Inhoud klas 3 Lessen klas 3
163
I.
Lichamelijke en emotionele ontwikkeling
1. 2. 3.
Zelfrespect en respect voor anderen In de schoenen van de ander Bio-Bits
166 166 169 172
II. Sociale ontwikkeling en relaties 4. 5. 6. 7. 8.
Stellingenspel Versieren en verknallen Chatten en msn’en Gewoon Wouter Burger Inn
III. Seksualiteit en gezondheid
175 175 177 180 183 185
9. Condooms en zo 10. Te ver gaan 11. Over dwang
188 188 191 194
Kopieerbladen
198
Planningsformulieren
214
Relaties en seksualiteit - klas 3
161
Relaties en seksualiteit - klas 3
162
Voortgezet onderwijs, klas 3 I. Lichamelijke en emotionele ontwikkeling Doel: De leerlingen • onderzoeken de begrippen zelfrespect en respect voor anderen • onderzoeken manieren om respect voor anderen te krijgen • weten uit welke delen de mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen bestaan en welke functie deze hebben • weten wat een maagdenvlies is en waarom een meisje wel of niet bloedt bij haar eerste geslachtsgemeenschap • weten hoe een eicel wordt bevrucht Lessen:
les
titel
lesdoel
1
Zelfrespect en respect voor anderen
De leerlingen onderzoeken de begrippen zelfrespect en respect voor anderen.
2
In de schoenen van een ander
De leerlingen onderzoeken manieren om respect voor anderen te krijgen.
3
Bio-Bits
De leerlingen weten uit welke delen de mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen bestaan en welke functie deze hebben. De leerlingen weten wat een maagdenvlies is en waarom een meisje wel of niet bloedt bij haar eerste geslachtsgemeenschap. Ze weten hoe een eicel wordt bevrucht en hoe en waarom je een condoom, de pil en/of de morning-afterpil moet gebruiken.
II. Sociale ontwikkeling en relaties Doel: De leerlingen • zien in hoe sekserollen ontstaan en worden aangeleerd • beseffen welke reacties verliefdheid kan oproepen bij zichzelf en anderen • zien in dat er verschillende manieren zijn om contact met iemand te maken en te verbreken • weten dat de uitingsvormen van en opvattingen over seks verschillen • worden zich bewust van seksiquette en misbruik bij het gebruik van contactpagina’s, msn en webcam • maken kennis met experimenteergedrag en opvattingen op het gebied van homoseksualiteit • beseffen dat homoseksuele mensen soms gediscrimineerd worden • worden zich bewust van groepsdruk
Relaties en seksualiteit - klas 3
163
Lessen:
les
titel
lesdoel
4
Stellingenspel
De leerlingen denken over en worden zich bewust van rolpatronen en rolgedrag en krijgen inzicht in de meningen over relaties en rolgedrag van jongens en meisjes.
5
Versieren en verknallen
De leerlingen zien in dat er verschillende manieren zijn om contact met iemand te maken en af te breken. De leerlingen beseffen dat ze zorg moeten hebben voor de gevoelens van anderen.
6
Chatten en msn’en
De leerlingen worden zich bewust van seksiquette en misbruik bij het gebruik van contactpagina’s, msn en webcam.
7
Gewoon Wouter
De leerlingen denken na over de eerste gevoelens en ervaringen rond seksualiteit. Ze maken kennis met experimenteergedrag en opvattingen op het gebied van homoseksualiteit. Ze denken na over wat ze er leuk en niet leuk aan vinden.
8
Burger Inn
De leerlingen denken na over begrippen als ‘echte’ mannen en ‘echte’ vrouwen. Ze beseffen dat homoseksuele mensen soms gediscrimineerd worden. De leerlingen worden zich bewust van de gevaren van groepsdruk en denken na over hun eigen handelen in een conflictsituatie.
III. Seksualiteit en gezondheid Doel: De leerlingen • weten dat mannen en vrouwen bij seksuele gemeenschap zwangerschap kunnen voorkomen met behulp van voorbehoedmiddelen • weten op welke wijze besmetting met het aids-virus en ander seksueel overdraagbare aandoeningen kan plaatsvinden • worden zich ervan bewust dat ze hun eigen grenzen moeten en kunnen bewaken • kunnen het begrip ‘loverboy’ omschrijven en de gedragingen van loverboys noemen • kunnen oplossingen bedenken om uit een loverboy-situatie te komen
Relaties en seksualiteit - klas 3
164
Lessen:
les
titel
lesdoel
9
Condooms en zo
De leerlingen worden zich bewust van het begrip ‘veilig vrijen’. Ze weten hoe een condoom gebruikt moet worden en zijn zich bewust van het belang van condoomgebruik.
10
Te ver gaan
De leerlingen worden zich bewust van de aanwezigheid van grensoverschrijdend gedrag, zowel non-verbaal als verbaal en fysiek, en ontwikkelen taal om dit te beschrijven. Ze wisselen alternatieven voor grensoverschrijdend gedrag uit en onderzoeken verschillende vormen van communicatie.
11
Over dwang
De leerlingen zijn zich ervan bewust dat zij hun eigen grenzen moeten en mogen bewaken. Ze kunnen het begrip ‘loverboy’ omschrijven en de gedragingen van loverboys noemen. De leerlingen kunnen oplossingen bedenken om uit een loverboy-situatie te komen.
Relaties en seksualiteit - klas 3
165
I - Lichamelijke en emotionele ontwikkeling Les 1 Zelfrespect en respect voor anderen
Lesdoelen De leerlingen onderzoeken de begrippen zelfrespect en respect voor anderen. Voorbereiding Schrijf op twee grote vellen papier de woorden ‘met respect’ en ‘zonder respect’. Benodigdheden • bord en krijt • twee grote vellen papier • plakband of buddies (plakgum) Introductie Schrijf op het bord de termen ‘zelfrespect’ en ‘respect voor anderen’. Laat de leerlingen begrippen noemen die er naar hun idee mee te maken hebben en maak er op het bord een woordspin van. Help de leerlingen door het stellen van zo concreet mogelijke vragen, bijvoorbeeld: - Wat betekent het als je met respect omgaat met je spullen? - Wat betekent het als je met respect omgaat met je lijf? - Als je respect hebt voor je vader, hoe is dat dan te merken? - Als je respect hebt voor je vrienden, hoe laat je dat dan zien? - Hoe weet je of iemand respect heeft voor jou? Hoe merk je dat? Respectvol omgaan met iets of iemand betekent dat je er zorgvuldig mee omgaat, dat je iets of iemand waardevol vindt en ‘heel’ wil houden. Probeer de begrippen met de leerlingen te ordenen met behulp van het onderstaande schema.
Wat is zelfrespect?
Wat is respect voor anderen?
Hoe kun je het zien/merken?
Hoe kun je het zien/merken?
Teken het schema op het bord en vul het samen met de leerlingen in. Het kan er bijvoorbeeld zo uit komen te zien:
Relaties en seksualiteit - klas 3
166
Wat is zelfrespect?
Wat is respect voor anderen?
Dat je jezelf van waarde vindt/jezelf serieus neemt.
Dat je anderen van waarde vindt/serieus neemt wat ze denken, voelen en doen..
Hoe kun je het zien/merken?
Hoe kun je het zien/merken?
• Je staat stevig in je schoenen • Als je iets graag wilt, dan zeg je dat duidelijk • Je ja is ja en je nee is nee • Je bent eerlijk over je principes en je blijft daar dapper voor staan • Je kunt goed grenzen stellen • Je bent eerlijk en vriendelijk voor jezelf • Je accepteert niet dat mensen je negeren/kleineren/vernederen
• Je probeert mensen te begrijpen door vragen te stellen over wat ze denken en voelen en hoe ze leven • Je probeert goed te luisteren/kijken naar de ander zegt • Je probeert je in te leven in de ander en te bedenken hoe het voor de ander is • Je weet dat er verschillende manieren zijn om dingen te doen of over dingen te denken • Je respecteert dat een ander anders denkt en doet dan jij, al ben je het niet met hem of haar eens – je hoeft het niet te waarderen • Je houdt rekening met wat anderen denken, voelen en doen • Je bent vriendelijk en eerlijk tegen anderen • Je negeert anderen niet • Je zet mensen niet in hokjes (bijvoorbeeld die doven, die mannen, die …) • Je lacht andere mensen niet uit • Je roept niet meteen dat een ander stom of een sukkel is • Je gaat ervan uit dat mensen in eerste instantie te vertrouwen zijn en het goed bedoelen • Je kunt open en eerlijk contact maken met de ander
Kern Hang de grote vellen papier ieder aan een kant van de klas en lees voor wat erop staat: ‘met respect’ aan de ene kant, ‘zonder respect’ aan de andere kant. Vertel dat u verschillende zinnen gaat voorlezen. Bij iedere zin moeten de leerlingen een positie innemen. Als ze vinden dat het een respectvolle uiting is, gaan ze aan de kant van ‘met respect’ staan. Als ze vinden dat het een uiting zonder respect is, gaan ze naar de andere kant. Vraag steeds aan de leerlingen waarom ze deze positie gekozen hebben. Niet alle uitspraken zijn eenduidig. Zoek met de leerlingen naar de essentie. Afhankelijk van de tijd kunt u alle of een aantal zinnen voorlezen. -
Ik praat niet met hem, want hij is een loser. Horenden zijn asociaal. Ik houd rekening met andere mensen. Jij bent een hoer.
Relaties en seksualiteit - klas 3
167
-
Ik gebruik vaak spullen van iemand zonder het te vragen. Niemand zal mij missen. Mijn moeder is een trut. Homo´s zijn vies. Turken zijn dom. Ik durf eerlijk en open mijn mening te zeggen. Ik probeer anderen niet te kwetsen. Ik doe niet mee als iemand gepest wordt. Ik vind mezelf stom. Als een meisje nee zegt, bedoelt ze ja. Ik bemoei me niet met lesbo’s. Ik lach anderen graag uit. Hé, lelijkerd! Moslims zijn moordenaars. Dag dikzak. Anderen moeten doen wat ik wil. Doven zijn dom. Ik scheld anderen niet uit. Ik gedraag me vriendelijk naar mensen. Horende mensen zijn opscheppers. Meisjes en vrouwen mogen niet werken Ik ben nieuwsgierig naar waarom andere mensen iets doen
NB De uitspraken kunnen discussie oproepen. Waar de één geen problemen mee heeft, ervaart de ander als respectloos. Afsluiting Praat met de leerlingen over zelfrespect. Wat is zelfrespect? Stel zo concreet mogelijke vragen, bijvoorbeeld: - Hoe ga je respectvol met jezelf om? - Hoe ga je respectloos met jezelf om? - Als je respect hebt voor jezelf, hoe kunnen anderen dat dan aan je zien of merken? - Als je respect hebt voor jezelf, hoe voel je je dan? - Als je geen respect hebt voor jezelf, hoe voel je je dan? Ga de kring rond en laat alle leerlingen zichzelf een compliment geven. Geeft dat compliment iets aan over hun zelfrespect? Hoe kun je je zelfrespect vergroten of verkleinen? Als je jezelf gaat vergelijken met anderen en je vindt dat je iets beter of slechter kunt, heeft dat dan invloed op je zelfrespect? Of kun je accepteren dat niet iedereen dezelfde dingen even goed hoeft te kunnen en dat mensen daarom niet meer of minder waard zijn? Stel dat je niet goed bent in wiskunde. Welke uitspraak geeft/toont dan meer zelfrespect: - Het heeft geen zin om me in wiskunde te verdiepen, ik heb nu eenmaal geen wiskundeknobbel. - Ik begrijp dit niet, kun je het mij nog een keer uitleggen? Praat hier met de leerlingen over. Kunnen ze zelf meer voorbeelden noemen? Suggesties/ideeën/tips • Laat de leerlingen een rap over respect maken. • Knip foto’s uit de krant of laat de leerlingen foto’s uitknippen die volgens hen met respect of het ontbreken daarvan te maken hebben. Bespreek de foto’s, bijvoorbeeld: Heeft deze soldaat respect voor die vrouw? Waarom denk je dat?
Relaties en seksualiteit - klas 3
168
•
Verdeel de leerlingen in twee groepen. Laat beide groepen uitspraken verzinnen zoals in de kern. Help zonodig met het opschrijven ervan. Behandel de uitspraken klassikaal, zoals omschreven in de kern.
Differentiatiemogelijkheden Seksuele vorming, onderdeel van PrOmotie, leermiddelenpakket voor het praktijkonderwijs, uitg. Edu’Actief. Infoboek, bladzijde 81, Werkboek 3, bladzijde 29 tot en met 36. Boeken Er vallen klappen van Ad Hoofs, uitg. Van Tricht, ISBN 9073460662. Dit boek gaat over karate, respect en zelfvertrouwen. Na de zomervakantie gaat Steven naar de middelbare school. Alleen, want zijn vriend Bas is naar Amerika verhuisd. Meteen op zijn eerste schooldag wordt hij door drie jongens lastig gevallen. Wat moet hij nu doen? Mag hij zijn karatetechnieken wel gebruiken? Gelukkig geeft zijn karateleraar hem goede raad. (AVI 7) Achtergrondinformatie Hans Kaldenbach maakt in zijn boekje Respect (uitg. Prometheus, ISBN 9044603981) onderscheid tussen de definitie van respect binnen de burgerlijke cultuur en binnen de straatcultuur. Binnen de burgerlijke cultuur betekent respect rekening houden met een ander, bijvoorbeeld in de bus opstaan voor een ouder iemand, even opzij gaan als iemand erlangs wil, ‘sorry’ zeggen als je per ongeluk tegen elkaar aanloopt, ‘dank je wel’ zeggen als iemand iets voor je gedaan heeft. Psychologisch gezien kunnen mensen volgens hem respect geven op het moment dat ze het voldoende gekregen hebben. Wie verzadigd is, kan het weggeven. Binnen de straatcultuur betekent respect juist dat een ander ontzag voor je moet hebben, bijvoorbeeld: geef me meer ruimte, ik ga niet opzij, toon mij respect door een stap opzij te doen, ik ga niet met ‘dank je’ voor je kruipen als je iets voor me gedaan hebt. Je voelt respect als de ander bang voor je is. Psychologisch gezien is dit volgens Kaldenbach een gevolg van te weinig respect gekregen hebben. Wie iets wezenlijks niet krijgt, eist het op.
Les 2 In de schoenen van een ander Lesdoelen De leerlingen onderzoeken manieren om respect voor anderen te krijgen. Voorbereiding Neem een paar grote schoenen of klompen mee of maak voeten van karton. Benodigdheden • een paar grote schoenen of voeten • grote vellen papier • dikke stiften • kopieerblad VO-3.1
Relaties en seksualiteit - klas 3
169
Introductie Herhaal samen met de leerlingen de definities van de vorige les. Vat ze kort samen: Bij respect respecteer je wie de ander is en hoe hij of zij leeft en vind je hem of haar van waarde. Je zoekt wel het gesprek met hem of haar. Respect betekent niet dat je de mening of het gedrag van de ander altijd moet waarderen, maar wel dat je respectvol met de ander omgaat. Bijvoorbeeld de ander niet uitschelden, belachelijk maken of in elkaar slaan. Bij zelfrespect respecteer je hoe jezelf bent - alles waar je goed in bent en alles waar je niet goed in bent - en vind je jezelf van waarde. Een Indiaanse uitdrukking is: Je begrijpt iemand pas als je in zijn sandalen hebt gelopen.In het Nederlands is een soortgelijke uitdrukking: In de schoenen van de ander staan. Dat betekent, dat je de wereld of de situatie bekijkt vanuit de ander. Je kunt je goed verplaatsen in de ander. Als je dat goed kunt, kun je ook gemakkelijker goede vragen aan iemand stellen en ontdekken wat belangrijk voor hem of haar is. Zet de grote schoenen of voeten neer. Vertel dat u verschillende personen gaat beschrijven. Deel kopieerblad VO-3.1 uit. Bij wie hoort de beschreven situatie en wie durft in de schoenen/voeten van die persoon te gaan staan? - Dit is een meisje uit Turkije. Zij is moslim en heeft een hoofddoek op. Haar vader is bang dat het niet goed gaat met zijn dochter. Zijn dochter mag niet omgaan met Nederlandse jongeren en ze mag niet uitgaan. Wie durft in zijn of haar schoenen te gaan staan? - Dit is een horende jongen. Hij zit op een voetbalvereniging. Op die vereniging zit ook een dove jongen, die hij vaak belachelijk maakt. Wie durft in de schoenen van de horende jongen te gaan staan? Wie durft in de schoenen van de dove jongen te gaan staan? - Dit is een vrouw die met een vrouw getrouwd is. Wie durft in haar schoenen te gaan staan?
Relaties en seksualiteit - klas 3
170
-
Dit is een jongen die verliefd is op iemand uit de klas. Maar dat is ook een jongen. Wie durft er in zijn schoenen te gaan staan? Dit is een jongen die gepest wordt door een groepje meisjes. Wie durft in zijn schoenen of in die van de meiden te gaan staan? Dit is een jongen die wil vrijen. Het maakt hem niet uit of het meisje dat ook wil. Wie durft in zijn schoenen te gaan staan? Wie durft in de schoenen van het meisje te gaan staan?
Laat de andere leerlingen kritische vragen stellen aan de persoon die in de schoenen van een ander is gaan staan. Deze moet zich inleven in de geschetste persoon en de vragen beantwoorden vanuit zijn of haar gezichtspunt beantwoorden. Geef als docent eerst zelf een voorbeeld. Als de leerlingen niet in de schoenen van de verschillende personen willen gaan staan, neemt u die positie zelf in. Als het goed gaat, kunt u de leerlingen vrij laten in de persoon die ze willen ´neerzetten´. Vraag na afloop hoe de leerlingen die in de schoenen van een ander zijn gaan staan het hebben ervaren. Hoe werd op hen gereageerd? Hoe voelden ze zich daarbij? Zijn ze door deze ervaring van mening/houding veranderd? Kern Verdeel de klas in kleine groepjes. Geef ieder groepje een groot vel papier en dikke stiften. Laat hen een SIRE-poster ontwerpen met als thema: meer respect voor dove/slechthorende mensen. De poster is bedoeld voor horende mensen. Wat moeten horende mensen doen om te laten zien dat ze respect hebben voor dove/slechthorende mensen? Respect geven aan dove/slechthorende mensen betekent: … Of: Horenden moeten … Hang de posters op en bespreek ze. Afsluiting Bespreek met de leerlingen dat veel mensen zeggen: ‘Jij moet respect hebben voor mij.’ Maar zelf hebben ze geen respect voor anderen. Ze willen dus alleen maar respect krijgen en niet geven. Veel mensen vinden dat niet eerlijk. Als je respect wilt, moet je het ook geven, vinden ze. Respect moet van beide kanten komen. Andere mensen maakt het niet uit. Zij kunnen en blijven respect geven, ook al krijgen ze het niet terug. Bekijk samen met de leerlingen de posters die ze hebben gemaakt. Kunnen ze de opschriften omkeren? Bijvoorbeeld: Respect geven aan horenden betekent: … Doven/slechthorenden moeten … Moeten dove mensen respectvol omgaan met horenden? Kun je het gemakkelijk omkeren? Bijvoorbeeld: Horenden moeten meer gebarentaal leren en dove mensen moeten meer leren praten? Laat de leerlingen nagaan of ze zelf respect geven. Geven zij ook respect of willen ze het alleen maar krijgen? Suggesties/ideeën/tips • Naast horend en doof/slechthorend zijn er nog meer doelgroepen te onderscheiden waarvoor een poster gemaakt kan worden, bijvoorbeeld: - mannen en vrouwen - ouders en kinderen - witte en zwarte mensen - Nederlanders en Turken/Marokkanen - goed op school en goed in sport - christenen en moslims - docenten en leerlingen
Relaties en seksualiteit - klas 3
171
•
•
•
Als de opdracht in de inleiding nog te moeilijk is, kunt u ervoor kiezen om de leerlingen eerst te oefenen om het perspectief van de ander aan te nemen door hen een andere leerling uit de klas te laten ‘spelen’. Bijvoorbeeld: Bart, jij doet nu alsof jij Leila bent. Welke sport vind jij leuk? Seksuele vorming, onderdeel van PrOmotie, leermiddelenpakket voor het praktijkonderwijs, uitg. Edu’Actief. Infoboek, bladzijde 81, Werkboek 3, bladzijde 29 tot en met 36. Vraag aan de leerlingen of ze denken dat het nodig is dat SIRE een campagne start voor meer respect voor doven. Laat hen in dat geval contact met SIRE opnemen via www.sire.nl en bijvoorbeeld de teksten van hun posters mailen.
Les 3 Bio-Bits Lesdoelen • De leerlingen weten uit welke delen de mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen bestaan. • De leerlingen weten welke functie de delen van de mannelijke en vrouwelijke geslachtorganen hebben. • De leerlingen weten wat een maagdenvlies is en waarom een meisje wel of niet bloedt bij haar eerste geslachtsgemeenschap. • De leerlingen weten hoe een eicel wordt bevrucht. • De leerlingen weten hoe en waarom je een condoom, de pil en/of de morning-afterpil moet gebruiken. Voorbereiding • Ga voorafgaand aan deze les na of dit onderwerp nog niet bij biologie of een ander vak is behandeld. Beslis aan de hand daarvan of u de Bio-Bits lessen integraal wilt geven of als samenvatting. In deze les is de samenvatting weergegeven. • De filmpjes van Biobits zijn alleen ondertiteld. Bereid het tolken van de filmpjes zonodig voor. • Kopieer en vergroot blad VO-3.2. • Maak een vragendoos door een gleuf te knippen in het deksel van een schoenendoos. Benodigdheden • dvd Bio-Bits, deel 2 en 3 (zie bijgevoegd materiaal). Deze filmpjes staan niet op de verzameldvd, maar op een aparte dvd. • tv en afspeelapparatuur • kopieerblad VO-3.2 • tekenpapier, potloden • vragendoos Introductie Vertel de leerlingen dat ze in deze les naar twee filmpjes gaan kijken. Na ieder filmpje zullen een aantal vragen worden gesteld en opdrachten gegeven worden. Kern Kijk samen met de leerlingen naar het eerste filmpje van Bio-Bits (deel 2).
Relaties en seksualiteit - klas 3
172
Bespreek het filmpje met de leerlingen aan de hand van de volgende vragen: - Was er iets wat de leerlingen opviel in het filmpje? Bijvoorbeeld iets dat ze leuk of raar vonden of iets dat hen verbaasde, dat ze nog niet wisten? - Wie kan nog een keer uitleggen hoe het komt dat de piemel stijf wordt en rechtop gaat staan? - In het filmpje wordt verteld over het maagdenvlies. Wie weet waarom een meisje bij de eerste keer geslachtsgemeenschap kan bloeden? Gebeurt dit bij alle meisjes? Hoe komt dat? Verdeel de groep in een meisjes- en jongensgroep en laat hen de voortplantingsorganen tekenen (inwendig en uitwendig). Bespreek de tekeningen na aan de hand van kopieerblad VO-3.2. Kloppen de tekeningen? Laat het tweede filmpje van Bio-Bits zien (deel 3). Bespreek het filmpje met de leerlingen aan de hand van de volgende vragen: - Was er iets wat de leerlingen opviel in het filmpje? Bijvoorbeeld iets dat ze leuk of raar vonden of iets dat hen verbaasde, dat ze nog niet wisten? - Moet je vrijen als je 15 jaar bent? - Waar moet je op letten als je wel wilt vrijen? Dat je het veilig doet, maar natuurlijk ook dat je het respectvol doet, alleen als de ander het ook wil. Laat de leerlingen in tweetallen een strip tekenen van een bevruchting. Afsluiting De jongeren in de filmpjes stellen vragen per sms. Hoe stellen de leerlingen vragen over seks? Aan wie stellen ze vragen? Wijs de leerlingen op de mogelijkheid om vragen te stellen via internet, bijvoorbeeld op www.weetal.nl (
[email protected]), www.netdokter.nl of via de vragendoos in de klas. Suggesties/ideeën/tips Als u meer aandacht wil besteden aan dit onderwerp: bij de afleveringen van Bio-Bits vmbo: Voortplanting is een handleiding verkrijgbaar met opdrachten en tips voor het gebruik van internet. Achtergrondinformatie Jongeren blijken nog lang niet alles te weten over soa/hiv, voortplanting, anticonceptie en maagdelijkheid. Het kennistekort is bij lager opgeleide jongeren duidelijk groter dan bij hoogopgeleide jongeren. Uit het onderzoek Seks onder je 25e, uitg. Rutgers Nisso Groep. Boeken Met veel illustraties: • Het puberboek van Sanderijn van der Doef, uitg. Ploegsma, ISBN 9021616068. • Seks en zo van Robie H. Harris, uitg. Gottmer, ISBN 9025727689. • Oh, zit dat zo! van Jörg Müller, uitg. Van Holkema & Warendorf, ISBN 9026913427. • Seks, puberteit en al dat gedoe van Jacqui Bailey, uitg. Van Goor, ISBN 9000035880. • Twee liefdes van Marian Hoefnagel, uitg. Van Tricht, ISBN 9073460778. Anna en Jos kennen elkaar al heel lang. Jos vindt dat ze best met elkaar op vakantie kunnen. En met elkaar slapen. Maar Anna is daar niet zo zeker van. Eigenlijk gaat ze liever met haar vriendinnen op vakantie. En eigenlijk wil ze niet met Jos naar bed. Maar is dat niet raar? Iedereen doet het toch?
Relaties en seksualiteit - klas 3
173
Voor betere lezers: • Zoek de verschillen van Martine Delfos, uitg. Pereboom, ISBN 9075564334. • Let’s talk about boys and girls – Puberen zonder problemen van Marja Baseler, uitg. The house of books, ISBN 9044308513. • Let’s talk about love – Liefdeslessen voor pubers van Marja Baseler, uitg. The house of books, ISBN 9044312480. • Alles over seks van Willeke Bezemer, uitg. Het Spectrum, ISBN 9027495653. • Alles over Seks, Liefde en Relaties van de Rutgers Nisso Groep, uitg. Lifetime, ISBN 9021541696. Bronnen Bio-Bits vmbo: Voortplanting, aflevering 13 t/m 16, uitg. Teleac/NOT
Relaties en seksualiteit - klas 3
174
II - Sociale ontwikkeling en relaties Les 4 Stellingenspel
Lesdoelen • De leerlingen denken over en worden zich bewust van rolpatronen en rolgedrag. • De leerlingen krijgen inzicht in de meningen over relaties en rolgedrag van jongens en meisjes. Voorbereiding • Kopieer blad VO-3.3 en plak het op karton of stevig papier. Knip de kaartjes uit en doe ze in een doosje. • Kopieer blad VO-3.4 voor alle leerlingen. Benodigdheden • bord en krijt • kaartjes met stellingen • kopieerblad VO-3.3 en VO-3.4 Introductie Schrijf links op het bord ‘eens’ en rechts op het bord ‘niet eens’. Vertel de leerlingen dat ze een stellingenspel gaan doen. Leg de bedoeling van het spel uit. In het doosje zitten kaartjes met stellingen. Om de beurt pakt een leerling een stelling uit het doosje, leest deze voor en verdedigt deze, links voor de klas als hij of zij het met de stelling eens is en rechts voor de klas als hij of zij het er niet mee eens is. Leerlingen in de klas die zijn of haar mening niet delen, geven dit aan. Een van hen mag naar voren komen, de tegengestelde positie innemen en zijn of haar standpunt verdedigen. Geef aan dat u door vragen aan beide partijen zult proberen de leerlingen aan het twijfelen te brengen. Kern Speel het spel. Als de argumenten zijn genoemd, mag de rest van de klas stelling nemen. Met wie of met welke stelling zijn ze het eens? Daar gaan ze bij staan. Laat daarna de leerlingen van de beide groepen elkaar bevragen en/of nieuwe argumenten geven, bijvoorbeeld: Jij zegt …, maar dat klopt toch niet? Want … . Aarzel niet om ook zelf goed door te vragen, bijvoorbeeld: Waarom denk je dat? Geldt dat voor alle mannen, vrouwen, doven, horenden? Is dat altijd zo? Ken je mensen waarbij dat anders is? Zou jij willen dat het anders was? Waarom? Waarom gelden er andere regels voor mannen en vrouwen? Gelden er ook andere regels voor dove en horende mensen? Vind jij dat goed? Laat de leerlingen door middel van uw vragen de rollen van man en vrouw, maar ook de rollen van doven en horenden onderzoeken. Zijn er overeenkomsten? Geef de leerlingen tussendoor regelmatig de gelegenheid om van plaats te veranderen als hun mening verandert, bijvoorbeeld door te vragen: Staan jullie nog goed of wil je van plaats veranderen?
Relaties en seksualiteit - klas 3
175
NB Er is geen goede of foute mening. Mensen kunnen heel verschillend over de stellingen denken. Stimuleer de leerlingen wel om zo goed mogelijk te verwoorden waarom ze iets vinden en open naar elkaars argumenten te luisteren. Afsluiting Deel kopieerblad VO-3.4 uit, leg uit wat de leerlingen moeten doen en laat het maken. Bespreek de uitkomsten aan de hand van de volgende vragen: - Willen jongens en meisjes hetzelfde? - Willen ze voor zichzelf en hun partner hetzelfde? - Hoe los je het op, als er verschillen zijn? - Hoe is het bij de leerlingen thuis? Suggesties/ideeën/tips Bij het stellingenspel kunt u de vooroordelen verzamelen op het bord: Mannen zijn …, Vrouwen zijn …, Doven zijn …, Horenden zijn … . Bij de afsluiting kunt u ze aanvullen en verder bespreken aan de hand van de vragen die bij de kern genoemd zijn. Differentiatiemogelijkheden • Lees zelf de kaartjes voor als de leerlingen dit niet kunnen en laat daarna alle leerlingen een positie innemen: links voor het bord als ze het eens zijn met de stelling, rechts als ze het er niet mee eens zijn. Vraag daarna eerst aan de kleinste groep waarom ze daar staan en laat vervolgens de grootste groep argumenten geven. Probeer prikkelende vragen te stellen aan beide groepen, waardoor ze mogelijk aan het twijfelen worden gebracht. Vraag aan het einde van iedere discussie aan de leerlingen of ze nog op de juiste plaats staan of zouden moeten wisselen van plaats. • Teken kopieerblad VO-3.4 op het bord en laat alle leerlingen hun mening geven. Vul het schema samen in en bespreek daarna de resultaten. • Hang twee grote vellen papier op voor in de klas. Schrijf op het ene vel ‘hoort bij mannen’ en op het andere ‘hoort bij vrouwen’. Verdeel de leerlingen in groepjes van drie en laat hen uit tijdschriften een aantal plaatjes knippen die volgens hen bij een van de twee vellen horen. Laat iedere groep om de beurt een plaatje op beide vellen plakken en uitleggen waarom ze vinden dat de plaatjes op die plaats horen. Gebruik buddies (plakgum) om de plaatjes vast te plakken, zodat ze eventueel op een andere plaats geplakt kunnen worden. Nadat de plaatjes zijn opgeplakt, mogen de leerlingen van de andere groepen wijzigingen aanbrengen. Ze moeten hiervoor wel heldere argumenten hebben. Wanneer plaatjes volgens de leerlingen zowel bij mannen als bij vrouwen horen, laat ze dan tussen de beide vellen papier in plakken. Bronnen • Goede minnaars, pakket voor de begeleiding van jongeren, uitg. Forum Seksuele Vorming, www.sensoa.be • Lespakket multiculturele seksuele voorlichting en vorming van A. van den Akker, I. Mouthaan en M. de Neef, uitg. GG & GD Utrecht, afdeling jeugdgezondheidszorg.
Relaties en seksualiteit - klas 3
176
Les 5 Versieren en verknallen Lesdoelen • De leerlingen zien in dat er verschillende manieren zijn om contact met iemand te maken en af te breken. • De leerlingen beseffen dat ze zorg moeten hebben voor de gevoelens van anderen. Benodigdheden • dvd BNN: Versieren (zie bijgevoegd materiaal) • tv en afspeelapparatuur • kopieerblad VO-3.5a en b en VO-3.6 • zes grote vellen papier, dikke stiften Introductie Houd met de leerlingen een kort inleidend gesprek over versieren. Wat is versieren? Kunnen de leerlingen versieren? Hoe doen ze dat? Wat doen ze als iemand hen probeert te versieren die ze niet leuk vinden? Maakt het voor hen uit of ze een horend of doof/slechthorend iemand versieren? Kijk samen met de leerlingen naar de dvd en stel de volgende vragen: - Hebben jullie in dit interview iets gezien wat je leuk of raar vond of wat je verbaasde? - Hoe voelen jullie je als je verliefd bent? - Versieren jullie iemand alleen als je verliefd bent? Of ook als je iemand wel leuk vindt? - Alexander, de verlegen jongen, versiert nooit een meisje. Welke tips krijgt hij van de meisjes en vinden jullie dat goede tips? Bijvoorbeeld recht op je doel afgaan en eerlijk je gevoel beschrijven.
Relaties en seksualiteit - klas 3
177
-
Het moslimmeisje mag en wil nog geen verkering krijgen. Denken jullie dat ze ook niet iemand zal versieren? Wat bedoelen ze in het versieren met ‘hard to get’ - meisjes moeten ‘hard to get’ zijn? Wat vinden jullie daarvan? Zijn jongens jagers en moeten zij altijd proberen een meisje te versieren of kan het ook andersom? Horen versieren en vrijen bij elkaar of niet? Waarom wel of niet? Aan het eind van het interview maakt een jongen verschil tussen ‘seks maken’ en ‘liefde maken’. Kunnen jullie uitleggen wat hij bedoelt?
Kern Deel kopieerblad VO-3.5 en VO-3.6 uit. De leerlingen maken de versiertest. Nadat de test is ingevuld, bepalen ze welk versiertype ze zijn. Bespreek de test met de leerlingen aan de hand van de volgende vragen: - Herken je jezelf in het versiertype? - Wat zijn de voor- en nadelen van de verschillende types? - Welke types zijn meestal jongens/meisjes? - Wat vind je zelf het leukste type om tegen te komen en waarom? - Wat leer je van deze test? De leerlingen maken groepjes van dezelfde versiertypes. Ieder groepje bedenkt een lijst met goede versiertips en schrijft of tekent deze op een groot vel papier. De vellen worden opgehangen. Ieder groepje brengt de eigen tips in. Bespreek de tips. Van welke tips denken de leerlingen dat ze werken? Bijvoorbeeld: - Glimlach lief, knipoog, geef extra aandacht. - Zoek de plaatsen op waar hij/zij regelmatig komt. - Geef een leuk complimentje, zoals ... (laat de leerlingen hier voorbeelden bij bedenken) - Als je niets durft te zeggen, stuur dan een e-mail of een sms’je, zoals ... - Zoek uit wat hij/zij leuk vindt en verdiep je daarin. - Zorg ervoor dat zijn/haar vriend(inn)en je mogen. Als zij je zien zitten, maak je meer kans. - Doe je best om humoristisch uit de hoek te komen. - Wees niet te stoer, durf je gevoelens te laten zien. Het maakt je kwetsbaar, maar ook aantrekkelijk. - Verzorg je lichaam en kleding. Zorg ervoor dat je lekker ruikt als je een afspraakje hebt. - Doe je niet anders voor dan je bent. Als je verlegen bent, maar je gaat op een stoere manier iemand versieren, dan ziet het er vaak onnatuurlijk uit. En stel dat hij of zij je stoerheid leuk vindt en later merkt dat je verlegen bent. Dan val je tegen. Misschien zijn er ook tips waarvan leerlingen zeggen: ‘Daar heb ik zo’n hekel aan als iemand dat doet. Dan is het bij mij meteen afgelopen’. Dan zijn het meer verknaltips dan versiertips. Als ze nog niet genoemd zijn, laat u de leerlingen ze nu bedenken. Schrijf de verknaltips op een apart vel papier. Bijvoorbeeld: - Storm recht op je doel af. Behandel je vriend(in) niet als persoon, maar als een pop waarop je je helemaal kunt uitleven. - Drink je ladderzat of snuif je stoned. Dan kun je veel beter contact maken. - Rook veel, dat staat stoer en dan smaakt je tongzoen naar een zak tabak. - Doe overdreven grappig en ga daarmee door, totdat iedereen hoofdpijn van je heeft. - Roep steeds hoe geweldig jij bent en wat anderen grote sukkels zijn. - Zit overal met je handen aan. Aai over borsten, geef een mep op billen, voel
Relaties en seksualiteit - klas 3
178
-
-
even of hij links of rechts draagt. Zorg dat jij alleen aan het woord bent, trek de aandacht helemaal naar je toe en zeg of gebaar vooral veel gore woorden als fuck, shit, kut, lul en kus mijn kloten. Vertel over al je 200 vroegere vriend(inn)en. Verdeel je aandacht. Probeer er twee of drie tegelijk te versieren. Poets je tanden niet meer en was je zo weinig mogelijk. Het heeft voordelen als je stinkt… dan krijg je veel ruimte op de dansvloer. Doe je mond niet open. Zeg en doe niets. Blijf gewoon hangen waar je hangt.
Laat de leerlingen de verknaltips stevig aanzetten. Geef aandacht aan de ironie en speel zonodig een aantal tips met de leerlingen uit. Afsluiting Bespreek de versier- en verknaltips na aan de hand van de volgende vragen: - Wat maakt versieren spannend? - Hoe komt het dat bepaalde dingen werken en andere niet? - Is het belangrijk om zorg te hebben voor de ander? - Wat denken de leerlingen van liegen, bedriegen en eerlijkheid? - Hoe kwetsbaar ben je als je verliefd bent? En stel je voor: Het versieren ging goed en het is aan… Maar na een tijdje valt het toch tegen. Wanneer en hoe maak je het uit? Laat de leerlingen zo veel mogelijk verschillende manieren van uitmaken uitspelen en aangeven wat zij de beste manier vinden en waarom. Suggesties/ideeën/tips • Maak van verschillende tips een (foto)strip en mail die naar bijvoorbeeld de Start!-krant. Kijk op www.eenvoudigcommuniceren.nl • Maak posters van de versier- en verknaltips en hang ze in de gang op school op. • Oefen de tips in rollenspelen. En speel uit hoe je stoer, verlegen, grappig, vriendelijk, sexy of zeurderig iemand versiert. • Sluit aan bij de types van de kanjertraining. • Bespreek het onderstaande artikel uit een krant in 2005: Geel is zin in seks Van een verslaggever Hengelo – Discotheken proberen mensen binnen te halen. Een discotheek in Hengelo zet zelfs seks in om de disco vol te krijgen. Volgende week zaterdag wordt er een Flirt Night gehouden. De bezoekers kunnen met gekleurde polsbandjes hun bedoelingen duidelijk maken. Bij het binnenkomen kunnen de bezoekers kiezen uit vier kleuren. Wie alleen komt voor een flirt, pakt een rood bandje. Wie daar geen zin in heeft, of al bezet is, neemt een blauw bandje. Groen is voor homo´s en lesbiennes. En met geel geef je aan dat je open staat voor een one night stand. Gastvrouwen lopen rond om bezoekers met dezelfde kleur bandjes met een paar handboeien aan elkaar te koppelen. Ook worden gratis condooms uitgedeeld. Vraag aan de leerlingen wat ze hier van vinden. Wat zijn de voor- en nadelen? Welk bandje zouden zij nemen? Moeten er nog andere kleuren bandjes bij, bijvoorbeeld ´ik ken gebarentaal´?
Relaties en seksualiteit - klas 3
179
Differentiatiemogelijkheden • Lees de vragen en antwoorden van de versiertest zonodig één voor één voor als de leerlingen de test niet zelf kunnen lezen. Maak eventueel bij de antwoordmogelijkheden kleine tekeningen als reminder. • Laat de versiertest vervallen als deze voor de leerlingen te moeilijk is, ook als deze wordt voorgelezen. De leerlingen gaan dan meteen aan het werk met de versier- en verknaltips. Sluit de les af door de leerlingen verschillende rollenspellen te laten spelen, waarbij twee leerlingen steeds een verschillende opdracht, zonder dat ze van elkaar weten wat die opdracht is. - Leerling 1: Je ziet in de disco iemand die heel erg goed danst. Je moet ernaar blijven kijken. Je wilt erg graag contact met hem of haar maken. Je hebt hem of haar wel eens eerder gezien, bij een volleybaltoernooi. Je beslist iets tegen hem of haar te zeggen. - Leerling 2: Je staat lekker te dansen in een disco. Dan komt er een jongen of meisje naar je toe. Je weet niet wat je moet doen, want je hebt hem of haar eens bij een volleybaltoernooi ontmoet en toen was hij of zij heel vervelend. Maar nu lijkt hij of zij je toch wel aardig. Wat ga je doen? - Leerling 1: Je vindt een leerling van een andere klas erg leuk, maar hij of zij heeft altijd anderen om zich heen. Als je op een middag de school uitloopt, zit hij of zij op de grond bij de deur met de ogen dicht te zonnen. Hij of zij zit daar alleen. Wat doe je? - Leerling 2: Je moet even wachten op iemand. De zon schijnt lekker, dus je gaat bij de deur op de grond zitten en je doet je ogen dicht om te zonnen. Dan komt een leerling uit een andere klas de deur uit. Hij of zij is vaak erg verlegen, maar nu lijkt het of hij of zij iets tegen je wil zeggen. • Seksuele vorming, onderdeel van PrOmotie, leermiddelenpakket voor het praktijkonderwijs, uitg. Edu’Actief. Infoboek, bladzijde 6 en 7, 15 tot en met 17, Werkboek 1, bladzijde 7 tot en met 15. Boeken De blauwe deur, MOLL-boek 1, te bestellen bij
[email protected]. Thema: verliefd worden op een grote versierder. Latifa werkt in haar vrije tijd in de dierentuin. In het weekend werkt Ruud, de fotograaf, daar ook. Hij wil graag met haar uit. Latifa wil dat ook wel. Haar moeder vindt het maar niks. Ook haar vriendin probeert Latifa te waarschuwen. Maar Latifa wil niet naar hen luisteren. Stiekem doet ze haar meest sexy kleren aan. En ze gaat naar Ruud toe… Bronnen Goede minnaars, pakket voor de begeleiding van jongeren, uitg. Forum Seksuele Vorming, www.sensoa.be.
Les 6 Chatten en msn’en Lesdoelen De leerlingen worden zich bewust van etiquette en misbruik bij het gebruik van contactpagina’s, msn en webcam. Benodigdheden • dvd De jungle van de tienerseks (zie bijgevoegd materiaal) • tv en afspeelapparatuur • foto’s van twee chattende mensen (zie bijgevoegd materiaal)
Relaties en seksualiteit - klas 3
180
Introductie Leg uit dat u samen met de leerlingen naar een stukje film gaat kijken waarop meisjes en jongens praten over contact maken via de computer. Laat blijken dat u benieuwd bent naar wat ze ervan vinden. Kijk samen naar de film, zonder onderbrekingen. Kern Vertel dat u hetzelfde filmpje nog een keer laat zien. Zet de dvd regelmatig stil om extra uitleg te kunnen geven of vragen te kunnen stellen. (U kunt hierbij ook gebruik maken van de grijze pauzedelen.) U bespreekt het deel van de film dat ze gezien hebben aan de hand van de volgende vragen. - Het meisje noemt zich stoeipoes. Wat betekent dat? - Wat vinden jullie van de foto van het meisje? - Hebben jullie ook een foto op internet staan? Wat voor een foto hebben jullie gekozen? Waarom? - Het meisje ziet dat de man een nepfoto gebruikt. Hebben jullie dat ook wel eens meegemaakt of zelf gedaan? Hoe zie je dat het een nepfoto is? Waarom doen mensen dat? - Is het gemakkelijk om iemand te versieren via internet? Hoe gaat dat precies? Gaat dat gemakkelijker dan bijvoorbeeld op een feestje? - Wat is een pedoseksueel? - Hoe kun je zien/merken of iemand pedoseksueel is? - Hoe kun je ermee omgaan? - Pedoseksueel gedrag is in de wet verboden. Waarom? - Het meisje zegt dat de man liegt. Denken jullie dat ook? Hebben jullie dat wel eens meegemaakt of zelf gedaan? Is het gemakkelijker om te liegen op het internet dan IRL (in real life)? - Hebben jullie wel eens iemand weggeblokt? Waarom? - Het meisje zegt dat 80% op internet op seks uit is. Vinden jullie dat ook? - De man trekt zich af voor de webcam. Ook de poolende jongens vertellen erover dat meisjes bijvoorbeeld hun borsten laten zien voor de webcam. Wat vinden jullie daarvan? - Hebben jullie dat wel eens meegemaakt of zelf gedaan? Wat doen jullie dan? Doen jullie dat alleen bij vreemden of ook bij bekenden? - Hebben jullie wel eens meegemaakt dat iemand dreigt om beelden waarop jij je uitkleedt over het net te verspreiden? Wat moet je dan doen? - Hebben jullie wel eens een afspraak gemaakt met een jongen of meisje via het internet? Was het leuk of viel het tegen? - Geven jullie je eigen adres op? - De twee zittende jongens zeggen dat ze zich belazerd voelen als een meisje op het web stoer doet maar op de afspraak niks durft. Kunnen jullie je dat voorstellen? - Kunnen jullie je het van het meisje voorstellen? Hoe komt dat, denk je? (Er is een verschil tussen fantasie en werkelijkheid) - Wat kun je op zo’n moment doen als jongen/meisje? - Wat vinden jullie ervan als een jongen het meisje dan toch dwingt? Kan zij dan naar de politie gaan? - Kun je naar de politie gaan, als een ander dreigt jouw naaktfilmpjes over het net te verspreiden? - De poolende jongens vertellen dat ze meisjes doorgeven aan elkaar. Doen jullie dat ook? Doen alleen jongens dat of doen meisjes dat ook? Wat vinden jullie daarvan? Afsluiting Bespreek de foto’s van de twee chattende mensen en de tekst die eronder staat. Op de foto’s staan een meisje van 14 en een dikke naakte man. Wat denken de
Relaties en seksualiteit - klas 3
181
leerlingen dat hier gebeurt? Vraag de leerlingen om naar aanleiding van het gesprek samen met u een aantal tips te formuleren die van belang zijn voor het gebruik van internet, bijvoorbeeld: - Blijf aardig en eerlijk. - Negeer flames en discriminatie. - Spreek niet in je eentje af met iemand die je van een chat kent. Neem altijd iemand mee, spreek af op een plek waar veel mensen zijn en laat thuis weten waar je bent. - Denk van tevoren na over in welke situatie je terecht kunt komen. - Geef zo min mogelijke persoonlijke gegevens, dus geen (e-mail)adressen, namen (ook niet van school), telefoonnummers, wachtwoorden, beroepen, foto’s e.d. Je weet niet wat ermee gebeurt. Gebruik een nickname. Gebruik desnoods een nepadres. - Ga weg uit de chat als er iets vervelends gebeurt, of blok iemand weg. - Als je iets niet zou doen IRL (in real life), doe het dan ook niet op het web. - Laat je niets wijsmaken en ga niet in op mooie beloften. Op internet is niets wat het lijkt. - Als iemand over je grenzen gaat, praat er dan over met anderen die je vertrouwt, schakel de provider in of doe aangifte bij de politie. Suggesties/ideeën/tips • Kijk op www.mijnkindonline.nl en www.planet.nl naar tips en vuistregels. • Lees het volgende artikel voor: Van een verslaggever Breda - Een man uit Beverwijk moet de gevangenis in, omdat hij jonge meisjes heeft gedwongen seksuele handelingen te verrichten voor een webcam. De rechtbank in Breda veroordeelde de man (20) tot een jaar, waarvan drie maanden voorwaardelijk. De man legde via internet contact met een groot aantal minderjarige meisjes uit onder meer Waalwijk en Raamsdonksveer. In veelvuldige en vaak langdurige chatcontacten wist hij hun vertrouwen te winnen. De chatcontacten kregen een steeds zwaardere seksuele lading. De man ontkleedde zich voor de webcam en haalde de meisjes over hetzelfde te doen. Wat vinden de leerlingen van het artikel? Wisten ze dat het strafbaar is wat de man doet? Wat zouden zij doen als iemand op internet hen zoiets vraagt? Differentiatiemogelijkheden Seksuele vorming, onderdeel van PrOmotie, leermiddelenpakket voor het praktijkonderwijs, uitg. Edu’Actief. Werkboek 1, bladzijde 29 en 30. Achtergrondinformatie Het overgrote deel van de jongeren maakt bij het versieren wel eens gebruik van een mobiele telefoon of internet. Vier van de vijf jongeren sturen wel eens een sms-je naar iemand die ze leuk vinden. En vier op de vijf jongens en drie op de vier meisjes chat of sms’t wel eens met zo iemand. Daten komt minder, maar toch wel regelmatig voor. 18% van de jongens en 12% van de meisjes heeft wel eens een afspraakje gemaakt via internet. Eén op de tien jongens heeft wel eens online seks gehad met iemand die ze via internet hebben ontmoet. Datzelfde geldt voor één op de twintig meisjes. Jongeren die vaker daten via internet hebben vaker ervaring met door een ander gedwongen zijn en zelf iemand gedwongen hebben tot seksuele handelingen. Uit het onderzoek Seks onder je 25e, uitg. Rutgers Nisso Groep.
Relaties en seksualiteit - klas 3
182
Bronnen • www.mijnkindonline.nl • www.boomerang.nl (afbeelding)
Les 7 Gewoon Wouter Lesdoelen • De leerlingen denken na over de eerste gevoelens en ervaringen rond seksualiteit. • De leerlingen maken kennis met experimenteergedrag en opvattingen op het gebied van homoseksualiteit. • De leerlingen denken na over wat ze leuk of niet leuk vinden aan homoseksualiteit. Benodigdheden • kopieerblad VO-3.7 en VO-3.8 • bord, krijt Introductie Geef een korte introductie van het boek Gewoon Wouter. Vertel dat het boek over een Wouter gaat, een jongen die erg aan zichzelf twijfelt. Op de toneelclub op school heeft hij twee nieuwe mensen ontmoet: het meisje Janna en de jongen Thijs. Lees de passage uit het boek voor van kopieerblad VO-3.7, laat de leerlingen het lezen of vertel het na. Bespreek de passage aan de hand van de volgende vragen: - Waar twijfelt Wouter over? - Welk gevoel geeft dat aan Wouter? - Vinden de leerlingen het normaal dat Wouter aan Thijs denkt? - Kunnen de leerlingen zich voorstellen dat Wouter zich zorgen maakt? Waarom wel/niet? Kern Praat met de leerlingen over homoseksualiteit. Over homoseksualiteit wordt heel verschillend gedacht. Er zijn ook veel ideeën en vooroordelen over. Bijvoorbeeld dat je aan iemand kunt zien of hij/zij homoseksueel is. In 2005 was er een tv-serie: Herken de homo. Een aantal mannen en één vrouw werden in een huis bij elkaar gebracht. Er waren homo- en heteromannen, die allemaal moesten proberen de vrouw te versieren. De vrouw moest iedere week mannen naar huis sturen, waarvan zij dacht dat ze homo waren. Dat bleek heel moeilijk te zijn. Deel kopieerblad VO-3.8 uit en laat de leerlingen in groepjes de vragen beantwoorden. Bespreek de antwoorden en geef daarbij in ieder geval de volgende informatie: 1. Nee, dat hoeft niet, maar het kan wel. In de puberteit zoek je uit wat bij je past. Het kan natuurlijk zijn dat je homoseksueel of biseksueel bent. Sommige mensen zijn eigenlijk biseksueel, maar ontdekken dat niet bij zichzelf. Verliefd zijn vinden de meeste mensen een prettig gevoel. Geniet ervan! (antwoord c)
Relaties en seksualiteit - klas 3
183
2. Het kan zijn dat je nog niet geïnteresseerd bent in verkering of seks. Dan ben je niet meteen lesbisch of homoseksueel. Misschien ben je gewoon de juiste persoon nog niet tegen gekomen! (antwoord c) Vraag na wat de leerlingen van Daniël vinden. Gaat hij respectvol met Tanja om? 3. Het kan horen bij de puberteit om dat uit te zoeken. (antwoord a) Het komt vaker voor dat jongens experimenteren met jongens en meisjes met meisjes. Uit nieuwsgierigheid of omdat ze (tijdelijk) homoseksuele gevoelens ervaren. 4. In sommige culturen of religies denkt men negatief over homoseksualiteit. In de ene cultuur is het veel gewoner dan in de andere. Zo’n 600 jaar v. Chr. bestond er in Griekenland bijvoorbeeld geen betere en mooiere liefde dan de liefde tussen twee mannen. Als mensen bang zijn voor homoseksualiteit, dan kunnen ze er soms fel tegen zijn. Dan is het erg moeilijk om over je mogelijke eigen homoseksualiteit te praten. Want als je het vertelt, word je uitgestoten, gepest of uitgelachen. Maar als je het niet vertelt, word je steeds ongelukkiger. Probeer iemand te zoeken die je vertrouwt en die homoseksualiteit accepteert. En probeer er informatie over op te zoeken. Blijf niet in je eentje piekeren, dat is niet gezond. (antwoord c) Afsluiting Elk nadeel heeft een voordeel. En elk voordeel heeft een nadeel. Maak het onderstaande schema op het bord en bedenk samen met de leerlingen de voor- en nadelen van homo-, hetero- en biseksualiteit. Schrijf het in steekwoorden op in de vakken.
homoseksualiteit
heteroseksualiteit
biseksualiteit
leuk
niet leuk
Suggesties/ideeën/tips • Stimuleer de leerlingen om het boek Gewoon Wouter te lezen, schaf het eventueel aan voor de schoolbibliotheek. Het is een boek uit de Troefreeks, speciaal voor jongeren met een taalachterstand. • Kennen de leerlingen bekende mensen die biseksueel of homoseksueel zijn? Wat vinden de leerlingen van hen? • Wijs de leerlingen op de vereniging Het roze gebaar, een vereniging voor biseksuele en homoseksuele dove en slechthorende mensen: www.rozegebaar.nl. • Voor vragen en informatie: www.coc.nl, www.schorer.nl of www.allesovergay.nl. • Stichting De kringen organiseert bijeenkomsten voor homoseksuele jongeren, www.dekringen.nl. • www.expreszo.nl is een website over homoseksualiteit voor jongeren.
Relaties en seksualiteit - klas 3
184
Differentiatiemogelijkheden Lees de vragen van het kopieerblad voor. Boeken • Gewoon Wouter van Marieke Otten, uitg. Van Tricht, ISBN 9073460484. Wouter is vijftien jaar en nog nooit echt verliefd geweest. Als hij meedoet aan het schooltoneel ontmoet hij Thijs. Wouter krijgt Thijs niet meer uit zijn gedachten. Het lijkt wel of hij verliefd is op Thijs. Wouter raakt hierdoor helemaal in de war. Hij wil niet anders zijn dan zijn klasgenoten. Hij besluit er met niemand over te praten, maar dan komen een paar klasgenoten achter zijn geheim. • Verliefd is verliefd – over homoseksualiteit van Martine Delfos, uitg. Pereboom, ISBN 9075564570. • Hey Russel! Een bijzondere vriendschap van Marian Hoefnagel, uitg. Eenvoudig Communiceren, ISBN 9086960014. (MOLL-boek 24) Wat moet je doen als je vriend homoseksueel is? Russel raakt bevriend met Jim. Ze zijn heel verschillend, maar toch klikt het. Dan denkt Russels vader dat Jim homo is. En hij is niet de enige ... Wat moet Russel daar nou mee? • Verliefd zijn is een ramp! van Caja Cazemier, uitg. Ploegsma, ISBN 9021619466. Myra ontdekt dat Jessica, die op meisjes valt, ook iets voor haar betekent. Achtergrondinformatie Homoseksualiteit blijkt onder de totale groep (horende) jongeren van 12 tot 25 jaar nog verre van geaccepteerd te zijn. Vooral vrijen van twee jongens wordt afgekeurd: één op de vijf meisjes en meer dan de helft van de jongens vindt dit vies. Ook zegt 12% van de jongens en 4% van de meisjes dat ze de vriendschap met hun beste vriend of vriendin zouden verbreken als deze homoseksueel of lesbisch zou blijken te zijn. Vooral Marokkaanse en Turkse jongeren denken er negatief over. Uit het onderzoek Seks onder je 25e, uitg. Rutgers Nisso Groep. Bronnen Gewoon Wouter van Marieke Otten, uitg. Van Tricht, ISBN 9073460484.
Les 8 Burger Inn
Lesdoelen • De leerlingen wen. • De leerlingen worden. • De leerlingen • De leerlingen
denken na over begrippen als ‘echte’ mannen en ‘echte’ vroubeseffen dat homoseksuele mensen soms gediscrimineerd worden zich bewust van de gevaren van groepsdruk. denken na over hun eigen handelen in een conflictsituatie.
Voorbereiding Op de dvd staat een film met twee verschillende eindscènes. Vertel de leerlingen bij het bespreken van de eerste eindscène niet dat er nog een andere op de dvd staat.
Relaties en seksualiteit - klas 3
185
Benodigdheden • dvd Burger Inn (zie bijgevoegd materiaal) • tv en afspeelapparatuur • Eventueel de dvd “De kleedkamer” (zie bijgevoegd materiaal) Introductie Vertel de leerlingen dat ze gaan kijken naar een verhaal over een aantal jongeren in een hamburgerrestaurant. In de film ontstaan problemen, omdat mensen elkaar niet accepteren zoals ze zijn. Jullie mogen nadenken over een oplossing. NB Vertel in deze fase van de les nog niet dat het over homoseksualiteit gaat. Kern Kijk samen met de leerlingen naar het eerste deel van de dvd. (Zet de dvd stil voor de eerste eindscène) Stel er vragen over: - Hoe denken de leerlingen dat het verhaal afloopt? - Wat zouden de jongens doen als ze Aziz waren? - Wat zouden de meisjes doen als ze Sheela waren? - Wat verwachten ze van Peter en de vrienden van Aziz? Wat denken ze dat zij gaan doen? Bekijk met de leerlingen de eerste eindscène. Laat de leerlingen reageren op de eindscène. Vraag of ze dit einde hadden verwacht en of ze het ermee eens zijn. Had het verhaal ook anders af kunnen lopen? Stuur de reacties met behulp van de volgende vragen: - Wat is er nodig om niet met elkaar te gaan vechten? (respect, acceptatie) - Wie moet dan wat doen? (uitpraten) - Kan Aziz ook anders reageren? (zijn vrienden negeren) Bekijk samen de tweede eindscène. Wat vinden de leerlingen van dit einde? Hebben zij nog andere ideeën om het probleem tussen Peter en Aziz op te lossen? Had de baas van het restaurant sneller moeten ingrijpen? Maak de link met de eigen situatie en het eigen gedrag van de leerlingen: stel dat dit in de klas was gebeurd. Hoe zouden de leerlingen dan zijn omgegaan met Peter en Aziz? Moet de leerkracht in zo´n situatie ingrijpen? Afsluiting Vat de discussie samen en verwoord de feiten die de leerlingen noemen, zoals: - De baas van het restaurant stelt grenzen. Hij gooit de vrienden uit het restaurant. - Sheela beloont het gedrag van Aziz als hij probeert het gevecht te voorkomen. Suggesties/ideeën/tips • Ga verder door op de film met behulp van de volgende vragen: - Peter vertelt niet overal dat hij homoseksueel is. Waarom niet? - De vrienden van Aziz zeggen op een gegeven moment in de film´Niet bukken´. Waarom zeggen ze dat? - Waarom laat Aziz zich zo beïnvloeden door zijn vrienden? - Waarom vertelt Sheela aan Aziz dat Peter homo is? - Heeft Peter een hekel aan Aziz omdat hij een Marokkaan is? - Is Sheela een hoer? - Is het een probleem dat Peter homoseksueel is? - Stel dat Peter een lesbisch meisje was geweest, zou daar dan anders op zijn gereageerd?
Relaties en seksualiteit - klas 3
186
-
• •
• • • •
Tijdens welke gebeurtenissen is er weinig respect? Binnen verschillende (religieuze en culturele) stromingen wordt homoseksualiteit als leefwijze afgewezen. Kunnen de leerlingen het waarom hiervan uitleggen en zijn ze het ermee eens? Kijk naar de dvd “De kleedkamer” en bespreek de reacties van de jongens. Wijs de leerlingen op de vereniging Het roze gebaar, een vereniging voor biseksuele en homoseksuele dove en slechthorende mensen: www.rozegebaar.nl. In Woord en Gebaar van december 2005 staat een artikel over Het roze gebaar. Voor vragen en informatie: www.coc.nl, www.schorer.nl of www.allesovergay.nl. Stichting De kringen organiseert bijeenkomsten voor homoseksuele jongeren, www.dekringen.nl. www.expreszo.nl is een website over homoseksualiteit voor jongeren. In oktober 2005 is bij de NPS de serie De meiden van Halal uitgezonden. In aflevering 1 onderzoeken drie orthodoxe, maar open en onderzoekende moslimmeiden het onderwerp homoseksualiteit, zie www.omroep.nl/nps/mix/welcome.html?../meidenvanhalal/mainframe_meidenvanhalal.html~main
Boeken • Gewoon Wouter van Marieke Otten, uitg. Van Tricht, ISBN 9073460484. Wouter is vijftien jaar en nog nooit echt verliefd geweest. Maar wanneer hij meedoet aan het schooltoneel ontmoet hij Thijs. Wouter krijgt Thijs niet meer uit zijn gedachten. Het lijkt wel of hij verliefd is op Thijs. Wouter raakt hierdoor helemaal in de war. Hij wil niet anders zijn dan zijn klasgenoten. Hij besluit er met niemand over te praten, maar dan komen een paar klasgenoten achter zijn geheim. • Verliefd is verliefd – over homoseksualiteit van Martine Delfos, uitg. Pereboom, ISBN 9075564570. • De mentor van 3A, MOLL-boek 6, te bestellen bij
[email protected]. Thema: homoseksuele gevoelens hebben; gepest worden. Klas 3A is heel verbaasd over de nieuwe mentor. Hij vertelt zijn leerlingen veel over zichzelf. Over zijn angsten, over zijn verdriet. Pieter vindt het geweldig van de mentor. En dan durft hij ook over zijn geheim te vertellen. Dat hij niet op meisjes valt, maar op jongens. Dat is even slikken voor Kim. • Hey Russel! Een bijzondere vriendschap van Marian Hoefnagel, uitg. Eenvoudig Communiceren, ISBN 9086960014. (MOLL-boek 24) Wat moet je doen als je vriend homoseksueel is? Russel raakt bevriend met Jim. Ze zijn heel verschillend, maar toch klikt het. Dan denkt Russels vader dat Jim homo is. En hij is niet de enige ... Wat moet Russel daar nou mee?
Relaties en seksualiteit - klas 3
187
III - Seksualiteit en gezondheid Les 9 Condooms en zo
Lesdoelen • De leerlingen worden zich bewust van het begrip ‘veilig vrijen’. • De leerlingen weten hoe een condoom gebruikt moet worden. • De leerlingen zijn zich bewust van het belang van condoomgebruik. Voorbereiding • Afhankelijk van de samenstelling van de klas zorgt u voor voldoende condooms en voor iedere twee leerlingen een penismodel of banaan (zie Suggesties/ideeën/tips voor adressen). • Maak in de bodem van een grote kartonnen doos twee gaten waar handen en armen doorheen kunnen. • Kopieer blad VO-3.9 voor iedere leerling. • Kopieer blad VO-3.10 als u met de leerlingen het smoezenspel wilt spelen (zie Differentiatiemogelijkheden) en plak het op karton of stevig papier. Knip de kaartjes uit en doe ze in een doosje. Benodigdheden • dvd Jonge heren: Nee zeggen en condooms (zie bijgevoegd materiaal) • tv en afspeelapparatuur • een groot pak condooms (zie bijgevoegd materiaal) • per twee leerlingen een banaan of penismodel (zie bijgevoegd materiaal) • grote kartonnen doos • vellen papier, pennen • kopieerblad VO-3.9 • eventueel kopieerblad VO-3.10 (zie Differentiatiemogelijkheden) • doosje met smoeskaarten • stopwatch of horloge met secondewijzer Introductie Laat de interviews op de dvd zien over ‘nee zeggen’. Praat er met de leerlingen over na aan de hand van de volgende vragen: - Hebben jullie iets gezien of gehoord dat je verbaast, dat je leuk vindt of raar? - Eigenlijk zeggen alle jongens: Je moet alleen vrijen als je het zelf wilt. Vinden jullie dat ook? - Maar als de ander het nu heel graag wil en jij hebt het beloofd… Zou je dan met hem of haar gaan vrijen? - Wie wil meestal het liefste vrijen, de jongen of het meisje? - Vinden jullie dat je moet wachten met vrijen? Wanneer zouden jullie willen vrijen? De kernboodschap is dat jij zelf de enige die kan bepalen of je wilt vrijen. Blijf baas over je eigen lichaam! En als je gaat vrijen, zorg er dan wel voor dat je veilig vrijt. Kijk met de leerlingen naar de interviews op de dvd over condooms en praat er over na. Wie moet ervoor zorgen dat je veilig vrijt, de jongen of het meisje? Weten de
Relaties en seksualiteit - klas 3
188
leerlingen nog welke tip er in Bio-Bits gegeven werd om te zorgen dat je wel met een condoom vrijt? (zie les 3). Verdeel de leerlingen in groepjes van ongeveer 3 leerlingen. Geef ieder groepje een vel papier en een pen en de opdracht om binnen 5 minuten zoveel mogelijk manieren van veilig vrijen te bedenken en op te schrijven of te tekenen. Geef zonodig een voorbeeld om ze op weg te helpen. Schrijf de antwoorden van de verschillende groepen klassikaal op het bord en vul de lijst eventueel zelf aan. Bijvoorbeeld: - zoenen, ook tongzoenen - dicht tegen elkaar aan liggen in bed - elkaar strelen, knuffelen of masseren - samen onder de douche en elkaar inzepen - elkaar met de hand bevredigen (aftrekken en vingeren) - orale seks (pijpen en beffen), als je geen bloed of sperma in je mond krijgt - geslachtsgemeenschap met een condoom en de pil - anale seks met een speciaal, extra stevig condoom (bijvoorbeeld Duo of Gay Safe) en glijmiddel - gebruik van de pil/condoom, beflapje, spiraaltje, prikpil, evra pleister etc. Geef op het bord ook een overzicht van wat niet veilig vrijen is: - geslachtsgemeenschap zonder condoom en pil - anale gemeenschap zonder condoom - orale seks tijdens de menstruatie bij meisjes - orale seks bij jongens als er sperma in de mond komt Benadruk dat ‘double Dutch’ de meest veilige manier van vrijen is: pil én condoom! Teken zonodig het volgende schema op het bord: Zie voor meer informatie les 8 van klas 1. Veilig want voorkomt zwangerschap De pil
X
Het condoom
/
Het spiraaltje
X
Veilig, want voorkomt geslachtsziekten
X
Enz.
Kern Laat zien hoe een condoom gebruikt wordt op het penismodel of de banaan. Geef alle leerlingen een condoom en een penismodel of banaan en laat hen het zelf proberen met behulp van kopieerblad VO-3.9. Afsluiting Laat de leerlingen oefenen met behulp van verschillende spelvormen: - De condoomestafette: Maak twee groepen die in een rij tegenover elkaar gaan zitten. Iedere leerling heeft een condoom. De eerste van iedere rij heeft een banaan of penismodel en probeert deze zo snel mogelijk van een condoom te voorzien. Als dit gelukt is, geeft hij of zij de banaan of het penismodel door aan de volgende speler. Deze haalt het condoom eraf en doet er een nieuwe op. De rij die als eerste klaar is, heeft gewonnen, mits er bij het omdoen en afhalen van de
Relaties en seksualiteit - klas 3
189
-
condooms geen scheurtjes in gekomen zijn. Dit kan worden gecheckt door de gebruikte condooms te vullen met water. Een condoom in het donker: Leg de grote doos met gaten op de kant op een tafel voor de klas, zodat iedereen erin kan kijken behalve degene die zijn armen door de gaten steekt. In de doos staat een penismodel of wordt een banaan vastgehouden. Wie kan het snelst, zonder te kijken en zonder het condoom te scheuren het condoom erom doen?
Suggesties/ideeën/tips • Als u de stof niet in één lesuur kunt behandelen, dan maakt u de les in een volgend uur af. Doe het smoezenspel in het tweede uur en bespreek dan ook waar en hoe de leerlingen een condoom kunnen kopen. Laat hen daadwerkelijk in groepjes een pakje kopen. • Kies niet voor levensechte penismodellen van erotische firma’s. De praktijk leert dat meisjes hiervan kunnen schrikken. • U kunt penismodellen bestellen bij Breukhoven B.V. in Capelle aan de IJssel, 010 4584222. • Durex geeft gratis één keer per jaar een doos condooms, 073-6158466. Ook hebben ze goede penismodellen. • Neuken doe je zo is een BNN programma, waarin expliciet het gebruik van beflapje en condoom met poppen uitgelegd wordt. Te bestellen bij www.bnn.nl. • Als de groep te klein is voor de condoomestafette, kunt u de leerlingen de opdracht geven om als ze geweest zijn achteraan in de rij aan te sluiten, tot ze bijvoorbeeld twee of drie keer aan de beurt geweest zijn. • Laat de leerlingen de bijsluiter van de condooms goed bestuderen. • Laat een aantal funcondooms zien en vertel dat ze niet veilig zijn, maar wellicht wel te gebruiken om de ander op een grappige manier duidelijk te maken dat je met een condoom wilt vrijen. • Een condoom is nodig om soa tegen te gaan. Geef aan dat de leerlingen naar de huisarts of GGD moeten gaan als ze onveilig gevreeën hebben en last hebben van afscheiding, wratten, zweertjes, jeuk, pijn bij het plassen, pijn in de onderbuik of pijn bij het masturberen of vrijen. Differentiatiemogelijkheden • Seksuele vorming, onderdeel van PrOmotie, leermiddelenpakket voor het praktijkonderwijs, uitg. Edu’Actief. Infoboek, bladzijde 32, 33, 36, 43 en 44, Werkboek 2, bladzijde 11 en 12, 18 tot en met 20. • Doe het smoezenspel met de kaartjes van kopieerblad VO-3.10. Leg uit hoe het werkt. Laat de leerlingen in een binnen- en buitenkring zitten. De leerlingen in de binnenkring trekken een smoeskaart uit het doosje en proberen deze zo goed mogelijk te verkopen aan de leerlingen die tegenover hen zitten. De leerlingen in de buitenkring proberen de argumenten te weerleggen. Laat de leerlingen over en weer proberen elkaar te overtuigen. Bij een volgende spelronde laat u de leerlingen van de buitenkring een stoel naar links opschuiven. Wissel eventueel van rol en laat de buitenkring een smoeskaart trekken. Bespreek het spel kort na aan de hand van de volgende vragen: - Welke argumenten waren moeilijk te weerleggen? Waarom? - Maakt het verschil tegenover wie je zit? Je hoeft geen namen te noemen. • U kunt het smoezenspel ook klassikaal doen, waarbij één leerling een smoeskaart trekt en die zo goed mogelijk probeert te verkopen. De andere leerlingen mogen de argumenten weerleggen. • Als de leerlingen de smoeskaarten van kopieerblad VO-3.10 niet zelf kunnen lezen, kunt u de klas in tweetallen verdelen. Lees de smoeskaart voor en geef
Relaties en seksualiteit - klas 3
190
één tweetal de kans om argumenten voor de smoes te presenteren. Wijs daarna een tweetal aan dat argumenten tegen de smoes moet presenteren. Bespreek het debat met de klas na. Achtergrondinformatie Lager opgeleide jongeren zijn seksueel actiever dan hoger opgeleide jongeren. Maar hun kennis over voorbehoedsmiddelen is beperkter. Christelijke jongeren die het geloof heel belangrijk vinden, nemen bij de eerste geslachtsgemeenschap minder vaak maatregelen om ongewenste zwangerschap te voorkomen. Ongeveer een kwart van de jongens en meisjes gebruikt nooit een condoom met de laatste partner. Slechts een derde van de jongens en minder dan een vijfde van de meisjes gebruikt altijd een condoom bij de laatste partner. De duur van de relatie en het vertrouwen in elkaar is voor tweederde van de jongens en meisjes het meest genoemde motief om met condooms te stoppen. Tweederde van de jongens zegt dat seks met een condoom minder lekker is. Voor 46% van de meisjes geldt dit ook. 55% van de jongens en 41% van de meisjes stoppen met condooms, omdat er al andere anticonceptie wordt gebruikt. Bij het pijpen gebruikt slechts één op de tien jongeren een condoom. Driekwart van de jongeren gebruikt hierbij nooit een condoom. Uit het onderzoek Seks onder je 25e, uitg. Rutgers Nisso Groep. Bronnen • Voorlichten dat het een lust is, uitg. Rutgers Stichting. Ideeënboek voor seksuele voorlichting van jongeren van 12 tot 18 jaar. • Lespakket multiculturele seksuele voorlichting en vorming van A. van den Akker, I. Mouthaan en M. de Neef, uitg. GG & GD Utrecht, afdeling jeugdgezondheidszorg.
Les 10 Te ver gaan Lesdoelen • De leerlingen worden zich bewust van de aanwezigheid van grensoverschrijdend gedrag, zowel non-verbaal als verbaal en fysiek. • De leerlingen ontwikkelen taal om grensoverschrijdend gedrag te beschrijven. • De leerlingen wisselen alternatieven voor grensoverschrijdend gedrag uit. • De leerlingen onderzoeken verschillende vormen van communicatie. Benodigdheden • bord en krijt • dvd Te ver gaan (zie bijgevoegd materiaal) • tv en afspeelapparatuur • kopieerblad VO-3.11a, b Introductie Schrijf op het bord de woorden ‘ongewenste intimiteiten’ en ‘seksueel misbruik/ geweld’ en omcirkel ze. Vraag aan de leerlingen of ze weten wat de woorden betekenen. Als ze de betekenis niet kennen, schrijft u deze op het bord erbij. Laat de leerlingen voorbeelden geven. Schrijf in steekwoorden de inbreng van de leerlingen op, of maak kleine tekeningetjes. Als de leerlingen geen voorbeelden weten, kunt u er zelf een aantal noemen:
Relaties en seksualiteit - klas 3
191
Ongewenste intimiteiten zijn aanrakingen op plekken van je lichaam waar je niet aangeraakt wil worden, het moeten kijken/luisteren naar verhalen over seks die je niet wilt zien/horen, of het moeten kijken naar seksplaatjes terwijl je dat niet wilt. Seksueel misbruik/geweld is verkrachting of aanranding, het door geweld of bedreiging met geweld gedwongen worden om seksuele handelingen uit te voeren of te ondergaan, het gedwongen worden om te kijken naar seksuele handelingen. Kern Introduceer het filmpje en de beide hoofdpersonen Mervil en Angelo. Kijk met de klas naar het filmpje. Deel daarna kopieerblad VO-3.11 uit en laat de leerlingen in tweetallen overleggen over de antwoorden. Bij leerlingen die minder leesvaardig zijn, deelt u de kopieerbladen niet uit, maar stelt u de vragen van het blad zelf, terwijl u met de leerlingen voor de tweede keer naar het filmpje kijkt. Zet de dvd dan steeds even stil op het moment dat u de vraag gaat stellen. Bespreek de antwoorden klassikaal na. Ruim daarbij voldoende tijd in voor de antwoorden op de laatste vraag. Laat de leerlingen de oplossingen uitspelen. Probeer met de leerlingen na te gaan hoe Mervil aangeeft dat ze niet wil. Hoe vaak doet ze dit? In totaal geeft ze negen keer meer of minder direct aan dat ze geen zin heeft. De eerste keer zegt ze bijvoorbeeld: ‘Ik vind het hier koud’. Aan de andere kant wil Mervil wel zoenen, omdat ze gek is op Angelo. Dat maakt voor haar de keuze zo moeilijk, vooral in het begin. Afsluiting Bespreek met de leerlingen dat goede seks samen alleen mogelijk is als je het allebei prettig vindt en wilt. Anders is er sprake van ongewenste intimiteiten of seksueel misbruik/geweld. Dat is wettelijk strafbaar. Benadruk dat je altijd moet proberen duidelijk te zijn in wat je wilt en vindt. Ook als je plotseling geen zin meer hebt. Je moet ervoor zorgen dat je geen dingen doet die je eigenlijk niet wilt. Ook niet om erbij te horen. Een ander kan niet voor jou bepalen wat je wel en niet fijn vindt, dat kun je alleen zelf. Je bent de baas van je eigen lijf. Stop en stel iets anders voor zodra je twijfelt. Of bespreek dit met de ander. Als blijkt dat je geen keus hebt, door machtsverschil of overmacht van anderen, is het geen eerlijke situatie. Geef aan dat je altijd goed naar elkaar moet blijven luisteren en kijken. Aan lichaamstaal kun je veel zien. Geef voorbeelden, stel eerst de vraag en laat dan de lichaamstaal zien: - Wil ik tongzoenen? (pers de lippen op elkaar) - Wil ik in mijn billen geknepen worden (houd met een boze mimiek uw handen voor uw billen) - Wil ik verder gaan? (kijk bang en zeg nee) Kijk nog een keer samen met de leerlingen naar het filmpje. Maakt Mervil met haar lichaamstaal en door wat ze zegt duidelijk dat ze niet wil? Is Mervil nu aangerand en kan ze naar de politie gaan? Wat vinden de leerlingen? Suggesties/ideeën/tips •
Teken een aantal tekstballonnen op het bord met de volgende teksten: - ‘Als ik begin met zoenen, dan kan ik niet meer stoppen.’ - ‘Meisjes met korte rokjes willen seks.’ - ‘Ik heb wel eens getongd om erbij te horen, maar ik wilde eigenlijk niet.’ - ‘Ik doe aan seks, omdat iedereen het doet.’ - ‘Ik moet aan seks doen, anders vinden anderen me stom.’
Relaties en seksualiteit - klas 3
192
Wat vinden de leerlingen van deze uitspraken? Laat hen kort hun commentaar erbij zetten op het bord. • Sluit aan bij de weerbaarheidtraining over nee zeggen en wat te doen als je twijfelt: zorg dat je even uit de situatie weg kunt, om rustig na te kunnen denken. • Praat met de leerlingen over de vraag of een jongen ook last kan hebben van ongewenste intimiteiten. • Bespreek de volgende situaties. Is er sprake van gewenste of ongewenste intimiteiten? - Twee vriendinnen hebben elkaar de hele vakantie niet gezien en begroeten elkaar met een stevige knuffel. - Een jongen die nieuw is in de klas geeft alle leerlingen een hand. - Inge geeft een feestje en haar moeder borstelt haar haar. - André praat op het plein met andere jongens en Achmed tikt hem op de schouder om hem goedendag te zeggen. - Alex staat in de rij voor de bioscoop. De jongen achter hem begint erg tegen hem aan te duwen. - Anja heeft gewonnen met basketball. Fred rent het veld op om haar te omarmen. Maar Anja heeft een grote hekel aan Fred. - Fatima staat voor het lokaal te wachten. Bram trekt op haar rug aan haar beha-bandje. • Laat de leerlingen de twee hoofdpersonen van de film tekenen in de disco en op de gang en in tekstballonnen invullen wat ze denken bij vraag 1 en 2. • Verwijs naar 0900-melddoof of 0900-63533663, het meldpunt seksuele intimidatie voor doven. Bestel folders via
[email protected]. • Gebruik afbeelding 40, 42, 46 en 47 uit Geen kind meer over ongewenste intimiteiten. • In deze leergang wordt de term ‘seksueel misbruik’ verkozen boven de term ‘seksueel geweld’. Maar de betekenis is identiek. We raden aan om in deze les de beide begrippen wel aan te bieden. Differentiatiemogelijkheden Seksuele vorming, onderdeel van PrOmotie, leermiddelenpakket voor het praktijkonderwijs, uitg. Edu’Actief. Infoboek, bladzijde 84 tot en met 89 en Werkboek 4, bladzijde 23 tot en met 27. Boeken Geen kind meer, Seksuele voorlichting aan jongeren met een verstandelijke handicap vanaf 12 jaar, uitg. Rutgers Stichting, ISBN 9080098124. Niet meer verkrijgbaar, wel kopieën op te vragen via
[email protected]. Zie www.rutgersnissogroep.nl. Achtergrondinformatie • Het is opvallend dat jongeren die grensoverschrijdend gedrag vertonen, dit niet als zodanig labelen. Het begrip aanranding, voor zover ze dat al kennen, vinden ze niet van toepassing op hun eigen situatie. Het ingewikkelde van seksueel misbruik/geweld is ook dat dezelfde gebeurtenis of handeling in de ene situatie gewenst is en in de andere situatie ongewenst. Of dat dezelfde handeling door de ene persoon als gewenst ervaren wordt en door de ander als ongewenst. Het is dus moeilijk om duidelijkheid te geven over wat wel en niet kan; het gaat om de beleving van de betrokkenen. Het is belangrijk dat leerlingen zich realiseren dat er ergens een grens is en dat die grens voor iedereen op een ander punt ligt. Er moet dus steeds opnieuw gevraagd of gekeken worden of de ander wel wil. Hierbij is communicatie, ook de lichaamstaal, van groot belang. De grenzen zijn in iedere relatie anders. Dit wordt mede door de situatie of omstandigheden bepaald. Wanneer het gaat om machtsmisbruik en door de wet verboden is, zoals een leerkracht die een leerling misbruikt, is er altijd sprake van seksueel geweld.
Relaties en seksualiteit - klas 3
193
•
Van de horende meisjes geeft ongeveer 12% aan, overgehaald te zijn bij de eerste geslachtsgemeenschap. Als deze plaatsvindt met 13 jaar of vroeger, is de kans een meisje ertoe wordt overgehaald groter. Dit geldt ook voor jongens. Eén op de drie meisjes die geslachtsgemeenschap had op of voor haar dertiende jaar werd hiertoe overgehaald of gedwongen. Bij jongens in deze leeftijdsgroep is dit één op de dertien. Laag opgeleide meisjes worden vaker overgehaald dan hun hoger opgeleide seksegenoten. Marokkaanse jongens en Surinaamse en Antilliaanse meisjes worden relatief vaak overgehaald tot de eerste geslachtsgemeenschap. Uit het onderzoek Seks onder je 25e, uitg. Rutgers Nisso Groep.
Bronnen • Over de grens, lespakket over relaties en seksualiteit van jongeren van 14 tot 18 jaar met speciale aandacht voor het respecteren van andermans grenzen, uitg. NIGZ en GGD Rotterdam. • Gehörlos – sprachlos – missbraucht?! van Anja Dietzel, uitg. Dr. Kovac
Les 11 Over dwang Lesdoelen • De leerlingen zijn zich ervan bewust dat zij hun eigen grenzen moeten en mogen bewaken. • De leerlingen kunnen het begrip ‘loverboy’ omschrijven. • De leerlingen kunnen de gedragingen van loverboys noemen. • De leerlingen kunnen oplossingen bedenken om uit een loverboy-situatie te komen. Voorbereiding Kopieer blad VO-3.12 en vergroot het. Benodigdheden • kopieerblad VO-3.12 • dvd Loverboys 2 (zie bijgevoegd materiaal) • tv en afspeelapparatuur • eventueel kopieerblad VO-3.13 (zie Suggesties/ideeën/tips) Introductie Praat met de leerlingen over relaties, zoals vriendschap en verkering. In iedere relatie zijn er dingen die je leuk en dingen die je vervelend vindt aan iemand. Als je dingen echt heel vervelend vindt, dan kun je besluiten om de vriendschap of de verkering te stoppen. Kijk met de leerlingen naar de strip op kopieerblad VO-3.12. Laat hen aangeven wat hier gebeurt. Wat vinden ze van de jongen? En van het meisje? De belangrijkste regel van een goede relatie is dat je de ander niet mag dwingen of overhalen. Ieder is de baas over zijn of haar eigen lijf. Vertel dat de leerlingen naar een programma gaan kijken over twee meisjes, bij wie de relatie met hun vriend plotseling verandert. Hun vrienden blijken veel minder leuk dan de meisjes dachten. Ze respecteren de grenzen van de meisjes niet en dwingen hen om als prostituee te werken.
Relaties en seksualiteit - klas 3
194
Kern Kijk samen met de leerlingen naar de dvd en bespreek deze aan de hand van de volgende vragen: - Wat vinden jullie van dit programma? - Kunnen jullie de meisjes begrijpen? Waarom wel/niet? - Kunnen jullie de jongens begrijpen? Waarom wel/niet? - Muriel besluit toch één keer voor haar vriend te gaan werken als prostituee, omdat ze zoveel van hem houdt. Ze hoopt dat hij dan ook meer van haar gaat houden. Kunnen jullie dat begrijpen? Waarom wel/niet? - Muriel en ook Daniëlle zeggen dat ze zich vies voelen als ze met een man (klant) naar bed zijn gegaan als prostituee. Waarom denken jullie dat ze zich zo voelen? - De meisjes werden allebei regelmatig geslagen en mishandeld. Toch zeggen ze: Ik hield van mijn vriend. Wie kan dat uitleggen? - Begrijpen jullie dat Muriel de politie niet durft te waarschuwen? Probeer samen met de leerlingen de strategieën te ontdekken over hoe de loverboy werkt. Schrijf mee of teken op het bord. 1. Eerst koopt de loverboy veel cadeautjes en verwent het meisje. 2. Hij zorgt dat het meisje minder contact heeft met haar familie en vrienden. 3. De loverboy zegt dat het meisje hem geld terug moet geven of bedreigt haar. 4. Het meisje moet als prostituee gaan werken. 5. De loverboy zorg ervoor dat het meisje bang blijft, bijvoorbeeld door mishandeling, en niet weg kan lopen. Hij pikt al het geld in dat ze verdient. Bespreek met de leerlingen hoe je kunt merken dat iemand een loverboy is. Wat kun je doen als je merkt dat je vriend een loverboy is? Laat de leerlingen verschillende opties noemen. De meisjes in het programma geven de tip om afstand te bewaren als iemand wel erg veel cadeautjes geeft. Afsluiting Maak duidelijk dat je nooit iemand mag dwingen tot seks. Het is wettelijk verboden en strafbaar. Sluit af met de vraag of je mensen nu eigenlijk wel kunt vertrouwen en of alles wat met seks te maken heeft eigenlijk vooral leuk en spannend is of vooral narigheid geeft. Samen vrijen moet iets zijn waar je beiden van kunt genieten. Is dat niet zo, dan moet je erover praten en zorgen dat er iets verandert. Dat betekent: duidelijk zeggen wat je wilt en voelt en goed luisteren naar de ander. Laat de leerlingen oplossingen bedenken voor als je er met praten niet uitkomt, bijvoorbeeld: afstand nemen, elkaar even niet of minder vaak zien, erover praten met anderen, hulp vragen. Realiseer je dat het geen leuke relatie is en wordt als de ander geen rekening wil houden met jouw grenzen. Ook al houd jij nog zoveel van hem of haar. In ieder geval moet je goed naar je eigen lijf en gevoel blijven luisteren. Suggesties/ideeën/tips • Kopieer blad VO-3.13 en vergroot het. Vouw de onderste rand om, zodat de leerlingen alleen de eerste vier plaatjes zien. Vertel een verhaal bij de strip: 1. Femke is 15 jaar. Op een dag ontmoet ze Rachid. Rachid is al 20. Hij heeft een coole auto. Hij kan niet gebaren, maar het is duidelijk dat hij Femke mooi vindt. Femke vindt het wel gaaf dat Rachid aandacht aan haar geeft. 2. De volgende dag ziet ze Rachid weer. Hij vraagt of hij haar thuis mag brengen met de auto. Rachid is erg aardig. Een paar keer per week komt hij Femke ophalen. Ook geeft hij haar leuke cadeautjes: een armband, oorbellen, een nieuwe tas. Rachid is erg geduldig. Hij is de leukste horen-
Relaties en seksualiteit - klas 3
195
de jongen die Femke kent… en ook de rijkste. Rachid verdient veel geld, denkt ze. Hij heeft mooie kleren aan en een prachtig gouden horloge. 3. Femke is heel erg verliefd op Rachid. Rachid verwent haar erg. Ze gaan samen een weekend weg naar een huisje bij de zee. De ouders van Femke vinden het niet goed, maar ze doet het toch. Femke heeft veel ruzie met haar ouders over Rachid. Ze wil bij Rachid blijven en niet meer naar huis. Rachid neemt Femke mee naar een restaurant. Daar geeft hij haar een nieuwe ring. Geld is geen probleem. Rachid betaalt alles. 4. Als ze vijf weken verkering hebben, gebeurt het. Rachid is heel erg lief voor Femke. Ze wilde eerst nog niet vrijen, maar Rachid is zo lief. Ze doet het toch. Het doet maar een beetje pijn… en Rachid is echt heel erg lief. Laat de leerlingen raden hoe het verhaal afloopt en laat vervolgens de laatste twee plaatjes zien. 5. Dan zegt Rachid op een dag: ‘Mijn vriend wil ook met jou vrijen. Ik vind dat goed.’ Femke schrikt. Ze vindt het raar en ze wil niet. Rachid wordt boos. ‘Jij moet het wel doen’, zegt hij. ‘Ik heb zoveel voor jou betaald, nu moet jij het geld terugverdienen.’ Femke weet niet wat ze moet doen. Ze kan niet terug naar huis, want ze heeft erge ruzie met haar ouders gemaakt. Maar ze wil ook niet vrijen met de vriend van Rachid. Rachid is zo boos dat hij haar wil slaan. Maar opeens is hij weer rustig. Hij haalt een colaatje voor Femke. Als ze het opdrinkt, voelt ze zich raar. Ze wordt slaperig en suf. Rachid brengt haar naar bed. Dan komt de vriend van Rachid binnen, er zijn ook andere jongens bij. Jongens die naar haar kijken en aan haar borsten zitten. Dan kleden ze haar uit. De vriend van Rachid begint met haar te vrijen. Femke wil het niet, maar ze is te slaperig. Ze kan niets doen. 6. De volgende dag neemt Rachid Femke mee. Ze krijgt een nieuwe beha en een nieuw onderbroekje. Femke vindt ze niet leuk, maar Rachid wel. Hij brengt haar naar een kamer. Rachid kijkt boos. ‘Jij moet mijn geld terugbetalen’, zegt hij. ‘Jij moet voor mij gaan werken, anders sla ik jou.’ Femke weet niet wat ze moet doen. Dan komt er een andere vriend van Rachid binnen. Rachid gaat weg. Hij wacht buiten, terwijl Femke met de vriend moet vrijen. Ze is erg bang. Als de vriend klaar is, geeft hij haar geld. Rachid komt het geld meteen ophalen. Op die dag gebeurt dat nog wel negen keer. Steeds komen er mannen binnen die seks willen hebben. Femke is zo bang dat ze het allemaal doet. Geef de leerlingen de gelegenheid om te reageren op het verhaal. Wat vinden zij ervan? Wat zouden zij tegen Femke willen zeggen? En tegen Rachid? • Kijk voor meer informatie op www.lover-boy.nl (stripverhaal), www.scharlakenkoord.nl en www.bewareofloverboys.nl (foute vriendjestest). • Laat de leerlingen in groepjes een poster maken om anderen te waarschuwen tegen loverboys of ander seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ze kunnen hierbij gebruik maken van de afbeeldingen op de bovengenoemde websites.
Differentiatiemogelijkheden • Seksuele vorming, onderdeel van PrOmotie, leermiddelenpakket voor het praktijkonderwijs, uitg. Edu’Actief. Werkboek 4, bladzijde 17 tot en met 19. • Bestel voor goede lezers het lespakket Beware of loverboys van het Scharlaken Koord, www.scharlakenkoord.nl.
Relaties en seksualiteit - klas 3
196
Boeken Mooi meisje – Verliefd op een loverboy van Marian Hoefnagel, uitg. Eenvoudig Communiceren. Laura woont bij haar oma op de boerderij, ver van de stad. Iedere dag moet zij een heel eind fietsen, over de dijk. En iedere dag kijkt iemand vanuit de vuurtoren naar haar. Dat is eng, maar nog veel enger is haar lieve vriend. Die jongen met zijn prachtige ogen, die zoveel verdriet heeft. Voor hem gaat Laura met een onbekende naar bed. Bij het boek (AVI 6/7) is een lesbrief beschikbaar, zie www.eenvoudigcommuniceren.nl. Achtergrondinformatie Kenmerken van een loverboy: - Hij praat negatief over mensen die belangrijk voor je zijn. - Hij geeft je dure cadeaus. - Je weet niet hoe hij aan zoveel geld komt, of je twijfelt een beetje aan zijn uitleg. - Hij heeft te maken met drugs en/of wapens. - Hij heeft zelf veel dure spullen. - Hij kent meisjes die als prostituee werken. - Hij spreekt niet altijd de waarheid. - Hij is jaloers en vindt dat je van hem bent (zijn bezit bent). - Hij wil dat je een tattoo laat zetten. - Hij zorgt dat de relatie met je familie en vrienden verandert. - Het is niet duidelijk wat voor werk hij doet. Bronnen Beware of loverboys, lespakket van het Scharlaken Koord (strip), www.scharlakenkoord.nl.
Relaties en seksualiteit - klas 3
197
Wat gebeurt hier? Hebben deze mensen respect voor een ander? Heb jij respect voor deze mensen?
Kopieerblad 3.1 - Relaties en seksualiteit
Welke vragen kun je stellen?
Geslachtsorganen
baarmoeder
eierstok
maagdenvlies
Kopieerblad 3.2 - Relaties en seksualiteit
eileider
vagina
urinebuis zaadleider zaadbal eikel balzak
voorhuid
piemel
Rolpatroon of niet? Een vrouw moet thuis blijven om voor de kinderen te zorgen
Een man moet het geld
horende trouwen, dan is de
verdienen.
dove persoon afhankelijk van de horende.
Als een man niet trouwt,
Een meisje moet zelf
Als een man en een vrouw
dan kan hij alles doen
kiezen met wie ze wil
trouwen, dan is de vrouw
waar hij zin in heeft.
trouwen.
afhankelijk van de man.
Als je 18 bent en je hebt
Meisjes die vriendjes
geen vriend(in) (gehad), dan
hebben gehad, zijn geen
klopt er iets niet met je.
maagd meer.
Jongens willen vaker seks dan meisjes.
Kopieerblad 3.3 - Relaties en seksualiteit
Als een dove en een
Als een jongen veel vriendinnen heeft, is hij stoer.
Meisjes met een korte rok en een kort truitje aan willen seks.
Doven zijn dommer dan horenden.
Als een jongen de hele avond de drankjes voor een meisje betaalt, dan moet ze met hem naar bed. Als een meisje met een
Vrouwen zijn dommer
jongen naar bed is geweest
dan mannen.
voor het huwelijk, dan is ze een hoer.
Als een vrouw niet trouwt, dan is ze zielig
Je kunt beter verkering hebben met een horend persoon.
Als een meisje veel make-up op heeft, dan is ze een jongensgek.
Een jongen mag wel vrijen voor het huwelijk, een meisje niet.
Werk is voor een man belangrijker dan voor een
Doven zijn betere lovers.
vrouw.
Vrouwen moeten ook
Een man die kookt,
Vrouwen kunnen beter
vijf dagen per week
wast en schoonmaakt, is
voor kinderen zorgen dan
kunnen werken.
een homo.
mannen.
In de toekomst... Vul het schema in. Links schrijf je wat je voor jezelf belangrijk vindt. En rechts schrijf je wat je voor je toekomstige man of vrouw belangrijk vindt. • Wat vind je het belangrijkste? Schrijf daar een 1 bij. • Wat vind je minder belangrijk? Schrijf daar een 2 bij. • Wat vind je nog minder belangrijk? Schrijf daar een 3 bij. • Wat vind je het minst belangrijk? Schrijf daar een 4 bij.
1,2,3,4
1,2,3,4
Wat vind ik belangrijk
voor mezelf
voor mijn man/vrouw
goed werk
goed werk
zorgen voor de kinderen
zorgen voor de kinderen
koken, wassen, schoonmaken
koken, wassen, schoonmaken
tijd voor hobby’s
tijd voor hobby’s
Kopieerblad 3.4 - Relaties en seksualiteit
Wat vind ik belangrijk
Versiertest 1. Je gaat een avondje uit. Wat trek je aan? a. Ik zorg dat de mooie delen van mijn lijf te zien zijn (Q) b. Kleren interesseren mij niet (Y) c. Ik doe opvallende kleren aan (X) d. Ik wil er netjes uitzien (Z) 2. Het is Valentijnsdag. Wat doe je? a. Ik schrijf een gedicht en stuur het op met een bos bloemen (Z) b. Ik kijk in mijn brievenbus (W) c. Ik stuur een klein cadeautje zonder mijn naam erbij te zetten, maar geef wel hints, zodat de ander weet van wie het komt (Q) d. Ik ga langs en zeg mijn gedicht op, zodra de deur open gaat (X)
Kopieerblad 3.5a - Relaties en seksualiteit
3. Welk vervoersmiddel zou jij kiezen? a. Een sportauto met een open dak (W) b. Een luxe auto met chauffeur (Z) c. Een wit paard (Y) d. Een jeep (X) 4. Wat kies je op de kermis? a. Samen ballen gooien (Y) b. De botsauto’s (X) c. De achtbaan (W) d. Ik trakteer op oliebollen (Z) e. De lachspiegels (Q) 5. Je ziet de jongen of het meisje van je dromen. Wat doe je? a. Ik kijk lang indringend in zijn/haar ogen (Q) b. Ik loop zogenaamd per ongeluk tegen hem/haar aan (X) c. Ik ga recht op hem/haar af en begin een gesprek (Y) d. Ik bied hem/haar iets te drinken aan (Z) e. Binnen zijn/haar gezichtsveld vertel ik een stoer verhaal (W)
6. Je eerste afspraakje. Wat zou je dan samen willen doen? a. Ik wil naar een romantische film (Z) b. Ik wil dansen (X) c. Ik wil naar een café (Y) d. Ik wil gezellig samen uit eten (Q) e. Ik wil bungeejumpen (W) 7. X valt op jou, maar jij niet op X. Wat doe je? a. Ik ga een keer mee uit en neem een goede vriend(in) mee (Q) b. Ik leg uitgebreid uit waarom ik hem/haar niet zie zitten (Y) c. Ik zeg gewoon dat ik niet op haar/hem val (W) d. Ik geef een compliment, maar zeg dat ik niet vrij ben (Z) 8. Je vindt je vriend(in) niet langer leuk. Hoe maak je het uit? b. Ik praat het samen uit en wil vrienden blijven (Z) c. Ik zoek zoveel mogelijk redenen om te bewijzen dat onze relatie niets wordt (Y) d. Ik zoen iemand anders, terwijl hij/zij erbij is (X) e. Ik durf het niet te vertellen, daarom mail of sms ik dat ik niet meer wil (Q) 9. Wat geeft je een kick? a. Een xtc-pilletje (X) b. Hard op een brommer rijden (W) c. Een discussie winnen (Y) d. In de bergen onder een waterval staan (Q) 10. Met welke zin begin jij het gesprek? a. ‘Hallo, stuk!’ (W) b. ‘Wat zie jij er goed uit!’ (Z) c. Ik val en zeg: ‘Help! Geef mij mond-op-mondbeademing!’ (Y) d. Ik zeg: ‘Er zit een pluisje in je haar’, terwijl ik doe alsof ik een pluisje uit het haar haal (X) e. ‘Ken ik jou ergens van?’ (Q)
Kopieerblad 3.5b - Relaties en seksualiteit
a. Ik laat niets meer van me horen (W)
Welk versiertype ben jij?
Kopieerblad 3.6 - Relaties en seksualiteit
Uitslag: Welk versiertype ben jij? Of hoe maak jij contact? Tel hoeveel Y, X, Z, W en Q-antwoorden je hebt gegeven. Welke letter komt het meest voor? Dat is jouw type! Y = talig-grappig versiertype Taal is je sterke kant. Je maakt indruk door snel rake en grappige opmerkingen te maken. X = lichamelijk versiertype Je gebruikt je lichaam om de aandacht te trekken en je probeert de ander aan te raken. Z = ridderlijk en zorgend versiertype Je bent attent, charmant en helpt de ander vriendelijk. Je luistert met aandacht en geïnteresseerd naar de ander. W = stoer versiertype Je probeert de aandacht te trekken door indruk te maken, succesverhalen te vertellen en interessant te doen. Q = sexy versiertype Je zegt niet veel, maar je trekt aandacht door je houding en je manier van kijken. Je zorgt voor een seksuele aantrekkingskracht en doet geheimzinnig. De ander moet raden wat je wilt en voelt.
Gewoon Wouter Gewoon Wouter Wouter merkt dat hij veel aan Thijs denkt. Op school, thuis als hij in zijn bed ligt. Telkens weer ziet hij Thijs in gedachten voor zich. Thijs in zijn strakke spijkerbroek. Thijs die hem aankijkt. Wouter krijgt een fijn gevoel van binnen als hij aan Thijs denkt… … Het woord homo blijft maar door zijn hoofd gaan. Hij weet heel goed wat een homo is. Een homo is een man die mannen heel leuk vindt. En dat is raar. Wouter rilt even. Hij denkt aan een homoseksuele man die hij van de televisie kent. Hij vindt de man vreselijk. De man draagt lelijke kleren. En hij beweegt en praat heel overdreven, heel vrouwelijk. Stel je voor dat je bent zoals die man van de televisie, denkt Wouter. Opeens krijgt hij het benauwd. Wanneer ben je eigenlijk een homo? Wanneer word je zoals die man op de televisie? Als je veel aan andere mannen denkt? Wouter slikt. Vast niet, denkt hij dan. Je bent pas een homo als je met een jongen wilt vrijen. Een beetje denken aan een andere jongen is vast niet erg. Misschien is het wel normaal. En denken alle jongens wel eens aan een andere jongen. Als je verkering met een meisje krijgt, gaan die gedachten waarschijnlijk vanzelf over. Wouter zucht van opluchting. Hij voelt zich opeens veel vrolijker. Janna is een heel leuke meid. Morgenmiddag gaan ze samen bij Janna thuis toneel oefenen. En vrijdagavond is het alweer uitgaansavond. Wie weet krijgen ze wel verkering! Gewoon Wouter van Marieke Otten, uitg. Van Tricht, ISBN 9073460484.
Kopieerblad 3.7 - Relaties en seksualiteit
Een man die met mannen wil vrijen.
Hetero of homo? 1. Als je verliefd bent op iemand van hetzelfde geslacht, dan ben je homoseksueel. a. Ja. b. Nee. c. Misschien. 2. Tanja (een meisje uit de derde klas) wil niet met Daniël naar de disco. Daarom stuurt Daniël een e-mail rond: ‘Tanja is een dikke trut. Ze is lesbisch. Je moet niet met haar omgaan.’ Wat vind jij? a. Daniël heeft gelijk. b. Daniël heeft gelijk, maar dat mailtje moet hij niet rondsturen.
Kopieerblad 3.8 - Relaties en seksualiteit
c. Tanja vindt hem gewoon niet leuk. Daniël is beledigd.
3. Pubers experimenteren met homoseksueel gedrag. a. Ja, dat klopt. Sommige pubers proberen op dit gebied dingen uit. b. Nee, dat is onzin. c. Bijna iedereen probeert op dit gebied dingen uit. 4. Als je denkt: ‘Ik ben misschien homo/lesbisch’ dan moet je daar nooit over praten. a. Mee eens. b. Dat is onzin. Je kunt er wel over praten. Bijvoorbeeld met iemand die je vertrouwt. c. Je moet er pas over praten als je het zeker weet.
Hoe gebruik je een condoom?
• Kijk naar de datum op de verpakking. Is het condoom geldig tot deze maand of eerder? Gebruik het dan niet. • Duw het condoom met een vingertop naar de rand van de verpakking. doom niet kapot maakt met scherpe nagels of een schaar. • Knijp met duim en wijsvinger de bovenste punt van het condoom dicht. Rol met de andere hand het condoom af over de stijve penis. • Trek na het klaarkomen de penis vrij snel terug. Houd het condoom daarbij goed vast. • Maak een knoop in het condoom. • Test of het condoom niet lek was. Droog het condoom en je handen af met een handdoek of zakdoekje. Knijp in het condoom met je vingertoppen. Wordt het condoom vochtig? Dan zat er een gaatje in. Denk dan na over: - een soa-test bij de huisarts en - een morning-afterpil of zwangerschapstest als het meisje niet aan de pil is.
• Gooi het condoom weg in de vuilniszak.
Kopieerblad 3.9a - Relaties en seksualiteit
• Open de verpakking van het condoom in het midden. Pas op! Zorg dat je het con-
• Was je penis en handen. Als er sperma aan je handen zit en je raakt daarna de vagina van het meisje aan, dan kan zij toch zwanger worden. • Gebruik de volgende keer een nieuw condoom. • Bewaar condooms NOOIT in je portemonnee of in een broekzak, waarin je ook sleutels of andere scherpe voorwerpen bewaart. • Doe je condooms in je handbagage als je op reis gaat met het vliegtuig. In het baga-
Kopieerblad 3.9b - Relaties en seksualiteit
geruim komt de temperatuur onder het vriespunt. Dat is niet goed voor condooms.
Ik hoef niet veilig te vrijen, want ik ben
Ik hoef niet veilig te vrijen, want ik
nog nooit met iemand naar bed geweest
gebruik de pil al. (meisje)
Ik hoef niet veilig te vrijen, want mijn
Ik hoef niet veilig te vrijen, want ik
vriendin gebruikt de pil al. (jongen)
ken geen jongeren die aids hebben.
Ik hoef niet veilig te vrijen, want ik
Ik hoef niet veilig te vrijen,
heb al twee jaar verkering.
want ik wil wel een kind.
Vrijen met een condoom doe ik niet.
Ik hoef niet veilig te vrijen, want ik ben
Het is niet lekker en het stinkt.
erg gezond en douche iedere dag.
Ik hoef niet veilig te vrijen, want
Ik hoef niet veilig te vrijen,
niemand in mijn familie heeft aids.
want ik ben geen homo.
Kopieerblad 3.10 - Relaties en seksualiteit
Smoezenspel
Te ver gaan... 1. In de disco zegt een jongen (Angelo) tegen een meisje (Mervil): ‘Kom we gaan weg. Het maakt niet uit waar naar toe.’ Wat wil Angelo doen? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Wat denkt Mervil? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Weet Mervil wat Angelo wil doen? ……………………………………………………………………………………………………………
Kopieerblad 3.11a - Relaties en seksualiteit
……………………………………………………………………………………………………………
2. In de gang gaan Mervil en Angelo zoenen. Dan maakt Angelo de broek van Mervil open. Mervil wil dit niet. Angelo vraagt: ‘Waarom ben je dan meegegaan?’ Waarom is Mervil meegegaan? Kun jij dat uitleggen? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Mervil wil niet vrijen. Begrijp jij dat? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Angelo wil wel vrijen. Begrijp jij dat? …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
Kun je dat uitleggen? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… 3. Wanneer gaat het echt fout tussen Angelo en Mervil? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Wat gebeurt er dan in de film? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… 4. Angelo zit alleen op de trap. Hoe voelt hij zich? ……………………………………………………………………………………………………………
5. Angelo en Mervil voelen zich allebei niet prettig. Wat moet Angelo de volgende keer doen? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Wat moet Mervil de volgende keer doen? …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
Kopieerblad 3.11b - Relaties en seksualiteit
……………………………………………………………………………………………………………
Kopieerblad 3.12 - Relaties en seksualiteit
Kopieerblad 3.13 - Relaties en seksualiteit
3 Relaties en seksualiteit - klas 1
214
11. Over dwang
10. Te ver gaan
9. Condooms en zo
8. Burger Inn
7. Gewoon Wouter
6. Chatten en msn ‘en
5. Versieren en verknallen
4. Stellingenspel
3. Biobits
2. In de schoenen van een ander
1.Zelfrespect en respect voor anderen
Lesactiviteiten
Planningsformulier klas 3
Datum activiteit
Opmerkingen
3 Relaties en seksualiteit - klas 1
215
11.
10.
9.
8.
7.
6.
5.
4.
3.
2.
1.
Lesactiviteiten
Planningsformulier klas 3
Datum activiteit
Opmerkingen
Relaties en seksualiteit - klas 3
216