron: Basisnet Water). Daarmee vormt deze norm geen knelpunt voor de uitkijktoren. De afstand van de toren tot de oever van de Nieuwe Waterweg bedraagt volgens de kaart ten minste 89 meter. Omdat het oeverbeleid zich bij zeescheepvaart beperkt tot een strook van 65 meter ten opzichte van de waterlijn betekent dit dat aan het oeverbeleid wordt voldaan en dat een ontheffing van de Zuid-Hollandse Provinciale Milieuverordening (PMV) niet aan de orde is. Bedrijven in de Europoort. De plaatsgebonden risicocontouren (10-6/jr) van de petrochemische bedrijven in het Europoortgebied raken de landtong niet (bron risicokaart: www.risicokaart.nl) en vormen daardoor geen belemmering voor dit plan. Ondergrondse leidingen Op of nabij de locatie van de toren lopen twee ondergrondse buisleidingen waar gevaarlijke stoffen doorheen gaan. De risicokaart geeft een specificatie van deze leidingen: K-1 olieleiding (24 inch, 25 bar) van SNR (Shell) met een risicocontour (10-6/jr) van 19 m; K-1 olieleiding (24 inch, 20 bar) van Team Terminal met een risicocontour (10-6/jr) van 14 meter. De uitkijktoren wordt gekwalificeerd als een beperkt kwetsbare bestemming. Het realiseren van een degelijke bestemming binnen de 10-6/jr risicocontour van een of van beide leidingen is juridisch mogelijk maar niet echt gewenst. Een nadere motivatie moet in dat geval worden gegeven waarom de uitkijktoren niet elders, buiten deze contouren, kan worden gerealiseerd.
GRO uitkijktoren
Projectcode
Status
Datum
Pagina
Landtong Rozenburg
2003-0348
Definitief
juli 2012
11 van 23
Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb, Besluit van 24 juli 2010, Staatsblad 2020 686) geeft in art. 14 aan dat in een bestemmingsplan (i.c. het besluit art. 2.12 Wabo) de ligging van de in het plangebeid aanwezige buisleidingen wordt aangegeven alsmede de daarbij behorende belemmeringenstrook ten behoeve van het onderhoud van de leiding. In dit artikel van dit besluit staat vermeld dat de belemmeringenstrook ten minste 5 meter bedraagt aan weerszijden van de buisleiding, gemeten vanuit het hart van de leiding. In lid 3 van artikel 14 van dit besluit wordt de mogelijkheid geboden om een bouwwerk, niet zijnde een kwetsbaar object, toe te staan in de belemmeringenstrook voor zover de veiligheid met betrekking tot de in de belemmeringstrook gelegen buisleiding(en) niet wordt geschaad. Uit de tekening op schaal in bijlage 1 blijkt dat de afstand van de uitkijktoren tot de buisleidingen minimaal 20 meter bedraagt. Conclusie en advies Het risico van bedrijven geeft geen belemmering voor deze uitkijktoren. Het vervoer van gevaarlijke stoffen geen belemmering voor deze uitkijktoren. Het oeverbeleid van de provincie Zuid-Holland geeft geen belemmeringen voor deze uitkijktoren omdat de afstand van de toren tot de waterlijn van de Nieuwe Waterweg meer is dan 65 meter. De buisleidingen geven geen belemmeringen aangezien zowel buiten de belemmeringenstrook als de risicocontour gebouwd zal worden. Overleg met de leidingeigenaren wel gewenst. Zeker voorafgaand en tijdens de bouwfase van de toren, hierbij kan sprake kan zijn van tijdelijke veiligheidsmaatregelen.
3.2
Bodem Volgens artikel 3.1.6 van het Besluit op de ruimtelijke ordening moet in verband met de uitvoerbaarheid van een plan onderzoek worden verricht naar de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen moet worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde nieuwe functie. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone gronden te worden gerealiseerd. Uit een verkennend bodemonderzoek uit 2011 blijkt dat de grond ter plaatse van de uitkijktoren ten hoogste licht verontreinigd is met de onderzochte stoffen uit het NEN5740-pakket. Vanuit milieuhygiënisch oogpunt is de bodem geschikt voor de bouw van de uitkijktoren.
3.3
Geluid De Wet geluidhinder geeft ter bescherming van burgers normen voor geluidsbelasting. Zo zijn er normen in vastgelegd voor geluid van weg- en railverkeer en industrielawaai. De uitkijktoren is geen bron van geluid. Ook wordt niet verwacht dat de uitkijktoren een verkeersaantrekkende werking heeft. Tevens zijn er geen geluidsgevoelige bestemmingen in de directe omgeving. Geconcludeerd kan worden dat voldaan wordt aan de Wet geluidhinder.
3.4
Luchtkwaliteit De uitkijktoren genereert geen extra verkeersbewegingen en zal dus ook niet zorgen voor een verslechtering van de luchtkwaliteit. Luchtkwaliteit is voor dit project geen belemmering.
GRO uitkijktoren
Projectcode
Status
Datum
Pagina
Landtong Rozenburg
2003-0348
Definitief
juli 2012
12 van 23
3.5
Ecologie Toetsingskader De Flora en Faunawet beschermt bijzondere planten en dieren in Nederland en bevat naast een nationale component ook de implementatie van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen in Nederlandse wetgeving. Beschermde soorten zijn onderverdeeld in 3 categorieën: algemene soorten, overige soorten en streng beschermde soorten, respectievelijk tabel 1, 2 en 3. Voor tabel 1 soorten geldt bij ruimtelijke inrichting een vrijstelling. Voor tabel 2 soorten is dit vergelijkbaar mits gewerkt wordt volgens een goedgekeurde gedragscode. Onderzoek In de directe omgeving van de uitkijktoren komen geen streng beschermde soorten voor. In de verderop gelegen Nieuwe Waterweg komen wellicht enkele streng beschermde soorten trekvissen voor en in het Calandkanaal kunnen beide soorten zeehonden vertoeven. De oevers zijn door hun steile stenen talud ongeschikt voor zeehonden om als rustplek te gebruiken. De plaatsing van de uitkijktoren heeft dan ook geen enkel effect op deze watergebonden soorten. Verder komen er geen streng beschermde soorten voor. In de omgeving van de uitkijktoren komt brede wespenorchis voor en is kans op rietorchis, bijenorchis en moeraswespenorchis. Alleen de groeiomstandigheden van de eerste soort komen voor op de geplande locatie van de uitkijktoren, maar hij is er in het verleden niet aangetroffen. Voor de andere soorten is de locatie ongeschikt of minder geschikt. Al deze orchideeën zijn slechts beperkt beschermd (tabel 1 en 2). Voor brede wespenorchis geldt als tabel 1 soort een vrijstelling, voor de overige orchideeën moet volgens een gedragscode gewerkt worden. Verder komen er nog de licht beschermde soorten bunzing, hermelijn, vos, haas, konijn, mol, kleine watersalamander, gewone pad en bruine kikker in de omgeving voor. Ook voor deze tabel 1 soorten geldt een vrijstelling. Met betrekking tot broedvogels worden vooral hun nesten tijdens het broedseizoen beschermd. De toren zal dus buiten het broedseizoen gebouwd moeten worden. In de ruigten en struwelen van CEMP broeden onder andere bosrietzangers en sprinkhaanzanger, notoir late broeders. Vanaf half augustus zijn echter ook deze soorten klaar met hun (tweede) broedsels en kan er zonder problemen gewerkt worden. Vanaf half maart zijn er al de eerste eenden en ganzen met nesten op CEMP. Van een beperkt aantal soorten worden deze ook buiten het broedseizoen beschermd. Het betreft in de omgeving met name buizerd, ransuil, torenvalk, grote bonte specht en groene specht (Linnartz 2011). Van buizerd en mogelijk ook ransuil is bekend dat deze jaarlijks in de directe omgeving van de nieuwe uitkijktoren broedt. De overige soorten zoeken wel in de omgeving hun voedsel, maar nesten zijn bij een inventarisatie niet gevonden. In principe is er een kleine kans dat de buizerds en ransuilen uitwijken naar een andere locatie in de omgeving vanwege de uitkijktoren. Deze geringe kans staat echter niet in verhouding tot de andere veranderingen door de herinrichting van CEMP. De hele herinrichting zelf en de toegenomen padendichtheid en bijbehorende bezoekersaantallen zorgen er vrijwel zeker voor dat de buizerds en de mogelijk ook aanwezige ransuilen een rustiger stekje in de omgeving zullen zoeken en vrijwel zeker zullen vinden. De extra invloed van de uitkijktoren is derhalve nihil. Voor de andere soorten geldt eenzelfde verhaal, waarbij in dit geval ook geen sprake is van reeds bewoonde nesten.
GRO uitkijktoren
Projectcode
Status
Datum
Pagina
Landtong Rozenburg
2003-0348
Definitief
juli 2012
13 van 23
Conclusie Alleen voor buizerd en ransuil is er mogelijk enig effect, maar dit is veel geringer dan het effect dat ook zonder uitkijktoren toch al optreedt bij de herinrichting en is daarom te verwaarlozen. Een ontheffing op grond van de Flora en Fauna wet is niet noodzakelijk.
3.6
Archeologie Het bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam (BOOR) is advies gevraag of archeologisch (voor)onderzoek noodzakelijk is. Hun complete advies is opgenomen als bijlage 1. Een archeologische waardering van het plangebied heeft nog niet plaatsgevonden. Het BOOR gaat ervan uit dat er in de diepere ondergrond wel archeologische waarden in het gebied aanwezig kunnen zijn, maar moet dit nog staven met bureau- en veldonderzoek. Het vigerende bestemmingsplan is verouderd en er is geen archeologische paragraaf in opgenomen. De locatie zal in de nabije toekomst onderdeel gaan uitmaken van bestemmingsplangebied ‘Rotterdam Europoort’ (in voorbereiding). De locatie van de uitkijktoren is in het verleden erg opgehoogd. Het maaiveld ligt ter plaatse circa tussen 6,0 en 7,0 meter boven NAP. Conform het toekomstige bestemmingsplan ‘Rotterdam Europoort’ is een archeologisch onderzoek noodzakelijk bij grondverstorende werkzaamheden die dieper reiken dan 0,0 meter NAP en die tevens een terreinoppervlak van meer dan 200 vierkante meter beslaan. In verband met de relatief geringe oppervlakte van de te realiseren bebouwing en gezien de relatief hoge ligging van het gebied acht BOOR het niet noodzakelijke om aan deze ontwikkeling aanvullende eisen te stellen met betrekking tot de archeologie. Wel zal rekening gehouden worden met zogenaamde toevalsvondsten. Hiervan dient men op basis van de Momumentenwet 1988 het bevoegde gezag (de gemeente Rotterdam, voor deze het BOOR) te informeren.
GRO uitkijktoren
Projectcode
Status
Datum
Pagina
Landtong Rozenburg
2003-0348
Definitief
juli 2012
14 van 23
4.
Water
4.1
Inleiding Het plangebied waar de uitkijktoren zal worden gebouwd, ligt tussen het Calandkanaal en de Nieuwe Waterweg in: relevant is of de toren binnen de beschermingszone van de waterkering en in de rivier (waterstaatswerk) ligt. Daarnaast is de afstroming van hemelwater van de constructie van belang. Watercompensatie voor toename van het verharde oppervlak is niet aan de orde, omdat de toren in buitendijks gebied ligt. Het type constructie zal geen effect hebben op de grondwaterstanden. Er is geen sprake van het produceren van afvalwater. De waterparagraaf is voor advies voorgelegd aan de waterbeheerders in en rond het gebied: Rijkswaterstaat Dienst Zuid Holland, Waterschap Hollandse Delta en Gemeentewerken, afdeling Watermanagement, zij zijn akkoord met de waterparagraaf.
4.2
Beleidskader In deze paragraaf wordt het beleidskader geschetst dat voor dit gebied relevant is.
4.2.1
Rijkswaterstaat Waterwet en waterbesluit (2009) Volgens de Waterwet en bijbehorend waterbesluit is het verboden om zonder toestemming van de minister van Infrastructuur en Milieu iets anders te doen met een waterstaatswerk, dan waarvoor het bedoeld is. Voor bouwen in of rond een waterstaatswerk moet daarom een vergunning in het kader van de Waterwet worden aangevraagd (de vroegere WBR-vergunning). Uitzondering hierop zijn de gebieden die door het Waterbesluit zijn aangewezen als gebieden met een vrijstelling van de vergunningplicht. Rijkswaterstaat ziet als beheerder toe op de waterkwaliteit van de Nieuwe Maas en het Calandkanaal. Het is daarom van belang dat ten behoeve van de waterkwaliteit van de Nieuwe Maas en het Calandkanaal inzichtelijk wordt gemaakt welk type verontreiniging er vanaf het plangebied tot afstroming komen naar de rivier en welke maatregelen nodig zijn om negatieve effecten te voorkomen.
4.2.2
Provincie Zuid-Holland Buitendijks bouwen De Provincie Zuid-Holland is op dit moment bezig met het opstellen van beleid en een risicomethodiek voor nieuwbouw in buitendijks gebied en de gemeente Rotterdam is betrokken bij dit traject. Omdat die methodiek op dit moment nog niet beschikbaar is en de risico’s van buitendijks bouwen moeilijk in te schatten zijn, stuurt de gemeente de waterveiligheid in het buitendijks gebied met behulp van uitgiftepeilen: de gewenste maaiveldhoogte van het buitendijks gebied. Deze uitgiftepeilen worden door Gemeentewerken Rotterdam vastgesteld en gebaseerd op de Maatgevende Hoogwaterstanden van de rivier.
GRO uitkijktoren
Projectcode
Status
Datum
Pagina
Landtong Rozenburg
2003-0348
Definitief
juli 2012
15 van 23
Initiatiefnemers in het buitendijks gebied blijven zelf wel aansprakelijk voor eventuele schade en zijn verantwoordelijk voor het nemen van maatregelen om zich tegen potentiële schade te beschermen.
4.3
Effecten van de ontwikkeling
4.3.1
Waterveiligheid In het kader van waterveiligheid is een kaart gemaakt die de mogelijke overstromingsdiepte in het gebied weergeeft. Dit is gedaan voor een maatgevende hoogwaterstand van NAP +5,70 m (terugkeertijd 1/4.000, klimaatscenario W voor 2100)1.
Figuur 5. Overstromingsdiepten bij een maatgevende hoogwaterstand van NAP +5,70 m (klimaat scenario W2100, 1/4.000). Figuur 5 geeft de overstromingsdieptekaart van het gebied weer voor het scenario 2100. In de kaart is te zien dat enkele gebieden lager liggen dan de maatgevende hoogwaterstand van NAP + 5,70 m. Echter doordat het omliggende maaiveld dusdanig hoog ligt, zullen deze gebieden niet onderlopen. Het gebied is in de huidige situatie dus beschermd tegen hoogwaterstanden van NAP + 5,70 m. 4.3.2
Bouwen rond waterkeringen Langs het plangebied loopt de dijkverbindende waterkering 8 die de Maeslantkering verbindt met dijkringgebied Rozenburg. Op grond van Leggerkaart 8 Stormvloedkering Nieuwe Waterweg/Europoort (2008) blijkt dat de gehele breedte van de landtong als beschermingszone wordt beschouwd (zie figuur 6). De uitkijktoren wordt dus gebouwd binnen de beschermingszone
1
Bron: HKV Lijn in water (2010, 2011), Waterviewer
GRO uitkijktoren
Projectcode
Status
Datum
Pagina
Landtong Rozenburg
2003-0348
Definitief
juli 2012
16 van 23
van de waterkering. Hiervoor is een vergunning vanuit Rijkswaterstaat nodig. Deze watervergunning is reeds verleend.
Figuur 6. Overzicht sectie-indeling kering 8 4.3.3
Bouwen in stroomvoerend regime In de Beleidsregels Grote Rivieren (BGR) wordt het gebied niet aangewezen als stroomvoerend of bergend regime. Daarom valt de ontwikkeling voor dit onderdeel niet onder het vergunningsregime van de waterwet en hoeft het niet getoetst te worden aan het BGR.
4.3.4
Afstromend hemelwater Hemelwater zal van de uitkijktoren afstromen en op de bodem terecht komen. Het water zal waarschijnlijk in de bodem infiltreren. Dit leidt niet tot kwantitatieve problemen. De constructie van de uitkijktoren zal uit verzinkt staal bestaan. Rijkswaterstaat heeft aangegeven dat gebruik van verzinkt staal toegestaan is zolang het hemelwater van de toren niet direct afstroomt naar het oppervlaktewater. Hier wordt bij de aanleg van de uitkijktoren aan voldaan, waardoor er geen effecten zijn op de grondwaterkwaliteit en de waterkwaliteit van de rivieren.
GRO uitkijktoren
Projectcode
Status
Datum
Pagina
Landtong Rozenburg
2003-0348
Definitief
juli 2012
17 van 23
5.
Uitvoerbaarheid
5.1
Financiële uitvoerbaarheid In de samenwerkingsovereenkomst tussen de negen samenwerkende partijen zijn afspraken gemaakt over de financiële dekking van het project. Alle partijen die financieel bijdragen aan het project hebben hun aandeel aan het Havenbedrijf overgemaakt of hebben deze gegarandeerd. In de stuurgroepvergadering van 2 februari 2012 hebben de partijen vastgesteld dat het huidige ontwerp voor het deelgebied CEMP binnen het beschikbare budget kan worden uitgevoerd. Ter plaatse van de uitkijktoren betreft het grond in erfpacht van het Havenbedrijf, welke ‘om niet’ voor de herinrichting ter beschikking wordt gesteld. Het Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg neemt de heringerichte delen van de Landtong in beheer. De uitkijktoren past binnen het beheerbudget van het Recreatieschap.
5.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het ontwerp voor het deelgebied CEMP inclusief de uitkijktoren is tot stand gekomen in nauw overleg met de samenwerkende partijen, waaronder de deelgemeente Rozenburg, het Havenbedrijf Rotterdam N.V., het EIC en het Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg. Er wordt geen apart participatietraject gevolgd, omdat de toren op grote afstand staat van woningen en andere gevoelige bestemmingen. De inwoners van Rozenburg worden via de reguliere berichtgeving van de deelgemeente en van het Recreatieschap op de hoogte gehouden van de planvorming. Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de voorbereiding van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, indien de aanvraag betrekking heeft op een activiteit die in strijd is met het vigerende bestemmingsplan. De ontwerp Omgevingsvergunning zal in het kader van afdeling 3.4 Awb gedurende zes weken ter visie worden gelegd. In deze periode kan eenieder zijn zienswijze geven op het plan.
GRO uitkijktoren
Projectcode
Status
Datum
Pagina
Landtong Rozenburg
2003-0348
Definitief
juli 2012
18 van 23
Bronnen ARK Natuurontwikkeling, Leo Linnartz, 31 mei 2011. Voorkomen beschermde nesten Parkheuvel. Gemeentewerken Rotterdam, Ingenieursbureau, 2011. Nader onderzoek recreatiegebied Landtong Rozenburg. Project Mainportontwikkeling Rotterdam, 2006. Planologische Kernbeslissing Project Mainportontwikkeling Rotterdam (2006). Deel 4: Definitieve tekst na parlementaire instemming. Provincie Zuid-Holland, 2010. Visie op Zuid-Holland. Verordening ruimte: regels als bedoeld in artikel 4.1 eerste lid Wet ruimtelijke ordening. Vastgesteld door Provinciale Staten van ZuidHolland op 2 juli 2010, in werking getreden op 26 juli 2010. Provincie Zuid-Holland, 2010. Visie op Zuid-Holland: Ontwikkelen met schaarse ruimte. Structuurvisie. Vastgesteld door Provinciale Staten van Zuid-Holland op 2 juli 2010. Provincie Zuid-Holland & Stadsregio Rotterdam, 2005. Ruimtelijk Plan Regio Rotterdam 2020: Tien punten voor de regio Rotterdam. Vastgesteld door Provinciale Staten van Zuid-Holland op 12 oktober 2005 en door de regioraad van de stadsregio Rotterdam op 9 november 2005. Stadsregio Rotterdam, 2011. Regionaal Groenblauw Structuurplan 3 (RGSP3). Bouwen aan samenhang. Vastgesteld in het Algemeen Bestuur van de Stadsregio Rotterdam op 26 oktober 2011. VHP stedebouwkundigen + architekten + landschapsarchitekten, 2003. Masterplan Landtong Rozenburg: Groen podium in de haven. In opdracht van gemeente Rozenburg en gemeente Rotterdam.
GRO uitkijktoren
Projectcode
Status
Datum
Pagina
Landtong Rozenburg
2003-0348
Definitief
juli 2012
19 van 23
Bijlage 1 Afstand uitkijktoren tot buisleidingen
GRO uitkijktoren
Projectcode
Status
Datum
Pagina
Landtong Rozenburg
2003-0348
Definitief
juli 2012
20 van 23
Bijlage 2 Advies BOOR
GRO uitkijktoren
Projectcode
Status
Datum
Pagina
Landtong Rozenburg
2003-0348
Definitief
juli 2012
22 van 23