JAARVERSLAG PARTICIPATIEFONDS 2006
INHOUD
Jaarverslag Participatiefonds 2006
VERSLAG VAN HET BESTUUR
4 Inhoudsopgave
1 DOELSTELLINGEN
7
2 TOEKOMST VAN HET PARTICIPATIEFONDS
9
3 FINANCIEEL VERSLAG Kerncijfers Jaarrekening Rekening van baten en lasten Toelichting Overige gegevens Accountantsverklaring
4 DE ACTIVITEITEN VAN HET PARTICIPATIEFONDS Instrumenten Premies Controle
5 INSTROOMBEPERKING Reglementen Participatiefonds Ontslagmeldingen Matching
6 UITSTROOMBEVORDERING Re-integratiebeleid Het OALT-project Van ID naar Werk
7 PERSONEELSBELEID EN MOBILITEITSBEVORDERING Begeleiding van scholen Onderwijsvacaturebank Cliëntenplatform Voorlichting en communicatie
8 BEZWAAR EN BEROEP De mogelijkheden Commissie bezwaarschriften De bezwaarschriften De beroepschriften Intern klachtrecht
9 ORGANISATIE Het Algemeen Bestuur Het Dagelijks Bestuur De Auditcommissie Het bestuursbureau De Uitvoeringsorganisatie Zoetermeer De Uitvoeringsorganisatie Heerlen
11 12 13 14 15 22 23 25 26 27 27 29 30 30 31 37 38 39 40 41 42 43 43 43 45 46 46 47 49 49 51 52 53 53 54 55 56
Jaarverslag
Wettigt dit alles nu de conclusie dat het in 1996
scholen) is door middel van een betaling ineens
Jaarverslag
Participatiefonds 2006
ingezette beleid – in de vorm van het oprichten
aan OCW gerestitueerd. Daarmee is tevens
Participatiefonds 2006
van het Participatiefonds – zorg heeft gedragen
beoogd om de reservepositie van het fonds
Verslag van
voor een halvering van de werkloosheids-
binnen de met het ministerie van OCW afge-
Verslag van
het bestuur
uitgaven?
sproken bandbreedte te brengen.
het bestuur
Dat zou wat al te aanmatigend zijn. Ook andere
In het verslagjaar zijn de uitkeringskosten ten
factoren (zoals de ontwikkelingen op de arbeids-
opzichte van 2005 gedaald met circa 7%.
markt en de uitbreiding van het personeels-
De re-integratiekosten daarentegen bedragen
volume in het onderwijs) hebben er aan bijge-
in 2006 meer dan het tienvoudige van de kosten
dragen dat het fonds er in is geslaagd het volu-
in 2005. De verklaring voor deze schijnbaar
me aan werkloosheidsuitgaven te beheersen en
tegenstrijdige ontwikkeling moet worden
aanmerkelijk te verminderen.
gezocht in een tweetal factoren. De re-integratie van enkele groepen werklozen, afkomstig uit
VERSLAG VAN HET BESTUUR
HET JAAR 2006
de VO-sector, zal ook in de komende jaren
DE EXPLOITATIE
worden verzorgd door het Participatiefonds.
Het verslagjaar 2006 kon met een positief resul-
Aangezien hiervoor in de toekomst geen
taat van circa € 3 mln worden afgesloten.
financieringsbron bestaat, zijn de kosten ten
In de loop van het jaar werd uit de realisatie-
laste van 2006 gebracht.
De kerntaak van het Participatiefonds is het
onderwijs € 86,7 mln en voortgezet onderwijs
cijfers duidelijk dat de premie-inkomsten van
beheersen van het volume aan werkloosheids-
€ 57,5 mln). Gecorrigeerd voor inflatie en reke-
het fonds meer dan voldoende waren om de
Een tweede factor is de wijziging van artikel
uitgaven in het primair en voortgezet onder-
ning houdend met de toename van de werkgele-
uitgaven te kunnen dekken.
72A WW, op grond waarvan overheidswerkge-
wijs. 2006 is het laatste jaar dat het Bestuurs-
genheid in het primair en voortgezet onderwijs,
verslag met die zin kan openen; met ingang
kan de conclusie worden getrokken dat de
De belangrijkste oorzaak hiervoor was het
spraak kunnen maken op subsidie van UWV
van 1 januari 2007 is het voortgezet onderwijs
werkloosheidsuitgaven – als aandeel in de totale
achterwege blijven van de verwachte grote
voor re-integratiekosten. In het jaar 2006 wordt
namelijk niet langer wettelijk verplicht bij
personele uitgaven – gehalveerd zijn tussen
instroom in de uitkeringsregelingen van werk-
deze lastenvermeerdering voor het eerst in zijn
het fonds aangesloten.
1996 en 2006.
nemers die op een ID-baan (in- en doorstroom-
volle omvang zichtbaar.
vers met ingang van 1 juli 2005 niet langer aan-
baan) werkzaam waren in het onderwijs. Dat Het Participatiefonds is in augustus 1995 opge-
Interessant is ook om die bedragen af te zetten
leidde tot minder uitgaven aan werkloosheids-
INSTROOMTOETS
richt; 1996 was het eerste volledige kalender-
tegen de verwachtingen die men in 1996 koes-
uitkeringen, maar ook tot minder re-integratie-
Schoolbesturen zijn zelf verantwoordelijk voor
jaar dat het fonds ‘operationeel’ was.
terde met betrekking tot de toekomstige ont-
kosten dan oorspronkelijk werd verwacht.
de uitkeringskosten van door hen veroorzaakte
wikkeling van de werkloosheidsuitgaven.
Het is niet ondenkbaar dat het hier geen afstel,
ontslagen, tenzij het Participatiefonds die kos-
Het zou in het bestek van dit bestuursverslag
Het in 1996 uitgekomen (geruchtmakende)
maar slechts uitstel van betaling betreft.
ten overneemt. Daartoe kan een schoolbestuur
veel te ver voeren om ter gelegenheid van het
onderzoeksrapport ‘De Jaren Tellen’ bevat de
Er moet nog steeds rekening mee worden
een verzoek bij het fonds indienen in de vorm
uittreden van het voortgezet onderwijs terug te
voorspelling dat zonder beleidswijzigingen de
gehouden dat er op enig moment in 2007 of
van de aanmelding van het (voorgenomen)
blikken op al hetgeen er sedert 1996 is gebeurd
werkloosheidsuitgaven in 2010 in het primair
2008 nog een verhoogde instroom van ID-ers
ontslag voor de zogenaamde instroomtoets.
en bereikt. Een vergelijking tussen de financiële
onderwijs en het voortgezet onderwijs in totaal
in de uitkeringsregelingen kan optreden.
Met behulp van die toets beoordeelt het fonds
cijfers uit 1996 met die van 2006, biedt echter
€ 262 mln zullen bedragen (zonder rekening
wel enig houvast.
te houden met inflatie).
de (on)vermijdbaarheid van een ontslag. Vanwege dat (zeer moeilijk in te schatten) risico en tevens vanuit een oogmerk om al te grote
Ook bij de instroomtoets doet zich – net als
In 1996 bedroegen de werkloosheidsuitgaven
Alhoewel er nog meer dan twee jaar te gaan zijn
schommelingen in de premiehoogte te voor-
bij de kosten voor re-integratie – een enigszins
voor het primair onderwijs en het voortgezet
voordat het jaar 2010 aanbreekt, en er in die
komen is door het Bestuur in overleg met OCW
paradoxale ontwikkeling voor. Ondanks een
onderwijs samen € 185 mln (primair onderwijs
tussentijd nog heel veel kan gebeuren, zal er
besloten de premie niet tussentijds in 2006 te
dalende tendens bij de uitkeringskosten is er
€ 85 mln en voortgezet onderwijs € 100 mln.).
naar verwachting toch niemand te vinden zijn
verlagen. De meevaller in termen van een te
sprake van een stijgende trend in het aantal
Tien jaar later, in 2006, waren deze uitgaven
die zijn geld zou durven zetten op het uitkomen
hoge premieopbrengst voor het fonds (en de te
ontslagen dat voor de instroomtoets wordt
gedaald tot in totaal € 144 mln (primair
van die voorspelling.
hoge door OCW gefinancierde opslag aan de
aangemeld. Een belangrijke factor die daarbij
Jaarverslag Participatiefonds 2006
waarschijnlijk een rol speelt is de krapper
beleidswijziging het gewenste effect heeft
wordende arbeidsmarkt in de onderwijssector.
gesorteerd. Ultimo het verslagjaar waren er
Daardoor nemen de mobiliteitsmogelijkheden
1.420 werklozen ‘in traject’.
Verslag van
voor het onderwijspersoneel en het aantal ont-
het bestuur
slagen (op eigen verzoek) toe. Onderzocht zou
BEDRIJFSVOERING
kunnen worden of schoolbesturen, onder druk
Door het Bestuur van het fonds wordt er nauw-
van de krapte op de arbeidsmarkt, in hun aan-
lettend op toegezien dat de verbetering van de
namebeleid wellicht wat minder kritisch (moe-
bedrijfsvoering van het fonds, de controle-
ten) selecteren, met een toename van het aantal
systematiek, de financiële verslaglegging,
ongeschiktheidontslagen als gevolg.
de doelmatigheid en de interne- en externe verantwoording gelijke tred houden met de toe-
RE-INTEGRATIE
genomen eisen die door de omgeving van de
Sedert de oprichting draagt het fonds de verant-
fondsen, door de zogenaamde ‘stakeholders’
woordelijkheid voor de re-integratie van werk-
daaraan worden gesteld. De door het Bestuur
lozen uit de aangesloten sectoren. Door de
ingestelde Auditcommissie speelt daar een
invoering van de WW voor de overheids- en
belangrijke rol bij.
onderwijssector in 2001 is de uitvoering van die taak aanmerkelijk complexer geworden. Vele
TENSLOTTE
andere overheidswerkgevers zagen zich door
Het aantal verplicht bij het Participatiefonds
een wetswijziging in 2005 – waarbij zij wette-
aangesloten onderwijssectoren is in de loop der
lijk verplicht re-integratieverantwoordelijk wer-
jaren geleidelijk afgenomen. Het Bestuur van
den – ook met die complexiteit geconfronteerd.
het fonds ziet dat proces niet als een geleidelij-
Het Participatiefonds heeft mede aan de wieg
ke afkalving van zijn bestaansrecht, maar als
gestaan van een aantal informele netwerken en
een gewenste ontwikkeling in de richting van
samenwerkingsverbanden van overheidswerk-
meer financiële zelfstandigheid en verantwoor-
gevers, waarbinnen de opgedane ervaringen
delijkheid voor de schoolbesturen in de
worden gedeeld en waar nodig gezamenlijk
‘uitgetreden’ sectoren.
wordt opgetrokken, met name in de richting van UWV en CWI.
Met ingang van 1 januari 2007 is het fonds uitsluitend nog werkzaam voor het Primair Onder-
In 2005 heeft het Participatiefonds het re-inte-
wijs. De oprichters van het fonds (de minister
gratiebeleid over een totaal andere boeg
van OCW en de sociale partners), hebben tot op
gegooid. Voorheen werd de re-integratie van alle
heden niet te kennen gegeven dat zij de vereve-
werklozen aan één re-integratiebedrijf gegund.
ning van werkloosheidskosten in het primair
In 2005 is overgestapt op een openbare aanbe-
onderwijs via het Participatiefonds niet langer
stedingsprocedure, die ook in 2006 is gevolgd.
noodzakelijk achten. Komt er een moment
Dit heeft geresulteerd in contracten met meer-
waarop zij van mening zijn dat de financiële
dere bedrijven voor verschillende doelgroepen
risico’s van werkloosheid bij de individuele
werklozen.
schoolbesturen in het primair onderwijs dienen te liggen? De tijd zal het leren.
(
Die werkwijze moet het mogelijk maken om tot ‘benchmarking’ tussen de verschillende aanbie-
1 DOELSTELLINGEN
Rotterdam, 4 juli 2007
ders van re-integratiediensten en derhalve tot
)
een effectiever beleid te komen. In 2006 waren
Dr. G.J. van der Top,
er nog onvoldoende re-integratietrajecten afge-
Voorzitter
rond om al te kunnen beoordelen of deze
WAAR STAAT HET PARTICIPATIEFONDS VOOR?
)
WAT IS HET BELEID, WAT WIL HET FONDS BEREIKEN EN HOE? (
(
(
Jaarverslag Participatiefonds 2006 Hoofdstuk 1
DOELSTELLINGEN
Het Participatiefonds is verantwoordelijk voor het beheren en terug- dringen van de werkloosheidsuitgaven in het primair en voortgezet onderwijs. Scholen in het primair en voortgezet onderwijs moeten zelf de door hen veroorzaakte werkloosheidskosten betalen, tenzij het Participatiefonds die kosten vergoedt.
Het Participatiefonds betaalt de uitkerings-
ele medewerkers die werkloos zijn of worden,
kosten van werkloos onderwijspersoneel, mits
onder andere met re-integratietrajecten, waar-
een schoolbestuur kan aantonen voldoende
bij zij worden begeleid bij het vinden van werk.
inspanningen te hebben geleverd om een ontslag te vermijden en de medewerker, voor
Uitgangspunten in het beleid van het
zover mogelijk, een alternatief te hebben gebo-
Participatiefonds zijn:
den: binnen de school, of daarbuiten. Om deze
> gezamenlijk dragen scholen en schoolbestu-
voorwaarden te toetsen, heeft het Participatie-
ren het risico van werkloosheidsuitgaven;
fonds de Instroomtoets ontwikkeld. Daarmee
> beheersing van de werkloosheidskosten;
wordt bepaald of de werkloosheidskosten,
> terugdringen van (langdurige) werkloosheid;
die voortvloeien uit een ontslag, wel of niet
> maatwerk voor scholen;
vergoed worden door het Participatiefonds.
> anticiperen op nieuwe ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in wet- en regelgeving op
Het Participatiefonds ondersteunt daarnaast
het gebied van sociale zekerheid;
scholen bij het opzetten van hun personeels- en
^
> stimuleren van eigen verantwoordelijkheid
2 TOEKOMST
»
en zelfredzaamheid van scholen.
mobiliteitsbeleid. Een goed beleid op dit punt vormt de basis voor een prettige werkomgeving
»
voor het personeel, bevordert de kwaliteit van
VERANDERINGEN OP KOMST?
^
het onderwijs en kan mogelijk ontslagen voorkomen. Het fonds zet zich ook in voor individu-
^
»
Jaarverslag Participatiefonds 2006 Hoofdstuk 2
TOEKOMST VAN HET PARTICIPATIEFONDS
Na het uittreden van het voortgezet onderwijs uit het Participatiefonds per 1 januari 2007, werkt het fonds uitsluitend nog voor het primair onderwijs. Voor de nabije toekomst worden geen ingrijpende structuurof beleidswijzigingen verwacht. Bij het Bestuur van het fonds zijn althans geen voornemens van de minister van OCW of van de sociale partners bekend die bijvoorbeeld zouden wijzen in de richting van verdergaande decentralisatie of van een stelselwijziging.
Als de voortekenen niet bedriegen, zal het
Aan de andere kant zal de druk op het
fonds de komende jaren moeten opereren op
Participatiefonds naar verwachting toenemen
een steeds krapper wordende onderwijsarbeids-
om diegenen die desondanks in een uitkerings-
markt. Verwacht mag dan ook worden dat er
situatie verkeren, weer snel te laten participe-
vooralsnog geen einde zal komen aan de reeds
ren in het arbeidsproces. Daarbij mag echter
jaren geleden ingezette daling van de werkloos-
niet worden vergeten dat het uitkeringsbestand
heidsuitgaven.
van het fonds een groep oudere werklozen bevat die reeds enige jaren werkloos is en voor
Een belangrijke taak van het Participatiefonds
wie een ontheffing van de sollicitatieplicht
is de re-integratie van werklozen. Vanwege (toe-
geldt. De re-integratiemogelijkheden voor die
komstige) tekorten op de onderwijsarbeids-
groep zijn uiterst beperkt.
markt zullen de activiteiten van het fonds op
%
dat beleidsterrein in omvang kunnen verminde-
3 FINANCIEEL VERSLAG
%
ren. Het zal voor medewerkers die worden ontslagen immers in toenemende mate makke-
=
GEEFT INZICHT IN DE GELDSTROMEN.
=
DAARMEE LEGT HET FONDS FINANCIËLE
lijker worden om snel weer een nieuwe baan
VERANTWOORDING AF.
te vinden. =
10
%
JAARREKENING | balans per 31 | 12 | 2006 na resultaatverdeling (alle bedragen x € 1.000)
Jaarverslag
Jaarverslag
Participatiefonds 2006
Participatiefonds 2006
Activa
2006
2005
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 3
Kortlopende vorderingen
5.364
5.631
Transitorische activa
4.145
7.976
Liquide middelen
80.970
45.323
TOTAAL
90.479
58.930
Passiva
FINANCIEEL VERSLAG
2006
2005
EIGEN VERMOGEN
Reserve business
21.244
18.312
864
864
22.108
19.176
Uitkering aan OCW
32.000
–
Te betalen uitkeringen
28.254
31.418
Nog te betalen facturen
1.591
1.405
Transitorische passiva
6.526
6.931
90.479
58.930
Reserve arbeidsmarktbeleid
KERNCIJFERS | alle bedragen x € 1.000 KORTLOPENDE SCHULDEN
ULTIMO 2006
ULTIMO 2005
PRIMAIR ONDERWIJS
Schoolbesturen
1.382
1.520
Onderwijsinstellingen
7.585
7.724
Premiepercentage*
2,23
2,85
Opslagpercentage*
1,47
2,85
119.095
103.538
86.764
88.410
351
325
Totale premie-opbrengsten PO Totale uitkeringskosten PO
TOTAAL
VOORTGEZET ONDERWIJS
Schoolbesturen Onderwijsinstellingen
643
560
Premiepercentage*
2,16
3,14
Opslagpercentage*
2,16
3,11
Totale premieopbrengsten VO
65.220
69.890
Totale uitkeringskosten VO
57.526
64.798
*) De premie wordt berekend over het bijdrage-inkomen, de opslag over de gemiddelde personeelslast.
12
13
Jaarverslag
REKENING VAN BATEN EN LASTEN | alle bedragen x € 1.000
TOELICHTING
Jaarverslag
Participatiefonds 2006
Participatiefonds 2006
2006
2005
Hoofdstuk 3
Waarderingsgrondslagen Hoofdstuk 3
TOEGEPASTE STANDAARDEN JAARREKENING BATEN
Premie PO
119.095
Premie VO
103.538
65.220
69.890
184.315
173.428
Subsidies
2.538
2.479
Rentebaten
1.914
374
De jaarrekening is opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Alle bedragen zijn opgenomen in € 1.000. BALANS
Tenzij anders vermeld, worden activa en passiva gewaardeerd tegen de nominale waarde. Vorderingen worden gewaardeerd
TOTAAL BATEN
188.767
176.281
tegen de nominale waarde onder aftrek van een eventuele voorziening wegens vermoedelijke oninbaarheid.
LASTEN
Uitkeringskosten PO
61.516
62.355
Uitkeringskosten VO
47.315
54.703
108.831
117.058
REKENING VAN BATEN EN LASTEN
Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Verliezen
Suppletie en samenloop PO
12.804
13.466
en risico’s die hun oorsprong vinden vóór het
Suppletie en samenloop VO
10.211
10.095
einde van het boekjaar worden in acht geno-
23.015
23.561
men, indien zij vóór het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
12.444
12.589
6.068
1.615
PRESENTATIE
Uitvoeringskosten
3.237
3.498
In de jaarrekening 2006 is een aantal andere
Bijzondere lasten
32.240
–
ID en OALT Kosten arbeidsmarktbeleid
termen gebruikt dan in 2005 om een scherper beeld te geven van de aard van de betreffende post. In de toelichting op de Rekening van
TOTAAL LASTEN
185.835
158.321
baten en lasten zijn in afwijking van 2005 de resultaten per activiteitengebied aangegeven.
RESULTAAT
2.932
17.960
De presentatie van de cijfers over 2005 is dienovereenkomstig aangepast.
14
15
Jaarverslag Participatiefonds 2006
Toelichting op de balans
PASSIVA
Jaarverslag
ACTIVA
EIGEN VERMOGEN
Participatiefonds 2006
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 3 KORTLOPENDE VORDERINGEN
2006
2005
RESERVE BUSINESS
2006
2005
Te vorderen premie
2.771
2.010
Te vorderen wachtgelden
2.463
3.001
SALDO BEGIN BOEKJAAR
18.312
1.216
Te vorderen OCW
–
Te vorderen UWV
130
620
Resultaat boekjaar PO
34.245
15.502
–
Resultaat boekjaar VO
7.694
5.092
5.364
5.631
Resultaat boekjaar Uitvoering TOTAAL VORDERINGEN
De kortlopende vorderingen hebben betrekking op in rekening gebrachte, maar nog niet
(3.237)
(3.498)
(32.240)
–
Dotatie aan reserve Arbeidsmarkt
(3.530)
–
SALDO EINDE BOEKJAAR
21.244
18.312
Overige lasten
ontvangen bedragen. De Reserve Business wordt jaarlijks gemuteerd met het saldo van de opbrengsten en kosten in het kader van de activiteiten van het Participatiefonds. De reserves zijn bedoeld TRANSITORISCHE ACTIVA
2006
2005
3.926
7.921
overeengekomen dat het Participatiefonds een solvabiliteitsreserve dient aan te houden,
219
55
die zich bevindt tussen 1% en 5% van de gemiddelde programma- en uitvoeringskosten
om de continuïteit en solvabiliteit van het Participatiefonds veilig te stellen. In de beheersovereenkomst tussen het Ministerie van OCW en het Participatiefonds is
Premie over vakantiegeld Te vorderen rente
over de afgelopen drie boekjaren voor het primair onderwijs. De reserve wordt vermeerTOTAAL TRANSITORISCHE ACTIVA
4.145
7.976
derd met een aanvullende reservebuffer van € 5 mln. Voor 2006 betekent dit dat de reserves zich dienen te bevinden tussen € 6 mln. en € 12 mln.
De premie over vakantiegeld betreft de premie, die is opgebouwd in de periode juni tot en met december, berekend volgens het dan geldende premiepercentage. Deze premie wordt RESERVE ARBEIDSMARKTBELEID
afgerekend bij de uitkering vakantiegeld in mei van het volgende jaar.
2006
2005
864
–
(3.530)
864
SALDO BEGIN BOEKJAAR LIQUIDE MIDDELEN
2006
2005
80.970
45.323
Resultaat boekjaar Dotatie uit reserve Business
REKENING COURANT MINISTERIE VAN FINANCIËN
3.530
SALDO EINDE BOEKJAAR
864
De liquide middelen zijn direct opeisbaar en rentedragend. Gedurende de maand worden gelden op kortlopende deposito gezet. De hoge liquiditeitspositie wordt in 2007 terugge-
Voor 2006 en 2007 is met het Ministerie van OCW overeengekomen dat het negatieve
bracht door middel van een eenmalige betaling aan OCW.
saldo op Arbeidsmarktbeleid wordt gefinancierd uit de Reserve Business.
16
17
864
Jaarverslag
BETALING AAN OCW
2006
2005
Participatiefonds 2006
32.000
EENMALIGE BETALING
–
Per 1 januari 2007 is de VO-sector uitgetreden
Jaarverslag
uit het Participatiefonds. Op verzoek van de VO-
Participatiefonds 2006
raad en in overleg met het Ministerie van OCW continueert het Participatiefonds de re-integra-
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 3
tie-inspanningen voor de VO-sector voor het
In 2006 is in overleg met het Ministerie van OCW besloten om de reserves binnen de in de
bestaande bestand. De bijbehorende activiteiten
beheersovereenkomst afgesproken bandbreedte te brengen. In april 2007 is besloten dat
lopen door tot 2010. De kosten ervan zijn inte-
in de vorm van een eenmalige betaling aan het Ministerie te doen.
graal ten laste van 2006 gebracht wegens het ontbreken van baten gedurende deze periode. Op de reservering is het van de VO-sector te ontvangen bedrag in mindering gebracht.
TE BETALEN UITKERINGEN
Te betalen WW, BWOO en BBWO Te betalen suppletie en samenloop
2006
2005
22.062
28.321
6.192
3.097
NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN Het Participatiefonds heeft langlopende verplichtingen ten aanzien van de re-integratie
TOTAAL
28.254
31.418
van werklozen uit de PO-sector. De omvang hiervan wordt geschat op € 2 mln.
NOG TE BETALEN FACTUREN
TOTAAL
2006
2005
1.591
1.405
De post nog te betalen facturen heeft betrekking op in 2007 ontvangen facturen in het kader van de uitvoering over 2006.
2006
2005
Te betalen vakantiegelden
3.633
3.153
Te betalen re-integratie VO
2.787
–
106
3.778
6.526
6.931
TRANSITORISCHE PASSIVA
Overige transitoria TOTAAL TRANSITORIA
De te betalen vakantiegelden hebben betrekking op in de periode juni tot en met december opgebouwde rechten op vakantiegeld.
18
19
Jaarverslag
Toelichting op de rekening van baten en lasten
ARBEIDSMARKTBELEID
2006
2005
Jaarverslag
Participatiefonds 2006
Participatiefonds 2006 SUBSIDIES
Hoofdstuk 3
2006
2005
PREMIE-OPBRENGSTEN
119.095
103.538
PRIMAIR ONDERWIJS
Re-integratiekosten Casemanagement OALT projectkosten
Uitkeringskosten Suppletie en samenloop
61.516
62.355
Overige kosten arbeidsmarktbeleid
13.466
TOTAAL KOSTEN ARBEIDSMARKTBELEID
12.804
ID-banen
3.774
695
OALT
8.670
11.894
12.444
12.589
TOTAAL UITKERINGEN PO
86.764
88.410
RENTE OPBRENGSTEN
1.914
374
ID en OALT
2.538
2.479
5.116
436
408
207
32
120
512
852
6.068
1.615
RESULTAAT ARBEIDSMARKTBELEID
(3.530)
864
Onder de kosten arbeidsmarktbeleid zijn de kosten van het activeringsbeleid en preventie van werkloosheid voor zowel primair onderwijs als voortgezet onderwijs verantwoord. De re-integratie van werklozen afkomstig uit de VO-sector, die ontslagen zijn voor 1 januari
RESULTAAT PO
34.245
15.502
2007 dan wel ouder dan 50 jaar en verwachte ontslagen tot 30 juni 2007, zal ook in de komende jaren worden verzorgd door het Participatiefonds. Aangezien hiervoor in de toekomst geen financieringsbron bestaat, zijn de kosten ten laste van 2006 gebracht. Het
Het premiepercentage voor de PO-sector bedroeg van 1 januari tot en met 31 juli 2006
resultaat Arbeidsmarktbeleid wordt ten laste van de reserve Arbeidsmarktbeleid gebracht.
2,85% en voor de overige maanden 2,23%. In de premiestelling was rekening gehouden met aanzienlijke uitkeringskosten voor ID en OALT. Door het achterblijven van de verwachte instroom van ID is een hoog positief resultaat ontstaan. De hieruit voortvloeiende kasstroom resulteerde in hoge rente-opbrengsten, die zijn toegerekend aan het resultaat
UITVOERING
2006
2005
–
–
primair onderwijs. Het resultaat primair onderwijs is toegevoegd aan de reserve Business. BATEN
Kosten bestuur
2006
2005
65.220
69.890
Uitkeringskosten
47.315
54.703
Suppletie en samenloop
10.211
10.095
TOTAAL UITKERINGEN VO
57.526
64.798
7.694
5.092
VOORTGEZET ONDERWIJS
Kosten bestuursbureau Veldcontroles
PREMIE-OPBRENGSTEN
RESULTAAT VO
Kosten uitvoeringsorganisatie
45
52
765
821
304
304
1.034
1.232
Uitvoering instroomtoets
1.089
1.089
TOTAAL KOSTEN UITVOERING
3.237
3.498
(3.237)
(3.498)
RESULTAAT UITVOERING
Aan het Bestuur worden uitsluitend vacatiegelden en onkostenvergoedingen uitgekeerd. Het premiepercentage voor de VO-sector bedroeg voor het gehele jaar 2,16%. De kosten bleven in 2006 licht achter op de begroting. In overleg met OCW is besloten om het premiepercentage niet tussentijds te verlagen. Het resultaat voortgezet onderwijs is toegevoegd aan de reserve Business.
20
21
Hoofdstuk 3
Jaarverslag
BIJZONDERE LASTEN
2006
2005
Jaarverslag
Participatiefonds 2006
Participatiefonds 2006
Resultaten voorgaande jaren Hoofdstuk 3
240
–
Betaling aan OCW
32.000
–
TOTAAL
32.240
–
Hoofdstuk 3
De resultaten voorgaande jaren hebben betrekking op afrekeningen uit 2004, waarvan de hoogte niet eerder kon worden bepaald. In 2006 is in overleg met het Ministerie van OCW besloten om de reserves binnen de in de beheersovereenkomst afgesproken bandbreedte te brengen. In april 2007 is besloten dat in de vorm van een eenmalige betaling te doen.
OVERIGE GEGEVENS De statuten bevatten geen bepalingen aangaande de resultaatbestemming. In de vergadering van het Algemeen Bestuur van 7 juni 2007 is besloten het resultaat als volgt te bestemmen: > H et negatieve resultaat Arbeidsmarktbeleid van € 3,530 mln. wordt ten laste van de Reserve Arbeidsmarktbeleid gebracht. Uit de reserve Business wordt een dotatie aan de reserve Arbeidsmarktbeleid gedaan ter grootte van dit bedrag. > H et resultaat primair onderwijs, het resultaat voortgezet onderwijs en het resultaat Uitvoering alsmede de Overige resultaten ter grootte van in totaal € 6,462 mln. worden toegevoegd aan de reserve Business.
22
23
Jaarverslag Participatiefonds 2006 Hoofdstuk 3
&
4 ACTIVITEITEN +
&
EEN AANTAL PREVENTIEVE INSTRUMENTEN OM
+
DE WERKLOOSHEIDSUITGAVEN IN TE PERKEN EN TE BEHEERSEN KOMT HIER AAN DE ORDE. +
24
&
Jaarverslag Participatiefonds 2006
PREMIES
Jaarverslag
De premies van het Participatiefonds worden
Participatiefonds 2006
per soort onderwijs vastgesteld. De premies Hoofdstuk 4
worden uitgedrukt in een percentage van het
Hoofdstuk 4
zogenaamde bijdrage-inkomen van alle bij het bevoegd gezag in dienst zijnde personeelsleden, met uitzondering van de vervangers. De inning van de premie vindt grotendeels automatisch plaats via het CASO-systeem.
CONTROLE CONTROLE PREMIE
Om de werklast voor de bevoegde gezagsorga-
DE ACTIVITEITEN VAN HET PARTICIPATIEFONDS
nen en administratiekantoren te verminderen is de controle voor het Participatiefonds zoveel als mogelijk gekoppeld aan de controle van het Vervangingsfonds. Daar waar het niet mogelijk is (bijvoorbeeld bij bijzondere opdrachten) geschiedt de controle separaat. Bij de controle
In hoofdstuk 1 van dit verslag stond het al beschreven: het Participatiefonds is verantwoordelijk voor het beheren en terugdringen van de werkloosheidsuitgaven in het primair en voortgezet onderwijs. In dit verslag wordt gerapporteerd over alle activiteiten die het fonds in 2006 heeft ondernomen om de genoemde doelstellingen te behalen. Dit inleidende hoofdstuk geeft aan welke instrumenten het Participatiefonds hiervoor benut. Tevens worden de premies van het fonds bekeken en komt de controle van het fonds aan de orde.
INSTRUMENTEN
fonds hanteert om werkloosheidskosten te
Onderwijsinstellingen in het primair en voort-
voorkomen. Daarnaast onderneemt het
gezet onderwijs zijn zelf verantwoordelijk voor
Participatiefonds verschillende activiteiten in
de door hen veroorzaakte werkloosheidskosten,
het kader van personeels- en mobiliteitsbeleid
tenzij het Participatiefonds die kosten vergoedt.
om onderwijsinstellingen te ondersteunen in
Het Participatiefonds heft een premie bij de
hun beleid om ontslagen zoveel mogelijk te
schoolbesturen voor de financiering van de
voorkomen. Ook met het inzetten van preven-
werkloosheidskosten die ten laste van het fonds
tieve instrumenten zal er altijd sprake zijn van
komen. Om te kunnen bepalen of het fonds
instroom in een (werkloosheids) uitkering.
deze kosten vergoedt, dienen schoolbesturen
Daarom heeft het fonds voor de herintreding
ontslagen te melden bij het Participatiefonds.
van wachtgelders c.q. werklozen op de arbeids-
Met behulp van de, in de reglementen van het
markt een sluitende aanpak ontwikkeld, dat
fonds uitgewerkte, instroomtoets wordt
wil zeggen dat werklozen worden begeleid
bepaald of het fonds de kosten overneemt,
totdat zij een nieuwe baan hebben gevonden.
met betrekking tot de premie Participatiefonds worden zelden fouten geconstateerd. In 2005 is naar aanleiding van de premiecontrole per saldo een bedrag van € 14.000,- gevorderd. In 2006 bedroeg de vordering naar aanleiding van deze controle € 51.000,-.
dan wel dat het betreffende schoolbestuur de kosten moet betalen. De instroomtoets is het belangrijkste preventieve instrument dat het
26
27
Jaarverslag Participatiefonds 2006 Hoofdstuk 4
}
5 INSTROOMBEPERKING <
<
HOE KAN INSTROOM IN WERKLOOSHEID
{
ZOVEEL MOGELIJK WORDEN VOORKOMEN? }
28
<
Jaarverslag Participatiefonds 2006
Ontslagmeldingen kunnen per post bij het
Jaarverslag
Participatiefonds worden ingestuurd of met
Participatiefonds 2006
behulp van de Digitale Instroom Aanvraag Hoofdstuk 5
(DIA). De internetapplicatie DIA is opgezet om
Hoofdstuk 5
het proces van het melden van het ontslag door het bevoegd gezag te vergemakkelijken. Door het invullen van DIA wordt het bevoegd gezag ‘gedwongen’ alle noodzakelijke gegevens aan te leveren. Voorkomen wordt dat er een extra correspondentiestroom tussen het Participatiefonds en het bevoegd gezag ontstaat waarbij nog aanvullende gegevens moeten worden opgevraagd. Het is dan ook positief om te kunnen constateren dat in 2006 voor het eerst
INSTROOMBEPERKING
meer ontslagmeldingen d.m.v. DIA zijn binnen gekomen dan per post zijn ingestuurd.
MATCHING Periodiek vindt er een vergelijking plaats tus-
Als een werkgever te maken heeft met ontslag van personeel, kan hij een verzoek indienen bij het Participatiefonds en in aanmerking komen voor een vergoeding van de werkloosheidskosten. Het Participatiefonds stelt wel bepaalde voorwaarden aan een dergelijk verzoek (instroomtoets). Deze zijn vastgelegd in de reglementen Participatiefonds.
sen de bij het Participatiefonds aangemelde ontslagen en de uitkeringstoekenningen door UWV. Deze zogenaamde matching is een belangrijk controlemiddel voor het fonds om vast te kunnen stellen of alle daarvoor in aanmerking komende ontslagen wel door de schoolbesturen bij het Participatiefonds zijn
REGLEMENTEN PARTICIPATIEFONDS
Het belangrijkste instrument van het
gemeld voor de instroomtoets. Bij de matching
In de verscheidene onderwijswetten is vastge-
Participatiefonds om de instroom in de werk-
in 2006 zijn ruim 3.000 brieven verzonden,
legd dat het Participatiefonds de voorwaarden
loosheidsregelingen te beperken is de instroom-
waarvan achteraf bleek dat het in circa 1.500
kan stellen waaronder een verzoek tot vergoe-
toets. Met behulp van die toets beoordeelt het
gevallen om een vervanger ging (een ontslag
ding van de kosten van werkloosheidsuitkering
fonds de (on)vermijdbaarheid van een aange-
dat niet behoeft te worden gemeld).
en/of suppletieregeling wordt gehonoreerd.
meld ontslag. Van de uitkomst van die toets
Uiteindelijk heeft de matching geleid tot ruim
Deze regels worden per schooljaar en per
hangt af of het Participatiefonds de uitkerings-
1.000 instroommeldingen.
onderwijssoort vastgelegd in een reglement.
kosten vergoedt die een bevoegd gezag heeft veroorzaakt.
In het verslagjaar zijn de onderstaande
In de overzichten op de volgende pagina’s staan de in het verslagjaar ontvangen aantallen mel-
reglementen van toepassing geweest:
ONTSLAGMELDINGEN
dingen en de uitkomsten van de instroomtoets
> R eglement Participatiefonds voor het
In het jaar 2006 is een record aantal ontslag-
vermeld. Bij een kennisgeving vergoedt het
Primair Onderwijs voor het schooljaar
meldingen ontvangen en afgehandeld. In het
fonds de uitkeringskosten, bij een afwijzing
2005/2006 en 2006/2007,
jaar 2002 waren dat er nog ruim 2.100.
dient het bevoegd gezag deze zelf te financie-
> Reglement Participatiefonds voor het
Sindsdien is het aantal toetsen elk jaar geste-
ren. ‘Geen besluit’ heeft betrekking op die
Voortgezet Onderwijs voor het schooljaar
gen. In 2003 zijn ruim 3.000 meldingen ontvan-
gevallen die – achteraf gezien – niet hoefden
2005/2006 en 2006/2007 (tot 1-1-2007),
gen; in 2004 ruim 3.200; in 2005 ruim 3.700 en
te worden getoetst (bijvoorbeeld einde vervan-
nu in 2006 zijn het er ruim 4.500. In vier jaar is
gingsbetrekking).
> Reglement Participatiefonds voor de Expertisecentra voor het schooljaar
er dus sprake van een verdubbeling van het
2005/2006 en 2006/2007.
aantal ontvangen meldingen.
30
31
Jaarverslag
TOTAAL (PO/VO/WEC*)
PRIMAIR ONDERWIJS
Jaarverslag
Participatiefonds 2006 Hoofdstuk 5
Participatiefonds 2006
INSTROOMTOETSEN TOTAAL (PO/VO/WEC)
TOTAAL 2006
INSTROOMTOETSEN PRIMAIR ONDERWIJS
TOTAAL 2006
Aantal ontvangen instroomtoetsen
4.576
Aantal ontvangen instroomtoetsen
2.382
Aantal afgehandelde instroomtoetsen
4.090
Aantal afgehandelde instroomtoetsen
2.103
TOETSINGSRESULTAAT INSTROOMTOETSEN TOTAAL (PO/VO/WEC)
TOTAAL 2006
Kennisgeving
3.513
Afwijzing
516
Geen besluit
61
TOTAAL
4.090
TOETSINGSRESULTAAT INSTROOMTOETSEN TOTAAL (PO/VO/WEC) 2006
TOETSINGSRESULTAAT INSTROOMTOETSEN PRIMAIR ONDERWIJS Kennisgeving
1.834
Afwijzing
233
Geen besluit
36
TOTAAL
2.103
TOETSINGSRESULTAAT INSTROOMTOETSEN PRIMAIR ONDERWIJS 2006
13%
11%
1%
2%
86%
87%
Kennisgeving
Kennisgeving
Afwijzing
Afwijzing
Geen besluit
Geen besluit
*) WEC = besturen vallend onder de Wet op de expertisecentra
32
TOTAAL 2006
33
Hoofdstuk 5
Jaarverslag
WEC*
VOORTGEZET ONDERWIJS
Jaarverslag
Participatiefonds 2006 Hoofdstuk 5
Participatiefonds 2006
INSTROOMTOETSEN WEC
TOTAAL 2006
INSTROOMTOETSEN VOORTGEZET ONDERWIJS
TOTAAL 2006
Aantal ontvangen instroomtoetsen
284
Aantal ontvangen instroomtoetsen
1.909
Aantal afgehandelde instroomtoetsen
253
Aantal afgehandelde instroomtoetsen
1.734
TOETSINGSRESULTAAT INSTROOMTOETSEN WEC
TOTAAL 2006
Kennisgeving
205
Afwijzing
45
Geen besluit
3
TOTAAL
253
TOETSINGSRESULTAAT INSTROOMTOETSEN WEC 2006
TOETSINGSRESULTAAT INSTROOMTOETSEN VOORTGEZET ONDERWIJS Kennisgeving
1.473
Afwijzing
238
Geen besluit
23
TOTAAL
1.734
TOETSINGSRESULTAAT INSTROOMTOETSEN VOORTGEZET ONDERWIJS 2006
18%
14%
1%
1%
81%
85%
Kennisgeving
Kennisgeving
Afwijzing
Afwijzing
Geen besluit
Geen besluit
*) WEC = besturen vallend onder de Wet op de expertisecentra
34
TOTAAL 2006
35
Hoofdstuk 5
Jaarverslag Participatiefonds 2006 Hoofdstuk 5
}
6 UITSTROOMBEVORDERING >
DIT HOOFDSTUK BEHANDELT HET
}
RE-INTEGRATIEBELEID VOOR (POTENTIËLE) WERKLOZEN UIT HET PRIMAIR EN }
36
VOORTGEZET ONDERWIJS.
>
Jaarverslag Participatiefonds 2006 Hoofdstuk 6
AFRONDING OUDE CONTRACT LOYALIS
het Participatiefonds kan verwachten, leiden
Jaarverslag
In 2006 zijn alle activiteiten in het kader van
betrokkene door naar het re-integratiebedrijf
Participatiefonds 2006
het oude contract met Loyalis Mens en Werk
en volgen het verloop van het re-integratie-
(LMW) afgerond. Dit geldt voor zowel de re-inte-
traject. Daarnaast regelt het casemanagement
gratieactiviteiten als voor de financiële afwik-
de aanmeldingen voor de sollicitatietraining
keling van het contract.
en verzorgt het de Helpdesk ‘Perspectief’ waar (dreigend) werklozen terecht kunnen voor
Het Participatiefonds heeft over de afgelopen
ondersteuning op sollicitatiegebied.
vijf jaar een benchmark uitgevoerd met de door
UITSTROOMBEVORDERING
LMW behaalde resultaten en de resultaten van
KOSTEN RE-INTEGRATIEBELEID 2006
UWV. Daaruit blijkt dat de plaatsingsresultaten
Sinds 1 juli 2005 de publieke bekostiging voor
van LMW voor cliënten die in 2002, 2003 en
re-integratiekosten van overheids- en onder-
2004 voor een traject zijn aangemeld (36,8%,
wijswerkgevers beëindigd is, komen de kosten
27,5% en 28,3%) vergelijkbaar zijn met de plaat-
van de re-integratietrajecten volledig voor
singsresultaten van UWV. Dat geldt niet voor
rekening van het Participatiefonds zelf.
2005 en 2006. In deze jaren waren de trajecten
Het arbeidsmarktbeleid van het Participatiefonds bestaat uit de re-integratie van werklozen en het opheffen van fricties op de arbeidsmarkt. In het kader van volumebeheersing heeft het Participatiefonds een aanpak ontwikkeld die erop is gericht werklozen uit het primair en voortgezet onderwijs te activeren zo snel mogelijk weer aan de slag te gaan. Dit re-integratiebeleid was in het jaar 2006 in hoge mate een voortzetting van de koerswijziging die in 2005 op een aantal punten was ingezet.
die LMW verzorgde – als gevolg van het afschaf-
HET OALT-PROJECT
fen van de subsidie van UWV voor re-integratie-
In 2004 zijn, als gevolg van het feit dat de
trajecten per 1 juli 2006 – korter dan de norma-
bekostiging van het Onderwijs in Allochtone
le duur van één jaar. Ondanks het feit dat zo’n
Levende Talen (OALT) werd beëindigd, OALT-
korter traject intensiever was dan een regulier
docenten massaal ontslagen. Sindsdien vielen
traject van een jaar, bleven de resultaten van
zij onder het reguliere re-integratiebeleid dat
LMW voor de cliënten die in 2005 zijn aange-
toentertijd door Loyalis Mens en Werk werd
meld wat achter bij de resultaten van UWV.
uitgevoerd. In het voorjaar van 2005 heeft het
In 2006 werden op het oude contract de laatste
Participatiefonds zich op verzoek van en in
84 cliënten bij LMW aangemeld. Voor het
overleg met het Ministerie van OCW beraden
merendeel van dit kleine groepje gold dat er
over een intensivering van de begeleiding van
sprake was van een grote afstand tot de arbeids-
OALT-docenten om hun kansen op de arbeidsmarkt zo groot mogelijk te maken.
RE-INTEGRATIEBELEID
50 jaar, ouder dan 50 jaar, zogenaamde ‘tweede
markt, bijvoorbeeld omdat zij tijdens werkloos-
AANBESTEDING
kansers’ en de doelgroep ID-ers.
heid voor langere tijd ziek waren geweest.
in het voorjaar van 2006 een aanbestedings-
In 2006 zijn er 1.521 werklozen aangemeld bij
SOLLICITATIETRAININGEN
geleid tot een viertal deelprojecten, uitgevoerd
ronde gehouden die per 1 augustus 2006 heeft
een re-integratiebedrijf. Van deze groep waren
Vanaf 1 augustus 2006 biedt het Participatie-
door verschillende re-integratiebedrijven.
geresulteerd in contracten met verschillende
op 31 december 1.139 personen, na een afge-
fonds werklozen van wie de uitkeringsduur net
Hieraan namen 191 OALT-docenten deel. Loyalis
re-integratiebedrijven. Deze bedrijven verzor-
ronde intakefase, daadwerkelijk bezig met hun
te kort is om in aanmerking te komen voor een
heeft in diezelfde periode voor 211 andere
gen een re-integratietraject op maat voor de
re-integratietraject. Naast de nieuwe contrac-
volledig re-integratietraject een sollicitatie-
OALT-docenten reguliere begeleiding verzorgd.
duur van een jaar voor diegenen die onder de
ten, liepen in 2006 de contracten met de re-
training aan. Tot eind 2006 zijn hiervoor 42
Eind 2006 heeft de intensieve begeleiding gere-
re-integratieverantwoordelijkheid van het
integratiebedrijven door voor diegenen voor
personen aangemeld.
sulteerd in 16 plaatsingen en de reguliere bege-
fonds vallen.
wie in het schooljaar 2005-2006 een traject was
Evenals in 2005 heeft het Participatiefonds ook
Of iemand een traject ten laste van het
Dit heeft in overleg met Loyalis Mens en Werk
leiding in 20 plaatsingen. Daarnaast zijn er nog
opgestart. Het aantal lopende trajecten bedroeg
HET CASEMANAGEMENT
drie OALT-docenten weer gedeeltelijk (d.w.z.
eind 2006 in totaal 1.420.
De Uitvoeringsorganisatie Vf/Pf te Breda heeft
voor minstens de helft van hun uitkeringsuren)
Participatiefonds krijgt en zo ja, op welk
het casemanagement verzorgd voor alle trajec-
aan het werk gegaan. Deze resultaten zijn
moment, is afhankelijk van leeftijd, functie en
ten die vanaf augustus 2005 zijn opgestart.
teleurstellend. Vermeldenswaardig is wel dat
de duur van het uitkeringsrecht. Daarbij wordt
Zij benaderen de werkgever en werknemer
kort na afloop van het project nog 15 OALT-
onderscheid gemaakt tussen vier verschillende
naar aanleiding van de voormelding, informe-
docenten geheel of gedeeltelijk werk hebben
doelgroepen, te weten de doelgroep jonger dan
ren de (potentieel) werkloze over wat hij van
gevonden.
38
39
Hoofdstuk 6
Jaarverslag Participatiefonds 2006 Hoofdstuk 6
VAN ID NAAR WERK
> d eze een looptijd van minimaal een jaar
Per 1 januari 2004 is het Besluit ID-banen –
dient te hebben of van een half jaar met
en daarmee de subsidie van het Ministerie van
uitzicht op verlenging van nogmaals een
SZW voor ID’ers – afgeschaft. Ondanks afspra-
half jaar.
ken tussen schoolbesturen en gemeenten over het deels regulier maken van die banen en het
Zolang de nieuwe baan niet is gevonden, blijft
– tijdelijk – in stand houden van gesubsidieerde
de ID’er werkzaamheden verrichten bij zijn
banen, zijn in de afgelopen jaren vele ID’ers
‘oude onderwijswerkgever’. Er zijn door het
ontslagen.
Participatiefonds twee mobiliteitsbureaus gecontracteerd voor het verzorgen van de mobi-
Het Participatiefonds is van mening is dat de
liteitstrajecten, te weten HBH Bemiddeling BV
kansen van ID´ers in het primair onderwijs op
en Randstand Rentree.
het vinden van een andere baan veel groter zijn als ze werk zoeken vanuit een werkende situa-
DE KOSTEN
tie dan wanneer ze vanuit een uitkeringssitua-
Het schoolbestuur betaalt gedurende maximaal
tie worden gere-integreerd. Daarom heeft het
twee jaar 20% van de salariskosten van de deel-
Participatiefonds met het Sectorbestuur
nemende ID’ers en de gemeente 60%. Het
Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) de hieronder
Participatiefonds betaalt de resterende 20%
geschetste constructie ‘Van ID naar Werk’
benevens de kosten van het mobiliteitstraject
ontwikkeld. Deze constructie is tot stand ge-
én de eventuele bonus waarop een ID’er die
komen met ondersteuning van het ministerie
elders een baan heeft gevonden, aanspraak
van OCW.
kan maken.
DE CONSTRUCTIE
DEELNEMERS
‘Van ID naar Werk’ heeft geleid tot een lande-
Aan het landelijk aanbod ‘Van ID naar Werk’
lijk aanbod van mobiliteitstrajecten (dus geen
doen 20 gemeenten en 35 schoolbesturen mee.
re-integratietrajecten) aan ID’ers uit het primair
Het aantal deelnemende ID’ers bedraagt 137.
onderwijs die met ontslag werden bedreigd. Het Ministerie van OCW heeft toestemming gegeven dat het Participatiefonds deze groep tussen 1 augustus 2006 en 1 januari 2007 de mogelijkheid bood om voor maximaal twee jaar een baan bij een mobiliteitsbureau te aanvaarden. Deelnemende ID’ers behouden in die tijd een reguliere baan met een vergelijkbaar inkomen als in het onderwijs. Het mobiliteitsbureau bemiddelt de ID’ers intensief naar een nieuwe baan. Zodra het bureau de ID’ers een baan elders aanbiedt eindigt de arbeidsovereenkomst
§
die de ID’ers met het bureau hebben. Voor deze
7 PERSONEELSBELEID EN
nieuwe baan geldt dat: > d e werkzaamheden aangemerkt moeten
§
§
MOBILITEITSBEVORDERING
§
kunnen worden als passende arbeid zoals HET FONDS ONDERSTEUNT SCHOLEN OP
bedoeld in de WW; §
40
DIVERSE MANIEREN.
§
Jaarverslag Participatiefonds 2006
kunnen worden gerekend tot het aanbodge-
verslagjaar zijn de nummers 65 tot en met 68
Jaarverslag
stuurde aanbod van de regioadviseurs.
van R]entree verschenen. In nummer 65 is een
Participatiefonds 2006
special verschenen over de internetsite met Hoofdstuk 7
ONDERWIJSVACATUREBANK
vooral aandacht voor de hoofdrubriek
Sinds 1999 biedt het Participatiefonds scholen
Personeelsbeleid.
en schoolbesturen in het primair en voortgezet
PERSONEELSBELEID EN MOBILITEITSBEVORDERING
onderwijs de mogelijkheid om kosteloos
WWW.VFPF.NL
gebruik te maken van de Onderwijsvacature-
In 2005 is de nieuwe internetsite van het
bank via internet. Ook baanzoekers in deze
Participatiefonds, samen met het Vervangings-
twee sectoren kunnen gebruik maken van deze
fonds, beschikbaar gekomen. De site, die als
dienstverlening en hun CV op de vacaturebank
‘portal’ dient voor de overige internettoe-
plaatsen. Het aantal vacatures dat bij de
passingen van het fonds, is opgebouwd rond-
Onderwijsvacaturebank wordt geplaatst, is ook
om een zestal themagebieden:
in 2006 toegenomen. In totaal zijn er in 2006
> Vervanging; > Werkloosheid en re-integratie; > Verzuim en re-integratie; > Personeelsbeleid; > Arbeidsomstandigheden; > Arbo-dienstverlening.
bijna 6.000 vacatures aangemeld. In 2005 waren dat circa 4.500 vacatures, en in 2004 waren dat er circa 4.000. Het aantal arbeidsplaatsen dat in 2006 via de Onderwijsvacaturebank op deze manier is ingevuld bedraagt
Het Participatiefonds ondersteunt bij scholen en besturen in het primair en voortgezet onderwijs het integraal personeelsbeleid om zo de uitgaven aan werkloosheidsuitkeringen terug te dringen. De verantwoordelijkheid voor het te voeren personeels- en mobiliteitbeleid berust bij de schoolbesturen en is van essentieel belang voor het: > bevorderen van de kwaliteit van het onderwijs; > bijdragen aan het persoonlijk welbevinden van leerkrachten; > voorkomen van ontslagen en de daaruit voortvloeiende financiële risico’s.
1.631. In 2005 waren dat er nog 1.329. In het kader van promotie van de Onderwijsvacature-
In de volgende tabel staan de belangrijkste
bank zijn advertenties geplaatst in Direct,
bezoekcijfers van de internetsite www.vfpf.nl
Over Onderwijs en Plein Primair.
van het verslagjaar weergegeven.
CLIËNTENPLATFORM Het cliëntenplatform van het Participatiefonds (samen met het Vervangingsfonds) vormt een denktank en klankbord voor het fonds. Er is een platform voor het primair onderwijs en een platform voor het voortgezet onderwijs. De
Tegen deze achtergrond kiest het Participatie-
beschikbaar voor adviesgesprekken over een
leden, afkomstig vanuit de verschillende gele-
fonds al enige jaren voor een aanpak van prak-
specifiek vraagstuk of probleem. Dit is het
dingen van het onderwijs, geven feedback op
tische ondersteuning. In het vervolg van dit
vraaggestuurde aanbod van de regioadviseurs.
producten en diensten van het fonds en bren-
hoofdstuk worden de verschillende activiteiten
Ook adviesgesprekken in het kader van de sub-
gen ideeën in. Daarmee hoopt het Participatie-
die het Participatiefonds in dat kader verricht
sidie Aanvullend Pakket worden hiertoe gere-
fonds de kwaliteit van de dienstverlening en de
nader toegelicht.
kend. Daarnaast organiseren de regioadviseurs,
producten verder te verbeteren. Gedurende het
al dan niet gezamenlijk met de re-integratie
verslagjaar zijn er vier bijeenkomsten geweest
BEGELEIDING VAN SCHOLEN
deskundigen, regelmatig voorlichtingsbijeen-
van het cliëntenplatform.
De regioadviseurs die voor het Vervangings-
komsten, workshops e.d. waarbij een grotere
fonds en het Participatiefonds werkzaam zijn
groep schoolmanagers, personeelsfunctionaris-
VOORLICHTING EN COMMUNICATIE
adviseren scholen over (organisatie)vraag-
sen, arbocoördinatoren, en anderen over een
R]ENTREE
stukken op het terrein van arbeidsomstandig-
bepaald thema wordt geïnformeerd. Tot slot
Door middel van het blad R]entree informeren
heden en ziekteverzuim, personeels- en mobili-
bieden de regioadviseurs ook meer intensieve
het Participatiefonds en het Vervangingsfonds
teitsbeleid en werkloosheid. Deze taak wordt
begeleiding aan scholen met specifieke proble-
gezamenlijk het scholenveld en andere betrok-
door de regioadviseurs op verschillende wijzen
matiek op één van de hierboven genoemde ter-
kenen over de belangrijkste ontwikkelingen op
uitgevoerd. Zo zijn de regioadviseurs op afroep
reinen. De laatste twee genoemde activiteiten
de beleidsterreinen van beide fondsen. In het
42
43
Hoofdstuk 7
Jaarverslag
BEZOEKCIJFERS WWW.VFPF.NL
2006
Participatiefonds 2006 Hoofdstuk 7
Totaal pageviews
469.966
Totaal bezoeken
87.732
Totaal bezoekers
80.342
Gemiddeld aantal pageviews per dag
1.288
Gemiddeld aantal bezoeken per dag
240
Gemiddeld aantal bezoekers per dag
220
Als onderdeel van de internetsite wordt regelmatig een digitale nieuwsbrief verstuurd met informatie over actuele ontwikkelingen bij de fondsen of nieuwe informatie op de internet site. Aan het eind van het verslagjaar waren er in totaal 1.101 abonnees, terwijl dit er in 2005 nog maar 674 waren. VERKOOP PRODUCTEN
De diverse producten die het Participatiefonds in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld, worden tegen kostprijs aangeboden aan het scholenveld of zorgverleners die zich op het onderwijs richten. De afgelopen jaren zijn er nauwelijks nieuwe producten verschenen. Van de bestaande producten, zoals bijvoorbeeld het ‘Handboek Personele Mobiliteit’ zijn er enkele tientallen verkocht. HELPDESK DIENSTEN VF/PF
Het Participatiefonds heeft bij Diensten Vf/Pf een helpdesk ingericht, welke beschikbaar is voor vragen over de producten en diensten van de stichting. Specifieke technische vragen over de geautomatiseerde producten, zoals bijvoorbeeld de Onderwijsvacaturebank of de Digitale Instroom Aanvraag worden via deze helpdesk doorgeleid naar een daartoe gespecialiseerd bureau.
)
8 BEZWAAR EN BEROEP *
*
EEN SCHOOL OF BESTUUR KAN ALTIJD
)
BEZWAAR MAKEN TEGEN EEN BESLISSING VAN HET FONDS. HOE DIT IN Z´N WERK GAAT,
)
44
WORDT TOEGELICHT IN DIT HOOFDSTUK.
*
Jaarverslag
Gedurende de verslagperiode is de samenstel-
Jaarverslag
Participatiefonds 2006
ling van de bezwaarschriftencommissie gewij-
Participatiefonds 2006
zigd. De heer J.J. van Willegen is per 1 oktober Hoofdstuk 8
2006 de heer P.A. Taapke als lid van de commis-
Hoofdstuk 8
sie opgevolgd. De bezwaarschriftencommissie is elf keer in vergadering bijeengekomen.
DE BEZWAARSCHRIFTEN AANTALLEN
Gedurende de verslagperiode zijn 191 bezwaarschriften bij het bestuur ingediend. Een stijging van 27% ten opzichte van het verslagjaar 2005. In 2006 hebben 82 schoolbesturen van de mogelijkheid gebruik gemaakt hun bezwaar-
BEZWAAR EN BEROEP
schrift tijdens een hoorzitting mondeling toe te lichten (2005: 40 hoorzittingen). De bezwaarschriften zijn voor 56% (2005: 59%) afkomstig uit het primair onderwijs, voor 38% (2005: 34%) uit het voortgezet onderwijs en voor 6%
Het Participatiefonds valt als bestuursorgaan onder de werking van de Algemene wet bestuursrecht. Tegen besluiten van het Participatiefonds staat bezwaar en beroep open conform de hoofdstukken 6, 7 en 8 Awb.
(2005: 7%) van de expertisecentra.
AANTAL INGEDIENDE BEZWAARSCHRIFTEN DE MOGELIJKHEDEN
COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN
Als een schoolbestuur het niet eens is met een
Het bestuur van het Participatiefonds heeft een
JAAR
AANTAL
beslissing van het Participatiefonds, dan is het
commissie ingesteld die namens het bestuur de
1996
127
mogelijk om binnen zes weken na dagtekening
ingediende bezwaarschriften behandelt.
1997
167
van deze beslissing bezwaar aan te tekenen bij
De commissie is samengesteld uit vier bestuurs-
1998
239
het bestuur. Het gaat daarbij vooral om beslis-
leden van het Participatiefonds. Op 31 decem-
1999
169
singen over de uitvoering van de Reglementen
ber 2006 is de bezwaarschriftencommissie als
2000
262
Participatiefonds. Het schoolbestuur wordt ver-
volgt samengesteld:
2001
224
2002
86
gesteld het bezwaarschrift tijdens een hoorzit-
VOORZITTER
2003
145
ting mondeling toe te lichten. Binnen zes we-
dr. G.J. van der Top
2004
128
2005
150
2006
191
volgens, indien gewenst, in de gelegenheid
ken na ontvangst van het bezwaarschrift neemt het bestuur een beslissing. De beslissing kan
LEDEN
een volledige of gedeeltelijke toekenning, dan
mr. H.K. Evers
wel een afwijzing van het gevraagde inhouden.
C. Oderkerk
Is het schoolbestuur het met deze uitspraak
A.A. Rolvink
niet eens, dan kan binnen een termijn van zes
J.J. van Willegen
weken beroep ingesteld worden bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
PLAATSVERVANGEND LID
J.T.M. Eerden
46
47
Jaarverslag Participatiefonds 2006
ONDERWERPEN
Jaarverslag
RESULTATEN INGEDIENDE BEZWAARSCHRIFTEN
Participatiefonds 2006
Bij de bezwaarschriften gericht tegen de toepassing van het Reglement Participatiefonds is de
Hoofdstuk 8
RESULTATEN BEZWAARSCHRIFTEN
volgende verdeling naar onderwerp te maken.
ONDERWERPEN BEZWAARSCHRIFTEN*
2006
2005
2006
2005
Herziening van de primaire beslissing en intrekking van het bezwaarschrift
14
5
Gegrond
37
15
Ongegrond
62
16
Formatieve redenen
19
14
Niet ontvankelijk
25
9
Kwalitatieve fricties
4
16
Intrekking
9
7
Ongeschiktheid/onbekwaamheid
45
31
Nog in behandeling per 31 december 2006 van het jaar
44
98
Onverenigbaarheid van karakters
2
1 TOTAAL
191
150
Arbeidsongeschiktheid
16
21
Uitspraak van de kantonrechter
33
6
Opheffing enige instelling
1
–
Andere gronden
22
30
Eigen verzoek
13
7
Eenmaal in bezwaar komen bevoegde gezagsor-
INTERN KLACHTRECHT
Zij-instromer
1
2
ganen vaak uiteindelijk toch nog met de eerder
Iedereen heeft het recht om bij het Participatie-
Leraar in opleiding
2
–
door het Participatiefonds opgevraagde en bij
fonds een klacht in te dienen als hij of zij onte-
Einde bekostiging OALT
3
–
de primaire beslissing niet verkregen informa-
vreden is over de manier waarop hij of zij door
Re-integratiebegeleiding
3
1
tie. Uit die informatie blijkt vervolgens dat er
het fonds wordt behandeld. In het klachten-
In- en doorstroombaan
1
2
wel aan de vereisten van de instroomtoets is
reglement is onder andere bepaald dat klachten
Zelfstandig wachtgeldbeleid
1
1
voldaan. Dit verklaart het aantal gegrond ver-
die schriftelijk worden ingediend worden gere-
Geen verdeling geregistreerd
25
18
klaarde bezwaarschriften.
gistreerd en jaarlijks gepubliceerd. Daarnaast
TOTAAL
191
150
DE BEROEPSCHRIFTEN
de praktijk door het bestuur periodiek geëvalu-
wordt de werking van de klachtenregeling in Gedurende de verslagperiode is door twintig
eerd. Gedurende het verslagjaar hebben zich,
*) Wanneer bij het indienen van het bezwaarschrift niet wordt aangegeven op welke ontslaggrond wordt gemeld,
schoolbesturen beroep aangetekend bij de
net als voorgaande jaren, geen klachten in de
wordt dit bezwaarschrift geregistreerd bij het onderwerp ‘geen verdeling geregistreerd’.
Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van
zin van het klachtenreglement voorgedaan.
State tegen een beslissing op bezwaar van het Participatiefonds. In 2006 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in totaal twee uitspraken gedaan in beroepszaken ingesteld tegen het Participatiefonds. In het ene geval waarin het ging om het ontslag van een zij-instromer is het beroep van het schoolbestuur ongegrond verklaard en in het andere geval betrof het een niet-ontvankelijk ver- klaring van het door het schoolbestuur ingestelde beroep. Tenslotte is één beroepschrift door het desbetreffende schoolbestuur ingetrokken nadat het Participatiefonds alsnog een positieve beslissing had genomen.
48
49
Hoofdstuk 8
Jaarverslag Participatiefonds 2006 Hoofdstuk 8
#
9 ORGANISATIE *
*
DE MENSEN DIE VERANTWOORDELIJK ZIJN
#
VOOR HET BELEID VAN HET FONDS EN DE MENSEN DIE DAAR ACHTER DE SCHERMEN
#
50
AAN WERKEN, KOMEN HIER AAN BOD.
*
Jaarverslag
Op 31 december 2006 was het Algemeen
Participatiefonds 2006
Bestuur als volgt samengesteld:
> Vooruitlopend op verslagjaar 2007 wordt opgemerkt dat de heer W. Prins per 12 janu-
Jaarverslag Participatiefonds 2006
ari 2007 namens de Christelijke Centrale van Hoofdstuk 9
ONAFHANKELIJK VOORZITTER
Overheids- en Onderwijspersoneel het lid-
dr. G.J. van der Top
maatschap van de heer E.W. de Jong heeft overgenomen.
LEDEN
ORGANISATIE
Het Participatiefonds wordt bestuurd door een Algemeen en een Dagelijks Bestuur, die bestaan uit vertegenwoordigers van werknemersen werkgeversorganisaties. Het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur worden in hun werkzaamheden ondersteund door het bestuursbureau Participatiefonds. De taken van het bestuursbureau zijn onder andere beleidsvoorbereiding voor het bestuur en het coördineren en uitvoeren van het beleid dat het bestuur heeft vastgesteld. Het bestuurs bureau verzorgt daarnaast de aansturing van de uitvoeringsorganisatie.
HET ALGEMEEN BESTUUR
> Centrale van Middelbare en Hogere
Het Algemeen Bestuur bestaat uit zestien perso-
Functionarissen bij Overheid, Onderwijs,
nen alsmede een onafhankelijk voorzitter. Door
Bedrijven en Instellingen (CMHF).
het Algemeen Bestuur worden twee vice-voorzitters benoemd.
A.J.F. Duif
(AC)
Het Algemeen Bestuur is acht keer in vergade-
M.B. Wigman
(AC)
ring bijeengekomen.
mr. T.A.M. van de Pas
(ACOP)
A.A. Rolvink
(ACOP)
HET DAGELIJKS BESTUUR
E.W. de Jong
(CCOOP)
Het Dagelijks Bestuur bestaat uit de onafhanke-
M.R.J. Rog
(CCOOP)
lijke voorzitter, de beide vice-voorzitters en
mr. H.K. Evers
(CMHF)
twee door het Algemeen Bestuur aan te wijzen
C.B.D. Smit
(CMHF)
leden. Op 31 december 2006 was het Dagelijks
C. Oderkerk
(ABC)
Bestuur als volgt samengesteld:
mr. S.J. Steen
(ABC)
M.L. Bos
(Besturenraad)
ONAFHANKELIJK VOORZITTER
drs.W. Bos
(Besturenraad)
dr. G.J. van der Top
B. Keizer
(VOS/ABB)
mr. J.J. van Willegen
(VOS/ABB)
LEDEN
G.A.C. Egelmeers
(bond KBO)
J.T.M. Eerden
J.T.M. Eerden
(bond KBVO)
mr. H.K. Evers A.A. Rolvink
Gedurende de verslagperiode is de samen- > De heer M.R.J. Rog heeft namens de
ling van het Dagelijks Bestuur gewijzigd.
Onderwijspersoneel het lidmaatschap
De heer S.J. Steen heeft het lidmaatschap van
per 1 maart 2006 overgenomen van
mr. N.Ph. Geelkerken per 1 juni 2006 over-
mr. J.S. Duijnhouwer.
genomen.
> De heer B. Keizer heeft namens de Vereniging van Openbare en Algemeen
Het Dagelijks Bestuur is drie keer in vergade-
De volgende Centrales welke zijn vertegenwoor-
Toegankelijke Scholen het lidmaatschap
ring bijeengekomen.
digd in de Commissie Besturenorganisaties,
per 1 juni 2006 overgenomen van
benoemen elk twee bestuursleden:
mr. N.Ph. Geelkerken.
personeel welke zijn vertegenwoordigd in de
> Algemene Bijzondere Centrale (ABC);
Sector Commissie Onderwijs, benoemen elk
> Vereniging Besturenraad Protestants Christelijk Onderwijs (Besturenraad);
centrales:
> Vereniging van Openbare en Algemeen
> Ambtenarencentrum (AC):
Toegankelijke Scholen (VOS/ABB).
> Algemene Centrale van Overheidspersoneel (ACOP); > Christelijke Centrale van Overheids- en
> De heer A.J.F. Duif heeft namens het
In het verslagjaar is een Auditcommissie ingesteld. De samenstelling van de
per 1 september 2006 overgenomen van
Auditcommissie is:
drs. J.J.J. Rouma. > Mevrouw M.L. Bos heeft namens de Besturenraad het lidmaatschap per
centrales elk een bestuurslid benoemd:
1 oktober 2006 overgenomen van de
> Bond Katholiek Primair Onderwijs
heer P.A. Taapke, RA.
> Bond Katholiek Beroeps- en Voortgezet
DE AUDITCOMMISSIE
Ambtenarencentrum het lidmaatschap
Daarnaast wordt er door de volgende
(bond KBO);
Onderwijspersoneel (CCOOP);
Gedurende de verslagperiode is de samenstel-
Christelijke Centrale van Overheids- en
De Centrales van Overheids- en Onderwijs
twee bestuursleden. Het betreft de volgende
mr. S.J. Steen
stelling van het Algemeen Bestuur gewijzigd.
ONAFHANKELIJK VOORZITTER
dr. G.J. van der Top LEDEN
A.A. Rolvink mr. S.J. Steen
Onderwijs (bond KBVO).
52
53
Hoofdstuk 9
Jaarverslag Participatiefonds 2006 Hoofdstuk 9
Het bestuursbureau is gevestigd in Rotterdam.
DE UITVOERINGSORGANISATIE ZOETERMEER
Gedurende de verslagperiode waren bij het
De uitvoeringsorganisatie Zoetermeer zorgt
bestuursbureau een directeur, een adjunct-
voor de uitvoering van de instroomtoets.
directeur, een zestal (senior)beleidsmede
In onderstaand organogram is de organisatie
werkers en secretariële ondersteuning werk-
structuur van de uitvoeringsorganisatie
zaam. In onderstaand organogram is de
uiteengezet.
HET BESTUURSBUREAU
Jaarverslag Participatiefonds 2006 Hoofdstuk 9
organisatiestructuur van het bestuursbureau uiteengezet.
ORGANOGRAM UITVOERINGSORGANISATIE ZOETERMEER ORGANOGRAM BESTUURSBUREAU ROTTERDAM Hoofd Directeur mr. N.P. Dekker Informatie
Adviseur
Centrum Adjunct directeur drs. F.A. van Dijk Post / Archief
Juridische
Financieel
Arbeidsmarkt
Arbo
beleids-
economische
beleids-
beleids-
medewerkers
beleids-
medewerkers
medewerker
Secretariaat
Communicatie medewerker ICT
medewerker
54
Gegevens-
Afdeling
Juridische
beheer
Toetsing
afdeling
55
Jaarverslag Participatiefonds 2006
DE UITVOERINGSORGANISATIE HEERLEN Deze organisatie zorgt enerzijds voor de premie-inning en de betaling aan schoolbesturen
Hoofdstuk 9
en anderzijds voor activiteiten op het gebied van personeels- en arbeidsmarktbeleid, arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. In onderstaand organogram is de organisatiestructuur van de uitvoeringsorganisatie afgebeeld. De totale uitvoering wordt verricht door bijna 70 medewerkers.
ORGANOGRAM UITVOERINGSORGANISATIE HEERLEN
Manager drs E.J.T.A. Willems
Secretariaat
Helpdesk /
Financiële
Uitvoering
administratie
Automatisering
Beleid,
Regio-adviseurs
communicatie,
en re-integratie-
juridische zaken /
deskundigen
Re-integratie
(4 regionale
Adviesdesk
teams)
Onderwijs
56