Jaarverslag
2012
Inhoud Jaarverslag 1. Inleiding
4
2. Algemene informatie over KiKa
6
3. Wetenschappelijk onderzoek
7
4. Acties
10
5. Vrijwilligers, communicatie en fondsenwerving
14
6. De toekomst van KiKa en het Princes Máxima Centrum
16
7. Financiën
17
8. Bedrijfsvoering
20
9. Informatie met betrekking tot directie en bestuur
21
Jaarrekening 41 Controleverklaring 55
jaarverslag 2012
3
1. Inleiding Het KiKa-verhaal blijft prachtig. De Nederlander is onverminderd vrijgevig geweest om de genezing van kinderkanker te bespoedigen. Dat KiKa voor veel mensen ‘top of mind’ is, blijkt wel uit onze enorme naamsbekendheid. Het belangrijkste onderzoek op het gebied van goede doelen is de chari-barometer van Mediad. En KiKa’s scores zijn meer dan indrukwekkend. In de top 100 belanden we op elk onderdeel in de top 10. En wat de totaalscore betreft, staan we op nummer 1, opnieuw het meest gewaardeerde doel! Ook op qua betrouwbaarheid zijn wij nummer 1.
4
jaarverslag 2012
KiKa was ook in 2012 weer van alle Nederlanders; het afgelopen jaar waren er maar liefst 4.347 acties (ruim 15% meer dan in 2011). Op elke plaats, in elke regio en op elk niveau, overal waren er activiteiten voor KiKa. Voor de medewerkers op kantoor is het een sport om dat allemaal te blijven overzien. Iedereen die iets voor KiKa doet is bijzonder, wat de bijdrage ook is. KiKa wil door heel snel en goed te reageren en door waar nodig te ondersteunen dat bijzondere KiKa-gevoel overdragen en vooral vasthouden. In 2012 heeft KiKa bijna elf miljoen euro beschikbaar gesteld voor onderzoek, aan goedgekeurde onderzoeken en het bestemmingsreserve. Een mooi historisch feit is dat KiKa nu in haar tienjarig bestaan ruim vijftig miljoen euro aan onderzoeken heeft uitgegeven! Een onwaarschijnlijk bedrag. Daarom hebben we dit tienjarig bestaan gevierd met een feest. Samen met onze vrijwilligers waren wij een dag te gast in Museum Corpus te Leiden. 2012 was ook het jaar van de doorbraak voor het Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie. Na jarenlange inspanningen van de kinderoncologen, de Vereniging voor Ouders met Kinderen met Kanker (VOKK) en de academische ziekenhuizen, is de kogel door de kerk. Het centrum komt in Utrecht naast het UMCU. KiKa heeft een belangrijke rol gespeeld door voortdurend heel duidelijk te laten merken hoe sterk zij achter de komst van dat centrum staat. Het Prinses Máxima Centrum wordt in Europa de grootste kliniek voor kinder-
kankerzorg en kan zich met haar kwaliteiten op wereldschaal meten met elk soortgelijk instituut. Om te voorkomen dat kinderen onnodig reizen gedurende hun behandeltraject, worden strakke afspraken gemaakt met zogenaamde ‘shared care centra’. Dat zijn (veelal academische) ziekenhuizen verspreid over Nederland. In het Prinses Máxima Centrum wordt onderzoek verricht en een behandelplan gemaakt, dat vervolgens meer in de buurt van de woonplaats van het kind kan worden uitgevoerd. Zo is ieder kind verzekerd van de beste zorg en is de reisbelasting zo minimaal mogelijk. KiKa vindt de komst van het Prinses Máxima Centrum heel erg belangrijk voor de vergroting van de genezingskans. Wij zijn overtuigd dat juist ook het onderzoek – het doel waar KiKa voor staat - een flinke duw in de rug krijgt en dat ook de genezingskans van het kind aanmerkelijk wordt vergroot. Het Prinses Máxima Centrum wordt door zijn omvang en met hypermoderne laboratoria een aantrekkelijke plek voor de beste onderzoekers om er te komen werken. Nu al merken wij dat de grote (met name Amerikaanse) kinderkanker onderzoeksziekenhuizen aangeven graag te willen samenwerken. Alles bij elkaar gunstige ontwikkelingen om ons doel: 95% genezing in 2025, te kunnen bereiken! Daarom zijn wij zeer verguld dat wij in 2011 en 2012 negen miljoen euro hebben kunnen reserveren voor het researchinstituut dat in het Prinses Máxima Centrum komt. Wij willen minimaal 5 jaar lang telkens een substantieel bedrag apart zetten, zodat er een ‘state of the art’ onderzoeksomgeving kan worden gebouwd. Op korte termijn is daardoor minder direct geld voor onderzoeksprojecten beschikbaar, maar zodra het centrum er eenmaal staat in Utrecht, betekent dat een enorme sprong voorwaarts. Wij zien dat als een heel verantwoorde investering in de realisatie van ons doel.
zij een grote rol gespeeld bij het succes dat KiKa is geworden. Wij zijn heel erg dankbaar voor alles wat ze hebben gedaan en we hebben hen in oktober 2012 op gepaste wijze uitgezwaaid. U ziet het: met onze kleine organisatie hebben we weer bergen weten te verzetten. ‘KiKa, groot geworden door klein te blijven’. Per 1 maart 2013 heeft er binnen de organisatie een statutenwijziging plaatsgevonden en heeft KiKa een Raad van Toezicht gekregen. Ondanks alle succes zijn we dat ideaal niet uit het oog verloren. Ik ben daar trots op. Ik ben trots op de collega’s in Amstelveen die onder de enorme druk toch de hoogste standaard van dienstverlening weten te handhaven. Ik ben heel trots op alle vrijwilligers en alle mensen die zoveel creativiteit tonen om geld op te halen voor KiKa. En stiekem ben ik ook heel trots op het niveau van het onderzoek naar kinderkanker in Nederland. Dat behoort tot de beste in de wereld. En dat hebben we met z’n allen toch maar mooi mogelijk gemaakt. Die 95% genezing in 2025... daar gaat het om!! Jaap Maljers Voorzitter Stichting Kinderen Kankervrij
KiKa heeft zich in 2012 opgeworpen om een grote nationale fondsenwervende campagne te organiseren voor het Prinses Máxima Centrum. In maart 2013 is met veel media-aandacht de campagne “Draag je steentje bij” gestart. Vele beroemde Nederlanders en vele bedrijven hebben zich aan de campagne verbonden. Voor 2013 hebben we een mogelijk negatieve invloed op de ‘normale’ KiKainkomsten ingecalculeerd door deze actie. Wij hebben in 2012 afscheid genomen van drie bestuursleden. Herman de Haan, Vincent Pijpers en Arnoud de Roij van Zuijdewijn hebben tien jaar lang met veel inzet geholpen om KiKa op te bouwen en vorm te geven. In al die jaren hebben
jaarverslag 2012
5
2. Algemene informatie over KiKa Statutaire naam Stichting Kinderen Kankervrij Statutair gevestigd Amsterdam
Samenstelling bestuur en Raad van Toezicht In het boekjaar 2012 was het bestuur van de Stichting Kinderen Kankervrij, verder aangeduid als KiKa, als volgt samengesteld: Jaap Maljers, voorzitter Herman de Haan, secretaris Arnoud de Roij van Zuijdewijn, penningmeester Pieter ter Kuile, penningmeester Jan Schornagel, medische zaken Ton Berns, medische zaken Derk Egeler Vincent Pijpers De stichting heeft een directie, bestaande uit één persoon: Frits Hirschstein. De taken en bevoegdheden, alsmede de nadere samenstelling, het besluitvormingsproces en de werkwijze van de directie zijn door het bestuur vastgelegd in het bestuur-directiereglement. De directie legt verantwoording af aan het bestuur. Per 1 maart 2013 heeft een statutenwijziging plaatsgevonden en heeft KiKa een Raad van Toezicht en een nieuwe zakelijk directeur naast de oprichter/ directeur Frits Hirschstein. De jaarrekening 2012 wordt goedgekeurd door de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht is in 2013 als volgt samengesteld op moment van goedkeuring van de jaarrekening: Jaap Maljers, voorzitter Derk Egeler, lid Jan Schornagel, lid Ton Berns, lid Pieter ter Kuile, lid Monique Maarsen, lid Zowel het bestuur als de Raad van Toezicht is volledig onbezoldigd. De bezoldiging van de directie is conform de arbeidsvoorwaarden van KiKa en wordt toegelicht in de jaarrekening.
6
jaarverslag 2012
Doelstelling, beleid, visie, strategie Het doel van KiKa is: • het werven van fondsen voor vernieuwend onderzoek en andere activiteiten op het gebied van kinderkanker, gericht op minder pijn, strijd, meer genezing en kwaliteit; • het ondersteunen van de kinderoncologie; • het geven van voorlichting op het gebied van kinderkanker, teneinde bewustwording en, voor zover ondersteunend, attitudeverandering en gedragsverandering bij kinderen en volwassenen te bewerkstelligen. Meer specifiek streeft de stichting naar verhoging van de genezingskans, verbetering van de kwaliteit van de behandeling en vermindering van bijwerkingen na de behandeling. Bij de oprichting in 2002 heeft KiKa als haar missie omschreven:
strijd, Minder pijn en kwa liteit en meer genezing
KiKa financiert fundamenteel wetenschappelijk onderzoek dat een bijdrage kan leveren aan een hogere genezingskans voor kinderen met kanker en aan een betere behandeling (kwaliteit van leven). In 2002 stond de genezing op 70%, dat is anno 2012 75%. Samen met de zeven kinderoncologische centra heeft KiKa als doelstelling om te streven naar een genezingskans in 2025 van 95%. Dat is een ambitieuze, maar realistische doelstelling. Gezien de stijgende lijn sinds 2002 en de positieve uitkomsten uit diverse onderzoeken. De zeven kinderoncologen van de centra zijn in 2008 gestart met het idee om van decentralisatie naar concentratie te gaan. Met als doel het onderzoek, dat al op een hoog niveau staat, naar een nog hoger niveau te tillen. Het concentreren van de onderzoeken op één locatie zal het bereiken van de doelstelling van KiKa dichterbij brengen. Het Prinses Máxima Centrum zal een structureel hoger onderzoeksvolume en onderzoeksniveau opleveren. Het is dan ook de verwachting dat het nieuwe centrum het grootste in Europa zal worden en ook buitenlandse onderzoekers zal aantrekken.
De genezingskans is in de laatste tien jaar gestegen van 70% naar 75%. Dat is goed, maar het moet en kan beter! Het nieuwe centrum is het middel om het doel van de zeven onderzoekscentra en KiKa te realiseren! KiKa wil samen met de onderzoekscentra naar 95% genezing in 2025 voor kinderen met kanker.
3. Wetenschappelijk onderzoek Kinderkanker
Onderzoek naar kinderkanker
Ons lichaam is opgebouwd uit miljoenen cellen. Iedere dag komen er nieuwe cellen bij doordat cellen zich delen, maar gaan er ongeveer net zoveel cellen ook weer dood. Elke cel heeft een celkern waarin het DNA gelegen is. Veranderingen in het DNA kunnen zorgen voor veranderingen in eiwitten die een belangrijke rol spelen bij de celdeling. Hierdoor kan de cel ongeremd gaan delen en kanker veroorzaken.
Om er voor te zorgen dat kinderkanker in de toekomst geen levensbedreigende ziekte meer is, is wetenschappelijk onderzoek noodzakelijk. Voor dit onderzoek is een lange adem nodig. Een gemiddeld onderzoek duurt vier tot vijf jaar. Die tijd is nodig om bijvoorbeeld nieuwe behandelmethoden en medicijnen voldoende te testen. Want uiteindelijk staat het welzijn van de patiënt bij alle artsen, onderzoekers en KiKa voorop. Jaarlijks zijn er zo’n 500 kinderen die kanker krijgen. Dankzij de ontwikkelingen op het gebied van kinderkankeronderzoek en behandelingen in de afgelopen decennia, is er al grote vooruitgang geboekt en geneest 75% van de kinderen met kanker. 25% overlijdt echter nog steeds aan deze agressieve ziekte. Daarnaast zijn de huidige behandelingen dusdanig agressief dat er op latere leeftijd alsnog bijwerkingen kunnen optreden van de behandeling.
Kinderkanker is er in veel verschillende vormen. De meest voorkomende vormen van kinderkanker zijn: • Leukemieën (bloedkanker) • Hersentumoren • Lymfoom en lymfeklierkanker • Neuroblastoom (tumor van zenuwcellen) • Niertumor • Levertumor • Tumor van de weke delen (tumor van cellen uit spier-, vet- of bindweefsel, uit de wand van een bloedvat of uit slijmvliesbekleding) • Kiemceltumoren (tumor van geslachtscellen) • Retinoblastoom (oogtumor) • Bottumoren • Fanconi Anemie (beenmergfalen) Hoe wordt kinderkanker behandeld? Er zijn drie manieren waarop kinderkanker behandeld kan worden: • Opereren • Bestralen • Medicijnen Voor welke manier(en) van behandelen wordt gekozen, hangt af van de vorm van kinderkanker. De duur van de behandeling kan variëren van een paar dagen tot meer dan een jaar. 75% van de kinderen geneest door een succesvolle behandeling, maar er is ook een keerzijde aan dit succes. Veel medicijnen maken niet alleen de tumorcellen, maar ook de gezonde cellen kapot. Hierdoor kunnen er direct of op latere leeftijd bijwerkingen optreden.
Procedure projectaanvragen Onderzoekers van de onderstaande kinderkankercentra kunnen in samenspraak met het desbetreffende hoofd kinderoncologie financiële steun aanvragen bij KiKa: • Erasmus MC - Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam • Emma Kinderziekenhuis AMC Amsterdam • Wilhelmina Kinderziekenhuis Utrecht • UMC St. Radboud Kinderziekenhuis Nijmegen • VU Medisch Centrum Amsterdam • Willem-Alexander Kinder- en Jeugdcentrum Leiden • UMC Groningen Koningin Beatrix Kinderkliniek Er is geen deadline voor het aanvragen van financiële steun. Projectaanvragen kunnen doorlopend worden ingediend. De projectaanvraag wordt door externe, onafhankelijke experts beoordeeld op wetenschappelijke kwaliteit, relevantie en haalbaarheid. KiKa heeft vanaf 2013 een Wetenschappelijke Raad, bestaande uit professoren – alle op voordracht van de KNAW – van verschillende gerenommeerde onderzoeksinstituten/academische centra met expertise op gebieden zoals hematologie, oncologie, immunologie en celbiologie. Op basis van de beoordelingen van referenten en het advies van de Wetenschappelijke Raad wordt een projectaanvraag goedgekeurd of afgekeurd door het bestuur van KiKa. De gehele behandelingsperiode van een projectaanvraag duurt gemiddeld vier maanden. Wanneer KiKa het nodig acht, kan de hierboven beschreven procedure worden versneld. Tot en met 2102 was de aanvraag- en toekenningsprocedure als volgt.
Projectaanvragen 2012 Met uw giften en donaties is het voor KiKa mogelijk wetenschappelijk en klinisch onderzoek naar kinderkanker te steunen. In 2012 zijn er na een kritische en zorgvuldige beoordeling door onafhankelijke referenten acht projectaanvragen goedgekeurd. Deze projecten zijn onder te verdelen in de volgende categorieën: 1. Nieuwe behandelingen 2. Nieuwe medicijnen 3. Het verbeteren van de kwaliteit van bestaande behandelingen 4. H et ontstaan en beter begrijpen van de verschillende soorten kinderkanker 5. H et optreden van directe bijwerkingen en bijwerkingen op latere leeftijd In dit jaarverslag (bijlage I) is een korte beschrijving opgenomen van de acht projecten die in 2012 zijn goedgekeurd.
jaarverslag 2012
7
Indienen projectaanvraag Beoordelen door referenten Kinderoncologie Commissie
Goedkeuren
Afkeuren
Start project Voortgangsrapport (1 jaar)
Site Visit (2 jaar)
Eindrapport (4 jaar)
Kwaliteitscontrole lopende onderzoeken Een onderzoek duurt gemiddeld vier jaar. Gedurende deze vier jaar houdt KiKa de voortgang van het onderzoek goed in de gaten. Wanneer er onvoldoende voortgang is, behoudt KiKa altijd de mogelijkheid om de financiering tussentijds te stoppen. Er zijn drie toetsingsmomenten (zie figuur): • Voortgangsrapport: na een jaar • Site Visit: na twee jaar • Eindrapport: na vier jaar Voortgangsrapport Wanneer het onderzoek een looptijd heeft van langer dan een jaar, moet er een jaar na de start van het onderzoek een voortgangsrapport geschreven worden. Hierin staan de tussentijdse onderzoeksresultaten beschreven. Uit het voortgangsrapport kan worden opgemaakt of de resultaten van voldoende kwaliteit zijn en of het onderzoek op schema ligt. Daarnaast wordt er gekeken of de uitvoering van het onderzoek niet afwijkt van de oorspronkelijke projectaanvraag. Een negatieve beoordeling kan leiden tot het opschorten of stopzetten van financiële steun. Bij een positieve beoordeling kan het onderzoek worden voortgezet. In 2012 ontving KiKa van tien onderzoeken een voortgangsrapport. Deze werden allemaal positief beoordeeld. Meer informatie over de stand van zaken van de onderzoeken en over de procedure die vanaf 2013 van kracht is, is te vinden op http://www.kika.nl/onderzoeken.
8
jaarverslag 2012
Site Visit Een vast onderdeel van de kwaliteitscontrole op de onderzoeksprojecten vormt de jaarlijkse KiKa Site Visit, die op 15 en 16 november 2012 plaatsvond. Tijdens deze Site Visit werd de voortgang van alle drie- en vierjarige projecten die twee jaar looptijd achter de rug hadden, gepresenteerd aan een internationaal panel van professoren, de Site Visit Commissie. Deze commissie bestond dit jaar uit prof.dr. Jacques Neefjes (voorzitter), prof. dr. Mel Greaves, prof. dr. Edo Vellenga en prof. dr. William Weiss en werd bijgestaan door dr. Mette Skraastad die de notulen verzorgde. Dr. Jan Schornagel was namens het bestuur van KiKa aanwezig. De Site Visit draagt eraan bij dat de kwaliteit van het onderzoek gedurende de looptijd behouden blijft en de doelstellingen behaald worden. De Site Visit Commissie bracht advies uit over de in totaal vijftien gepresenteerde projecten. De commissie vond de kwaliteit van het onderzoek erg goed tot excellent en internationaal competitief. De door de promovendi gegeven presentaties waren goed en de discussies van hoog niveau. De commissie adviseerde KiKa de financiering van veertien projecten direct voort te zetten. Voor het resterende project werd geadviseerd de financiering voort te zetten als het advies van de commissie voldoende werd opgevolgd. De commissie verwacht dat door het samenvoegen van het kinderoncologisch onderzoek op één locatie, het Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie, de kwaliteit van het onderzoek verder zal toenemen. Daarnaast is de commissie onder de indruk van wat KiKa heeft bereikt in de afgelopen tien jaar en beschouwt KiKa als onmisbaar voor kinderoncologisch onderzoek in Nederland. Eindrapport In 2012 zijn er dertien onderzoeken afgerond, waarvoor KiKa een eindrapportage ontving. In bijlage II staat een korte beschrijving van de resultaten van de dertien onderzoeken die in 2012 zijn afgerond.
Tom Voûte Young Investigator Award Jaarlijks stelt KiKa twee prijzen van elk € 2.500 ter beschikking voor jonge onderzoekers. Het onderzoek moet betrekking hebben op de kinderoncologie. Het kan zowel een klinisch als wetenschappelijk onderwerp betreffen als een onderzoek met een fundamenteel experimentele, een epidemiologische of een psychologische vraagstelling. De ‘Tom Voûte Young Investigator Award’ werd voor de derde maal uitgereikt tijdens de KiKa Promovendi dag op woensdag 6 februari 2013. Arian van der Veer ontving de award voor zijn bijdrage aan onderzoek op het gebied van acute lymfatische leukemie en Marjolijn Jongmans mocht de award in ontvangst nemen voor haar bijdrage aan onderzoek naar genetische aanleg voor kinderkanker.
Tom Voûte
• Marjolijn Jongmans, UMC St Radboud Nijmegen - ‘Improving the recognition of genetic predipostion for pediatric cancer’
• Arian van der Veer, Sophia Kinderziekenhuis - Erasmus MC Rotterdam – ‘Prognostic role of BCR-ABL1-like, IKZF1 deletions and high CRLF2 expression in childhood B-Cell precursor ALL’
Vragen die iedere ouder van een kind met kanker zich vroeg of laat stelt zijn ‘waarom kreeg mijn kind kanker’ en ‘hebben mijn andere kinderen een verhoogde kans om dit ook te krijgen’? Op deze vragen krijgen de meeste ouders tot nu toe geen antwoord, meestal omdat we het antwoord nog niet weten en soms omdat de mogelijkheden van onderzoek naar de genetische oorzaken van kanker onderschat worden. In de afgelopen jaren zijn deze mogelijkheden echter spectaculair toegenomen. Het is nu mogelijk om in korte tijd alle genen tegelijk te onderzoeken op veranderingen; deze techniek heet ‘exome sequencing’. Het DNA van vier kinderen die tussen de 13-15 jaar darmkanker kregen en waarvan de oorzaak niet bekend was, is met deze techniek onderzocht. Bij alle vier de patiënten werd een sterk kandidaat-gen gevonden. Met deze nieuwe techniek kan er bij kinderen met kanker een mogelijk genetische oorzaak opgespoord worden. Deze techniek zou in de toekomst aangeboden kunnen worden aan kinderen met kanker die een of meer van de volgende kenmerken hebben: 1) verstandelijke beperking, 2) aangeboren afwijkingen, 3) een volwassen type kanker op de kinderleeftijd (bijvoorbeeld darmkanker of borstkanker) of 4) iemand in de familie met hetzelfde type kanker. Dit kan informatie opleveren voor erfelijkheidsadvisering binnen het betreffende gezin en kan de oorsprong van kinderkanker verduidelijken zodat nieuwe, meer gerichte vormen van behandeling kunnen worden ontwikkeld.
De prognose van kinderen met acute lymfatische leukemie (ALL) is de afgelopen jaren toegenomen door aanpassing van therapie op basis van recidief risico. Helaas komen de meeste recidieven voor bij kinderen die aanvankelijk niet ingeschat werden als hoogrisico. Daarom zijn er nieuwe factoren nodig die hoogrisico ALL voorspellen. Recente onderzoeken wijzen uit dat drie specifieke factoren geassocieerd zijn met een slechte prognose: een bepaald gen expressie profiel (BCR-ABL1-like), deleties van het gen IKZF1 en een hoge expressie van het CRLF2 gen. In deze studie zijn de prognostische waarde van deze drie factoren en hun interactie in een groep patiënten onderzocht. Hieruit blijkt dat expressie van het CRLF2 gen de minst slecht prognostische factor was. Daarentegen waren het BCR-ABL1-like gen expressie profiel en deleties van het IKZF1 gen beide geassocieerd met een slechte prognose, onafhankelijk van elkaar. Tezamen voorspellen deze factoren 63% van alle recidieven. Het BCR-ABL1-like gen expressie profiel en een deletie van het IKZF1 gen komen met name voor in patiënten die op basis van de huidige criteria niet als hoogrisico ingeschat worden. Daarom zijn zowel het BCR-ABL1-like gen expressie profiel als de IKZF1 deleties nuttige factoren die gebruikt kunnen worden om patiënten in te delen in hoogrisico leukemie. Op basis van dit onderzoek is de IKZF1 deletie status opgenomen in het nieuwe ALL behandelprotocol en krijgen patiënten met een IKZF1 deletie een jaar langer therapie in de verwachting dat ze daardoor minder vaak een recidief hebben. Het is aannemelijk dat BCR-ABL1-like snel zal volgen als voorspellende factor voor hoogrisico ALL.
jaarverslag 2012
9
4. Acties Jaarlijks worden er voor KiKa door scholen, clubs, instellingen, bedrijven en particulieren heel veel acties georganiseerd in het hele land. Deze inkomsten zijn voor KiKa en onderzoek naar kinderkanker heel erg belangrijk. Groot, klein, oud, jong; iedereen doet mee voor KiKa en daarom is KiKa in staat om groot te worden én klein te blijven. In 2012 waren er 4.347 acties (bijna 12 per dag!) voor KiKa georganiseerd en daar is KiKa erg blij mee! KiKa ondersteunt deze acties met informatiepakketjes, brochures, posters, voorlichting en advies. Daarnaast worden er veel spreekbeurten en werkstukken gedaan over KiKa; speciaal hiervoor heeft KiKa een informatiedvd ontwikkeld waarin voorlichting wordt gegeven over KiKa en kanker bij kinderen.
10
jaarverslag 2012
Een greep uit de leuke en inspirerende acties voor KiKa Scootmobielen Bloementoertocht Op 17 april 2012 werd voor de derde keer de Scootmobielen Bloementoertocht gehouden. Actieve deelnemers reden door de Bollenstreek om geld bij elkaar te verzamelen voor KiKa. Hoewel de deelnemers en toeschouwers niet gezegend waren met ‘goed weer’, en het zelfs even regende tijdens de rit, was de uiteindelijke dag en opbrengst wel geslaagd.
Surfend het kanaal over Marco heeft zelf kanker gehad en is sinds 2011 helemaal ‘schoon’ verklaard. Om geld in te zamelen voor KiKa is hij in september 2012 windsurfend één van de drukste scheepvaartroutes ter wereld, Het Kanaal (naar Engeland) overgestoken. De afstand is ongeveer vijftig kilometer. Wat een fantastische actie!
Kindjes knutselen voor KiKa Armando en Romerein hebben wekenlang geknutseld, met kralenplanken, papieren bouwwerken, armbandjes en met klei. Samen mochten ze langs de weg zitten, met op een tafeltje hun creaties uitgestald. Ook verkochten ze koekjes en limonade, voor de dorstige fietsers. Het ging heel goed! Het was een zonnige dag en vrijwel alle mensen die langs kwamen, bleven even staan en kochten wat of maakten een praatje. Iedereen vond het heel erg leuk, die twee kleintjes met hun spullen. En dat het ook nog voor een goed doel was, daar waren heel veel mensen blij verrast door.
jaarverslag 2012
11
Gezamenlijke acties In samenwerking met andere partijen heeft KiKa zelf ook een aantal acties opgezet: KiKa Koekenbakkers Onder leiding van Charly Luske werd, in samenwerking met Honig, op 10 oktober het startschot gegeven voor de KiKa Koekenbakkersactie. Deze keer ging het om de introductie van de Whoopie. Er is door jong en oud weer heel wat afgebakken, versierd en verkocht met het mooie resultaat van ruim € 35.000!
12
jaarverslag 2012
Zevenheuvelenloop De Stichting Zevenheuvelenloop heeft de New York Marathon lopers van KiKa aangeboden om mee te lopen met deze prachtige wedstrijd. Een mooi initiatief na de teleurstelling in New York, waar de marathon werd afgelast omdat de stad was getroffen door de storm Sandy. Een grote groep heeft de Zevenheuvelenloop gelopen voor KiKa!
Acties van KiKa Ook in 2012 heeft KiKa wederom een aantal eigen, vertrouwde activiteiten georganiseerd om fondsen te werven voor onderzoek. Dit waren het KiKa Gala met veiling, extra speciaal dit jaar omdat KiKa tien jaar werd, de KiKa Golfdag, de Avond4Daagse en de Run for KiKa. Het KiKa Gala met veiling 2012 10 jaar KiKa 2002/2012 – Het eerste jubileum van KiKa hebben we op 22 maart gevierd met een tweetal evenementen in Corpus, de educatieve attractie ‘Reis door de mens’. Om vier uur ’s middags werden tweehonderd gasten verrast op een ‘partijtje’ met bijdragen van o.a. Marte Röling, Bibi Duman Tak en de Jazz Juniors, gevolgd door een diner met veiling.
10 jaar 2002-2012
KiKa’s Kunst Collectie
2002-2012 Van bekende nederlanders en ‘hun’ patiëntjes.
22 maart 2012
Veiling En een bijzondere auto collectie!
pagina 29 Kijk vanaf
Een Kunstcollectie gemaakt door BN’ers en patiëntjes samen, met speciale items als tien jaar oude/nieuwe auto’s en een speciaal voor KiKa gesigneerd shirt van Lionel Messi, zorgden voor een recordopbrengst van 495.000 euro. Run for KiKa Er heeft in 2012 weer een aantal mooie Runs for KiKa plaatsgevonden: in Groningen, Spaarnwoude, Rotterdam, Eindhoven en Ede. Run for KiKa is hét hardloopevenement voor jong en oud. Er zijn verschillende afstanden: 5km, 10km en voor kinderen is er een speciale KidsRun van 1km. De Nederlandse loopactiviteiten vielen, mede door slechte weersomstandigheden, wat tegen ten opzichte van het voorgaande jaar. Maar het was nog altijd goed voor ruim 150.000 euro!
Run for KiKa New York Op 1 november stapten we met 155 lopers in het vliegtuig naar New York om de volgende dag de startbewijzen op te halen. Vrijdag de 2e werd er een om nooit te vergeten. Breaking news kwam door: de marathon werd afgelast!
Ondanks eerdere berichten van burgemeester Bloomberg dat het ondanks de penibele omstandigheden door de storm Sandy toch door zou gaan, moest hij buigen voor de stem van de bevolking. En terecht, want ter plekke konden we ervaren dat de situatie extreem was. Maar ja, daar sta je dan met 155 lopers die een jaar hadden getraind en sponsorgeld hadden opgehaald… Snel werd een alternatieve loop voor de zondag georganiseerd en zo kon ook het geplande feestje op de zondagavond doorgaan. Het resultaat was een goed gevoel, en met z’n allen hebben we 600.000 euro opgehaald voor onderzoek naar kinderkanker! En daar ging en gaat het om! In 2013 zijn we weer van de partij! Avond4Daagse Ook in 2012 zijn er tijdens de Avond4Daagse weer heel wat kilometers gelopen voor KiKa. Ruim 17.500 enthousiaste kinderen hebben zich laten sponsoren en hiermee meer dan € 64.250 opgehaald. Voor hun enthousiasme en inzet hebben zij een stoere KiKa-armband ontvangen.
KiKa Golfdag In 2012 vond er weer een succesvolle golfdag plaats. Dit keer waren wij te gast bij Burggolf in Purmerend. Succesvol in zowel opbrengst als het meebeleven van deze dag. Onder perfecte weersomstandigheden werden de deelnemers ook dit jaar weer verrast en verwend. Zo was er een aantal surprise challenges tegen hockeyers, voetballers en golfpro’s. De dag werd afgesloten met een barbecue en veiling. De totale opbrengst van deze dag was maar liefst € 70.000.
jaarverslag 2012
13
5. Vrijwilligers, communicatie en fondsenwerving Vrijwilligers
Communicatie
De ruim 250 vrijwilligers zijn het gezicht van KiKa naar buiten toe.
Dankzij een grote groep vrijwilligers, donateurs, actievoerders en sponsors kan KiKa groot worden en toch klein blijven. Deze groep belanghebbenden is van ongekende waarde voor KiKa! KiKa vindt het erg belangrijk om in deze groep te investeren door middel van goede communicatie. Heldere voorlichting en informatievoorziening staat voorop. Het werk van KiKa is afhankelijk van iedereen die op enige wijze betrokken is bij het werk van KiKa.
De twee bij KiKa werkzame vrijwilligerscoördinatoren informeren vrijwilligers via intranet, via de mail en verder door telefonisch contact. Zij begeleiden vrijwilligers in al hun werkzaamheden en proberen een vraagbaak te zijn voor alle opkomende vragen. Daarnaast biedt KiKa vrijwilligers de mogelijkheid tot het bijwonen van workshops waarin zij vaardigheden krijgen aangereikt die hen kunnen ondersteunen in hun contact naar buiten. In 2012 vierde KiKa haar tienjarig bestaan en dit is ook met de vrijwilligers gevierd op een vrijwilligersdag met een feestelijk tintje in Corpus in Leiden. De vrijwilligers werden uitgebreid geïnformeerd over de ontwikkelingen bij KiKa en gezien het tienjarig bestaan kregen zij een rondleiding in Corpus aangeboden. KiKa hecht aan de warme en nauwe contacten met haar vrijwilligers. Afgelopen jaar zijn er elf nieuwe vrijwilligers aangenomen en tevens werd een aantal mensen op projectmatige basis aangenomen (o.a. voor KiKa Runs). Van twintig mensen werd afscheid genomen; dit betrof natuurlijk verloop. Een overzicht van de acties waarvoor KiKa-vrijwilligers zich hebben ingezet: 1e kwartaal 114 acties 2e kwartaal 188 acties 3e kwartaal 109 acties 4e kwartaal 126 acties Ruim 90% van de aanvragen van de actievoerende partijen is door KiKa blij gemaakt met de komst van een vrijwilliger. Daar is KiKa haar vrijwilligers heel dankbaar voor!
Een goede relatie met alle belanghebbenden staat bij KiKa voorop en KiKa wil voortdurend investeren in goede en heldere voorlichting en informatievoorziening. Dit betreft niet alleen burgers en bedrijven die KiKa financieel steunen – zoals donateurs en sponsoren – maar ook personen en organisaties die (vakinhoudelijk) betrokken zijn bij de doelstellingen van KiKa, zoals wetenschappers, bekende Nederlanders (BN’ers), vrijwilligers, sponsors in natura, verplegend personeel en uiteraard kankerpatiëntjes en hun naaste omgeving. KiKa informeert deze groep belanghebbenden over de activiteiten, bestedingen en resultaten. Deze informatie moet transparant en goed leesbaar zijn voor alle bovengenoemde belanghebbenden. Bij elke vorm van communicatie houdt KiKa hier rekening mee. De belanghebbenden worden geïnformeerd door onder andere nieuwsbrieven, intranet, de website www.kika.nl, informatie-dvd’s, voorlichting etc. Om de communicatie naar alle belanghebbenden van KiKa te laten slagen, speelt een aantal uitgangspunten voor KiKa een belangrijke rol: • Een klantgerichte opstelling: KiKa streeft ernaar binnen 24 uur een persoonlijk antwoord te geven op gestelde vragen. • Adequate en tijdige informatievoorziening: KiKa streeft steeds naar een up-to-date website www.kika.nl, waarop de vele activiteiten die ten behoeve van KiKa worden georganiseerd een prominente plaats krijgen. • Een integere en maatschappelijk verantwoorde benadering: KiKa is trots op eenieder die haar een warm hart toedraagt en is blij met elk ontvangen bedrag. KiKa is er ondanks de recessie in geslaagd de groei vast te houden. Een aanzienlijk aandeel daarvan komt tot stand door het grote aantal acties die belanghebbenden voor KiKa voeren: meer dan 4.300 acties in 2012. Deze doelgroep vormt een belangrijk aandeel in het communicatiebeleid en marketingbeleid van KiKa. KiKa vindt het belangrijk om alle belanghebbenden te inspireren door middel van voorlichting en door gevers zoveel mogelijk te bedanken. Bij bijzondere acties zorgt KiKa ervoor dat directie/bestuur/bekende Nederlanders aanwezig zijn in combinatie met dagbladen of tv, met als doel publiciteit en naamsbekendheid. Het toonaangevende onderzoek over goede doelen, de chari-barometer, geeft de volgende resultaten over 2012: KiKa staat op nummer 4 bij ‘imago’. KiKa staat in de top 10 bij ‘top of mind’ bekendheid. KiKa staat op nummer 1 bij ‘betrouwbaarheid’. En KiKa is wederom de nummer 1 bij het onderdeel ‘meest gewaardeerde doel’. Hier is KiKa heel erg trots op!
14
jaarverslag 2012
Fondsenwerving Direct Mail Al tien jaar zet KiKa Direct Mail succesvol in. KiKa is één van de weinige goede doelen die nog Direct Mail inzet. Jammer genoeg zijn de aantallen beschikbare huuradressen van goede kwaliteit relatief beperkt. Jaarlijks kan KiKa over zo’n 150.000 adressen beschikken die resulteren in zes- à zevenduizend nieuwe incidentele donateurs. Straat- en huis-aan-huiswerving KiKa heeft net als vorig jaar extra uitgaven gedaan om donateurs te werven zodat de opbrengsten van KiKa groeien. Waarom is dat nodig? Omdat er hard gewerkt wordt aan de komst van het Prinses Máxima Centrum. Een onderzoek- en
zorgcentrum voor kinderen met kanker. De huidige zeven centra die door KiKa worden gesteund, zullen samenkomen en samenwerken in dit nieuwe centrum, dat het grootste van Europa wordt. Dit centrum moet er komen om de ambitie van KiKa te kunnen realiseren: 95% genezing in 2025! Door de komst van dit centrum zullen het niveau van onderzoek en de omvang sterk stijgen. Om deze omvang te kunnen realiseren, zal KiKa haar fondsenwerving in de komende vijf jaar minimaal moeten verdubbelen. Dat is ook de reden dat KiKa extra uitgaven doet voor het werven van structurele donateurs. Mensen die bereid zijn om KiKa met een maandelijkse incasso te steunen. Daarom is KiKa gestart met het werven van donateurs via huis-aanhuisacties en via straatwervingsacties. Wervers gekleed in oranje KiKa-jassen, uiteraard met legitimatiebewijs, gaan langs de deuren of spreken bezoekers in supermarkten, warenhuizen of gewoon bij winkelcentra aan of ze geïnteresseerd zijn om KiKa te ondersteunen door donateur te worden. Jaarlijks wil KiKa dertig- à veertigduizend nieuwe structurele donateurs werven. De actie is tot nu toe succesvol gebleken: in 2012 is KiKa gegroeid van 201.000 naar 243.500 donateurs.
jaarverslag 2012
15
6. De toekomst van KiKa en het Prinses Máxima Centrum KiKa is sinds 2011 bezig om versneld te groeien in verband met de komst van het Prinses Máxima Centrum. Door de komst van dit centrum zal het benodigde onderzoeksbudget significant toenemen. En daarmee moet de fondsenwerving van KiKa navenant groeien.
KiKa wil deze additionele groei realiseren door inzet van de volgende middelen: Inspireren Mensen blijven inspireren om acties te houden voor KiKa; deze acties zijn op dit moment de belangrijkste opbrengstenbron. KiKa-acties KiKa blijft zelf acties organiseren. De bestaande acties worden gehandhaafd en opgeschaald, door bijvoorbeeld de Run for KiKa op vijf locaties in Nederland te organiseren. Het KiKa Gala, de KiKa Golfdag en de Avond4Daagse zullen opnieuw plaatsvinden met toevoeging van verrassende elementen. Daarnaast loopt KiKa in 2013 wederom de New York Marathon met honderdvijftig deelnemers. Mailing KiKa blijft Direct Mail doorzetten zolang de responsresultaten goed blijven en er voldoende nieuwe adresbestanden te verkrijgen zijn. Dat laatste is moeilijk, aangezien KiKa vrijwel de enige is die goede resultaten behaalt via Direct Mail. De meeste goede doelen hebben de respons in de afgelopen jaren zien dalen tot beneden 1% en zijn gestopt met Direct Mail. Daardoor is er nog maar weinig vraag naar adresbestanden en zijn veel leveranciers om die reden verdwenen. Communicatie De uitingen die KiKa de komende jaren wil inzetten, zullen afwisselend zijn. Soms richt KiKa zich op het promoten van haar bekendheid, soms op het inspireren van mensen tot het opzetten van een actie voor KiKa. Ten aanzien van het beleid van KiKa zijn vooralsnog geen grote aanpassingen voorzien. Voorlichting Het merendeel van de activiteiten van KiKa bevindt zich aan de marketing- en fondsenwervende kant. Maar zeker gezien de grote interesse voor KiKa vanuit de jeugd, en met het oog op wat de vrijwilligers van KiKa in het veld nodig hebben, besteedt KiKa steeds meer aandacht aan voorlichting. Uiteraard niet als medisch expert. Daar waar het echt de diepte in gaat, verwijst KiKa naar de zeven centra of naar www.kinderkanker.nl. KiKa ontwikkelt en stelt voorlichtingsmateriaal beschikbaar voor basisscholen en voortgezet onderwijs. Dat kan zijn voor een scriptie, opstel, spreekbeurt of lesbespreking. Recent heeft KiKa een dvd opgenomen waarin een vijftienjarige patiënt de twintig meest gestelde en verrassende vragen voorlegt aan Rob Pieters, kinderarts-oncoloog in het Sophia kinderziekenhuis in Rotterdam.
Het Prinses Máxima Centrum Centraal in 2012 stond de definitieve komst van het Prinses Máxima Centrum. De deuren van daarmee het grootste Europese zorg- en onderzoekcentrum zullen naar verwachting eind 2015 opengaan. KiKa zal daarbij een prominente rol spelen. Op de eerste plaats natuurlijk voor een groot deel vanwege de financiering van de onderzoeksprojecten en -programma’s. Maar ook in de transitieperiode 2012-2015, waarin veel voorinvesteringen zullen moeten worden gedaan op het gebied van o.a. apparatuur en infrastructuur voor de onderzoeksafdelingen. KiKa zal een deel van die investering mogelijk maken door middel van een lening en projectfinanciering. KiKa heeft ook haar marketingsupport aangeboden voor de realisatie van de bouw van het Prinses Máxima Centrum. In 2012 is begonnen met het organiseren van een landelijke actie onder de noemer Draag je steentje bij. De actie gaat op 1 maart 2013 van start en loopt acht weken met als hoogtepunt een tv-avond op Ned1. Tal van bekende Nederlanders hebben hun medewerking toegezegd, waaronder Frans Bauer, Erica Terpstra, Andre van Duin en Antoinette Hertsenberg.
Draag e steent e bi tegen kinderkanker
Koop voor € 5,- een steent e en bouw mee aan het Prinses Máxima Centrum Sinds kort ben ik voorman van KiKabouw.nl en daar ben ik erg trots op. Omdat ik mee mag helpen het grootste kinderkankercentrum van Europa te bouwen. Het Prinses Máxima Centrum.
steentjes u koopt, hoe groter uw naam op deze bijzondere muur zal verschijnen. Ook doet u automatisch mee aan een speciale loterij. Ieder steentje heeft een uniek nummer en u maakt kans op een van de vele prijzen.
Kinderen met kanker de beste zorg geven zodat er nog meer kinderen genezen. Dat is de reden van de bouw van het Prinses Máxima Centrum.
Genoeg reden om snel in actie te komen! Koop steentjes op www.kikabouw.nl Alvast heel erg bedankt voor uw steun.
Nu wordt 75% van de kinderen beter en wij willen dat dit 95% wordt. Dat moet ons gaan lukken!
Frans Bauer
Om de bouw voor elkaar te krijgen, is veel geld nodig. Vandaar dat KiKa deze grote actie is gestart waarmee iedereen zijn steentje kan bijdragen aan de bouw.
P.S.: In de App Store en bij Google Play kunt u ook de speciale kikabouw App downloaden.
Een steentje kost maar € 5,- en dan komt uw naam op de Wall of Name in het Prinses Máxima Centrum. Hoe meer
16
jaarverslag 2012
7. Financiën Resultaat 2012 De inkomsten uit giften, donaties, eigen acties en acties in het land zijn in 2012 opnieuw gestegen. KiKa blijft trots en blij met de steun van zovelen! In totaal bedroeg de opbrengst € 15,53 mln. (2011: € 13,23 mln.). De kosten zijn, zoals voorzien en begroot, gestegen ten opzichte van 2011. KiKa splitst de kosten conform de richtlijn van het CBF in vier verschillende categorieën: • kosten voor beheer en administratie • kosten voor fondsenwerving • kosten voor voorlichting • kosten voor doelstelling In 2012 bedroegen de totale kosten voor beheer en administratie en fondsenwerving € 3,96 mln. (2011: € 2,9 mln.). De grootste kostenstijging zit in de fondsenwerving, die samenhangt met noodzakelijke investeringen gericht op groei van het aantal structurele donateurs. Door zowel de mailingen als de straatwerving en huis aan huis-werving voor nieuwe donateurs, stegen de kosten van fondsenwerving tot € 3,8 mln. (2011: € 2,7 mln.). KiKa monitort maandelijks of deze extra investering de verwachte opbrengst oplevert; in 2012 was het resultaat daarvan wederom zeer positief. Ondanks de extra investeringen in de fondsenwervende kosten, liep het resultaat beschikbaar voor de doelstelling in 2012 op tot ca. € 11,6 mln. (2011: € 10,3 mln.). Dit bedrag is volledig beschikbaar voor de doelstelling. In 2012 werd in totaal € 6,5 mln. besteed aan onderzoeken, het overige bedrag wordt toegevoegd aan de bestemmingsreserve. (In 2011 besteed aan de doelstelling: € 6,8 mln.). De bestemmingsreserve wordt gebruikt voor onderzoeksaanvragen in de toekomst. Het boekjaar 2012 is als volgt afgesloten: Totale opbrengst € 15,53 mln. Totale kosten* € 3,97 mln. Resultaat, beschikbaar voor doelstelling € 11,56 mln. *Totale kosten: exclusief de bestedingen aan de doelstelling.
Draag je steentje bij KiKa vecht al tien jaar om de genezing bij kinderen met kanker te verhogen. In die tien jaar is de genezing met 5% gestegen (van 70% naar 75%). Dat is mooi, maar nog niet goed! KiKa wil naar 95% en daar is het Prinses Máxima Centrum voor nodig. Door dit centrum kan veel sneller vooruitgang geboekt worden. Vandaar dat KiKa dit keer een actie organiseert niet voor onderzoek, maar voor de bouw van dat centrum. Dat doet KiKa om het centrum te steunen en omdat binnen de jonge organisatie van het Prinses Máxima Centrum nog geen expertise op het gebied van grootschalige wervingscampagnes beschikbaar is. In 2012 is KiKa gestart met de actie Draag je steentje bij. Hiervoor hebben wij in de voorbereidingsfase reeds bestedingen gedaan die zijn verantwoord als vooruitbetaald. Daarnaast hebben wij van een aantal donateurs reeds fondsen ontvangen die zijn verantwoord als vooruit ontvangen. In 2013 zal de campagne zichtbaar zijn en zullen de opbrengsten binnenstromen. Reserves In de afgelopen jaren heeft KiKa een continuïteitsreserve opgebouwd. Deze continuïteitsreserve is bestemd voor het afwikkelen van de verplichtingen van KiKa bij onverhoopte deconfiture. Het bestuur heeft hiertoe een deel van het vermogen bestemd conform de richtlijn van het CBF in overeenstemming met de richtlijnen van het VFI. Dit is anderhalf maal de kosten van de werkorganisatie. De continuïteitsreserve van KiKa blijft € 2 mln. conform 2011. Het resultaat van KiKa is voor een deel bestemd voor onderzoeksprojecten. Een onderzoek duurt gemiddeld vier jaar; contractueel gaat KiKa deze verplichting bij het begin aan en het geld wordt in de loop van die vier jaar uitbetaald. Gedurende deze periode houdt KiKa het nog niet uitgekeerde bedrag in reserve. Voor zover er nog geen onderzoeksprojecten zijn toegewezen, wordt het resultaat gereserveerd in de zogenaamde bestemmingsreserve, van waaruit KiKa op elk gewenst moment nieuwe onderzoeksprojecten kan toewijzen. De bestemmingsreserve zal worden besteed aan wetenschappelijk onderzoeksprojecten. In dit verband is besloten, dat ook het toekomstige Prinses Máxima Centrum hieruit aanvragen kan indienen voor investering in voor onderzoek essentiële apparatuur en materiaal. Het andere deel van het resultaat heeft KiKa via de bestemmingsreserve bestemd voor het Prinses Máxima Centrum om ervoor te zorgen dat er een goede researchomgeving kan komen. Daarnaast is er een bestemmingsreserve voor onderzoeken die in de nabije toekomst vanuit de huidige centra aangevraagd zullen worden. Deposito’s en beleggingen Vanaf de start heeft KiKa haar liquide middelen steeds als spaargeld en deposito’s aangehouden. Ook in 2012 was dat het geval. Er is een zeer strak liquiditeitsbeleid gevoerd, waarbij overtollige middelen direct op spaarrekeningen zijn geplaatst. Zodoende kon ondanks de lage rentestanden toch ruim € 740.000,aan renteopbrengsten worden geboekt. Zoals al eerder aangegeven, is het Prinses Máxima Centrum voor KiKa essentieel om haar doelstellingen te behalen. Om deze reden is positief gereageerd op een verzoek van het Prinses Máxima Centrum-bestuur om een opstartlening te verstrekken van maximaal € 1 mln. Ook andere belangheb-
jaarverslag 2012
17
bende partijen hebben hiervoor toezeggingen gedaan. De lening, waarvan in 2011 de eerste helft is verstrekt en in 2012 de tweede helft, is verstrekt voor maximaal vier jaar en heeft een achtergesteld karakter. De rente bedraagt 4% op jaarbasis.
€ 16,30 miljoen
Personeelskosten Algemene kosten Fondsenwervings- en communicatiekosten
€ 0,80 miljoen € 0,29 miljoen € 2,07 miljoen
Totale kosten
€ 3,16 miljoen
Resultaat
€ 13,14 miljoen
Financiële Commissie Ter waarborging van een effectief en efficiënt toezicht op de penningmeester is sinds 2011 een Financiële Commissie ingesteld, benoemd door het bestuur. Deze heeft namens het bestuur periodiek overleg (minimaal twee keer per jaar) met een lid van de Raad van Toezicht, portefeuillehouder financiën. De Financiële Commissie rapporteert aan de Raad van Toezicht van KiKa. De taak van de Financiële Commissie is erop toe te zien dat de portefeuillehouder financiën binnen het aan hem verstrekte mandaat opereert, en het kritisch beoordelen van de performance. In overleg met de portefeuillehouder financiën zal de commissie de Raad van Toezicht adviseren inzake het strategisch beleggingsbeleid en eventuele aanpassingen van de beleggingsrichtlijnen.
Resultaat
De Financiële Commissie van KiKa bestaat uit drie personen en is als volgt samengesteld: • een lid van de Raad van Toezicht van KiKa, niet zijnde de portefeuillehouder financiën; deze fungeert als voorzitter. Per 31 december 2012 vervulde Derk Egeler deze taak; • twee onafhankelijke leden, Dennis Raithel, directeur van Bank Ten Cate & Cie. N.V. en Wim Dijkema, onafhankelijk financieel adviseur, vervullen deze taak. Op deze plaats dankt KiKa hen voor de inspanningen ten behoeve van KiKa.
Het resultaat is volledig beschikbaar voor de realisatie van de bouw van het Prinses Máxima Centrum. Kostenratio’s KiKa vindt het belangrijk om de kosten zo laag mogelijk te houden zodat het opgehaalde geld zoveel mogelijk aan projecten kan worden besteed. Om de kosten in de gaten te houden, gebruikt KiKa drie ratio’s conform de richtlijnen van het CBF. Deze ratio’s geven de verhouding weer tussen kosten en opbrengsten.
Beleggingsstatuut In het document waarin de Financiële Commissie is ingesteld is eveneens een beleggingsstatuut vastgesteld. In dit statuut worden de strikte voorwaarden vastgelegd waarbinnen de penningmeester acteert m.b.t. het spreiden van spaargelden en deposito’s over verschillende banken. Daarnaast wordt het mogelijk in goed overleg met de Financiële Commissie, op beperkte schaal en binnen strikte normen gelden te beleggen in triple A-obligaties en duurzame aandelen. Gezien de markten is hier tot op heden geen gebruik van gemaakt. Het statuut is gedeponeerd bij het CBF.
Kosten eigen fondsenwerving als percentage van de totale baten uit eigen fondsenwerving. Het is van belang dat de kosten eigen fondsenwerving, als percentage van de totale baten uit eigen fondsenwerving, gemiddeld over drie jaar maximaal 25% bedragen. KiKa streeft ernaar deze ratio zo laag mogelijk te houden. KiKa heeft er voor gekozen om in 2012 meer kosten te maken om donateurs voor de toekomst te werven. Dit leidt tijdelijk tot een tijdelijk hogere ratio, maar zal de komende jaren extra inkomsten genereren.
Begroting 2013 De begroting 2013 gaat uit van een voortgezet beleid zoals eerder aangegeven. Daarbij zal KiKa opnieuw extra investeren in het werven van nieuwe donateurs om haar basis te vergroten en structureel hogere inkomsten voor de toekomst veilig te stellen. Alleen dan kunnen de ambitieuze doelstellingen, die veelal via het toekomstige Prinses Máxima Centrum zullen worden nagestreefd, worden gerealiseerd. De bedrijfslasten zullen in 2013 licht stijgen als gevolg van minimale personeelsuitbreiding bij de afdeling fondsenwerving en marketing. Het resultaat is geheel beschikbaar voor de doelstelling: voor projecten in de zeven kinderoncologische centra en voor projecten om het Prinses Máxima Centrum van de grond te trekken.
18
Begroting KiKa 2013 Totale opbrengst
jaarverslag 2012
Het resultaat is volledig beschikbaar voor onze doelstelling. Begroting Draag je steentje bij - opbrengst 2013 Totale opbrengst € 6,90 miljoen Fondsenwervings- en communicatiekosten € 1,27 miljoen
Totale baten uit fondsenwerving Totale kosten uit fondsenwerving Dit geeft een ratio van 25,3% (in 2011 21%)
€ 5,63 miljoen
€ 14.754.377,€ 3.740.333,-
Het gemiddelde percentage. over de afgelopen drie jaar is 20,1% 2010 (16%) 2011 (21%) 2012 is (25,3%)
Totaal direct besteed aan doelstelling als percentage van de totale baten. KiKa streeft ernaar om de kosten zo laag mogelijk te houden, zodat het bedrag voor de doelstelling zo hoog mogelijk is. Het beschikbare bedrag wordt direct besteed aan onderzoeksaanvragen dan wel via de bestemmingsreserve voor onderzoeksaanvragen in de toekomst. Direct besteed aan doelstelling: € 6.547.243,Totale baten € 15.528.821,Het direct aan de doelstelling bestede bedrag als percentage van de totale baten geeft een ratio van 42,16%. (2011: 51,74%). Tot en met 2012 heeft KiKa 9 miljoen euro naar de bestemmingsreserve voor het Prinses Máxima Centrum geboekt.
Overzicht 2008 t/m 2012 De kosten eigen fondsenwerving zijn de afgelopen vijf jaar toegenomen vanwege de investering in het werven van donateurs. Gemiddeld blijven wij onder het CBF-percentage (25% over drie jaar). KiKa komt uit op 20,1% over de jaren 2010, 2011 en 2012. De besteding aan de doelstelling is de laatste jaren afgenomen; reden hiervoor is dat wij 9 miljoen euro hebben gereserveerd voor de bestemmingsreserve voor het Prinses Máxima Centrum.
Jaar 2008 2009 2010 2011 2012
Kosten eigen fondsenwerving als percentage van de totale baten uit eigen fondsenwerving
Totaal direct besteed aan doelstelling als percentage van de totale baten
Kosten beheer en administratie als percentage van de totale lasten
6,71% 48,18% 0,91% 9,00% 96,13% 1,52% 16,29% 84,76% 1,63% 21,32% 51,74% 1,56% 25,36% 42,16% 1,38%
jaarverslag 2012
19
8. Bedrijfsvoering KiKa is een kleine organisatie. Naast het onbezoldigde bestuur zijn er de directeur en veertien medewerkers (10,3 FTE). Deze medewerkers voeren de volgende werkzaamheden uit: personeelszaken, financiële administratie, overige administratie, onderzoeken/medisch secretariaat, informatie & services, vrijwilligerscoördinatie en fondsenwerving/marketing/communicatie. Binnen het team van KiKa wordt gewerkt met duidelijke werkwijzen waarin tevens de bevoegdheden en verantwoordelijkheden duidelijk zijn. Hierdoor is de interne controle goed te waarborgen. De werkwijzen zijn meetbaar en deze worden tijdig geëvalueerd en indien nodig aangepast. KiKa wil groot worden door klein te blijven. Veel werkzaamheden worden onbezoldigd uitgevoerd door vrijwilligers, zodat KiKa in staat is met een klein personeelsbestand de bovenstaande werkzaamheden uit te voeren. KiKa werkt klantgericht, adequaat en zorgt voor informatievoorziening op maat. KiKa benadert haar relaties persoonlijk en staat dichtbij de mensen. KiKa werkt met een klachtenregeling en klachtenregistratie. De klachten worden afgehandeld en bepaald wordt welke maatregelen er getroffen dienen te worden. Dit is tevens elk kwartaal een punt van aandacht in de bestuursvergadering. In 2012 zijn er bij KiKa drie gegronde klachten binnengekomen, waarbij telkens maatregelen zijn getroffen om dit in de toekomst te voorkomen.
20
jaarverslag 2012
9. Informatie met betrekking tot directie en bestuur De bestuurders zijn onbezoldigd. De dagelijkse leiding is
door het bestuur gedelegeerd aan de algemeen directeur, Frits Hirschstein. Bij de benoeming van bestuursleden speelt een evenwichtige spreiding van gewenste disciplines – gezondheidszorg, wetenschap, marketing, bedrijfsleven en financiën – een belangrijke rol. De leden dienen te beschikken over algemene bestuurlijke kwaliteiten en moeten affiniteit hebben met de doelstelling van KiKa. Ook wordt er op toegezien dat er geen sprake is van persoonlijke relaties met de directie. In 2012 hebben belangrijke bestuurlijke wijzigingen plaatsgevonden. Na tien jaar intensieve betrokkenheid hebben Herman de Haan, Vincent Pijpers en Arnoud de Roij van Zuijdewijn afscheid genomen. Alle drie wegens het passeren van de door de commissie-Wijffels genoemde maximumtermijn voor een bestuurlijke functie in een charitatieve organisatie. KiKa is alle drie de vertrekkende bestuursleden zeer erkentelijk voor hun grote inzet en toewijding. Zij hebben een belangrijke bijdrage geleverd en het fundament helpen leggen onder het succesvolle KiKa van vandaag. Het bestuur heeft in 2012 de voorbereidingen getroffen om te komen tot een andere vorm van toezicht voor KiKa. Door het succes van KiKa is haar maatschappelijke verantwoordelijkheid nu dermate groot dat een andere organisatievorm gewenst is. Tot nu toe had het bestuur vanaf de beginfase van KiKa een grote operationele betrokkenheid. Nu KiKa een aanzienlijk en gerenommeerd fonds is, hechten wij aan een toezichtvorm met een scheiding tussen uitvoering en toezicht. Om die reden is gekozen voor een Raad van Toezichtmodel. Onder begeleiding van notaris zijn in 2013 de nodige statutaire aanpassingen doorgevoerd en worden ook de diverse reglementen aangepast. Deze staan alle binnenkort op de website van KiKa en zijn vrij toegankelijk. Daarnaast zijn in 2012 voorbereidingen getroffen voor een fusie met het Tom Voûte Fonds, dat zich primair richt op de werving van nalatenschappen en periodieke giften. Met het oog op de continuïteit en het vergrote speelveld door de komst van het Prinses Máxima Centrum en de integratie met het Tom Voûte Fonds, is gekozen om een zakelijk directeur aan te stellen. Deze zal in een collegiale verantwoordelijkheid samenwerken met oprichter/directeur Frits Hirschstein, die in functie blijft zoals voorheen. Per 1 maart 2013 treedt Jaap Hülsmann in functie.
Per eind 2012 was het bestuur als volgt samengesteld: • Anton Berns, bestuurslid en mede verantwoordelijk voor medische zaken sinds mei 2012 • Derk Egeler, bestuurslid en secretaris sinds oktober 2004 • Pieter ter Kuile, bestuurslid en penningmeester sinds 2012 • Jaap Maljers, bestuurslid en voorzitter sinds december 2009 • Arnoud de Roij van Zuijdewijn, bestuurslid en penningmeester sinds mei 2002, afgetreden in 2012 • Jan Schornagel, bestuurslid en mede verantwoordelijk voor medische zaken sinds november 2008
Geen van de bestuursleden bekleedt relevante nevenfuncties.
Bestuursleden van KiKa worden steeds benoemd voor een termijn van vier jaar met een maximum van twee termijnen.
Het bestuur van KiKa onderschrijft de drie algemene principes van de Code Goed Bestuur voor Goede Doelen. Deze code, sinds 1 juli 2008 van kracht, is door het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) vastgelegd, in samenwerking met de commissie-Wijffels. De uitgangspunten van deze code zijn:
I. Onderscheid tussen de functies toezicht houden, besturen en uitvoeren.
II. Optimalisatie van de effectiviteit en efficiency van besteding. III. Optimalisatie van de omgang met belanghebbenden.
Het bestuur heeft in 2012 vier keer vergaderd met de directeur. Tijdens deze vergaderingen zijn de fondsenwervende activiteiten, financiële resultaten en mogelijke risico’s besproken. Ook is gesproken over de stand van zaken met betrekking tot lopende onderzoeken. Het bestuur heeft in totaal acht ingediende onderzoeksaanvragen goedgekeurd. Dit na een zorgvuldige voorafgaande beoordeling door onafhankelijke, internationale deskundigen. Dit alles in het kader van goed bestuur en toezicht op het gevoerde beleid en op de algemene gang van zaken. Ook staat het bestuur de algemeen directeur en medewerkers desgewenst terzijde met advies. Ook in 2012 is het bestuur naast de reguliere bestuursvergaderingen gedurende het jaar in verschillende samenstellingen bijeengekomen om uitgebreid
stil te staan bij de komst van het Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie. Zeer verheugend is de bundeling van krachten tussen het Tom Voûte Fonds (het voormalige SKK) en KiKa. Eind 2012 zijn de beide besturen tot principeovereenstemming gekomen om de activiteiten en financiële middelen samen te voegen. Het merk ‘Tom Voûte’ zal blijven voortleven als het merk, met name voor erfenissen en legaten, ‘endorsed’ door KiKa. Als gevolg van de fusie die met terugwerkende kracht per 1 januari 2013 is geëffectueerd, is Monique Maarsen toegetreden tot de KiKa Raad van Toezicht. Wij verwelkomen haar van harte! De conclusie is gerechtvaardigd dat KiKa wederom een uiterst succesvol jaar heeft gekend, waarin veel is bereikt. Net als in voorgaande jaren is dit opnieuw een extra stimulans om door te gaan op de ingeslagen weg. Het bestuur dankt directie, medewerkers, vrijwilligers en alle andere betrokkenen voor de grote inzet. Stichting Kinderen Kankervrij Namens bestuur, Frits Hirschstein en namens Raad van Toezicht, Jaap Maljers, Derk Egeler, Pieter ter Kuile, Jan Schornagel, Ton Berns
jaarverslag 2012
21
Bijlage I Afgeronde onderzoeken in 2011 16 - Moleculaire determinanten van juveniele myelomonocytische leukemie en myelodysplastisch syndroom Centrum: Erasmus MC - Sophia Kinderziekenhuis Projectleider: Dr. M.M. van den Heuvel-Eibrink Startjaar: 2007 Looptijd: drie jaar Afgerond in: 2011 Bijdrage KiKa: € 393.500 Juveniele myelomonocytaire leukemie (JMML) en myelodysplastisch syndroom (MDS) zijn zeer zeldzame kwaadaardige bloedziekten op kinderleeftijd. In beide gevallen gaat het om een ziekte van de bloedvormende stamcel in het beenmerg. Momenteel is een beenmergtransplantatie de enige behandeling die tot genezing leidt. Zelfs met deze zware behandeling overlijdt nog steeds de helft van de kinderen. Daarom is er grote behoefte aan nieuwe medicijnen. Dit onderzoek heeft zich gericht op het krijgen van een beter inzicht in de ontstaanswijze van beide ziektebeelden, wat op termijn zou kunnen leiden tot de ontwikkeling van nieuwe medicijnen. Afwijkingen in het DNA komen frequent voor bij MDS. Naast bestaande afwijkingen zijn er nieuwe afwijkingen in het DNA gevonden. De stukjes DNA waarin deze afwijkingen gelegen zijn, coderen voor bepaalde eiwitten. Deze eiwitten spelen een belangrijke rol bij het ontstaan van MDS. De gevonden DNA-afwijkingen verschillen van de DNA-afwijkingen in volwassenen waarvan bekend is dat ze een rol spelen bij het ontstaan van MDS. Ook in JMML is onderzoek gedaan naar DNA-afwijkingen. Er zijn geen nieuwe DNA-afwijkingen gevonden, maar er is wel aangetoond dat het eiwit WT1 in grote hoeveelheid voorkomt in JMML-patiënten. Aanvullend onderzoek is noodzakelijk om te inventariseren of een subgroep van deze patiënten, namelijk die met een grote hoeveelheid van dit eiwit, baat kan hebben bij een behandeling waarbij het eiwit geremd wordt. Deze behandeling wordt al bij andere vormen van leukemie in experimentele fases uitgevoerd.
22
jaarverslag 2012
60 - Is een online groepscursus ter ondersteuning van kinderen met kanker haalbaar en effectief? Centrum: Emma Kinderziekenhuis/Academisch Medisch Centrum Amsterdam Projectleiders: Prof. dr. H.N. Caron/Dr. M.A. Grootenhuis Startjaar: 2009 Looptijd: een jaar Afgerond in: Juli 2011 Bijdrage KiKa: € 75.000 Het onderzoek naar de cursus heeft tien maanden in beslag genomen. De in totaal twaalf cursisten werd gevraagd drie vragenlijsten in te vullen: een tijdens de aanmeldprocedure, een tijdens de cursus en een direct na afloop van de cursus. De cursisten waren zeer gemotiveerd en tijdens de cursus is geen enkele cursist afgehaakt. De reacties op de cursus van zowel cursisten als cursusleiders waren overwegend positief. Cursisten gaven de cursus een gemiddeld rapportcijfer van 8,2. De belangrijkste uitkomst is dat het online aanbieden van de cursus aan jongeren die behandeld zijn voor kanker, zeer goed haalbaar is. Ook de deelname van jongeren van verschillende kinderoncologische centra bleek succesvol. Centrumoverstijgend werken middels een online aanbod bleek goed haalbaar in de praktijk. Uit dit onderzoek bleek echter wel dat er tijdgebrek was binnen de sessies. De cursisten gaven aan dat er binnen de cursus meer tijd had moeten zijn voor een aantal onderwerpen uit het programma. Vooral de late effecten van (de behandeling van) kanker, pesten en schelden met kanker en ‘mijn verhaal’ kwamen tijdens de pilotcursussen niet altijd voldoende aan bod. Door uitbreiding van de cursus van zes naar acht bijeenkomsten is meer ruimte gecreëerd om deze onderwerpen voldoende te kunnen behandelen. Om het effect van de cursus definitief vast te kunnen stellen, zijn langere follow-up metingen en een controlegroep nodig.
61 - Welke biologische processen spelen een rol bij neuroblastoom tumorgroei? Centrum: Emma Kinderziekenhuis/Academisch Medisch Centrum Amsterdam Projectleiders: Prof. dr. H.N. Caron/Dr. G.A.M. Tytgat Startjaar: 2010 Looptijd: een jaar Afgerond in: Juli 2011 Bijdrage KiKa: € 87.894 Er is onderzocht of er een verband bestaat tussen patronen in de uitgezaaide neuroblastoomcellen en een aantal variabelen zoals leeftijd en de aanwezigheid van genetische afwijkingen. Om deze patronen in beeld te brengen, is er gebruik gemaakt van scans met metaiodobenzylguanidine (MIBG). In dit onderzoek zijn er vijftig diagnostische MIBG-scans bekeken van patiënten met een neuroblastoom met uitzaaiingen. Er leken twee patronen van uitzaaiingen te bestaan. Patroon 1: de tumorcellen blijven in het weefsel en er zijn weinig uitgezaaide tumorcellen. Patroon 2: er zijn veel uitgezaaide tumorcellen die naar omliggende weefsels groeien. Na correlatie met klinische en biologische factoren bleken deze patronen samen te hangen met een belangrijke genetische afwijking (MYCN amplificatie). Patiënten met deze afwijking hebben een slechte prognose. Van de patiënten met het focale en minder uitgebreide patroon (patroon 1) had 75% deze genetische afwijking, in tegenstelling tot 30% van de patiënten met het diffuse en uitgebreide patroon (patroon 2). Tot nu toe is er in de literatuur niets bekend over wat deze twee patronen kan verklaren. Het is dan ook belangrijk dat deze twee patronen worden bevestigd in een tweede, grotere patiëntengroep. Bovendien is het belangrijk om te onderzoeken wat de onderliggende biologie is van deze twee patronen, zodat er kandidaat-genen gevonden kunnen worden die aanknopingspunt voor nieuwe therapie kunnen zijn. De vraagstellingen zijn in een nieuwe projectaanvraag verwerkt. Deze projectaanvraag is in 2011 door KiKa goedgekeurd (onderzoek 102).
Bijlage II Goedgekeurde onderzoeken in 2011 69 - De ontwikkeling van modelsystemen voor het bestuderen van hersenstamtumoren Centrum: VU Medisch Centrum Amsterdam Projectleiders: Dr. D. Amsen Dr. J. van Nes Prof. dr. R. Versteeg Looptijd: drie jaar Bijdrage KiKa: € 269.500 Een hersenstamtumor (diffuus intrinsiek ponsglioom) is een zeer agressieve tumor met een zeer slechte prognose. Het doel van dit project is om modelsystemen, zoals cellijnen en diermodellen, voor deze vorm van kinderkanker te ontwikkelen. Dit is essentieel om de onderliggende processen die leiden tot deze hersenstamtumor, te kunnen bestuderen en nieuwe medicijnen en behandelmethoden te kunnen testen. Voor het opzetten van de modelsystemen wordt tumormateriaal van patiënten direct in het laboratorium in kweek gebracht. Vervolgens wordt dit materiaal in de hersenstam van muizen ingespoten om een natuurgetrouwe hersenstamtumor na te bootsen.
jaarverslag 2012
23
78 - Kennis, attitude en praktijk over het behoud van vruchtbaarheid van meisjes en jonge vrouwen met kanker Centrum: VU Medisch Centrum Amsterdam/WillemAlexander Kinder- en Jeugdcentrum Leiden Projectleiders: Dr. M.H. van den Berg Dr. E. Dulmen-den Broeder Dr. C. Hilders Dr. M. ter Kuile Looptijd: een jaar Bijdrage KiKa: € 34.431 Overlevenden van kanker kunnen op latere leeftijd te maken krijgen met verschillende late effecten, veroorzaakt door hun vroegere behandeling. Eén van deze late effecten is een verminderde vruchtbaarheid bij vrouwen. Door middel van een vragenlijstonderzoek onder alle behandelend artsen van jonge meisjes en vrouwen met kanker in Nederland, zal worden nagegaan welke factoren een rol spelen bij het wel of niet bespreekbaar maken van het onderwerp vruchtbaarheid. Daarnaast zal onderzocht worden welke informatie beschikbaar is voor behandelend artsen en patiënten en aan welke informatie er behoefte is. Het doel van dit onderzoek is om tot duidelijke en up-to-date informatie te komen over de (on)mogelijkheden om de vruchtbaarheid van vrouwen met kanker zoveel mogelijk te behouden. Daarnaast moet de drempel voor een vruchtbaarheidbeschermende behandeling zo laag mogelijk worden.
24
jaarverslag 2012
81 - Onderzoek naar late effecten van de behandeling van schildklierkanker Centrum: UMC Groningen Koningin Beatrix Kinder kliniek Projectleiders: Drs. G. Bocca Prof. dr. T.P. Links Dr. W.J.E. Tissing Looptijd: vier jaar Bijdrage KiKa: € 387.495 Een gedifferentieerde schildkliertumor wordt behandeld door het langdurig onderdrukken van een bepaald hormoon, TSH (thyroïd-stimulerend hormoon) met behulp van jodiumbehandelingen. Gegevens over de schadelijke effecten van deze behandeling en de kwaliteit van leven zijn zeer beperkt. Dit onderzoek moet daar verandering in brengen. Alle kinderen met deze tumor waarbij de ziekte tussen 1980 en 2009 is geconstateerd, zullen worden benaderd. Bij deze kinderen zal het volgende onderzocht worden: gewicht, lengte, bloed, zaadcellen, hart- en vaat-risicoparameters, botdichtheid, speekselproductie en kwaliteit van leven gerelateerde vragenlijsten. In dit project worden daarnaast de chirurgische behandeling en eventuele complicaties, de jodiumbehandelingen en de chirurgische re-operaties bestudeerd. Ook zal er informatie over de patiënten worden verzameld van lange tijd na de behandeling. Tenslotte worden ook DNA-afwijkingen bepaald.
86 - Het herstellen van vruchtbaarheid van overlevenden van kinderkanker; transplantatie van voorloper zaadcellen in de mens Centrum: Emma Kinderziekenhuis/Academisch Medisch Centrum Amsterdam Projectleiders: Dr. A.M.M. van Pelt Prof. dr. S. Repping Looptijd: twee jaar Bijdrage KiKa: € 585.442 Nu een groot deel van de kinderen met kanker geneest, worden steeds meer mannen die als jongen zijn behandeld voor kanker, geconfronteerd met de bijwerkingen van de chemotherapie. Een van deze bijwerkingen is onvruchtbaarheid die ontstaat doordat de chemotherapie niet alleen effectief de kankercellen heeft gedood, maar ook de spermatogoniale stamcellen. Dit zijn cellen die zich kunnen ontwikkelen tot zaadcellen en worden ook wel voorlopercellen van de zaadcellen genoemd. Voor deze onvruchtbaarheid bestaat geen behandeling. Een mogelijke oplossing voor deze jongens is het wegnemen van een klein stukje weefsel voorafgaand aan de chemotherapie, het in kweek vermeerderen van de voorlopercellen uit dit weefsel en vervolgens het terugplaatsen van deze voorlopercellen. In diermodellen is aangetoond dat hiermee de vruchtbaarheid hersteld kan worden. In dit onderzoeksproject worden de volgende en laatste stappen gezet om deze techniek klaar te maken voor toepassing in de mens.
87 - Beeldvorming van het hele lichaam met MRI-scan voor het bepalen van uitbreiding van de ziekte en respons op behandeling bij kinderen met Hodgkin lymfoom Centrum: Wilhelmina Kinderziekenhuis Utrecht Projectleiders: Dr. M.B. Bierings Dr. R.A.J. Nievelstein Looptijd: drie jaar Bijdrage KiKa: € 483.408 Om de uitbreiding (stagering) en de respons op therapie (restagering) van een Hodgkin lymfoom te bepalen, moet er een afbeelding van het hele lichaam worden gemaakt. De resultaten hiervan kunnen invloed hebben op de keuze van behandeling en inschatting van de prognose. Een nadeel van de twee bestaande methodes is dat ze gepaard gaan met een significante hoeveelheid ioniserende straling en daarmee het risico op secundaire tumoren vergroten. Met een nieuwe techniek, een magnetic resonance imaging (MRI) scan is het nu mogelijk tumoren in beeld te brengen en tijdens therapie te volgen. Een MRI-scan is een radiologische techniek waarmee beeldvorming van het gehele lichaam in één enkel onderzoek mogelijk is zonder gebruik te maken van ioniserende straling. Deze methode zou een geschikt alternatief kunnen zijn voor de andere twee methodes bij de stagering van Hodgkin lymfomen. In dit project wordt de nauwkeurigheid van de MRI-scan van het hele lichaam voor de stagering en restagering van Hodgkin lymfomen bij kinderen ten opzichte van de twee bestaande methodes onderzocht.
jaarverslag 2012
25
26
90 - Naar een betere overleving en een betere kwaliteit van leven voor overlevenden van medulloblastoom Centrum: Emma Kinderziekenhuis/Academisch Medisch Centrum Amsterdam Projectleiders: Prof. dr. H.N. Caron Prof. dr. R. Versteeg Looptijd: vier jaar Bijdrage KiKa: € 977.146
91 - Karakterisering van genetische afwijkingen in laaggradige glioneuronale tumoren bij kinderen Centrum: Emma Kinderziekenhuis/Academisch Medisch Centrum Amsterdam Projectleiders: Dr. E. Aronica Dr. A.Y.N. Schouten-Van Meeteren Looptijd: vier jaar Bijdrage KiKa: € 261.979
Het medulloblastoom is de meest voorkomende kwaadaardige hersentumor bij kinderen. De overlevingskansen zijn de laatste jaren toegenomen, maar de behandeling is zwaar en heeft vaak bijwerkingen. Om nieuwe en betere geneesmiddelen te vinden voor kinderen met een medulloblastoom, is het noodzakelijk om beter inzicht te krijgen in de biologische processen van deze hersentumoren en de DNA-afwijkingen en eiwitten te identificeren die daarin een belangrijke rol spelen. Het is daarnaast belangrijk om te weten welke therapie het beste bij welke patiënt past. Recente ontwikkelingen hebben het mogelijk gemaakt om alle afwijkingen in DNA en RNA van een tumor in kaart te brengen. Dit soort analyses genereert echter zo veel data, dat geavanceerde analysemethodes nodig zijn om een goed beeld te krijgen van wat er mis is in een tumor. Hiertoe is bioinformatica software ontwikkeld waarmee alle data geïntegreerd en geanalyseerd kunnen worden in combinatie met alle klinische data van patiënten. Een grote groep medulloblastomen uit diverse Europese landen zal op deze manier geanalyseerd worden. De hoop is dat deze geïntegreerde aanpak niet alleen leidt tot meer inzicht in medulloblastoom, maar vooral ook tot meerdere vervolgstudies om de rol van bepaalde genen en/of signaalroutes in medulloblastoom verder uit te zoeken.
Glioneuronale tumoren zijn tumoren bij kinderen met medisch onbehandelbare epilepsie. Het zijn goedaardige tumoren die bestaan uit een mix van zenuwondersteunende cellen en zenuwcellen. Er is weinig bekend over de genetische eigenschappen van deze tumoren. Het doel van dit onderzoek is om chromosomale afwijkingen bij een grote serie van glioneuronale tumoren te identificeren en de potentiële klinische waarde te beoordelen. Kennis van de genetische eigenschappen van deze tumoren kan bijdragen aan het verkrijgen van meer inzicht in tumorgedrag en in het proces dat leidt tot het ontstaan van de tumor en epilepsie. Door de biologische karakteristieken te onderzoeken in relatie tot de klinische gegevens, kunnen diagnostiek en therapie in glioneuronale tumoren bij kinderen geclassificeerd worden op basis van een klinisch-biologisch risicoprofiel.
jaarverslag 2012
94 - Identificatie van nieuwe aangrijpingspunten voor een betere behandeling van kinderen met een medulloblastoom Centrum: UMC Groningen Koningin Beatrix Kinderkliniek Projectleiders: Prof. dr. E.S.J.M. de Bont Dr. S.L.A. Plasschaert Looptijd: vier jaar Bijdrage KiKa: € 517.645 Het is bekend dat er in tumorcellen ingewikkelde netwerken aanwezig zijn, bestaande uit verschillende eiwitten, die de groei van de tumor bevorderen. Deze netwerken communiceren met elkaar via signaalroutes. Doel van dit project is om de activiteit van signaalroutes in een grote groep medulloblastomen in kaart te brengen. De signaalroutes die belangrijk blijken te zijn, zullen gedetailleerder worden bestudeerd met andere onderzoekstechnieken. Vervolgens wordt er gekeken naar het verband tussen de signaalroutes, patiëntkarakteristieken, prognose en biologische kenmerken. In het laboratorium zal bestudeerd worden of bepaalde remmers gebruikt kunnen worden om de medulloblastoomcellen te doden. Met dit onderzoek hopen we medulloblastomen effectiever te kunnen behandelen met gerichte therapie, zodat de gezonde cellen niet worden beschadigd.
95 - Gebruik van navelstrengbloed voor stamceltransplantatie en anti-leukemie activiteit Centrum: Wilhelmina Kinderziekenhuis Utrecht Projectleiders: Dr. J.J. Boelens Dr. S. Nierkens Looptijd: vier jaar Bijdrage KiKa: € 620.941 Stamceltransplantatie is een veelbelovende therapie waarbij het zieke afweersysteem van de kinderen wordt vervangen door getransplanteerde stamcellen die uitrijpen tot een nieuw en gezond afweersysteem. Stamcellen kunnen worden gezuiverd uit beenmerg en bloed van gezonde vrijwilligers. Daarnaast kunnen de stamcellen uit navelstrengbloed worden gezuiverd. Om terugkerende kankercellen aan te vallen, moeten de stamcellen na transplantatie snel gaan delen en zich gaan ontwikkelen tot cellen die specifiek kankercellen kunnen aanvallen, de zogenaamde cytotoxische witte bloedcellen. Hiervoor zijn weer andere cellen nodig, dendritische cellen (DC’s), die stukjes van de kankercellen presenteren, en instructies geven voor het aanmaken van grote legers kanker-specifieke cytotoxische witte bloedcellen. Het doel van dit onderzoek is om grote hoeveelheden kwalitatief goede DC’s uit navelstrengbloed te kweken. Daarnaast wordt er onderzocht hoe de DC’s geactiveerd kunnen worden zodat ze een sterke reactie tegen kankercellen teweegbrengen.
jaarverslag 2012
27
97 - Het in kaart brengen van het volledige DNA van 100 neuroblastoom tumoren Centrum: Emma Kinderziekenhuis/Academisch Medisch Centrum Amsterdam Projectleiders: Prof. dr. R. Versteeg Looptijd: een jaar Bijdrage KiKa: € 589.659 Het is grotendeels nog onbekend welke genen er veranderd zijn in het onwillekeurige zenuwstelsel en daardoor een neuroblastoom veroorzaken. Tot voor kort was het namelijk niet mogelijk om alle veranderingen in het DNA te onderzoeken. Er is in de afgelopen jaren ontzettend veel technische vooruitgang geboekt, waardoor het nu mogelijk is om de volledige DNA-code in kaart te brengen. Deze ontwikkelingen betekenen een revolutie voor het onderzoek. Het brengt ons een stap dichterbij een gepersonaliseerde behandeling. In de toekomst moet het mogelijk worden om aan de hand van het DNA-profiel van een patiënt de meest geschikte behandeling te kiezen. In dit project zal de volledige DNA-code ontcijferd worden van 100 neuroblastomen. Daarmee zullen we alle veranderingen in het DNA van de neuroblastoomcellen leren kennen. Zo hopen de onderzoekers de genen en eiwitten te kunnen vaststellen die een rol spelen bij het ontstaan van neuroblastoom tumoren. Dit kan misschien helpen bij het ontwikkelen van nieuwe therapieën.
28
jaarverslag 2012
98 – DNA-onderzoek om de diagnostisering en behandeling van retinoblastoom te verbeteren Centrum: VU Medisch Centrum Amsterdam /NKI Projectleiders: Dr. J. Cloos Dr. J.C. Dorsman Dr. A.C. Moll Prof. dr. H. te Riele Looptijd: drie jaar Bijdrage KiKa: € 558.405 Retinoblastoom (Rb) is de meest voorkomende kwaadaardige oogtumor bij kinderen en manifesteert zich meestal op de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Retinoblastoom kan zowel erfelijk (40%), als niet-erfelijk (60%) zijn. Het doel van dit project is nieuwe eiwitten te ontdekken die een rol spelen bij het ontstaan van retinoblastoom. Daarnaast wordt er onderzocht in welke eigenschappen erfelijke en nieterfelijke tumoren van elkaar verschillen. Voor deze karakterisering wordt er gebruik gemaakt van geavanceerde technieken die zowel DNA- als RNA-veranderingen zeer gedetailleerd in kaart kunnen brengen. Om de kans te vergroten dat de meest belangrijke eiwitten geïdentificeerd worden, zullen de DNA- en RNA-analyses van humane tumoren vergeleken worden met die van de muis. Deze aanpak heeft zijn nut al bewezen: specifieke DNA- en RNA-veranderingen die zowel bij de mens als de muis voorkomen, zijn waarschijnlijk essentieel voor het ontstaan van retinoblastoom. Er zal ook gericht worden gezocht naar retinoblastoom typerende eiwitten die geschikt zijn als doelwit voor therapie. Deze eiwitten kunnen in vervolgprojecten in detail bestudeerd worden.
99 - Het verminderen van bijwerkingen van het medicijn Dexamethason in kinderen met acute lymfatische leukemie Centrum: Erasmus MC - Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam Projectleiders: Dr. E.L.T. van den Akker Dr. M.M. van den Heuvel-Eibrink Looptijd: vier jaar Bijdrage KiKa: € 391.050 Het medicijn Dexamethason dat gebruikt wordt voor de behandeling van kinderen met acute lymfatische leukemie (ALL) is heel krachtig in het doden van kankercellen, maar heeft helaas ernstige bijwerkingen. De meest vervelende bijwerkingen zijn stemmingswisselingen, gedragsproblemen, eetstoornissen, gewichtstoename en slaapstoornissen. Soms zijn de bijwerkingen zelfs zo ernstig dat de behandeling gestopt moet worden, wat de kans op genezing van ALL kleiner maakt. Dexamethason onderdrukt de productie van het lichaamseigen stresshormoon cortisol. Het tekort aan dit hormoon zou een oorzaak kunnen zijn voor de ernstige bijwerkingen en is gemakkelijk op te lossen door een natuurlijk dosis van het hormoon in de vorm van een medicijn te geven. In dit project wordt er onderzocht of het medicijn Dexamethason nog net zo goed werkt wanneer we het hormoon toevoegen aan de behandeling. Daarnaast wordt er uitgezocht welke biologische factoren bepalend zijn voor het al of niet optreden en de ernst van de bijwerkingen. Het doel van dit onderzoek is de ernstige bijwerkingen van Dexamethason te verminderen, waardoor de kinderen die hiermee behandeld worden een betere kwaliteit van leven krijgen. Wanneer er minder vaak bijwerkingen optreden, hoeft de behandeling met Dexamethason ook minder vaak aangepast te worden, waardoor de kans op genezing toeneemt.
102 - Het verkrijgen van inzicht in patronen van uitzaaiingen en tumorgroei van neuroblastomen met behulp van MIBG-scans Centrum: Emma Kinderziekenhuis/Academisch Medisch Centrum Amsterdam Projectleiders: Prof. dr. H.N. Caron Dr. G.A.M. Tytgat Looptijd: drie jaar Bijdrage KiKa: € 194.527 Er zijn verschillende factoren die invloed hebben op de uitkomst van de ziekte neuroblastoom. Het wel of niet aanwezig zijn van uitzaaiingen is daar één van. De helft van de patiënten heeft al uitzaaiingen op het moment dat de ziekte wordt vastgesteld en het is niet mogelijk om te voorspellen wie van hen het overleeft. Er bestaan binnen deze groep patiënten mogelijk subgroepen die verschillende patronen van uitzaaiingen hebben. De tumoren in deze subgroepen zijn waarschijnlijk zo verschillend dat ze eigenlijk ieder hun eigen behandeling nodig zouden hebben om de uitkomst van de ziekte te verbeteren. Een tweede factor die invloed heeft op de uitkomst van de ziekte is de aanwezigheid van een afwijking in een bepaald stukje DNA, namelijk het stukje DNA dat voor het MYCN eiwit codeert. Vooral bij patiënten met uitzaaiingen is dit een belangrijke factor die de uitkomst van de ziekte helpt te voorspellen. In een eenjarig, door KiKa gesteund project is de tumorgroei en het uitzaaiingspatroon van vijftig neuroblastoompatiënten onderzocht. Hieruit bleek dat er twee patronen van uitzaaiingen bestaan die sterk samenhangen met de aanwezigheid van de DNA-afwijking. Deze patronen en de onderliggende mechanismen zijn nog nooit eerder beschreven. Het doel van dit onderzoek is om meer inzicht te krijgen in patronen van uitzaaiingen en tumorgroei van neuroblastomen. De resultaten uit het eenjarige project zullen uitgebreid en bevestigd worden door het in beeld brengen van de tumoren van twee grotere groepen neuroblastoompatiënten met behulp van MIBGscans. Daarnaast wordt er gezocht naar DNA-afwijkingen die een belangrijke rol spelen bij het ontstaan van deze verschillende uitzaaiingspatronen.
jaarverslag 2012
29
Bijlage I
2. Nieuwe medicijnen
Goedgekeurde onderzoeken in 2012 1. Nieuwe behandelingen 111 - Diagnose van retinoblastoom tumoren met behulp van de beeldvormende technieken MRI en OCT Centrum: VU Medisch Centrum Amsterdam Projectleiders: Dr. J.F. de Boer Dr. P. de Graaf Dr. A.C. Moll Looptijd: twee jaar Bijdrage KiKa: € 266.605 Retinoblastoom is een kwaadaardige tumor van het netvlies bij kinderen. Gemiddeld worden er in Nederland twaalf kinderen per jaar gediagnosticeerd met retinoblastoom. Het is vaak moeilijk om nieuwe tumortjes vroeg op te sporen of om te bepalen of een tumor nog vitaal tumorweefsel bevat of niet. Het dilemma is dan of er aanvullende therapie moet worden gegeven, met alle schadelijke (latere) effecten van dien, zoals zichtverlies en een verhoogde kans op tweede primaire tumoren. Er bestaan verschillende methodes om een retinoblastoom en eventueel nieuwe tumortjes in beeld te brengen. Met Optical Coherence Tomography (OCT) kan een netvliesscan gemaakt worden en bij een Magnetic Resonance Imaging (MRI) scan worden er beelden van organen en weefsels gevormd. Een MRI-scan is voor kleine tumortjes niet goed genoeg, terwijl dat met OCT waarschijnlijk wel kan. Ook kunnen met de OCT behandeleffecten zoals oedeem en verlittekening, beter beoordeeld worden. In dit onderzoek zullen twee methodes, MRI en OCT, met elkaar vergeleken worden bij alle nieuwe kinderen met retinoblastoom. Bij alle kinderen die gezien worden onder narcose voor beoordeling van nieuwe tumor of recidief, zal ook een OCT gemaakt worden om te kijken of dankzij de OCT vitaal tumorweefsel eerder kan worden opgespoord. Bij de kinderen die nog onder behandeling zijn, wordt elke maand funduscopie onder narcose verricht. De tumortjes die al verlittekend zijn, de nieuwe tumortjes en de tumortjes waarover getwijfeld wordt, zullen worden onderzocht met de OCT en vergeleken met de funduscopie plaatjes. Zo kan de OCT gevalideerd worden voor retinoblastoom kenmerken, door middel van het vastleggen en beschrijven van de indicatoren zoals verstrooiing in het weefsel en de doorbloeding. Verder is het uit wetenschappelijk oogpunt interessant of kan worden bepaald uit welke retinalaag nieuwe tumoren ontstaan.
30
jaarverslag 2012
113 - Naar een verbeterde prognose voor kinderen met kanker: een centrum voor het uitvoeren van klinische studies Centrum: Erasmus MC - Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam/Emma Kinderziekenhuis - AMC Amsterdam Projectleiders: Prof. dr. H.N. Caron Dr. C.M. Zwaan Looptijd: vijf jaar Bijdrage KiKa: € 4.157.421 Ondanks huidige intensieve behandelingsmogelijkheden is er een aantal tumoren met nog steeds een slechte prognose. Daarnaast heeft genezing soms een hoge prijs: kinderen kunnen worden geconfronteerd met de langetermijnbijwerkingen van de ziekte en de behandeling. Om dit verder te verbeteren, zijn dus dringend nieuwe behandelmethoden en medicijnen nodig. Nieuwe medicijnen moeten echter wel voldoende zijn getest op veiligheid en effectiviteit, alvorens ze als standaardbehandeling gebruikt kunnen worden. Dat gebeurt eerst uitgebreid in het laboratorium, wat ook wel wordt aangeduid als preklinisch onderzoek. Na deze preklinische fase volgt het testen van een medicijn in de kliniek. Daar wordt een medicijn meestal eerst aan volwassenen gegeven om een veilige dosering vast te stellen. Dat onderzoek moet echter herhaald worden bij kinderen, omdat kinderen geen ‘kleine volwassenen’ zijn. Sommige medicijnen werken specifiek alleen tegen een bepaalde kindertumor; in dat geval zal het medicijn niet eerst op volwassenen getest kunnen worden. De laatste jaren is er een toenemend aantal nieuwe, veelbelovende medicijnen beschikbaar, waarmee studies bij kinderen gedaan kunnen worden. Deze studies moeten voldoen aan alle zorgvuldigheidseisen en wettelijke verplichtingen, waarvoor een grote infrastructuur (met name personeel) nodig is. In Nederland is er in de afgelopen vier jaar (KiKa project 42) een samenwerkingsverband tussen het Emma Kinderziekenhuis/AMC en het Sophia Kinderziekenhuis - Erasmus MC opgezet; het Dutch Childhood Oncology Group – Early Clinical Trial Consortium (DCOGECTC). Het project heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het opbouwen en onderhouden van de infrastructuur van het DCOG-ECTC. Het succesvolle resultaat van project 42 is aanleiding geweest om dit vervolgproject te steunen.
115 - Het identificeren van nieuwe en effectieve medicijnen tegen acute lymfatische leukemie bij zuigelingen Centrum: Erasmus MC - Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam Projectleiders: Prof. dr. R. Pieters Dr. R.W. Stam Looptijd: vier jaar Bijdrage KiKa: € 440.541 Met behulp van chemotherapie geneest ongeveer 85% van alle kinderen met acute lymfatische leukemie (ALL). Echter, deze behandelingen falen nog steeds bij meer dan 50% van de zuigelingen (kinderen jonger dan een jaar) met ALL. Een belangrijke factor bij het falen van deze behandelingen is ongevoeligheid voor de bestaande medicijnen. Het verzwaren van de therapie is niet zonder risico, omdat deze medicijnen doorgaans behoorlijke schade aanrichten aan het lichaam van de kinderen met ALL. Het is daarom belangrijk zo snel mogelijk ‘nieuwe’ medicijnen te vinden die wel effectief werken tegen deze agressieve vorm van leukemie bij zuigelingen. Momenteel zijn er verscheidene collecties van in volwassenen geteste en tevens goedgekeurde medicijnen beschikbaar, speciaal ontworpen om het laboratoriumonderzoek naar toepasbare medicijnen te vergemakkelijken. Met dit onderzoek zullen dan ook enkele van deze collecties (bestaande uit vele verschillende medicijnen) gebruikt worden om te onderzoeken welk van deze medicijnen in staat zijn om specifiek leukemiecellen van zuigelingen te elimineren. Medicijnen die in dit onderzoek goed blijken te werken, zouden relatief snel toegepast kunnen worden in de kliniek. Het beoogde onderzoek houdt echter niet op bij het louter identificeren van ‘nieuwe’ en effectieve medicijnen tegen leukemie bij zuigelingen, maar stelt vervolgens ten doel de werking van deze middelen te doorgronden. Het ontrafelen van deze mechanismen verschaft niet alleen een meer solide basis om deze medicijnen daadwerkelijk toe te passen in de behandeling van zuigelingen met ALL, het zal ook nieuwe inzichten verschaffen in de biologie welke aan deze agressieve vorm van leukemie ten grondslag ligt.
3. Het verbeteren van de kwaliteit van bestaande behandelingen 100 - Onderzoek naar het gebruik van de medicijnen Ciprofloxacin en Dexamethason bij kinderen met kanker Centrum: Erasmus MC – Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam Projectleider: Dr. C.M. Zwaan Looptijd: twee jaar Bijdrage KiKa: € 180.000 Het doel van dit onderzoek is een dosisrichtlijn te ontwikkelen voor de medicijnen Ciprofloxacine (Ciproxin) en Dexamethason op basis van onderzoeksresultaten en daarnaast het bepalen van de langetermijnveiligheid bij kinderen. Ciprofloxacine wordt gebruikt om infecties door bacteriën te voorkomen. De beschikbaarheid van tabletten en de drank zullen worden vergeleken. De werking, verdeling en uitscheiding van het medicijn door het lichaam met en zonder gelijktijdig gebruik van het medicijn Asparaginase zal worden onderzocht onder alle leeftijdsgroepen (<2, 2-11, 12-18), en gerelateerd worden aan de benodigde concentraties en eventuele infecties die optreden. Kraakbeenbeschadiging zal worden geëvalueerd met behulp van een MRI-scan. Het medicijn Dexamethason zal in tabletvorm worden toegediend voor de behandeling van acute lymfatische leukemie (ALL). Dit onderzoek zal de kennis over de veiligheid en werkzaamheid van het gebruik van deze medicijnen vergroten, met een wereldwijde toepasbaarheid.
jaarverslag 2012
31
4. Het ontstaan en beter begrijpen van de verschillende soorten kinderkanker 89 - Onderzoek naar de rol van het beenmerg in MLL herschikte acute lymfatische leukemie met behulp van muismodellen Centrum: Erasmus MC – Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam Projectleiders: Prof. dr. R. Pieters Dr. R.W. Stam Looptijd: een jaar Bijdrage KiKa: € 206.793 Met behulp van chemotherapie geneest ongeveer 85% van alle kinderen met acute lymfatische leukemie (ALL). Echter, deze behandelingen falen nog steeds bij meer dan 50% van de zuigelingen (kinderen jonger dan een jaar) met ALL. Hoewel de behandeling bij zuigelingen met ALL aanvankelijk effectief lijkt, blijkt de leukemie in veel van de gevallen zeer snel terug te keren. Dit betekent dat, hoewel de meeste leukemiecellen gedood worden door de huidige medicijnen, er vermoedelijk een kleine hoeveelheid niet detecteerbare leukemiecellen de therapie overleeft, om vervolgens weer uit te groeien tot een volwaardige leukemie. Een aannemelijk mechanisme waarmee enkele leukemiecellen onopgemerkt de therapie kunnen overleven, is het zich diep in het beenmerg van de patiënt verankeren en zich daar verschuilen. Niet alleen is het voor veel van de huidige medicijnen moeilijk het beenmerg te bereiken, tevens geeft het beenmerg signalen af die de leukemiecel nog eens extra beschermt tegen die medicijnen die het wel bereikt. Onlangs zijn er daarom studies gestart om de rol van het beenmerg in dit type leukemie te bestuderen. Hiervoor zijn verschillende modellen opgezet, waarbij het beenmerg ‘microklimaat’ zo natuurgetrouw mogelijk wordt nagebootst in het laboratorium. Nu deze studies langzaam hun vruchten beginnen af te werpen, is een logische vervolgstap om de behaalde resultaten hard te maken in echt beenmerg. Middels dit onderzoek worden er muismodellen opgezet om de rol van het beenmerg in ALL bij zuigelingen nog beter te kunnen bestuderen. De behaalde resultaten in het laboratorium kunnen in deze muismodellen bewezen worden en de klinische waarde kan worden ingeschat.
32
jaarverslag 2012
104 - Mechanismen van het uitzaaien van neuroblastoomcellen: gevolgen voor diagnose en behandeling Centrum: UMC St. Radboud Kinderziekenhuis Nijmegen Projectleiders: Prof. dr. P.M. Hoogerbrugge Dr. K. Jalink Dr. F.N. van Leeuwen Looptijd: drie jaar Bijdrage KiKa: € 486.540 Het uitzaaien van tumorcellen vanuit de primaire tumor naar andere organen is de belangrijkste oorzaak van overlijden ten gevolge van kanker. Pogingen om dit voorkomen richten zich veelal op het remmen van bepaalde eiwitten (zogenaamde matrix metalloproteases), die door de tumorcel worden uitgescheiden en op die manier de tumorcel in staat stelt zich door het omliggende weefsel heen te bewegen. Helaas blijken tumorcellen in staat deze remmers te omzeilen door zich op een andere manier te verspreiden. Omdat directe interacties tussen een cel en zijn omgeving essentieel zijn voor alle vormen van uitzaaiing, richt dit onderzoek zich voornamelijk op het ontrafelen van de hierbij betrokken mechanismen. Er wordt naar interacties gezocht die specifiek zijn voor tumorcellen die zich verspreiden. Uit vooronderzoek is gebleken dat de aanwezige hoeveelheid van het eiwit TRPM7 in de cel de kans op het uitzaaien van tumorcellen in neuroblastoompatiënten kan voorspellen. In dit project wordt verder onderzocht hoe TRPM7 de functie van deze eiwitten beïnvloedt en hoe deze eiwitten bijdragen aan het uitzaaien van tumorcellen. Het uiteindelijke doel is het in kaart brengen van de eiwitten die bij neuroblastoomuitzaaiing betrokken zijn. Verwacht wordt dat we met behulp van dit onderzoek beter in staat zullen zijn te voorspellen welke patiënten een hoog risico lopen op het uitzaaien van tumorcellen. Ook kunnen deze nieuwe inzichten worden gebruikt om de patiënten met uitzaaiingen effectiever te behandelen.
112 - Onderzoek naar nieuwe aanknopingspunten voor behandeling van MLL-herschikte acute myeloïde leukemie met chromosoomafwijking t(6;11)(q27;q23) Centrum: Erasmus MC – Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam Projectleiders: Dr. M.M. van den Heuvel-Eibrink Dr. C.M. Zwaan Looptijd: een jaar Bijdrage KiKa: € 97.909 Een kenmerk van acute myeloïde leukemie (AML) is dat er zeer veel verschillende genetische afwijkingen aan ten grondslag liggen, waardoor de ziekte kan worden onderverdeeld in verschillende subgroepen. Een aantal groepen heeft een goede kans op genezing, maar andere reageren minder goed op de bestaande behandeling. Het is belangrijk te onderzoeken welke genen en eiwitten het gedrag van de leukemiecellen bepalen. Dit leert ons hoe leukemie kan ontstaan en welke medicijnen ertegen ontwikkeld kunnen worden. Dit onderzoek richt zich op een kleine subgroep met een specifieke afwijking in het chromosomaal materiaal (een zogenoemde MLL-herschikking, de uitwisseling van materiaal op chromosoom 6 en op chromosoom 11) Deze groep patiënten heeft uitzonderlijk slechte overlevingskansen: slechts 22% van de kinderen is vijf jaar na diagnose nog in leven. Daarom wordt er in dit onderzoek gekeken naar afwijkingen in de cellen van deze groep. Stukjes DNA coderen voor eiwitten die, wanneer die stukjes van het DNA ‘aan’ staan, aangemaakt worden. In dit onderzoek wordt in kaart gebracht welke stukjes van het DNA ‘aan’ staan. We vergelijken vervolgens patiënten die op elkaar lijken met een groep patiënten die andere kenmerken heeft. De opvallende verschillen worden verder onderzocht. Het uiteindelijke doel van dit project is om aanknopingspunten te vinden voor nieuwe therapieën. Dit is belangrijk omdat intensiveren van de huidige therapie geen optie is vanwege ernstige bijwerkingen. Nieuwe therapieën zouden dan ook gericht moeten zijn op een afwijkend stukje DNA of eiwit in de leukemiecel en daarmee hopelijk minder bijwerkingen geven in gezonde cellen.
5. Het optreden van directe bijwerkingen en bijwerkingen op latere leeftijd 110 - Onderzoek naar het toedienen van antistoffen bij de behandeling van acute lymfatische leukemie Centrum: Wilhelmina Kinderziekenhuis Utrecht Projectleiders: Dr. M.B. Bierings Prof. dr. E.A.M. Sanders Dr. C.M. van Tilburg Looptijd: vijf jaar Bijdrage KiKa: € 267.437 Onderdrukking van het afweersysteem met als gevolg een verhoogde infectiegevoeligheid is een belangrijke bijwerking van intensieve chemotherapie bij de behandeling van acute lymfatische leukemie (ALL). Om de overleving van ALL in de toekomst te verbeteren, is de reductie van bijwerkingen dan ook belangrijk. Tevens is het van belang om eenduidige, goed geëvalueerde supportive care maatregelen voor intensieve chemotherapie te formuleren. Vooral de eerste fase van de behandeling gaat gepaard met een tekort aan een bepaald type witte bloedcellen die belangrijk zijn voor de afweer van infecties. Maar ook tijdens latere fases van de behandeling, als het afweersysteem verder beschadigd raakt, treden er ernstige infecties op. Tot op heden was het gebruikelijk om bij frequente, ernstige infecties en een laag antistoffen (immunoglobulinen) gehalte in het bloed patiënten te behandelen met intraveneuze immunoglobulinen (IVIG). Dit houdt in dat de antistoffen met behulp van een infuus worden toegediend aan de patiënt. Echter, de richtlijn wordt niet eenduidig toegepast en er zijn geen resultaten van studies beschikbaar die de werking hiervan bevestigen. In dit onderzoeksproject wordt het driewekelijks toedienen van antistoffen vergeleken met het toedienen van antistoffen in geval van frequente of ernstige infecties. De patiënten worden behandeld volgens de SKION ALL 11 richtlijnen. Het doel van dit onderzoek is om het optreden van infecties tijdens de behandeling en het overlijden aan deze ernstige bijwerking te verminderen en uiteindelijk te voorkomen. Op die manier kan de overleving van ALL worden verbeterd.
jaarverslag 2012
33
Bijlage II Afgeronde onderzoeken in 2012 9 - De ontwikkeling van nieuwe en vooruitstrevende therapieën voor kinderen met kanker Centrum: Emma Kinderziekenhuis - AMC Amsterdam / Erasmus MC - Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam Projectleider: Prof. dr. H.N. Caron Looptijd: vier jaar Bijdrage KiKa: € 2.981.699 De ontwikkeling van goede medicijnen voor kinderen is ontzettend belangrijk om de genezingskans van kanker te doen toenemen. In Europa heeft een aantal vooraanstaande kinderoncologische onderzoekslaboratoria een organisatie opgericht (Innovative Therapies for Children with Cancer, afgekort ITCC). Deze organisatie is opgericht om onderzoek naar medicijnen die eventueel goed werkzaam zijn tegen de verschillende vormen van kinderkanker mogelijk te maken. Het onderzoek heeft zich allereerst gericht op het vinden van nieuwe aangrijpingspunten voor medicijnen in gekweekte kankercellen van neuroblastoomtumoren en acute lymfatische leukemie (ALL). Er zijn verschillende afwijkingen in bepaalde stukjes DNA van neuroblastoomcellen gevonden die veelbelovende aangrijpingspunten zijn. Vervolgens zijn er medicijnen geselecteerd en onderzocht waarvan bekend is dat ze in volwassenen deze stukjes DNA uit kunnen zetten, zodat deze bijbehorende eiwitten niet meer gevormd worden. Er waren meerdere medicijnen in staat de gekweekte neuroblastoomcellen en leukemiecellen te doden door het betreffende gen te remmen. Voor een klein aantal genen is ook in muismodellen van neuroblastoom en ALL aangetoond dat de medicijnen de groei van kankercellen kunnen stoppen. Voor de medicijnen met een aangetoond anti-kankereffect in muismodellen wordt nu samen met de farmaceutische bedrijven gekeken naar de mogelijkheden om deze medicijnen toe te passen bij kinderen met neuroblastoom en ALL.
34
jaarverslag 2012
10 - Onderzoek naar autotransplantatie van spermatogoniale cellen om de vruchtbaarheid van jongens met kanker te behouden Centrum: Emma Kinderziekenhuis - AMC Amsterdam Projectleiders: Dr. H. van den Berg Dr. A.M.M. van Pelt Prof. dr. S. Repping Looptijd: vier jaar Bijdrage KiKa: € 603.914 Eén van de late effecten van de behandeling van kanker op kinderleeftijd is de kans op onvruchtbaarheid bij jongens. Door de behandeling worden niet alleen de kankercellen gedood, maar vaak ook de spermatogoniale stamcellen in de bal (testis), welke zich normaal ontwikkelen tot zaadcellen. Hierdoor zijn deze jongens niet meer in staat om zaadcellen te produceren. Voor volwassen kankerpatiënten bestaat de mogelijkheid om, voordat zij chemotherapie ondergaan, zaadcellen in te vriezen, die vervolgens later gebruikt kunnen worden voor kunstmatige bevruchting. Dit is echter niet mogelijk bij prepuberale jongens, omdat zij nog geen sperma produceren. In dit project is er onderzoek gedaan naar manieren om spermatogoniale stamcellen in kweek te vermenigvuldigen uit een zaadbalbiopt, zodat er genoeg stamcellen zijn voor toepassing in een toekomstige autotransplantatietherapie. Er is een kweeksysteem ontwikkeld waarbij we het aantal spermatogoniale stamcellen met meer dan 18.000-voud kunnen laten toenemen gedurende een kweek van 64 dagen. Op basis van dierexperimentele studies zou dit meer dan voldoende moeten zijn voor een succesvolle transplantatie. Verder is er aangetoond dat eventuele leukemiecellen, die in het biopt aanwezig kunnen zijn, tijdens de kweek niet kunnen overleven. Daarmee is de kans op herintroductie van de kanker bij autotransplantatie van gekweekte spermatogoniale stamcellen verwaarloosbaar. Ook is er een retrospectieve enquête gehouden onder ouders van kinderen die voor kanker zijn behandeld en hen is gevraagd of ze voor deze mogelijke autotransplantatietherapie een zaadbalbiopt van hun zoon zouden hebben laten invriezen als ze ten tijde van diagnose over deze mogelijkheid waren geïnformeerd. Van de ouders zou 54% een zaadbalbiopt hebben laten invriezen als ze bij diagnose over deze mogelijke toekomstige therapie waren geïnformeerd. Dit onderzoek toont aan dat ouders van kinderen met kanker bezorgd zijn over de vruchtbaarheid van hun kind en dat zij behoefte hebben aan de ontwikkeling van een techniek die behoud van vruchtbaarheid en herstel mogelijk maakt. De resultaten zijn dusdanig hoopvol om nu al prepuberale jongens die gediagnosticeerd worden met kanker en hun ouders te informeren over deze toekomstige techniek en ze de mogelijkheid te bieden om een zaadbalbiopt in te vriezen. Het AMC heeft hiervoor inmiddels toestemming van de CCMO gekregen en is sinds maart 2011 daadwerkelijk begonnen met het invriezen van biopten van deze jongens. Een geweldig resultaat!
11 - De “Notch” eiwit signaalroute als doel voor therapie bij agressieve neuroblastoom tumoren Centrum: Emma Kinderziekenhuis - AMC Amsterdam Projectleiders: Prof. dr. H.N. Caron Prof. dr. J. van Nes Prof. dr. R. Versteeg Looptijd: vier jaar Bijdrage KiKa: € 688.390 Neuroblastoom is een kindertumor van het onbewuste zenuwstelsel. Hoewel sommige vormen van neuroblastoom verdwijnen, heeft het merendeel van de patiënten, ondanks intensieve behandelingen, een slechte prognose. Recent is het belang van een bepaalde eiwit signaalroute ontdekt, de “Notch” signaalroute. Deze signaalroute speelt een belangrijke rol in de communicatie tussen cellen. Het blijkt dat patiënten met een grote hoeveelheid van het Notch eiwit een veel lagere overlevingskans hebben. Het doel van dit project is om de ontwikkeling van nieuwe behandelingen voor neuroblastoom patiënten te versnellen. Uit het onderzoek blijkt dat de “Notch” signaalroute de mobiliteit van neuroblastoomcellen sterk bevordert. Dit is hoogstwaarschijnlijk een cruciale stap in het uitzaaien van neuroblastoomcellen naar het bot en het beenmerg, waar zij uitzaaiingen vormen. Daarnaast is de rol van deze signaalroute in neuroblastoom stamcellen bestudeerd. De deling van neuroblastoom stamcellen wordt geremd door de signaalroute, voornamelijk via drie eiwitten die deel uitmaken van deze signaalroute (Notch3, MAML2 en MAML3). Dit is een belangrijk resultaat, omdat deze eiwitten met chemische remmers uitgeschakeld kunnen worden en op deze manier in potentie goede aanknopingspunten voor nieuwe therapieën zijn. Daarnaast is er ontdekt dat neuroblastoomcellen snel van karakter kunnen veranderen. Binnen enkele uren schakelt de eiwit signaalroute een “uitzaaiingsprogramma” aan en ook weer af. Dit is belangrijke informatie over de ontwikkeling van neuroblastoom tumoren. Het verschaft duidelijkheid over de dynamiek en complexiteit van de aanwezigheid van bepaalde eiwitten in neuroblastoomcellen. Deze informatie draagt bij aan het beter begrijpen van resistentie tegen medicijnen. Deze resultaten laten zien dat de “Notch” eiwit signaalroute een cruciale rol speelt in neuroblastoom tumoren en dat remming van deze signaalroute een nieuw therapeutisch aanknopingspunt is in de toekomstige behandeling van neuroblastoomtumoren.
12 - Onderzoek naar DNA-afwijkingen die tot foutieve regulatie van eiwit signaalroutes leiden bij kinderen met T-cel acute lymfatische leukemie Centrum: Erasmus MC - Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam Projectleiders: Dr. J.P.P. Meijerink Prof. dr. R. Pieters Looptijd: vier jaar Bijdrage KiKa: € 494.871 Dit onderzoek richt zich op één van de twee typen acute lymfatische leukemie bij kinderen, namelijk T-cel acute lymfatische leukemie (T-ALL). T-ALL is een agressieve ziekte die, in vergelijking met de andere typen leukemie, een duidelijk slechtere prognose heeft. Dit project is gericht op onderzoek naar DNA-afwijkingen in stukjes DNA die coderen voor eiwitten uit bepaalde eiwit signaalroutes. Eiwit signaalroutes spelen een belangrijke rol in de regulatie van onder andere celgroei, celuitrijping en overleving. Uit dit onderzoek is gebleken dat in 60% van de T-ALL patiënten afwijkingen aanwezig zijn in de stukjes DNA die coderen voor eiwitten uit de NOTCH1 signaalroute. Deze DNA-afwijkingen bleken voor te komen in alle zes genetische subtypen van T-ALL. Er was wel variatie in de frequentie van het voorkomen van de DNA-afwijkingen tussen de verschillende subtypen. Ondanks dat de aanwezigheid van deze DNA-afwijkingen een betere initiële respons op medicijnen voorspelt, bleken deze patiënten het echter toch niet beter te doen dan patiënten zonder deze DNAafwijkingen. Andere onderzoekers vonden echter het tegenovergestelde, wat er op wijst dat het voorspellende belang van deze DNA-afwijkingen waarschijnlijk afhankelijk is van het type behandeling dat de patiënt krijgt. De tweede eiwit signaalroute die is onderzocht, is de PI3K/AKT signaalroute. In ongeveer 13% van alle kinderen met T-ALL bleken er DNA-afwijkingen aanwezig te zijn in het stukje DNA dat codeert voor één van de eiwitten uit deze signaalroute. Dit eiwit functioneert dan niet meer, waardoor deze signaalroute geactiveerd wordt. Ook een andere DNA-afwijking die in 2% van de T-ALL patiënten voorkwam, had activatie van deze signaalroute tot gevolg. De DNA-afwijkingen die invloed hebben op de twee verschillende eiwit signaalroutes, kwamen veelal niet in combinatie met elkaar voor. Dit in tegenstelling tot eerdere suggesties in de literatuur. Patiënten met één van de door ons onderzochte DNA-afwijkingen hadden een relatief slechtere overleving dan patiënten zonder deze afwijkingen. In de toekomst zal er onderzoek naar een derde eiwit signaalroute, de IL7R route, verricht worden. Verschillende remmers van deze signaalroute zullen worden getest op effectiviteit en kunnen mogelijk als alternatieve behandeling van T-ALL gebruikt worden. De resultaten van dit onderzoek zijn gepubliceerd in vooraanstaande wetenschappelijke tijdschriften, waaronder ‘Leukemia’.
jaarverslag 2012
35
36
13 - Onderzoek naar medicijnongevoeligheid bij zuigelingen met acute lymfatische leukemie Centrum: Erasmus MC - Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam Projectleiders: Prof. dr. R. Pieters Dr. R.W. Stam Looptijd: vier jaar Bijdrage KiKa: € 616.082
14 - De invloed van genetische factoren op de werking van medicijnen bij de behandeling van osteosarcoom Centrum: UMC St. Radboud Kinderziekenhuis Nijmegen Projectleiders: Dr. B. Franke Prof. Dr. P. Hoogerbrugge Dr. D.M.W.M. te Loo Looptijd: drie jaar Bijdrage KiKa: € 301.204
Met behulp van combinatiechemotherapie geneest ongeveer 80% van alle kinderen met acute lymfatische leukemie (ALL). Echter, deze behandelingen falen bij meer dan 50% van de zuigelingen (kinderen jonger dan een jaar) met ALL. Een belangrijke reden hiervoor is ongevoeligheid voor bepaalde medicijnen bij deze groep patiënten. Leukemiecellen van zuigelingen met ALL zijn ongevoeliger voor de meeste medicijnen, waaronder Prednison en Dexamethason, die deel uitmaken van de huidige behandeling van ALL, dan de leukemiecellen van oudere kinderen met ALL. De mate van respons van de leukemiecellen op deze medicijnen heeft een voorspellende waarde voor de overlevingskansen van de patiënt. Bij de start van dit project was er nog maar weinig bekend over mogelijke oorzaken van de ongevoeligheid voor medicijnen. Dit vierjarige onderzoeksproject heeft zich dan ook gericht op het ontrafelen van de mechanismen die ten grondslag liggen aan deze ongevoeligheid. Dit heeft geleid tot de identificatie van ten minste een drietal mechanismen die betrokken zijn bij de ongevoeligheid tegen de medicijnen. Er zijn verscheidene medicijnen gevonden die in het laboratorium in staat zijn deze ongevoeligheid (deels) op te heffen en de respons van de leukemiecellen op de medicijnen sterk verbeteren. Een volgende stap is om te onderzoeken of deze medicijnen tevens de gevoeligheid voor medicijnen zoals Prednison en Dexamethason in muismodellen en uiteindelijk in de patiënt kunnen verhogen.
Osteosarcomen zijn de meest voorkomende bottumoren, die met name voorkomen bij kinderen in de pubertijd. Ondanks een duidelijke verbetering in prognose sinds de jaren zeventig, reageert nog steeds een groot deel van de patiënten niet goed op de behandeling en overlijdt. Meer inzicht in de mechanismen die leiden tot ongevoeligheid voor de behandeling en de genetische factoren die daarbij een rol spelen, zou kunnen leiden tot een effectievere behandeling van patiënten die niet goed reageren op de huidige behandeling. In het onderzoek is daarom gekeken naar mogelijke risicofactoren die van invloed zijn op de uiteindelijke overleving. De DNA-code van de twee verschillende groepen (kinderen die wél of niet goed op de chemotherapie reageren) is hiervoor met elkaar vergeleken. In totaal was er DNA van 145 patiënten aanwezig. De verschillen op 384 specifieke plekken in de DNA-code is onderzocht. Deze 384 plekken in het DNA zijn gelegen in genen die een rol spelen in de werking van een aantal medicijnen (Cisplatinum, Doxorubicine en Methotrexaat). Deze medicijnen worden al langdurig gebruikt voor de behandeling van osteosarcomen. Uit het onderzoek blijkt dat de DNA-code van kinderen met osteosarcomen die wel goed reageren op de medicijnen Cisplatinum en Doxorubicine, op drie van de 384 plekken duidelijk verschilt van de DNA-code van kinderen die niet goed reageren op deze medicijnen. De verschillen in DNA-code van kinderen die wel of niet reageren op de het medicijn Methotrexaat moeten nog onderzocht worden. De drie gevonden verschillen in DNA-code liggen in genen die mogelijk een rol spelen bij de werking van deze medicijnen. In de toekomst zal het onderzoek zich daarom richten op de functie van deze genen.
jaarverslag 2012
18 - Onderzoek naar de gevolgen van afwijkingen in het MLL gen en de ontwikkeling van hierop gerichte medicijnen Centrum: Erasmus MC - Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam Projectleiders: Prof. dr. R. Pieters Dr. R.W. Stam Looptijd: vier jaar Bijdrage KiKa: € 430.667
22 - The Cochrane Childhood Cancer Group – stimulatie en publicatie van systematische samenvattingen van wetenschappelijk onderzoek Centrum: Emma Kinderziekenhuis - AMC Amsterdam Projectleiders: Prof. dr. H.N. Caron Dr. L.C.M. Kremer Looptijd: vier jaar Bijdrage KiKa: € 790.185
Acute lymfatische leukemie (ALL) bij zuigelingen wordt gekarakteriseerd door een zeer frequent voorkomen van ingrijpende chromosomale afwijkingen waarbij steeds een bepaald stukje DNA betrokken is, het MLL-gen. Als gevolg van deze chromosomale afwijkingen raakt het MLL-gen beschadigd. Deze afwijkingen komen in 80% van alle zuigelingen met ALL voor, maar worden zelden gevonden in oudere kinderen met ALL. De overlevingskansen voor deze jonge kinderen zijn bijzonder klein. In het eerste deel van het onderzoek is er gekeken naar de verschillen in genen tussen de ALL-patiënten met en zonder MLL-afwijking. Hieruit is gebleken dat het DNA geen afwijkingen vertoont wat betreft het aantal chromosomen, oftewel de hoeveelheid aanwezig DNA. Daarnaast is er gekeken welke genen er ‘aan’ staan bij zuigelingen met ALL. Op basis van welke genen er ‘aan’ staan, is een duidelijk onderscheid te maken tussen zuigelingen met ALL zonder en mét de MLL-genafwijking. Op dit moment wordt er druk gezocht naar moleculen die de onderscheidende genen aangrijpen. Het tweede deel van het onderzoek richtte zich voornamelijk op de gevolgen van een beschadigd MLL-gen. Om dit te onderzoeken, werd het MLL-gen uitgezet en werd er gekeken naar de genetische veranderingen die dit tot gevolg had. Tal van genen veranderden na het uitzetten van dit gen, waaronder het gen dat voor het eiwit CDK6 codeert. Dit eiwit is betrokken bij het aansturen van de celdeling, en lijkt in MLL herschikte leukemiecellen de ongecontroleerde celdeling te stuwen. Het uitzetten van het CDK6-gen leidde ertoe dat de leukemiecellen stopten met delen. Een medicijn dat in staat is dit gen te remmen, lijkt dan ook een goed middel voor de behandeling van zuigelingen met deze vorm van leukemie. Uiteraard zal een dergelijk medicijn nog uitgebreid getest moeten worden alvorens deze kunnen worden ingezet in de daadwerkelijke behandeling, maar identificatie van genetische aangrijpingspunten is zeker een stap in de goede richting.
In de kinderoncologie zijn er zeer veel wetenschappelijke onderzoeken gedaan. Voor professionals en ook patiënten is deze grote hoeveelheid aan informatie moeilijk bij te houden. Samenvattingen van kennis zijn dan ook noodzakelijk. De Cochrane Collaboration is een organisatie die het maken van samenvattingen van wetenschappelijk onderzoek, Cochrane systematische reviews, wereldwijd stimuleert en publiceert. Tot 2006 was er binnen de Cochrane Collaboration geen groep die deze samenvattingen op het gebied van kinderkanker ondersteunde. In 2006 is de Cochrane Childhood Cancer Group (CCG) officieel erkend. De CCG is een internationaal samenwerkingsverband van onderzoekers, hulpverleners en patiëntvertegenwoordigers op het gebied van diagnostiek en therapie voor kinderen met kanker. De systematische reviews worden op vrijwillige basis gemaakt door enthousiaste onderzoekers afkomstig uit alle landen van de wereld. De redactie is gevestigd in Nederland. Binnen het tijdsbestek van dit project heeft de CCG negentien kwalitatief hoogwaardige systematische reviews op het gebied van de kinderoncologie ontwikkeld en gepubliceerd. Ook hebben de medewerkers bijgedragen aan de bevordering van “medicijngebruik op basis van bewijs” binnen de kinderoncologie. Dit houdt in dat beslissingen over de zorg van patiënten op basis van wetenschappelijk bewijs gemaakt worden. Tevens hebben medewerkers van de CCG op verschillende manieren bijgedragen aan de promotie van “medicijngebruik op basis van bewijs” in de kinderoncologie, o.a. door het geven van cursussen en presentaties en ondersteuning van richtlijnontwikkelingen. In de komende jaren zullen er steeds meer Cochrane systematische reviews op het gebied van de kinderoncologie worden ontwikkeld. Dit zal resulteren in een hogere kwaliteit van de zorg voor kinderen met kanker. Voor meer informatie, zie: www.ccg.cochrane.org.
jaarverslag 2012
37
38
24 - De ontwikkeling en toepassing van een vloeibare vorm van het medicijn 6-Mercaptopurine voor de behandeling van leukemie Centrum: Erasmus MC - Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam Projectleiders: Dr. L.M. Hanff Dr. W.J.E. Tissing Looptijd: vier jaar Bijdrage KiKa: € 124.952
67 - De invloed van DNA-afwijkingen en voedingsstatus op de werking van het medicijn Methotrexaat bij kinderen met acute lymfatische leukemie Centrum: Erasmus MC - Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam Projectleiders: Dr. M.M. van den Heuvel-Eibrink Dr. W.J.E. Tissing Looptijd: een jaar Bijdrage KiKa: € 186.905
6-Mercaptopurine is een geneesmiddel dat standaard toegepast wordt bij de behandeling van acute lymfatische leukemie (ALL) bij kinderen. Het medicijn moet gedurende een tot twee jaar dagelijks ingenomen worden, waarbij de in te nemen hoeveelheid iedere twee tot vier weken wordt aangepast op basis van bloedwaardes. Helaas is in Nederland geen toedieningsvorm van dit medicijn in de handel die geschikt is voor kinderen. Doel van dit onderzoek was een 6-Mercaptopurinedrank te ontwikkelen en de werkzaamheid van deze drank te vergelijken met de huidige capsules. De opname van het medicijn in het lichaam en de acceptatie door de patiënt/ouders werd daarbij vergeleken. Twintig kinderen in verschillende leeftijdsgroepen krijgen vier weken het medicijn als drankje en vier weken als capsule in een fase van de behandeling waarbij volgens een vast schema dient te worden toegediend. Er zal op vier momenten bloed worden afgenomen voor bepaling van de hoeveelheid medicijn dat is ingebouwd in rode bloedcellen. Tweewekelijks wordt er een bepaling van het aantal witte bloedcellen gedaan, zodat de opname en het klinische effect vergeleken kunnen worden. Ook zal aan de patiënten gevraagd worden een dagboekje in te vullen om bij te houden hoe de inname van de medicatie gaat. Als de drank net zo goed wordt opgenomen als de capsules en de patiënten het goed accepteren, zal deze drank landelijk geïntroduceerd worden. In totaal zijn er vierentwintig patiënten gestart met het onderzoek. Van deze vierentwintig patiënten konden vier patiënten het onderzoek niet afmaken vanwege een infectie of koorts. De overige twintig patiënten zijn behandeld met zowel de medicijndrank als de capsules, waarna telkens in het bloed is gemeten hoeveel van het medicijn werd opgenomen. Er werd geen verschil gevonden in de twee toedieningsvormen wat betreft opname van het werkzame deel van het medicijn. Daarmee is aangetoond dat de medicijndrank dezelfde werkzaamheid heeft als de capsules. Het merendeel van de ouders en kinderen vond de medicijndrank de meest plezierige toedieningsvorm, omdat het makkelijker toe te dienen was. Er was geen verschil in bijwerkingen tussen de twee toedieningsvormen. Het onderzoek geeft duidelijk aan dat de medicijndrank een geschikte toedieningsvorm is voor kinderen en toegepast kan worden bij de behandeling van ALL. Het kan de behandeling van ALL duidelijk verbeteren. De onderzoekers zullen de medicijndrank daarom nu landelijk gaan introduceren.
Methotrexaat is een belangrijk medicijn in de behandeling van acute lymfatische leukemie (ALL). Methotrexaat werkt in op de aanmaak van foliumzuur in zowel leukemiecellen als gezonde cellen. Foliumzuur is nodig om cellen te laten delen. Doordat het medicijn ook effect heeft op gezonde lichaamscellen, treden er bijwerkingen op. In dit onderzoek is bij 135 kinderen met ALL onderzocht of verschil in genetische aanleg of de voedingsstatus van invloed zijn op de aanmaak van foliumzuur en op bijwerkingen van het medicijn Methotrexaat. Voor 126 kinderen met ALL is het DNA dat codeert voor de belangrijke eiwitten die betrokken zijn bij de aanmaak van foliumzuur onderzocht. Of de verschillen in DNAcode die we hebben gevonden geassocieerd zijn met de gevoeligheid voor het medicijn Methotrexaat, zal worden geanalyseerd. De voedingsstatus van de kinderen met ALL is bepaald door de bloedwaardes van onder andere vitamine B2/B6/B12 te meten. Met behulp van deze gegevens zal er geanalyseerd worden of er een associatie bestaat tussen de voedingsstatus en het optreden van bijwerkingen bij de behandeling met het medicijn Methotrexaat. Met deze resultaten kan de variatie in gevoeligheid voor dit medicijn in de toekomst wellicht beter worden voorspeld.
jaarverslag 2012
80 - Eiwitten als indicator van longbeschadiging bij kinderen die stamceltransplantatie ondergaan Centrum: Wilhelmina Kinderziekenhuis Utrecht Projectleiders: Dr. A.B. Versluys Looptijd: een jaar Bijdrage KiKa: € 24.925 Hematopoietische stamceltransplantatie (HSCT) is de enige behandeloptie voor een aantal soorten kinderkanker. Stamceltransplantatie is een intensieve behandeling waarbij veel complicaties kunnen optreden, zoals infecties, transplantatieziekte of bijwerkingen van de medicijnen. In 5-40% van de gevallen overlijdt een patiënt aan een behandeling gerelateerde oorzaak. Alloimmuun long syndroom (allo-LS) is een ernstige aandoening waarbij er een ontsteking optreedt van het longweefsel. Deze ontsteking wordt veroorzaakt door een afweerreactie van de donorcellen die het eigen longweefsel als lichaamsvreemd zien. Ondanks behandeling met afweer dempende medicijnen overleed 50% van de kinderen met deze aandoening. Het voorkomen en beter behandelen van de aandoening is dus van levensbelang. In deze studie is er onderzoek gedaan naar de mogelijk voorspellende waarde van bepaalde eiwitten voor de ernstige longaandoening allo-LS. In een groep kinderen waarvan een deel de longaandoening allo-LS ontwikkelde en een deel niet, is op verschillende tijdstippen de hoeveelheid eiwitten in het bloed bepaald. Hieruit blijkt dat de hoeveelheden aanwezig eiwit erg verschillen tussen patiënten onderling. Daarnaast verschilt de hoeveelheid binnen een patiënt op verschillende tijdstippen (voor en na transplantatie, voor en na optreden van de longaandoening). Op de vroege meetmomenten bleken er helaas geen eiwitten te zijn met een goede voorspellende waarde voor het ontwikkelen van de longaandoening. Zodra de ziekte zich eenmaal had ontwikkeld, bleken er wel twee eiwitten te zijn die een goede voorspeller zijn voor het verloop van de ziekte. In de praktijk kan daar goed gebruik van worden gemaakt. Er zal daarom voortaan bij alle patiënten vóór transplantatie bloed worden afgenomen om de hoeveelheid eiwitten te bepalen. Mocht de longaandoening optreden, dan wordt er opnieuw bloed afgenomen en de hoeveelheid eiwitten bepaald, evenals vijf weken na het starten van de behandeling van de longaandoening. Het beleid ten aanzien van intensivering van de therapie zal mede van deze bepalingen afhangen. Er kan nog niet voorspeld worden óf de longaandoening optreedt na stamceltransplantatie, maar wanneer de longaandoening optreedt kan wel het verloop van de ziekte worden voorspeld. Dit is een stap in de goede richting.
88 - Onderzoek naar de opname van voedingsstoffen bij darmschade door chemotherapie Centrum: UMC Groningen Koningin Beatrix Kinder kliniek Projectleiders: Prof. dr. J.B. van Goudoever Prof. dr. E. Rings Dr. W.J.E. Tissing Looptijd: een jaar Bijdrage KiKa: € 109.387 Gastroïntestinale mucositis is een ernstige bijwerking van chemotherapie. Het slijmvlies van het spijsverteringskanaal (de mucosa) is dan ernstig beschadigd, waardoor het de vraag is of darmcellen nog wel goed kunnen functioneren. De belangrijkste functie van de darm, namelijk het verteren en opnemen van voedingsstoffen, kan daardoor in gevaar komen. Dat terwijl kankerpatiënten vaak al een verminderde voedingsstatus hebben en juist baat zouden hebben bij een verbetering van de voedingsstatus. Om de opname- en verteringscapaciteit van de darm bij het optreden van darmschade te kunnen onderzoeken, is er een speciaal rattenmodel ontwikkeld. Deze ratten hebben darmschade die veroorzaakt is door chemotherapie. In dit onderzoek is er specifiek gekeken naar de opname van eiwitten. Ratten kregen aminozuren (de bouwstenen van eiwitten) toegediend via het bloed en via de darmen. De aminozuren waren gelabeld zodat ze na opname door de darmcellen goed opgemerkt konden worden. Er kon zo gemeten worden hoeveel aminozuren er vanuit het bloed en de darmen door de darmcellen opgenomen werden. Hieruit bleek dat de gemiddelde opname van aminozuren gelijk was in dieren met en zonder darmschade. Er werd echter wel een ander belangrijk verschil gevonden tussen dieren met en zonder darmschade. De darmcellen van dieren met darmschade bleken vooral aminozuren op te nemen vanuit de bloedbaan en niet vanuit de darmen zelf. Dit kan waarschijnlijk verklaard worden door het beschadigde slijmvlies. Dit zou betekenen dat een tekort aan eiwitten bij patiënten met darmschade behandeld zou kunnen worden door aminozuren toe te dienen via de bloedbaan, zodat deze door de darmcellen goed opgenomen kunnen worden. Helaas treden bij deze vorm van toedienen ook bijwerkingen op en daarom moet dit eerst goed onderzocht worden voordat dit bij patiënten kan worden toegepast.
jaarverslag 2012
39
97 - Het in kaart brengen van het volledige DNA van 87 neuroblastoom tumoren Centrum: Emma Kinderziekenhuis - AMC Amsterdam Projectleiders: Prof. dr. H.N. Caron Dr. J. Koster Dr. J.J. Molenaar Prof. dr. R. Versteeg Looptijd: een jaar Totale kosten: € 1.179.318 Bijdrage KiKa: € 589.659 Een neuroblastoom is een tumor van het onwillekeurige zenuwstelsel. Dit zenuwstelsel kunnen we niet zelf activeren en stimuleren en zorgt onder andere voor de spijsvertering en het regelen van de bloeddruk. Een neuroblastoom kan overal in het lichaam ontstaan, maar begint meestal in de bijnieren die onderdeel uitmaken van het onwillekeurige zenuwstelsel. De oorzaak van een neuroblastoom is een verandering in het erfelijk materiaal, het DNA. Het is echter grotendeels onbekend welke genen er veranderd zijn in het onwillekeurige zenuwstelsel. In dit project is de DNA-volgorde van 87 neuroblastoom tumoren vastgesteld en deze is vergeleken met de normale DNA-volgorde van de patiënten. Hierdoor konden voor het eerst alle veranderingen in een neuroblastoom tumorcel in kaart worden gebracht. Een aantal van de gevonden veranderingen in het DNA geeft een nieuwe verklaring voor het ontstaan van neuroblastoom tumoren. Er bleken veel eiwitten verstoord te zijn die een rol spelen bij het ontstaan van zenuwbanen. Dat zijn uitlopers van zenuwcellen die alleen ontstaan als cellen niet meer delen. Neuroblastoomcellen kunnen deze uitlopers niet meer goedmaken en blijven daarom eindeloos doordelen en vormen zo een tumor. In een vervolgonderzoek zullen nieuwe medicijnen worden getest die het uitgroeien van zenuwbanen juist stimuleren, en zo de tumorcel laten stoppen met delen. Ook veranderingen in andere soorten eiwitten werden aangetroffen en worden nu onderzocht op hun rol in het ontstaan van neuroblastoom tumoren. Tenslotte is duidelijk geworden dat sommige neuroblastoomtumoren honderden vlak bij elkaar liggende breuken in hun DNA hadden. De stukken DNA waren weer aan elkaar geplakt in de tumorcel, maar in een foute volgorde. Zo waren door één gebeurtenis honderden stukken DNA beschadigd en werden tientallen eiwitten veranderd. Ook deze bevinding biedt zicht op diagnostische en therapeutische toepassingen. De resultaten van deze studie zijn gepubliceerd in de vooraanstaande tijdschriften Nature (Molenaar et al., 2012) en Cell (Rausch et al., 2012). Met dit onderzoek is er een nieuwe weg ingeslagen voor het onderzoek naar neuroblastoom. De resultaten van dit onderzoek zijn een uiterst belangrijke stap op weg naar een betere behandeling van neuroblastoom tumoren.
40
jaarverslag 2012
Jaarrekening
jaarverslag 2012
41
BALANS 31 december 2012 31 december 2011 ACTIVA Materiële vaste activa 33.026 31.701 Financiële vaste activa 1.000.000 500.000 Voorraden 196.193 71.309 Vorderingenen en overlopende activa 999.479 324.488 Liquide middelen 29.682.309 28.021.891 30.877.981 28.417.688 Totaal activa 31.911.007 28.949.389 PASSIVA Reserves en fondsen Continuïteitsreserve 2.000.000 2.000.000 Bestemmingsreserve 2.779.450 6.762.343 Bestemmingsreserve Prinses Máxima Centrum 9.000.000 - Totaal reserves 13.779.450 8.762.343 Langlopende verplichting 7.045.099 9.129.106 Kortlopende verplichting 11.086.459 11.057.939 Totaal Passiva 31.911.007 28.949.389
42
jaarverslag 2012
STAAT VAN BATEN EN LASTEN
2012 Begroot 2011
BATEN Baten uit eigen fondsenwerving Rente baten
E
E
E
14.754.877 773.945
12.629.830 604.356
15.528.821
15.200.000
13.234.186
LASTEN Besteed aan doelstelling Onderzoeksprojecten 5.503.549 Voorlichting doelstelling 1.043.694
6.018.466 828.424
6.846.890
6.547.242
6.500.000
Werving baten Kosten t.b.v. eigen fondsenwerving 3.742.138 Lasten beheer liquiditeiten 77.662 -
2.692.075 56.407
Totale kosten voor werving baten
3.725.000
2.748.482
Beheer en administratiekosten Kosten beheer en administratie 144.672
152.010
SOM DER LASTEN
3.819.800
10.511.715
10.225.000
9.747.382
RESULTAAT
5.017.106
4.975.000
3.486.804
Toevoeging/ onttrekking aan: Continïteitsreserve Bestemmingsreserve
- 5.017.106
- 4.975.000
200.000 3.286.804
5.017.106
4.975.000
3.486.804
jaarverslag 2012
43
KASSTROOMOVERZICHT “Per 31 december 2012 zijn de liquide middelen gestegen met € 1.660.418 van € 28.021.891 per ultimo 2011 tot € 29.682.309 per ultimo 2012.” Onderstaand volgt een kasstroomoverzicht 2012 2011 € € Kasstroom uit activiteiten Resultaat boekjaar 5.017.106 3.486.804 Aanpassing resultaat naar netto kasstroom van operationale activiteiten: Mutatie voorraden -124.883 53.178 Mutatie vorderingen en overlopende activa -674.991 132.998 Mutatie kortlopende verplichtingen 28.520 682.948 Ontvangen en betaalde interest 773.945 604.356 Afschrijving op materiële vaste activa 17.593 15.180 Netto kasstroom operationele activiteiten 20.183 1.488.660 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa -18.917 -3.892 Mutatie langlopende verplichtingen -2.084.007 -2.816.386 Kasstroom uit investeringsactiviteiten -2.065.147 -1.316.438 2.972.143 3.659.025 Liquide middelen per 1 januari 28.021.891 26.971.061 Liquide middelen per 31 december 29.682.309 28.021.891 1.660.418 1.050.830
44
jaarverslag 2012
GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING ALGEMEEN De jaarrekening van de stichting is opgesteld conform richtlijn 650 “Fondsenwervende instellingen” van de Raad voor de Jaarverslaggeving. GRONDSLAGEN VAN WAARDERING Alle activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde, tenzij hieronder anders is vermeld. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd op aanschafwaarde, onder aftrek van afschrijvingen die zijn gebaseerd op de geschatte economische levensduur. De afschrijvingen bedragen een vast percentage van de aanschafwaarde: Inventaris en Inrichting 20% Software 20% Hardware 33% Financiële vaste activa De financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voorraden De voorraden worden gewaardeerd tegen de aanschafwaarde. Indien noodzakelijk is een voorziening voor incourante voorraad opgenomen. Vorderingen Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde, waar nodig onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid. Reserves en fondsen Het vermogen is gevormd uit overschotten van baten en lasten. De continuïteitsreserve is bestemd voor het garanderen van de continuïteit van de stichting. Het bestuur heeft hiertoe een deel van het vermogen bestemd met een maximum van 150% van de begrote jaarlijkse kosten werkorganisatie voor het volgende boekjaar. Bestemmingsreserve bestaat uit dat deel van het vermogen ter besteding aan de doelstelling waarvoor nog geen specifiek project is benoemd. Daarnaast is er een bestemmingsreserve voor het Prinses Máxima Centrum voor de inrichting van het onderzoekslabaratorium. Verplichtingen Kortlopende verplichting is de verplichting aan doelstelling voor het volgende jaar Langlopende verplichting is de verplichting aan doelstelling voor een periode van > 1 jaar Toerekeningsgrondslagen De verdeling van functies aan doelstelling, voorlichting, eigen fondsenwerving en beheer/administratie is op basis van tijdsverdeling per functie Presentatie Waar mogelijk zijn de vergelijkende cijfers aangepast aan de in dit financieel verslag gehanteerde wijze van presentatie. Begroting De in dit verslag opgenomen begroting voor het boekjaar 2012 betreft een herziene begroting die gedurende het jaar 2012 door het bestuur is aangepast en officieel is vastgesteld.
jaarverslag 2012
45
GRONDSLAGEN VOOR DE RESULTAATBEPALING Algemeen Rekening houdend met de waarderingsgrondslagen wordt het resultaat bepaald als het verschil tussen baten uit eigen fondsenwerving, uit acties van derden en de overige baten, verminderd met de bestedingen in het jaar. Tenzij ander vermeld worden de baten en lasten verantwoord in het jaar waarop ze betrekking hebben. Baten uit eigen fondsenwerving “Onder de baten uit eigen fondsenwerving zijn verantwoord de baten uit donaties en giften, sponsoring, nalatenschappen, verkoop van goederen, veilingen en de overige acties georganiseerd door de stichting zelf. In de jaarrekening zijn particuliere of bedrijfsmatige initiatieven tot inzamelingsacties die hebben geleid tot een donatie aan de stichting, verantwoord als baten uit eigen fondsenwerving uit hoofde van donaties, giften en schenkingen. Donaties, giften en schenkingen worden verantwoord in het jaar waarin zij worden ontvangen. Baten uit nalatenschappen worden verantwoord in het boekjaar waarin de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Eventuele voorschotten worden in het boekjaar waarin ze worden ontvangen verantwoord. Lasten Onder de lasten van de stichting worden verstaan de overeenkomstig de doelstelling van de stichting in het boekjaar toegekende onderzoeksprojecten en de op het boekjaar betrekking hebbende kosten. Kosten beheer- en administratie Kosten van beheer en administratie zijn die kosten die de organisatie maakt in het kader van de (interne) beheersing en administratievoering en niet worden toegerekend aan de doelstelling of de werving van baten. Kosten eigen fondsenwerving Kosten eigen fondsenwerving zijn die kosten die de organisatie maakt in het kader van het werven van baten en niet worden toegerekend aan de doelstelling Kosten doelstelling Kosten doelstelling zijn die kosten die de organisatie maakt in het kader van de doelstelling en niet worden toegerekend aan de kosten beheer- en administratie of de werving van baten. KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode (weergave van de kasstroom uit operationele activiteiten door vanuit een winstbegrip (bedrijfsresultaat) correcties toe te passen voor resultaatsposten die geen operationele kasstroom met zich meebrengen en voor kasstromen die in de betreffende periode geen resultaatspost zijn) GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Fusie Tom Voute Fonds Per 1 januari 2013 zal er een fusie plaatsvinden tussen Stichting Kinderen Kankervrij en het Tom Voute Fonds Raad van Toezicht Model KiKa is inmiddels een stichting met een belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid. Er is gekozen voor een governance met een scheiding tussen uitvoering en toezicht. Om die reden is gekozen voor een Raad van Toezicht model.
46
jaarverslag 2012
TOELICHTING OP DE BALANS VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Het verloop van de materiële vaste activa in 2011 is als volgt: Totaal Inventaris en computers
Verbouwing
€ € € Andere vaste bedrijfsmiddelen Stand begin boekjaar Aanschafwaarde 74.536 44.948 29.588 Cum. Afschrijvingen t/m 2011 42.833 28.182 14.651 Boekwaarde
31.703 16.766 14.937
Mutaties in boekjaar Investeringen 18.917 18.917 Desinvestering - - Afschrijvingen 17.593 11.676 5.918
1.324 7.241 5.918
Stand ultimo boekjaar Aanschafwaarde 93.453 63.865 29.588 Cum. afschrijvingen t/m 2012 60.427 39.858 20.569 Boekwaarde
33.026,47 24.007 9.019
Totaal Financiële vaste activa Stand begin boekjaar 500.000 Toevoeging 500.000 Boekwaarde
1.000.000
Lening u/g Prinses Máxima Centrum
500.000 500.000 1.000.000
De uitgegeven lening aan het Prinses Máxima Centrum is in 2 delen uitgegeven. Het eerste deel à € 500.000 is in 2011 uitgegeven. Het tweede deel à € 500.000 is in 2012 uitgegeven. De looptijd van de lening bedraagt van 1 november 2011 tot 1 februari 2015. De lening is achtergesteld. De rente die over deze lening verschuldigd is bedraagt 4% per jaar. Er zal op kwartaalbasis rente worden geïnd. De geldnemer is vrijgesteld van aflossingen zolang zijn exploitatie nog niet is gestart (verwachte startdatum 1 januari 2015).
jaarverslag 2012
47
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden verkoopartikelen
196.193
71.309
VORDERINGEN Overige vorderingen Debiteuren 10.069 BTW suppletie 2010 - BTW suppletie 2011 13.389 BTW suppletie 2012 54.359 BTW 4e kwartaal 3.707- Vooruitbetaalde kosten 68.847 Vooruitbetaalde kosten “Draag je steentje bij” 214.029 Overige vorderingen 605 Nog te ontvangen rente 641.888
770 218.521
324.488
LIQUIDE MIDDELEN Kas 4.845 Kruisposten - ING 11.168.315 Rabobank 5.136.335 ABN AMRO 3.369.115 ASN Bank 5.003.699 Termijn deposito’s 5.000.000
186 7.023 123.950 5.046.362 12.673.121 5.000.000 5.171.250
28.021.891
999.479
29.682.309
31.355 19.473 13.389 15.681 25.298
De bandbreedte van de rente bedraagt tussen de 1,3% en 2,7%. De looptijd van alle rentes op spaarrekeningen is varieërend en te allen tijde kortlopend. Van het totale saldo aan liquide middelen per ultimo 2012 (€ 29.682.309) staat er € 28.266.301 op spaarrekeningen. De saldi op deze spaarrekeningen direct opeisbaar. Deposito Bedrag Looptijd Rente Staalbankiers 41735 5.000.000 15-02-13 3,30% ING Deposito 65.16.45.352 10.000.000 02-04-13 3,00% RESERVES EN FONDSEN Reserves Continuïteitsreserve Stand begin boekjaar
2.000.000
Af: Bij: vanuit resultaatverdeling Stand einde boekjaar
2.000.000
Bestemmingsreserve toekomstig wetenschappelijk onderzoek Stand begin boekjaar
6.762.343
Af: toevoeging aan bestemmingsreserve Prinses Maxima Centrum Bij: vanuit resultaatverdeling Stand einde boekjaar 48
€ Totaal
jaarverslag 2012
-
3.982.894 2.779.450
Bestemmingsreserve Prinses Maxima Centrum Stand begin boekjaar
-
Af: Bij: vanuit resultaatverdeling 5.017.106 Bij: vanuit bestemmingsreserve toekomstig wetenschappelijk onderzoek 3.982.894 Stand einde boekjaar 9.000.000
LANGLOPENDE SCHULDEN Toegekende onderzoeksprojecten Goedgekeurde Vrijval Betaald Restant Verplichting projecten Projecten in verplichting 1-1-2012 2012 2012 2012 31-12-2012 Erasmus MC + Sophia te Rotterdam 4.594.070 925.243 31.846 2.170.744 3.316.723 UMCG te Groningen 1.457.924 - 111 401.569 1.056.244 Willem-Alexander Kinder- en Jeugdcentrum Leiden 1.227.160 - - 626.067 601.093 Vu Medisch Centrum Adam 735.977 266.605 - 216.618 785.964 Wilhelmina Ziekenhuis Utrecht 1.354.737 267.437 30.075 210.339 1.381.760 UMC St Radboud Kinderziekenhuis Nijmegen 1.474.343 - 59.506 652.975 761.862 Emma Kinderziekenhuis AMC Amsterdam 4.781.832 - 159.199 1.610.006 3.012.627 Samenwerkingsprojecten (7 centra, SKION) 2.534.363 4.643.961 503.442 887.658 5.787.224 Kortlopend deel verplichting - - - - 18.160.406 6.103.246 784.179 6.775.976 16.703.497 Te betalen in komende boekjaar 9.031.300 - - - 9.658.398 Langlopende verplichting 9.129.106 6.103.246 784.179 6.775.976 7.045.099 Voor een volledig inzicht in de projectverplichtingen is in bovenstaand projectoverzicht het totaal van lang en kortlopende verplichtingen gezamenlijk weergegeven. Verplichtingen waarvan de betalingen in het komende boekjaar zullen plaatsvinden, zijn vervolgens als kortlopende verplichting opgenomen. 31 december 31 december 2012 2011 KORTLOPENDE SCHULDEN Crediteuren 1.244.286 1.608.765 Correctie crediteuren inz. verschil jaarrek 2012 - Nog te betalen kosten 29.837 88.415 Nog te betalen accountantskosten 6.250 6.250 Nog te betalen onderzoeksprojecten 9.658.398 9.031.300 Loonheffing en sociale premies 2.947 2.550 Vooruitontvangen bedragen 78.435 313.435 Vooruitontvangen bedragen “Draag je steentje bij” 59.081 Reservering vakantiedagen 7.921 7.921 Personeelskosten 697- 697 11.086.459 11.057.940 In de crediteuren zijn een aantal facturen van onderzoeksinstellingen opgenomen die einde 2012 zijn ontvangen. In de langlopende schulden zijn ze echter wel meegenomen als zijnde ‘betaald project’ in 2012. Dit verklaart het hoge bedrag aan crediteuren. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen. Inzake de huur van het pand aan de Groen van Prinstererlaan 99, te Amstelveen is er een bankgarantie afgegeven €13.125. Er is een huurverplichting van 01/06/2009 t/m 31/08/2014 met een bedrag van € 56.629,80 per jaar in 2012. jaarverslag 2012
49
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
Werkelijk Begroot Werkelijk 2012 2012 2011
Donaties, mailingacties, initiatieven particulieren Donaties, giften en schenkingen bedrijven
9.332.851 3.745.538
7.306.866 3.495.413
13.078.389 13.600.000 322.950 671.722 - 70.910 64.253 8.378 179.703
10.802.279
1.317.916 1.200.000 589.412 230.841
1.513.414
Kunstveiling Run for Kika KiKa Loterijen Actie golfdag Avond4daagse Dam-tot-Damloop Overige Verkoop artikelen Verkoop artikelen netto omzet Verkoop artikelen kostprijs Verkoop artikelen bruto winst
264.765 842.448 10.950 85.260 87.886 9.366 212.739
506.983 192.845
358.571
400.000
314.138
Totaal baten uit eigen fondsenwerving
14.754.877
15.200.000
12.629.830
BATEN UIT BELEGGINGEN Bankrente Rente lening Prinses Máxima Centrum Overige rente
740.428 32.986 530
343.000 32.000 -
599.356 5.000
375.000
604.356
15.575.000
13.234.186
Totale baten
773.945 15.528.821
De afwijking van de gerealiseerde totale baten ten opzichte van de begroting zijn minimaal. De begrote baten uit rentes zijn fors lager dan de werkelijke. Dit is een resultaat van hoge rente die genoten is op verschillende spaarrekeningen.
50
jaarverslag 2012
KOSTEN Besteed aan doelstelling Toegekende projecten Erasmus MC + Sophia te Rotterdam UMCG te Groningen Willem-Alexander Kinder- en Jeugdcentrum Leiden Vu Medisch Centrum Adam Wilhelmina Ziekenhuis Utrecht UMC St Radboud Kinderziekenhuis Nijmegen Emma Kinderziekenhuis AMC Amsterdam Samenwerkingsprojecten (7 centra, SKION)
Werkelijk Begroot Werkelijk 2012 2012 2011 893.397 111 - - 266.605 237.362 59.506 - 159.199 - 4.140.519
391.050 905.140 269.500 1.056.707 2.606.579 592.836
5.319.067 Voorlichting doelstelling 24.063 24.587 Kosten onderzoek
5.821.812 498.014 5.343.130
6.344.413
5.500.000
De afwijking van de begrote bestedingen aan doelstellingen ten opzichte van de werkelijke bestedingen aan doelstelling is minimaal. Wervingkosten baten uit eigen fondsenwerving (publiciteit en communicatie) Kosten databasebeheer en management 40.656 Kosten drukwerk, porto, adressenbestand 54.842 Marketingkosten derden 3.850.409 Kosten KiKa acties 117.794 Kosten vrijwilligers/communicatie 10.580
44.906 71.622 2.100.000 126.135 -
2.342.664
4.074.281
3.725.000
De wervingskosten zijn hoger uitgevallen ten opzichte van de begrote kosten. Dit heeft te maken met een extra investering in ‘straatwerving’ waarbij goede resultaten zijn behaald. Personeelskosten Brutoloon 444.084 432.211 Sociale lasten 96.279 83.752 Pensioenpremies 40.008 53.461 Overige personeelskosten 57.276 60.292
637.647
690.500
629.716
De gerealiseerde personeelskosten zijn lager uitgevallen ten opzichte van de begroting in verband met het vertrek van een werknemer. Gemiddeld aantal werknemers Gedurende het jaar waren er gemiddeld 10,3 fte werknemers in dienst op basis van een volledig dienstverband (2011: 9,5). In totaal waren er 14 werknemers in dienst per einde 2012.
jaarverslag 2012
51
Bezoldiging directie Kika Functie Algemeen Directeur Dienstverband Onbepaalde tijd Uren per werkweek 36 uur Parttime percentage 100% Bezoldiging in euro’s Jaarinkomen: Bruto loon/salaris 98.842 Vakantiegeld 10.841 Eindejaarsuitkering 8.237 117.920 SV lasten werkgeversdeel 15.085 Belastbare vergoedingen / bijtellingen Pensioenlasten werkgeversdeel 5.831 Overige beloningen op termijn Uitkeringen beëindiging dienstverband 20.917 Huisvestingskosten
Werkelijk Begroot Werkelijk 2012 2012 2011 76.125
62.500
70.741
Kantoor- en algemene kosten Kantoorbenodigdheden Representatiekosten Kantoorkosten Bestuur Accountants-, administratie-, en advieskosten Bankkosten Overige algemene kosten
5.475 29.902 142.221 3.848 95.171 77.662 8.661
5.861 25.141 116.174 61.800 56.407 79.287
362.938
344.669
254.200
Door een groei van 21% in het aantal donateurs in 2012 t.o.v. 2011, het ontwikkelen van een webshop en een wijziging in de structuur van het aansturen van de stichting zijn er meer kantoor- en algemene kosten gerealiseerd dan begroot. Deze extra kosten zijn onvoldoende meegenomen in de begrote kosten waardoor er een aanzienlijk verschil is tussen de gerealiseerde en de begrote kosten. Afschrijving en rente Afschrijvingskosten 17.593
15.180
15.180
17.593
16.000
De afwijking van de gerealiseerde afschrijvingskosten ten opzichte van de begrote kosten is minimaal. 10.511.715 10.248.200 9.747.383 Totale kosten Het verschil tussen de begroting en de werkelijke kosten en opbrengsten is minimaal. Er heeft een wijziging in de begroting plaatsgevonden gedurende het boekjaar, een extra investering voor de werving van donateurs.
52
jaarverslag 2012
Werkelijk Begroot Werkelijk 2011 2011 2010
Personeelskosten Overige kosten Kosten uit eigen fondsenwerving
223.454 3.518.684 3.742.138
Baten uit eigen fondsenwerving in % van baten uit eigen fondsenwerving
14.754.877
15.200.000
12.629.830
25,36%
21,32%
CBF norm = gemiddelde 3 jaar max. 25%. Het gemiddelde van KiKa van de afgelopen 3 jaar is 20,1% Besteed aan doelstelling 6.547.242 Totaal baten 15.528.821 15.575.000 Bestedingen als percentage van totaal van baten 42,16% 0,00% Kosten administratie en beheer Personeelskosten 90.740 Overige kosten 53.932 Totaal Totaal lasten incl. besteding aan doelstelling Kosten in percentage van het totaal aan lasten
219.176 2.472.899 2.692.075
6.846.890 13.234.186 51,74%
95.351 56.659
144.672
152.010
10.511.715
9.747.382
1,38%
1,56%
jaarverslag 2012
53
54
jaarverslag 2012
5.503.549 3.742.138
77.662 144.672 1.043.694 10.511.715 3.656.500 9.747.383
fte 1,63 3,62 1,47 3,61 10,33 9,51 Toerekeningsgrondslagen Op basis van tijdsbesteding per functie: per functie is de tijdsbesteding toegewezen aan de doelstelling, eigen fondsenwerving, voorlichting en beheer/administratie.
Totaal
Verdeelsleutel 15,78% 35,04% 14,23% 34,95% 100% Besteed aan doelstelling 5.343.130 - - - - 5.343.130 - 5.846.399 Afdrachten - Aankopen en verwervingen - Uitbesteed werk - Publiciteit en communicatie - 3.385.871 - - 688.410 4.074.281 2.705.000 2.840.678 Personeelskosten 100.616 223.454 - 90.740 222.837 637.647 652.000 629.716 Huisvestingskosten 12.012 26.677 - 10.833 26.603 76.125 79.500 70.741 Kantoor- en algemene kosten 45.015 99.971 - 40.596 99.695 285.276 205.000 288.262 Afschrijving 2.776 6.165 - 2.504 6.148 17.593 15.000 15.180 Bankkosten - - 77.662 - - 77.662 56.407
Bestemming Doelstelling Werving baten Beheer en Voorlichting Totaal 2012 Begroot 2012 Totaal 2011 Administratie Lasten Wetenschappelijk Eigen fondsen- Lasten beheer onderzoek werving liquiditeiten
jaarverslag 2012
57
58
jaarverslag 2012