Anoniem
1
Inhoud Inleiding Motivatie Levensvragen en stellingen Interview met 3 generaties Boeddhistische en Hindoeïstische visie op de dood Reflectie Nawoord Bronnen
2
Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 5 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Blz. 8
Inleiding Iedereen krijgt ermee te maken: de dood. De een is er bang voor, de ander kiest er juist voor. De dood wordt door iedereen weer anders gezien. De een ziet het als weggaan en nooit meer terugkomen, een ander ziet het slechts als het einde van zijn aardse leven en weer iemand anders ziet het als boete doen voor slechte daden. De (biologische) definitie van de dood is: een onomkeerbare toestand waarbij een voorheen levend organisme, niet meer groeit, er geen sprake meer is van metabolisme en er geen actieve levensfuncties meer plaatsvinden, zoals ademhaling, hartslag en denken. Voor iemand die zegt dat doodgaan niets is, en dat er ná het doodgaan niets meer is, klopt deze definitie. Maar er zijn ook mensen die zeggen dat men na de dood weer herrijst en een beloning naar verdienste zal krijgen. Er wordt ook gezegd dat de dood slechts een overgangsfase is. Voor deze mensen klopt de definitie niet. Dan zou er iets aan toegevoegd moeten worden, namelijk dat er op deze aarde geen levenstekens meer te vinden zijn in het fysieke gedeelte van een mens. Maar op een andere wereld, of dat nu hemel, hel of een andere plek is, leeft de dode verder. Nu kom ik terug op de hierboven genoemde angst voor de dood. Waar komt die angst vandaan? Sommige mensen hebben een slecht leven geleid, en zijn bang voor hun uiteindelijke lot. Anderen zijn gewoon bang omdat ze niet weten wat hen te wachten staat, ze zijn bang voor het onbekende. Wie zegt eigenlijk dat de dood het einde is? In deze schriftelijke bezinning hoop ik inzicht te krijgen over hoe verschillende generaties tegen de dood aan kijken, ook ga ik proberen duidelijk te krijgen of zij bang zijn voor de dood. Ook ga ik proberen aan te geven hoe twee verschillende godsdiensten of geloofsstromingen tegen de dood aan kijken. Motivatie Ik heb de dood als thema voor mijn schriftelijke bezinning gekozen, om verschillende redenen. De eerste reden is dat mijn opa pas is aangereden, en dat dat wel heel veel indruk op mij gemaakt heeft. Vooral het besef dat je iemand heel snel kan verliezen, zonder dat je het aan ziet komen. Ten tweede omdat mijn oma een tijdje geleden overleden is, en ik daar nooit echt goed over na heb gedacht, of over na heb durven te denken. Ten derde omdat ik de laatste 2 jaar zelf ziek ben, en ik er ook wel eens over heb gedacht, hoe het is om dood te zijn. Of je dan geen pijn meer hebt, of dat het meegaat. De levensvragen en de stelling, inclusief mijn eigen antwoord De stelling en de levensvragen die ik bij het thema ‘de dood’ bedacht heb zijn: Waarom sterven wij? Waarom is men bang om dood te gaan? Na de dood, blijven wij als geesten op de aarden, om bijvoorbeeld te waken over degenen van wie wij houden. Waarom sterven mensen? Persoonlijk denk ik dat mensen sterven om verschillende redenen. Ten eerste om de gemakkelijkste rede: het lichaam kan het niet meer aan om nog door te gaan. Ten tweede omdat dit zo bepaalt is, de aarde zou anders te vol raken. Dit zijn een beetje mijn nuchtere antwoorden, om het zo maar te omschrijven. Mijn ‘diepere antwoorden’ liggen wel wat genuanceerder. Ik denk dat mensen sterven, omdat ze ‘geroepen’ worden door iets hogers. Dat hoeft niet per sé God, Allah of een andere hogere macht te zijn. Maar dat kan ook door iets anders. Ik denk dat de ziel een plek heeft waar hij volmaakte rust en liefde, oneindig geluk en andere heerlijkheden vind. Ik denk dat die plek, dat hogere doel, de ziel als het ware roept. Dit kan per mens verschillen, voor een christen of moslim kan het de hemel zijn, voor een Boeddhist het nirwana. Daartegenover denk ik ook wel dat de ziel graag op aarde wil zijn, bij de mensen van wie de persoon het meest houdt. Dit is ook een
3
aspect van liefde, houden van en bij de mensen zijn bij wie je het liefst bent. Daarom hebben mensen ook bijna doodervaringen. De ziel wil het liefst nog even blijven bij de mensen van wie je het meest houdt. Waarom is men bang om dood te gaan? Ik denk dat mensen bang zijn om dood te gaan, omdat ze denken hun geliefden nooit meer te zien. Dit is denk ik niet waar. Ik weet zeker, dat als ik dood ben, ik alle mensen van wie ik houd zal zien. Ik denk ook dat mensen de dood vrezen, omdat ze niet weten wat ze kunnen verwachten, mijzelf inclusief. Het enige waar ik mijzelf van heb weten te overtuigen, is dat ik mijn geliefden zal zien. Anders zou ik de dood nog meer vrezen. Ik heb natuurlijk geen idee wat er na de dood is. Misschien is er wel gewoon niets. Is er een leegte. Dan kan men natuurlijk zeggen, een leegte, een niets, dat is toch ook iets. Maar ik bedoel dan ook echt helemaal niets. Geen menselijk besef meer en ook geen bewustzijn. Ik denk dat mensen bang zijn om dood te gaan, omdat ze bang zijn voor het onbekende. Dit kan ik beter uitdrukken door een verhaal te vertellen dat ik een paar jaar geleden gelezen heb in een Quest-magazine. Ik heb gelezen over een bijna doodervaring. Het gaat over een man op zee, hij was bijna verdronken nadat zijn bootje was gezonken. Hij kon zich nog net met zijn laatste krachten aan een boei in de zee vasthouden. Op het moment dat hij dreigde los te laten en dus zou verdrinken veranderde er iets. Hij was in een andere ‘wereld’ terecht gekomen. Hier zag hij de mooiste kleuren ooit, die op aarde niet te vinden of te zien waren. Het was een wereld waarin hij eigenlijk het liefst voor altijd zou willen blijven. Iets, een stem of iets dergelijks, zei hem om nog even vol te houden en niet de boei los te laten. Plots was hij weer terug in de gewone wereld, waarin hij nog steeds in het koude water aan de boei hing. Hij vond uiteindelijk dat er een touw aan die boei vast zat, en dat hij zich daarmee naar een soort drijvende steiger of vlonder kon trekken. Daar heeft hij meer dan een dag en een nacht gewacht totdat de kustwacht hem vond. Maar in de tijd dat hij op dat vlonder zat, is hij nog een paar keer terug geweest naar ‘zijn wereld.’ Hier heeft hij gepraat met een stem, die hem vertelde dat hij nog terug moest keren naar de aarde. Ook is hem gezegd dat hij later nog terug zou keren. Na deze ervaring is de man niet meer bang voor de dood. Dit verhaal heeft heel veel indruk op me gemaakt toen ik het las, daarom weet ik het nog zo goed. Persoonlijk geloof ik niet helemaal dat deze man, in een wereld terecht is gekomen, waarin je na de dood terecht komt. Maar het verhaal maakt wel duidelijk dat de man niet meer bang is voor de dood. Dit komt omdat hij weet waar hij ‘terecht zal komen’. Híj weet zeker dat hij in een wereld vol met prachtige kleuren terecht komt. Dat is zijn zekerheid. Kortom, ik denk dat mensen die bang zijn voor de dood, vooral bang zijn om in het onbekende terecht te komen, maar ze zijn ook bang om hun geliefden nooit meer te zien. Na de dood, blijven wij als geesten op de aarden, om bijvoorbeeld te waken over degenen van wie wij houden. Ik denk dat dit niet klopt. Ik denk dat we met onze ziel naar een hiernamaals gaan, en dat we daar onze geliefden en vrienden weer zien. Ik denk ook dat mensen het gemerkt zouden moeten hebben als er geesten, of andere verschijningen zijn. Er zijn natuurlijk wel mensen die zeggen geesten te kunnen zien of horen, als Char en Derek Ogilvie, maar ik denk niet dat zij helemaal oprecht zijn. In mijn optiek zouden er in ieder geval veel meer mensen moeten zijn die dan ‘contact zouden leggen’ met zo’n geest of aanwezigheid. Interview met 3 generaties. Ik heb mijn inleiding voorgelegd aan 3 verschillende mensen, van 3 verschillende generaties. Ten eerste aan mijn oudtante, waarvan ik weet dat zij een heel erge ‘tunnelvisie’ heeft als het om levensbeschouwelijke dingen gaat. Ik weet dat zij alleen maar vanuit het standpunt van een christen kijkt en vanuit niets anders.
4
Ten tweede heb ik het aan mijn moeder voorgelegd. Zij heeft een protestantse opvoeding gehad, maar is pas later eigenlijk zich voor het christendom gaan interesseren, als ik dit woord zo gebruiken kan. Zij heeft een modernere, wel christelijke, visie op het leven en de dood dan mijn oudtante. Als laatste heb ik het aan mijn vriendin X voorgelegd. Zij is een enorm nuchter kalf. Ze moet niets hebben van religie of spiritualiteit. Daarin verschilt ze van mij; ik vind religies en spiritualiteit interessant. Eigenlijk heb ik iedereen maar twee vragen gesteld: Wat is jouw visie op de dood? Ben je bang voor de dood? Vanuit deze twee vragen heb ik geprobeerd een gesprek op te zetten. Ik heb daar bewust voor gekozen, om het gesprek niet van te voren helemaal uit te denken, omdat ik bang was dat het een heel erg vraag-antwoordgesprek zou worden, waarin alles strak en stijf was. Mijn oudtante Toen ik aan mijn oudtante vroeg hoe zij de dood zag, antwoordde ze dat ze wist dat goede gelovigen in de hemel te komen, en dat ongelovigen in de hel terecht zouden komen. Vervolgens vroeg ik haar hoe ze dit zo zeker wist. Ze vertelde dat haar geloof in Jezus Christus en in God rotsvast was. Ze gelooft dat ieder mens voor God moet verschijnen en eventueel boete moet doen voor zijn of haar zonden. Ik heb haar ook gevraagd of ze in de hemel nog eens aan haar niet-christelijke geliefden zou denken. Ze antwoordde dat ze dat niet zou doen. “In de hemel,” zei ze, “ben je met hele andere dingen bezig. Je hebt alleen oog voor het goede, want er zijn alleen maar goede dingen. Ik zal zelfs niet meer ziek zijn.1 En je zult geen verdriet hebben om degenen die er niet zijn. Ik heb wel eens gehoord, maar ik weet niet of het helemaal waar is, dat alle mensen die niet in de hemel komen na hun dood in een soort tussenhemel/hel verblijven. Als Jezus dan weer opstaat, en alle doden weer op zullen staan, zal ieder gestorven mens dat nog geen christen is, aan Jezus voorgesteld worden, zodat zij nog één kans hebben om te bekeren.” Ze wist niet zeker meer waar ze dit gehoord of gelezen had, dus vertrouwde ze er niet op. “Maar als dit klopt,” zei ze, “zie ik misschien mijn geliefden terug die ik eerst niet in de hemel zag.” Bang voor haar eigen dood is mijn tante niet. Ze is wel bang voor het verliezen van geliefden. Eigenlijk is ze dus bang voor de dood van anderen. Bang voor de fysieke pijn die de dood mogelijk met zich meebrengt is ze ook niet. Mijn tante heeft een zware vorm van Reuma Artritis. Hiervoor heeft ze alle mogelijke medicijnen al gehad. Ook heeft ze meegedaan aan allerlei trials, bijvoorbeeld een trial met chemotherapie. Dit was in haar optiek de zwaarste van allemaal. Daarom zegt ze ook: “De pijn die ik voel bij mijn dood, kan nooit erger zijn dan de pijn die ik al gevoeld heb. Fysiek en mentaal.” Met de stelling was ze het niet eens, omdat ze gelooft dat zielen naar de hemel of hel gaan, of misschien die tussenhemel/hel. Mijn tantes definitie van de dood is: “Weer opnieuw beginnen, in een nieuw en vooral gezond lichaam. Mijn leven na de dood wacht op me.” Mijn moeder. Mijn moeder heeft, althans naar mijn mening en zoals al eerder gezegd is, een moderne, wel christelijke visie op leven en dood. Toen ik aan mijn moeder de inleiding van de bezinning doorlas had ze er al gelijk een antwoord op. Ze was bang om te sterven, maar dat kwam alleen omdat ze moeder was. Ze was namelijk bang om mijn zus en mij te verliezen. Maar bang voor wat er na de dood komt was ze niet. Natuurlijk heeft ze er wel eens twijfels over, maar ze wist zeker dat het iets goed was.
1
Mijn tante heeft Reuma Artritis, dit wordt later nog nader uitgewerkt.
5
Haar visie op de dood is niet erg traditioneel. Ze denkt wel dat er een hemel en een hel is, alleen denkt zij anders over deze dan de meeste anderen. Mijn moeder ziet de hemel als een plaats waar alles volmaakt is; volmaakte rust, niet evenaarbare liefde en allerlei andere fijnen dingen. De hel ziet ze daarentegen heel anders. Ze ziet de hel niet als een plaats van vuur en eeuwig branden. Ze denkt dat er in de hel een soort raam is. Als men door dit raam kijkt zien ze de hemel. Hier zien ze hoe goed de mensen het daar hebben. Dan voelen ze het verdriet, en willen ze daar ook zijn. Eigenlijk is de hel dus in haar visie in de hemel willen zijn. Mijn moeder was het, net als mijn tante, oneens met de stelling. Ze gelooft niet dat er geesten rondwaren, die gaan naar de hemel of naar de hel. Haar definitie van doodgaan klopte dan ook niet met degene die ik in mijn inleiding had gezet. Haar definitie was: ‘Doodgaan is niet het einde, het is slechts het begin van een eeuwig leven.’ vriendin. X is één van de meest nuchtere personen die ik ken. Het lijkt wel of niets haar van haar stuk kan brengen. Ze heeft ook niets met spiritualiteit of religie. Toen ik haar vroeg naar haar visie op de dood, nadat ze mijn stukje gelezen had vertelde ze me dit: “Ik zie de dood gewoon precies zoals jij het hebt beschreven in je stukje. Dood betekent niets meer, geen levensprocessen meer. Je hebt geen bewustzijn meer. Dood is niets. Leegte. Zwart. Geen ziel die na de dood ergens heen gaat.” Vervolgens vroeg ik hoe het dan kwam, dat er zoveel verschillende mensen waren, met zoveel verschillende karakters. Deze zullen niet voor niets geschapen of ontstaan zijn. Hierop antwoordde ze dat dat alleen maar kwam door de verbindingen in de hersenen en met de neuronen. Dat is gewoon puur wetenschap, geen spiritualiteit. Natuurlijk speelde opvoeding ook een rol. Bang voor de dood is ze wel, omdat ze denkt dat er niets is. Dit gaf haar wel een beklemmend gevoel. Het gaf haar een beklemmend gevoel helemaal alleen te zijn in dat donkere, zwarte, eenzame niets. Ik vroeg haar daarop dat ze geloofde dat er niets was, dus dat je je ook niet alleen of eenzaam zou voelen. Ze gaf toe dat ik daar wel gelijk in had, maar dat ze wel een beeld van een groot, zwart gat had na de dood. Dat grote gat was dus haar ‘niets’. Hiermee sprak ze zichzelf dus toch een beetje tegen: er is een groot, zwart gat na de dood. En geen ‘niets’. Verder durfde ik hier niet op in te gaan met haar, omdat ze pas een oma verloren had, en ze het moeilijk vond om over de dood te praten. Hanneke dacht niet dat er geesten rondwaren over de aarde om over de levenden te waren, aangezien voor haar dood gewoon dood was. Niets geen bewustzijn meer. Dus kan je ook niet waken. Boeddhistische en Hindoeïstische visies op de dood. Hier volgen de visies van een Boeddhist en een Hindoe op de dood. Boeddhisme Boeddhisten zijn niet bang om dood te gaan. Zij weten dat als zij niet meer gebonden zijn aan wereldse zaken, zoals emoties en materie, zij opgaan in het Nirwana. Maar als de Boeddhist in zijn leven nog wel gebonden is aan de wereld, zal de ziel uit het stoffelijk lichaam weg gaan, om in een ander lichaam weer wedergeboren te worden. Boeddhisten geloven niet dat men na de dood als geest nog rondwaart. Ze geloven, als eerder gezegd, dat men of terugkeert in een nieuw lichaam, of naar het Nirwana gaat. Hoe het leven er na de dood uitziet, als je weer wedergeboren bent, hangt af van de manier waarop je in je vorige levens geleefd hebt. Dit wordt volgens hen bepaalt door de wet van karma. Karma is het resultaat, de neerslag van het handelen in vorige levens. Dit karma kan er niet voor zorgen dat je verlost wordt, dus dat men naar het Nirwana gaat. Het kan er hooguit voor zorgen dat je dichter bij de verlossing komt. Dit komt omdat we handelen, omdat we aan dit bestaan hechten. Dit levert weer karma op dat hecht aan het bestaan, mede daardoor reïncarneer je weer terug in een nieuw lichaam. Goed karma geeft je als
6
het ware ene hogere wedergeboorte. De conclusie is dus eigenlijk: “Ook goed karma leidt tot een nieuw bestaan, goed karma brengt je alleen dichter naar de verlossing.” Met de stelling zou een Boeddhist het niet eens zijn, omdat je of in een lichaam bent met je ziel of in het nirwana. Hindoeïsme De visie van een Hindoe is dat de dood betekent dat de ziel het lichaam verlaat. Een Hindoe gelooft dat de ziel dan weer in een ander lichaam terecht komt. In een hogere kaste als je goed geleefd hebt in je vorige leven, of bijvoorbeeld als dier als je zeer slecht geleefd hebt. Dit gaat eindeloos door. Totdat de Hindoe moksja (verlossing) bereikt, de samsara (eindeloze kringloop van sterven en wedergeboorte) is dan onderbroken en de Hindoe kan opgaan in het grote brahman (oerbron). Als je heel nuchter kijkt, is een Hindoe dus ook niet bang om te sterven, als deze zeer goed geleefd heeft. Hij weet dat hij dan terugkeert als een beter iets. Een Hindoe zou het met mijn stelling niet eens zijn, omdat je steeds weer wordt heboren. Binnenin het Hindoeïsme en het Boeddhisme zijn natuurlijk wel verschillende stromingen. Ik heb zoveel mogelijk geprobeerd om over het Hindoeïsme en Boeddhisme in z’n geheel te spreken, en heb het bewust niet gesplitst in stromingen. Reflectie Mijn conclusie is eigenlijk niet veranderd na het horen van de standpunten van anderen. Ik denk nog steeds dat de ziel ergens naar toegaat waar hij volmaakte rust en vrede vind. Ik blijf erbij dat dat voor mijn moeder en oudtante de hemel zal betekenen, maar dat het voor Hanneke een plek is waar zij gewoon rust en vrede vindt. Ik merk dat mijn standpunt eigenlijk niet zoveel verschilt met dat van mijn oudtante en moeder, alleen geef ik het een andere naam. Zij noemen het hemel, en ik heb het eigenlijk geen naam gegeven. Voor Hanneke denk ik persoonlijk niet dat er een groot, zwart niets zal zijn. Ik denk dat zij ook op een goede plek terechtkomt. Mijn standpunten met de Hindoes en Boeddhisten verschillen op het punt van karma en reïncarnatie. Ik geloof daar niet in, zij doen dat wel. Een overeenkomst met mijn moeder, mijn tante, Hanneke, met Hindoes ,met Boeddhisten en met mijzelf is dat de ziel uiteindelijk wel de plek vind waar hij wil zijn. Een nieuwe levensvraag die mij opkwam was wel: “Bestaat er dan zoiets als karma?” In het christendom spreken ze er als het ware ook over: Als je slechte daden begaat in je leven ga je naar de hel. Doe je goed ga je naar de hemel. In het Boeddhisme en Hindoeïsme spreken ze er ook over.
Nawoord Van te voren wist ik niet zo goed wat ik kon verwachten van deze bezinning. Ik hoopte er alleen op dat ik anderen wat beter kon leren kennen, door met hun over een redelijk intiem en persoonlijk thema te spreken. Deze verwachting is uitgekomen. Ik merkte dat ik dingen te weten kwam van mijn geïnterviewden die ik nog niet wist. Ik hoop ook dat u er veel leesplezier aan heeft kunnen beleven, en dat u, er net als ik, over na heb kunnen denken.
7
Bronnen http://www.scholieren.com/werkstukken/27867 http://www.iselinge.nl/Scholenplein/pabolessen/01022cgodsdienst1/pagina05hindoeisme.html http://home.versatel.nl/daanmok/Onderwijs/Tijdloze%20thema's/Hindoeisme.html http://nl.wikipedia.org/wiki/Hindoe%C3%AFsme http://mens-en-samenleving.infonu.nl/religie/15618-gebruiken-rond-sterven-endood-boeddhisme.html http://nl.wikipedia.org/wiki/Wedergeboorte_(boeddhisme) http://www.boeddhismesterven.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=55&Itemid=73 http://scholieren.samenvattingen.com/documenten/show/6420824/ http://www.rnlnd.com/ Jezus: Feit of fictie? Josh McDowell, Uitgeverij Barnabas, ISBN: 90-5030-790-6 De oude wereld in beeld gebracht. Shona Grimbly, Veltman Uitgevers ISBN: 90-5920-229-5
8