Inhoudelijk Jaarverslag Stichting Jens Van Daele 2013
Maart 2014
1
Inhoudelijk Jaarverslag Stichting Jens Van Daele 2013 Stichting Jens van Daele realiseerde in 2013 diverse projecten. • • • • • • • •
De nieuwe creatie Spring Tide die in de Schouwburg Arnhem in premiere ging op 28 september en daarna 25 keer speelde door het hele land De herneming van Battre le Fer/Battre le Noir in een speciale versie voor studenten van Codarts Rotterdam die twaalf keer speelde door heel Nederland De nieuwe creatie Splitting Crowd voor de studenten van de vooropleiding Codarts Rotterdam die twee maal speelde in de Schouwburg van Capelle a/d Ijssel Op uitnodiging van Schouwburg Eindhoven speelden wij Battre le Fer/Battre le Noir in de originele versie op 18 mei, dit in het programma Ontroerend goed. De opening van het Arnhemse Rozet op 10 december in het bijzijn van HKH Prinses Beatrix, met de nieuwe creatie L’ Escalier. 41 workshops doorheen het land in het kader van de voorstelling Spring Tide Twee concerten in de Waalse kerk door Ensemble Batida en Richard van Kruysdijk Een bedrijfsuitje
Wat volgt is een inhoudelijke beschrijving van de belangrijkste verrichtingen van Stichting Jens van Daele in 2013. 1) Spring Tide Een herbewerking van, een antwoord en vervolg op, A Spring (two) Matter Spring Tide kende zijn première in de Arnhemse Schouwburg op 27 september 2013 waarop een uitgebreide tournee van maar liefst 26 voorstellingen door Nederland volgden. Spring Tide is gebaseerd op en geïnspireerd door de creatie A Spring (two) Matter die ik in de zomer van 2012 in opdracht van het Jomba International Contemporary Dance Festival in Durban, Zuid-Afrika heb gemaakt. In Zuid-Afrika werkte ik voor het eerst samen met het Zwitsers/Franse Batida Ensemble met wie ik de samenwerking heb voortgezet voor Spring Tide. Ten eerste Alvorens grondig in te gaan op de verschillende facetten van Spring Tide wil ik het volgende met u delen. Het jaar 2013, oftewel de angst voor het jaar 2013. In de aanloop naar 2013 vreesden veel artiesten voor hun voortbestaan. De redenen hiervoor zijn u welbekend. De angst voor te weinig geld om nog te kunnen produceren. De angst dat er niet genoeg afzet bij theaters meer zou zijn en wanneer wel, er geen publiek zou zijn om hedendaagse dans te nuttigen. Ik wilde die angst mij niet laten overmannen en met moed en panache 2013 tegemoet treden. Dit resulteerde in de productie Spring Tide. Een voor ad-hoc gezelschappen - en zeker in deze tijd - best ambitieuze onderneming. De durf en doorzettingsvermogen hebben hun vruchten afgeleverd. Nagenoeg alle subsidies voor Spring Tide zijn binnengehaald. Na het overstappen van Theaterwerkplaats Generale Oost ( einde traject ) naar het Impresariaat Alles Voor De Kunsten in Amsterdam, kreeg onze afzet een geweldige knauw. Het dieptepunt was de verkoop van het overigens zeer goed ontvangen Battre le Fer/ Battre le Noir. 10 speelplekken met een aantal van 15 voorstellingen. In de aanloop naar 2013 besloten wij het heft in eigen hand te nemen en de verkoop van voorstellingen zelf te doen. Het was een moedige keuze om vaste danseres Patricia van Deutekom die taak te geven, iets wat zij nog nooit had gedaan. Het resultaat was er eentje om u tegen te zeggen. 26 voorstellingen in 22 steden. In deze tijd geen sinecure. Helaas moest tijdens het traject het Witte Theater afhaken vanwege sluiting van het theater. Het vermaledijde geld dat er niet was om deze prachtige plek open te houden. De angst dat er te weinig publiek zou zijn bleek ongegrond. Dat was de grootste opluchting voor onze club. Veel ruim uitverkochte theaters met wachtlijsten (helaas, maar gelukkig maar één afzegging; schouwburg Deventer,
2
vanwege te weinig verkochte kaarten in de voorverkoop). Bovendien een erg enthousiast publiek die ons menig open doekje gaven. Een deel van dat publiek waren jongeren. Een doelgroep voor de toekomst. Tijdens de tournee van Spring Tide die met iets meer dan twee maanden zeer beknopt was, hebben wij maar liefst 41 workshops gegeven. Wij gaven deze workshops gratis doorheen het land in bijna alle standplaatsen van de voorstelling, op voorwaarde dat de deelnemers ook naar de voorstelling zouden komen kijken. En dat deden ze (vrijwel) allemaal. Er gaat niets boven de magie van in een theater te zijn, en dans live te ondergaan. Voor veel jongeren was het een eerste kennismaking met dans (in een theater) en zodoende een eyeopener. Na het applaus bleven zij voor een nagesprek op toneel. Dit met dank aan de technici die nog niet konden beginnen met afbreken maar, geduldig de schoonheid van de zaak ondergingen. U zult begrijpen dat deze onderneming binnen het tijdslot van deze tournee zeer intensief was. Mijn trots gaat dan ook uit naar mijn medewerkers die dit mogelijk maakten en ons weer op de kaart hebben gezet: Jens van Daele’s Burning Bridges. Buiten het feit dat ik trots ben op Spring Tide moet ik ook zeggen dat het geen gemakkelijk proces was. Dit zult u kunnen lezen in onderstaande kritische evaluatie van Spring Tide. Vorm en werkwijze Mijn kracht en eigen signatuur die ik tijdens Brides for Peace en Battre le Fer/Battre le Noir heb ontdekt, heb ik voort kunnen zetten in de creatie van Spring Tide. Deze kracht en signatuur zitten er vooral in dat ik sferen bouw door zorgvuldig verschillende disciplines te assembleren. De signatuur zit niet perse in de choreografie, maar in het grote geheel. De juiste ploeg samenstellen en de in voornoemde producties geïntroduceerde werkwijze zijn daarin onontbeerlijk. Die nieuwe werkwijze bestaat er uit om eerst langdurig materiaal te verzamelen om pas in de (langere) montageperiode alles in de uiteindelijke vorm te gieten. Daar waar de vorm zich in het verleden vanaf dag één stap voor stap vastlegde en er feitelijk in de montage alleen nog licht moest worden gemaakt. Bij mijn nieuwe werkwijze is de hele crew volledig, en lange dagen, aanwezig tijdens de montageperiode. Met z’n allen doken wij die montage in. Met Spring Tide heb ik deze vormbepalende werkwijze doorgezet. Het resultaat mag er zijn, de weg ernaartoe was niet voor iedereen even gemakkelijk. Het langdurig verzamelen van materiaal zorgde nu en dan voor onzekerheden en onduidelijkheden bij de verschillende crewleden. De dansers Zes dansers, beter gezegd, drie koppels, heb ik uitgekozen op hun persoonlijke kwaliteit en persoonlijkheid. In tweede instantie bleken de onderlinge relaties binnen deze koppels ultiem materiaal om te gebruiken voor de voorstelling. 1) Yeli (NL) en Felipe (Costa Rica) die graag als ‘vers’ koppel wilden samenleven wat de productie Spring Tide voor hen mogelijk maakte. Tijdens de tournee vlogen zij van niet meer willen samenwerken, trouwen, uit elkaar gaan en nu weer samen zijn. 2) Jouke en Wojciech, de twee stagiaires van Codarts, leken en bleken onafscheidelijk, een schijnbaar koppel. Hun beider relaties gingen stuk tijdens de tournee met alle gevolgen van dien. 3) Denise en Patricia die verder gingen met hun dansrelatie uit te bouwen waar deze gestopt was na Battre le Fer/Battre le Noir. De symbiose tussen deze twee vrouwen was al eerder een “gouden” gebleken. De persoonlijke verwerking van het thema haat/liefde was moeilijk en confronterend voor de dansers. Het waren hun eigen verhalen: een ieder schreef zijn gedachten over haat en liefde op en liet ik vervolgens in dans omzetten. Het resultaat van dit uitwerken, uitpluizen,
3
herhalen en doorleven zie je terug in de voorstelling. Uiteindelijk heb ik niet meer gewerkt met een danser uit Zuid-Afrika. Dit enerzijds omdat de danseres die ik op het oog had niet meer beschikbaar was. Anderzijds was ik gaan twijfelen over het inzetten van een gekleurde danser tussen verder enkel blanke dansers. Dit zou een statement moeten of kunnen zijn en dat was niet wat ik voor ogen had met deze voorstelling. De dans Een ieders persoonlijkheid van elke danser afzonderlijk, was zeer belangrijk. Als maker wilde ik daar niet teveel op inbreken. Ik zorgde voor de kaders en het genre; qua beweging wilde ik vooral de eigenheid en authenticiteit van de danser behouden en bewaren. Het materiaal van Spring Tide is dientengevolge persoonlijk. Mijn rol in deze was veeleer als regisseur, niet perse als choreograaf. Hiermee stimuleerde ik hen ook tot het nemen van verantwoordelijkheid in plaats van het aanleren van mijn passen. Voor de dansers (met name de stagiaires) was deze manier van werken vaak lastig maar ook leerzaam. Dramaturgie De dramaturgie van Spring Tide is afwijkend. De klassieke vorm van om de tien minuten van stemming wisselen heb ik volledig naast me neergelegd. Spring Tide zijn eigenlijk twee lange lijnen. Te lange lijnen voor een klassieke dramaturgie. Deze lange lijnen vragen om uithouding, zowel van de dansers en de muzikanten als het publiek. Uiteindelijk wilde ik een zekere trance bereiken in de ervaring van het publiek. Je zou kunnen zeggen dat het doorschakelen is in plaats van terugschakelen. De stilte halverwege de voorstelling gaf daardoor zeggingskracht. Ik had verwacht dat deze lange lijnen moeilijk zouden liggen bij het publiek. Maar het publiek vond Spring Tide de meest toegankelijke Van Daele tot op heden; wat een verrassing! Muziek en muzikanten De samenwerking met het Frans/Zwitserse Batida Ensemble was opnieuw verfrissend, vernieuwend en spannend. Een jong en avontuurlijk collectief van rasmuzikanten. Naast het werken met de Batidas wilde ik ook opnieuw werken met Richard van Kruysdijk. Van Kruysdijk maakte (deels) de compositie voor Battre le Fer/Battre le Noir. Aanvankelijk zorgde de samenwerking tussen deze klassiek geschoolde muzikanten en “een door rock geïnspireerde componist” voor een clash. De Batidas waren bang voor teveel eenvoud. Later ontvouwde zich dit in respect en enorm veel zin in het aangaan van de compositie. De aanwezigheid van de muzikanten op het toneel was een absolute meerwaarde voor deze voorstelling. Het publiek was laaiend enthousiast over de live muziek. Rechten Sacre De nieuw gecomponeerde muziek van Spring Tide is gebaseerd op de Sacre du Printemps, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Een bewerking van de oorspronkelijke Sacre du Printemps is niet toegestaan, maar dit was ook niet mijn uitgangspunt. Ik wilde een compositie die de energie van de Sacre zou ademen. De eerste zes noten van de Sacre vormen de basis voor deze nieuwe compositie, maar iemand die de voorstelling zou hebben bezocht met het idee de Sacre du Printemps te horen zal van een koude kermis thuis gekomen zijn. Lichtplan Tom Verheijen, met wie ik al jarenlang zeer prettig en succesvol samenwerk heeft getekend voor het lichtontwerp. Het lichtontwerp was eigenlijk een loop van lichtstanden die het toeval
4
toelaten. Er waren haast geen vaste cues; kijken wat er gebeurd Het was meer verlichten dan belichten. Dit random idee sloot naadloos aan bij het random lijken en vaak ook echt random zijn van de momenten waarop dansers en muzikanten met elkaar cue-den. Video Aanvankelijk wilde ik opnieuw film beelden in Spring Tide integreren. Jessica van Rüschen (die eerder het videobeeld van mijn voorstellingen heeft gemaakt en een prachtige registratie1 van de voorstelling heeft verzorgd) heeft van alles onderzocht en uitgeprobeerd. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen het bewegend beeld achterwege te laten. Het bleek simpelweg een overbodig extra te zijn. Spring Tide heeft ook zonder de beelden, met de vier muzikanten, de zes dansers, het niet voor zichzelf sprekende lichtplan en alles wat de voorstelling doet opborrelen, genoeg informatie voor het publiek om te verwerken. Kostuums Mirte Engelhard heeft de dansers en de muzikanten gekleed. Mirte heeft gezocht naar de juiste balans tussen de wens en persoonlijkheid van de dansers/muzikanten en haar eigen werk. Gezien het feit dat zij de dansers en muzikanten stylde en niet van een kostuum voorzag heeft ze hen (deels) laten kiezen wat ze aanwilden. Dit resulteerde onder andere in gifgroene sokken welke Wojciech tijdens sommige voorstellingen droeg. Dit paste mijns inziens mooi in de lijn van de voorstelling waarin de dansers voor een groot deel zichzelf lieten zien. Het collectief, het team De werkwijze is de laatste jaren geëvolueerd naar het werken als een collectief. Spring Tide is een dansvoorstelling, maar tegelijkertijd een project waarbij diverse kunstenaars op verschillende vlakken samenwerken aan een samenspel in de kunsten. Dit betekent voor mij ook intensief samenwerken, verantwoordelijkheden delen en de autonomie van de verschillende kunstenaars respecteren. Uiteindelijk is mijn rol als choreograaf of misschien beter als ‘regisseur’ natuurlijk niet te verwaarlozen, er moet per slot van rekening wel iemand zijn die de koers van het schip in de gaten houdt. De pers/media Zie de evaluatie publiciteit en marketing voor een uitgebreid verslag. Hier wil ik in ieder geval een pers persquotes alvast met u delen. "De aanwezigheid van de musici op het toneel, hun bewegingen en onderlinge communicatie, zijn enorm fascinerend om te volgen tijdens de voorstelling. Met de aanslagen op twee typemachines, het zachte gefluister in microfoons en de slagen op een xylofoon, brengen de twee pianisten en twee slagwerkers een universum tot leven dat de dansers tot het uiterste zal drijven." (...) "De bewegingstaal die Van Daele met zijn dansers creëerde, is snel, ruig en vol. Vooral in duetten wordt onderlinge weerstand uitgeleefd, losse haren zwiepen vervaarlijk rond en zonder al te veel ophef worden borst of bil in het voorbijgaan door een ander beroerd. Er is handgemeen, een danser wordt letterlijk bij de keel gegrepen. Subtiel gaat het er beslist niet aan toe, toch is het idioom doordacht en vol variatie." (Marcelle Schots, Theaterkrant, www.theaterkrant.nl)
1
http://www.youtube.com/watch?v=zTqdNBgVxZk&feature=youtu.be
5
Een korte conclusie. Spring Tide is in al zijn aspecten en met al zijn medewerkers een collectieve teamprestatie geworden. Ik ben mijn team, het collectief erg dankbaar voor hun inzet en niet te vergeten artistieke, zakelijke en productionele bijdragen. Precies zoals ik het voor ogen had. Het geeft weer hoe ik wil werken en dat ik in de toekomst, ondanks de bekende donderwolken, zo verder wil. Spring Tide is de 2e voorstelling die volledig door Stichting Jens van Daele is geproduceerd. Spring Tide is ontzettend enthousiast ontvangen door het publiek, volle zalen, staande ovaties, veel speelplekken, jonge bezoekers. Daar doen wij het voor.
2) L’ Escalier. Choreograaf Jens Van Daele heeft een abstracte en theatrale dans- en muziekvoorstelling gemaakt, geïnspireerd door - en gedanst op de trap van de binnenstraat. Vanuit zijn werkruimte zag Jens het gebouw Rozet verrijzen. De imposante trap bracht hem op het idee van de hedendaagse dans l'Escalier. Vaste dansers van zijn Arnhems collectief Burning Bridges en studenten van de opleiding dansdocent aan ArtEZ hogeschool voor de kunsten Arnhem 'dopen' Rozet met hun zweet. Zij worden begeleid door musici die studeren of gestudeerd hebben aan ArtEZ. Als Stichting hebben wij het initiatief genomen en actief gewerkt aan het mogelijk maken van onze bijdrage aan de opening van Rozet. Daarin hebben wij naast eigen dansers van het gezelschap ook dansers en muzikanten van ArtEZ laten deelnemen. Als Arnhemse Stichting willen/moeten wij ons meer profileren binnen het Arnhemse. De opening van Rozet was daarin een duidelijk doel en het is een geslaagde missie geworden. In de toekomst zullen wij verder gaan om actief dit soort initiatieven mogelijk te maken. Niet passief afwachten om een opdracht te krijgen maar actief op zoek gaan naar mogelijkheden binnen de stad. Momenteel denken wij aan een bijdrage bij de opening van het nieuwe treinstation. We volgen ook de plannen rondom ArtA op de voet. Tevens zijn wij in gesprek met het Kroller Muller museum om daar iets te doen. 3) Concerten in de Waalse kerk. Als Stichting willen wij ons niet louter richten op het uitdragen van hedendaagse dans. De concerten in de Waalse kerk waren daar een exponent van. Het programma aldaar was veelzijdig en indrukwekkend. Het Batida Ensemble deed Le Sacre du Printemps (Stravinsky) in een 4-handen versie op piano, Fantaisie in e-moll van Schubert en 2 creaties van Thierry De Mey. Een aardige doorsnee van de laatste eeuwen muziekgeschiedenis. Richard van Kruysdijk completeerde de avond met zijn project Cut Worms op drums en electronica. Helaas was er weinig tot geen publiek. Onze les daarin is dat wij dit soort nevenprojecten prtechnisch anders, beter en eerder moeten aanvatten. Met deze les in gedachten willen wij in de toekomst doorgaan om met deze uit de dans springende projecten door te gaan. 4) Codarts en ArtEZ. Zoals u in de aanzet heeft kunnen lezen hebben wij diverse projecten gedraaid bij Codarts Rotterdam. Als weliswaar kleine Arnhemse club is het raar dat wij weinig zichtbaar zijn bij ArtEZ. Met L’Escalier hebben wij een aanzet gedaan om deze band aan te halen en actief in te zetten op een intensievere samenwerking. Onze expertise omtrent hedendaagse dans moet meer inzetbaar kunnen zijn binnen de stadsgrenzen. Als het in Rotterdam kan, moet het zeker hier zeker ook kunnen.
6
5) Paardenkathedraal Menig van onze dansers gaan regelmatig langs bij top fysiotherapeut Rob Tamminga. Hij vroeg ons om de eindejaarsreceptie in te vullen door een voorstelling van de Stichting. Een leuk initiatief waarin wij kansen zien om dit soort bezigheden vaker te doen. Een stukje cultureel ondernemerschap zeg maar. In de Paardenkathedraal te Utrecht op december presenteerden wij een herwerkte versie van Spring Tide met live muziek van Richard van Kruysdijk. Veel gasten die avond hadden nog nooit hedendaagse dans ervaren. Het was als eindejaars uitje een succes en een potentieel nieuw publiek voor de komende theatertour is hierbij zeker aangeboord. 6) Kroller-Müller Dansen met de Walking Man van Giacometti op de woorden van Anna Drijver. In november 2013 namen wij deel aan het programma TOP 75 van het Kroller-Müller museum. Een programma waar bekende Nederlanders hun keuze binnen de topstukken uit het museum mochten uitlichten en toelichten met een gedicht of literaire tekst. Wij werden gevraagd om 1 van die topstukken te voorzien van dans, licht en geluid onder de woorden en gedachten van actrice Anna Drijver, die haar visie op een wereldberoemd beeld ventileerde. De Walking Man van Giacometti. Het werd een duet tussen de statische Walking Man en danseres Patricia van Deutekom. Het was een verluchting en verlichting hoe Anna en Patricia dit iconische beeld naar een andere dimensie tilden. De man kwam als het ware tot leven. Een vaste medewerker van het museum had het commentaar dat ze de Walking Man nooit zo levendig op het netvlies had gekregen. Ik ben het daarmee eens. Het beeld kreeg een andere, rijkere waarde. De Walking Man die in stilstand toch even ontsnapte uit de stilte en saaiheid die helaas toch vaak bestaat in musea. De Walking Man zegt an sich veel. Met tekst, dans, licht (niet de akelige tl’s die regeren in musea) kan je een wereldberoemd beeld net dat ietsje sexier maken om naar te kijken. De aanwezige bezoekers (Japanners vooral) dachten er ook zo over. De Walking Man kreeg plots de aandacht gedurende 15 minuten. Dit in plaats van een vluchtige passage langs dit magnifieke beeld. Anticiperende, opliftende kunst. Het lijkt me een vlucht naar de toekomst. Zeker voor herhaling vatbaar. Een nawoord. Stichting Jens van Daele heeft in het gevreesde jaar 2013 behoorlijk wat initiatieven mogelijk gemaakt. Veel voorstellingen gedraaid voor veel en enthousiast publiek. Met dit verworven elan willen wij de komende jaren met veel ‘’grinta’’ verder gaan. In de stad, in het land en in het buitenland. Jens van Daele
7