Leerlingenstatuut Don Bosco College – Volendam
INHOUDSOPGAVE
Blz. 1
A.
ALGEMEEN Procedure en geldigheidsduur Toepassing Publicatie
Blz. 2 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3
B.
REGELS OVER HET ONDERWIJS Het lesgeven Het volgen van het onderwijs Toetsing van leerstof en vaardigheden Werkstukken Rapporten Overgaan/zittenblijven Huiswerk Verwijdering op grond van leerprestaties
Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 4/5 Blz. 5 Blz. 5 Blz. 5 Blz. 6 Blz. 6
C.
REGELS OVER DE SCHOOL ALS ORGANISATIE EN GEBOUW Toelating Vrijheid van meningsuiting Vrijheid van uiterlijk De schoolkrant Aanplakborden Bijeenkomsten Leerlingenraad Leerlingenregistratie en privacybescherming Schoolreglement Aanwezigheid Te laat komen Strafbevoegdheden Straffen
Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Blz. 7 Blz. 7 Blz. 7 Blz. 8 Blz. 8 Blz. 9 Blz. 9 Blz. 10 Blz. 10 Blz. 10 Blz. 10
D.
KLACHTENREGELING
Blz. 11
E.
HANDHAVING VAN HET LEERLINGENSTATUUT Klachtenprocedure BIJLAGE 1 van het leerlingenstatuut Schoolreglement BIJLAGE 2 van het leerlingenstatuut Telaatkomers BIJLAGE 3 van het leerlingenstatuut Reglement van schorsing en verwijdering BIJLAGE 4 van het leerlingenstatuut Klachtenregeling BIJLAGE 5 van het leerlingenstatuut Het pestprotocol BIJLAGE 6 van het leerlingenstatuut Convenant veilig in en om de school Waterland BIJLAGE 7 van het leerlingenstatuut Instructie leerlingen ontruimingsplan
Blz. 11 Blz. 12 Blz. 14 Blz. 15 Blz. 16 Blz. 17 Blz. 18 Blz. 20
Versie september 2010 – blad 1 van 22
Leerlingenstatuut Don Bosco College – Volendam
LEERLINGENSTATUUT Inleiding Met een leerlingenstatuut bij de hand is er een goede mogelijkheid de rechtspositie van de leerlingen te verbeteren en te verduidelijken. Wanneer iedereen weet waar hij/zij aan toe is, kan dat een positieve bijdrage leveren aan de sfeer en het onderwijs op school. A. ALGEMEEN DOELSTELLING
Artikel 1 Het leerlingenstatuut regelt de rechten en plichten van de leerlingen. Artikel 2 In dit statuut wordt bedoeld met: leerlingen:
alle leerlingen die op onze school staan ingeschreven.
ouders:
ouders, voogden en andere feitelijke verzorgers.
docenten:
personeelsleden met een onderwijstaak (ook stagiaires).
onderwijs ondersteunend personeel:
personeelsleden met een andere aanstelling dan lesgeven.
schoolleiding:
de rector samen met de plaatsvervangend rector en conrector.
schoolbestuur:
het bevoegd gezag, d.w.z. het bestuur van de Stichting Katholiek Onderwijs Volendam. . een uit de leerlingen gekozen vertegenwoordiging die de
leerlingenraad:
belangen van de leerlingen behartigt. medezeggenschapsraad:
het vertegenwoordigend orgaan van de hele school.
klassenvertegenwoordiger:
een jaarlijks door de leerlingen in elke klas te kiezen vertegenwoordiger van de leerlingen van die klas.
geleding:
de term voor de volgende groeperingen binnen de school: personeel, leerlingen en ouders.
mentor:
docent, aangewezen om een leerling of groep leerlingen gedurende het schooljaar te begeleiden.
klachtencommissie:
orgaan dat klachten aangaande onjuiste of onzorgvuldige toepassing van het leerlingenstatuut in behandeling kan nemen en hierover een dringend advies aan het schoolbestuur doet.
afdelingsleider:
functionaris die de leerlingen van een bepaalde afdeling volgt.
veiligheidscoördinator:
functionaris die gedelegeerd is voor de veiligheid van leerlingen en docenten binnen het DBC.
Versie september 2010 – blad 2 van 22
Leerlingenstatuut Don Bosco College – Volendam PROCEDURE EN GELDIGHEIDSDUUR
Artikel 3 Een leerlingenstatuut wordt niet voor altijd vastgesteld, het kan zijn dat er aanpassingen, aanvullingen of wijzigingen nodig zijn. Dit kan voortkomen uit de praktijkervaring met zo'n statuut. Het leerlingenstatuut wordt vastgesteld, respectievelijk gewijzigd door het schoolbestuur. Het voorstel daartoe heeft de instemming nodig van de ouders- en leerlingengeleding van de medezeggenschapsraad. De leerlingenraad adviseert de medezeggenschapsraad daarbij. Het statuut wordt telkens voor een periode van ten minste 2 jaar, al dan niet gewijzigd, vastgesteld. TOEPASSING
Artikel 4 Het leerlingenstatuut is (als het niet in strijd is met de bestaande rechtsposities en/of wettelijke verantwoordelijkheden) bindend voor: - de leerlingen; - de docenten; - het onderwijs ondersteunend personeel; - de schoolleiding; - het schoolbestuur; - de ouders. PUBLICATIE
Artikel 5 De tekst van het leerlingenstatuut wordt op school gepubliceerd en aan iedereen uitgedeeld op wie het van toepassing is.
B. REGELS OVER HET ONDERWIJS HET LESGEVEN
Artikel 6 •1. De leerlingen hebben er recht op, dat de leraren zich inspannen om behoorlijk onderwijs te geven. Het gaat hierbij om zaken als: - redelijke verdeling van de leerstof over de lesuren; - goede presentatie en duidelijke uitleg van de stof; - keuze van geschikte schoolboeken en lesmateriaal; - aansluiting van het opgegeven huiswerk op de behandelde stof; - optimale benutting van de lestijd; - vermijding van grof taalgebruik en kleinerende opmerkingen. •2. Als een leraar naar het oordeel van een leerling of een groep leerlingen zijn taak niet op een behoorlijke wijze vervult, kunnen de leerlingen dit aan de orde stellen bij de betrokkene. Levert dit geen bevredigend resultaat op dan kunnen achtereenvolgens de mentor, de afdelingsleider of de (plaatsvervangend) rector worden ingeschakeld. •3. De mentor, afdelingsleider of (plv.) rector zullen proberen een oplossing te zoeken voor de klacht en geven er binnen een week reactie op. •4. Is de reactie naar het oordeel van de leerling(en) niet afdoende, dan kan beroep worden aangetekend bij de klachtencommissie (zie artikel 27).
HET VOLGEN VAN HET ONDERWIJS
Versie september 2010 – blad 3 van 22
Leerlingenstatuut Don Bosco College – Volendam
Artikel 7 •1. De leerlingen zijn verplicht zich in te spannen om een goede les mogelijk te maken. De overdracht van informatie moet ordelijk kunnen verlopen. •2. Een leerling die een goede voortgang van de les verstoort, is, als daartoe opdracht wordt gegeven, verplicht de les te verlaten. De leerling dient zich dan onmiddellijk te melden bij de afdelingsleider van de afdeling. Bij diens afwezigheid bij een andere afdelingsleider of directielid of tenslotte bij de administratie. TOETSING VAN LEERSTOF EN VAARDIGHEDEN
Artikel 8 •1. Toetsing kan door middel van: - proefwerken, die over grote delen van de stof gaan (hieronder valt ook het mondeling, toetsen van spreekvaardigheid of te lezen boeken); - schriftelijke/mondelinge overhoringen, die over de stof van een of enkele lessen gaan; - werkstukken/spreekbeurten/practica/mondelingen; - schooltentamens; - praktische opdrachten; - handelingsgedeelte. • 2. Het gewicht van de toetsen is vastgelegd in een Programma van Toetsing (PT). Dit PT wordt aan het begin van elk schooljaar vastgesteld. Het is te vinden op de website van de school onder de knop: Over ons onderwijs > rapporten en PT’s. •3. Proefwerken moeten minstens 1 week van tevoren worden aangekondigd. Overhoringen, practica moeten minstens 1 les van tevoren worden aangekondigd. Werkstukken, spreekbeurten, mondelinge toetsen moeten minimaal 3 weken van tevoren worden aangekondigd. •4. De normen van de beoordeling worden door de docent meegedeeld en toegelicht. •5. Een leerling van de 1e of 2e klas van alle afdelingen of de 3e klas van H/A, mag slechts 2 proefwerken of 2 van tevoren aangekondigde schriftelijke overhoringen (s.o.) krijgen, of 1 proefwerk en 1 van tevoren aangekondigd s.o. per dag. (Deze regel geldt niet bij het herkansen of het inhalen van een toets.) Voor de overige leerjaren moet er wel naar deze regel worden gestreefd, maar zijn uitzonderingen mogelijk i.v.m. clustervorming. Als een klas schooltentamens heeft, mogen er op die dag geen andere toetsen worden afgenomen, tenzij de betreffende tentamens geen voorbereiding vergen. •6. Een gemaakte toets moet binnen twee weken worden teruggegeven. Deze regel geldt niet wanneer het proefwerk handelt over stof, die niets met die van het vorige werk te maken heeft. Werkstukken, verslagen, practica e.d. moeten binnen vier schoolweken nagekeken zijn. •7. Een leerling heeft het recht op inzage in zijn/haar proefwerk en dit proefwerk dient door de docent nabesproken te worden. Blijkt dit niet mogelijk of levert dit geen bevredigend resultaat op, dan kunnen achtereenvolgens de mentor, de afdelingsleider en in het uiterste geval de schoolleiding worden ingeschakeld. Deze zullen elk binnen een week reageren. •8. Wie het niet eens is met de beoordeling, maakt dit aan de docent bekend. Daarna volgt de procedure zoals beschreven in art. 27. •9.
De leerling die, met een voor de afdelingsleider of schoolleiding aanvaardbare reden niet heeft deelgenomen aan een proefwerk, heeft het recht alsnog getoetst te worden.
•10. De straf op elke vorm van fraude moet tevoren duidelijk gemaakt zijn door de docent. Indien iemand onrechtmatig afwezig is tijdens een proefwerk of schriftelijke overhoring mag het werk niet ingehaald worden en krijgt de leerling het cijfer 1. Dit ter beoordeling van de afdelingsleider of de docent, die in overleg met de afdelingsleider bepaalt of de leerling onrechtmatig afwezig was. De
Versie september 2010 – blad 4 van 22
Leerlingenstatuut Don Bosco College – Volendam
directie bepaalt welke sancties er staan op onrechtmatige afwezigheid (zie het reglement van schorsing en verwijdering). •11.
Cijfers worden gegeven in een schaal van 1 t/m 10.
• 12.Leerlingen in het eerste brugjaar hebben het recht om het eerste proefwerk van een vak te herkansen, indien zij voor dit vak een cijfer lager dan 5,5 hebben gehaald. Deze regeling geldt niet voor schriftelijke overhoringen. WERKSTUKKEN
Artikel 9 Wanneer het maken van werkstukken (wat voor soort ook) onderdeel is van het onderwijsprogramma dient tevoren duidelijk te zijn aan welke normen een werkstuk moet voldoen, wanneer het gereed moet zijn en wat er gebeurt bij te laat of niet inleveren. RAPPORTEN
Artikel 10 •1. Een rapport geeft de ouders en de leerling overzicht van de prestaties voor alle vakken over een bepaalde periode. Het rapport is gericht aan de ouders, tenzij de leerling meerderjarig is. In dit geval krijgen de ouders een kopie van dit rapport toegestuurd. •2.
Een rapportcijfer moet op grond van minstens 2 proefwerken, werkstukken of spreekbeurten worden vastgesteld.
•3.
Een rapportcijfer voor een vak kan maximaal 2 punten lager zijn dan het vorige. Bij het eerste rapport mag het cijfer niet lager zijn dan een 4. (In elk leerjaar, met uitzondering van de tweede fase klassen HAVO/Atheneum).
•4.
Aan het begin van het schooljaar moet worden geregeld hoe een rapportcijfer wordt vastgesteld. Hierover dient duidelijkheid te bestaan bij leerlingen en ouders.
•5.
Het rapportcijfer mag alleen gebaseerd zijn op geleverde prestaties.
OVERGAAN/ZITTENBLIJVEN
Artikel 11 •1. Bij het eerste rapport van een nieuw schooljaar moet het voor de leerling duidelijk zijn aan welke normen hij/zij moet voldoen om over te gaan naar een hoger leerjaar of een andere afdeling. •2.
Wanneer een leerling opzettelijk slechte prestaties levert of niets inlevert, wordt dit gezien als wanprestatie. Dit moet door de docent tijdig worden gemeld bij de directie. Een leerling kan dan niet worden bevorderd naar een hoger leerjaar voordat hij/zij deze wanprestatie door middel van een taak heeft weggewerkt.
HUISWERK
Artikel 12 •1. De leraren die gezamenlijk lesgeven aan een bepaalde klas, moeten ernaar streven dat de gemiddelde studiebelasting per week (in de onderbouw: les + huiswerk) niet hoger is dan 40 klokuren. Hierbij wordt ook rekening gehouden met het maken van werkstukken en het lezen van boeken. •2. De leerling die zijn huiswerk niet heeft kunnen maken, meldt dit bij aanvang van de les aan de docent. Indien de docent de reden niet aanvaardbaar acht, kan hij of zij een strafmaatregel toepassen. Indien de leerling het hiermee niet eens is, kan deze in beroep gaan bij de afdelingsleider. Inleverdata voor werkstukken, praktische opdrachten, verslagen e.d. moeten ruim tevoren bekend gemaakt worden
Versie september 2010 – blad 5 van 22
Leerlingenstatuut Don Bosco College – Volendam
met de strafmaatregelen bij niet inleveren. •3. Voor de eerste schooldag na een vakantie en de dag na kermismaandag wordt geen huiswerk of toets opgegeven. Dit geldt niet voor schoolonderzoekperiodes. Het betreft hier vakanties van twee of meer werkdagen. VERWIJDERING OP GROND VAN LEERPRESTATIES
Artikel 13 Het is niet toegestaan een leerling in de loop van het schooljaar op grond van onvoldoende leerprestatie van school of naar een andere afdeling te sturen, ook niet na één keer zittenblijven. De schoolleiding kan wel de leerling een advies geven zich voor een andere school of afdeling in te laten schrijven. Wanneer een leerling twee keer in een zelfde leerjaar, resp. in twee opeenvolgende leerjaren blijft zitten, moet hij/zij de desbetreffende afdeling definitief verlaten. Indien dit betekent dat de leerling de school moet verlaten en de leerling leerplichtig is en/of aan de kwalificatieplicht moet voldoen, mag de school hem slechts uitschrijven wanneer hij op een andere school is toegelaten. Indien de leerling nog leerplichtig is, kan dit alleen gebeuren wanneer de leerling de toezegging heeft, dat hij/zij ergens anders wordt toegelaten of van de leerplicht wordt vrijgesteld.
C. REGELS OVER DE SCHOOL ALS ORGANISATIE EN GEBOUW TOELATING
Artikel 14 •1. Het schoolbestuur stelt op voorstel van de schoolleiding en met inachtneming van hetgeen daarover is vastgesteld in het medezeggenschapsreglement de toelatingseisen vast op grond waarvan een aspirant-leerling kan worden toegelaten tot de school. •2. De schoolleiding draagt zorg voor voldoende informatie over de gang van zaken op school aan de aspirant-leerling en zijn/haar ouders. •3. Als een aspirant-leerling niet wordt toegelaten, dan geeft de schoolleiding schriftelijk de redenen aan waarop deze beslissing is gebaseerd. •4. De aspirant-leerling en de ouders kunnen deze beslissing aan de orde stellen bij de beroepscommissie. •5. De beroepscommissie deelt daarna, onder opgaaf van redenen, schriftelijk mee wat zij na het horen van deskundigen heeft besloten. De beroepscommissie wordt gevormd door 1 bestuurslid, 1 lid van de schoolleiding en 1 lid van de ouderraad. VRIJHEID VAN MENINGSUITING
Artikel 15 Iedere leerling heeft de vrijheid zijn of haar mening op school te uiten binnen de grenzen die de identiteit en de doelstellingen van de school daaraan stellen. Wie zich door een ander in woord of geschrift beledigd of gediscrimineerd voelt, kan een klacht indienen volgens de procedure zoals beschreven in artikel 27. VRIJHEID VAN UITERLIJK
Artikel 16 •1. De schoolleiding heeft het recht, nadat er gesproken is met de leerlingenraad, voorschriften te geven over de uiterlijke verzorging en/of de kleding van de leerlingen. Het dragen van gezichtsbedekkende kleding is in ieder geval niet toegestaan. Op school, zowel
Versie september 2010 – blad 6 van 22
Leerlingenstatuut Don Bosco College – Volendam
binnen als buiten lestijd, is het dragen van petten, mutsen, hoeden en hoofddoekjes verboden. Ingenomen petten, mutsen, hoeden en hoofddoekjes worden aan het einde van het eerste en aan het einde van het tweede semester teruggegeven aan de drager. Kleding met discriminerende teksten is evenmin toegestaan. •2. De schoolleiding kan bepaalde kleding verplichten, wanneer deze kleding aan gebruiks- of veiligheidseisen moet voldoen bij bepaalde vakken. •3. Leerlingen en personeelsleden dienen zich te onthouden van ongewenste intimiteiten. Onder ongewenste intimiteiten worden o.a. verstaan: handtastelijkheden, voortdurende seksueel getinte open aanmerkingen, grappen of gebaren en herhaaldelijke niet gewenste toenaderingspogingen. Maar ook een bepaalde, als hinderlijk ervaren, manier van kijken kan als intiem en ongewenst worden beschouwd. DE SCHOOLKRANT
Artikel 17 •1. De schoolkrant is op de eerste plaats bestemd voor de leerlingen, maar is ook beschikbaar voor anderen. •2. De schoolleiding kan de publicatie verbieden, als deze in strijd is met de grondslag of de doelstellingen van de school, een discriminerende of beledigende inhoud bevat, dan wel iemands privacy of integriteit schaadt. •3. Aan de redactie van de schoolkrant worden faciliteiten beschikbaar gesteld, zoals een opbergruimte en een werkruimte. AANPLAKBORDEN
Artikel 18 Er is een prikbord waar de leerlingen, de leerlingenraad en andere leerlingenorganisaties mededelingen van niet-commerciële aard kunnen ophangen.
BIJEENKOMSTEN
Artikel 19 •1. De in de grondwet en in internationale verdragen vastgestelde vrijheid van vergadering wordt door iedereen gerespecteerd. •2. De schoolleiding is niet bevoegd een bijeenkomst van leerlingen te verbieden, wanneer die buiten de lestijden wordt georganiseerd, wel als die binnen schooltijd valt. Wel mag de schoolleiding de vergadering verbieden als de bijeenkomst een onwettig karakter draagt en/of het schoolbelang schaadt. •3. Anderen (leraren, schoolleiders, ouders, leden van het schoolbestuur) worden alleen toegelaten op een bijeenkomst van leerlingen, als de leerlingen dat toestaan. De schoolleiding kan in het belang van de school de voorwaarde stellen dat een lid van het personeel aanwezig is. •4. De schoolleiding is verplicht voor een bijeenkomst van leerlingen een ruimte ter beschikking te stellen.
Versie september 2010 – blad 7 van 22
Leerlingenstatuut Don Bosco College – Volendam
•5. De leerlingen zijn verplicht een ter beschikking gestelde ruimte in de oorspronkelijke staat terug te brengen. •6. De gebruikers zijn verantwoordelijk en aansprakelijk voor eventuele schade. LEERLINGENRAAD
Artikel 20 •1. De leerlingenraad wordt ieder schooljaar gekozen. •2. De leerlingenraad bestaat uit: de leerlingen die in de medezeggenschapsraad zitten en minstens: 2 vertegenwoordigers uit de eerste klassen; 2 vertegenwoordigers uit de tweede klassen; 2 vertegenwoordigers uit de derde klassen; 2 vertegenwoordigers uit de vierde klassen 2 vertegenwoordigers uit de vijfde klassen; 1 vertegenwoordiger uit de zesde klassen. De leerlingenraad kiest aan het begin van het schooljaar zijn voorzitter. •3. Indien er geen verkiezing plaatsvindt, besluiten de zittende leden tot een overgangsregeling om de open plaatsen te vervullen. •4. Aan de leerlingenraad wordt zo mogelijk een vaste ruimte, maar in ieder geval een afsluitbare kast ter beschikking gesteld. •5. Voor activiteiten van de leerlingenraad worden drukfaciliteiten, apparatuur en andere materialen in redelijke mate ter beschikking gesteld. •6. Bijeenkomsten van de leerlingenraad kunnen, in overleg met de directie, tijdens de lesuren plaatsvinden. •7. Leerlingen die in de leerlingenraad zitten, krijgen, indien van toepassing, hiervoor studielasturen.
LEERLINGENREGISTRATIE EN PRIVACYBESCHERMING
Artikel 21 •1. Er is op school een leerlingenregister. •2. Het leerlingenregister staat onder verantwoordelijkheid van de schoolleiding. •3. De schoolleiding wijst een administratief medewerk(st)er aan die verantwoordelijk is voor het dagelijks beheer. •4. De medezeggenschapsraad geeft aan welke gegevens van een leerling in het leerlingenregister kunnen worden opgenomen. Het betreft: a. persoonlijke gegevens: - naam; - adres; - telefoonnummer / e-mailadres; - geboortedatum; - sekse; - namen ouders/verzorgers; - gezinssamenstelling. b. schoolgegevens : - klas; - schoolprestaties; - vakkenpakket;
Versie september 2010 – blad 8 van 22
Leerlingenstatuut Don Bosco College – Volendam
- voorafgaande school; - uitslagen tests. •5. Een leerling heeft de bevoegdheid tot inzage van de gegevens die over hem/haar zijn genoteerd en het recht correcties aan te laten brengen. Dit recht geldt ook voor de ouders. •6. Het leerlingenregister kan worden ingezien door: - de leraren van de desbetreffende leerlingen; - de decaan; - de counselor; - de afdelingsleider van de betreffende leerling; - de schoolleiding; - de door de schoolleiding aangewezen leden van de administratie; - de klachtencommissie; - de remedial teachers; - de schoolmaatschappelijk werkster; - de zorgcoördinator: - de pedagogisch conciërge. •7. Het is leerlingen niet toegestaan om van leerlingen en medewerkers foto-, video- en geluidsopnamen te maken zonder medeweten en uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene(n). SCHOOLREGLEMENT
Artikel 22 •1. De schoolleiding heeft met instemming van de M.R. het schoolreglement opgesteld. Het schoolreglement wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld. Dit is als bijlage 1 toegevoegd. •2. De ouders van een minderjarige leerling die schade heeft veroorzaakt, worden hiervan door de schoolleiding in kennis gesteld en hierop aangesproken. De meerderjarige leerling wordt persoonlijk aangesproken. •3. Tegen een leerling die opzettelijk schade toebrengt aan het schoolgebouw, de eigendommen van de school of de eigendommen van derden, wordt door de schoolleiding strafmaatregelen getroffen. AANWEZIGHEID
Artikel 23 •1. De leerlingen zijn verplicht de lessen volgens het voor hen geldende rooster te volgen, tenzij er voor een bepaald vak een andere regeling is getroffen. •2. Tijdens pauzes, roostervrije uren en uitval van lessen zonder vervanging, zijn de leerlingen niet verplicht in het gebouw te blijven. De aula en mediatheek staan, uitgezonderd bijzondere omstandigheden, ter beschikking als werkplek. Tijdens het derde uur mogen leerlingen uit de bovenbouw ook studeren op de werkplekken in de gang. In verband met overlast voor de buurt is het niet toegestaan zich op te houden aan de overzijde van de Heideweg en achter de sporthal. TE LAAT KOMEN
Artikel 24 De schoolleiding stelt een ordemaatregel vast voor leerlingen die te laat komen. STRAFBEVOEGDHEDEN
Artikel 25 •1. De bevoegdheid straf op te leggen komt toe aan docenten en schoolleiding.
Versie september 2010 – blad 9 van 22
Leerlingenstatuut Don Bosco College – Volendam
•2. Een lid van het onderwijs ondersteunend personeel is niet bevoegd een straf op te leggen, maar kan wel het gedrag van de leerling vanwege een overtreding van de geldende regels bij de schoolleiding aan de orde stellen. STRAFFEN
Artikel 26 •1. Lijf- en tuchtstraffen zijn ten strengste verboden. •2. Bij het opleggen van de straf moet er een redelijke verhouding zijn tussen de soort straf, de strafmaat en de ernst en de aard van overtreding. •3. Het moet duidelijk zijn voor welke overtreding de straf gegeven wordt. Bij de praktische uitvoering van een straf wordt met de mogelijkheden van de leerling rekening gehouden. •4. De volgende straffen, opklimmend in zwaarte, kunnen aan de leerlingen worden opgelegd: - een berisping; - het maken van strafwerk; - nablijven; - het inhalen van gemiste lessen; - het niet mogen inhalen van toetsen, die werden afgenomen op het moment dat de leerling spijbelde; - het opruimen van gemaakte rommel; - het uitvoeren van corveewerkzaamheden; - het ontzeggen van de toegang tot één of meer lessen (na overleg met de afdelingsleider en de directie); - schorsing; - definitieve verwijdering; - het in bewaring nemen van eigendommen die volgens het schoolreglement verboden zijn. Zie voor de laatste twee straffen bijlage 2.
D. KLACHTENREGELING Voor de school geldt een klachtenregeling. Deze ligt ter inzage in de mediatheek. De school heeft een of meer vertrouwenspersonen. De namen van de vertrouwenspersonen worden elk jaar in het schoolboekje gepubliceerd. De onderhavige klachtenregeling is alleen van toepassing als men met zijn klacht niet ergens anders terecht kan. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze worden afgehandeld. Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op deze klachtenregeling.
E. HANDHAVING VAN HET LEERLINGENSTATUUT KLACHTENPROCEDURE
Artikel 27 •1. Wanneer iemand meent dat het leerlingenstatuut onjuist of onzorgvuldig wordt toegepast, kan diegene bezwaar maken bij de persoon die dit doet met het verzoek de toepassing van het leerlingenstatuut anders te interpreteren. •2. Levert dit geen bevredigend resultaat op, dan kunnen achtereenvolgens de mentor, de afdelingsleider of de (plaatsvervangend) rector worden ingeschakeld. Deze nemen vervolgens contact op met degene tegen wie de klacht wordt ingediend om te proberen tot een aanvaardbare oplossing te komen. Als het een klacht over een lid van de schoolleiding betreft, dan wendt men zich tot het Versie september 2010 – blad 10 van 22
Leerlingenstatuut Don Bosco College – Volendam
schoolbestuur. De mentor, resp. de afdelingsleider of de (plaatsvervangend) rector of het schoolbestuur moet binnen een week uitspraak doen. Artikel 28 In gevallen waarin dit statuut niet voorziet en voorzover het de rechten en de plichten van de leerlingen betreft, beslist het schoolbestuur overeenkomstig wat daarover wordt bepaald in het reglement van de medezeggenschapsraad.
Versie september 2010 – blad 11 van 22
Leerlingenstatuut Don Bosco College – Volendam
BIJLAGE 1 van het leerlingenstatuut.
SCHOOLREGLEMENT 1) De school is open vanaf 7.30 uur. Vanaf 7.30 uur kan van de hal en de aula gebruik worden gemaakt. Het is dan niet toegestaan de trappenhuizen in te gaan. Vanaf 7.55 uur, na de eerste bel, gaat iedereen naar de lokalen. 2) Tijdens de pauzes gaat iedereen naar de aula, de hal of naar buiten. Niemand blijft in de lokalen, gangen of trappenhuizen achter. Leerlingen die geen les hebben mogen niet in de gangen blijven. 3) De automaten mogen alleen gebruikt worden: a) tijdens de officiële pauzes door alle leerlingen. b) door leerlingen die een uur vrij hebben en bovendien in de aula blijven. Tijdens de wisseling van lessen mag dus geen gebruik worden gemaakt van de automaten! 4) Het is ten strengste verboden: a) wapens, waaronder messen in bezit te hebben; b) drugs, alcohol of vuurwerk in bezit te hebben, te bewaren, te gebruiken of te verhandelen in en om de school; c) op een andere plaats dan in de speciale rokersruimte te roken. d) onder invloed van ‘genotmiddelen’ op school te zijn; e) etenswaren/snoep te nuttigen in de lokalen, mediatheek, gangen of trappenhuizen; f) bekertjes, papier, plastic zakken op de vloer te gooien; g) mobiele telefoons, MP3 of andere geluid- en beelddragers onder schooltijd te gebruiken of aan te hebben staan tijdens de lessen / in de klassen of in de gangen; h) in de docentenkamer, kopieerruimte en administratie ongevraagd binnen te komen; i) het schoolkluisje te gebruiken als bewaarplaats van onder 4a t/m 4b genoemde middelen; j) om binnen de school deel te nemen aan kansspelen of om te spelen om geld. k) om binnen de school gezichtsbedekkende kleding, petten, hoeden, mutsen of hoofddoekjes te dragen. 5) Bij crimineel gedrag zoals lichamelijk geweld, wapenbezit, diefstal, heling, het verhandelen, gebruiken, opslaan of het in bezit hebben van drugs of vuurwerk, zal aangifte worden gedaan bij de politie. Als het gaat om diefstal van eigendom(men) van leerlingen of personeel adviseert de veiligheidscoördinator de betrokkenen - of hun ouders - om aangifte te doen bij de politie. 6) Bij het vermoeden van oneigenlijk gebruik van een schoolkluisje controleert iemand van de schoolleiding, samen met de veiligheidscoördinator of afdelingsleider de inhoud van een kluisje. Indien zich hierin verboden en/of gestolen goederen bevinden, neemt de schoolleiding passende maatregelen en wordt er aangifte gedaan bij de politie. Ook zullen er jaarlijks twee onaangekondigde controles van alle kluisjes plaatsvinden. 7) De huurders van de schoolkluisjes zijn verplicht om deze kluisjes 7 werkdagen vóór de grote vakantie leeg te maken. Daarna zal de schoolleiding hiertoe opdracht geven. De inhoud die op twee dagen vóór de grote vakantie niet is opgehaald, wordt gegeven aan het ‘goede doel’. 8) Tijdens de ochtendpauze is het i.v.m. de overlast voor de omwonenden en de verkeersveiligheid niet toegestaan de Heideweg over te steken of zich achter of in de sporthal op te houden. 9) Uit hygiënisch oogpunt is douchen na de sportles noodzakelijk. Handdoek en zeep of shampoo dienen meegenomen te worden. Leerlingen die gymnastiekles hebben gehad, gaan direct naar school voor de volgende les. 10) Leerlingen die te laat komen, worden tot de les toegelaten en worden door de docent in het leerlingenadministratiepakket genoteerd samen met de leerlingen die afwezig zijn of verwijderd worden. 11) Leerlingen moeten ervoor zorgen, dat zij alle lesmaterialen van die dag bij zich hebben en zij moeten Versie september 2010 – blad 12 van 22
Leerlingenstatuut Don Bosco College – Volendam
meewerken om de lessen rustig en vlot te doen verlopen. 12) Niet de klok of de bel bepaalt wanneer de les is afgelopen, maar de leerkracht. Werkzaamheden, zoals het opruimen van de klas, behoren bij de les. 13) Bij verwijdering meld je je direct bij de afdelingsleider. Als deze er niet is, zoek je een andere afdelingsleider op. 14) Fietsen en brommers worden uitsluitend op de hiervoor aangewezen plaatsen gezet. Om ongelukken te voorkomen, mogen de leerlingen op het terrein van de school niet met een brommer rijden, waarvan de motor draait. Fietsen van leerlingen mogen alleen in de fietsenrekken op het eigen schoolplein worden neergezet. Fietsen die elders worden geplaatst, zoals op de openbare weg, bij de sporthal of bij de bowling, worden door het personeel van school verwijderd en aan de ketting gelegd. 15) Schade toegebracht aan eigendommen van de school of aan voorwerpen van anderen moet door de leerling worden vergoed. Bij moedwillige vernielingen en/of beschadigingen van schooleigendommen, doet de veiligheidscoördinator aangifte bij de politie (art. 22.2/art. 22.3 uit het statuut). 16) In bepaalde gevallen kan het zijn dat er een schorsings- of verwijderingsprocedure in werking wordt gezet. Deze procedure ligt ter inzage bij de schoolleiding. 17) Iedere leerling heeft de vrijheid zijn/haar mening op school te uiten binnen de grenzen die de identiteit en de doelstellingen van de school daaraan stellen. Leerlingen moeten zich onthouden van beledigingen of discriminatie in woord, geschrift of gebaar t.o.v. elkaar, van personeelsleden en andere personen. 18) Misbruik (zoals pesten) door middel van moderne communicatiemiddelen zoals internet, e-mail, SMSof MSN-berichten is verboden. Bij pesten zal gehandeld worden via het pestprotocol (zie bijlage 5). 19) Regels ten aanzien van schoolfeesten: - het is niet toegestaan om alcohol te gebruiken op schoolfeesten; - bij leerlingen waarvan het vermoeden bestaat dat ze voorafgaand aan een schoolfeest alcohol hebben gebruikt, kan een blaastest worden afgenomen. Leerlingen die de test weigeren of waarvan uit de test blijkt dat ze alcohol hebben gebruikt, zal de toegang tot een schoolfeest ontzegd worden. 20) Wanneer een leerling een schoolregel overtreedt, is de schoolleiding gerechtigd om een maatregel te nemen. Indien de school als uitvoering van de schoolregels tijdelijk een eigendom van een leerling afneemt, niet met de bedoeling om zich dit eigendom toe te eigenen, maar om de leerling te bestraffen vanwege het overtreden van de schoolregel, is dit wettelijk toegestaan. De schoolleiding kan gedurende maximaal een half jaar bijvoorbeeld de volgende bezittingen in bewaring nemen: hoofddeksels, mobiele telefoons of geluids- en beelddragers. Verkeerd geplaatste fietsen kunnen aan de ketting worden gezet, voor uiterlijk één dag.
Versie september 2010 – blad 13 van 22
Leerlingenstatuut Don Bosco College – Volendam
BIJLAGE 2 van het leerlingenstatuut. TELAATKOMERS De regel voor de telaatkomers houdt het volgende in: Komt een leerling het 1e en/of het 6e lesuur te laat, dan kan deze leerling alleen toegang tot de les krijgen, nadat hij/zij zich eerst heeft gemeld bij de conciërgeloge. De bovengenoemde leerling moet zich vervolgens - als sanctie - de volgende ochtend om 7.30 uur melden bij de conciërgeloge, ook al beginnen zijn lessen die dag pas na het 1e lesuur! Komt een leerling op een dag én het 1e én het 6e lesuur te laat, dan moet hij/zij zich twee ochtenden achter elkaar om 7.30 uur melden. Als de leerling zich de volgende ochtend niet om 7.30 uur heeft gemeld, wordt hij/zij op deze dag door de afdelingsleider uit de les gehaald en moet deze leerling zich vervolgens op twee ochtenden achter elkaar om 7.30 uur melden. Gaat er dan nog iets mis met deze vroegmeldingen, of komt deze leerling op een van deze dagen tijdens het 1e of 6e lesuur weer te laat, dan neemt de mentor contact op met de ouders. In dit geval, blijft de straf natuurlijk gehandhaafd! Ook als de leerling meer dan 3 keer te laat komt, wordt er contact opgenomen met de ouders. Na 6 keer te laat komen in het 1e trimester krijgt de leerling een weekendstraf opgelegd door de afdelingsleider. Voor te laat komen tijdens de overige lesuren, mogen de docenten zelf een sanctie bepalen. (De sanctie, om 7.30 uur melden, kan in dit geval niet worden opgelegd). Een situatie waarbij nogal eens leerlingen te laat komen, doet zich voor tijdens de blokuren. Tussen de 2 lesuren die samen het blok vormen, geeft de docent de leerlingen vaak de gelegenheid om even het toilet te bezoeken o.i.d. Het begrip ‘even’ wordt dan soms door leerling en docent verschillend geïnterpreteerd. Hierdoor komt een leerling dan “te laat” naar de zin van zo’n docent. Hier geldt dan: de verantwoordelijkheid ligt bij de leerling en docent zelf!
Versie september 2010 – blad 14 van 22
Leerlingenstatuut Don Bosco College – Volendam
BIJLAGE 3 van het leerlingenstatuut.
REGLEMENT VAN SCHORSING EN VERWIJDERING De schoolleiding heeft het recht om leerlingen, die wangedrag vertonen en/of slechte prestaties leveren en/ of het gedrag en de prestaties van hun medeleerlingen nadelig blijven beïnvloeden, tijdelijk de toegang tot de lessen te ontzeggen. Hierbij zal de volgende procedure worden gevolgd: 1. 2
3.
De leerling(e) wordt bij de eerste schorsing gedurende een dag de toegang tot de lessen ontzegd. Tijdens deze schorsing moet de leerling(e) op school komen om een opgedragen taak naar behoren uit te voeren. Indien er sprake is van ernstig of herhaald wangedrag van de leerling(e) volgt een tweede schorsing, waarbij de betreffende leerling(e) wordt meegedeeld dat hem/haar een LAATSTE KANS wordt geboden. Deze tweede schorsing duurt meer dan een dag maar ten hoogste 5 schooldagen. De directie van de school brengt het schoolbestuur en de ouders onmiddellijk schriftelijk en met redenen omkleed op de hoogte van deze schorsing(en). Bij de tweede schorsing wordt ook de inspecteur ingelicht (zie artikel 13 van de wet op het voortgezet onderwijs). Indien ook na de tweede schorsing geen verbetering van het gedrag optreedt, zal met inachtneming van artikel 27 van de wet op het voortgezet onderwijs en na overleg met de inspectie, door het bestuur tot verwijdering worden overgegaan door het uitspreken van een derde schorsing. Indien gewenst zal er voorafgaand aan de definitieve verwijdering een gesprek plaatsvinden tussen het dagelijks bestuur, de directie, de ouders, de leerling en de mentor. De ouders van de leerling(e) kunnen het schoolbestuur binnen 6 weken schriftelijk om herziening van het besluit verzoeken.
Bij crimineel gedrag zoals lichamelijk geweld, diefstal, heling, het verhandelen, gebruiken, opslaan of het in bezit hebben van drugs of vuurwerk kan de schorsingsprocedure versneld worden toegepast. Tevens zal aangifte worden gedaan bij de politie. In deze gevallen kan het bestuur besluiten de eerste schorsing over te slaan. Bij ernstig crimineel gedrag kan direct tot verwijdering worden overgegaan. Het aantal schorsingen wordt op basis van een schooljaar opgebouwd / opgeteld.
de voorzitter, dhr. F.H.M. de Boer
de secretaris, dhr. C.C.M. Schilder
Versie september 2010 – blad 15 van 22
Leerlingenstatuut Don Bosco College – Volendam
BIJLAGE 4 van het leerlingenstatuut. KLACHTENREGELING Deze regeling ligt ter inzage bij de mediatheek en kan ook worden opgevraagd.
Versie september 2010 – blad 16 van 22
Leerlingenstatuut Don Bosco College – Volendam
BIJLAGE 5 van het leerlingenstatuut. HET PESTPROTOCOL
BIJLAGE 6 van het leerlingenstatuut.
Versie september 2010 – blad 17 van 22
Leerlingenstatuut Don Bosco College – Volendam
CONVENANT VEILIG IN EN OM DE SCHOOL WATERLAND
VEILIGHEID IN SCHOOL Artikel 1 De scholen resp. vestigingen ontwikkelen een schoolgebonden veiligheids- en zorgplan conform de zorgsystematiek van de Wet op de Arbeidsomstandigheden. Dit plan kan geen beperking van de inhoud of de werking van het convenant veilig in en rond de school Waterland in zich dragen. Artikel 2 Binnen de school en/of vestiging worden zodanige afspraken gemaakt dat het voor een ieder duidelijk is tot wie men zich kan wenden inzake de veiligheid in en om de school. Artikel 3 3.1 De scholen en vestiging zorgen ervoor dat ouders/verzorgers, leerlingen en personeel op de hoogte zijn van de afspraken die voortvloeien uit de uitvoering van dit convenant. 3.2 In deze binnenschoolse afspraken dient in ieder geval te worden opgenomen: • de mededeling dat binnen de school een of meer vertrouwenspersonen zijn aangesteld; • een verbod op het plegen van strafbare feiten, resp. strafbare handelingen, zoals vandalisme, (seksuele) intimidatie, discriminatie, bedreiging, het voorhanden hebben van wapens, bezit en/of gebruik van alcohol en drugs, diefstal en ander crimineel gedrag; • de mededeling dat bij het plegen van een strafbaar feit in alle gevallen een melding, resp. aangifte wordt gedaan; • de mededeling dat ook in geval van (het vermoeden van) het voorkomen van crimineel gedrag, anders dan in artikel 9, contact wordt opgenomen met de politie, zonodig gevolgd door verdere acties zoals bijvoorbeeld aangifte; • de mededeling dat de school zich het recht voorbehoudt om, in het kader van de veiligheid in en om de school, de ter beschikking gestelde kluisjes, postvakken en dergelijke te openen en de inhoud te controleren. Artikel 4 Politie en Openbaar Ministerie vragen, waar de wet dit toestaat, aan de school informatie en advies inzake te treffen (pre-) justitiële sancties indien het een leerling van een van de in dit convenant genoemde scholen en instellingen betreft en indien de school aangifte heeft gedaan. Artikel 5 De politie geeft, voor zover de politie dat noodzakelijk en wenselijk acht, adviezen en in overleg met de schoolleiding voorlichting. HALT-Waterland geeft, in overleg met de schoolleiding, voorlichting en advies aan schoolleiding, onderwijzend personeel, onderwijsondersteunend personeel, ouders/verzorgers en leerlingen gericht op het voorkomen en terugdringen van overlast, vandalisme en criminaliteit.
Artikel 6 6.1 De convenantpartners spannen zich tot het uiterste in te voorkomen dat leerlingen van een school verwijderd worden. Indien de school geen andere weg meer open staat, draagt deze eerst zelf zorg voor
Versie september 2010 – blad 18 van 22
Leerlingenstatuut Don Bosco College – Volendam
plaatsing op een andere school. Hierbij biedt de door het Waterlandse Voortgezet Onderwijs vastgestelde notitie ‘Warme Verwijdering’ de te volgen procedures. De leerplichtambtenaar van de gemeente waarin de betreffende leerling woont en de regionale RMC-functionaris worden hierover tijdig geïnformeerd. Daar waar overplaatsing van een leerling niet mogelijk blijkt te zijn, vindt afstemming plaats met de betrokken leerplichtambtenaar. 6.2 Het bepaalde in artikel 6.1 laat onverlet dat het schoolbestuur kan besluiten tot het onmiddellijk in gang zetten van een verwijderingsprocedure bij ernstig crimineel gedrag ten aanzien van de leerlingen, het personeel en/of het materieel van de school. Artikel 7 De scholen en instellingen werken mee aan de uitvoering van maatregelen die de politie inzake de handhaving van wet- en regelgeving en de openbare orde noodzakelijk acht. Artikel 8 Bij het vermoeden van een ernstige bedreiging van de veiligheid in en om school, dan wel het voorkomen van crimineel gedrag door leerlingen in en om de school, zoals vandalisme, (seksuele) intimidatie, discriminatie, bedreiging, het voorhanden hebben van wapens, bezit en/of gebruik van alcohol en drugs, diefstal en ander crimineel gedrag, zullen de scholen en vestigingen in alle gevallen melding doen bij de contactpersoon van de politie en zo nodig overleg voeren inzake te nemen maatregelen. Artikel 9 De politie, het Openbaar Ministerie en HALT-Waterland verplichten zich om bij melding van crimineel gedrag binnen een van de in dit convenant genoemde scholen of vestigingen prioriteit te geven aan een snelle interventie en afhandeling. Artikel 10 De school levert een uiterste inspanning om op basis van overleg, medewerking te verlenen aan het ten uitvoer brengen van eventueel aan een leerling van de betreffende school op te leggen (pré-)justitiële sancties (HALT-Waterland)
BIJLAGE 7 van het leerlingenstatuut. INSTRUCTIE LEERLINGEN ONTRUIMINGSPLAN De leerlingen: Bij het klinken van het eerste brandalarm: alle leerlingen staken hun werkzaamheden; leerlingen op de gang/w.c. gaan zo snel mogelijk terug naar hun lokaal;
Versie september 2010 – blad 19 van 22
Leerlingenstatuut Don Bosco College – Volendam sluit de ramen; docent vertelt de leerlingen wat de kortste vluchtroute is; -verwijderde leerlingen / leerlingen op de w.c. melden zich in de sporthal bij hun docent. Binnen 1 minuut na dit brandalarm ontstaan er twee mogelijkheden: Via de intercom wordt gemeld: “De situatie is onder controle, geen ontruiming” Via de bel van het brandalarm wordt ‘groot alarm’ gegeven en/of via de intercom wordt het sein tot ontruiming gegeven. Eerste alarmmelding: Tweede alarmmelding:
GEEN ontruiming WEL ontruiming
Bij het klinken van het tweede brandalarm: Eerst de instructies - via intercom - opvolgen daarná samen met de leerlingen het lokaal - RUSTIG - verlaten Jassen en tassen worden achter gelaten ! Neem - samen met de docent - de aangewezen vluchtroute Er wordt geen lift gebruikt! Ga met de klas naar de verzamelplaats: oude SPORTHAL, via de zd.lijke (of nrd.lijke) nooddeuren -Bij een technische storing wordt er mondeling gewaarschuwd / megafoon. Verzamelvakken van leerlingen: De leerlingen trekken hun schoenen uit bij het betreden van de sporthal en verzamelen zich per klas/cluster zittend rond de docent waarvan ze tijdens de calamiteit les hadden. (Bij een lessenwisseling, of in de kleine pauze, verzamelen ze zich op de plaats van het appèl in het daartoe bestemde vak.) En wel in de volgende verzamelvakken * ter hoogte van tribune 1: * ter hoogte van tribune 2: * ter hoogte van tribune 3: * ter hoogte van tribune 4: * ter hoogte van tribune 5: * ter hoogte van tribune 6:
Alle eerste klassen Alle tweede klassen Alle derde klassen Alle vierde klassen Alle vijfde klassen Alle zesde klassen
} } zie bijlage I, } volgende blz } } }
Alle leerlingen blijven in de sporthal totdat het crisisteam de instructie geeft, om de school weer te betreden / om naar huis te gaan. Het tellen van leerlingen: De administratie is het centrale registratiepunt: - Zij roepen (via geluidsinstallatie / megafoon) elke jaarlaag. - De docent van de betreffende klas / cluster meldt: “compleet” of “het verschil”. - Wanneer zich geen docent meldt (BHV-verplichting elders) dan zoekt iemand van het N.O.P. de klas op, telt de leerlingen en geeft de gegevens door aan de administratie. - Nadat de oefening is beëindigd, keren EERST alle docenten en functionarissen onmiddellijk terug naar de klaslokalen.
Versie september 2010 – blad 20 van 22
Leerlingenstatuut Don Bosco College – Volendam Bijlage I: Plaats van appel; het oude deel van de sporthal Alternatief ⇓ noordelijke nooddeuren ⇓ 1
Klas 1
2
Klas 2
3
Klas 3
4
Klas 4
5
Klas 5
6
Klas 6 ⇑ Twee zuidelijke nooddeuren ⇑
de verzamelplaats: het oude deel van DE SPORTHAL, via de nooddeuren. Afhankelijk van de windrichting worden de zuidelijke of de noordelijke nooddeuren gebruikt. Verzamelvakken van leerlingen. De leerlingen trekken hun schoenen uit bij het betreden van de sporthal en verzamelen zich per klas/cluster zittend rond de docent waarvan ze tijdens de calamiteit les hadden. (Bij een lessenwisseling, of in de kleine pauze, verzamelen ze zich op de plaats van het appèl in het daartoe bestemde vak.) En wel in de volgende verzamelvakken: * ter hoogte van tribune 1: * ter hoogte van tribune 2: * ter hoogte van tribune 3: * ter hoogte van tribune 4: * ter hoogte van tribune 5: * ter hoogte van tribune 6:
Alle eerste klassen Alle tweede klassen Alle derde klassen Alle vierde klassen Alle vijfde klassen Alle zesde klassen
Alle leerlingen blijven in de sporthal totdat het crisisteam de instructie geeft, om de school weer te betreden / om naar huis te gaan.
Een calamiteit in de sporthal “Opperdam” 1.
Een calamiteit in de sporthal “Opperdam”
Voor de korte termijn worden de docenten geadviseerd om bij elke kleine of grote calamiteit de sporthal, inclusief de leslokalen, direct te verlaten via de nooddeuren en zich met de leerlingen te verzamelen in de aula van het D.B.C. (zij ontvangen een separate instructie van BR) 2.
Uitzonderingsmaatregelen LESLOKALEN EN GYMZALEN in het nieuwe deel van de sporthal
Indien het schoolgebouw wordt ontruimd, gaan de sportlessen en de theorielessen gewoon door! De leerlingen (en docenten) gaan niet naar de plaats van appèl in de oude sporthal. De eventuele BHV-ers / EHBO-ers blijven gewoon lesgeven. Wanneer er een lessenwisseling zou zijn, gaat deze even niet door totdat het schoolgebouw wordt vrijgegeven.
Alternatieve plaats van appèl: het parkeerterrein achter en naast de polikliniek Versie september 2010 – blad 21 van 22
Leerlingenstatuut Don Bosco College – Volendam Toelichting: Wanneer de sporthal niet als verzamelplaats kan worden gebruikt, wijken we uit naar de parkeerterreinen achter en naast de polikliniek. Dan moeten de leerlingen de Heideweg oversteken en aldaar verzamelen. Leerlingen van klas 1 t/m 3 achter de poli en van klas 4 t/m 6 links van de poli. De taak van het Niet Onderwijzend Personeel wordt dan om de leerlingen veilig over te laten steken en te voorkomen dat leerlingen de verkeerde weg nemen, dan wel naar toe huis gaan.
Versie september 2010 – blad 22 van 22