Veiligheidsplan van De Polderrakkers 2015-2016
VOORWOORD Dit document is bedoeld als handreiking voor de school om regels omtrent de veiligheid in en rond de school met elkaar te bespreken, afspraken te maken en vast te leggen. Daarbij is het niet mogelijk om volledig en allesomvattend te zijn. Bij de daadwerkelijke uitvoering moet steeds worden bedacht wat op de eigen school van toepassing is, gezien de specifieke situatie van iedere school. Dit is een voortdurend proces dat bijstelling behoeft: waar wordt gewerkt, geleerd of gespeeld, doen zich keer op keer nieuwe, onvoorziene, soms gevaarlijke situaties voor, waarop men zal moeten reageren en anticiperen. Van groot belang hierbij is ook de communicatie met alle partijen. De gemaakte afspraken mogen geen ‘papieren’ afspraken zijn, maar dienen alom bekend te zijn, vaak te worden besproken (en eventueel bijgesteld), zodat een ieder deze kent, toepast en kan beoordelen op zijn doeltreffendheid. Naast fysieke veiligheid, vinden wij ook het gevoel van veiligheid en geborgenheid erg belangrijk. Om deze reden zijn dan ook het pestprotocol en de gedragscode als bijlage toegevoegd. Daarnaast is er ook een persprotocol opgesteld. Ook dit kunt u in de bijlagen vinden.
INHOUD I. II. III. IV. V. VI.
PROCEDURE INDELING VAN DE ACTIVITEITEN AFSPRAKEN GEVOLGEN VOOR HET PERSONEEL RAAMPLAN VEILIGHEID OP SCHOOL BIJLAGEN
I. PROCEDURE Een school wordt met vele activiteiten geconfronteerd, waarbij het team zich steeds weer af moet vragen: ● Wat zijn dit voor activiteiten (het benoemen van één en ander)? ● Willen wij deze activiteiten in schoolverband uitvoeren (afweging maken)? Bij het benoemen van de activiteiten, bepaalt het team ‘onder welke vlag’ deze plaatsvindt. Is het een activiteit die (normaal gesproken) op school thuishoort? Is het een gegroeide gewoonte dat de school deze activiteit uitvoert? Is het een schoolgebeuren, een verenigingsgebeuren, een sportgebeuren, een gemeentegebeuren, enz.? Vervolgens buigt het team zich over de vraag of de school een activiteit wel of niet wil verrichten, onverminderd de afspraken in het schoolplan of de schoolgids, die met instemming van de MR tot stand is gekomen. Met de ouders van de leerlingen moet hierover duidelijk en goed worden gecommuniceerd. Men kan ten aanzien van bepaalde activiteiten beslissen deze 2 Veiligheidsplan De Polderrakkers
niet als school uit te voeren. Dan houdt het hiermee voor de school op: men verricht die activiteit niet en is dientengevolge ook niet verantwoordelijk. Wenst men een activiteit wel uit te voeren, dan zal een procedure moeten worden gevolgd, die voor iedereen duidelijk is. Over een dergelijke procedure dient men goed contact te hebben met alle partijen: ● Regelmatig communiceren om het ‘levend’ te houden. Met team en OR wordt tenminste één keer per jaar de procedure geëvalueerd. Afspraken staan in dit veiligheidplan (zie onderdeel “Raamplan”), de diverse protocollen en in het handboek van De Polderrakkers. ● Het veiligheidsplan wordt op de schoolwebsite geplaatst. In schoolplan en schoolgids wordt naar dit document verwezen. Ouders kunnen het plan ook op school inzien. ● Zeer belangrijk is dat alle partijen weten wie waarvoor verantwoordelijk is (wanneer/op welke momenten/tijdstippen) en wie aansprakelijk is; ● Regelmatig controleren of afspraken/protocollen ook daadwerkelijk worden nageleefd; Dit gebeurt door de commissieleden (team/OR/ouders) tijdens de voorbereiding en uitvoering van een activiteit en achteraf tijdens de evaluatie op een teamvergadering en/of in een ORvergadering. ● regelmatig evalueren (jaarlijks) en bekijken of de procedures/afspraken aanpassing behoeven. Men moet zich hierbij realiseren dat het nimmer mogelijk is alle risico’s uit te sluiten. Ongelukken zullen blijven gebeuren. Door goede afspraken en de naleving daarvan worden risico’s verkleind en niet uitgesloten! In geval van een juridische toetsing van een ongeluk, zal een rechter altijd afwegen of “in redelijkheid” alles is gedaan om een ongeval te voorkomen. Bij het maken van afspraken moet dàt dus voor ogen worden gehouden. Het tijdstip en de plaats van de activiteiten is bepalend voor de wijze van toezicht, het dragen van de verantwoordelijkheid, de aansprakelijkheid voor personen en materiële zaken in geval van calamiteiten en de bekostiging van een en ander. Vanwege onverminderde wet- en regelgeving zijn op bestuursniveau met instemming van de (G)MR afspraken gemaakt over deze activiteiten, die nader worden uitgewerkt en vastgelegd in dit veiligheidsplan en schoolplan/schoolgids. Bij de uitvoering van al deze activiteiten is het voor zowel de werkgevers als de werknemers, alsook voor de ouders, van groot belang exact te weten waar de grenzen liggen.
II. INDELING VAN DE ACTIVITEITEN Binnen het verzamelbegrip ‘buitenschoolse activiteiten’ kunnen gebeurtenissen vallen als: uitstapjes, excursies, cursussen en dagelijks terugkerende situaties die wel of niet binnen de lestijden van de instelling vallen en/of die wel of niet binnen de instelling zelf plaatsvinden. In het primair onderwijs kunnen de volgende soorten buitenschoolse activiteiten voorkomen: a. Activiteiten vanuit de instelling die zijn beschreven in het schoolplan/de schoolgids, die binnen en/of buiten de lestijden vallen en buiten de instelling/het schoolgebouw plaatsvinden (m.a.w. interne activiteiten die extern plaatsvinden). Voor het onderwijspersoneel vallen deze activiteiten binnen de normjaartaak van 1659 uur. Voorbeelden hiervan zijn: 3 Veiligheidsplan De Polderrakkers
● ● ● ●
Schoolreis; Schoolkamp; Excursies/uitstapjes naar kinderboerderij, speeltuin, theater, museum, enz.; Sportdagen, interscolaire sportwedstrijden, ;
b. Activiteiten van buiten de instelling die buiten de lestijden vallen, niet zijn beschreven in het schoolplan/de schoolgids, maar binnen de instelling/het schoolgebouw plaatsvinden (m.a.w. externe activiteiten die intern plaatsvinden). Voor het onderwijspersoneel vallen deze activiteiten niet binnen de normjaartaak van 1659 uur, tenzij dit voor een activiteit specifiek is bepaald in het schoolplan/de schoolgids.
III. AFSPRAKEN Op school worden afspraken gemaakt met alle betrokken partijen: Team, ouders, leerlingen, OR, MR en externe partijen. Deze afspraken worden vastgelegd in dit veiligheidsplan (zie onderdeel “Raamplan”), de diverse protocollen en in het handboek van De Polderrakkers. De onderstaande vragen zijn daarbij van belang: ● Wie houdt/houden het feitelijke toezicht (tijdens de activiteiten, maar ook wanneer de leerlingen zich van de ene naar de andere activiteit begeven) en wie is daarbij/daarvoor verantwoordelijk? ● Wie is aansprakelijk voor de personen en de materiële zaken (juridisch/verzekering)? ● Hoe groot zijn de groepen maximaal en hoeveel personen houden daarbij toezicht? ● Wie is contactpersoon en weet het aantal en de namen van de deelnemende leerlingen? ● Wat gebeurt er met de niet-deelnemende leerlingen? ● Welke vervoermiddelen zijn toegestaan bij een interne activiteit die extern plaatsvindt? ● Welke condities/voorwaarden gelden indien ouders worden ingezet bij het vervoer van leerlingen? ● Wie bekostigt de activiteiten? ● Waar vinden de externe activiteiten intern plaats? ● Wat zijn de gedragsregels voor alle betrokken partijen?
IV. GEVOLGEN VOOR HET PERSONEEL Uit bovenstaande afspraken resulteren ook rechtspositionele/arbeidsvoorwaardelijke gevolgen voor het onderwijspersoneel, die al zijn vastgelegd in wet- en regelgeving en anders vooraf per bestuur of school met instemming van de P(G)MR geregeld en vastgelegd moeten zijn. Al vastgestelde wet- en regelgeving: ● Wet op het Primair Onderwijs (WPO); ● Rechtspositiebesluit WPO; ● CAO-PO; ● Arbeidstijdenwet; ● Arbeidsomstandighedenwet; ● Bepalingen in het Burgerlijk Wetboek (BW) betreffende aansprakelijkheid.
4 Veiligheidsplan De Polderrakkers
V. RAAMPLAN VEILIGHEID OP SCHOOL In dit raamplan worden alle afspraken betreffende veiligheid voor binnen- en buitenschoolse activiteiten bij elkaar gebracht. Daarbij worden de specifieke veiligheidsmaatregelen benoemd. Het doel is dat alle betrokkenen op de hoogte zijn van de afspraken rondom veiligheid, opdat we gezamenlijk proberen de veiligheid voor de ons toevertrouwde leerlingen te optimaliseren. De volgende hoofdstukken zijn opgenomen: 1. Gebruik speelplaatsen. 2. Gebruik gymzaal. 3. Gebruik gangen. 4. Schoolreis. 5. Kamp. 6. Vervoer naar en van buitenschoolse activiteiten. 7. Verkeersexamen. 8. Externe sportactiviteiten. 9. Interne schoolactiviteiten. Voorts is de volgende procedure vastgesteld: ● ● ●
Na iedere activiteit wordt tijdens een reguliere teamvergadering geëvalueerd. Minimaal één maal per jaar wordt het totale veiligheidsplan besproken, gewijzigd en vastgesteld. Jaarlijks wordt het totale veiligheidsplan voorgelegd aan de MR (september). Eén maal per jaar wordt het door team en MR goedgekeurde veiligheidsplan voorgelegd aan BM, opdat BM verslag kan doen aan het bestuur.
Daar waar een protocol niet voorziet, dient analoog aan een gelijkende activiteit een veiligheidsprotocol geschreven te worden. 1. GEBRUIK SPEELPLAATSEN Het schoolplein behoort tot het gebied waarvoor de school gedurende de schooltijd (en 10 minuten voor en na) verplicht is toezicht te houden. Omdat de deuren 10 minuten voor tijd opengaan houden wij vóór schooltijd geen toezicht. Bij het uitgaan om 12 uur en 3 uur lopen de leerkrachten van de groepen 1 t/m 4 met hun groep mee naar buiten en houden toezicht. Van de bovenbouw loopt op vrijdag middag één personeelslid mee naar buiten en houdt toezicht (Dit is gekoppeld aan het rooster van de pleinwacht) 1.1 Fietsen Op het schoolplein wordt niet gefietst. De fietsen worden in de fietsenstalling gezet. Skateboarden, steps e.d. mogen niet meegenomen worden in school. 1.2 In- en uitgangen De school heeft drie toegangsdeuren. De hoofdingang is aan de westzijde (flatkant), de andere ingangen zijn aan de zuid- en oostkant. De west- en zuiddeur worden gebruikt bij het ingaan van de school. De oostdeur wordt gebruikt bij het uitgaan van de groepen 3 en 4. Vanaf groep 5 5 Veiligheidsplan De Polderrakkers
zijn de leerlingen vrij een uitgang te kiezen. De westdeur wordt gebruikt voor de groepen 1 en 2. 1.3 Naar binnen/buiten gaan De leerlingen mogen 10 minuten voor schooltijd, eventueel vergezeld van hun ouder(s) de school in. Om 8.30 uur en 13.00 uur sluit de leerkracht de deur van het klaslokaal en verlaten de ouders de lokalen en de school. 1.4 Speelplekken ● De groepen 1 en 2 spelen op de speelplaats aan de zuidzijde (vanaf trappetje tot biels), de groepen 3 en 4 op het plein aan de westzijde en de groepen 5 t/m 8 op het plein aan de oostzijde en het naastgelegen grasveld (tot de bosjes). ‘s Middags spelen groep 3 en 4 op het plein aan de oostzijde. ● De leerkrachten van de kleutergroepen gaan met de leerlingen naar de speelplaats. Zij zorgen dat te allen tijde één leerkracht het toezicht houdt. ● Tijdens de pauzes is altijd toezicht op het plein. Eén leerkracht is volgens onderlinge afspraak (gr. 3 en 4) of volgens het rooster (gr. 5 t/m 8) hoofdverantwoordelijk. Tijdens de pauze zijn de andere leerkrachten in principe ook op het plein aanwezig. ● De leerkrachten nemen een positie in, zodat zij een goed zicht hebben over de speelplaats. ● Vechten en wilde spelletjes (ter beoordeling van de leerkracht) zijn verboden. ● Leerlingen mogen niet naar binnen tijdens de pauze, toiletbezoek moet gemeld worden aan de pleinwacht. Een aantal plaatsen is niet bedoeld om te spelen: • in de struiken; • in de fietsenstalling en tussen de fietsenrekken; • in de plantenperken; ● Achter, op en in het schuurtje ● op de brandtrap 1.5 Rollerskates, skateboards, waveboards en stepjes Tijdens de pauzes spelen met rollerskates,skateboards, waveboards, stepjes en ander groot speelgoed is niet toegestaan. Klein materiaal (bijv. bal springtouw) alleen bij toestemming van de leerkracht. ● ●
1.6 Bij slecht weer Bij slecht weer kan de pauze geheel of gedeeltelijk binnen worden gehouden. De groepsleerkrachten houden ieder toezicht op de leerlingen van hun eigen groep.
1.7 Ongewenste personen op het schoolplein • Personen die niet tot de schoolbevolking behoren en zich op de speelplaats ophouden, worden door de buiten lopende leerkracht verzocht zich te verwijderen. Wordt hieraan geen gehoor gegeven, dan direct melden bij de directie. Deze onderneemt verdere actie.
6 Veiligheidsplan De Polderrakkers
●
De toegangsdeuren van de school zijn tijdens schooltijd gesloten. Bij elke deur hangt een bel. Per schooljaar wordt afgesproken welke groepen er verantwoordelijk voor zijn de deur te openen.
1.8 Overige meegebrachte spullen van thuis Denk aan aanstekers, lucifers, zakmessen etc.. Al deze zaken zijn verboden op school en zullen worden afgepakt. Er zal contact met de ouders/verzorgers worden opgenomen. De ouders kunnen de spullen vervolgens komen ophalen. 2. GEBRUIK GYMZAAL ● Wanneer een leerling niet mee kan doen met de les dient dit door de ouder gemeld te worden. De leerkracht beslist of deze leerling toch meegaat naar de gymzaal of tijdelijk in een andere groep gaat werken. ● Gymnastiekkleding en gymnastiekschoenen zijn verplicht. ● Jongens en meisjes kleden zich vanaf groep 3 om in een aparte kleedkamer. ● Toestellen mogen niet zonder toestemming van de leerkracht gebruikt worden. ● De leerkracht dient, daar waar nodig, te assisteren. ● Wees voorzichtig met het gebruik van grote opgebouwde installaties. ● Armbanden, kettingen en horloges worden afgedaan. ● Meisjes met lang haar binden het haar vast met een elastiekje. ● In geval van een ongeluk, wordt via de noodtelefoon de school gebeld, zodat een BHV-er bijstand kan verlenen en de noodzakelijke maatregelen voor behandeling kunnen worden genomen. Aan het begin van het schooljaar test een BHV-er deze noodtelefoon. ● Ehbo doos moet aanwezig zijn in de gymzaal en het speellokaal, en ieder jaar nagekeken worden door BHV-er. 3. GANGEN ● De leerlingen weten het allang: rennen, schreeuwen en stoeien doe je buiten, rustig lopen op de gang! ● De jassen worden ordelijk opgehangen en gepakt; ● Bij calamiteiten treedt het noodplan/ontruimingsplan in werking, onder eindverantwoording van de BHV-er; ● Nood- en tussendeuren altijd vrijhouden; buitendeuren sluiten (taak voor schoolassistente en na schooltijd voor de dichtstbijzijnde groep – jaarlijks afspreken). ● Brandslangen en blusapparaten altijd gebruiksklaar houden. De controle gebeurt jaarlijks door een gecertificeerde organisatie. 4. SCHOOLREIS Voor aanvang van het schoolreisje worden alle bijzonderheden (dieet, medicijnen en alle noodzakelijke telefoonnummers) van de leerlingen geïnventariseerd. Een mobiele telefoon en EHBO-doos gaan standaard mee. Voor vertrek worden de regels, afspraken en andere specifieke aspecten voor de schoolreis gelijktijdig met de leerlingen en begeleiders doorgenomen. ● Alle ouders worden via een speciale brief op de hoogte gebracht van de plannen. ● De verantwoordelijkheden en afspraken worden vooraf aan alle begeleiders verstrekt 7 Veiligheidsplan De Polderrakkers
● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
De leerlingen worden van te voren door de leerkracht in groepjes verdeeld. De groepsgrootte is afhankelijk van leeftijd. Elke ouder krijgt de namen van de kinderen in zijn/haar groepje. De herkenbaarheid van leerlingen uit de onderbouw wordt vergroot door een naamkaartje. Voor elke schoolreis zullen specifieke afspraken worden gemaakt. Regels van het park of de attractie betreffende lengte, leeftijd e.d. worden altijd aangehouden. ‘s Ochtends verzamelen de leerlingen zich in de klas. De absentielijst wordt bekeken en ingevuld. De begeleiders nemen hun groepje mee naar de gereedstaande bus. Van te voren is bekend in welke bus plaatsgenomen moet worden. Eén leerkracht loopt vrij rond (is ambulant) en heeft een mobiele telefoon, de lijsten met benodigde telefoonnummers en de EHBO-doos. Indien leerlingen hun groepje kwijt raken, dan moeten zij naar de centrale post in het park gaan. Deze centrale post wordt aan het begin van de dag aan alle leerlingen en begeleider aangewezen. Die post is altijd bemand, liefst door iemand van het team (herkenbaar voor kinderen). Gedurende de dag worden aantallen leerlingen enkele keren geteld/gecontroleerd. De begeleider meldt bij thuiskomst de groep bij de leerkracht af. Bij bezoek van een rustige locatie (b.v. een bosgebied) moet één extra auto mee voor eventuele calamiteiten, doktersbezoek etc. Mobiele telefoonkosten kunnen gedeclareerd worden. 4.2 INSTRUCTIE AAN DE LEERLINGEN • Indien leerlingen hun groepje kwijt raken, dan moeten zij naar de centrale post in het park gaan. • Die post is altijd bemand, liefst door iemand van het team (herkenbaar voor kinderen). • Eventueel kan de herkenbaarheid van leerlingen vergroot worden door een petje, naamkaartje of T-shirt.
5. KAMP Mobiele telefoon en EHBO-doos gaan standaard mee. Voor vertrek worden de algemene regels, en afspraken over het kamp met de leerlingen en begeleiders doorgenomen. ● Voor aanvang van het kamp zijn alle bijzonderheden over leerlingen bekend gemaakt aan de groepsleerkracht (o.a. ziektekostenverzekering, dieet, bereikbare telefoonnummers ouders, enz.). ● Er dient één begeleider per 6-8 leerlingen te zijn. ● Na aankomst wordt met alle leerlingen en begeleiders het noodplan voor het verlaten van het gebouw/de tenten doorgenomen. Ook worden de specifieke regels en afspraken verteld. ● De leerlingen mogen geen mobiele telefoons bij zich hebben. ● De mobiele telefoon van de leiding wordt alleen gebruikt in noodgevallen en om het nieuws door te bellen. ● In geval van nood kunnen ouders de school of één van de directieleden bellen. 8 Veiligheidsplan De Polderrakkers
6. VERVOER NAAR EN VAN BUITENSCHOOLSE ACTIVITEITEN Mobiele telefoon en EHBO-doos gaan standaard mee. Voor vertrek worden de regels, afspraken en andere specifieke aspecten voor de excursie gelijktijdig met de leerlingen en begeleiders doorgenomen. ● Indien de groepsleerkracht ziek/afwezig is, vindt de excursie of het uitstapje niet plaats. ● Alleen met toestemming van de schoolleiding kan hierop een uitzondering gemaakt worden. Eén en ander leidt dan tot een aangepast draaiboek. ● Een lijst met telefoonnummers van alle ouders van de leerlingen wordt meegenomen. ● De leerkracht gaat als eerste een plaats van bestemming binnen. ● Tijdens de activiteit houdt de leerkracht samen met begeleiders het toezicht. ● Na afloop gaat de leerkracht als eerste naar buiten. Hij vangt daar de leerlingen op en telt. 6.1 Vervoer per bus ● Wordt altijd georganiseerd door een busmaatschappij met een veiligheidskeurmerk ● ‘s Ochtends verzamelen de leerlingen zich in de klas. De absentielijst wordt bekeken en ingevuld, eventuele absenten worden aan de coördinator doorgegeven. ● De begeleiders nemen hun groepje mee naar de gereedstaande bus. Van tevoren is bekend in welke bus plaatsgenomen moet worden. ● In de bus worden wettelijke regels betreffende het aantal kinderen op de stoelen strikt nagevolgd. Ieder kind zit op een eigen stoel. ● De leerkracht bepaalt waar iedereen in de bus gaat zitten. Dit zal in veel gevallen vrij gelaten worden, maar waar dit niet kan beslist de leerkracht. ● In elke bus zit tenminste één leerkracht. Die controleert het aantal leerlingen. De overige begeleiders zitten verspreid door de bus en houden mede toezicht. De leerkracht is verantwoordelijk voor het gedrag van de kinderen in de bus. ● Alle kinderen blijven zitten. Er wordt niet onnodig in de bus gelopen. ● De kinderen mogen niet op de eerste stoel en op de middelste stoel van de achterbank zitten i.v.m. voorover vallen bij plotseling remmen. ● De regels en wensen van de chauffeur worden nagevolgd. ● Na afloop telt elke begeleider zijn/haar eigen groepje. ● Bij vervoer verder dan 10 km. moet een extra auto mee voor eventuele doktersbezoeken, calamiteiten, enz. 6.2 Vervoer per auto ● De school heeft een doorlopende verzekering afgesloten. ● De bestuurder heeft een inzittendenverzekering. Dit wordt van tevoren nagevraagd. ● Ouders hebben een routebeschrijving. ● De gordel moet om. Geen gordels aanwezig, geen kinderen vervoeren. Het aantal gordels bepaalt het aantal kinderen. ● Kinderen die voorin plaatsnemen hebben de wettelijke verplichte lengte. Dus géén leerling op de voorstoel, tenzij groter dan 1,35 meter. Kinderen onder 1,35 meter zitten in een kinderzitje op of een verhoger. ● Kinderen stappen uit aan de kant van het trottoir. ● De school volgt verder de wettelijke voorschriften. 6.3 Vervoer per fiets 9 Veiligheidsplan De Polderrakkers
● ● ● ● ●
Kinderen uit groep 6, 7 en 8 kunnen eventueel op de fiets naar een activiteit. Hierbij zijn 2 tot 3 begeleiders per groep. De begeleiders fietsen ‘tussen’ de groep. De leerkracht fietst voorop en één begeleider sluit de groep af. Als er moet worden overgestoken blokkeren de leerkracht en één begeleider de rijweg. Zij begeleiden het oversteken. Fietsen gebeurt zo veel mogelijk over fietspaden. Waar nodig achter elkaar fietsen. Bij ieder ‘verzamelmoment’ controleert de leerkracht alle kinderen op aanwezigheid. Voor het vertrek worden alle leerlingen weer geteld.
6.4 Vervoer lopend Minimaal één leerkracht per groep, met begeleiding van voldoende ouders. ● Kinderen lopen twee aan twee (eventueel hand in hand) en blijven in de rij lopen. Groep 1 en 2 lopen buiten aan wandelkoord. ● Leerkracht en begeleiders blokkeren de rijweg bij oversteken. ● Eventueel komen leerlingen zelfstandig naar de locatie onder verantwoordelijkheid van de ouders. ● Een leerkracht is op de plaats van de activiteit al aanwezig. De kinderen melden zich bij hem/haar. ● Kinderen mogen pas weer met hun ouder(-s) naar huis na afmelding bij de leerkracht. ● De verantwoordelijke leerkracht blijft op de plaats van de activiteit tot de laatste leerling deze locatie heeft verlaten. ● Afwijking van de standaardregels wordt per situatie apart geregeld.
● ● ● ● ● ● ●
7. VERKEERSEXAMEN Alle leerlingen uit groep 7 leggen het verkeersexamen af. Voorafgaand aan het praktische examen worden alle fietsen gekeurd. De leerlingen en de ouders worden van tevoren meegedeeld aan welke eisen de fiets moet voldoen. Alleen met een goedgekeurde fiets mag aan het examen worden deelgenomen. Voor het in orde brengen van de fietsen ligt de verantwoording bij de ouders. De leerlingen dragen fel gekleurde hesjes met rugnummers. Onderweg staan controleposten. Deze worden door de politie geïnstrueerd. De politie houdt de grote kruispunten in de gaten. Begeleiders worden van tevoren geïnstrueerd.
8. EXTERNE SPORTACTIVITEITEN Voor aanvang van elke sportactiviteit worden bijzonderheden over de leerlingen meegenomen (dieet, medicijnen en telefoonnummers). Mobiele telefoon en EHBO-doos gaan standaard mee. Voor vertrek worden de regels, afspraken en andere specifieke aspecten voor de sportactiviteiten gelijktijdig met de leerlingen en begeleiders doorgenomen. 8.1 Zwemmen (incidenteel) ● De ouders moeten schriftelijke toestemming geven voor de deelname van hun kind aan de zwemactiviteit. ● Er is minimaal 1 begeleider per 8 leerlingen. 10 Veiligheidsplan De Polderrakkers
● ● ● ● ● ● ● ●
Vooraf wordt geïnventariseerd welke kinderen in het bezit van een zwemdiploma zijn. De leerkracht overlegt, vooraf, met het zwembadpersoneel wanneer er een groep leerlingen komt zwemmen. Tevens bespreekt hij/zij de herkenbaarheid van leerlingen die geen diploma hebben. Navragen of er speciale regels of afspraken zijn die in het zwembad gelden (bijv. opbergen van waardevolle spullen, kleedkamers, douchen) en/of er mogelijkheden zijn om de groep via de geluidsinstallatie te laten omroepen (bijv. om te verzamelen). Controleer waar de EHBO-post is. Er wordt een centrale verzamelplaats afgesproken. Op de verzamelplaats geeft de leerkracht aan de kinderen instructie over de regels/afspraken van het zwembad, tijdstippen waarop de kinderen zich moeten verzamelen, de plaats van de EHBO-post. Indien naar het oordeel van de leerkracht op enigerlei wijze de veiligheid in het geding is, laat de leerkracht de groep verzamelen en vertrekt uit het zwembad.
8.2 Schaatsen Bij het schaatsen worden dezelfde regels in acht genomen als bij excursies. Voor de kinderen die niet kunnen schaatsen wordt een alternatief programma gerealiseerd. Indien naar het oordeel van de leerkracht op enigerlei wijze de veiligheid in het geding is, laat de leerkracht de groep verzamelen en vertrekt van de ijsbaan. Op natuurijs • De natuurijsbaan is door de beheerder/contactpersoon opengesteld. • Men gaat na of het ijs geschikt is om op te schaatsen. Dit ter beoordeling van de directie. Hierbij letten op ijsdikte, aanwezigheid van scheuren en rommel op het ijs. Wees bedacht op wakken, met name bij bruggen. Wees ook bedacht op lage bruggen waar men niet staand onderdoor kan schaatsen! • Er bestaat duidelijkheid over waar wel en waar niet geschaatst mag worden (zo nodig afzetten met afzetlint). Hanteer hier een ruime marge van 10 meter. • Zorg voor een stuk touw met een boei o.i.d. 8.3 Diverse sporttoernooien Voor aanvang van elk toernooi worden alle bijzonderheden over de leerlingen meegenomen (dieet, medicijnen en alle noodzakelijke telefoonnummers). Mobiele telefoon gaat standaard mee. De organiserende vereniging beschikt over een EHBO-doos. Vooraf worden de regels, afspraken en andere specifieke aspecten voor de toernooien met de leerlingen en begeleiders doorgenomen. Wij nemen deel aan: ● ● ● ● ●
voetbaltoernooi volleybaltoernooi peanutbaltoernooi korfbaltoernooi Hanbaltoernooi
11 Veiligheidsplan De Polderrakkers
● ● ● ● ● ● ● ●
De school kan pas deelnemen aan een sporttoernooi als er voldoende begeleiders zijn. Ouders van de deelnemers worden vooraf schriftelijk geïnformeerd met de exacte gegevens (wie, waar, wanneer, wat wordt er van ouders verwacht, wat regelt de school, aan- en afmelden, vervoer etc.). De toernooien vinden plaats onder verantwoordelijkheid van de sportverenigingen. Leerlingen gaan op eigen gelegenheid naar de sportaccomodatie. Kinderen melden zich aan en af bij hun begeleider(-s). Gedurende de tijd dat het toernooi wordt gehouden is er minimaal één leerkracht op de locatie aanwezig. Dat kan ook bij toerbeurt worden geregeld. De deelnemers en de begeleiders worden vooraf duidelijk geïnstrueerd over regels van en afspraken op de locatie, het wedstrijdschema, kleedkamerindeling, activiteiten die de eigen school ter plaatse organiseert (bijv. tijdens de pauze iets eten/drinken). De lijsten met tel.nummers e.d. zijn in het bezit van de teambegeleiders en van de leerkracht.
9. INTERNE SCHOOLACTIVITEITEN 9.1 Activiteiten met veel ouders Hieronder vallen inloopavonden, rapportavonden/tien-minutenavonden, informatieavonden, tentoonstellingen, musical groep 8, enzovoort. ● Zorg voor het vrijhouden van gangen, in- en uitgangen. Let hierbij ook op het vrijhouden van de ingang van het klaslokaal. ● De nood- en transparantverlichting (= vluchtwegsignalering) mag niet worden uitgeschakeld of aan het zicht worden onttrokken. ● Zorg ervoor dat de deuren bij de uitgangen voldoende doorgang bieden in geval van calamiteit (een vergrendelde deur ontgrendelen). ● Slanghaspels zijn bereikbaar; handblusmiddelen zijn op strategische plaatsen aanwezig en bereikbaar. ● Kabels en snoeren, touwen, feestverlichting (zoals snoeren met lampjes) slingers en dergelijke, zijn zodanig gebruikt dat zij geen gevaar opleveren (struikelen, tegenaan lopen). 9.2 Festiviteiten en overige activiteiten Hieronder vallen feesten als Sinterklaas, Kerst, Pasen, sponsorloop, lustrum. ● Houdt bovengenoemde aandachtspunten in acht. ● Maak een draaiboek waarin alle organisatorische afspraken staan, en let daarbij nadrukkelijk op de veiligheid. 10. SEXUELE INTIMIDATIE 10.1 Pedagogisch klimaat ● Het onderwijzend personeel onthoudt zich van seksistisch taalgebruik,of gedrag. ● Handtastelijkheden kunnen als vernederend worden ervaren. Dit staan we niet toe. ● Beeldend materiaal met een seksistisch getint karakter wordt niet gebruikt of opgehangen. Is het schoolmateriaal dan wordt dit zo nodig vervangen. 10.2 Contact leerkracht - leerling 12 Veiligheidsplan De Polderrakkers
● ● ●
Leerlingen worden niet langer dan een kwartier alleen op school gehouden. Is dat wel nodig, dan wordt met de ouders contact opgenomen. Indien een leerling in de klas moet nablijven, staat de deur van het lokaal open. De leerling en leerkracht moeten vanaf de gang zichtbaar zijn. Leerlingen worden niet bij onderwijsgevenden thuis uitgenodigd.
10.3 Affectiviteit ● Vanaf groep 4 worden leerlingen niet meer geknuffeld bij troosten of belonen. Spontane reacties in hogere groepen kunnen, mits het recht van het kind wordt gerespecteerd. ● Vanaf groep 4 nemen we geen kinderen meer op schoot. 10.4 Aan- en uitkleden ● Hulp bij aan- en uitkleden behoort tot de normale taken bij leerlingen t/m gr. 3. ● Vanaf groep 3 is hulp nauwelijks nodig, tenzij speciale situaties daarom vragen. Denk aan: musical, verwonding e.d. We houden daarbij rekening met de wensen en gevoelens van de leerlingen. ● Als de situatie erom vraagt wordt door ons direct hulp verleend. 10.5 Buitenschoolse activiteiten ● Tijdens kamp slapen mannelijke begeleiders bij de jongens en vrouwelijke bij de meisjes. Als dit niet mogelijk is, wordt de indeling vooraf aan de leerlingen duidelijk gemaakt. ● Ouders geven aan de kampleiding aan welke medicijnen leerlingen gebruiken en hoe de leiding hierbij eventueel moet assisteren. Ook geven zij aan welke allergieën een kind heeft.
VI. BIJLAGEN 1. Crisisdraaiboek 2. Veiligheidsadviezen en –eisen volgens NIBRA en Brandweer (als verstrekker gebruiksvergunning) 3. Format veiligheidsprotocol voor een activiteit in school 4. Format veiligheidsprotocol voor een activiteit buiten de school 5. Ontruimingsplan 6. Incidentenregistratie formulier Geëvalueerd en bijgesteld door team: Akkoord door M.R.:
Akkoord door B.M.:
Geëvalueerd en bijgesteld door team ׃Akkoord door M.R.׃ … - … - 20.. … - … - 20..
Akkoord door B.M.: … - … - 20..
13 Veiligheidsplan De Polderrakkers
Bijlage 1. DRAAIBOEK BIJ CRISIS OF CALAMITEITEN Het doel van dit draaiboek is directies de mogelijkheid geven zo optimaal mogelijk te kunnen reageren bij crisis of calamiteit. 1. Samenstelling crisisteam en (eind)verantwoordelijkheid. 2. Taken. 3. Externe deskundigen. 4. Interne communicatie: leerlingen, ouders, leerkrachten. 5. Externe communicatie: pers. 6. Nazorg. 7. Evaluatie. 8. Hoe te handelen bij rampen van buitenaf. 1. Samenstelling crisisteam en (eind)verantwoordelijkheid Het crisisteam bestaat uit de algemeen directeur (voorzitter crisisteam) en de directeur van de school, de leerkracht(-en) van de betrokken groep en indien gewenst enige externe deskundigen (zie hoofdstuk 3). Het nader definiëren van een calamiteit lijkt ons niet wenselijk, om onszelf geen beperkingen op te leggen. 2. Taken ● Het nemen van beslissingen. ● Aanspreekpunt (zie 4 en 5). ● Zorgen dat betrokken personen op de hoogte gesteld worden. ● Nagaan op welke plek een eerste opvang gerealiseerd kan worden: denk aan telefoons en mogelijkheden voor verstrekken van koffie/thee/limonade. ● Vaststellen/nagaan wat er is gebeurd volgens “onze” mensen. ● Een dossier en logboek beginnen. ● Indien nodig een externe deskundige toevoegen aan het crisisteam. ● Eventueel de teamleden inlichten. De directeur van de school dient altijd een up-to-date lijst van adressen en telefoonnummers van leerlingen en leerkrachten thuis te hebben. ● Inroepen van (geestelijke) hulp. ● Overleg voeren met betrokken instanties. Te denken valt aan politie, brandweer, arbeidsinspectie (meldingsformulier), derde partij. 3. Externe deskundigen Indien nodig kan de school onderstaande externe deskundigen inschakelen. ● Juridische deskundigen. ● Slachtofferhulp Nederland (tel. 030-2340116) ● Trauma-adviseur (evt. via de Arbo-dienst) ● GGD (tel. 023-6562300) ● SchoolBegeleidingsDienst (tel. 023-5679800) ● Politie (0900-8844) 14 Veiligheidsplan De Polderrakkers
4. Interne communicatie: leerlingen, ouders, leerkrachten De directeur communiceert met de leerkrachten, ouders en leerlingen. Wanneer de directeur (te) betrokken is, zal de algemeen directeur deze taak op zich nemen. Een snelle en open communicatie met ouders is van belang. Ouders dienen door de directeur geïnformeerd te worden en niet door de pers. Indien er een persbericht uitgaat, zal dit persbericht eerst worden uitgedeeld aan de ouders en aansluitend zal het persbericht naar de media worden verzonden. Eventueel wordt een avond georganiseerd om ouders nader te informeren. De zorg voor de leerlingen is toevertrouwd aan de leerkracht eventueel aangevuld met een externe deskundige. Voor urgente zaken moet er een telefoonlijst opgezet worden: zes leerkrachten bellen ieder vier ouders van de betreffende groep. De leerkrachten zullen met klem worden verzocht om niet met derden over de calamiteit/crisis te spreken. Dit is nodig om de persvoorlichter zijn werk zo optimaal mogelijk te laten doen. Alleen met toestemming van en na overleg met het crisisteam zal het personeel over het voorval met derden in gesprek kunnen gaan; dit wordt vastgelegd in het logboek. 5. Externe communicatie: zie protocol “Omgaan met media/communicatie”. Attentiepunten: ● De pers zal altijd proberen meer mensen aan het woord te laten (ook leerlingen). Zorg dat iedereen op de hoogte is van de persvoorlichter en geef aan dat niemand verplicht is om informatie aan de media te verstrekken. ● Geef zo nodig dagelijks een persconferentie. Dit zorgt voor een goede communicatie. Doe dit bij voorkeur ergens buiten de school, zodat de pers daar ook even weg is. ● Houdt de relatie met de pers positief. Grenzen aangeven is prima, maar zorg er wel voor dat er zinvolle informatie naar hen toe komt. ● Bescherm de leerlingen tegen zichzelf; zij willen graag praten over de pijn en het verdriet waar ze mee geconfronteerd worden. ● Overleg altijd met de betrokkenen. ● De concepttekst van een interview altijd vooraf lezen voordat deze gepubliceerd wordt. 6. Nazorg Als het dagelijkse leven weer zijn gang moet gaan krijgen, begint een nieuwe fase die minstens zo belangrijk is. Er moet rust en ruimte zijn om pijn en verdriet te verwerken of afscheid te nemen van slachtoffers. Voorbeelden: ● Een gedenkplek. ● Een herdenkingsdienst. ● Hulp voor de periode volgend op de gebeurtenis: individueel of groepsgewijs. ● Zorg ervoor dat nooit iemand vergeten wordt. Denk dierbij niet alleen aan de directe slachtoffers, maar ook aan de personen rondom het slachtoffer (familie, klasgenoten). 7. Evaluatie Evaluatieverslag wordt toegevoegd aan het dossier. 8. Hoe te handelen bij rampen van buitenaf. Bij dreigende rampen van buitenaf, zal een sirene van de rampenbestrijding de bevolking alarmeren of een geluidswagen van de politie zal u op de hoogte stellen. Als de sirene gaat 15 Veiligheidsplan De Polderrakkers
moet iedereen naar binnen, alle deuren en ramen sluiten en de radio (werkend op batterijen) of televisie aanzetten. (Radio M of FM 93.1 ether of via de kabel op 101.5 / regio-TV). Volg de aanwijzingen en blijf binnen tot het sein alles veilig is gegeven.
16 Veiligheidsplan De Polderrakkers
Bijlage 2 VEILIGHEIDSADVIEZEN EN –EISEN VOLGENS NIBRA EN BRANDWEER (ALS VERSTREKKER GEBRUIKSVERGUNNING) Volgens de gebruiksvergunning is het: ● verplicht om doorlopend toezicht te houden, om de telefoon voor onmiddellijk gebruik beschikbaar te hebben, 14 dagen van te voren bij de brandweer toestemming te vragen voor het afsteken van vuurwerk; geldt ook voor sterretjes!; ● verboden met brandbaar gas gevulde ballonnen te gebruiken om flessengas te gebruiken; ● verboden om zonder toestemming van de brandweer vuurwerk af te steken. WAT Algemeen
ONDERWERP Vluchtroutes, in- en uitgangen en looproutes Elektra Lampionnen Blusmiddelen Kerstvieringe n in de klas of de school
Vieringen als Sinterklaas, Kerst, maaltijden
Kaarsen en Waxinelichtjes
Groepsgrootte
Soort en plaats
JA, WEL DOEN Vrijhouden van obstakels (binnen en buiten!).
NEE, NIET DOEN Barricaderen, blokkeren, versmallen door materialen neer te zetten.
Voorkom overbelasting van elektriciteitsnet. Met batterijlampjes.
Te veel apparaten op één groep.
Emmer zand of water of natte doeken in de klas. EHBO-doos nakijken; Brandblusmiddelen vrij toegankelijk houden; Bij brandend kaarslicht: lied uit het hoofd zingen; Voorlezen staand voor de groep kinderen. Voldoende ruimte om in geval van nood veilig weg te kunnen. Wellicht de activiteiten meerdere malen plannen en zo de groepen verdelen. Denk ook aan ouders in de school De verantwoordelijke personen hebben zicht op de kaarsen/lichten; Kaarsen worden aangestoken door een volwassene; Blokkaarsen in stevige
Kaarsen, waxinelichtjes gebruiken. Geen preventieve maatregelen nemen. Zie boven en Muziekblad, liturgie etc. in de hand en kaarsen aan!
Te veel personen in één ruimte; onvoldoende vluchtmogelijkheden
Lange kaarsen, druipkaarsen, kaarsen in slechte houders, bij te openen ramen, bij gordijnen, versiering, verwarming, bij kerststal, op brandbare ondergrond (servet etc.); 17 Veiligheidsplan De Polderrakkers
houders; Waxinelichtje in potjes; Onbrandbare ondergrond; Neerzetten op een plaats waar ze niet omver kunnen worden gelopen; Niet plaatsen bij de verwarming; Voorzichtig met de kleding! Kaarsen uitdoen met dover.
Wijde mouwen, mouwen met franje bij kaars; Kaarsen door kinderen aan laten steken; Lopen met brandende kaarsen of waxinelichtjes; Kaarsen uitblazen.
Versiering
Plaats, soort
Plafondversiering minimaal twee meter boven de tafels; Ruime afstand tussen versiering en verlichting en versieringen onderling; Geen versiering langs of boven gangpaden, vluchtroutes en bij noodverlichting; Versieringen zo veel mogelijk tegen de wand. Soort: geïmpregneerde slingers.
Papier om tl-buis wikkelen; Te veel versiering; Versiering te dicht op elkaar; Foute slingers. Kersttakken, droogbloemen, doeken, touwen zijn niet toegestaan!
Elektra
Algemeen
Snoeren, haspels
Voorkomen struikelgevaar
Goedgekeurd en in goede staat verkerend materiaal. Bij verduistering moet enige oriëntatie mogelijk blijven. Aan de vloer vastzetten met breed plakband. Helemaal afrollen en vastzetten met breed plakband. Zie hierboven.
Foute, niet gekeurde of kapotte materialen gebruiken. Alle lampen uit; papier om tl-buis wikkelen; Los in gangen en looppaden; Geheel of gedeeltelijk opgerold laten; Provisorisch repareren;
Buiten aanrijroute brandweer. Eerst elektriciteit afsluiten!
Boven aanrijroute brandweer.
Zeer brandbaar; nooit bij open vuur! Voorkeur voor kunstkerstbomen of echte boom met kluit (nathouden!);
Bij brandende kaarsen en waxinelichtjes. Boom zonder kluit; In gangpad, in loop- of vluchtroute;
Kerstverlichting Buitenverlichting Schade of lamp vervangen
Langs de gevel
Spuitsneeuw Kerstboom
Tegen kerstversiering hangen.
Vervangen terwijl er spanning op staat.
18 Veiligheidsplan De Polderrakkers
Opstellen in een hoek in een emmer of stevige houder; Niet in loop- en vluchtroutes of bij verlichtingsarmaturen. Alleen Kema-gekeurde verlichting. Afvoer van bomen volgens gemeentelijke richtlijnen.
Te dicht bij lampen; Meerdere bomen bij elkaar; Echte kaarsen; Niet gecontroleerde verlichting;
Bomen onbeheerd op schoolplein of langs de weg achterlaten.
19 Veiligheidsplan De Polderrakkers
Bijlage 3. FORMAT VEILIGHEIDSPROTOCOL VOOR EEN ACTIVITEIT BINNEN DE SCHOOL (Bijvoorbeeld Kerstviering) PLAATS: ……………………………….……………………………. DATUM: van ……… uur tot …….. uur. ACTIVITEIT: ……………………………………………………………… GROEP(EN): ……………………………………………………………… VERANTWOORDELIJKE LEERKRACHT: ................................................... ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
Eén protocol in de klassenmap en/of commissiemap en één bij de directie. Begeleiding: ………………….. Taak en plaats leerkracht(en): …………………………………………………………….. Instructie aan ouders over wat van hen wordt verwacht bij deze activiteit. Tevens worden de ouders op de hoogte gesteld van het ontruimingsplan. Leerkrachten zorgen dat de vluchtwegen en nooduitgangen (raam/deur) vrij zijn van obstakels. Plaats(en) waar kinderen mogen komen zijn: eigen klaslokaal, gangen en toiletten. De kinderen gaan als volgt naar binnen: door de hoofdingang.De kinderen en ouders in de nieuwsbrief melden, precies op tijd te komen. De kinderen verlaten de school via de hoofdingang. Verdere belangrijke zaken: Elke leerkracht heeft een emmer zand in de klas staan om vuur te kunnen doven van kaarsen en waxinelichtjes (spatgevaar) en een emmer water voor overige calamiteiten. Emmers zijn in het magazijn aanwezig. In kerststukjes géén kaarsen branden. De leerkrachten letten op lange haren en kleding i.v.m. de kaarsvlam. Bij het uitgaan van de school moeten de kaarsjes gedoofd zijn. Als een hulpouder brand signaleert, informeert hij/zij direct de leerkracht. Voor de avond dient de Kerstcommissie het aantal hulpouders te tellen. Bij brand direct het pand verlaten.
20 Veiligheidsplan De Polderrakkers
Bijlage 4. FORMAT VEILIGHEIDSPROTOCOL BUITENSCHOOLSE ACTIVITEIT ● ● ● ● ● ● ●
Voor elke activiteit buiten de school wordt een protocol ingevuld door de verantwoordelijke leerkracht(en). Het origineel wordt, voordat de activiteit plaatsvindt, bij de directie voor gezien ondertekend en achtergelaten. Een kopie van het protocol wordt in de klassenmap/commissiemap bewaard. Het protocol wordt voor elke activiteit met de betrokkenen doorgenomen en elke begeleider krijgt het ingevulde protocol en de namen van de kinderen van zijn groep. Na elke activiteit vindt evaluatie plaats. Indien nodig worden afspraken aangepast of toegevoegd. Voor alle leerlingen en begeleiders is een continue reisverzekering afgesloten. Voorwaarden van verzekering zijn op school aanwezig.
Activiteit: Datum : Tijdstip heen/terug : Locatie activiteit : Welke groep(en) : Aantal kinderen : Verantwoordelijke : Leerkracht(en) : Aantal begeleiders : Vervoer per :
………………………………………. ......................................... ......................................... ......................................... ......................................... ......................................... ......................................... ......................................... ......................................... ……...................................
Evaluatie: Datum: ……………………. Afspraken: ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………
21 Veiligheidsplan De Polderrakkers
Bijlage 5. ONTRUIMINGSPLAN
Brandbestrijding- en ontruimingsplan De Polderrakkers 2014 Algemene gegevens: Object: de Polderrakkers 22 Veiligheidsplan De Polderrakkers
Kalslagerring 7-9 2151 TA Nieuw Vennep Gemeente Haarlemmermeer Directeur: J.Kemp – de Vries Tel: 06-50400163 Waarschuwingstelefoonnummer buiten openingstijden: J. Kemp 06-50400163 Aantal groepen: 8 Aantal personeel: ± 8 tot 14 (verschilt per dag) Bedrijfhulpverleners: Jeannette Kemp (06-50400163) Paula van Laere (06-14597191) Mattanja Schijff (06-11957055) Mirna van Luling (06-41380515)
Voorzorgsmaatregelen: Externe alarmering: 23 Veiligheidsplan De Polderrakkers
Bij het uitbreken van brand moet ongeacht de grootte van de brand en ongeacht het resultaat van de eigen bluspoging altijd onmiddellijk de brandweer worden gewaarschuwd.
Alarmnummer 112 Interne alarmering: De school is voorzien van een geluidsinstallatie (zoemer). Blusmiddelen: Het gebouw is voorzien van slanghaspels (1 bij de kleutertoiletten en een in het trapgat naar de 2e verdieping) en schuimblusssers ( naast allebei de slanghaspels en 1 bij groep bij lerarentoilet). Ze worden tenminste éénmaal per jaar op hun deugdelijkheid gecontroleerd door deskundigen. Alle personeelsleden moeten de bedieningsvoorschriften van deze blusmiddelen kennen. De keuze van het soort blusmiddel is afhankelijk van de soort brandbare stoffen in de omgeving waar het geplaatst is. (Zo kunnen vaste stoffen over het algemeen het beste geblust worden met een slanghaspel of poederblusser –vloeistoffen het beste met een poederblusser of koolzuursneeuwblusser en technische installaties het beste met een koolzuursneeuwblusser.) Op elk blusmiddel is een duidelijke gebruiksaanwijzing geschreven.
De slanghaspel: -
afsluiten/opendraaien slang afrollen Uitlopen Straalpijp openen
Let op:
Blijf laag bij de grond in verband met hitte en rook. Zorg dat u zelf achter de beschermende straal blijft.
De schuimblusser: -
lees de op het apparaat aangebrachte gebruiksaanwijzing neem het toestel van de muur en benader de brand breng het toestel onder druk (gebruiksaanwijzing) richt straalpijp en blus de brand door de brand in een wolk te omhullen let na de blussing op mogelijke herontsteking.
Brandinstructie Meld brand onmiddellijk: 24 Veiligheidsplan De Polderrakkers
- Bel 112 en meld bij de directeur. - Leerkrachten zijn op de hoogte van dichtstbijzijnde uitgang. - Ramen en deuren sluiten. - Mapje bij de deur meenemen. - Erop toezien dat iedereen het lokaal verlaat. - De aangewezen groepen controleren toiletten/handvaardigheidlokaal/speellokaal (zie hoe te handelen bij brandlijstje in het mapje bij de deur). - Meld je bij de hoofd bhv-er te herkennen aan oranje hes. Verzamelplaats: Buiten op het basketbalveld. Opgesteld van groep 1 t/m 8. Hoe te ontruimen: Bij het verlaten van het gebouw is het van belang, dat iedere leerkracht in “een veegbeweging” de school ontruimt. Dit houdt in dat de leerlingen voor de leerkracht uitlopen. Zo kunnen ook algemene ruimten zoals het toilet gecontroleerd worden. Afhankelijk van het lokaal waarin de kinderen zich bevinden, verlaten de leerlingen de school via verschillende routes (zie vluchtroute in lokaal) en verzamelen op het basketbalveld. De bedrijfshulpverleners dienen samen met de brandweer na de ontruiming te controleren of er nog personen in het pand aanwezig zijn. Taakverdeling ligt in handen van de bedrijfhulpverleners. Iedere leerkracht moet bij het verzamelpunt aangeven op de adressenlijst of iedere leerling aanwezig is. Absenten worden hier aangeduid als abs. Andere (bijzondere) afwijkingen dienen z.s.m. te worden gemeld aan de hoofd bhv-er. Deze verzorgt de communicatie met de brandweer (hulpdiensten). De directie krijgt de opdracht een lijst op te stellen van die personeelsleden/ stagiares / ouders/ vrijwilligers, welke bij de ontruiming niet naar buiten zijn gekomen en welke niet inpandig waren op het moment dat het noodplan wordt uitgevoerd. Ieder personeelslid is verplicht zich te melden bij de directie of plaatsvervangende bhv-er
Niemand verlaat zonder uitdrukkelijke toestemming van de leiding de verzamelplaats.
25 Veiligheidsplan De Polderrakkers
Hoe te handelen bij brand(melding)!!! HoofdBHV-er: Jeannette Kemp: 06-50 40 01 63 (Plaatsvervangend: Mirna van Luling: 06-41380515 ) 1. degene die de brand ontdekt bedient het alarm 2. sluit de ramen! 3. maak een dubbele rij (2-aan-2) bij de deur (de leerlingen hebben een vaste plek en een vast brandmaatje) en laat de leerlingen vooraan staan met wie je dat besproken en geoefend hebt. 4. Vertel welke route gelopen wordt. 5. Geef duidelijk het sein tot vertrek 6. Controleer of iedereen daadwerkelijk het lokaal verlaat 7. Leerkracht loopt achteraan en neemt in een ‘veegbeweging’ iedereen mee en sluit de deur. 8. Leerkracht trekt geel hes aan en neemt dit mapje mee. (bevat dus ook een adressenlijst) 9. Controleer de toiletten op achterblijvers. Groepen 1 & 2 kleutertoiletten Groep 3 toiletten tegenover Happy kids Groepen 4 & 5 tegenover hun lokaal Groepen 6, 7 & 8 tegenover hun lokaal Controleer handvaardigheidslokaal (groep 4/5) Controleer speellokaal (groep 1/2/3) 10. Verzamel op het basketbalveld in volgorde in rijen. Te beginnen bij de kant van het grote voetbalveld: 1/2a, 1/2b, 3, 4, 5, 6, 7, 8. (8 dus het dichts bij het pannaveldje) 11. Meld je bij de hoofdBHV-er (oranje hes). Noem je groep en de leerlingen die eventueel mist, anders zeg je: ‘compleet’.
26 Veiligheidsplan De Polderrakkers
BIJLAGE 6 INCIDENTENREGISTRATIEFORMULIER Met het incidentenregistratieformulier kunnen incidenten die in en om school plaatsvinden, worden gemeld aan de degene die in de school verantwoordelijk is voor de afhandeling van incidenten en de registratie ervan. Incidentmelding Naam van de melder van het incident: Datum van de melding van het incident: Gegevens over het incident Wanneer • datum waarop het incident plaatsvond: • tijdstip waarop het incident plaatsvond: Wie • naam betrokken medewerker(s): • naam betrokken leerling(en): • klas van de leerling(en): Waar • plaats van het incident: o o o o o o
kantine/pauzeruimte gang klaslokaal gymzaal buiten op het schoolplein/om de school anders, namelijk:
Wat • soort incident: o o o o o o o o o
je spullen zijn vernield er is iets verdwenen/gestolen er zijn discriminerende opmerkingen gemaakt er zijn seksuele opmerkingen gemaakt je bent ongewenst betast je bent uitgescholden je bent gepest je bent bedreigd je moest iets doen onder bedreiging 27 Veiligheidsplan De Polderrakkers
o o o o o o
je bent lastiggevallen je bent geslagen/geschopt iemand wilde drugs aan je verkopen iemand wilde gestolen spullen aan je verkopen je bent betrokken geweest bij een ongeval anders, namelijk:
• korte beschrijving van het incident (ga indien nodig door op de achterzijde):
28 Veiligheidsplan De Polderrakkers