INHOUD 1.
TEAMSOUND ..................................................................................................... 3 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5.
Software-omschrijving .................................................................................. 3 Vereisten voor TeamSound .......................................................................... 3 TeamSound installeren................................................................................. 4 Gevechtshandelingen ................................................................................... 5 Command & Control ..................................................................................... 6 1.5.1. Command & Control implementeren.................................................. 6 1.5.2. Importeren en exporteren .................................................................. 8
2.
GAME COMMANDER 2...................................................................................... 9 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5.
Software-omschrijving .................................................................................. 9 Vereisten voor Game Commander 2 ............................................................ 9 Overzicht..................................................................................................... 10 Command Center ....................................................................................... 11 Game Commander Studio .......................................................................... 14 2.5.1. Functies GC Studio.......................................................................... 14 2.5.2. Menu's.............................................................................................. 15 2.5.3. Werkbalk .......................................................................................... 15 2.5.4. Profielboom...................................................................................... 15 2.5.5. Eigenschappenscherm .................................................................... 16 2.5.6. Bestandlocaties................................................................................ 16
2.6. Nieuwe profielen maken ............................................................................. 17 2.7. Algemene opdrachten toevoegen............................................................... 17 2.8. Opdrachtbestanden toevoegen .................................................................. 17 2.8.1. Opdrachtbestanden toevoegen voor actieve applicaties ................. 18 2.8.2. Handmatig opdrachtbestanden toevoegen ...................................... 18 2.9. Opdrachtsets toevoegen............................................................................. 18 2.10. Opdrachten toevoegen aan opdrachtbestanden ........................................ 19
2.10.1. Opdrachten maken........................................................................... 19 2.10.2. Opdrachten bewerken...................................................................... 19 2.10.3. Geavanceerde bewerkingen ............................................................ 19 2.11. Opdrachten in opdrachtbestanden bewerken ............................................. 20 2.12. Bestandsbeheer.......................................................................................... 20 2.12.1. Opdrachten verplaatsen of kopiëren ................................................ 20 2.12.2. Opdrachtbestanden (*.GCC) importeren.......................................... 21 2.12.3. Opdrachtbestanden aan anderen geven.......................................... 21 2.12.4. Specifieke opdrachtbestanden laden ............................................... 21 2.13. Spraakvoorbeeld......................................................................................... 22 2.13.1. Spraakvoorbeelden invoeren voor opdrachten ................................ 22 2.13.2. Opnieuw spraakvoorbeelden invoeren voor opdrachten.................. 23 2.13.3. Spraakvoorbeelden verwijderen....................................................... 23
2/24 – Handleiding
1. TEAMSOUND
1.1. Software-omschrijving TeamSound is een krachtige spraaksoftware-applicatie voor online games. TeamSound bevat de volgende functies: kristalheldere spraakconferentie zonder vertraging, omzetting van door de computer gegenereerde tekst in spraak voor gevechtshandelingen, sneltoetsen voor Command & Control-kanalen, indicators voor onderdrukking en verzending, en webintegratie voor verbinding met servers en kanalen. Meer informatie over het gebruik van TeamSound is te vinden op www.teamsound.com.
1.2. Vereisten voor TeamSound - Geluidskaart die volledige duplexoverdracht ondersteunt - Drivers die geschikt zijn voor DirectX 6 of hoger - Microfoon - 56K/ADSL/ISDN- of kabelmodem - Windows 95, 98, Me, NT 4 SP5 of Windows 2000 Alle spraakmodi (waaronder perfecte spraakkwaliteit) zijn mogelijk over een 56K modem met vrijwel elke compatibele multi-player game. TeamSound is getest op alle moderne geluidskaarten, maar controleer wel of u de nieuwste versie hebt van de geluidskaartdrivers voordat u de software gaat gebruiken. Het is mogelijk dat geluidskaarten met verouderde drivers niet compatibel zijn met TeamSound omdat deze niet geschikt zijn voor de nieuwste functies van DirectX 6 of hoger.
Handleiding – 3/24
1.3. TeamSound installeren 1. Klik in de TeamSound-applicatie op Options (Opties) en geef een Identity (Identiteit) aan. 2. Kies uit de opties Push To Talk (Via toetsaanslag) of Voice Activated (Stemgestuurd). Als u de optie Push To Talk kiest moet u een Hotkey (Sneltoets) opgeven die u indrukt om te zenden. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan. 3. Selecteer Host Connection (Verbinding met host) in het menu File (Bestand) om een communicatiesessie te starten met anderen. Opmerking: Een verbinding mag door niet meer dan één persoon worden gehost. 4. Alle andere deelnemers moeten de optie Add Connection (Verbinding toevoegen) selecteren en het TCP/IP-adres van de computer van de host invoeren. Het TCP/IP-adres van de host wordt weergegeven onder in het TeamSound-scherm op de computer van de host. 5. U maakt verbinding met de computer van de host door eenvoudigweg te dubbelklikken op het TCP/IP-adres in het TeamSound-scherm.
Opmerking: Als u met een team speelt, is het aan te raden één computer aan te wijzen als de TeamSound-host of –server. Deze computer wordt dan niet gebruikt om de game op te spelen, maar functioneert als server voor alle TeamSoundgebruikers van het team. TeamSound is zodanig ontworpen, dat zoveel mogelijk bewerkingen op de server worden uitgevoerd, zodat het aantal bewerkingen voor de clients wordt geminimaliseerd, terwijl grote aantallen verbonden gebruikers kunnen worden ondersteund.
4/24 – Handleiding
1.4. Gevechtshandelingen Als u een game speelt met een team, moeten bepaalde activiteiten door de spelers worden gecoördineerd. Deze activiteiten zijn van groot belang voor het succesvol uitvoeren van een aanval of verdediging. TeamSound biedt door de computer gegenereerde spraak om unieke zinnen te maken die tegen andere leden van het team worden “uitgesproken” om zo de timing van de activiteiten op elkaar af te stemmen. Deze verbale opdrachten worden direct uitgesproken en kunnen worden verzonden naar elke combinatie van spelers of kanalen binnen de TeamSound-applicatie. Omdat met TeamSound alleen de tekst wordt verzonden en het geluid eigenlijk op afstand wordt gegenereerd, is de vertraging niet significant en kunnen belangrijke zinnen in urgente situaties sneller worden uitgezonden dan als ze daadwerkelijk op dat moment worden uitgesproken. TeamSound ondersteunt ook het op afstand opstarten van wavebestanden. U verdeelt de wavebestanden gewoon en wijst vervolgens sneltoetsen aan waarmee weergave wordt gestart. Voer de onderstaande stappen uit om gevechtshandelingen te implementeren: 1. Download en installeer de spraak-API en binaire bestanden van Microsoft. U vindt deze op respectievelijk: www.teamsound.com/teamstream/spchapi.exe en www.teamsound.com/teamstream/msttsL.EXE. 2. Voeg een Command & Control-sneltoets toe en selecteer when pressed, say speech to players (Bij drukken tegen spelers spreken) of when pressed, say speech to channels (Bij drukken tegen kanalen spreken).
Voorbeelden: Zeg tegen iedereen “vijand vanuit het westen”: selecteer when pressed, say speech to channels en voer de tekst vijand vanuit het westen in. Zeg “vijand vanuit het westen” tegen een kanaal met de naam “verdediging”: selecteer when pressed, say speech to channels en voer de tekst verdediging=vijand vanuit het westen in. Zeg “vijand vanuit het westen” tegen spelers met de namen “Erik” en “Paul”: selecteer when pressed, say speech to players en voer de tekst Erik,Paul=vijand vanuit het westen in.
Handleiding – 5/24
1.5. Command & Control Met de Command & Control-functies van TeamSound (die u kunt vinden via het menu File (Bestand) op de werkbalk) geeft u de gevechtsleider volledige controle over het schakelen tussen kanalen en het praten over en luisteren naar verschillende kanalen. Hierdoor kan de gevechtsleider de volgende activiteiten uitvoeren: een toets indrukken om op een ander kanaal uit te zenden; een toets indrukken om het luisteren naar een ander kanaal in- of uit te schakelen; een toets indrukken om naar een ander kanaal over te schakelen; een toets indrukken om door de computer gegenereerde spraak uit te zenden naar andere spelers; een toets indrukken om een wavegeluid te laten afspelen. U kunt zoveel sneltoetsen maken als nodig zijn om van kanaal te veranderen, over verschillende kanalen te praten, het luisteren naar meerdere kanalen in- of uit te schakelen en om activiteiten voor gevechtshandelingen in- of uit te schakelen.
1.5.1. Command & Control implementeren 1. U voegt een besturingsitem toe door op de knop Add (Toevoegen) te klikken. Er wordt dan een nieuw blanco opdrachtitem toegevoegd aan de lijst. 2. Klik met de muis in de kolom voor sneltoetsen. De toetsen die u indrukt (maximaal 2) terwijl de aanwijzer in de kolom voor sneltoetsen staat worden automatisch toegewezen aan het besturingsitem.
Het is aan te raden van één toets de hoofdtoets te maken en deze dan in combinatie met een tweede toets te gebruiken om de diverse besturingsitems in te schakelen. Op deze wijze maakt u maximaal gebruik van de besturingstoetsen. Opmerking: de volgende informatie geldt voor alle besturingsfuncties. Als u in de kolom Value (Waarde) Default (Standaard) invult, wordt altijd het kanaal gebruikt waarop u zich op het moment bevindt. Als u Root (Hoofd) invoert, wordt het hoofdkanaal gebruikt. U kunt op meer dan een kanaal tegelijk uitzenden door de namen van al deze kanalen in te voren, gescheiden door komma's. Als u naar twee kanalen wilt uitzenden met de namen “aanval” en “verdediging”, voert u in de kolom Value de tekst aanval,verdediging in. 6/24 – Handleiding
While pressed, transmit to channels (Bij drukken uitzenden naar kanalen) Deze functie wordt gebruikt om toetsen die spraak inschakelen (als de optie Push To Talk (Via toetsaanslag) is ingeschakeld) op te geven voor het zenden naar andere kanalen. U kunt met deze functie gebruikers op die andere kanalen alleen horen, u kunt niet met ze praten. Deze functie is nuttig als een gevechtsleider bijvoorbeeld wil praten met een aparte aanvallende of verdedigende deelnemer. Voer in de kolom Value de naam van het kanaal in waarnaar u wilt verzenden als u de toets indrukt. When pressed, toggle listening on channels (Bij drukken luisteren naar kanalen in- of uitschakelen) Deze functie wordt gebruikt om tijdelijk naar andere kanalen te luisteren. Als de toets wordt ingedrukt, schakelt u de mogelijkheid in of uit om te luisteren naar wat er op de andere benoemde kanalen wordt gezegd. Dit is nuttig als een gevechtsleider tijdelijk naar de conversatie op een ander kanaal wil luisteren. When pressed, switch to channel (Bij drukken van kanaal wisselen) Met deze functie schakelt u van het huidige standaardkanaal over naar een ander benoemd kanaal. Hierdoor kunt tussen verschillende kanalen schakelen tijdens het spel. Als u een toets toewijst aan de aanvalstroepen en een andere aan de verdedigingstroepen, kunt u tussen deze kanalen heen en weer schakelen. De gereserveerde woorden Default (Standaard) en Root (Hoofd) kunnen ook van toepassing zijn op de andere kanaalfuncties, zoals deze hierboven zijn beschreven.
Handleiding – 7/24
When pressed, say speech to channels (Bij drukken tegen kanalen spreken) Met deze functie kunt u de geïntegreerde, door de computer gegenereerde, voorziening voor spraaksynthese vanaf tekst gebruiken om zinnen te verzenden naar andere spelers. U kunt zenden op het huidige kanaal of op andere benoemde kanalen. Gebruik deze functie om gevechtsactiviteiten van spelers te coördineren. Gebruikers kunnen de door de computer gegenereerde spraak alleen horen als op de computers van de spelers de correcte instellingen voor gevechtshandelingen zijn ingevoerd. U hoeft alleen maar de zin in te typen om iets op het huidige kanaal uit te zenden. U zendt de tekst ook op andere kanalen uit door de naam van het kanaal of de kanalen in te voeren, gevolgd door een “is gelijk”-teken (=) en de tekst. Voorbeelden: - vijanden op komst (wordt gezonden naar iedereen op het huidige kanaal), - verdediging=vijanden op komst (wordt gezonden naar iedereen op het kanaal met de naam “verdediging”), - verdediging,aanval=vijanden op komst (wordt gezonden naar iedereen op de kanalen “verdediging” en “aanval”). When pressed, say speech to players (Bij drukken tegen spelers spreken) Bij deze functie worden dezelfde concepten gebruikt als bij kanaalspraak, maar de tekst wordt alleen gericht tot bepaalde personen of slechts één persoon. Bijvoorbeeld: Erik,Paul=Mannen, de vijanden hier zijn uitgeschakeld, ga de vlag halen (wordt alleen tegen Erik en Paul gezegd). When pressed, play wave to channels (Bij drukken wave afspelen naar kanalen) Met deze functie kunt u op afstand wavebestanden met een naam laten afspelen die u naar uw teamleden hebt gestuurd. U kunt op deze manier gevechtsactiviteiten coördineren, als iedereen beschikt over de betreffende wavebestanden. U laat een wavebestand afspelen door eenvoudigweg de naam van het wavebestand in de kolom Value (Waarde) in te voeren.
1.5.2. Importeren en exporteren Met de functies voor het importeren en exporteren van bestanden kunt u een Command & Control-bestand aan iedereen in uw team verzenden. Dit is de beste manier om instellingen te verzenden om ervoor te zorgen dat iedereen dezelfde opties voor gevechtshandelingen gebruikt. Gebruikers kunnen tussen de diverse instellingen heen en weer schakelen door uit verschillende Command & Control-exportbestanden te importeren.
8/24 – Handleiding
2. GAME COMMANDER 2
2.1. Software-omschrijving Game Commander 2 is een programma voor spraakbesturing van games en simulaties. Het is een achtergrondprogramma dat wordt geactiveerd door bepaalde door u gedefinieerde opdrachten. Als het programma een opdracht herkent, voert het de acties uit die u voor die opdracht hebt ingesteld (zoals het indrukken van bepaalde toetsencombinaties). Game Commander 2 is geschikt voor elke game die gebruik maakt van toetsaanslagen, omdat met het programma toetsen worden ingedrukt op de manier waarop de speler dat zelf zou doen. In feite kan elke Windows-applicatie (zoals bijvoorbeeld CAD- en tekenprogramma's, e-mailsoftware en webbrowsers) waarbij toetsenbordopdrachten worden gebruikt op deze manier worden bestuurd met Game Commander 2. Met Game Commander 2 kunnen per gesproken opdracht tot 256 toetsaanslagen worden uitgevoerd, waardoor u een groot aantal complexe functies kunt automatiseren. Meer informatie over het gebruik van Game Commander 2 vindt u op www.gamecommander.com.
2.2. Vereisten voor Game Commander 2 - Met Windows compatibele en volledig duplex geluidskaart - Microfoon of headset (bij voorkeur ruisonderdrukkend) - 24MB RAM of meer (64MB of meer voor Windows 2000) - Ten minste 10MB vrije ruimte op de vaste schijf - VGA-monitor met minimaal 256 kleuren - Windows 95, 98, ME of 2000
Handleiding – 9/24
2.3. Overzicht Game Commander bestaat uit twee onderdelen: het Command Center en de Studio. Het Command Center is de hoofdinterface voor Game Commander. Hier vindt u statusinformatie en snelle toegang tot de algemene functies. Via het Command Center kunt u de Studio starten en heeft u toegang tot aanvullende informatie op de website van Game Commander. De Game Commander Studio is de toegangpoort tot het hart van het Game Commander-systeem. U gebruikt de Studio om profielen te maken en te bewerken en om de opdrachtbestanden, opdrachtsets en opdrachten daarin te besturen. Opdrachten voor een bepaalde game of applicatie worden in een opdrachtenbestand opgeslagen. Alle opdrachtenbestanden die u maakt of downloadt worden in een profiel bewaard. Over het algemeen krijgt het profiel uw naam, en worden de opdrachtenbestanden genoemd naar de applicatie of game waar ze bij horen. Opdrachtenbestanden kunnen worden uitgewisseld met andere gebruikers van Game Commander. Nieuwe opdrachtbestanden kunt u downloaden vanaf de Game Commander-website. Een unieke eigenschap van Game Commander is dat u niet hoeft aan te geven welk opdrachtbestand moet worden gebruikt. Er wordt steeds gekeken welke applicatie u gebruikt en of voor die applicatie een opdrachtbestand bestaat, waarna dit bestand automatisch wordt geladen. Hierdoor hoeft u zich nooit zorgen te maken of de juiste opdrachten wel zijn geladen, wat vooral van belang is als u spraakopdrachten gebruikt voor vele verschillende applicaties. Als u echter niet wilt dat opdrachtbestanden automatisch worden geladen, kunt u een opdrachtbestand vergrendelen door in het Command Center op de knop Lock (Vergrendelen) te klikken. Zeer bijzonder is dat in Game Commander spraakherkenningstechnologie wordt gebruikt die geen onderscheidt maakt tussen sprekers. Engelstalige sprekers zijn echter wel in het voordeel. Er hoeft alleen een woord of zin te worden ingetypt in het eigenschappenvak voor Sounds-like (Klinkt als) van een opdracht, zodat duidelijk is waar de klank van de opdracht op lijkt. Opmerking: gebruikers die een andere taal dan Engels gebruiken moeten wel eerst spraakvoorbeelden vastleggen, anders worden de gesproken opdrachten niet door Game Commander herkend.
10/24 – Handleiding
2.4. Command Center
Het Command Center is de hoofdinterface voor Game Commander. Hier vindt u statusinformatie en snelle toegang tot de algemene functies. Via het Command Center kunt u het bewerkingsprogramma Game Commander Studio starten en heeft u toegang tot aanvullende gegevens op de website van Game Commander. Hieronder worden de onderdelen van het Command Center beschreven. Minimize/Hide (Knop Minimaliseren/verbergen) Met de knop Minimize/Hide kunt u het Command Center verbergen. U kunt het Command Center opnieuw oproepen door op het pictogram onderin het Windowsscherm te klikken. Close (Knop Afsluiten) Met de knop Close sluit u het Command Center en sluit u de Game Commander af.
Handleiding – 11/24
Recognized Command Display (Display Herkende opdracht) De display Recognized Command geeft verschillende items weer waaraan u kunt zien wat er gebeurt tijdens de opdrachtherkenning. De informatie wordt als volgt weergegeven: •
Speech detected (Spraak gevonden): in Game Commander is spraak binnengekomen uit de microfoon.
•
Opdrachtnaam: als een opdracht is herkend, wordt de naam van deze opdracht weergegeven.
•
NOT RECOGNIZED (Niet herkend): het binnengekomen geluid is niet herkend als opdracht.
Command Channel Status (Status opdrachtkanaal) De Command Channel Status staat on (aan) als met de Game Commander wordt gezocht naar opdrachten (het opdrachtkanaal is ingeschakeld), of staat off (uit) als er niet wordt gezocht (als het chatkanaal is ingeschakeld) of als de knop Listen (Luisteren) aan staat. Als er geen tekst verschijnt in de display Recognized Command op het moment dat u een opdracht uitspreekt, moet u zorgen dat het opdrachtkanaal is ingeschakeld door op de knop Listen te klikken. Heeft u een toets om spraak in te schakelen toegewezen, dan kunt u op deze toets drukken om de status on of off te zetten. Selected Profile (Geselecteerd profiel) In deze keuzelijst wordt weergegeven welk profiel actief is. U kunt zelf een profiel selecteren als meer dan een profiel bestaat. Current Command File (Huidig opdrachtbestand) Als voor een bepaalde game (of applicatie) een opdrachtbestand bestaat en u de game gebruikt, zorgt de Command Fusion™-technologie van Game Commander ervoor dat automatisch het juiste opdrachtbestand wordt geladen, zodat u dit niet zelf hoeft te doen. De naam van het geladen opdrachtbestand wordt weergegeven in het vak Current command file. Listen (Knop Luisteren) ([Alt]+[L]) Met de knop Listen schakelt u de Game Commander aan en uit. Als de knop aan staat, gaat het indicatielampje branden. Audible Feedback (Knop Hoorbare feedback) ([Alt]+[F]) Met de knop Audible Feedback schakelt u het geluid aan en uit. Als de knop aan staat, gaat het indicatielampje branden.
12/24 – Handleiding
Global Commands (Knop Algemene opdrachten) ([Alt]+[G]) Met de knop Global Commands schakelt u de algemene opdrachten aan en uit. Als de knop aan staat, gaat het indicatielampje branden. Het algemene opdrachtbestand is een speciaal opdrachtbestand, waarvan de opdrachten altijd beschikbaar zijn onafhankelijk van het soort game of applicatie dat actief is. Het algemene opdrachtbestand wordt over het algemeen gebruikt voor opdrachten zoals “Minimaliseren”, “Maximaliseren” en “Sluiten” die door veel programma's worden gebruikt. Lock Command File (Knop opdrachtbestand vergrendelen) ([Alt]+[C]) Met de knop Lock Command File schakelt u de vergrendeling van het opdrachtbestand in en uit. Als de knop aan staat, gaat het indicatielampje branden. Als een opdrachtbestand is vergrendeld, kan het in Game Commander niet automatisch worden veranderd. Bij vergrendeling van een opdrachtbestand verandert het vak Current Command File in een keuzelijst waaruit u het gewenste opdrachtbestand kunt selecteren. Probeer het vergrendelen van opdrachtbestanden te vermijden, omdat u dan handmatig van bestand moet wisselen. De Command Fusion™-technologie van Game Commander is speciaal ontworpen om het zelf laden van het juiste opdrachtbestand overbodig te maken. Edit (Knop Bewerken) ([Alt]+[E]) Met de knop Edit opent u de Game Commander Studio. In de Studio vinden alle opdrachtbewerkingen plaats. Main Menu (Knop Hoofdmenu) ([Alt]+[M]) Met de knop Main Menu opent u het hoofdmenu van de Command Center.
Handleiding – 13/24
2.5. Game Commander Studio
2.5.1. Functies GC Studio De Game Commander Studio (GC Studio of gewoon Studio) is de toegangpoort tot het hart van het Game Commander-systeem. U gebruikt de Studio om profielen te maken en te bewerken en om de opdrachtbestanden, opdrachtsets en de opdrachten daarin te besturen. De Studio biedt u krachtige en snelle bewerkingsmogelijkheden en kan daarom in het begin enigszins overdonderend zijn. Als u de voorzieningen van de Studio echter opdeelt in werkbare delen, zult u binnen de kortste keren als volleerd met het programma kunnen werken. Opmerking: wijzigingen die u aanbrengt via de Studio worden pas van kracht als de wijzigingen worden opgeslagen. U slaat het huidige profiel op door Save (Opslaan) te kiezen in het menu File (Bestand). De Studio bestaat uit vier hoofddelen: menu's, de werkbalk, de profielboom en het eigenschappenscherm.
14/24 – Handleiding
2.5.2. Menu's Boven in het scherm van de Studio vindt u de menu's, die toegang bieden tot de verschillende functies van de Studio. File (Bestand) Bevat alle functies voor het openen en opslaan van profielen en voor het afsluiten van de Studio. Edit (Bewerken) Bevat functies voor het bewerken van het huidige profiel. Add (Toevoegen) Bevat functies voor het toevoegen van items aan het huidige profiel. Tools (Hulpprogramma's) Bevat verschillende hulpprogramma's zoals het dialoogvenster Test Commands/ Microphone Level (Opdrachten/microfoonniveau testen). View (Beeld) Bevat de verschillende beeldopties voor de Studio. Help (Help) Biedt toegang tot het Help-bestand, de website van Game Commander en overige informatie over Game Commander.
2.5.3. Werkbalk Vlak onder de menu's vindt u de werkbalk, die knoppen bevat voor de algemene functies. Deze functies zijn ook toegankelijk via de menu's. Als u de muisaanwijzer op een werkbalkknop plaatst en daar enige seconden laat staan, verschijnt een vakje met de naam van de knop.
2.5.4. Profielboom Aan de linkerkant van de Studio vindt u de Profielboom. De gehele inhoud van het profiel dat op het moment is geladen wordt in de boomstructuur weergegeven. Op het hoogste niveau van de boom vindt u het profiel zelf. Onder het profiel staat meestal het algemene opdrachtbestand, gevolgd door de opdrachtbestanden voor verschillende games en applicaties. Elk opdrachtbestand bestaat uit een of meer opdrachtsets gevolgd door opdrachten.
Handleiding – 15/24
Klik op een in de boom om die tak van de boom uit te klappen. Klik op een in de boom om die tak van de boom weer in te klappen. Voor het gemak wordt in de Studio automatisch de tak uitgeklapt die bij het betreffende opdrachtbestand hoort voor de game of applicatie waarmee u werkte voordat u de Studio opende.
2.5.5. Eigenschappenscherm Het eigenschappenscherm, dat rechts in de Studio wordt geopend, bevat de verschillende eigenschappen van het item dat op dat moment in de boomstructuur is geselecteerd. Als bijvoorbeeld het profiel is geselecteerd in de boom, worden de eigenschappen van het profiel in het eigenschappenscherm weergegeven. En als bijvoorbeeld een opdracht is geselecteerd in de boom, worden de eigenschappen van de opdracht in het eigenschappenscherm weergegeven. Hierdoor heeft u snel toegang tot alle items in het profiel.
2.5.6. Bestandlocaties Profiles (Profielen) Alle profielen zijn op naam opgeslagen in de map Profiles (Profielen) in de map Game Commander 2. Als u Game Commander 2 bijvoorbeeld hebt opgeslagen in de standaardlocatie op schijf C:, bevindt een profiel met de naam Paul zich op C:\Program Files\Game Commander 2\Profiles\Paul. Sounds (Geluiden) Alle geluiden die worden gebruikt voor hoorbare feedback zijn opgeslagen in de map Sounds (Geluiden) in de map Game Commander 2. Als u Game Commander 2 bijvoorbeeld hebt opgeslagen in de standaardlocatie op schijf C:, bevinden feedbackgeluiden zich op C:\Program Files\Game Commander 2\ Sounds.
16/24 – Handleiding
2.6. Nieuwe profielen maken 1. Klik op de knop Edit (Bewerken) op het Command Center om de Studio te openen. 2. Selecteer in het menu File (Bestand) de optie New (Nieuw). 3. Voer de naam in voor het nieuwe profiel. 4. Klik op de knop OK.
Opmerking: alle profielen worden opgeslagen in de map Profiles (Profielen) in de map Game Commander 2. Als u Game Commander 2 hebt opgeslagen op de standaardlocatie, bevindt de map Profiles zich in C:\Program Files\Game Commander 2\Profiles.
2.7. Algemene opdrachten toevoegen 1. Klik op de knop Edit (Bewerken) op het Command Center om de Studio te openen. 2. Selecteer Global Commands (Algemene opdrachten) in de boomstructuur. Als uw profiel niet het item Algemene opdrachten bevat, selecteert u Global Command File (Algemene opdrachtbestand) in het menu Add (Toevoegen). 3. Selecteer de optie Command (Opdracht) uit het menu Add (Toevoegen) om een opdracht toe te voegen.
Opmerking: algemene opdrachten werken voor alle applicaties, dus gebruik ze voorzichtig. Tip: u schakelt de algemene opdrachten aan en uit door op de knop Global Commands (Algemene opdrachten) te klikken op het Command Center.
2.8. Opdrachtbestanden toevoegen Opdrachtbestanden bevatten informatie over de game of applicatie waarvoor ze worden gebruikt, zodat in Game Commander bekend is wanneer de opdrachten moeten worden geladen. Dit is de reden dat tijdens het maken van een nieuw opdrachtbestand de applicatie actief moet zijn, of dat u het bestand van het programma handmatig aan het opdrachtbestand moet toewijzen. Beide methoden worden hieronder beschreven.
Handleiding – 17/24
2.8.1. Opdrachtbestanden toevoegen voor actieve applicaties 1. Klik op de knop Edit (Bewerken) op het Command Center om de Studio te openen. 2. Start de game of applicatie waarvoor u het opdrachtbestand wilt maken. 3. Druk op [Alt]+[Tab] om terug te gaan naar de Studio. Informatie over wat u moet doen als [Alt]+[Tab] niet beschikbaar is, vindt u in het volgende hoofdstuk: Handmatig opdrachtbestanden toevoegen. 4. Selecteer de optie Command File (Opdrachtbestand) in het menu Add (Toevoegen). 5. Selecteer Create a file for a currently running application (Een bestand maken voor een actieve applicatie). 6. Kies de applicatie uit de keuzelijst. 7. Klik op de knop OK. 8. Het nieuwe opdrachtbestand wordt weergegeven in de boomstructuur. U kunt een naam voor het bestand invoeren of op [Enter] drukken om de standaardnaam te gebruiken.
2.8.2. Handmatig opdrachtbestanden toevoegen Gebruik deze methode alleen als de hierboven beschreven stappen niet werken. Sommige games hebben meerdere programmabestanden en het is niet altijd eenvoudig om de juiste te kiezen. 1. Klik op de knop Edit (Bewerken) op het Command Center om de Studio te openen. 2. Selecteer de optie Command File (Opdrachtbestand) in het menu Add (Toevoegen). 3. Selecteer Create a new file (Nieuw bestand maken). 4. Klik op de knop OK. 5. Het nieuwe opdrachtbestand wordt weergegeven in de boomstructuur. U kunt een naam voor het bestand invoeren of op [Enter] drukken om de standaardnaam te gebruiken. 6. Klik op de tab Advanced (Geavanceerd) in het gebied met eigenschappen van opdrachtbestanden rechts in de Studio. 7. Typ in het invoervak Module name (Naam module) de naam in van het programmabestand (*.exe) van de game of applicatie. U kunt ook op de knop Browse… (Bladeren) klikken om zo naar het bestand te gaan.
Opmerking: sommige games wordt helemaal geen uitvoerbestand gebruikt voor de game-engine (bijvoorbeeld F18.ICD of FS2000.ICD).
2.9. Opdrachtsets toevoegen 1. Klik op de knop Edit (Bewerken) op het Command Center om de Studio te openen. 2. Selecteer het opdrachtbestand voor de game waarvoor u een opdrachtset wilt toevoegen. 3. Selecteer de optie Command Set (Opdrachtset) in het menu Add (Toevoegen). 4. De nieuwe opdrachtset wordt in de boomstructuur weergegeven. U kunt een naam voor de set invoeren.
Opmerking: er mag maar één actieve opdrachtset bestaan voor een opdrachtbestand. 18/24 – Handleiding
2.10. Opdrachten toevoegen aan opdrachtbestanden 2.10.1. Opdrachten maken 1. Klik op de knop Edit (Bewerken) op het Command Center om de Studio te openen. 2. Selecteer het opdrachtbestand voor de game waarvoor u opdrachten wilt toevoegen.
Opmerking: bekijk eerst de informatie in het hoofdstuk Opdrachtbestanden toevoegen als u geen opdrachtbestand heeft voor uw game. 3. Selecteer de optie Command (Opdracht) in het menu Add (Toevoegen).
2.10.2. Opdrachten bewerken 1. Voer de naam in voor de opdracht. De opdrachtnaam wordt standaard ingevuld in het vak Sounds-like (Klinkt als). U moet deze naam uitspreken om de opdracht uit te laten voeren. 2. (Facultatief) Als u wilt kunt u een omschrijving van de opdracht invoeren in het invoervak Description (Omschrijving). 3. Als u een andere tekst wilt uitspreken dan de standaard toegewezen tekst, kunt u de tekst in het invoervak Sounds like wijzigen. U kunt ook de optie Voice training (Spraakvoorbeeld) selecteren om een spraakpatroon op te nemen voor de opdracht. Spraakvoorbeelden zijn handig voor opdrachten die niet in het Engels zijn. (Zie Spraakvoorbeeld.) 4. Klik in het invoervak Insert keystroke into action list (Toetsaanslag invoegen in actielijst). 5. Druk op het toetsenbord de toetsencombinatie in die u wilt laten uitvoeren als de opdracht wordt herkend. Een toetsencombinatie bestaat uit een alfanumerieke toets en een of meer Shift-toetsen. (Een toetsencombinatie kan bijvoorbeeld bestaan uit [Ctrl]+[Shift]+[A].) De toetsencombinatie wordt toegevoegd aan de Actions to send list (Lijst van te zenden acties). Deze lijst bevat alle acties die door de opdracht worden uitgevoerd. De actie boven aan de lijst wordt als eerste uitgevoerd.
2.10.3. Geavanceerde bewerkingen - U wijzigt de positie van een actie op de lijst door de actie te selecteren en op de knoppen lijst te klikken. - U verwijdert een actie door de actie te selecteren en op de knop
of
naast de
te klikken.
- U kunt de eigenschappen van een actie bekijken door de actie te selecteren en op de knop
te klikken.
U kunt een vertraging instellen voordat de volgende actie in de lijst wordt uitgevoerd. - Met de optie Default (Standaard) geeft u aan dat eerst een periode moet worden gewacht voor de volgende actie wordt uitgevoerd. Deze periode wordt bepaald door de eigenschap standaardvertragingsduur van het opdrachtbestand. - Met de optie Custom (Aangepast) kunt u zelf een periode aangeven voor de vertraging. De vertragingsperiode wordt aangegeven in milliseconden (1000ms = 1 seconde).
Handleiding – 19/24
2.11. Opdrachten in opdrachtbestanden bewerken 1. Klik op de knop Edit (Bewerken) op het Command Center om de Studio te openen. 2. Selecteer het opdrachtbestand dat de opdrachten bevat die u wilt bewerken uit de boomstructuur links in de Studio. 3. Klik op de knop
naast het opdrachtbestand
4. Klik op de knop
naast de opdrachtset
5. Klik op een opdracht
om het opdrachtbestand te openen.
om de opdrachtset te openen.
.
Alle eigenschappen van de opdracht vindt u in de eigenschappenpagina's rechts in de Studio. Zie voor meer informatie over het bewerken van opdrachten het hoofdstuk Opdrachten toevoegen aan opdrachtbestanden. Opmerking: wijzigingen worden pas actief als het profiel is opgeslagen. Selecteer Save (Opslaan) in het menu File (Bestand) om het profiel op te slaan.
2.12. Bestandsbeheer 2.12.1. Opdrachten verplaatsen of kopiëren U kunt deze methode ook gebruiken om opdrachten naar een andere opdrachtset of ander opdrachtbestand te verplaatsen. Volg de onderstaande stappen om opdrachten te verplaatsen: 1. Klik met de muis op de opdracht(en) die u wilt verplaatsen. U kunt meerdere opdrachten tegelijk selecteren door tijdens het klikken de [Shift]- of [Ctrl]-toets in te drukken. 2. Selecteer de optie Cut (Knippen) in het menu Edit (Bewerken) om de opdrachten uit te knippen en ze op het klembord te plaatsen. 3. Selecteer de plaats waar de opdrachten naar toe moeten door erop te klikken met de muis. 4. Selecteer de optie Paste (Plakken) in het menu Edit om de opdrachten terug te plaatsen in het opdrachtbestand. Opdrachten kopiëren: 1. Klik met de muis op de opdracht die u wilt kopiëren. U kunt meerdere opdrachten tegelijk selecteren door tijdens het klikken de [Shift]- of [Ctrl]-toets in te drukken. 2. Selecteer de optie Copy (Kopiëren) in het menu Edit (Bewerken) om de opdrachten naar het klembord te kopiëren. 3. Selecteer de plaats waar de gekopieerde opdrachten naar toe moeten door erop te klikken met de muis. 4. Selecteer de optie Paste (Plakken) in het menu Edit om de opdrachten in het opdrachtbestand te plaatsen.
20/24 – Handleiding
2.12.2. Opdrachtbestanden (*.GCC) importeren 1. Klik op de knop Edit (Bewerken) op het Command Center om de Studio te openen. 2. Selecteer de optie Command File (Opdrachtbestand) in het menu Add (Toevoegen). 3. Selecteer Importing an existing file (Bestaande bestanden importeren). 4. Klik op de knop OK. 5. Blader naar het bestand dat moet worden geïmporteerd. 6. Klik op de knop Open (Openen). Het opdrachtbestand wordt naar uw profiel gekopieerd.
Tip: u kunt het .GCC-bestand ook direct naar de map Profiles (Profielen) kopiëren.
2.12.3. Opdrachtbestanden aan anderen geven 1. Blader naar de map profielen van Game Commander 2. Als u Game Commander 2 hebt opgeslagen op de standaardlocatie, bevindt de map Profiles zich op C:\Program Files\Game Commander 2\Profiles. 2. Open de profielmap waarin uw opdrachtbestand zich bevindt. Profielmappen hebben dezelfde naam als het profiel. 3. Kopieer het .GCC-bestand voor de gewenste game of applicatie naar een diskette of voeg het als bijlage toe aan een e-mailbericht.
Opmerking: opdrachtbestanden bevatten spraakvoorbeeldgegevens als u spraakvoorbeelden hebt ingesproken voor opdrachten. Als u iemand een opdrachtbestand geeft dat spraakvoorbeelden bevat, kan het zijn dat de spraak niet genoeg op de stem van de andere persoon lijkt om correct te werken. U verwijdert een spraakvoorbeeld uit een opdracht door in de eigenschappen van de opdracht de optie Sounds like (Klinkt als) te selecteren in plaats van de optie Voice training (Spraakvoorbeeld).
2.12.4. Specifieke opdrachtbestanden laden Als er een opdrachtbestand bestaat voor de game of applicatie die u gebruikt, wordt deze automatisch geladen. Het is dus niet nodig het opdrachtbestand handmatig te laden. Welk opdrachtbestand wordt geladen wordt bepaald door de eigenschap Module name (Modulenaam) van het opdrachtbestand. Opmerking: controleer of de knop Lock (Vergrendelen) op het Command Center is uitgeschakeld, anders worden de opdrachtbestanden niet automatisch geladen. Klik op de knop Lock op het Command Center om het automatisch laden van opdrachtbestanden uit te schakelen. Stel de vergrendeling in en selecteer uit de keuzelijst op het Command Center het opdrachtbestand dat moet worden gebruikt. Handleiding – 21/24
2.13. Spraakvoorbeeld Door middel van spraakvoorbeelden kunt u een opdracht instellen op uw stem en de manier waarop u een opdracht uitspreekt. Spraakvoorbeelden kunnen ook worden gebruikt om opdrachten die niet in het Engels zijn aan een opdrachtbestand toe te voegen. Het nadeel van het invoeren van een spraakvoorbeeld voor een opdracht is dat de opdracht dan alleen wordt herkend als deze door die gebruiker wordt uitgesproken. Als u het opdrachtbestand doorgeeft aan anderen, kan het voorkomen dat de opdrachten waarvoor u zelf een spraakvoorbeeld hebt ingevoerd niet worden herkend.
2.13.1. Spraakvoorbeelden invoeren voor opdrachten 1. Klik in de Studio op de gewenste opdracht in de boomstructuur. 2. Klik op de tab General (Algemeen). 3. Selecteer de optie Voice Training (Spraakvoorbeeld) in het groepsvak Trigger (Initiator). 4. Klik in het dialoogvenster (Spraakvoorbeeld) op de knop Start.
Voice
training
5. Spreek de opdracht uit in de microfoon. De teller Trainings remaining (Resterende voorbeelden) verandert van 3 naar 2. 6. Spreek de opdracht opnieuw in. De teller Trainings remaining verandert van 2 naar 1. 7. Spreek de opdracht nog een keer in. 8. Als boven aan het dialoogscherm de boodschap Training is complete (Spraakvoorbeeld voltooid) verschijnt, klikt u op de knop OK. Als u tijdens het inspreken een fout heeft gemaakt, kunt u op de knop Start klikken om opnieuw te beginnen.
22/24 – Handleiding
2.13.2. Opnieuw spraakvoorbeelden invoeren voor opdrachten 1. Klik in de Studio op de gewenste opdracht in de boomstructuur. 2. Klik op de tab General (Algemeen). 3. Klik op de knop Re-train (Opnieuw inspreken). 4. Volg dezelfde stappen als in het vorige hoofdstuk zijn beschreven.
2.13.3. Spraakvoorbeelden verwijderen 1. Klik in de Studio op de gewenste opdracht in de boomstructuur. 2. Klik op de tab General (Algemeen). 3. Klik op de optie Sounds like (Klinkt als). 4. Voer een woord of zin in voor herkenning.
Handleiding – 23/24
Handelsmerken © Guillemot Corporation 2001. Thrustmaster® en Tacticalboard™ zijn handelsmerken en/of geregistreerde handelsmerken van Guillemot Corporation S.A. Game Commander™, Command Fusion™ en het Game Commander-logo zijn handelsmerken en/of geregistreerde handelsmerken van Mindmaker, Inc. TeamSound™ en het TeamSound-logo zijn handelsmerken en/of geregistreerde handelsmerken van WiredRed Corporation. Adobe® en Acrobat® zijn geregistreerde handelsmerken van Adobe Systems, Inc. Alle rechten voorbehouden. Alle andere nationaal en internationaal erkende handelsmerken en merknamen worden hierbij erkend. Illustraties zijn niet bindend. Inhoud, ontwerp en specificaties kunnen zonder waarschuwing worden gewijzigd en kunnen per land verschillen.
Aansprakelijkheid Hercules Technologies heeft het recht om veranderingen in specificaties aan te brengen op ieder moment en zonder kennisgeving. De informatie die geleverd wordt door dit document, is naar het inzicht van hieronder genoemde partijen accuraat en betrouwbaar. Hercules Technologies en Guillemot Corporation dragen echter geen verantwoordelijkheid voor het gebruik ervan of voor eventuele schendingen van patenten of andere rechten van derden die voortkomen uit het gebruik. Dit product kan een beknopte of speciale uitvoering zijn voor pc integratie of andere doeleinden. Sommige functies zoals uitgelegd in de handleiding kunnen daardoor niet beschikbaar zijn. Wanneer mogelijk zal een README.TXT toegevoegd worden op de installatie cd-rom welke de verschillen duidelijk maakt tussen het aangeschafte product en het product beschreven in de meegeleverde documentatie.
Licentie-overeenkomst met de software-gebruiker
BELANGRIJK: lees de overeenkomst zorgvuldig door voordat u de software opent en installeert. Zodra u dit software-pakket opent, gaat u stilzwijgend akkoord met de voorwaarden van deze overeenkomst. De Software die zich in dit pakket bevindt wordt onder licentie aangeboden, niet verkocht, en is alleen verkrijgbaar onder de voorwaarden van de huidige licentie-overeenkomst. Als u na het lezen ervan niet akkoord gaat met de voorwaarden, moet u de software en de volledige inhoud van de doos binnen 15 dagen retourneren naar de plaats van aankoop. De software van Hercules Technologies/Guillemot Corporation (verder aangeduid met de “Software”) valt onder het auteursrecht van Hercules Technologies en/of Guillemot Corporation. Alle rechten zijn voorbehouden. De term “Software” verwijst naar alle documentatie en hieraan gerelateerd materiaal, waaronder stuurprogramma’s, applicaties en databestanden. De koper verkrijgt alleen een licentie om de Software te gebruiken. Personen die de licentie verkrijgen gaan tevens akkoord met de voorwaarden van de huidige overeenkomst, betreffende auteursrecht en alle andere eigendomsrechten van software, documentatie en hieraan gerelateerd materiaal van derden in het software-pakket. Hercules Technologies behoudt zich het recht voor om deze licentie te beëindigen wanneer men zich niet houdt aan één of meerdere van de voorwaarden die in de huidige overeenkomst staan vermeld. In geval van beëindiging moeten alle exemplaren van de Software onmiddellijk worden geretourneerd aan de Hercules Technologies; de koper blijft hierbij aansprakelijk voor elke willekeurige en alle geleden schade. Licentie: 1. De licentie wordt alleen aan de koper zelf toegekend. Hercules Technologies en/of Guillemot Corporation behouden alle aanspraken en eigendomsrechten op de Software en behouden zich eveneens alle rechten voor die hier niet uitdrukkelijk worden vermeld. De houder van de licentie heeft geen toestemming om de hier toegekende rechten te sub-licentiëren of te leasen. Overdracht van de licentie is toegestaan, onder voorwaarde dat degene die de licentie overdraagt geen enkel deel en geen enkele kopie van de Software behoudt en dat de ontvanger akkoord gaat met de voorwaarden van de huidige overeenkomst. 2. De houder van de licentie mag de Software te allen tijde slechts op één enkele computer gebruiken. Het machine-leesbare gedeelte van de Software mag op een andere computer worden overgedragen, onder voorwaarde dat het eerst van de eerste machine wordt verwijderd en dat er te allen tijde geen enkele mogelijkheid bestaat dat de Software op meer dan één machine kan worden gebruikt. 3. De houder van de licentie erkent de auteursrechtelijke bescherming die Hercules Technologies en/of Guillemot Corporation geniet. De copyright-tekst mag niet van de Software worden verwijderd, noch van een kopie hiervan, noch van alle andere documentatie, geschreven of elektronisch, die bij de Software wordt geleverd. 4. Aan de houder van de licentie wordt het recht toegekend om één backup-kopie van het machine-leesbare gedeelte van de Software te maken, onder voorwaarde dat alle copyright- en eigendomsboodschappen ook worden gereproduceerd. 5. Behalve daar waar de huidige overeenkomst dit uitdrukkelijk toestaat, is het de houder van de licentie ten strengste verboden om zich bezig te houden met, noch mag hij derden toestaan zich bezig te houden met het volgende: het leveren of openbaren van de Software aan derden; de Software beschikbaar maken op een netwerk, multiple pc, multi-user of time-sharing opstelling als de gebruikers geen individuele licentiehouders zijn; veranderingen aanbrengen aan, of kopieën maken van de Software; het ondernemen van pogingen om de Software, op welke manier of in welke vorm dan ook, te de-assembleren, decompileren of reverse engineering toe te passen, of het deelnemen aan activiteiten die tot doel hebben om onderliggende informatie te verkrijgen, die gedurende normaal gebruik van de Software niet zichtbaar is voor de gebruiker; het maken van kopieën of vertalingen van de Handleiding.
24/24 – Handleiding