De powerpoint bij deze handout vindt u in het docetendeel van Score.
{
Inhoud van de les Ñ
Zo ziet het eruit
Ñ
Hoe werkt het programma?
Ñ
Oefenen
Ñ
Nabespreken eerste les
- Heet de leerlingen welkom. Leg uit wat Score is: Een computerprogramma waarbij je op een leuke manier goed kunt werken aan je taal- en rekenvaardigheden. - Wachtwoord / inlogcodes mee? - De instructiezinnen in Score worden uitgesproken. Heeft iedereen eigen oortjes mee?
Dit is wat we deze eerste les met Score gaan doen. - Eerst laat ik zien hoe Score eruit ziet en waarom we werken met Score. - Daarna leg ik aan jullie uit hoe het programma werkt en kunnen we aan de slag met oefenen. - Aan het einde van de les bespreken we nog even hoe het oefenen is gegaan.
Zo ziet het eruit
Hoe werkt het programma?
Ñ
20 lessen per module (taalverzorging, rekenen of lezen)
Ñ
Eén les bestaat uit 40 opdrachten
Ñ
Begintest en eindtest
Ñ
Herhalingslessen
Dit is het hoofdmenu van Score. - Jullie kunnen zien dat er wordt gewerkt met levels en het poppetje zal dan ook steeds hoger de berg opklimmen. - De letters van Score zullen steeds verder gevuld worden met kleuren afhankelijk van hoe ver je bent. - Verder zie je onderaan verschillende symbolen en is het mogelijk om punten te behalen. - Op deze manier hebben jullie alvast een eerste indruk van het programma.
Iedere module bestaat uit 20 lessen: 1 instaptest, 18 lessen en 1 eindtest. Iedere les duurt ongeveer 0,5-‐‑1 lesuur, aNankelijk van het aantal fouten. De eerste ‘extra’ les begint bij les 4 en is daarna elke derde les. Tijdens de extra lessen krijg je extra stof en kun je je fouten ‘weg’ oefenen. (In je resutatenscherm verandert rood dan in groen.) Let op: Wie geen of weinig fouten maakt, krijgt geen extre lessen en is eerder klaar. (Adviseer de leerlingen om goed na te denken voordat ze zomaar door het programma heen klikken omdat ze dan eindeloos veel extra stof krijgen!) Voorbeelden soorten opdrachten, noem er een paar: Sleepopdrachten van leYergrepen of woorden. Trek een lijn tussen de woorden of zinnen. Vul leYers in het woord in. Meerkeuzevragen en open vragen.
Uitleg van de symbolen
tekst
Symbool: De coach
Laat zien hoe leerlingen door het programma kunnen navigeren. In het rood aangegeven kader staan de symbolen die op de volgende sheets zullen worden toegelicht: -‐‑ De coach. -‐‑ De spelling-‐‑ en grammaticaregels. -‐‑ Het gebruik van highscores. -‐‑ Het bekijken van de resultaten.
Waarom de coach gebruiken? Na het maken van de opdracht verschijnt de coach met de tekst: ‘klik hier’. De coach geeft dan een extra uitleg over de regels die gehanteerd worden bij die opdracht. Dit helpt om de opdrachten te begrijpen en te bekijken waarom iets goed of fout ging. Wanneer is iets goed of fout? De krullen geven aan wanneer iets goed is. Foute antwoorden verdwijnen van het scherm (en komen in de extra lessen weer terug). De leerling heeft steeds twee mogelijkheden om het juiste antwoord in te vullen (behalve bij de testen).
Symbool: Resultaten
Symbool: Highscores
Wat kun je zien bij resultaten? -‐‑ Wanneer je veel groen ziet gaat het goed. Rood is fout. Wit moet je nog doen. -‐‑ Als een cirkel (deels) rood is, kun je erop klikken. Je krijgt dan extra oefenstof. Let op: Het geeft niet als je fouten maakt, je krijgt later de kans om ze weer weg te oefenen. Rood wordt dan groen!
Wat kun je bij de Highscores doen? Je kan ervoor kiezen om het aan of uit te zeYen. Als je meedoet, zie je op welke plaats hij of zij staat in het klassement door de punten die zijn behaald. De namen van de overige leerlingen staan niet in beeld. Toelichting op de puntentelling: Nadat je een serie schermen van hebelfde soort opdrachten hebt afgerond en je gaat terug naar ‘Home’ kun je zien dat er punten zijn bijgeteld. Dus niet per scherm met één opdracht, maar wél per serie schermen van dezelfde soort opdracht. Dus als je bijvoorbeeld aldoor een invuloefening hebt gehad en daarna krijg je een ander soort opdracht, dan moet je kunnen zien bij Home dat er punten bijgeteld zijn.
Symbool: Instellingen
Symbool: Regels
Instellingen: Bij de instellingen kun je Score aanpassen naar je eigen smaak. Er kan gekozen worden voor o.a.: -‐‑ De kleur van de achtergrond. -‐‑ De coach. -‐‑ De knoppenvorm en kleur.
Wat kun je zien bij de regels? Alle regels die horen bij de opdrachten kun je hier vinden. Tip: Wanneer je veel in het rood hebt staan, is het aan te raden om te bekijken waarom iets steeds fout gaat. Hierdoor kun je het aantal fouten verminderen, dit scheelt tijd en hier kun je van leren. Er zijn taalregels en rekenregels.
Symbool regels
Symbool: Vraagteken
Wanneer de leerling op het onderdeel getallen heeft geklikt, krijgt hij/zij dit keuzemenu te zien waarin alle regels staan vermeld. Bij deze sheet is er bijvoorbeeld voor gekozen om meer te weten te komen over gevoel voor getallen. Wanneer je hierop klikt, verschijnt er in de rechterkolom weer een keuzemenu waarbij kan worden bekeken welke regel van toepassing is. Bijvoorbeeld punten in een getal. Uitleg wordt gegeven aan de hand van voorbeelden.
Wat te doen met het vraagteken? Deze optie is nog niet actief voor rekenen, daarom wordt Taal als voorbeeld gebruikt. Als je niet goed weet hoe je een opdracht moet maken dan kun je bij het vraagteken een extra uitleg krijgen. De extra uitleg wordt door middel van de voice-‐‑over gedaan en met accentueren van de vragen in de opdracht verduidelijkt. Bijvoorbeeld: “Typ het woord in” en dan wordt de balk opgelicht waar het antwoord moet komen te staan. De uitleg over een opdracht is ook in de werkbalk boven het opdrachtenscherm te zien (zie het rood omcirkelde item). Bij de rode pijl boven in het scherm is het mogelijk om te bekijken waar de je in de opbouw van de lessen zit. Hier kan worden bekeken met welke les je bezig bent en hoeveel opdrachten/schermen er nog komen.
Overige symbolen
Naar de volgende opdracht Beginpagina
Klok
Stoppen
Pijl: Met deze buYon ga je naar de volgende opdracht. Huis: Wanneer hierop wordt geklikt gaat de leerling terug naar de startpagina. Pijl omlijnd: Met deze buYon kun je het programma afsluiten. Niet het kruisje ! dan gaan je oefengegevens verloren. Klok: Als je deze aanzet, kun je de tijd in de gaten houden. Lees voor & PDF: (Alleen bij Lezen): de leestekst wordt voorgelezen; Met PDF komt de leestekst groot in beeld.
Bij leesteksten
Wat ziet de docent?
Wat ziet de docent? -‐‑ Hoeveel keer een leerling in totaal is ingelogd. -‐‑ Op welke dagen en tijden een leerling aan het werk is geweest en hoe lang. -‐‑ Bij welke les de leerling is en hoeveel goed of fout gaat. -‐‑ Met welke onderdelen de leerling nog problemen ervaart en welke opdrachten juist goed gaan. Wanneer je het gevoel hebt niet op het juiste niveau te oefenen, dan moet je dit bij de docent of mentor aangeven. Die kan je eventueel op een ander niveau zeYen (reseYen).
De instaptest Ñ
Doel: Wat is jouw oefenniveau?
Ñ
Je mag fouten maken
Ñ
Op basis van de resultaten ga je verder oefenen op het niveau wat bij je past.
www.basisacademie.nl/score
Wat is de instaptest? Het doel van de instaptest is om te bepalen wat het juiste oefenniveau voor de leerling is. De instaptest heeft dezelfde moeilijkheidsgraad als de eindtoets. Je ziet wat je al weet/kan van het eindniveau dat je moet halen. Het is niet erg is om fouten te maken. Door met het programma te gaan oefenen maak je (als het goed is) steeds minder fouten. Je zit op het goede niveau, als je op de Begintest tussen de 60-‐‑90% goed scoort. Bedenk vooraf (met de sectie) op welk niveau u de leerlingen wilt laten starten en wat het beoogde eindniveau aan het eind van het schooljaar is. Deze planning kunt u standaard voor de hele klas instellen in het Volgsysteem. Per leerling kunt u deze leerroute waar nodig aanpassen.
Het is belangrijk om te controleren of iedereen het juiste webadres heeft ingetoetst (www.basisacademie.nl/score) en of iedereen kan inloggen. (inlognaam en wachtwoord paraat; u vindt deze in het volgsysteem.) Opstarten duurt vaak 5 minuten.
Kies een module
Begin met de instaptest
Kies de module waar je mee aan de slag gaat deze les.
Wanneer de leerlingen beginnen aan de instaptest, lop dan als docent door de klas om te bekijken of alles goed verloopt. Laat bij rekenen alle rekenmachines opbrengen. Als de rekenmachine bij een opgave gebruikt mag worden, verschijnt die automatisch in de menubalk. Het is goed mogelijk dat elke leerling met een andere opdracht bezig is (aNankelijk van het niveau en de snelheid van werken). Ook leerlingen die precies gelijk opwerken, krijgen verschillende schermen te zien, doordat sommige opdrachten of antwoordopties ‘random’ getoond worden op het scherm.
Succes!!
Nabespreken Ñ
Wie heeft de instaptoets afgerond?
Ñ
Wie heeft het programma naar zijn eigen stijl ingericht?
Ñ
Zou je jezelf een 7 of hoger geven voor je inzet deze les?
Veel plezier & succes met de volgende lessen!
De beeldinstellingen: Het kan voorkomen dat de beeldinstellingen op de laptop/pc niet goed staan. Daarom is het verstandig om te bekijken of de leerlingen alle navigatieknoppen van Score goed kunnen bekijken. Door het beeld te vergroten is het voor de leerlingen mogelijk om alles goed te overzien en optimaal met het programma te kunnen werken.
De instaptest wel of niet afgerond? Het is mogelijk dat leerlingen de instaptest niet hebben kunnen afronden en daarom is het mogelijk dat hier tijdens de tweede les nog tijd aan moet worden besteed. Wanneer de instaptest bij het merendeel wél is afgerond kunt u bijvoorbeeld aan de leerlingen vragen wat hun Score was, of ze de test makkelijk/moeilijk vonden etc. Highscores U kunt vragen wie er willen meedoen aan de High Scores. Iedereen in de groep kan meedoen. Het maakt niet uit op welk niveau je oefent. Degene moet de hoogste score heeft de meeste punten gehaald op zijnEr kan hiervoor bijvoorbeeld worden gezien naar de leerlingen die behoren tot de 5 of 10 % met de hoogste score. Moet er iemand worden gereset?