Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14 Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14 Een uitgave van GO! CLB Genk-Maasland en Scholengroep 14 Weg naar As 199a | 3600 Genk Halmstraat 12 | 3600 Genk
INHOUD
Inhoud ..................................................................................................................................................... 1 Voorwoord .............................................................................................................................................. 3 1.
Gezondheidsbeleid Op School (GOS). ............................................................................................. 5 1.1.
Ditjes en datjes. ....................................................................................................................... 5
1.2.
Nieuwe materialen orthotheek GOS-thema. ........................................................................... 7
2.
Orthotheek ...................................................................................................................................... 8
3.
Even voorstellen .............................................................................................................................. 8 3.1.
Carrière .................................................................................................................................... 9
3.2.
Coördinatie .............................................................................................................................. 9
3.3.
Lid van ...................................................................................................................................... 9
3.4.
Rol van een DiCo .................................................................................................................... 10
4.
M-decreet: een krachtige leeromgeving voor iedereen. .............................................................. 11
5.
Integrale JeugdHulpVerlening (IJHV). ............................................................................................ 15 5.1.
Historiek ................................................................................................................................. 15
5.2.
Werkingsprincipes ................................................................................................................. 16
5.3.
Doelstellingen van het decreet Integrale Jeugdhulp ............................................................. 17
5.3.1.
Vermaatschappelijking van de jeugdhulp ..................................................................... 17
5.3.2.
Tijdige toegang tot de jeugdhulp .................................................................................. 17
5.3.3.
Hulpcontinuïteit waarborgen ........................................................................................ 18
5.3.4.
Op een gepaste wijze omgaan met verontrusting. ....................................................... 18
5.3.5.
Voorzien in een aanbod crisisjeugdhulp ....................................................................... 18
5.3.6.
Maximale participatie van de minderjarige en zijn gezin.............................................. 19
iCare | januari 2015 1
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
5.4.
Rechten in de jeugdhulp ........................................................................................................ 19
6.
Kernkwadranten ............................................................................................................................ 20
7.
Vormingsaanbod ........................................................................................................................... 22
8.
Redactie ......................................................................................................................................... 23
Na elk hoofditem, vind je “terug naar inhoud”. Wijs “inhoud” aan en klik. Zo spring je terug naar de inhoudsopgave.
iCare | januari 2015 2
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
VOORWOORD Joke Hendrickx
Beste iCare-lezer
Het nieuwe jaar is al weer even gestart… goede voornemens zijn genomen… wij gaan daar niet teveel aan toevoegen, maar durven het wel om Griet Op de Beeck te citeren… Aan al wie durft (een beetje is al genoeg) Naar Griet Op de Beeck Ik hou niet van deze tijd van het jaar. Te vroeg donker, te grote kou, te nadrukkelijk wegtikkende tijd, te veel liedjes in de straten waar leven is, te veel verplichte cadeaukoperij die niks te maken heeft met willen geven, te veel gelegenheidsdenkers (dat is toch voor alle dagen, of tenminste die dagen waarop het er echt toe doet), te veel lege gesprekken op feesten waar je niet per se wil zijn, te veel in kleurig papier verpakte sokken onder kerstbomen, te veel opgewarmde diepvrieshapjes die eigenlijk naar niks smaken, te veel vuurwerk en te veel ongelukken met dat vuurwerk waar ze het dan in het journaal weer over moeten hebben, zoals over de kust bij mooi weer in die eerste zomerdagen,… Maar net daarom denk ik nog heftiger dan anders: ons leven is van ons. Dus laten we leven -voluit en gretig- omdat we dat willen en graag zien omdat we dat kunnen. Laten we beter leren weten. Laten we vergeten, laten we nooit vergeten. Laten we gaan tot voorbij dat ene punt, dat moment waarop we vrezen niet meer te kunnen en laten we lief zijn voor wie dat nog niet kan. Laten we nietsontziend ontroerd raken. Laten we verleren hoe het moet, geloven dat het waar is, weten dat het zo niet verder kan. Laten we ons verbazen. Laten we nergens op voorbereid zijn. Laten we in goede aarde vallen. Laten we ze openlaten: onze deuren, onze armen, onze geesten. Laten we mannen zijn uit veel kleine stukjes en vrouwen die ook eens durven niet te weten wat ze willen. Laten we slechte verliezers zijn, als het onszelf is dat we kwijtgeraken. Laten we stilvallen, wegwaaien, terugkomen, opstaan, aanreiken, dromen, drinken en kussen. Laten we kussen. Laten we weten dat ja zeggen theoretisch altijd het mooist is en soms toch kiezen voor een nee, omdat we dat verdienen. Laten we stoppen met hopen en doen wat moet gebeuren om het te doen gebeuren. Laten we weten wat de feiten zijn en daar niet te veel rekening mee houden. Laten we afspreken dat geen enkele brug te ver is. Laten we onze geheimen harten koesteren, omdat Spinvis dat gezegd heeft. Laten we bekken openbreken. Laten we geen engelen zijn, maar als het kan ook geen duivels. Laten we mensen zijn. En helemaal onszelf worden, niet wie we denken dat anderen willen dat we waren. Laten we meezingen met de radio, ook als het een heel fout liedje is. Laten we alleen maar groene thee drinken als we dat
iCare | januari 2015 3
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
echt lekker vinden. Laten we lopen tot we niet meer weten waar de straten zijn en de luchten en het water. Laten we geloven dat het allemaal goud is wat blinkt. Laten we niet meer weten wat de grenzen zijn. Laten we redden wat er te redden valt en diegene die daar meer moeite voor doen dan wijzelf. Laten we slapende honden keihard wakker maken. Laten we zacht zijn voor onze wilde harten en ook voor dat van wie ons het dierbaarst is en ook voor dat van die ene norse man op straat, die was vast gewoon even heel ongelukkig. Laten we weten wat we waard zijn. Laten we vasthouden wie dat verdient, laten we loslaten wie dat verdient. Laten we begrijpen wat de liefde is, laten we onthouden dat dat alles is of toch bijna alles. Laten we durven. Driehonderdvijfenzestig dagen lang, en dan weer opnieuw.
Wij durven jullie allen hierbij een fantastisch 2015 toe te wensen!
Terug naar inhoud
iCare | januari 2015 4
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
1. GEZONDHEIDSBELEID OP SCHOOL (GOS). Coördinatie Anne Franken
1.1. Ditjes en datjes. Deze winter en ook in de komende jaren kampen we in België misschien met een ernstig stroomtekort. Daarom neemt de overheid maatregelen om een black-out of stroomuitval in heel het land te voorkomen. http://www.ond.vlaanderen.be/stroomtekort/ Vindt jouw school het niet voor de hand liggend om prioriteiten te selecteren en concrete doelstellingen te formuleren? Vraag gerust advies op maat aan via het online formulier op www.sportbeweegtjeschool.be. De SVS-schoolondersteuners i.s.m. de pedagogische begeleidingsdienst van uw school helpen je graag verder. Rode Kruis Vlaanderen ontwikkelde een praktisch instrument met een schematisch overzicht van leerinhouden over de verschillende onderwijsniveaus, van kleuteronderwijs tot secundair onderwijs. Een kapstok om ontwikkelingsdoelen en eindtermen een concrete invulling te geven. De leerlijn richt zich in essentie op eerste hulp, maar er komen ook aspecten i.v.m. preventie aan bod. Je kan de leerlijn hier downloaden: www.rodekruis.be het Rode Kruis voor scholen ik ben leerkracht. www.playpauzestop.be is een campagne die zich richt naar 10- tot 14-jarigen om hen bewust te maken van hun beeldschermgebruik. De site richt zich tot ouders, jongeren en school en wil hen sensibiliseren om tijdens de blootstelling aan een beeldscherm play-pauze-stop in hun achterhoofd te houden: play roept op om te variëren in je schermhouding, pauze om elke 30 minuten te pauzeren en om na 2 uur beeldschermblootstelling te stoppen. De Vlaamse Verkeersveiligheidsprijs wil kleinschalige concrete projecten in de schijnwerper zetten. De VSV (Vlaamse Stichting Verkeerskunde) zoekt daarvoor projecten die naast hun eenvoudigheid ook inspirerend werken, wervend en vernieuwend zijn op het gebied van samenwerking en een essentiële bijdrage leveren aan de verkeersveiligheid. Neem zeker een kijkje op http://2015.vlaamscongresverkeersveiligheid.be/bericht/win-de-vlaamse-verkeersveiligheidsprijs2015 Op de site van de Vlaamse Stichting Verkeersveiligheid vind je tevens een groot aanbod van lesfiches voor BaO, SO en BuO gaande van EHBO, in groep fietsen, dode hoek, gedrag op het openbaar
iCare | januari 2015 5
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
vervoer,… Elke lesfiche start met een vermelding van de ontwikkelingsdoelen, eindtermen en VOETen. Zeker de moeite waar om een kijkje te nemen.: http://nieuws.verkeeropschool.be/lesfiches. Op 10 februari is het wereldwijd Safer Internet Day, een dag in het teken van veiliger en verantwoorder gebruik van online media door jongeren en kinderen. Partner voor België is Child Focus met onder meer www.clicksafe.be. Het spelmateriaal “De juiste click” vind je in onze orthotheek IDnr. 09.01.00/046. Lesgeven kan met deze materialen. Week van de lentekriebels van 23/02 tot 27/02 staat dit jaar in het teken van gender en homofobie. Via www.seksuelevorming.be vind je een overzicht van mogelijke materialen en methodieken om rond dit thema aan de slag te gaan in de klas. Tijdens deze week kan je de focus op dit thema leggen maar vergeet niet dat een éénmalige actie weinig effect heeft op het gedrag van kinderen en jongeren. Daarom is het belangrijk om dit thema te integreren in de gehele schoolwerking, in alle klassen, met participatie van alle actoren (leerlingen, ouders, schoolteam,…). Affiches worden aan de secundaire scholen bezorgd via de CLB contactpersoon.
Basisonderwijs SammyP@school: In januari 2015 lanceert SVS een nieuwe werkvorm voor het lager onderwijs: het bewegingspaspoort 'SammyP@School'. SVS wil hiermee de bewegings- en sportmomenten van kinderen maximaliseren én registreren. Meer informatie: www.schoolsport.be. Het VAD ontwikkelde een lessenpakket over gamen voor leerlingen van de derde graad lager onderwijs. ‘Vlucht naar Avatar’ wil de kennis, het inzicht en de vaardigheden van deze leerlingen versterken, zodat ze op een verantwoordelijke manier leren omgaan met gamen. Het materiaal is aanwezig in onze orthotheek IDnr. 01.05.00/207 maar op de site van het VAD (www.vad.be/materiaal/lespakketten/vlucht_naar_avatar.aspx) vind je tevens digitaal materiaal. Hoe kun je het zelfinzicht, de veerkracht en het welbevinden van je leerlingen versterken? Hoe werk je aan een positief klimaat in de klas? Het nieuwe educatief pakket ‘Vlieg erin!’ geeft concreet lesmateriaal waarmee je aan de slag kunt. Wil jij het pakket beter leren kennen en meer achtergrond, tips & tricks krijgen om het mentaal welbevinden op school te bevorderen? Schrijf je dan in voor de vormingssessie te Hasselt op 5 maart. Meer info over het pakket, het programma en de locaties vind je op www.cm.be/vliegerin.
iCare | januari 2015 6
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
Secundair onderwijs “Vrijdag is de hel minder heet” is een boek geschreven voor 13-plussers en gaat over je evenwicht vinden in een multiculturele samenleving, over opkomen voor jezelf. De schrijfster, Vera Van Renterghem, vertelt het verhaal van Sajid en Tara beide van Turkse origine. Het boek leent zich uitstekend om met jongeren het gesprek aan te gaan over culturele diversiteit, integratie en religie. Om jongeren de kans te geven dit boek te lezen, kan het misschien de volgende aankoop zijn voor de schoolbibliotheek? Een recensie vind je alvast via deze link: http://www.leeswijzer.be/begeleider/boek/vrijdag-is-de-hel-minder-heet. “Bloot” is een korte documentaire van Elisa Kint over relaties en intimiteit. Bij de DVD hoort lesmateriaal om de film nadien te bespreken. De film richt zich naar 14- tot 18-jarigen en biedt een andere manier om het thema bespreekbaar te maken.
1.2. Nieuwe materialen orthotheek GOS-thema. IDnummer
Auteur
01.05.00/207 VAD 06.04.04/250 VAD
06.04.04/251 VAD
07.03.01/003 Maud Koppelaer
06.04.10/015 Naomi Drew
Titel
Soort
Trefwoord
ICT, veiligheid, gamen, 3de gr BaO, handleiding, werkboek bundel drugs, middelengebruik, alcohol, Iedereen drinkt, cannabis, jongeren, SO, individuele iedereen blowt? begeleiding Back PAC. bundel drugs, middelengebruik, alcohol, cannabis, jongeren, SO, 1ste + 2de graad, individuele begeleiding Actief met sportieve boek gezondheidsbevordering, themaspelen. beweging, KO, BaO, thema's, Ideeënboek voor praktijkgericht kleuter- en lager onderwijs. Kinderen en … Geen boek pesten, vaardigheden, conflicten, grapjes over pesten. empathie, woedebeheersing, 2de 125 kant-en-klare en 3de gr BaO activiteiten om kinderen te helpen hun woede te beheersen, conflicten op te lossen, empathie te ontwikkelen en goed om te gaan met anderen. (gaat samen met spel 09.01.00/083) Vlucht naar Avatar.
bundel
iCare | januari 2015 7
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
IDnummer
Auteur
09.01.00/083 Jeroen Hogerwerf
09.01.00/082 Jong en van Zin
06.04.10/218 Jong en van Zin
Titel
Soort
Trefwoord
Geen grapjes over pesten. Een spel over omgaan met pesten en plagen. (gaat samen met boek 06.04.10/015) PETS! Pesten anders bekeken. (gaat samen met 06.04.10/218) PETS! Pesten anders bekeken. (gaat samen met spel 09.01.00/082)
spel
pesten, vaardigheden, conflicten, empathie, woedebeheersing, 2de en 3de gr BaO
spel
pesten, cyberpesten, groepsbevordering, talenten, weerbaarheid, SO
bundel pesten, cyberpesten, SO, werkvormen, talenten, weerbaarheid, groepsbevordering
Terug naar inhoud
2. ORTHOTHEEK Coördinatie Anne Franken Je kan de lijst met materialen van de orthotheek raadplegen via onze site (www.clb-genkmaasland.be) maar ook via Smartschool van SGR14. Op Smartschool vind je het document terug in de map intradesk bibliotheek. In dezelfde map werd tevens een handleiding geplaatst waarin het lenen en het opzoeken van materialen verduidelijkt wordt. Tevens is de lijst met nieuwe aanwinsten te raadplegen via de startpagina van de CLB site (www.clbgenk-maasland.be). Terug naar inhoud
3. EVEN VOORSTELLEN Ik ben Pietro Falcone , DiCo BaO van Scholengroep 14. Via deze iCare wil ik me graag even aan jullie voorstellen.
iCare | januari 2015 8
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
3.1. Carrière in 1995 gestart als leerkracht op Basisschool de Sprong te Maaseik. klastitularis in het 2de, 3de, 5de, 6de lj ook taakleerkracht, OVB, GOK (lager en kleuter), turnleerkracht Akte van Directeur behaald in juni 2002 Directieopdrachten : - 2003 : GO! Via Tinto (nu GO! Kameleon), Maasmechelen - 2003 - 2005 : GO! De Lettertuin, Opglabbeek - 2005 – 2014 : GO! De Springplank, Neeroeteren Sinds 1 september 2014 aangesteld als Directeur Coördinator Basisonderwijs
3.2. Coördinatie Stuurgroep LVS Stuurgroep Smartschool Intervisie ZC’s Zorgfora
3.3. Lid van AC Pedagogie AC Personeel AC PR Selectiecommissie BaO
iCare | januari 2015 9
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
Schrijfgroep Integraalplannen LOP, SAR, LOK, BKO, Flankerend Onderwijsbeleid Stad Genk Bestuur VZW VIRBO (Directievereniging Vlaanderen) Hoofdbestuur VZW CODICO (Coördinatieraad Directeurs Coördinatoren Vlaanderen) Coördinator Stuurgroep Oost (Dico’s Brussel-Antwerpen-Limburg)
3.4. Rol van een DiCo Het ondersteunen & coachen van directeurs zie ik als één van mijn belangrijkste taken. Alsook een aanspreekpunt zijn en het bieden van een luisterend oor. Deze taak wordt aangevuld met het coördineren van de scholengemeenschap: Aanwezigheid in raden, commissies en andere werkgroepen, zowel binnen als buiten de scholengemeenschap. Het opvolgen van de regelgeving Het bewaken van de kwaliteit De brugfiguur zijn tussen de Algemeen Directeur en de scholen. Systematisch overleg met de Algemeen Directeur Ondersteuning van de directeur naar voorbereiding inspectie Volgen van proces na de doorlichting Belangenverdediger zijn van de directeurs Coördineren van gemeenschappelijke initiatieven Samenwerking met CLB, met externen, met de scholen van het buitengewoon onderwijs en met de scholen van het secundair onderwijs.
Om zo SAMEN te streven naar: Verbetering van de onderwijskwaliteit Leerlingengroei
iCare | januari 2015 10
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
Samenwerkingsverbanden realiseren tussen scholengemeenschappen Verhogen van de samenwerking tussen scholen …
Dit wil ik realiseren door : Innoverend te werken Visies te ontwikkelen Toekomstgericht te werken Te inspireren Om zo een scholengemeenschap als lerende organisatie te creëren…
Naast deze boeiende en uitdagende opdracht tracht ik samen met mijn vrouw ook nog 2 pubers van 17 en 13 jaar groot te brengen. Wonen doen we in Neeroeteren, waar ik in juni ook al 45 kaarsjes mag uitblazen… Terug naar inhoud
4. M-DECREET: EEN KRACHTIGE LEEROMGEVING VOOR IEDEREEN. Pieter Bevers “Het is goed dat leerkrachten hoge verwachtingen stellen aan alle kinderen in de klas. Maar als er geen onderscheid gemaakt wordt in de behandeling van leerlingen, hoewel dat aangewezen is om meer gelijke uitkomsten te krijgen, wordt dat als een vorm van discriminatie gezien.” (Vlaamse Overheid, 2011, Dyslexiesoftware! En nu?)
In onze scholengroep hebben we een lange traditie van zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Laat dit nu net de focus zijn van het nieuwe M-decreet. Meteen lijkt het dan vanzelfsprekend dat we daar al redelijk goed op voorbereid zijn en ik denk dat we daar in verschillende scholen ook gerust ‘ja’ op mogen antwoorden. Het nieuwe M-decreet vraagt echter toch ook wat aanpassingen en één ervan is het toepassen van STICORDI-maatregelen (STImuleren, Compenseren, Remediëren en Dispenseren). In onze scholengroep beter bekend als BPM (Bijzondere Pedagogische Maatregelen). De ‘klassieke’ manier
iCare | januari 2015 11
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
van werken hiermee was dat, wanneer een leerling een vastgestelde diagnose van een leerstoornis had (dyslexie, dyscalculie,…), er een standaardlijstje met maatregelen werd opgedist waar deze leerling in meerdere of mindere mate beroep op kon doen. Dit had soms tot gevolg dat de leerkracht hier weinig bij betrokken was en het gevoel had met deze opgelegde maatregelen de problemen van de leerling op te moeten lossen. Het M-decreet verwacht van scholen dat ze een krachtige leeromgeving aanbieden voor alle leerlingen, ook deze met specifieke onderwijsbehoeften zonder een officiële diagnose. Zo hebben zowel leerlingen met een leervoorsprong, als bijvoorbeeld ook leerlingen die gewoon iets trager zijn, nood aan bepaalde maatregelen om het leerproces te bevorderen. Deze STICORDI-maatregelen zijn de meest voor de hand liggende redelijke aanpassingen die een school kan doen. En wees er maar zeker van dat heel veel leerkrachten dit al automatisch toepassen. Alles vertrekt vanuit de interactie met je leerling/klas: als je een warme, zorgende relatie hebt ten aanzien van je leerlingen, zal je automatisch Thomas wat extra tijd geven, bij Mirthe de instructie nog eens voorlezen en Samir een voetensteuntje geven. Als we die maatregelen op die manier bekijken en ons niet blindstaren op papierwerk en ‘in orde zijn’, dan zijn het de meest natuurlijke hulpmiddelen die elke leerkracht in z’n rugzak heeft zitten. STICORDI: 1. STImuleren: leerproblemen hebben een serieuze impact op het zelfbeeld van leerlingen, vandaar dat het geloof van de leerkracht in het kunnen van de leerling en het communiceren daarover cruciaal is. Stimulerende maatregelen zijn voor alle leerlingen belangrijk en worden best toegepast op klasniveau. Bijv.: De leerkracht geeft gerichte feedback bij een taak en benoemt wat goed gaat, zonder te vergelijken met andere leerlingen. 2. Remediëren: Leerlingen krijgen uitgebreidere of intensievere instructies of maken zich specifieke strategieën eigen om bepaalde handelingen in de toekomst zelfstandiger te kunnen uitvoeren. Bijv.: De leerkracht zet extra in op de juiste spellingsstrategieën. 3. COmpensen: Hierbij laten we leerlingen hulpmiddelen gebruiken om de beperkende gevolgen van leerproblemen te verminderen. Bijv.: Frank mag een tafelkaart gebruiken. 4. Dispenseren: Hierbij wordt een leerling vrijgesteld van onderdelen van het leerplan en indien mogelijk worden deze vervangen door gelijkwaardige doelstellingen zodat de certificering niet in het gedrang komt of in functie van het vervolgonderwijs (bvb jaar overdoen, 1B of een andere overstap). Bijv.: Metin wordt vrijgesteld van een zinnendictee en moet enkel een ‘gatendictee’ invullen, aanvullend kan dit dictee thuis reeds voorbereid worden.
iCare | januari 2015 12
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
Onze ALT (aangepast leertraject) zal niet meer in de vorm van een ALT blijven bestaan, maar heel vaak als dispenserende maatregel omschreven worden. Nu stonden op onze ALT, 2 mogelijkheden vermeld: omwille van advies 1) overdoen van het jaar of 2) overstappen naar het buitengewoon onderwijs. Met de intrede van het M-decreet, zal een leerling waarvoor de aanpassingen om het gemeenschappelijk curriculum te volgen onredelijk zijn (dus ook de nodige dispenserende maatregelen zijn onredelijk), na overleg met de klassenraad, ouders en CLB een attest en verslag buitengewoon onderwijs krijgen. Hierbij staat het de ouders en leerling vrij om naar een andere gewone school te gaan om te zien of de noodzakelijke maatregelen voor deze leerlingen hier wel haalbaar/redelijk zijn of om te kiezen voor buitengewoon onderwijs. (ipv een ALT optie 2) Bij leerlingen die vermoedelijk het jaar zullen moeten overdoen of waarbij gewerkt wordt in functie van het behalen van leerstof 4de leerjaar om vlot te kunnen overstappen naar 1B, zal/kan dus gewerkt worden met dispenserende maatregelen (i.p.v. een ALT optie 1). Sommige maatregelen zijn duidelijk ingrijpender dan andere. Alvorens je dispenserende maatregelen invoert, ga je best eerst op zoek naar minder ingrijpende remediërende of compenserende maatregelen (kanttekening hierbij: hoe ouder de leerling, hoe sneller voor dispenserende maatregelen gekozen zal worden).
STICORDI-maatregelen kunnen ook op verschillende niveaus vastgelegd worden, zo kunnen een aantal maatregelen die misschien in eerste instantie op individueel of klasniveau geïmplementeerd zouden worden, op schoolniveau afgesproken worden: bijvoorbeeld alle leerkrachten gebruiken hetzelfde lettertype en hanteren dezelfde sobere lay-out bij de opmaak van taken, toetsen en examens. STICORDI-maatregelen zijn er ook op gericht om leerlingen aan te moedigen qua zelfstandigheid en om hun betrokkenheid bij het leerproces te vergroten. Eigenlijk hoef je als leerkracht geen toestemming te vragen om stimulerende, remediërende en compenserende maatregelen te nemen. Dit hoort bij goed onderwijs. Het is wel belangrijk dat je het
iCare | januari 2015 13
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
opneemt in je leerlingvolgsysteem. Dispenserende maatregelen vormen hier uiteraard een uitzondering op, aangezien deze goedgekeurd dienen te worden door de begeleidende klassenraad. Als we dit even in het licht van ons zorgcontinuüm bekijken, dan zien we dat je als leerkracht op het niveau van preventieve basiszorg al heel wat maatregelen kan nemen. Wanneer het om dispenserende maatregelen gaat, zit je minstens in het niveau van de verhoogde zorg, maar ook bij uitbreiding van zorg kan er gesproken worden over stimulerende of compenserende maatregelen. Stel je hebt een overleg samen met het CLB en een buitenschoolse begeleidingsdienst bijv. CAR, dan zit je in ‘Uitbreiding van zorg’, maar ook dan kunnen er tips gegeven worden om de leerling te stimuleren of kunnen er afspraken gemaakt worden rond bepaalde compenserende hulpmiddelen.
Het zorgcontinuüm biedt een houvast voor de school om haar leerlingenzorg te structureren. De maatregelen die genomen worden voor alle leerlingen, vallen in de brede basis van de preventieve basiszorg. Indien een leerling meer specifieke individuele noden heeft, komt deze terecht in de fase van verhoogde zorg. Wanneer ook deze specifieke zorg niet voldoende is dan wordt het CLB of een andere dienst ingeschakeld. In de fase van uitbreiding van zorg zal het CLB een proces van handelingsgerichte diagnostiek opstarten om zo tot maatregelen te komen die specifiek ingezet kunnen worden ter ondersteuning van deze leerling. Indien de leerling ondanks deze specifieke ondersteuning het gemeenschappelijk curriculum niet kan volgen, maken we de overgang naar fase 3: overstap naar een school op maat. De principes van het handelingsgericht werken binnen het zorgcontinuüm krijgen een wettelijk kader binnen het M-decreet. Voor de praktische toepassing binnen de zeven principes van handelingsgericht samenwerken verwijs ik naar de bundel waar deze tekst op gebaseerd is: www.g-o.be/sites/portaal_nieuw/Prikbordvoorleerkrachten/SO/pedagogischeondersteuning/infotheek/Documents/STICORDI%20%20een%20nieuwe%20generatie.pdf
Voor meer info over handelingsgericht samenwerken: http://www.prodiagnostiek.be/w_denkkaders_continuum_van_zorg.php
iCare | januari 2015 14
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
Het kind moet niet goed genoeg gemaakt worden voor de school, de school moet goed genoeg zijn voor het kind. Terug naar inhoud
5. INTEGRALE JEUGDHULPVERLENING (IJHV). Inge Fraiponts
5.1. Historiek In 1998 brachten hoorzittingen in het Vlaams Parlement een aantal knelpunten over het hulpaanbod in de Bijzondere Jeugdzorg aan het licht. Deze situeerden zich in de veel bredere context van de jeugdhulp, zo bleek. De jeugdhulp was verdeeld over diverse sectoren, weinig transparant,… Als reactie hierop werd in functie van een beleidsvoorbereidend proces zes sectoren rond de tafel gebracht: Kind en Gezin (= ook CKG’s), de CBJ’s, het Vlaams Fonds (later VAPH), de CAW’s, de CGG’s en de CLB’s. De gevolgde werkwijze was een synthese van topdown (centraal aansturend) en bottom-up (vanuit de basis gestuurd) werken. Het ‘Decreet betreffende de integrale jeugdhulp (07/05/04)’ was het resultaat. Er bleven echter knelpunten bestaan en tot een echte implementatie kwam het niet. Het decreet Integrale Jeugdhulp werd grondig herzien. Het huidige decreet betreffende de integrale jeugdhulp 12/07/2013 (BS 13/09/2013) luidde de definitieve start van een hertekend jeugdhulplandschap in.
iCare | januari 2015 15
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
5.2. Werkingsprincipes Binnen het beschikbare aanbod heeft elke minderjarige alsook elke ouder of opvoedingsverantwoordelijke met een jeugdhulpvraag of jeugdhulpbehoefte, die verband houdt met de opvoeding of ontwikkeling van de minderjarige, recht op jeugdhulp. De jeugdhulp hanteert een contextgerichte manier van werken en ze zet de jeugdhulpverlening op de meest efficiënte en effectieve manier in. Er is een duidelijke link met handelingsgericht werken (www.handelingsgerichtwerken.be). De jeugdhulp zet maximaal de eigen krachten in van minderjarigen, ouders of, in voorkomend geval, opvoedingsverantwoordelijken en de betrokken personen uit de leefomgeving en versterkt hen daarin. De jeugdhulp vertrekt van de hulpvraag of de hulpbehoefte van de personen tot wie ze zich richt en sluit daar maximaal bij aan. Als verschillende vormen van jeugdhulp gelijkwaardig aan een jeugdhulpvraag of jeugdhulpbehoefte kunnen beantwoorden, wordt de minst ingrijpende vorm van jeugdhulp aangeboden. Met uitzondering van de gerechtelijke jeugdhulpverlening kan de jeugdhulpverlening alleen worden verleend met instemming van de personen tot wie ze zich richt. De jeugdhulp berust op een vrijwillige medewerking van de betrokken personen. Ze worden maximaal betrokken bij de jeugdhulpverlening. De jeugdhulpverlening kan alleen uitgevoerd worden met: 1° de instemming van de ouders van de minderjarige en, in voorkomend geval, van zijn opvoedingsverantwoordelijken; 2° de instemming van de min-twaalfjarige, rekening houdend met zijn leeftijd en maturiteit, als blijkt dat de min-twaalfjarige tot een redelijke beoordeling van zijn belangen in staat is, of de instemming van de minderjarige die twaalf jaar of ouder is, of nadat de minderjarige werd gehoord als die jonger is dan twaalf jaar. De jeugdhulp houdt bij haar werking op gepaste wijze rekening met de culturele kenmerken, de socio-economische situatie en de handicap van de minderjarige, zijn ouders, en in voorkomend geval, zijn opvoedingsverantwoordelijken. Iedereen die zijn medewerking verleent aan de toepassing van dit decreet is gehouden aan het beroepsgeheim.
iCare | januari 2015 16
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
5.3. Doelstellingen van het decreet Integrale Jeugdhulp
5.3.1. Vermaatschappelijking van de jeugdhulp Het decreet kiest krachtig voor vermaatschappelijking van de jeugdhulp en creëert daar voor het eerst een decretale basis voor. Jeugdhulpverleners moeten zich telkens de vraag stellen hoe ze de eigen krachten van de minderjarige, zijn ouders en de mensen uit zijn nabije omgeving mee kunnen inzetten en versterken om een antwoord te bieden op de moeilijkheden die zich stellen. Daarvoor dienen zij aangepaste methodieken in te zetten en een ondersteuningsplan in dialoog uit te werken. Zo verhoogt de participatie en de eigen inbreng van de minderjarige en de mensen uit zijn omgeving in de hulpverlening. Door zo te handelen zullen een aantal gezinnen en minderjarigen minder gespecialiseerde hulp nodig hebben. Gezinnen die wel meer ingrijpende hulp nodig hebben, zullen beter kunnen formuleren waarvoor ze die hulp juist nodig hebben en hoe ze daar tegenover staan. Wie naar de intersectorale toegangspoort stapt om niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp te verkrijgen, dient aan te geven hoe er al gewerkt is aan het versterken van de eigen krachten van de minderjarige, zijn ouders en zijn leefomgeving.
5.3.2. Tijdige toegang tot de jeugdhulp Bij hulpvragen is het uiterst belangrijk dat hulpvragers in zo weinig mogelijk stappen en gepast geholpen worden. Integrale jeugdhulp streeft er met het nieuwe decreet naar de toegang tot de jeugdhulp vlotter en op maat van de vraag te laten verlopen.
iCare | januari 2015 17
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
De meest ingrijpende hulp moet voorbehouden zijn voor wie er meest nood aan heeft. Om de toegang tot de rechtstreeks toegankelijke hulp te verbeteren komt er een uitbreiding van het aanbod. Met name de ‘brede instap’ wordt versterkt. Die brede instap bestaat uit het aanbod van de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB), Kind en Gezin (K&G) en het Algemeen Welzijnswerk (AWW). De toegankelijkheid van jeugdhulp kan ook belicht worden vanuit de ‘5 B’s’: de bruikbaarheid, bereikbaarheid, beschikbaarheid, begrijpbaarheid en betaalbaarheid van de hulp. Het decreet poneert en bevestigt de 5 B’s als bakens voor de organisatorische uitwerking van de hulp. Finaal is de doelstelling dat voor elke hulpvraag zo snel mogelijk en in zo weinig mogelijk stappen het minst ingrijpende en het meest passende beschikbare hulpaanbod wordt ingezet.
5.3.3. Hulpcontinuïteit waarborgen Het nieuwe decreet geeft aan dat alle jeugdhulpverleners een opdracht hebben in het realiseren van deze continuïteit. Hulpverleners moeten verwijsafspraken maken zodat verwijzingen gericht en van de eerste keer juist verlopen. De verwijzende hulpverlener moet betrokken en aanspreekbaar blijven voor de minderjarige en zijn ouders zolang de hulpverlening waarnaar verwezen werd nog niet is opgestart.
5.3.4. Op een gepaste wijze omgaan met verontrusting. Sommige situaties zijn zo verontrustend dat hulpverleners zich afvragen of er geen meer aanklampende of zelfs gedwongen hulp moet worden overwogen. Zulke situaties doen zich binnen maar ook buiten de jeugdhulp voor. Met ‘verontrustende situaties’ bedoelen we het brede domein van die situaties waarin mensen (hulpverleners, cliënten zelf, andere betrokkenen) zich ongerust maken over de ontwikkeling van een minderjarige. Ze maken zich ongerust omdat de ontwikkeling van die minderjarige op een of andere manier fundamenteel in het gedrang komt. Bijvoorbeeld omdat de fysieke, psychische, seksuele integriteit van die minderjarige bedreigd wordt. Maar misschien ook omdat de leer- en onderwijskansen van deze minderjarige in het gedrang komen door een zware spijbelproblematiek. Of omwille van een andere situatie die de ontwikkelingskansen van deze minderjarige serieus bedreigt. Als noch de hulpverlener, noch het team en de voorziening een antwoord vinden op de verontrusting, kunnen ze vanaf 2014 een beroep doen op de Ondersteuningscentra Jeugdhulp of de Vertrouwenscentra Kindermishandeling. Deze krijgen een specifiek mandaat om te werken met verontrustende situaties, consult te verlenen aan de voorzieningen en om indien nodig dossiers over te maken aan het parket.
5.3.5. Voorzien in een aanbod crisisjeugdhulp Het doel is om snel passende hulp te organiseren in crisissituaties waarbij minderjarigen betrokken zijn. Crisishulp beoogt vanuit een acute nood de kansen op verandering ten volle te benutten.
iCare | januari 2015 18
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
De meldpunten vormen de spil van het hulpprogramma. Zij staan in voor het ontvangen van de telefonische aanmeldingen van crisissituaties vanwege professionele hulp- en dienstverleners.
5.3.6. Maximale participatie van de minderjarige en zijn gezin Integrale Jeugdhulp werkt op verschillende manieren aan een participatieve jeugdhulpverlening. Zeker in een vrijwillige hulpverleningscontext is inzetten op participatie van de cliënt onontbeerlijk. Hulpverlening kan immers maar uitgevoerd worden als alle partijen daarmee akkoord gaan. De eerste doelstelling van een participatieve hulpverlening is om tegemoet te komen aan hetgeen de cliënt als nodig en ondersteunend inschat en ervaart. Het nieuwe decreet herbevestigt het belang van de participatie van de cliënt en van de vraaggerichtheid van de jeugdhulpverlening. Het decreet vermeldt ook een bijzondere rol voor de vertrouwenspersoon (voorheen bijstandspersoon) van de minderjarige die fungeert als vast aanspreekpersoon doorheen heel het traject. Zo’n vertrouwenspersoon kan de minderjarige bijstaan bij de uitoefening van zijn rechten in de jeugdhulp en krijgt het mandaat om op elk ogenblik jeugdhulpaanbieders aan te spreken, de belangen van minderjarigen te verdedigen, bemiddeling en overleg te initiëren en de situatie te volgen. Hij wordt ook telkens op de hoogte gebracht van beslissingen van de jeugdhulpverlening.
5.4. Rechten in de jeugdhulp Het Decreet Rechtspositie van de Minderjarige in de Integrale Jeugdhulp blijft van toepassing. Bijkomend benoemt het nieuwe decreet nu ook de ouders en opvoedingsverantwoordelijken als drager van een aantal rechten die in het DRM aan minderjarigen is toegekend. Het gaat om toegang tot het dossier, recht op periodieke evaluatie van de jeugdhulp en het recht op inspraak. Het decreet bepaalt ook de positie van de cliënt en wat hij mag verwachten op vlak van communicatie en medezeggenschap in de processen van de toegangspoort en de gemandateerde voorzieningen. Meer info: www.vlaanderen.be www.steunpuntjeugdhulp.be wvg.vlaanderen.be/jongerenwelzijn/
Terug naar inhoud
iCare | januari 2015 19
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
6. KERNKWADRANTEN Tijdens de directiedagen van oktober 2014 werden directies gevormd in het omgaan met kernkwadranten van personeel. Het kader van Daniël Ofman leent zich echter ook om te gebruiken in de klas. Geïrriteerd draait juf zich om. “Ja, nu weet ik het wel.” Stefan heeft voor de zoveelste keer door de klas heen geroepen dat hij wel weet waar je dit of dat kunt vinden. Eigenlijk is Stefan erg behulpzaam van aard, maar vandaag slaat hij door in bemoeizucht. Juf is er klaar mee. Wanneer ze thuis komt leest ze een artikel over het invullen van een kernkwadrant. Ze besluit dit ook een keer te doen voor een aantal kinderen uit haar klas. Ineens kijkt ze heel anders naar de valkuilen en kwaliteiten van de kinderen in haar klas. Kernkwadrant Een goede manier om de sterke en de zwakke punten van een kind helder te krijgen, is om de kernkwaliteiten en valkuilen in kaart te brengen in een kernkwadrant. Dit is een veelgebruikte, heldere en toegankelijke methode.
Kwaliteit Kernkwaliteiten zijn, volgens de bedenker Daniel Ofman, de specifieke sterktes die iemand kenmerken. Ze maken je tot wat je bent. Het zijn ook de positieve punten die een ander het eerst over het kind zal zeggen als ernaar gevraagd wordt. Bijvoorbeeld dat het kind een erg creatief, bijzonder geduldig of zeer besluitvaardig persoon is. Iedereen heeft kwaliteiten.
iCare | januari 2015 20
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
Vragen die je hierbij kan stellen: wat vind ik in mezelf gewoon? Wat waarderen anderen in mij? Wat moedig ik bij anderen aan? Wat eis ik van anderen? Valkuil Deze kwaliteiten worden een valkuil als het kind erin doorschiet. Dat is een vervorming van de kwaliteit: de kwaliteit wordt een zwakte. Is het kind erg besluitvaardig, dan kan het in de valkuil trappen drammerig te worden. Of: als het doorschiet in zelfverzekerdheid word het arrogant. Vragen die je hierbij kan stellen: Wat ben ik bereid om bij anderen door de vingers te zien? Wat verwijten anderen mij? Wat ben ik in mezelf geneigd te rechtvaardigen? Allergie Zoals iedereen kernkwaliteiten heeft, heeft ook iedereen valkuilen. Als een ander doorschiet in een bepaalde kwaliteit, kan dat bij jou irritatie oproepen. Jouw reactie daarop wordt een allergie genoemd. Zo´n allergie heeft vaak te maken met een kwaliteit van jezelf. Als je erg bescheiden bent, kun je je mateloos storen aan mensen die continu zichzelf op de borst kloppen. Vragen die je hierbij kan stellen: Wat mis ik in mezelf? Wat wensen anderen mij toe? Wat bewonder ik in anderen? Uitdaging Die vervelende eigenschap van de ander (kan een leerling uit je klas zijn of misschien wel je eigen kind) is natuurlijk ook een kwaliteit waarin hij is doorgeschoten. En het mooie is dat juist voor degene die er allergisch voor is, de kwaliteit die achter deze uitdaging ligt een belangrijk ontwikkelpunt kan zijn. Dit wordt dan de uitdaging genoemd. Erger jij je regelmatig aan de passiviteit van een ander? Kijk dan welke kwaliteit daarachter zit. Is iemand bijvoorbeeld bedachtzaam of geduldig en daarin doorgeschoten? Grote kans dat dat nou juist jouw uitdaging is omdat je zelf soms te drammerig bent. Vragen die je hierbij kan stellen: Wat minacht ik in anderen? Wat raden anderen mij aan te relativeren? Wat zou ik in mezelf verafschuwen? Tip: download de app ‘Core Quality’ van Ofman in iTunes om zelf aan de slag te gaan met kernkwaliteiten. (bron: keizerco.nl)
Terug naar inhoud
iCare | januari 2015 21
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
7. VORMINGSAANBOD Datum
Tijdstip
Locatie
Doelgroep
Inhoud
Laat jouw beeldscherm sporen na. www.playpauzestop.be
26/02
9u20-15u
Christal Arena Genk
Gezond beeldschermgebruik op school en thuis.
Vlieg erin! www.cm.be/vliegerin
05/03
9u-13u
Campus Hemelrijk, Hemelrijk 25 Hasselt
Directie, contactpersoon preventie en bescherming op het werk. BaO: directie, ZC, leerkracht, CLB
Terug naar inhoud
iCare | januari 2015 22
Welbevinden, talenten, klasklimaat,… Voorstelling spelmateriaal.
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
8. REDACTIE Ann Biliris is CLB-coördinator van de maatschappelijke discipline en van de werking doorstroming en breed evalueren.
089/36 57 99 @
[email protected]
Pieter Bevers is CLB-coördinator van het forum leerlingenbegeleiders secundair onderwijs en van het ADHD-netwerk Genk.
089/36 57 97 @
[email protected]
Anne Franken is CLB-coördinator van het gezondheidsbeleid op school (GOS), van de orthotheek en het strategisch plan van de medische discipline.
089/36 57 91 @
[email protected]
Joke Hendrickx is directeur van CLB GO! Genk-Maasland en lid van de adviescommissie PedaGO!gie.
089/36 57 90 @
[email protected]
Carine Schepers is directeur van BS Klimaatschool te Bree en lid van de adviescommissie PeDaGO!gie.
089/47 13 86
Terug naar inhoud
iCare | januari 2015 23
@
[email protected]
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
iCare | januari 2015 24